RADIO-NIEUWS
HAAR-BEHANDELING
Afwisseling na inspannenden
arbeid
VRIJHEID!
DE ROLLEN VER
WISSELD
Den allereorsten koer, dat hij uitgebro
ken was, hoe, is ons altijd een raadsel
gebleven kwam broer geheel terneer
geslagen in de huiskamer Zijn zwaar
ste konijn was weg en bij zou hem hoogst
waarschijnlijk wel niet meer terugzien
Hoewel dit later nog al een beetje pessi
mistisch gedacht bleek, waren wij allen
van dezelfde meoning Want welke
groote gevaren moest een losloopend ko
nijn niet doorstaan Als een hond
hem in de gaten kreeg!
Dat waren de gedachten, zoodat broer
weinig troost werd gegeven Even
wel in strijd met die gedachten gingon we
zoeken Misschien dat Mummelman
werd gevondon.
Jawel Nadat overal gezocht was, in
den bloemen- en in den groententuin, ach
ter elk boscbje, elk struikje, werd de
vluchteling gevonden in een droge sloot
achter het huis,, waar hij rustig zat te
knabbelon aan de frissche bladeron van
een boog-opgeschoten, bloeiend pijpokruid.
Met zijn rust was bet natuurlijk terstond
gedaan. Maar eerst na heel wat gejaag,
kregen we den ondeugd onder een houten
slede, vanwaar hij verdreven werd, pardoes
in de armen van zijn overgclukkigen heer
en meester.
Een afstraffing, die de oudere monscben,
tot bet geringste trachten te boperken,
maar die zonder twijfel vordiend was, volg
de, en daarop nog meer ontvluchtin
gen, nog moer jaagparttjen on als gevolg
daarvan nog meer opsluitingen.
Het was en is ons allen nog een raadsel,
hoe het dier uit zijn hok ontsnapt HU is
uit het groote hok gekomen, omdat daar
een moeder mot acht jongen kwam huizen,
en zag zich als tijdelijk verblijf oen leeg
vat met er bovenop oen bouwvallig In-el-
kaar- getimmerd hekwerk aangewezen.
Na zijn eerste ontsnappingen lag het hek
werk naast het vat gesmeten, verwonder
den we ons erover, dat eon konijn zooveel
kracht had, om zoo iets klaar te spelen.
Doch toen het, nadat we het hekwerk ver
zwaarden met stukkon ijzer °n andere bal
last, weer gebeurde, begrepen we, dat onze
vluchteling op de een of andere manier
hulp moest hebben Dat kon niet an
ders, dat was zoo zeker als oen paal boven
water.
Als we dezen keer het konijn weer ge
vangen en opgesloten hebben, moet de
knoop nu maar doorgehakt worden- en ik
besluit te onderzoeken, boe dit alles in zijn
werk gaat.
Een observatiepost is spoedig gevonden.
Het vat staat boven in de schuur, zoodat
ik vanaf de zolder alles goed kan opnemen.
Zoo goed en zoo kwaad het gaat, maak ik
het me daar gemakkelijk, hoewel het
een beetje stoffig is cn wacht dan
Een half uur gaat voorbij Een uur
Mummelman, nog altijd gevangen, houdt
zich volmaakt rustig zooals te zien vait door
de houten tralies
Juist als ik verdiept dreig te raken in
oen meegebracht bock, schrik ik op door
de blaf van een hond en, zie ik Mummel
man onrustig worden
Moeten deze twee feiten gecombineerd
worden Ja?
Door de open schuurdeur komt Nimrod,
do jachthond, binnen. Zonder aarzelen,
hij weet, wat hij moet doen loopt deze
boosdoener naar het vat, waar Mummel
man gevangen zit.
Het beeft er allen schijn van, dat Mum
melman Nimrod verwacht Hij is tenminste
dol van vreugde, en als Nimrod zijn snuit
tegen het hekwerk drukt, doet Mummel
man het ook Mummelman en Nim
rod zijn schijDbaar groote vrienden. Iets,
dat Nimrod trouwens toont Voor het te
verhinderen is worden do stukken ijzer niet
do snuit van bet hekwerk eeduwd.
Hot kost nogal ocnige moeite, maar het
gelukt Dan volgt hot hekwerk ook.
Mot één sprong is Mummelman uit het
vat, nog 'n paar sprongen cn hij rolt als
het ware in de sloot, waaruit we hem
straks wol weer moeten verjagon, om hem
to kunnen vangon en weer op te sluiton.
