BESMETTING EN ONTSMETTING
VOOR BESCHERMING ONZER NA TUUB
HOE DE BESMETTING TOT
ONS KAN KOMEN
VERHOOGING VAN HET TARIEF VAN
INVOERRECHTEN
Waarschuwende stem
ONVERKOCHTE BACONVARKENS
EEN GROOT GEVAAR
BRENGT BEZORGDHEID
ra
'GENEESKUNDIGE BRIEVEN
De wijzen waarop bacteriën zich
ontwikkelen en waarop ze
gedood kunnen worden
Volgens Van Dale beteekent besmetten:
bezoedelen, bemorsen. In het dagelijksch ge
bruik van dit woord en met name, wanneer
onderwerpen, de gezondheid of de genees
kunde betreffende, behandeld worden,
denkt men in de eerste plaats aan ziekte.
Er zijn ziekten, welke men verkrijgt door
besmetting van buiten af.
Die besmetting kan op de meest verschil
lende wijze tot ons komen, meestal is haar
oorzaak te zoeken bij een ander, die de
ziekte heeft of gehad heeft. Terwijl wij van
vele ziekten den gang van zaken hebben
leeren kennen, zijn er nog enkele, waarvan
wij den verwekker nog niet hebben kunnen
opsporen en derhalve ook niet kunnen na
gaan, langs welken weg de ziekte in het
lichaam gebracht wordt. Hiertoe behooren
bijv. roodvonk, pokken en mazelen. Veilig
heidshalve spreekt men daarom vari alge
meen-besmettelijke ziekten.
Een grootè vooruitgang was de ontdek
king, die bijv. malaria, pest, vlektyphus en
gele koorts een insect als tusschenstation
noodig hadden om van een lijder de be
smetting op een ander gezond individu over
te brengen. Niet alleen dal men zich vrij
waren kan door elk contact met de bedoel
de insecten te ontloopen, maar de strijd
tegen deze insecten is tegelijk van groot al
gemeen belang voor de volksgezondheid.
Terwijl men vroeger het ontstaan der ma
laria toeschreef aan kwade uitdampingen
in moerassige 6treken, weel men thans dat
die moerassige streken alleen van beteekc-
nis zijn als zjer geschikte broedplaatsen
voor de muggen. Door die plassen en sloo-
ten droog te leggen en eventueel aanwezig
muggen-broed te vernietigen, wordt het aan
tal muggen reeds zeer beperkt en persoon
lijk kan men zijn woning en persoon, zij bet
ook met eenige moeite, vrijwel afdoende
voor die onaangename gast beschutten.
Tal van besmettelijke ziekten zijn afhan
kelijk van het in het lichaam dringen \an
lagere organismen, waarvan vele soorten
bekend zijn en die gewoonlijk met elkaar
worden samengevat onder den naam bacte
riën. Oelukt het aan die kleine organismen
iemand ziek te maken, dan planten zij zich
in het lichaam dikwijls zeer snel voort en
het komt er nu maar op aan, dat een zeker
aantal van hen in het lichaam van een ge
zond individu binnendringt om ook dit ziek
te maken.
Het is daarom van belang te weten, waai
de bacteriën zich ontwikkelen en langs wel
ken weg zij het lichaam verlaten. De voor
uitgang der wetenschap heeft ook hierbij
voordeelen opgeleverd bij de bestrijding der
fciekte.
Voorbeelden zijn buiktyphus en cholera.
.Vroeger meende men, dat de geheele om
geving van een lijder aan deze ziekten als
bron van besmetting kon werken.
Thans weten wij, dat de ziektekiemen
met de ontlasting uit het lichaam verwij
derd worden (bij braken ook door den
mond).
Het is nu veel gemakkelijker de ziekte te
Ontloopen, als maar zorgvuldig wordt opge
past, dat alle uitscheidingen direct bij het
verlaten van het lichaam onschadelijk ge
maakt worden. Dit is evenwel niet altijd
even gemakkelijk. Wordt bij het opvangen
gemorst, dan ie het duidelijk, dat ook lijf-
en beddegoed besmetting kunnen overbren
gen.
Vele ziekten gaan met hoesten gepaard en
hetgeen bij dat hoesten wordt opgegeven,
kan maar behoeft niet altijd bacteriën
bevatten, in staat om onder bepaalde om
standigheden de ziekte op een ander indi
vidu over te brengen.
