TEEKENPLAATJE
f
q
L
Is5G
r
J
-x
"Vf
1/
JU/
r
f
2
V
tiL
ONZE POES
Raadselhoekje
Oplossingen der raadsels
uit 't vorige nummer.
Voor grooteren.
A
Voor kleineren.
Voor kleineren.
Om op te lossen.
Voor grooteren.
P]
H
e*
V
(Nadruk verboden).
Ons poesje was op zeek'ren dag
Heel ongemerkt verdwenen.
Ik zocht haar door het lieele huis.
Waar ging zij toch wel henen?
Op zolder vond ik haar zelfs niet
En nergens in een hoekje.
Minetje! riep ik steeds maar weer,
Minetje, poes! ik zoek je!
Ook in den kelder was zij niet.
Waar was zij toch gebleven?
Het laatst had 'k haar den voor'gen dag
Gezien om 'n uur of zeven.
Maar plots'ling keek ik in een kast
En zag 'khaar met drie katjes,
Haar kindertjes, grijs, wit en zwart.
Wat waren het een schatjes!
Zij wilde ons verrassen en
Zij lag van trots te snorren.
Zeg zelf, hoe kon ik op Minet
Eén oogenblik maar knorren?
CARLA HOOG.
(Nadruk verboden)'»
s
L
A
K
L
A
M
A
A
M
E
R
K
R
N
3. Kruisraadscl.
Op de beide kruisjeslijnen komt de
naam van een soms heel mooi diertje.
X
X
X
X X X X x X X
X
X
X
lo rij een medeklinker.
2o een getal.
3o een bloeiende struik.
4o 't gevraagde woord.
5o een giftslangetje.
60 een lichaamsdeel van een dier.
7o een medeklinker.
Vijf letters noemen samen
Een ding, dat draaien kan.
Ons landje was er rijk aan.
Wie noemt don naam ervan?
1. Met ec ben ik een jongensnaam, met 00
zoowel een jongens- als een meisjes
naam, met aa zul ie mij wel eten en
met ie in je mond hebben, terwijl je
mij met ou dragen kunt.
'k Heb vaak roode wangen.
Maar soms geel of groen.
Je kunt in mo bijten!
Wacht met het te doen.
Tot ik rijp ben, anders
Geeft het vast verdriet
En wordt, je zelfs ziek, hoor!
Toe, vergeet 't maar niet!
3. Maak een metaal van:
K
en een vogel van:
Rie Ka
4. Een klein, zelfs heel klein plantje,
Keer je dat netjes om,
Dan krijg je iets, dat moeilijk
Soms wezen kan, een
(Nadruk verboden).
Een ï-obijn, (rob, IJ, n)
lca'd«t Dahlia,
staaf
S c h i e
halma
prins
krans
Regenton. Tor, regent, groente.
Oom Henk was te moe om mij te verge
zellen. (kwast).
Moeder liet Piet heele verhalen doen
over zijn reis. (tlico).
Zij brachten in Arabië ruim een half
jaar door. (bior).
Hadden Vader en Oom Bram elkaar in
zes jaar niet gezien? (melk).
2.
Gram, Bram, tram, kram.
8, Hoorn.
i. Bood, vonk"; roodvonk.
Mijn geheel wordt met 10 letters ge
schreven en noemt een plaats in het
Noorden van ons land.
9, 8, 1, 10 is een joneensnaam.
Een 3, 1, 6, 7 is ecu edel knaap.
4. 8, 1 is een meisjesnaam.
Een 2, 9, 8 is een dier, dat goed springen
kan.
Een 1, 9, 2 5s een grappig dier.
7, 8, 1, 10 is een plaats in Noord-Hol
land.
Een 3, 9, 5 wordt ïn de keuken gebruikt.
2. Verborgen plaatsen in ons land.
Leert Jan orgelspelen van zijn Oom?
