RADIO-NIEUWS HAAR-BEHANDELING Afwisseling na inspannenden arbeid VRIJHEID! DE ROLLEN VER WISSELD Den allereorsten koer, dat hij uitgebro ken was, hoe, is ons altijd een raadsel gebleven kwam broer geheel terneer geslagen in de huiskamer Zijn zwaar ste konijn was weg en bij zou hem hoogst waarschijnlijk wel niet meer terugzien Hoewel dit later nog al een beetje pessi mistisch gedacht bleek, waren wij allen van dezelfde meoning Want welke groote gevaren moest een losloopend ko nijn niet doorstaan Als een hond hem in de gaten kreeg! Dat waren de gedachten, zoodat broer weinig troost werd gegeven Even wel in strijd met die gedachten gingon we zoeken Misschien dat Mummelman werd gevondon. Jawel Nadat overal gezocht was, in den bloemen- en in den groententuin, ach ter elk boscbje, elk struikje, werd de vluchteling gevonden in een droge sloot achter het huis,, waar hij rustig zat te knabbelon aan de frissche bladeron van een boog-opgeschoten, bloeiend pijpokruid. Met zijn rust was bet natuurlijk terstond gedaan. Maar eerst na heel wat gejaag, kregen we den ondeugd onder een houten slede, vanwaar hij verdreven werd, pardoes in de armen van zijn overgclukkigen heer en meester. Een afstraffing, die de oudere monscben, tot bet geringste trachten te boperken, maar die zonder twijfel vordiend was, volg de, en daarop nog meer ontvluchtin gen, nog moer jaagparttjen on als gevolg daarvan nog meer opsluitingen. Het was en is ons allen nog een raadsel, hoe het dier uit zijn hok ontsnapt HU is uit het groote hok gekomen, omdat daar een moeder mot acht jongen kwam huizen, en zag zich als tijdelijk verblijf oen leeg vat met er bovenop oen bouwvallig In-el- kaar- getimmerd hekwerk aangewezen. Na zijn eerste ontsnappingen lag het hek werk naast het vat gesmeten, verwonder den we ons erover, dat eon konijn zooveel kracht had, om zoo iets klaar te spelen. Doch toen het, nadat we het hekwerk ver zwaarden met stukkon ijzer °n andere bal last, weer gebeurde, begrepen we, dat onze vluchteling op de een of andere manier hulp moest hebben Dat kon niet an ders, dat was zoo zeker als oen paal boven water. Als we dezen keer het konijn weer ge vangen en opgesloten hebben, moet de knoop nu maar doorgehakt worden- en ik besluit te onderzoeken, boe dit alles in zijn werk gaat. Een observatiepost is spoedig gevonden. Het vat staat boven in de schuur, zoodat ik vanaf de zolder alles goed kan opnemen. Zoo goed en zoo kwaad het gaat, maak ik het me daar gemakkelijk, hoewel het een beetje stoffig is cn wacht dan Een half uur gaat voorbij Een uur Mummelman, nog altijd gevangen, houdt zich volmaakt rustig zooals te zien vait door de houten tralies Juist als ik verdiept dreig te raken in oen meegebracht bock, schrik ik op door de blaf van een hond en, zie ik Mummel man onrustig worden Moeten deze twee feiten gecombineerd worden Ja? Door de open schuurdeur komt Nimrod, do jachthond, binnen. Zonder aarzelen, hij weet, wat hij moet doen loopt deze boosdoener naar het vat, waar Mummel man gevangen zit. Het beeft er allen schijn van, dat Mum melman Nimrod verwacht Hij is tenminste dol van vreugde, en als Nimrod zijn snuit tegen het hekwerk drukt, doet Mummel man het ook Mummelman en Nim rod zijn schijDbaar groote vrienden. Iets, dat Nimrod trouwens toont Voor het te verhinderen is worden do stukken ijzer niet do snuit van bet hekwerk eeduwd. Hot kost nogal ocnige moeite, maar het gelukt Dan volgt hot hekwerk ook. Mot één sprong is Mummelman uit het vat, nog 'n paar sprongen cn hij rolt als het ware in de sloot, waaruit we hem straks wol weer moeten verjagon, om hem to kunnen vangon en weer op te sluiton. Rustig ziet Nimrod hem verdwijnen, schudt dan even meewarig do kop, als wilde hij te kennen geven, dat ondank 's werelds loon is Zoo zonder een be dankje weg te gaan! 