EEN ZWIJGZAME GAST
VONK
EEN UITSTAPJE NAAR FLORENCE
HÖMOEOPATHISCHE MIDDELEN
LURCHR00M VONK
LUNCHROOM
Bittergarnituur
Vischcroutons
&1®6Ï
ZIEN LEZEN
EEN GLOBETROTTER DER
LUCHT
SENSATIE VAN OUDHEDEN
Niets nieuws onder
de zon
Fa. H. ELZENAAfê
Dr. MADAUS Co.
DRUPPELS f 0.60 POEDERS f 0.50
H. M. WATEIER—v. DIJK
Concertgebouw
„DE VALK"
(3b
R GROENHUIZEN
i' SCHATORjf 4
C. DE JAGER
HOEDEN
DROGISTERIJ „DE GAPER"
Ü1T DE LEVENDE N.4TÜÜR
door
W. J. EELSSEMA.
Ontdekken doed ik hem, toen ik dwars
door den gang liep cn door het raampje
boven de deur naar buiten koek.
Daardoor zag ik onzen zwijgzamen gaat.
Een feit dat anders misschien niet ge
beurd zou zijn, daar ik zoo spoedig moge
lijk op de fiets naar elders wilde vertrek
ken.
Dat vertrek moest nu eventjes uitgesteld
worden. Want do vogel, die daar zoo op
merkzaam zat, zag ik zeker niet alle da
gen en gelegenheid om hem zoo rustig te
ohserveeren kreeg ik nog minder.
Door het glas zag ik de vele kale takken
van den beuk voor ons huis en merkte ik
een langwerpig, bruin voorwerp op, dat bij
nadere beschouwing een uil bleek te zijn.
Hij zat mot den rug naar de deur ge
wend, zoodat ik niot terstond kon zien wat
het was Maar toon ik in de woonkamer
het gordijn terugsloeg cn weer keck, had
ik wel een vreugdesprong kunnen maken.
Want daar zat op nauwelijks tien meter
afstand van mij, een in mijn geboortestreek
zeldzaam voorkomende Ransuil of wel met
een zeer deftigen naam genoemd do Asio
otus.
Herkennen deed ik hem terstond aan de
parmantige kuifjes, ter weerszijden van
zijn kop, die door een van mijn huisgenoo-
tcn, die allen waren komen kijken, „duivel-
oortjos" genoemd worden.
Zooveel notitie wij echter van dezen uil
namen, zoo weinig notilio nam hij van ons.
Wij stonden met ons allen voor het raam,
maar geen enkele beweging kwam in het
dièr. Iets, dat de toeschouwers zeer ver
droot, zoodat cr maar besloten werd „hem
weg te jagen". Dan kwam er schijnbaar
•wat meer actie in het spel, dat nu op liet
doodo punt stond.
„Als dat nu beslist moet", verzocht ik,
„laat het mij dan even doen." Met alge-
meene stemmen werd mo dit toegestaan, en
ik naar buiten. De uil had me terstond in
de gaten. Hoe dichlor ik naderbij kwam,
hoe meer het kopje zich naar beneden
boog en de oogen, die buitengewoon goed
kunnen zion, me volgden.
Een sprookje is het, dat de uilen bij dag
licht weinig of niets zien. Vaak berust dit
op een vergissing. Verschillende uilen, o.a. do
steenud (Athene noctura) cn do ransuil
zien des daags uitstekend.
Het was een komisch gezicht, do dwaas-
ernstige uilenkop al moer en meer naar
beneden te zion buigen en elk van mijn
bewegingen „in de gaten" te zien houden.
Moeilijk is zijn pakje, ondanks al het
mooie te beschrijven: Do oogen waren
van een oranjokleur, do gezichtssluier daar
omheen zwart, donker en bruingeel, de'
borst licht, bleekgrijs met oranje, geva
rieerd door vlekken en dwarsbanden en de
rug roestkleurig met wit, ovenals do borst
bestrooid mot donkere vlekjos en banden,
terwijl de poolen roestgeel dons droegen.
Het koddigst aan 't beestje waren echter
'de beide oorpluimen, dio niet als poren
dienst doen (hoewel deze uiterst gevoe^ge
„irtstrumeuten" zich wol in do onmiddel
lijke nabijheid daarvan bevinden) en de
kop iets Mephlsto-achtigs gaven, koddig,
parmantig aandeden.