Wij kregen het heel warm onder de
dikke dekens. (3)
[Wees toch niet zoo bang! Er loopen hier
altijd menschen.
[Wij hebben met Dom Rn in enkele uren
1 den omtrek doorgefietst. (3)
men. Dan zul je wel goed les krijgen zeg,
als jullie maar met 'n tweeën bent.
Orchidee. Ik bon benieuwd wat je
me volgende week alzoo te vertellen hebt;
dat zal wel niet gering zijn 11a zoo n mooie
vacantie!
Lobelia. Dat is erg jammer geweest
van je vacantie, maar er nog één geluk bij
gekomen, n.l. dal de zieke weer beter wordt.
Ja, ik heb eon heel prettige vacantie ge
had, het was nel nog mooi weer.
Cupido. Fijn zeg, dat je nu op een
geheel andere school bent. Het werk lijkt
me daar wel aardig, omdat er zooveel af
wisseling in is. Het doet me genoegen van
je te hooren, dat je goed je best zult gaan
doen.
Rival. Je bent van harte welkom.
Ik hoop, dat ik met jou even goed zal kun
nen opschieten als met je zusje, dat me al
tijd zulke aardige briefjes heeft geschreven,
maar dat zal ook wel in orde komen denk
ik.
P a p i 110 n. Wat heb jij een mooicn
Franschcn naam gekozen zeg. Dat je mee
mag doen spreekt natuurlijk vanzelf. Ik
hoop volgende keeren langere briefjes van
je te ontvangen.
Kemphaantje. Ja, in een stad als
Rotterdam is veel merkwaardigs te zien,
vooral als je er nog nooit geweest bent.
Natuurlijk is iiet in Scheveningen voor jul
lie leuker, maar Rotterdam is met zijn druk
handelsverkeer ook wel interessant. De
Sunlightbonnen zijn nog steed6 uitver
kocht.
Cactus. Wat heeft eraan gescheeld?
Ziek zijn is nooit prettig, maar in de va
cantie is dat dubbel onaangenaam. Gefe
liciteerd met je overgang. Natuurlijk mag
schiet er nu werkelijk geen half uurtje over
ncn opschieten als me je zusje, dat me al-
voor dc raadsels? Nog wel bedankt voor
je gift.
S 10 r m voge 1. Je bent van harte wel
kom in onzen kring. Wat li eb je een on
stuimige» naam gekozen; ik hoop maar,
dat je niet te veel storm zult maken! Zou
je heusch niet 'n klein beetje verwend wor
den thuis? Ik geloof, dat dat zoo nu en
dan wel eens zal gebeuren.
Onrust. Bedankt voor je gift. Wat zul
jij in die maand bruin geworden zijn, zeg!
Alkmaar js wel een aardig stadje, vind-je
niet, vooral als er kaasmarkt is. Ik wcnsch
je veel succes op school.
Valk. Bedankt voor je gift. Deze week
is het weer nogal goed geworden; je moet
niet vergeten, dat we in Augustus, wanneer
er bijna altijd veel regen valt, zoo goed als
geen regen hebben gehad. Zie verder maar
in den ruilhandel.
Zonneroosje. Ja. die taal is in het
begin niet gemakkelijk; ik zou er maar
flink mijn best op doen! Ik vond Duitsch
altijd veel gemakkelijker, maar dat is na
tuurlijk maar een kwestie van smaak. Gaat
het rnet de andere vakken in de nieuwe
klas anders goed?
Beste Nichten en Neven,
Deze week heb ik gelukkig gemerkt, dat
jullie in je heerlijke vacantie oom Pim
nog niet geheel vergeten bent. Ik had ten
minste weer wat meer briefjes dan een
paar weken geleden. En.... ook briefjes
van nieuwelingen, die zich tot de raadsel
rubriek aangetrokken voelden. Dat doet me
natuurlijk extra-genoegen, want ik vind het
altijd prettig met heel veel neefjes en
nichtjes een aardige briefwisseling le on
derhouden. Ik heb evenwel nog heel veel
oudo trouw© klantjes gemist deze week.