't Was je wat te zeg gen! Goedig, mot een neerhangende kop, wil hij de schuurdeur uitgaan, als mijn bestraffend: „Nimrod!" hem doet op kijken. Even begint hij te kwispelstaarten, maar dan gaat hij vlug in een deemoedige houding de deur uit Als een beknord kind, dat wel weet, dat bet stout was en straf verdient Dien middag beb Ik broer beloofd te hel pen, eon nieuw bok voor Mummelman te timmeren. Het is er een gewordon, waaruit bij niet weer ontsnappen kan. H.t getij verloopt New-York. De beroemde Amerlkaonscbe cineast D. W. Griffith heeft besloten do film vaarwel te reggen en zich voortaan geheel aan don omroep te wijden. Groote belangstelling voor den omroop. Shanghai. In do buitcnlandscho concessies van Shanghai bovlnden zich niet raindor dan 25.000 luisteraars. Een Joego-SIavlscho relaiszonder? Belgrado. De Jo'go-Slavische lulstoraars verlangen, dat do thans ongebruikt staando militaire zender te Sorajowo wordt gebruikt als rolaiszender voor radioprogramma's. De radio vordrlngt de 111m. New-York. De radio-artisten zijn ln Amerika zoo po pulair, dat mon er zelfs met vce' succes een serie levensbeschrijvingen van radio- sterron uitzendt Een weinig effectieve maatregel. Partje. De beroemde violist Fritz Krelsler weigort voor den microfoon op to treden, zoolang hij zich de bijzondere techniek, welke daar toe naar zijn meening wordt vereischk niet heeft eigen gemaakt Doch wat geeft dat, als de luisteraars al geregeld kunnen hooren op gramofoonplaten? Drijvende zenders. «ome. Behalve drijvende kasteelen zullen de groote Italiaansche transatlantische stoo- mers nu ook drijvende zenders worden. Ze krijgen krachtiger zenders dan die, welke voor schepen gebruikelijk zijn, en zullen daarmee de concerten aan boord uitzen den, opdat mon daarvan ook kan profitee- ren aan boord van kleine schepen. DE DOKTER AAN HET WOORD Reeds lang sta ik in de schuld bij een lezeres, die mij uitnoodigde, eens een brief aan het „permanenten" te wijden. Een van de redenen, waardoor ik tot dus ver verzuimde, aan dat verzoek te voldoen, was zeker wel de vrees, dat ik mij daar mede zou begeven op het uiterst gevaar lijke en glibberige terrein der damesmode, waarop een nuchter mannelijk wezen kwa lijk iets goeds kan doen. Maar er is geen feitelijk bozwaar om meer in het algemeen iets te zeggen over den menschelijken baar dos. Wij noemen den mensch een bebaard wezen. Al klinkt 't ietwat eupheraistiscta, toch is het zoo, en alleen de handpalmen en voetzolen zijn haarvrij. De verdeellng over de geheele huid is evenwel zeer on regelmatig. Wij kunnen ons derhalve be perken tot bet behaarde hoofd, waar de haren het overvloedigst zijn (iemand heeft eens berekend 80000) en zulljjn ons ook niet bezig houden met de vtle haren in het ge laat van den man. De haren zijn in de huid ingeplant en ontspruiten op do haarpapll, van waaruit de voeding geschiedt. Het onderste deel van het haar, dat door de huid verloopt, is omgeven door een koker, de haarscheede genoemd en in die schcede mondt de uit- voerbuis van de talkkller uit, welke elk haar vergezelt. Door die talkklier wordt het buidsmeer afgescheiden, waardoor de huid in meerdere of mindere mate vettig wordt gehouden. Voor de vochtigheid zorgen de nimmer ontbrekende zweetklieren. Dat al les bij elkaar, baar, papil, scheede, talk en zweetklier, bloedvaten en zenuw vormt een soort eenheid, met haarkwabje. Niet alle kwabjes zijn gelijk. In do jeugd vin