Een driftige tik aan het raam en een iets
je kribblgo stem: „Toe nou!" herinnerden
mo aan mijn plicht en hoewel ik het on
gaarne deed. kwam ik nog een paar pas
son nader cn maakte ik eenige vreemde,
sissende goluiden, om to zion, hoe het dier
daarop reageerde
Een paar voorbijgangers hoorden die ge
luiden ook, verklaarden me eerst voor
„stapel", maar zagen toen al gauw ook do
uil, verwonderden zich daarop weer, dat
ik zoo'n kabaal om *n „oelo" kon makon.
Intus9chen keek de uil en hield me
uiterst wantrouwig in do gaten. Al drei
gende en boozor werd zijn blik.
Tenslotte vond hij het welletjes en toen
ik nog een paar stappen naderdo, spreidde
hij zijn vleugels uit en zweofde geruisch
loos weg.
Met grooto stappen vanwege de glibber!
go modder der tuinpadon beende ik hem
achterna. Om de hoek vlug rondspeurend
merkte ik geen wegzwevenden vogel op,
zoodat ik tot de conclusie kwam, dat hij al
heel spoedig weer in oen boom neergestre
ken moest zijn.
Na eenig speuren was hij dan ook weldra
weer ondekt. Hoog in den lindenboom zat
hij, stijf tegen de stam gedrukt, bijna niet
te zien. Hij had mij echter, voor ik hem
terug zag, al lang in do gaten, vond mij
schijnbaar geen persoontje dat vertrouwen
inboezemde na onze eerste kennismaking,
want hij vloog al weer weg toen ik nog
maar op een vijf en twintig meter afstand
was genaderd.
Hij zweefde om het huis, een breedo laan
op cn was vcrdwrenen toen ik daar aan
kwam, spoorloos, zoodat ik hem niet meer
terug kon vinden.
Toch bleven onze kennismakingen niet
tot deze beperkt. Wel ging ik eerst naar
huis om thee te drinken, maar toen ik
klaar stond voor het vertrek, kon ik de ver
leiding niet weerstaan, om nog even te
kijken in de bossclien achter dc boerderij.
Langen tijd zocht ik en juist wilde ik
mijn pogingen opgeven, torn ik het uiltje,
eon groot exemplaar was het niet, terug
zag.
Iiai beot. mio sikkom (bijna) in de
neusc", zou men in het dorp gezegd hebben,
want hij zat bijna voor mo in do kalo bos-
schen van de laan.
Weer kwam bij mij do stellige overtui
ging, dat ons ransuiltje mij „al laank in
de kickqrd har". Hij zat me tenminste weer,
evenals, te voren, aan te staren op een
wijze, die me or duidelijk van overtuigde,
dat hij liever niet met mo te maken wilde
hebben. Mijn lust om naderbij te komen
kon ik echter niet weerstaan. I11 arrenmoe
de 6choof onze gast een paar centimeters
op, driftig cn ongedurig zijn klauwtjes be-
vy.egend- Hij vloog echter eerst weg, toen
ik nog oen paar stappen naderbij 'waagde
te komen.
In een wijden boog vloog hij oen vijf en
twintig meter verder weer do bosscnen in
cn kwam toen met zijn rug naar zijn ach
tervolger to zitten. Prachtig, dacht ik. Nu
kon ik hem zeker tot heel dichtbij naderen
en op mijn gemak bekijken. Hij zou me, nu
zijn rug naar mij gekeerd was, zeker niet
zoo heel gauw opmerken.
Jawel Mis poos Alsof ik daarvoor ook
maar een schijn van kahs had. Ik had
gerekend buiten zijn scherp gehoor. Plotse
ling draaide hij zijn kop ISO graden om.
zoodat het was, alsof zijn rug zijn borst
was. Hij keek mo aan met een houtaine
minachting, alsof hij wildo zeggen: „Wal
bon je toch een. vervelend stuk mensch, dat
jo me van dc ceno plaats naar de andere
jaagt,"
Hierna kwam zijn kop weer op do oude
plaats cn vloog onze uil weg, voor ik er
eigenlijk aan kon denken.
Evenmin den volgenden dag. Onze zwijg
zamo gast had hot ongastvrije oord, zooals
het bij ons was, schijnbaar verlaten, had
elders rust gezocht cn... mogelijk gevonden.
A. Rannah schrijft in zijn „Verloren
Hoeksken" in Het laatste Nieuws.