Als zoodanig kunnen wij noemen tuber
culose, kinkhoest, longontsteking, diphterie,
influenza. Voorwaar een bonte verzameling.
Terwijl diphterie, kinkhoest en soms ook
influenza kort 11a dc infectie een volledig
beeld der ziekte te voorschijn kan roepen,
zijn bij de andere ziekten nog bijzondere
voorwaarden noodig.
Zoo is bij tuberculose wel altijd een her
haalde infectie met een voldoende hoïveel-
hcid bacteriën noodig, terwijl men op goede
gronden aanneemt, dat voor het ontstaan
van longontsteking, behalve den toevoer
van pneumococcen nog een bepaalde voor-
beschiktheid van het weefsel moet aanwezig
zijn. zooals die bijv. door kouvatten kan
worden verklaard.
Een afzonderlijke groep vormen de inrec-
'ties van wonden, zooals wondroos, etter-
koorts, koud vuur, stijfkramp, hondsdolheid,
miltvuur cn melaatschlieid. De bij deze ziek
ten voorkomende wonden, maar ook dik
wijls het bloed bevatten de kiemen, die bij
een ander in een wond gebracht, ook bij
hem de ziekte doen ontstaan.
De bacteriën, die de v nndbesmetting ver
oorzaken, zijn op ruime schaal in onze
samenleving voorhanden, zoo ruim, dat men
voor de praktijk aanneemt, dat elk voor
werp, dat niet op een bepaalde wijze is be
handeld, er van voorzien is.
Bij die alomtegenwoordigheid van smet
stoffen ligt het voor dc hand, dat een strijd
op groote schaal daartegen in vele gevallen
noodzakelijk zal zijn. De gewone wijze van
afwasschen zal wel zelden als voldoende
desinfectie kunnen gelden, hoewel zij toch
nimmer verwaarloosd mag worden.
Het afwasschen van glaswerk, steengoed
en handen zal in ieder geval met het grove
vuil een menigte van bacteriën tevens ver
wilderen en tegelijk de voorwerpen beter ge
schikt maken 0111 de verdere maatregelen tc
ondergaan.
Dan blijven twee methoden over: bacterie-
giften cn hooge temperatuur. Ieder is het
over eens, dat dc laatste in het algemeen de
voorkeur verdient. Alles wat uitgegloeid
kan worden, geraakt zeker bactcrievrij. Uit
koken is praktisch ook voldoende, al wor
den dan nog niet altijd alle bacteriën en
sporen gedood.
Maar allerlei onmisbare voorwerpen bij
de behandeling \an zieken kunnen helaas
geen uitkoken, laat staan uitgloeien verdra
gen. Denken wij alleen maar aan onze han
den. Dan kunnen wij de chemische ontsmet-
tingsstoffen niet ontberen. Een vaste alge
meen geldende regel kan moeilijk gegeven
worden. Elk geval stelt zijn bijzondere
eischen.
Laten wij eens als voorbeeld nemen de
ontsmetting van een deken.
Afdoende ontsmetting in dc eigen woning
is haast niet mogelijk. Ilceft een besmette
lijke ziekte gibcersclit, zooals roodvonk,
typhus, dan zal allicht algeheclc ontsmet
ting noodig geoordeeld worden en als dit
gebeurt met een formaline lamp of met de
meer moderne gas-rnethode, dan zal de
deken rustig in de kamer kunnen blijven
en, zoo wijd mogelijk uitgehangen met den
overigen inhoud der kamer door dc forrna-
lincdamp, scyaan- of cyclongas afdoende
van ziektekiemen bevrijd worden. Wordt
de kamer alleen door boenen en poetsen
gereinigd, dan moet de verplaatsbare in
houd naar den desinfectieoven gebracht
worden. Voor een ernstige desinfectio is dit
zonder twijfel de beste manier. Men kan na
tuurlijk den deken in een vloeistof stoppen,
welke lysol, kresol, kreoline of formaline in
voldoende sterkte bevat, maar ik durf niet
zeggen, dat de deken daaronder niet te
lijden zal hebben en daardoor niet nog een
nieuwe bewerking noodig zal hebben. En als
op zoo'n manier de deken toch het huis uit
moet, zullen dc kosten allicht niet veel
hooger zijn dan bij de afdoende behande
ling in de desinfectieoven, welke thans toch
haast overal gemakkelijk te bereiken is.