Rustig ziet Nimrod hem verdwijnen,
schudt dan even meewarig do kop, als
wilde hij te kennen geven, dat ondank 's
werelds loon is Zoo zonder een be
dankje weg te gaan! 't Was je wat te zeg
gen! Goedig, mot een neerhangende
kop, wil hij de schuurdeur uitgaan, als
mijn bestraffend: „Nimrod!" hem doet op
kijken. Even begint hij te kwispelstaarten,
maar dan gaat hij vlug in een deemoedige
houding de deur uit Als een beknord
kind, dat wel weet, dat bet stout was en
straf verdient
Dien middag beb Ik broer beloofd te hel
pen, eon nieuw bok voor Mummelman te
timmeren.
Het is er een gewordon, waaruit bij niet
weer ontsnappen kan.
H.t getij verloopt
New-York.
De beroemde Amerlkaonscbe cineast D.
W. Griffith heeft besloten do film vaarwel
te reggen en zich voortaan geheel aan don
omroep te wijden.
Groote belangstelling voor den omroop.
Shanghai.
In do buitcnlandscho concessies van
Shanghai bovlnden zich niet raindor dan
25.000 luisteraars.
Een Joego-SIavlscho relaiszonder?
Belgrado.
De Jo'go-Slavische lulstoraars verlangen,
dat do thans ongebruikt staando militaire
zender te Sorajowo wordt gebruikt als
rolaiszender voor radioprogramma's.
De radio vordrlngt de 111m.
New-York.
De radio-artisten zijn ln Amerika zoo po
pulair, dat mon er zelfs met vce' succes
een serie levensbeschrijvingen van radio-
sterron uitzendt
Een weinig effectieve maatregel.
Partje.
De beroemde violist Fritz Krelsler weigort
voor den microfoon op to treden, zoolang
hij zich de bijzondere techniek, welke daar
toe naar zijn meening wordt vereischk niet
heeft eigen gemaakt Doch wat geeft dat, als
de luisteraars al geregeld kunnen hooren op
gramofoonplaten?
Drijvende zenders.
«ome.
Behalve drijvende kasteelen zullen de
groote Italiaansche transatlantische stoo-
mers nu ook drijvende zenders worden. Ze
krijgen krachtiger zenders dan die, welke
voor schepen gebruikelijk zijn, en zullen
daarmee de concerten aan boord uitzen
den, opdat mon daarvan ook kan profitee-
ren aan boord van kleine schepen.
DE DOKTER AAN HET WOORD
Reeds lang sta ik in de schuld bij een
lezeres, die mij uitnoodigde, eens een
brief aan het „permanenten" te wijden.
Een van de redenen, waardoor ik tot dus
ver verzuimde, aan dat verzoek te voldoen,
was zeker wel de vrees, dat ik mij daar
mede zou begeven op het uiterst gevaar
lijke en glibberige terrein der damesmode,
waarop een nuchter mannelijk wezen kwa
lijk iets goeds kan doen. Maar er is geen
feitelijk bozwaar om meer in het algemeen
iets te zeggen over den menschelijken baar
dos.
Wij noemen den mensch een bebaard
wezen. Al klinkt 't ietwat eupheraistiscta,
toch is het zoo, en alleen de handpalmen
en voetzolen zijn haarvrij. De verdeellng
over de geheele huid is evenwel zeer on
regelmatig. Wij kunnen ons derhalve be
perken tot bet behaarde hoofd, waar de
haren het overvloedigst zijn (iemand heeft
eens berekend 80000) en zulljjn ons ook niet
bezig houden met de vtle haren in het ge
laat van den man.
De haren zijn in de huid ingeplant en
ontspruiten op do haarpapll, van waaruit
de voeding geschiedt. Het onderste deel
van het haar, dat door de huid verloopt, is
omgeven door een koker, de haarscheede
genoemd en in die schcede mondt de uit-
voerbuis van de talkkller uit, welke elk
haar vergezelt. Door die talkklier wordt het
buidsmeer afgescheiden, waardoor de huid
in meerdere of mindere mate vettig wordt
gehouden. Voor de vochtigheid zorgen de
nimmer ontbrekende zweetklieren. Dat al
les bij elkaar, baar, papil, scheede, talk
en zweetklier, bloedvaten en zenuw vormt
een soort eenheid, met haarkwabje. Niet
alle kwabjes zijn gelijk. In do jeugd vin
den wij de vlasharen, die minder diep zijn
ingeplant en een wijderen uitvoergang heb
ben. Dit verklaart waarom juist op jeugdi
gen leeftijd meer haarziekten voorkomen.