den wij de vlasharen, die minder diep zijn ingeplant en een wijderen uitvoergang heb ben. Dit verklaart waarom juist op jeugdi gen leeftijd meer haarziekten voorkomen. Elke haar is buisvormig. In het centrum verloopt bet merg, dat de kleurstof bevat Met die kleurstof is het merkwaardig ge steld. Men kan de vraag stellen of het haar leeft of een dood aanhangsel Is. Levenstee- kencn worden er niet aan waargenomen. Van afknippen gevoelt men niets. Hoo komt het dan, dat iemands haar van donker in één nacht spierwit kan worden? Dit is toch, zij het ook niet vaak, zonder twijfel waar genomen. De doorsnee van een baar is van bolrond tot ovaal. Hoe meer ovaal, des te meer neiging om te krullen. De geregelde haargroei bedraagt bijna 1 centimeter per maand. Omtrent de hygiëne van bet bebaarde hoofd hebben niet steeds dezelfde opvat tingen geheerscht Vader Cats dichtte: Wasch Je handen, wasch Je tanden, Doe het dikwijls, doe het goed, Maar wasch zelden uwen voet» En, wat immer u geschiedt, Wasch Je hoofd je leven niet! Zoo wordt er tegenwoordig niet meer over gedacht. Een andere vraag is, of bet nu soms ook te vaak geschiedt. Vaste regels zijn moeilijk te stellen. Er zijn toch groote individueele verschillen. Het eene hoofd vertoont een zoo groote afscheiding van buidsmeer, dat het hoofd en alle haren voortdurend vet zijn; een ander hoofd is zóó droog, dat de opperhuid gaat afschilfe ren en de haren bezaaid zijn met schub betjes, meestal gepaard met heftig jeuken Het ligt voor de hand dat in het eerste ge val eenvoudig wasschen voldoende zal zijn. Spoedig komt van zelf wel weer de noodige vettigheid op de huid. In het tweede geval zal het gewenscht zijn om het tekort aan vet kunstmatig aan Ie vullen. Maar in beide gevallen zullen wij toch beginnen met de haren goed te reinigen, wat dus meteen beteekent: ze berooven van het aanklevende vet. Dat gelukt met gewone zeep niet gemakkelijk. Beter gaat het als eenig alcali aan de zeep wordt toege voegd, zooals soda of ammoniak. In de meeste shampoo-vloeistoffen bevindt zich ook alcali, maar nu krijgen wij het be zwaar, dat alcali voor het haar zelf lang geen onverschillige zelfstandigheid is. Op den duur wordt haar door alcali op gelost. Dat gaat niet zoo maar in eens, maar er vertooncn zich op eenigen afstand van het uiteinde kleine knopjes en het einde zelf begint er uitgerafeld uit te zien. zoo iet3 als een penseeltje. Op de plaats van die knop jes zal het haar weldra afbreken en de on juiste indruk ontstaat, dat het haar niet meer groeien wil. Het is dus geraden, maat te houden. Er zijn dames, die het alcali heel slecht verdragen. Er volgt dadelijk een branderig gevoel en na een paar dagen be gint de huid af to schilferen. Door te veel of te herhaaldelijk gebruik van alcali breekt niet alleen het haar af, maar het gaat tevens verkleuren en men is geneigd de oorzaak, die feitelijk voor de hand ligt, elders te zoeken. Door een bekend huidarts is de vergelij king gemaakt met alcoholische dranken. Een enkele borrel, zelfs een enkele dron kenschap kan voorbijgaan tonder sporen uenter te laten. Maar het geregeld gebruik van drank brengt blijvende veranderingen teweeg, zooals de veranderde huidkleur, met name van den neus. lichte trillende be wegingen enz. Zoo kunnen ook de haren yeraDderen, zonder dat men de oorzaak Vermoedt. Er wordt dan wel eens gedacht tfat de haren ziek zijn. Dien toestand kan pen voorkomen door zuiver, liefst regen water te gebruiken met zeep, die gcon of zeer weinig alcali bevat. De meeste sham poos deugen in dit opzicht ook niet. Vertoo rnen de haren reeds veel knobbeltjes en {splijtingen, dan wordt een aftreksel van Pa- £araahout aangeraden, in vergevorderde ge nvallen geklopt met bet dooier van twee gieren. Na het wasschen kan men de haren (drogen met een niet al te heele Föhn of ^oor opstrijken met een warm strijkijzer tusschen twee handdoeken, i Dat de haren niet tegen te hooge warmte graden bestand zijn, blijkt ook uit het fri- zeeren en onduleeren. Als de tang daarbij warmer is dan bijv. 65 gr., dan vindt men de haren, welke daaraan blootgesteld zijn, evenzoo korter door afbreken en de ge noemde knobbeltjes in de nog aanwezige haren. Erger nog is het zoogen. permanen ten, waarbij het haar, stijf opgerold, een tijd lang In een verwarmde oplossing wordt gebracht, hetzij door electrlciteit, hetzij door water mpt ongebluschto kalk. Het minst bestand tegen deze procedure zijn de fijne haren en die, welke vroeger geverfd of gebleekt met waterstofsuperoxyd waren. Deze staan dus op één iijn met de haren, waarop langen tijd shampoo's met een te hoog alcaligehalte zijn toegepast. Een na- wassching met vinaigre kan wel iets hel pen, maar is toch nooit afdoende. Ten slotte nog een woord over het verven van haar. Men zou kunnen onderscheiden tusschen ontkleurings- en werkelijke kleur- middelen. Over de ontkleuring, waarvoor meestal waterstof-superoxyd gebruikt wordt, is reeds iets gezegd. De toegepaste kleur- middelen zijn van plantaardigen oorsprong of bepaalde chemische verbindingen. Het meest bekende product van de eerste soort is de henna, welke in twee soorten, de gele on de groene bonna, voorkomt Beide soor ten worden ook wel met elkaar of met nog andere stoffen gemengd, gebruikt Henna is een onschuldige kleurstof, maar schijnt zeer lastig in de behandeling te zijn. En de bijvoegsels nemen maar al te vaak de on schadelijkheid weg. De metaalverbindin gen, welke veelvudlg gebruikt worden, zijn lang niet altijd onschadelijk en daarom is, bijv. voor het bekende „para" de grootste voorzichtigheid aan te bevelen. Over de motieven, die tot het verven van het haar aanleiding geven, zal ik hier geen uitvoerige beschouwingen houden. Mis schien zal een enkelen keer een afdoende sociale indicatie aanwezig zijn. maar in verreweg de meeste gevallen kan men vei lig beweren, dat het verven overbodig is en in elk geval niet in staat is om de gevaren, daaraan verbonden, te rechtvaardigen. In dit opzicht is het in den regel oneindig veel oeter, zich aan de natuur te houden. H. A. S. DE VROUW EN HA Alt HUIS De vrije oxen van de werkende vrouw. Na een dag van ingespannen arbeid valt liet menige werkende vrouw zwaar ook in de vrije avonduren nog voor ccn berg kapotte kousen of het naaien van een Ja pon te moeten zorgen. Zuinigheid is geboden en het werk bui tenshuis geven om het te „laten" verrich ten is niet altijd mogelijk. Toch kan de werkende vrouw zeer ze ker nog veel van haar vrije avonduron ma ken, indien zij maar zorgt voor een goede indecling van den tijd, die haar na vol brachten arbeid rest Men moet voor oogen houden, dat men twee dingen bereiken moet, die beido noo- dig zijn, n.l. ontspanning en verdere ont wikkeling, wil men niet in do tredmolen van het alledaag9che sleurleven ten onder gaan. Bedenkt men dit cn richt men zijn tijd hiernaar in, dan heeft men nog tijd ge noeg voor minder aangenaam werk. De ontspanning, welke een werkende vrouw noodig heeft zal echter verschillen naar gelang don aard van het werk, dat zij overdag verricht. Typisten die den geheelen dag op de schrijfmachine werken, zullen behoefte hebben aan beweging, na afloop van hun werk naar huis loopen of fietsen en doen goed zich bij een gymnastiekclub aan