Zijn die nog niet heolemaal bekomen van
dc vacantie-pretjes? Ik hoop hen volgende
keer weer in de correspondentie te kunnen
vermolden, dan gaan w© weer eens echt
gezellig babbelen, zooals we dat vorige win
ter ook hebben gedaan. Jullio bedenkt
maar vast eens wat je over je vacantie
kunt vcrtellcni
DE CORRESPONDENTIE.
Sneeuwklokje. Bedankt voor je
gift. Gelukkig maar, dat jc weer bijna be
ter bent. Nog wel gefeliciteerd met je ovor-
gang. Hoe heb je het in België gehad en
ln welke streek ben jo geweest? Ik hoop
daar nog eens iets van te vernemen.
Palmboom. Dat is wel een aardig
rapport; alleen geloof ik, dat je op school
nog wel een beetje ondeugend bent. Blijf
je nu weer geregeld meedoen met de raad
sels?
Tompoes. Het doet me plezier, dat
je weer met genoegen aan het work bent
gegaan en van plan bent mooie rapporten
te halen. Ik kan niet anders doen dan je
veel succes toewenschen. Bedankt voor je
gift. Nog wel gefeliciteerd met je verjaar
dag. Ja, Arnhem is een prachtige stad met
een schitterende omgeving; ik kan me best
begrijpen, dat j© daar genoten hebt.
Wildzang. Jo bent van harte wel
kom; je weet misschien al, dat ik het pret
tig vind veel neven en nichten te hebben
en leuke briefjes te ontvangen. Ja zeker,
een verhaal is altijd welkom. Je behoeft
alleen de oplossingen in te zenden van de
raadsels, welke onder de rubriek van oom
Pim zijn opgenomen; alleen daarvoor wordt
een prijs toegekend.
Tjiftjaf. Gefeliciteerd met je zwem
diploma; ik vind het uitstekend, dat je het
gehaald hebt, omdat iedere Hollandsche
jongen en moisj© behoort te kunnen zwera-
De oplossingen.
^Ovcrveen)
(Erraclo)
I.
COEVORDEN
Oostza'an
Eerbeek
V o r d e 11
O m m e n
Roer
Den
F. g
N
IL
Honger is do besle saus met do woorden:
hand, Soest, bier, gerst ©n neus.
De prijs is deze weck ten deel gevallen
aan Tjiftjaf, die hem Maandag anti ons
bureau kan komen afhalen.
Mickey Mouse kan een paar karne-
melkzeepplaatjes, Hille's- en cactusbonnen
halen.
Tom Mix kan een paar roodbandplaat-
jes cn Sickcszpunten komen halen.
Sneeuwklokje kan een paar rood-
bandplaatjes, Drostebonnen en cactusbon
nen krijgen.
Palmboom kan een paar roodband-
plaatjes, Drostebonnen en cactusbonncn ha
len.
Tompoes kan een bockenbon halen.
De onbekende, die me verraste met
eenige cactusbonnen, wordt vriendelijk be
dankt voor deze mooie gift, waar ik veel
neven en nichten gelukkig mee kah ma
ken.
Kabouter akn een paar D.E.-bonnen
en cactusbonnen komen halen.
Kemphaantje kan een paar boeken-
bons en cactusbonncn komen halen.
Cactus kan een paar Bussinkplaatjes,
Drostebonnen en K. cn G.'s-plaatjes krij-
:en.
Onrust kan een paar Hille's bonnen,
sigarettendoekjes en voetbalplaatjes halen.
Valk kan een paar duifmerken, Hagen-
bcckplaatjes, cactusbonnen, Hille's bonnen
en Sickeszpunten komen halen.
Zonneroosje kan een paar Hille's
bonnen en een Van Houtens bon komen
halen.