Elke haar is buisvormig. In het centrum
verloopt bet merg, dat de kleurstof bevat
Met die kleurstof is het merkwaardig ge
steld. Men kan de vraag stellen of het haar
leeft of een dood aanhangsel Is. Levenstee-
kencn worden er niet aan waargenomen.
Van afknippen gevoelt men niets. Hoo komt
het dan, dat iemands haar van donker in
één nacht spierwit kan worden? Dit is toch,
zij het ook niet vaak, zonder twijfel waar
genomen. De doorsnee van een baar is van
bolrond tot ovaal. Hoe meer ovaal, des te
meer neiging om te krullen. De geregelde
haargroei bedraagt bijna 1 centimeter per
maand.
Omtrent de hygiëne van bet bebaarde
hoofd hebben niet steeds dezelfde opvat
tingen geheerscht Vader Cats dichtte:
Wasch Je handen, wasch Je tanden,
Doe het dikwijls, doe het goed,
Maar wasch zelden uwen voet»
En, wat immer u geschiedt,
Wasch Je hoofd je leven niet!
Zoo wordt er tegenwoordig niet meer
over gedacht. Een andere vraag is, of bet
nu soms ook te vaak geschiedt. Vaste regels
zijn moeilijk te stellen. Er zijn toch groote
individueele verschillen. Het eene hoofd
vertoont een zoo groote afscheiding van
buidsmeer, dat het hoofd en alle haren
voortdurend vet zijn; een ander hoofd is
zóó droog, dat de opperhuid gaat afschilfe
ren en de haren bezaaid zijn met schub
betjes, meestal gepaard met heftig jeuken
Het ligt voor de hand dat in het eerste ge
val eenvoudig wasschen voldoende zal zijn.
Spoedig komt van zelf wel weer de noodige
vettigheid op de huid. In het tweede geval
zal het gewenscht zijn om het tekort aan
vet kunstmatig aan Ie vullen. Maar in
beide gevallen zullen wij toch beginnen
met de haren goed te reinigen, wat dus
meteen beteekent: ze berooven van het
aanklevende vet. Dat gelukt met gewone
zeep niet gemakkelijk. Beter gaat het als
eenig alcali aan de zeep wordt toege
voegd, zooals soda of ammoniak. In de
meeste shampoo-vloeistoffen bevindt zich
ook alcali, maar nu krijgen wij het be
zwaar, dat alcali voor het haar zelf lang
geen onverschillige zelfstandigheid is.
Op den duur wordt haar door alcali op
gelost. Dat gaat niet zoo maar in eens, maar
er vertooncn zich op eenigen afstand van
het uiteinde kleine knopjes en het einde zelf
begint er uitgerafeld uit te zien. zoo iet3 als
een penseeltje. Op de plaats van die knop
jes zal het haar weldra afbreken en de on
juiste indruk ontstaat, dat het haar niet
meer groeien wil. Het is dus geraden, maat
te houden. Er zijn dames, die het alcali
heel slecht verdragen. Er volgt dadelijk een
branderig gevoel en na een paar dagen be
gint de huid af to schilferen. Door te veel
of te herhaaldelijk gebruik van alcali
breekt niet alleen het haar af, maar het
gaat tevens verkleuren en men is geneigd
de oorzaak, die feitelijk voor de hand ligt,
elders te zoeken.
Door een bekend huidarts is de vergelij
king gemaakt met alcoholische dranken.