te sluiten, opdat zij haar spieren gelegenheid geven zich te ontwikkelen. De winkeljuffrouw, die den geheelen dag staat of heen en weer loopt daarentegen, zal behoefte hebben aan rust en zal na haar thuiskomst een uurtje languit op een divan of desnoods op bed gaan liggen, opdat haar moede lichaam tot rust kan komen. Geen nood dat deze rusttijd verloren is, want zij zullen zich daarna veel meor opgeknapt voelen en lust hebben een of ander werk ter hand te nemen. Vrouwen, die geestelijk werk verrichten, moeten zich voornemen, geen zware lectuur ter hand te nemen, ook geen inspannende concerten bijwonen, geen musea bezoeken enz., ai deze genoegens moeten wachten tot de vacantietijd daar is. Zij zal alles moe ten vermijden wat haar onnoodig inspant, slechts lichte sport doen en geen inspan nende wandelingen maken. Is op deze wijze aan de eischen, die het lichaam stelt, voldaan, dan zal men de avonduren, die resten, zeker op aangena me wijze kunnen doorbrengen en nieuwe lust tot werken vergaren. Vele werkende meisjes, die het werk, dat zij verrichten, doen, omdat zij dit of dat beroep gekozen hebben, maar in haar hart huishoudelijk zijn aangelegd, zullen dan na haar rusttijd gelegenheid hebben om avond cursussen op huishoudelijk gebied te vol gen, leeren koken enz. hetgeen haar ont spanning geeft, doordat hare gedachten in andere banen geleid worden, niet alleen door het andere werk, dat zij verrichten, maar tevens door de nieuwe connecties, die zij aanknoopen. De volksuniversiteiten gevon weer een ander deel der werkende vrouwen gelegen heid zich te ontwikkelen op geestelijk ge bied, terwijl handels- en avondcursussen de kennis bijbrengen op het gebied van ad ministratie en meerdere talen. Bijna iedere werkende vrouw voelt zich tot een of ander aangetrokken, waarmede zij een of meerdere vrije avonden kan vul len en zal daarna zeker met meer genoegen eens een avond thuis zijn om dan kleine plichten te vervullen, die even noodig zijn als ontspanning. UIT DE LEVENDE NATUUR door W. J. EELSSEMA. Het gebeurde dezen zomer, maar nog Is de herinnering scherp en helder, als was het pas voorgevallen Achter mijn schrijftafel, ln een hoek tus schen twee vensters geplaatst, zit lk rus tig te werken. Hoewel bulten de zon ln al haar pracht, al haar gouden schijn lokt, om do pen toch terzijde te leggen en (e dwalen door de hooge graon-begrocide velden Vandaag is het echter werken. We kun nen niet altijd doen, wat we graag zouden willen Maar het is, alsof het zonno- tje die afwerende gedachten kent, mo daarom nog meer wil plagen. Zo werpt haar heldor licht en baar warmte door de bloeiende accacla-boom op het blad papier voor me, over mijn handen en mijn hoofd. En doet zulk eon sterk verlangen In me ontwaken, dat ik tenslotte toch heel eventjes toegooi, door op te kijken en den tuiin ln te droomen. Het allereersto dat ik zie, wekt echter mijn ergernis. Daar bulten op het gras veld. parmantig, alsof hU daar hoorde, rustig en tevreden zit weer ons haaskleu- rig konijn te mummelen Gelukkig duurt mijn ergernis slechts een kort oogenblik, dan heeft do humor van het geval me reeds te pakken. Want hoewel Mummelman daar zoo manhaftig mogelijk zit, is htj er intusschon wel terdege van overtuigd, dat hij iets kwaads doet of tenminste iets dat niet mag. Zijn snuitje maait de grassprietjes wel fijn met iets van oen hatV.alno minach ting, in die beweging, als wildo hij zog gen: „Wat trek ik mo van de wareld aan?" maar zijn lange flapoorcn, waarvan er één recht omhoog staat en het andere oor naa benedon wijst, een gebrek, dat mijn broertje, konijnenkenner als hij is, nog