Alle bonnen en plaatjes kunnen 11a Maan
dagmiddag 3 uur worden afgehaald.
OOM PIM.
woord gevon, maar hij werd cr door een
rups in verhinderd, die het woord vroeg.
Zij kromde zich naar alle kanten en be
gon:
„Gij kent mij allen, ik klauter zoo graag
op de bladeren, ik houd zooveel van jullie
cn wil je helpen. Als het eind van ons rup-
scnleven nadert spinnen wij ons tot pop
pen in en slapen.
Uit dezen slaap moot gij ons wekken, ie
dere bloemsoort offert een paar blaadjes,
die wij als vleugels kunnen dragen, graag
willen wij dan van bloem tot bloem berich
ten overbrengen."
„Bravo, bravo," murmelden de bloemen
cn bogen zich naar de rups toe.
Slechts de Klaprozen riepen met hoog-
roode koppen: „Wij geven geen blaadjes
voor de vleugels! Wie weet, of de brieven
besteller wel zwijgen kan."
De Klokjes luidden dc opgewonden Klap.
rozen tot rust, allo andere bloemen juich
ten het plan der rupsen toe.
Reeds den volgenden zomer zonden do
bloemen hun blaadjes, die zich tot wonder
mooi glanzende vleugels vcreenigden; het
Vingerhocdkruid naaide de vleugels aan
de rupsen vast en de eerste vlinder vloog
weg
En nog altijd hebben do vlinders het druk
met het overbrengen van berichten, van den
Ridderspoor naar het Vergeetmijnietje, van
StokroosMiaar het Viooltje! En zwijgen dat
hij kan, de bode! Tot op dezen dag heeft hij
nog niets verraden, tot grooto ergenis van
de Klaprozen, die zoo graag over hun bu
ren babbelen.
(„Zonneschijn")'
Nieuwe raadsels.
X X X x
I.
X
X
X
X
X X X X X
X
X
X
X
Op dc kruisjeslijnen komt de naam van
een plaatsje in Ovcrijscl.
Op de lc rij: een medeklinker.
Op de 2c rij: een insect.
Op de 3o rij: eon wapen.
Op de 4e rij: een plaats in Gelderland.
Op de 5de rij: het gevraagde woord.
Op do 6c rij: een plaats in Limburg.
Op dc 7c rij: een bewoner van Afrika.
Op de 80 rij: een boom.
Op do 9e rij: een medeklinker.
II.
(Van Hansje me knecht).
Mijn geheel is een spreekwoord dat uit
woorden bestaat en met 39 letters wordt
geschreven.
1, 36, 8, 16 is een zitplaats.
3, 9. 17, 28 is eon drank.
14, 13, 11, 39 is een ruilmiddel.
10, 22, 30 is een visch.
32, 7, 19, 21, 37 is eon meisjesnaam.
27, 4, 15, 5, 20, 25 is een plaats in Gelder
land.
12, 18, 23, 6, 31, 2<3 is verkooper langs de
straat.
34, 29, 33. 38 is een deel van een boerde
rij.
3p, 2, 24 is iels waaraan we allen te ge
hoorzamen hebben.
ONZE RUILHANDEL.
Mevrouw van V. wordt vriendelijk be
dankt voor de plaatjes, welke ik van haar
ontvangon heb.
Ook d© heer Ch. G. wordt vriendelijk
bedankt voor zijn gift, evonals Mevrouw
P., die in ruil voor haar gift eenige cactus
bonnen kan laten halep-
IN DEN MALLEMOLEN.
In don malle-, mallemolen
Zat Piet op een olifant.
Frederik had een giraffe,
Henk een hond die niet wou blaffen,
Jaap een paard met nog één tand.
*t Scheen hun bijster te bevallen
Want ze draaide' als halve mallen
In dien malle-, mallemolen,
Molen, molen mal.
In dien malle-, mallemolen
Zat Geert in een oude brik.