Zelf lezen „kan" plezant zijn op deze ver
lengde avonden. Zien lezen „is" plezant
De eepe houdt het boek ver van zich af.
als schrikt hij ervan, of dicht bij zijn neus
als zou hij in den band kruipen: of hij
houdt het boek plat, of scheef, of gaat er
bij liggen, of gaat er breed uit bij zitten,
of hij leunt achterover, of hij zet zijn bril
scherper of hij neemt een houding aan als
vertrok hij voor een verre reis.
Ge ziet er die hot bock heel voorzichtig
opendoen en het dan op de tweo bandon
dragen gelijk oen doos met diamanten of
gedenkenissen; ge ziet er die den band wa
ge wijd opentrekken, en dan nog binnenst
buiten kecren, gelijk we zouden moeten
kunnen doen met zeker heimelijk volk.
Er zijn cr dio naarstig olk woord spel
len en rapeiv-als hebbende nooit genoeg;
011 er zijn er die over do bladzijden rennen,
cn hier en daar toch iets opvangen, gelijk
die Amerikaansche toeristen in een vlie
gende toerauto welke sonis al eens stopt.
Zit cr een, dio regels merkt met zijn
potlood of ze overschrijft op oen stuksko
papier, dan heb ik lust om den titel te
vragen. Zit er een dip, terwijl hij leest,
op de tafel trommelt, of speelt met het tip
ie van zijn horstzakdoek, of zit daar een
lezeres intusschen haar krullen te verleg
gen, dan schommel ik tusschcn twijfel over
dc stomheid van het boek en twijfel over
die van die loest
Een zeer schoon schouwspel is het een te
zien lezen die rookt: het is alsof het book
zelf brandt en dampt! Nog schoonor: een
oude vrouw met een ouden bril op, hoe zij,
een boek lezend, schijnt te vorjongen of
hoe zij gewijde gepeinzen lezend, die stil
voor zich herhaalt.
Kijkt een lezer op, dan leest ge op zijn
gezicht wat hij leest in 't boek. 't Gezicht
is vlak: hij leest effen dingen, 't Gezicht
is bitter: hij leest dingen waarmee hij 't
niet eens is of al te eens moot zijn. 't Ge
zicht is vol kommer: hij is ontwaakt van
binnen, 't Gezicht is overtogen met droo-
men: hij komt uit eeu aardsch paradijs
terug. Gezichten van hemelbestormers, van
ongeloovige Thomasè'ch: ga dc rij maar zelf
langs.
Soms kijkt or een óp mot een breeden
lach, o! met een versteld gezicht.
Zien lezen is vol wijsheden. Dan is er
nog het kijken op de- manier waarop het
boek wordt gesloten. 'Of wordt opgeborgen,
ergens in den hoek Van vergeten tot in
der eeuwigheid, of in den hoek van: Tot
morgen.
Geef mij het boêk van dien die opkook
9n lachte....»
Liever, van dien dio opkeek met een ver
steld gezicht, dat aan 't peinzen ging.
door L. A. KIERAN.
De „Do X" wekt alleen op het booren
van haar naam reeds tal van gewaarwor
dingen op bij allen, die met de moderne
luchtvaart en haar pioniers meeleven.
Men denkt aan den sympathieken con
structeur van deze vliegboot, aan do
koortsachtige drukte in de werkplaatsen,
waar dc metalen vogel werd gevormd,
maar vooral aan reizen door drie wercld-
dcelen, waarbij tweemaal de Atlantische
Oceaan werd overgestoken. En nu is do
„Do X" 11a een afwezigheid van ruim tweo
jaar weer thuisgekomen In AJtenrhein, in
haar oude ba6is aan het Bodenmeer.
Do lange reizen van de „Do X" waren
bedoeld als een uiterste krachtproef om
de betrouwbaarheid van de vliegboot zoo
wel uit aeronautisch als uit nautisch oog
punt te bewijzen en niet in de laatste plaats
om daarmee aan te tooncn, dat Dr. Dornler
bet indertijd juiet heeft ingezien, toen hij
jaron geléden het plan opvatte om een
vliegboot van zulke enorme afmetingen te
bouwen. 4
Laten wij nog even de reisroute in onze
horinnering terugroepen. Na over Holland,
Engeland, Frankrijk, Spanje en Portugal
to zijn govlogcn, verbrandde er te Lissa
bon een vleugel van het vliegtuig. Hoe
groot ook de teleurstelling was, toen dit
ongeluk eon einde maakte aan de vlucht,
toch werden ook daardoor de kwaliteiten
van Dormer's constructie in het licht ge
steld, want de reparatie kon in zeer kor
ten tijd en met zeer primitieve middelen
tot stand worden gebracht.