Ik vergat nog een, cn wel een prachtig
desinfectiemiddel te noemen, een middel,
dat in dezen zomer gratis tot ieders be
schikking stond, 11.I. het volle zonlicht. Dat
heeft een sterke dcsinfecteerendc werking.
Sommige mcnschcn zijn cenigszins schuw
geworden door liet vele schrijven over
allerlei akeligheden door besmetting.
Iemand die een paar dagen een logóe
heeft gehad, die een beetje hoïstte, kan in
zoon toestand wel eens vreezen, dat de
deken, waaronder deze geslapen heeft, nu
met tuberculose besmet is. In dat geval
worde de deken een paar dagen buiten in
het volle zonlicht gehangen en dan kan er
met alle gerustheid weer gebruik van gï-
maakt worden, temeer omdat de tuberkel
bacil al heel siecht tegen zonlicht kan. Ook
uit anderen hoofde is het daarom zoo goed,
niet altijd het bed op te maken, dadelijk
nadat het is afgehaald, maar om in plaats
daarvan al het beddegoed af en toe eens te
„zonnen".
Als desinfectie-mfddel bij kleine wonden
wil ik nog eens wijzen op 5 pet. jodium-
tinctuur, dat, binnen 7 uur op en om de
wond gedruppeld, in staat is de anders al
tijd dreigende infectie tegen te gaan. Hoe
wel nog niet ieder het hiermee eens is.
heeft de ervaring toch wel aangetoond, dat
deze behandeling van kleine verwondin
gen, ook in handen van het publick. volko
men veilig is.
H. A. S.
MINISTER DECKERS OP HET VLIEG
VELD TE EINDHOVEN.
Dinsdagmiddag omstreeks 4 uur i6 dr.
Deckei'6, minister van defensie, op het
luchtvaartterrein Eindhoven geland, ter
bezichtiging van het nieuwe vliegveld. Hij
was aan boord van een drie-motorig mili
tair vliegtuig, bestuurd door kapitein
Steut, en vergezeld van zijn adjudant, als
mede van den commandant van de mili
taire luchtvaartafdeeling, luitenant-kolonel
J. J. van Santen.
Tijdens zijn verblijf op het terrein wer
den, cvcnal6 eiken dag gedurende deze
vliegweek, luchtdemonstraties gehouden.
Z.E. toonde ook veel belangstelling voor
de werkwijze van de pas opgerichte Eind-
hovensche Zweegvliegclub.
Om goed half 6 is de minister met het
vliegtuig naar Socsterberg teruggekeerd.
Het bezoek 6cheen ook verband tc houden
met de nachtvluchten van a.s. Donderdag,
waarbij de verlichtingstroepen van de ge
nie hun medewerking verlecnen.
POGING TOT DOODSLAG.
Leeuwarden, 14 Sept. Heden stond
voor de rechtbank te Leeuwarden de 46t
jarige M. de H., arbeider te Ilolwert, (Fr.),
terecht, verdacht van poging tot doodslag
op zijn broer, door naar dezen tc slaan met
een scherpe zeis.
De officier van Justitie eisclite een ge
vangenisstraf van acht maanden, waarvan
vier maanden voorwaardelijk, op voorwaar
de, dat verdachte zich onder toezicht van
het Leger des Heils moet 6tcllen en zich
aansluiten bij een gehcelonlboudersvereeni-
ging.
DE DUIF.
Amsterdam, 15 Sept. Hedenmorgen
om 7.30 uur is de „Duif" van Schiphol naar
Indië vertrokken. Aan boord bevinden zich
twee passagiers voor Cairo, benevens 240.60
K.G. post en 26.73 K G. lading.
Dc bemanning beslaat uit de hecren K. D.
Parmentier, eerste bestuurder; H. Brink
huis, twe»de bestuurder; B. Prins, werk
tuigkundige, en C. van Brugge, ladio-tele-
grafist.
Het oordeel der Amsterdamsche
Kamer van Koophandel
In de vergadering ^van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Arasterdam
maakte dc voorzitter, de he»r G. Crone, ge
wag van het bericht, volgens hetwelk een
wetsontwerp zou zijn te verwachten tot ver
hooging van het tarief van invoerrechten.