Een enkele borrel, zelfs een enkele dron
kenschap kan voorbijgaan tonder sporen
uenter te laten. Maar het geregeld gebruik
van drank brengt blijvende veranderingen
teweeg, zooals de veranderde huidkleur,
met name van den neus. lichte trillende be
wegingen enz. Zoo kunnen ook de haren
yeraDderen, zonder dat men de oorzaak
Vermoedt. Er wordt dan wel eens gedacht
tfat de haren ziek zijn. Dien toestand kan
pen voorkomen door zuiver, liefst regen
water te gebruiken met zeep, die gcon of
zeer weinig alcali bevat. De meeste sham
poos deugen in dit opzicht ook niet. Vertoo
rnen de haren reeds veel knobbeltjes en
{splijtingen, dan wordt een aftreksel van Pa-
£araahout aangeraden, in vergevorderde ge
nvallen geklopt met bet dooier van twee
gieren. Na het wasschen kan men de haren
(drogen met een niet al te heele Föhn of
^oor opstrijken met een warm strijkijzer
tusschen twee handdoeken,
i Dat de haren niet tegen te hooge warmte
graden bestand zijn, blijkt ook uit het fri-
zeeren en onduleeren. Als de tang daarbij
warmer is dan bijv. 65 gr., dan vindt men
de haren, welke daaraan blootgesteld zijn,
evenzoo korter door afbreken en de ge
noemde knobbeltjes in de nog aanwezige
haren. Erger nog is het zoogen. permanen
ten, waarbij het haar, stijf opgerold, een
tijd lang In een verwarmde oplossing wordt
gebracht, hetzij door electrlciteit, hetzij
door water mpt ongebluschto kalk. Het
minst bestand tegen deze procedure zijn de
fijne haren en die, welke vroeger geverfd of
gebleekt met waterstofsuperoxyd waren.
Deze staan dus op één iijn met de haren,
waarop langen tijd shampoo's met een te
hoog alcaligehalte zijn toegepast. Een na-
wassching met vinaigre kan wel iets hel
pen, maar is toch nooit afdoende.
Ten slotte nog een woord over het verven
van haar. Men zou kunnen onderscheiden
tusschen ontkleurings- en werkelijke kleur-
middelen. Over de ontkleuring, waarvoor
meestal waterstof-superoxyd gebruikt wordt,
is reeds iets gezegd. De toegepaste kleur-
middelen zijn van plantaardigen oorsprong
of bepaalde chemische verbindingen. Het
meest bekende product van de eerste soort
is de henna, welke in twee soorten, de gele
on de groene bonna, voorkomt Beide soor
ten worden ook wel met elkaar of met nog
andere stoffen gemengd, gebruikt Henna is
een onschuldige kleurstof, maar schijnt
zeer lastig in de behandeling te zijn. En de
bijvoegsels nemen maar al te vaak de on
schadelijkheid weg. De metaalverbindin
gen, welke veelvudlg gebruikt worden, zijn
lang niet altijd onschadelijk en daarom is,
bijv. voor het bekende „para" de grootste
voorzichtigheid aan te bevelen.
Over de motieven, die tot het verven van
het haar aanleiding geven, zal ik hier geen
uitvoerige beschouwingen houden. Mis
schien zal een enkelen keer een afdoende
sociale indicatie aanwezig zijn. maar in
verreweg de meeste gevallen kan men vei
lig beweren, dat het verven overbodig is en
in elk geval niet in staat is om de gevaren,
daaraan verbonden, te rechtvaardigen. In
dit opzicht is het in den regel oneindig veel
oeter, zich aan de natuur te houden.
H. A. S.
DE VROUW EN HA Alt HUIS
De vrije oxen van de werkende
vrouw.
Na een dag van ingespannen arbeid valt
liet menige werkende vrouw zwaar ook
in de vrije avonduren nog voor ccn berg
kapotte kousen of het naaien van een Ja
pon te moeten zorgen.
Zuinigheid is geboden en het werk bui
tenshuis geven om het te „laten" verrich
ten is niet altijd mogelijk.
Toch kan de werkende vrouw zeer ze
ker nog veel van haar vrije avonduron ma
ken, indien zij maar zorgt voor een goede
indecling van den tijd, die haar na vol
brachten arbeid rest
Men moet voor oogen houden, dat men
twee dingen bereiken moet, die beido noo-
dig zijn, n.l. ontspanning en verdere ont
wikkeling, wil men niet in do tredmolen
van het alledaag9che sleurleven ten onder
gaan. Bedenkt men dit cn richt men zijn
tijd hiernaar in, dan heeft men nog tijd ge
noeg voor minder aangenaam werk.
De ontspanning, welke een werkende
vrouw noodig heeft zal echter verschillen
naar gelang don aard van het werk, dat
zij overdag verricht.
Typisten die den geheelen dag op de
schrijfmachine werken, zullen behoefte
hebben aan beweging, na afloop van hun
werk naar huis loopen of fietsen en doen
goed zich bij een gymnastiekclub aan te
sluiten, opdat zij haar spieren gelegenheid
geven zich te ontwikkelen.