De daarop volgende rois van Lissabon
via Las Palmas, Bolamo on Fernando No-
ronha naar Rio do Janeiro was een buiten
gewone prestatie, ten eerste omdat do
vliegboot absoluut niet was gebouwd met
de bedoeling om zoo grooton afstand als
de breedte van don Atllanti9chen Oceaan
zonder onderbreking af te Joggen en ton
tweede omdat het weer alles behalve gun
stig wa6. Bovendien behoefde men in Zuid-
Amerika niet lang te wachten, doch was
dadelijk in 6taat om verder te reizen. Nu
volgde do interessante vlucht van Rio de
Janeiro naar New-York, langs de Oostkust
van Zuid-Amerika cn over de West-Indi
sche eilanden naar Florida en vandaar
verder langs de kust Eerst In New-York
volgde een meer langdurig oponthoud,
waarbij de Amerikaansche firma, die de
12 Curtus-Conqucror-raotorcn had gele
verd, deze nauwkeurig kon laten nazien
Op 22 Mei van dit jaar vloog de „Do X"
terug naar Europa, ditmaal over het Noor
delijk deel van den Atlantischcn Oceaan,
een voel moeilijker reis, dio vla Now-
Foundland, do Azorcn, Vigo cn Calshot
werd gemaakt en op 24, Mei op het Müg-
gelmeer werd beëindigd. De snelheid,
waarmee deze -reis ten einde werd ge
bracht, is een schitterend bewijs tegen het
wantrouwen, dat de .eerste transatlanti
sche reis niet had kunnen wegnemen, lm-
jjoer:?, do brand te Lissabon on. het daar
door veroorzaakte uitstel hadden ten ge
volge, dat men op een veel ongunstiger
tijd van het jaar do belangrijke reis moest
ondernemen.
Na een uitgebreide reis door Duitsch-
ïand (van Oost naar West langs de Oost
en Noordzeekust en van Noord naar Zuid
langs den Rijn), govolgd door een bezoek
aan Zürich met interessante vliegdemon-
traties, keerde de „Do X" toen terug naar
net op Zwitscrsch grondgebied liggende
Altenrhcin.
BRIEVEN UIT ROME
Herinneringen aan Pandolfini,
een dapper man uil 13S0
Hoe meer we in Rome rondloopen, des te
minder vinden we er de oude stad in terug,
wanneer we de morsige, ongezonde en dicht
bevolkte wijk van Trastevere uitzonderen,
waar de huizen nog als een kudde angstige
schapen tegen elkaar gedrongen staan. Uit
alle raampjes hangen hier gewasscben klee-
dmgstukken en honderden kinderen krioe
len in de straten en besmeuren do stoepen
der donkere woningen. Maar Trastevere,
waar van geslacht tot geslacht de Romeinen
zich voortplantten, zal nog wel lang, zooals
eon paria die voor de poort van een rijke
mans-woning ligt, zijn zelfde karakter be
houden; hij is er niemand in den weg!
Dat bet fascistische Rome zijn grenzen ge
weldig uitzet en binnen de oude muren al
meer de imperiale Urbs uitgegraven en ge
reconstrueerd wordt, is een natuurlijk ge
volg van den veranderden tijdgeest. Een
stad groeit evenals een organisme, en het
Fascisme zou niet zoo autoritair zijn opge
treden en zoo sterk zijn geworden als zijn
ontwikkeling niet in dit land cn in dezen
zoo gecompliceerden tijd, een levensvoor
waarde was geweest Even zeker als een
man als Mussolini hier ten tooneele moest
verschijnen, even zeker mocht een profeti
sche geest voorspellen dat nu aan Italië de
beurt was om een eerste viool to gaan spe
len in het Europocscho concert„Chacun
son tour".
Het was onder die omstandigheden on
denkbaar dat Rome, het brandpunt van de
nieuwe regeering, niet een geheel ander
aspect kreeg en in de gemoderniseerde en
verbreede straten zien we niet veel anders
dan auto-bussen, taxi's cn zwarthemden van
allen leeftijd.