Hij zeidc nauwelijks te kunnen gelooven,
dat de Regeering tot een dergelijken maat
regel zou overgaan. Tot voor kort had Ne
derland een constant tarief, al is dit reeds
bedenkelijk minder het geval geworden door
de verhooging van het meerendcel der
tariefposten van 8 tot 10 pet. met Ingang
van 1 Januari j.l. Bij een nieuwe verbreking
van dc stabiliteit op het gebied der invoer
rechten zou Nederland het recht verliezen te
wijzen op het lage niveau en het fiscale
karakter van zijn invoerrechten.
Wil ons land niet het gjvaar Ioopcn an
dere landen op den weg der monetaire ont
wrichting te volgen, dan eischt de toestand
van 's lands schatkist zeker voorziening.
Maar niet. indien inderdaad verhooging van
invoerrechten wordt overwogen, daaruit
wordt afgeleid, dat de regeering nauwelijks
met dc doorvoering van de in het rapport
Wel ter aangegeven voorzieningen begonnen,
reeds thans de overtuiging heeft verkregen,
dat langs dien weg de begrooting niet slui
tend is te maken?
Bovendien zal verhooging van rechten
den invoer, dus tevens de opbrengst der in
voerrechten verminderen, waaronder tal
van bedrijven, en niet alleen de bij den in
voer betrokkene zullen worden getroffen.
Zwaar is dc verantwoordelijkheid van een
regeering, die in dit tijdsbestek van sterk
verminderde draagkracht der bevolking dc
lasten zou verzwaren door verhooging van
het tarief. Een dergelijke verzwaring moet
leiden tot verhooging van de kosten van
levensonderhoud en vermeerdering van \Jc
productiekosten, waarvan juist verlaging
zoo noodzakelijk is in het belang van het
concurreercnd vermogen van het bedrijfs
leven. Wanneer er thans werkelijk verbo
den zijn van een komend economisch her
stel, moet Nederland in staat zijn daarin
aandeel te hebben. Een voorstel tot verhoo
ging van het tarief van invoerrechten zou in
strijd zijn met liet bij herhaling ook door
dc Regcering getoonde besef der noodzake
lijkheid van verlaging van de productiekos
ten.
Een zoodanig voorstel zou ook in betreu
renswaardig» tegenstelling zijn met de Con
ventie van Ouchy, die, afgezien van den in
druk op de mede-,contractecrende 6taten, uit
algemeen economisch oogpunt bedenkelijk
aan betcckenis zou inboeten, indien Neder
land eenige maanden na dc onderteekening
tot een algemeene verhooging van zijn tarief
zou besluiten. (Teekenen van instemming).
Consternatie op de Leid=
sche varkensmarkt
Wij lezen in het Hbld.:
De Leidsche varkensmarkt bood gister
avond een ongewonen aanblik. Is anders
het marktterrein omstreeks vier uur .n
den namiddag eenzaam cn van alle smel
ten vrij, gisteravond laat wemelde hei er
nog van krulstaarten, die hun laat verblijf
op de Leidsche keien overigens allesbe
halve amusant vonden, cn bun misnoegen
niet onder 6toclen of banken 6taken. De
reden, zoo werd ons verteld, was geleg°n
in den abnormaal groolcn aanvoer, n.!.
1080 dieren, welke op zichzelf weer een uit
vloeisel is van de bepalingen der Varkens
centrale. Deze betaalt n.l. voor in export
aankomende „zouters", varkens van 90 lot
100 kg, vijftien cent per pond, een prijs,
dien de boeren momenteel op de vrije
markt moeilijk kunnen maken. Vandaar de
groote animo om te verkoopen. welke zich
de vorige week in Gouda cn thans te Lei
den demonstreerde.
De Varkcnscentralc weigerde onder do/.c
omstandigheden ook maar één varken
over tc nemen en gaf daarmede uitvoering
aan de dezerzijds reeds gelanceerde waar
schuwing.