De winkeljuffrouw, die den geheelen dag
staat of heen en weer loopt daarentegen,
zal behoefte hebben aan rust en zal na haar
thuiskomst een uurtje languit op een divan
of desnoods op bed gaan liggen, opdat haar
moede lichaam tot rust kan komen. Geen
nood dat deze rusttijd verloren is, want
zij zullen zich daarna veel meor opgeknapt
voelen en lust hebben een of ander werk
ter hand te nemen.
Vrouwen, die geestelijk werk verrichten,
moeten zich voornemen, geen zware lectuur
ter hand te nemen, ook geen inspannende
concerten bijwonen, geen musea bezoeken
enz., ai deze genoegens moeten wachten tot
de vacantietijd daar is. Zij zal alles moe
ten vermijden wat haar onnoodig inspant,
slechts lichte sport doen en geen inspan
nende wandelingen maken.
Is op deze wijze aan de eischen, die het
lichaam stelt, voldaan, dan zal men de
avonduren, die resten, zeker op aangena
me wijze kunnen doorbrengen en nieuwe
lust tot werken vergaren.
Vele werkende meisjes, die het werk, dat
zij verrichten, doen, omdat zij dit of dat
beroep gekozen hebben, maar in haar hart
huishoudelijk zijn aangelegd, zullen dan na
haar rusttijd gelegenheid hebben om avond
cursussen op huishoudelijk gebied te vol
gen, leeren koken enz. hetgeen haar ont
spanning geeft, doordat hare gedachten in
andere banen geleid worden, niet alleen
door het andere werk, dat zij verrichten,
maar tevens door de nieuwe connecties,
die zij aanknoopen.
De volksuniversiteiten gevon weer een
ander deel der werkende vrouwen gelegen
heid zich te ontwikkelen op geestelijk ge
bied, terwijl handels- en avondcursussen de
kennis bijbrengen op het gebied van ad
ministratie en meerdere talen.
Bijna iedere werkende vrouw voelt zich
tot een of ander aangetrokken, waarmede
zij een of meerdere vrije avonden kan vul
len en zal daarna zeker met meer genoegen
eens een avond thuis zijn om dan kleine
plichten te vervullen, die even noodig zijn
als ontspanning.
UIT DE LEVENDE NATUUR
door W. J. EELSSEMA.
Het gebeurde dezen zomer, maar nog Is
de herinnering scherp en helder, als was
het pas voorgevallen
Achter mijn schrijftafel, ln een hoek tus
schen twee vensters geplaatst, zit lk rus
tig te werken. Hoewel bulten de zon ln al
haar pracht, al haar gouden schijn lokt,
om do pen toch terzijde te leggen en (e
dwalen door de hooge graon-begrocide
velden
Vandaag is het echter werken. We kun
nen niet altijd doen, wat we graag zouden
willen Maar het is, alsof het zonno-
tje die afwerende gedachten kent, mo
daarom nog meer wil plagen. Zo werpt
haar heldor licht en baar warmte door
de bloeiende accacla-boom op het blad
papier voor me, over mijn handen en mijn
hoofd. En doet zulk eon sterk verlangen
In me ontwaken, dat ik tenslotte toch
heel eventjes toegooi, door op te kijken
en den tuiin ln te droomen.
Het allereersto dat ik zie, wekt echter
mijn ergernis. Daar bulten op het gras
veld. parmantig, alsof hU daar hoorde,
rustig en tevreden zit weer ons haaskleu-
rig konijn te mummelen Gelukkig
duurt mijn ergernis slechts een kort
oogenblik, dan heeft do humor van het
geval me reeds te pakken.
Want hoewel Mummelman daar zoo
manhaftig mogelijk zit, is htj er intusschon
wel terdege van overtuigd, dat hij iets
kwaads doet of tenminste iets dat niet
mag.
Zijn snuitje maait de grassprietjes wel
fijn met iets van oen hatV.alno minach
ting, in die beweging, als wildo hij zog
gen: „Wat trek ik mo van de wareld aan?"
maar zijn lange flapoorcn, waarvan er
één recht omhoog staat en het andere oor
naa benedon wijst, een gebrek, dat
mijn broertje, konijnenkenner als hij is,
nog al ergenis goeft -— zijn gespitst, om
elk oogenblik een dreigond teeken-van-go-
vaar op te vangen. En de lange achter-
pooten kunnen hem onmiddellijk, als dat
toeken komt, heinde en verre brengen.