Wanneer we nu oen3 oen wippertje naar
Florence maken, dat toch maar weinige
uren sporens van hior ligt, dan hebben we
de sensatie in een museum van oudheden
verplaatst te zijn, in een milieu zooals er
wel eens een op een wereldtentoonstelling
overeind wordt gezet. Wat onderscheppen
die oud© paleizen een licht! Wat zijn die
straatjes eng. Hoe konden de menschen
leven in zoo'n bedompte atmosfeer! Of krij
gen we misschien juist onze aandoeningen
door de groote tegenstellingen? Zijn we
hier niet in het Floronce van Dante, die
hier leefde toen de heftigste burgeroorlogen
de Florentijnen onderling verscheurden, en
heeft Rome niet de heorlijkste schatten, die
het bezit, te danken aan de groote zoncu
der Arnostad: Bramante, Rafael, Michelan
gelo? v
In Florence worden we onverwacht terug
gevoerd in de middeleeuwen èn in de Re
naissance. Om de werken der groote mees
ters te bewonderen behoeven we niet een
reis te ondernemen zooals hier naar de Stad
van het Vatikaan; kunst ligt hier overal
voor het grijpen, in elke kerk vinden we
een mooie herinnering aan een leven, dat
zoover achter ons ligt.
„En toch zijn in den grond de menschen
niet veranderd, alleen dc maatschappij",
zeide eon vriend met wien ik hier rondliep
„We zullen wat uit gaan rusten en dan
moet ge eens een oog slaan in oen oud
hoekje, dat ik gisteren in de bibliotheek on
der het stof vond en dat me zeer vermaakte.
Het is geschreven door Pandolfini, die in
1380 geboren werd in deze stad, waar hij eeu
voorname positie in de Republiek bekleed
de; door zijn tijdgenooten wordt hij gepre
zen om zijn dapperheid en milddadigheid.
Die Pandolfini vertelt aan zijn zonen, hoe
hij hun moedor tot een ideale huisvrouw en
echtgenoote vormde; bij hot kiezon van een
levensgezellin kunnen zij hun nut doen met
zijn raadgevingen.
Toen ik eenige dagen getrouwd was, al
dus schrijft onze 14e-eeu\vcr, en merkte dal
mijn vrouw zich op haar gemak begon te
voelen en plezier kreeg in haar huis, nam
ik haar bij de hand en liet haar alles zien-
de zolder voor het graan, do kelder voor
wijn en hout on andere plaatsen waar voor
raden bewaard worden. Daarna bracht tk
haar naar rniin kamer; en toonde baar alles
wat ik van waarde had: gobelins, mooie
kleeren, juweelen, souvenirs en kleinodiën,
maar mijn boeken en papieren liet ik niet
zien, die moeten heilige grond voor een man
zijn- De vrouw moét zich niet met zijn
zaken bemoeien; haar nieuwsgierigheid
moet zij op haar eigen terrein bevredigen
cn vooral moet zij geeri belangstelling too-
non voor de mannen, met wie de echtge
noot omgaat; dit moet ge vooral uw vrouw
inscherpen. Ik was overtuigd, vervolgt
Pandolfini, dat zij een gehoorzamo vrouw-
zou zijn, omdat zij leerde gehoorzamen aan
haar ouders. Ik zei aan uw moeder, dat wij
samen moesten waken over have en goed,
dat God ons in rijke mate toevertrouwde:
dat we elkaar moesten bijstaan om het te
bewaren en te vermeerderen voor eigen ge
bruik cn dat onzer kind oren en wij beloof
den elkaar te zullen waarschuwen als een
van ons beide in zijn plicht te kort schoot
Toen knielden we saiïien neer voor een
beeld van Onze Lieve Vrouwe cn wij baden
God, dat Hij ons de genade mocht geven
om de goederen, waarmede Hij ons begiftig
de, goed te behccren, dat wij lang cn een
drachtig samen mochten leven en een rijke
kinderzegen ons huwelijk mocht kronen.
Voor mijzelf vroeg ik eer, rijkdom en goedo
vrienden, voor mijn vrouw zedigheid, on
kreukbaarheid en de gave om een goede
huisvrouw te worden. Opstaande zeide ik
nog tot uw moeder, dat het niet genoeg is
God te bidden, maar dat wij onze besto
krachten moeten inspannen om datgene te
verkrijgen, waarom ivo gebeden hebben; ik
zou alles doen om voor ons levensonderhoud
te zorgen en zij moest streven naar alle
deugden, die een goede vrouw en moeder
van baar maken, vooral naar deugd en
zedigheid, want een zedige vrouw is een
sieraad voor het gezin, zij is de schoonste
gift, die een moeder haar dochters kan mee
geven.