Deze gang van zaken veroorzaakte onder
dc boeren groote opwinding. De directeur
van de markt cn haven 6tclde zich daar
op telefonisch in verbinding met den var-
kcnscoramissaris, ir. Louwes' tc Zwolle, dit
den directeur machtigde, den boeren mede
te deelen, dat de „zouters" in de provincie
Zuid-IIolland binnen veertien dagen zullen
worden overgenomen. De boeren weiger
den niettemin naar buis te gaan. B. en W.
kwamen er aan tc pas. Telefoontjes en te
legram aan minister Verschuur bleven
onbeantwoord. En zoo trok tegen zes uur
een deputaite van vijf personen de stoute
„klompen" aan en ging per auto naar
Zijne Excellentie. Evenwel met hetzelfde
negatieve resultaat. Z.E. was niet te vin
den. Teneinde raad werd wederom ir. Lou
wes opgebeld en deze zegde toe, zoo spoe
dig mogelijk maatregelen te zullen treffen.
Nog langen tijd bleven de boeren beraad
slagen. Maar ten slote kozen de meesten
toch varkens voor bun geld. Zij wekten do
moe geschreeuwde krulstaarten uit hun
slaap cn dreven ze weder naar huis. Een
deel der boeren bleef echter nog gcruimon
tijd napraten. De markt- en havendienster,
toonden een zeer tegemoetkomende hou
ding door voor de onverkocht gebleven
varkens de marktgelden te restitueeren.
Een motie met toelichting aan
verschillende overheids
instanties
Pas op met werkverschaffing!
Aan Hunne Excellenties de Ministers van
Binnenlandsche Zaken, Defensie, Economi
sche Zaken en Arbeid, Financiën, Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, Waterstaat en
aan Gedeputeerde Staten der verschillende
Provinciën, is het volgende schrijven gezon
den:
De Contact-Commissie inzake Natuurbe
scherming, tot dusverre bestaande uit ver
tegenwoordigers van de onderstaande ver-
eenigingen, enz.: den A. N. W. B., Toeristen
bond voor Nederland; den Bond Heem
schut; de Commissie voor den Monumen
tendag, de Hydrobiologische Club, de Ko
ninklijke Ncderlandsche Automobiel Club,
de Ncderlandsche Botanische Vereeniging;
de Ncderlandsche Dierkundige Vereeniging;
de Ncderlandsche Entomologische Vereeni
ging, den Nederlandschen Jeugdbond voor
Natuurstudie: dc Ncderlandsche Jeugdher
berg Centrale, de Ncderlandsche Mycologi-
sche Vereeniging, de Nederlandsche Na
tuurhistorische Vereeniging, de Ncderland
sche Ornithologische Vereeniging, de Neder-
landschc Vereeniging tot Bescherming van
Vogels, de Stichting „het Ocldcrsch Land
schap", dc Stichting „het Limburgsch Land
schap", dc Stichting „het Noord-Brabantsch
Landschap", dc Stichting „het Utrcchtsch
Landschap", de Vereeniging „It Fryske
Gea", de Vereeniging tot Behoud van Na
tuurmonumenten in Nederland, spreekt den
wcnsch uit cn dringt er bij de bevoegde
autoriteiten op aan, dat liet advies van we
tenschappelijke. recreatieve cn cultureele
verenigingen, of daartoe bevoegde perso
nen, wordt gevraagd in alle gevallen, waar
in door of met steun van de Overheid wer
ken worden beraamd of bemoeiingen wor
den overwogen, welker tenuitvoerlegging
het karakter van het Ncderlandsche land
schap zou aantasten of wijzigen.
I11 de vergadering van 4 Juni 1932 werd
besloten op deze motie de navolgende toe
lichting te geven:
Algemeen is er bij Verecnigingen enz.,
welke wetenschappelijk onderzoek der na
tuur beoogen, of welke natuurbescherming
en behoud van landschapsschoon nastre
ven, of binnen welker bemoeiing het behoud
van het Nedorlandsch landschapsschoon be
trokken is, bezorgdheid over ontstaan, dat
bij vele werkzaamheden, welke slechts uit
gevoerd kunnen worden met financieelen
steun van het Rijk, Provincies, Gemeente
besturen of andere overheidslichamen, geen
of althans zeer onvoldoende rekening wordt
gehouden met dc wetenschappelijke, aesthe-
tische en maatschappelijke waarde van on
gerepte natuurterreinen. Deze bezorgdheid
heeft ertoe geleid, dat de vorengenoemde or
gan isalios te zamen dit ernstig gevaar voor
de Ncderlandsche natuur onder het oog
hebben gezien. De plannen tot liet stichten
van een stuwbekken in Limburg gaven aan
leiding tot een blijvende samenwerking tus-
schen de verschillende verecnigingen e. d.,
welke samenwerking tot uiting komt in het
in het leven roepen van de z.g. Contact-
Commissie inzake Natuurbescherming.