al ergenis goeft -— zijn gespitst, om elk oogenblik een dreigond teeken-van-go- vaar op te vangen. En de lange achter- pooten kunnen hem onmiddellijk, als dat toeken komt, heinde en verre brengen. Ook weet hij wel, van welke kant het gevaar moet komen. Want zijn groote oogen hebben steeds maar do huiskant in de gaten Hoor, daar klapt binnen een deur, en zie, nauwelijks is het geluld hoorbaar, of Mummelman bemerkt bet Hij gaat op zijn aebtersto pooton staan, beide ooren worden opgericht, en de fijne kop, een cn al aandacht, kijkt naar het huis. Voetstappen klinken door de blauwe to- gelgang, reppen zich naar do buitondeur cn Mummelman, die «eet, dat dat niets goeds voor hora beteekent, laat zich op zijn voorpootjes, die zoo komisch over zijn borstje hingen, vallon. Éen paar koddige sprongen, als van eon vormakciljko dik zak, volgen cn meteen is hot konijn onder de neerhangende takken van een groot vlierboschje verdwenen. Nog oventjes zie ik hem terstond daarop als een snelle schim, dan schuilt hij weg ln oen perk heesters. Als broer, die de lagere school nog be zoekt, straks tbuiskomt, zal bet weer c-en reuze jacht-partlj worden. Evenals de vo rige kueren. Deze Mummelman maakt nog al eens een ongeoorloofd uitstapje, vindt daarin schijn baar groot behagen, ondanks het feit, dat h(J toch iederen koer weer gepakt wordt. VERHAAL VAN DE WEEK door FLORENCE EEKHOUT. „Goedenavond, ziet men je eindolijk weer eens verschijnen?" Het was dezelfde spcelsche toon. het zelfde lokkende glimlachje. Alleen do oogen leken een andere uitdrukking te heb ben, dan destijdsof was d.it slechts verbeelding? „Hoe bevalt je het stuk? Niet bijzonder, wel?" „Och ik ben hier gokomen om me te amuseeren en dus amuseer ik me." „Ben je in zoo'n goede stemming?" „Als men twee jaren over een boek ge werkt heeft en weet, dat hot nu binnen kort verschijnen zal, geeft dat een behagc- ltjk gevoel, oen kleine roes." Ze liepen al pratend heen en weer in de gangen van het theater. Hun toon was luchtig. „Wel gefeliciteerd. Je hebt trouwens véél gewerkt in de laatste Jaren. Je bent een heele beroemdheid geworden." „Ben je niet in gezelschap?" vroeg hij- „O jain een groot gezelschap zelfs. Daarom kunnen ze mo best even missen. En jij?" „Ik ben alleen. Eigenlijk had ik geen plan om vanavond uit te gaan, maar zou tegen acht uur voelde ik mo ongeduldig worden en had lust, menschen te zien, licht bewegingWillen we niet in de foyer gaan en wat gebruiken?" Vreemd, dacht hij onder het praten, zoo rustig voelde bij zich. Hoe snel en hoe vol komen brandde zoo'n vlam toch int! Wie had dat kunnen vermoeden, twee jaar ge leden! Dan zou hij zich die heele zaak niet zoo belachelijk hebben aangetrokken. Waarschijnlijk zou hij dan ook niet zoo dwaas zijn geweest, haar ten huwelijk te vragen. Zou het nu even volkomen uit zijn geweest, als zc getrouwd waren destijds. Het ideemet haar getrouwd te zijnHot had kunnen zijnNeen, eigenlijk had hij geluk gehad, dat ze weiger de. Destijds arm, beginnend auteur, had htj geen kans gehad bij dit meisje van goede familie, dat een betere partij kon maken. Hoe heette ook weer die vent, waar hij destijds zoo idioot jaloersch op was ge weest? Nü, bekend geworden door het suc ces van een roman, door artikels en schet sen, was hij een ander in haar oogen natuurlijk! Wel, zij was ook een andere in zijn oogen. Een knap meisje, zeker maar. maar, er bestonden mooiere.... Hij kénde er, die hij op het oogenblik liever naast zich zou hebben! En dit was zijn „groote liefde geweest.die hem zoo ge- inspireerd had! „Vind je niet, dat 't 9tuk verkeerd bezet is?" „Ja, dat is mij ook