„En lees nu nog eens deze bladzij", zei
mijn vriend en legde een ander gedeelte
van het oude boekje voor me open, waar
Pandolfini beweert, dat de schoonheid van
een vrouw verloren gaat, als zij zich blanket
of schildert, en hoe verkeerd het is de aan
ducht der mannen door deze onnatuurlijke
handelwijze op zich te vestigen. Bovendien,
zegt hij, zijn opgemaakte vrouwen oud voor
haar tijd; door zich zoo toe te takelen ver
liezen zij de frischheid van teint en haar
natuurlijke schoonhoid. Om uw moeder mijn
bedoeling toe te lichten zoido ik:
„In de kerk naast ons huis staat een zil
veren beeldje, hoofd, hals en handen zijn
van vlekkeloos ivoor cn glanzend rein staat
het boven het Tabernakel, 't Is mogelijk dat,
als we dat beeldje dagelijks zouden be
poeieren het nog witter zou worden, maar
0ls wo het dan een plaats goven waar het
stoffig werd, dan zou dat laagje toch telkens
vuil worden. Daarvan was ook mijn vrouw
overtuigd en ik vroeg haar of zij gelooft dat
het beeldje in waarde zou toenemen door
dio bewerking met toiletpoeder? Met een
blosje ontkende zij. Zou het er mooier op
worden als het maanden achtereen 's mor
gens onder do poeder werd gezet en
's avonds weer iverd afgewasschen? Zij ge
looft dat niet En als zoo'n kunstmatige be
handeling niet geheel onschadelijk is voor
ivoor, hoe noodlottig zal dan het poeieren
en schilderen zijn voor het teere voorhoofd
en de wangen eener jonge vrouw."
Toen er op het feest van St Jan gasten
bij ons waren, had mijn vrouw zich extra-
mooi willen maken en zij vergreep zich aau
de poeierdoos. Ik zeide natuurlijk niets in
het bijzijn van andoren, want ge moet nooit
vergeten dat we bij vrouwen niets door bitse
woorden bereiken; die zijn goed om bedien
den aan hun plicht te herinneren; bij het
schoone geslacht moeten we met zachtheid
te werk gaan. Toen ik dien avond alleen
met haar was, vroeg ik haar of zij in de
keuken tegen een pan was aangeloopen,
omdat zij er zoo onsmakelijk uitzag, en toen
ze begon te schreien, liet ik haar hot blan
ketsel afwasschen met haar tranen: nooit
maakte zij zich meer op, dat verzeker
ik u
Nog vele dagen genoot ik van de kunst
in Florence on teruggekeerd in Rome
ademde ik daar toch veel ruimer; er was
meer zon en minder slof: ginds leefden we
in de stad van Dante en de Mcdicis; hier in
een sterkbeivogen moderne wereld maar
mijn vriend had gelijk: do menschen ver
anderen maar weinig, al zijn ze minder
schilderachtig gekleed! Voel vrouwen ko
men we tegen die we met Pandolfini zou
den willen vragen of ze in de keukon tegen
een pan aanliepen, omdat ze er zoo bijzon
der onsmakelijk uitzien! Want in den loop
der eeuwen stroomt er veel water zoo dooi
den Arno als den Tiber, de gehouwen die er
zich In spiegelen krijgen geleidelijk een an
der aspect en veel haren kan de vos, die
mensch heet, verliezen maar zijn streken
nooit.
ETHA FLES.
DUPLICATORS
HANDCYCLOSTYLES
Speciaal adres voor Amersfoort
Langestraat 84 Telefoon 528
fleschjes a 10 gr.
DROGISTERIJ.
Apoth. Aas.
Hendr. v. Vlandenstr. 30. TeL 1313.
Ouderwetsche
WATERSOEZEN
SNEEUWBALLEN
APPELBEIGNETS enz.
Telefoon 231
Groote sn kleine zalen
disponibel
voor feesten, partijen enz.
1SW5^
BANKETBAKKER EN KOI^
©-"^.AMERSFOORT.
Speciaal adres voor
FIJNERE PATISSERIE
LANGESTRAAT IS
ONTVANGEN DE
NIEUWE COLLECTIE
DAMESKAPSALON
Tel, 435
Utrechtschewog 77
Vakkundige en
aangename bediening
JULIANAPLEIN 4. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voon-aad:
Deveo-Occulta Spatader- en Steun-
kousen zonder gummi en
Lasticflor elastieken kousen met
gummi. Pracht kousen, welke aan
ai;a verwachtingen voldoen per paar
18.75.
TELEFOON 910
LANGESTRAAT 56