Bij de besprekingen tusschen de vertegen
woordigers der genoemde vcreenigingen
bleek hoezeer men het betreurt in weten
schappelijke kringen, alsmede in die, welke
natuur- en landschapsbescherming en re
creatie ten doel hebben, dat in de laatste
jaren zooveel van het Nederlandsche na
tuurschoon vernietigd werd met steun van
overheidslichamen, zonder dat het oordeel
gehoord werd van hen, die de noodzakelijk
heid en de bctcekenis van het behoud der
natuur naar waarde kunnen schatten. Ruil
verkaveling, en in de laatste jaren vooral
cok werkverschaffing, hebben zeer veel bij
gedragen tot dc verandering van het Neder
landsche landschap en bij al deze werk
zaamheden werd het vraagstuk der ontgin
ning maar al te dikwijls niet van alle zijden
beschouwd.
In de Contact-Commissie werd als een
leemte gevoeld, dat in de Commissies, welke
dc Overheid van advies moeten dienen,
slechts zelden personen gevonden worden
met natuurhistorische kennis of met inzich
ten in het vraagstuk der natuurbescher
ming. In de vergadering van de Contact-
Commissie van 4 Juni j.l. te Utrecht ge
houden, *verd op het ernstige gevaar voor
het Nederlandsche Natuurschoon en voor
de fauna cn flora nadrukkelijk gewezen en
de daar gevoerde besprekingen leidden tot
het aannemen, met algemeene stemmen, van
de hiervoren vermelde motie.
Met waardeering werd op deze vergade
ring melding gemaakt van het feit, dat het
Staatsboschbeheer zich bij voorgenomen
bebossching of ontginning laat voorlichten
door een commisie, welke door de Rege*1
ring benoemd werd om het Staatsboschbe
heer van advies te dienen inzake natuur
bescherming.
Noch bij ruilverkaveling of werkver
schaffing, noch bij vele andere werken van
overheidswege, wordt van een dergelijke
adviseerende commissie gebruik gemaaKt,
noch wordt de mcening gevraagd van per
sonen, die als deskundigen op natuurwe
tenschappelijk gebied kunnen worden be
schouwd. Verschillende voorbeelden wer
den aangehaald, die in het biizonder
die zich op de studie der natuurlijke hu
rie hebben toegelegd, met zorg vervuil,.
Zoo werd gewezen op den toestand
Friesland, waar hoofdzakelijk terwille
werkverschaffing reeds vele heideveld
plassen en andere z.g. woeste gron6
door de Ontginningsmaatschappij „Do
Provinciën" werden onteigend, zelfs tc:
den wensch van de eigenaars, die bun
reinen terwille van het natuurschoon
dc natuurhistorische beteekenis ongen
wenschten te behouden, terwijl bij de
ginningsplannen geen rekening gehoi
wordt met de wetenschappelijke, recrei;
ve en cullurcele waarde, aan die terrei
eigen.
In sommige andere landen wordt bij
uilvoering van de vorenbedoelde
zaamheden reeds van overheidswege 2]
dc belangen van natuurbescherming rd
ning gehouden. In Pruisen bijv. is be]
(Feld- und Forstpolizeigesetz van 8 J;
1920), dat door de z.g. „Kulturbauam!
geen ontginningsarbeid ondernomen
worden, voordat overleg is gepleegd m«
..Bezirkstelle für Naturdcnkmalpflege'
dert kort geldt deze regeling ook
Württemberg.
Vertegenwoordigers van „It Fryske G:
deelden mede, dat thans ernstige pla
bestaan tot onteigening van een uitgestr
heidegebied in Friesland, wellicht
laatste merwaardige hcideterrein, in
provincie overgebleven, terwijl plan;
van de vereeniging „It Fryske Gea'
behoud van het terrein de Leijen ge;
loopen te zullen mislukken, nu de ont
ningsmaatschappij „De Drie Provinci;
tracht dit terrein als werkverschaffing'
ject aan te koopen. Met zorg wordt a
wacht hoe lang 't drassige terrein bij Wï
vega, in ons land de eenige vindplaats 1
den hoogst zeldzaam Grootcn Vuurvliné
in den tcgenwoordigen staat behoud
kan blijven.