Ook weet hij wel, van welke kant het
gevaar moet komen. Want zijn groote
oogen hebben steeds maar do huiskant in
de gaten
Hoor, daar klapt binnen een deur, en
zie, nauwelijks is het geluld hoorbaar, of
Mummelman bemerkt bet Hij gaat op
zijn aebtersto pooton staan, beide ooren
worden opgericht, en de fijne kop, een cn
al aandacht, kijkt naar het huis.
Voetstappen klinken door de blauwe to-
gelgang, reppen zich naar do buitondeur
cn Mummelman, die «eet, dat dat niets
goeds voor hora beteekent, laat zich op zijn
voorpootjes, die zoo komisch over zijn
borstje hingen, vallon. Éen paar koddige
sprongen, als van eon vormakciljko dik
zak, volgen cn meteen is hot konijn onder
de neerhangende takken van een groot
vlierboschje verdwenen. Nog oventjes zie
ik hem terstond daarop als een snelle
schim, dan schuilt hij weg ln oen perk
heesters.
Als broer, die de lagere school nog be
zoekt, straks tbuiskomt, zal bet weer c-en
reuze jacht-partlj worden. Evenals de vo
rige kueren.
Deze Mummelman maakt nog al eens een
ongeoorloofd uitstapje, vindt daarin schijn
baar groot behagen, ondanks het feit, dat
h(J toch iederen koer weer gepakt wordt.
VERHAAL VAN DE WEEK
door
FLORENCE EEKHOUT.
„Goedenavond, ziet men je eindolijk
weer eens verschijnen?"
Het was dezelfde spcelsche toon. het
zelfde lokkende glimlachje. Alleen do
oogen leken een andere uitdrukking te heb
ben, dan destijdsof was d.it slechts
verbeelding?
„Hoe bevalt je het stuk? Niet bijzonder,
wel?"
„Och ik ben hier gokomen om me te
amuseeren en dus amuseer ik me."
„Ben je in zoo'n goede stemming?"
„Als men twee jaren over een boek ge
werkt heeft en weet, dat hot nu binnen
kort verschijnen zal, geeft dat een behagc-
ltjk gevoel, oen kleine roes." Ze liepen al
pratend heen en weer in de gangen van
het theater. Hun toon was luchtig.
„Wel gefeliciteerd. Je hebt trouwens véél
gewerkt in de laatste Jaren. Je bent een
heele beroemdheid geworden."
„Ben je niet in gezelschap?" vroeg hij-
„O jain een groot gezelschap zelfs.
Daarom kunnen ze mo best even missen.
En jij?"
„Ik ben alleen. Eigenlijk had ik geen
plan om vanavond uit te gaan, maar zou
tegen acht uur voelde ik mo ongeduldig
worden en had lust, menschen te zien, licht
bewegingWillen we niet in de foyer
gaan en wat gebruiken?"
Vreemd, dacht hij onder het praten, zoo
rustig voelde bij zich. Hoe snel en hoe vol
komen brandde zoo'n vlam toch int! Wie
had dat kunnen vermoeden, twee jaar ge
leden! Dan zou hij zich die heele zaak niet
zoo belachelijk hebben aangetrokken.
Waarschijnlijk zou hij dan ook niet zoo
dwaas zijn geweest, haar ten huwelijk
te vragen. Zou het nu even volkomen uit zijn
geweest, als zc getrouwd waren destijds.
Het ideemet haar getrouwd te
zijnHot had kunnen zijnNeen,
eigenlijk had hij geluk gehad, dat ze weiger
de. Destijds arm, beginnend auteur, had htj
geen kans gehad bij dit meisje van goede
familie, dat een betere partij kon maken.
Hoe heette ook weer die vent, waar hij
destijds zoo idioot jaloersch op was ge
weest? Nü, bekend geworden door het suc
ces van een roman, door artikels en schet
sen, was hij een ander in haar oogen
natuurlijk! Wel, zij was ook een andere in
zijn oogen. Een knap meisje, zeker maar.
maar, er bestonden mooiere.... Hij kénde
er, die hij op het oogenblik liever naast
zich zou hebben! En dit was zijn „groote
liefde geweest.die hem zoo ge-
inspireerd had!
„Vind je niet, dat 't 9tuk verkeerd bezet
is?"