Luut reed op een drommedaris,
Georgië van den Secretaris
Op een bokkie zonder sik.
Geert liet steeds zijn zweep flink knallen
En zc draaiden rond als mallen
In dien malle-, mallenmolen,
Molen, molen mal.
In dien malle-, mallemolen
Was de heele klas present.
Als de molen weer uitdraaide
En de molenman hen praaide
Schokten ze opnieuw een cent.
„Hola jongens, met z'n allen!"
En ze draaiden rond als mallen
In dien malle-, mallemolen,
Molen, molen mal.
F. LASSCHE
(„Zonneschijn").
„GOED GEMIKT".
Van Fredorik de Groote worden veel sol-
dalenanecdotes verteld. O.a. deze: Eens
reed Frederik met zijn soldaten langs een
boomgaard, waarin peren groeiden. De sol
daten plukten wat van de vruchten, maar
bemerkten dat ze nog steenhard waren. Ze
begonnen, zonder dat de koning liet zag,
elkaar te bekogelen. Een van de soldaten
gooide echter mis cn...
raakte juist den koning. Deze raapte kalm
de peer op en stak haar bij zich. Je kunt
begrijpen hoe de soldaten in angst zaten,
want Frederik was een streng koning. Tot
hun verbazing vroeg hij bij de volgende
boerenwoning, waar een boer voor de deur
stond: „Heb je een mand rijpe peren?" Da
delijk stond er een groote mand voor hem
De koning liet ze verdoelen onder zijn sol
daten en zei: „Voortaan moet je de onrijpe
peren aan don boom laten hangen, ik hob
gevoeld boe hard ze zijn!" De soldaat die
hem geraakt had. kreeg een paar vruchten
extra. Frederik de Groote zei tegen hem
„Jc kunt goed mikken en ik wil dat mijn
soldaten dat kunnen!"
„ZONNESCHIJN".
HOE DE VLINDERS ONTSTAAN ZIJN.
naar het Duitsch door TINE.
De bloemen stonden op het veld, zij bloei
den en geurden, en maakten de menschen
blij.
Bont dooreen stonden de bloomen. Niet
soort bij soort.
Wilde bijv. de klaproos haar zuster, die
aan den anderen kant van den weg groeide,
iets vertellen, dan moest het van bloom tot
bloem gefluisterd worden. Dat was vaak
lastig, vooral als het een gewichtig geheim
gold.
De stokroos dacht, dat gaat zoo niet lan
ger en riep alle planten bij elkaar om een©
vergadering te houden.
Nadat de klokjes-bloem geluid bad, kreeg
het Lecuwenbckjc het woord:
„Hm," bromde het Leeuwenbekje en nam
een slokje dauw, „de menschen hebben een
man, die een pet draagt met een rooden
band er om en berichten brengt van men
schcn, die ver weg wonen: die man heet
brievenbesteller. Wij moeten ook een brie
venbesteller hebben."
„Wij zijn immers allemaal vastgegroeid,
riep het Vergeetmijnietje, „wij m'octcn iets
anders bedenken."
Het Duizendblad beweerde: „De Leeuwen
bek zet een grooten mond op en zijn raad
beteckent niets."
Het Leeuwenbokje wou net een boos ant
'1T
Coty
ei
KINDERMOPJE.
Wim wil maar niet eten vandaag en Moe
der moet er wat op verzinnen. „Nou, Wim,"
zegt ze, „nu ben jij de trein en nu zijn de
spruitjes op je bordje menschen op het per
ron, die met den trein mee moeten. Daar
komt Vader hap liij stapt den trein
in, nou Moeder," enz. Tot opeens Wim gaat
zitten knoeien en een dikke spruit er weer
halverwege uitkomt. „Hè, Wim, wat vies,
nou netjes eten." „Vies, Mammie, heele-
maal niet vies, Oom Ko kijkt uit het
raampje."
HET IJ.VE-RI-GE NAAI-STER-TJE.