Doordien It Fryske Gea telkens m
con6tateercn, dat steeds meer van
merkwaardige natuurschoon in Friesl-
teloor gaat door ontginning met overheb
steun heeft deze vereeniging pogingen
het werk gesteld, om met de Ontginmc;
maatschappij een overeenkomst te tref!
opdat ook met de belangen van natuu
scherming rekening zou worden gehou
De poging i6 evenwel op niets uitgeloop
althans de toezeggingen van de maalscb:
pij zijn van zoo weinig waarde, dat dc
langen van naturbescherming niet ve;
kunnen worden geacht.
Voorts werd gewezen op de werkz'
lieden voor ruilverkaveling en ontwate
in de gemeente Moergestel, waar
jaren geleden het Moergestelsche Brt
verkaveld en ontgonnen werd, terwijl
terrein, met zijn merkwaardige flora
fauna zijns gelijke in Nederland niet m
vond. Ook in dit geval geschiedde de O:
ginning cn verkaveling met overheb
steun; zonder dien steun zou het .M::
gestclsche Broek ook in de toekomst wa
schijnlijk zijn rijken plantengroei en
waardige dierenwereld hebben kunnen
houden tot nut en genoegen van komc&
geslachten.
Het komt den vertegenwoordigers tt
de hierboven genoemde vcreenigingen e
voor, dat met de belangen van wetonëcb".
recreatie en behoud van schoonheid in
natuur meer dan tot dusverre reken
moet worden gehouden, en zeer zou
Contact-Commissie het waardeeren, ind:
de Regeering en andere publieke licha
bij het opmaken van plannen, die bet
rakter van het landschap ingrijpend
den veranderen, advies wilden inwi
van hen, wier oordeel voor de waarde v*
het landschap in zijn tcgenwoordigen vi
van belang tc achten i6.
Op de vergadering van 4 Juni j.l. w
tevens naar voren gebracht, dat aan
eenen kant de Overheid naar werkgele^
heid zoekt in verband met werkverscbi'
fing, terwijl aan den anderen kant i
lei werkzaamheden welke moeten wori
uitgevoerd, in den kortst mogelijken
voltooid worden, door gebruikmaking
de technisch meest geperfectionneer
hulpmiddelen. Daarbij werd gedacht
het opwerpen van dijken, het verhoor
van dijken, het graven en verbeteren 1
kanalen, het aanleggen van wegen e
enz. De vraag werd gesteld of het niet e
gelijk zou zijn in deze tijden al die eer
zaamheden, of tenminste vele erv"
dienstbaar te maken aan de wcrkverêcb
fing. Het moge waar zijn, dat handen--
beid in zulke gevallen duurder kan 1"
toch zou ongetwijfeld in vele gevallen
werkverschaffing er door gediend word
als menschenarbeid meer dan tot dusverf
de plaat6 kan innemen van machines. V"
een algemeen standpunt meende de C
tact-Commi6sie zelfs als haar oordeel
mogen uitspreken, dat de aanzienlijke
dragen, voor de werkverschaffing noodi
voor een belangrijk gedeelte zullen kut
nen voorzien in de hoogere onkosten, *i;
handenarbeid in plaat6 van machinale
werking vordert.
Ernstig werd het ook betreurd,
grondeigenaars, die reeds lave jaren bu3
terreinen in den oorspronkelijken toestan:
bewaard hebben, tegen hun geldelijk
lang in, thans genoodzaakt zouden word*5
die terreinen door onteigening te verliep
als zij niet vrijwillig tot verkoop berf:
zijn. De Contact-Commis6ie acht het
waardeeren dat grondeigenaars hun W'
reinen, op natuurhistorisch gebied of W
wille van het natuurschoon dikwijle
merkwaardig, in den tegenwoordigon slajj
willen behouden, waarmede tch zeer
ook een algemeen belang gediend v'or^
dat niet veronachtzaamd mag worden.
Voor de Contact-Commisie in*3*1
Natuurbescherming,
(w.g.) PROF. DR. TH. WEEVERS.
Voorzittf'
(w.g.) JAN G. SLOFF, Secre'3'*