„Ja, dat is mij ook opgevallen. De acteur,
die moet smachten als afgewezen minnaar,
is eigenlijk veel meer geschikt voor een an
dere rol, voor den man, die ervoor bedankt
om te smachten en dan ook meer succes
bij de vrouw heeft".
Vreemd, dacht zij. HIJ is veranderd, heel
erg veranderd. Niet alleen uiterlijk zoo ele
gant en verzorgd en zeker van zichzelf. Ze
zag in gedachten zijn jong, treurig gezicht,
zijn shabby pakken, zijn smeekende oogen.
Ze hoorde weer den gloed van zijn liefdes
betuigingenHij was nu eenmaal geen
partij geweest, toen. Wie kon vermoeden,
dat hij betrekkelijk kort daarna succes
zou krijgen en een goede positie? Waar
om was hij toen niet teruggekeerd? Ze
had het heimelijk verwacht, ja gehoopt.
En toen ze hem nu ontmoette, toen meen
de ze aan te knoopeo daar, waar destijds
de band verbroken was.maar bet ging
nietEr ontbrak iets tusschen
„Waar bon je allemaal geweest?" vroeg
ze, want ze spraken nu over reizen.
In Spanje, reisbrieven beschreven. Een
tijdje in Scandinavië ook. Dan een tijdje op
Capri, om rustig te werken, ik heb er een
aardige villa.
Het was niet lief van je, nooit meer
iets van je te laten hooren.
Hij keek haar oprecht aan. Toen glim
lachte hij.
Ja, hoe gaat hetje wordt in be
slag genomen door allerlei en vergeet....
Het trof haar als een slag: en vergeet
Zou dit werkelijk zoo z^jn? Of verborg hij
een bitterheid, een smart, onder den schijn
van onverschilligheid?.
Hij dacht: Als ik me niet vergl9, zou ze
het stuk opnieuw willen spelen, met mii
in de rol, van den man, die er niet van
houdt te smachten en dus succes bij de
vróuw heeft Een wat ironisch lachje ver
trok zijn mond. Zij zag het
Er drong een koude in haar hart, dat
wild klopte. Was er dan niets gebleven
van don ouden gloed, de oude teederheid?
Ze voelde eensklaps, dat haar iets ontgaan
was, dat zij zich iets had laten ontglippen
destijds en dat het onherroepelijk was
Daar rinkelde al de bel de pauze af.
Ze trachtte achteloos te vragen: Heb
je wel eens zin te komen theedrinken, zoo
als vroeger?
Ik weet niet, of ik er toe zal komen.
Je weet hoe het gaatje werk; mas
sa's kennissen, die beslag op je leggen.
maar bij gelegenheid heel graag....
Zijn geforceerde hartelijkheid was kwet-
sender dan een weigering zou zijn geweest.
Het bloed schoot haar naar de wangen. Ze
was dus een van die kennissen voor hem
gewordenWaarschijnlijk werd hij in
derdaad nu veel nageloopen door vrou
wen ook. Hij was knap.... Ze had hem al
tijd knap gevonden, maar zij kon niet tegen
een shabby pak en dat zekere onverzorgde
in het uiterlijk van een armen jongeman...
Nu vond ze hem bijzonder aantrekkelijk
- Wel, adieu dan
Mag ik je even naar je plaats brengen?
Ze liepen door een breede gang naar de
zaal. Zij beet haar tanden op elkaar, bestu
deerde in gedachten het glimlachje, waar
mee ze zoo dadelijk afscheid van hem zou
nemen. Hoe had ze zoo dwaas kunnen zijn
om te denken, dat het was gebleven....
Ze had nu zijn vrouw kunnen zijn. Vrouw
van een bekend man, bereisd, amusant,
knap.... Ze zou met hem veel hebben ge
reisd, veel meegemaaktNu leefde ze
een eentonig bestaan van het meisje zou
misschien trouwener waren wel candi
dates... voor geen van allen voelde ze
veel, met leder ervan zou zo eenzelfde een
tonig net leven krijgen
Daar was haar plaats. De kennissen,
waarmee ze uit was, keken nieuwsgierig.
„Veel succes met je nieuwe b&ek".
Do lichten doofden al, ze zei, blij dat hij
haar niet goed meer zien kon: „Ze begin
nen".
En hij, zonder bedoeling, antwoordde: „Nu
gaan we kijken, of de smachtende niet mot
den ander van rol heeft verwisseld!"