Ma-rie-tje maakt al heusch al-leen
De klecr-tjes voor haar pop-pen.
Ze kreeg van Moes ge-bloemd flu-wee!
En zij met groo-te nop-pen.
Nu meet ze, knipt en rijgt en past
En neemt dan weer haar schaar-tje:
Er moet ook nog een kraag-je zijn
Voor 't man-tel-tjc van Klaar-tje.
Zie, hoe zij al-door vlij-tig werkt
Mot naald en fij-ne draacl-jcs,
En hoe zij nu heel nct-jes naait
De zoom-pjes cn de naad-jes.
Ma-rie-tje heeft het al-tijd druk
Met al haar pop-pen-kind-jes.
Zij ziet ze graag heel lief ge-kleed
Met kant-jes en met lint-es.
En als het zon-ne-tje dan schijnt
En vo-gels lus-tig flui-ten,
Dan neemt zij al haar pop-jes mee
In 't wa-gen-tje naar bui-ten.
;ro°v
Dc
at ni
;eker
ijn.d
u P«
lgcn<
oor
ïen
ien,
Fri
ipotu
iet la
n ho
ucht
jedeli
md
evre
clein>
ncur
onge
laan
lrooi
end(
'abri
lonk
lang
jntw
stich
den
groei
were
Ni
de
lang1
Pers
vvaa:
dem
rijsc
1921
bet
pen,
„Fie
1928
wel]
wer
niet
Cot;
j.An
R
flag
sch
ricl
syn
lijk
do
bla
omj
sch
(„Kiekeboe").
REGEN.
Wat een regen, wat een regen'
't Water plonst cn plenst en spat
alle huizen, alle straten,
heel de wereld klelsdoornat!
Kijk, je kan wel pootjebaden
in de plassen van de straat!
Zzzzt... er spuit een vies fonteintje*
Als een auto langs je gaat,.a
Alle regenpijpen zingen,
alle goten tokklcn mee.
't Park staat in de bui te ruischcn
als de golven van do zee...
Langzaam drijft de gletwolk over..»
Daar staat bont en hemelhoog
over heel die natte wereld
plotseling ccn regenboog.
C. WILKESHLTS
(in Zonneschijn)*
BANDOEMAS.
Dit spel, dai uit Indiö komt, wordt zoowel K
door jongens als meisjes gespoeld. Het aainl
tal spelers moet even zijn. Stel, dat et b
twaalf spelers zijn, die in twee groepen wor-
den verdeeld. Er zijn dus -twee groepen van j
zes kinderen. Voor de duidelijkheid zal ik |i
maar boide partijen A en B noemen. Een F
uit de partij moet soeten met zijn tegen-
stander om uit tc maken, welke partij be-
ginnen moet. Als partij A verliest, dan v
moet deze partij B tikken. Dit gebeurt op V
de volgende wijze: Wie verloren heeft, dus jl
partij A, moet twee aan twee tegenover
elkaar staan in loopstand met hun rechter- K
voet voor. Nu moet partij B één voor één
zich schrap zetten met zijn linkervoet over
de rechtervoeten van de tegenpartij cn
tracht weg te loopen, terwijl de tegenpartij*
die tegenover hem staat, hem probeert 'e
tikken. Als hij niet getikt wordt, kan bij
doorspelen, zoolang, totdat een van zijn par
tij getikt is, dan wisselen beide partijen. I®
't partij A niet gelukt een van B te tikken*
dan kan de laatste partij (dus B) doorspe
len. totdat een van deze partij getikt is.
Dit spoi kan ook wel gespeeld worden
door slechts drie kinderen. Twee mocte®
dan tikken on de derde tracht weg te loo
pen. -• - -
I
zie
kal
zoi
eet
ge:
vo,
m.
er
de
do
os
lij
i?c
lil
ev
UI
la
di
w
Fi
u
di
re
b;
la
V