opgevallen. De acteur, die moet smachten als afgewezen minnaar, is eigenlijk veel meer geschikt voor een an dere rol, voor den man, die ervoor bedankt om te smachten en dan ook meer succes bij de vrouw heeft". Vreemd, dacht zij. HIJ is veranderd, heel erg veranderd. Niet alleen uiterlijk zoo ele gant en verzorgd en zeker van zichzelf. Ze zag in gedachten zijn jong, treurig gezicht, zijn shabby pakken, zijn smeekende oogen. Ze hoorde weer den gloed van zijn liefdes betuigingenHij was nu eenmaal geen partij geweest, toen. Wie kon vermoeden, dat hij betrekkelijk kort daarna succes zou krijgen en een goede positie? Waar om was hij toen niet teruggekeerd? Ze had het heimelijk verwacht, ja gehoopt. En toen ze hem nu ontmoette, toen meen de ze aan te knoopeo daar, waar destijds de band verbroken was.maar bet ging nietEr ontbrak iets tusschen „Waar bon je allemaal geweest?" vroeg ze, want ze spraken nu over reizen. In Spanje, reisbrieven beschreven. Een tijdje in Scandinavië ook. Dan een tijdje op Capri, om rustig te werken, ik heb er een aardige villa. Het was niet lief van je, nooit meer iets van je te laten hooren. Hij keek haar oprecht aan. Toen glim lachte hij. Ja, hoe gaat hetje wordt in be slag genomen door allerlei en vergeet.... Het trof haar als een slag: en vergeet Zou dit werkelijk zoo z^jn? Of verborg hij een bitterheid, een smart, onder den schijn van onverschilligheid?. Hij dacht: Als ik me niet vergl9, zou ze het stuk opnieuw willen spelen, met mii in de rol, van den man, die er niet van houdt te smachten en dus succes bij de vróuw heeft Een wat ironisch lachje ver trok zijn mond. Zij zag het Er drong een koude in haar hart, dat wild klopte. Was er dan niets gebleven van don ouden gloed, de oude teederheid? Ze voelde eensklaps, dat haar iets ontgaan was, dat zij zich iets had laten ontglippen destijds en dat het onherroepelijk was Daar rinkelde al de bel de pauze af. Ze trachtte achteloos te vragen: Heb je wel eens zin te komen theedrinken, zoo als vroeger? Ik weet niet, of ik er toe zal komen. Je weet hoe het gaatje werk; mas sa's kennissen, die beslag op je leggen. maar bij gelegenheid heel graag.... Zijn geforceerde hartelijkheid was kwet- sender dan een weigering zou zijn geweest. Het bloed schoot haar naar de wangen. Ze was dus een van die kennissen voor hem gewordenWaarschijnlijk werd hij in derdaad nu veel nageloopen door vrou wen ook. Hij was knap.... Ze had hem al tijd knap gevonden, maar zij kon niet tegen een shabby pak en dat zekere onverzorgde in het uiterlijk van een armen jongeman... Nu vond ze hem bijzonder aantrekkelijk - Wel, adieu dan Mag ik je even naar je plaats brengen? Ze liepen door een breede gang naar de zaal. Zij beet haar tanden op elkaar, bestu deerde in gedachten het glimlachje, waar mee ze zoo dadelijk afscheid van hem zou nemen. Hoe had ze zoo dwaas kunnen zijn om te denken, dat het was gebleven.... Ze had nu zijn vrouw kunnen zijn. Vrouw van een bekend man, bereisd, amusant, knap.... Ze zou met hem veel hebben ge reisd, veel meegemaaktNu leefde ze een eentonig bestaan van het meisje zou misschien trouwener waren wel candi dates... voor geen van allen voelde ze veel, met leder ervan zou zo eenzelfde een tonig net leven krijgen Daar was haar plaats. De kennissen, waarmee ze uit was, keken nieuwsgierig. „Veel succes met je nieuwe b&ek". Do lichten doofden al, ze zei, blij dat hij haar niet goed meer zien kon: „Ze begin nen". En hij, zonder bedoeling, antwoordde: „Nu gaan we kijken, of de smachtende niet mot den ander van rol heeft verwisseld!"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 19