AMERSFOORTSCH DAGBLAD'
Maandag 13 Februari 1933
NA DE MUITERIJ
NEDERLAND EN
DUITSCHLAND
ZWARE BRAND TE
ARNHEM
DE TERUGKEER VAN H.M.
DE KONINGIN
KOUDE GOLVEN OVER HET
N. HALFROND
De roode Vulpenhouder
De marinier Visser buiten le
vensgevaar.
Volgens een bij de familie ingekomen
'telegram, afgezonden van het Hoofd-hospi-
taal te Batavia verkeert de 22-jarige ma
rinier der 2e klasse H. Visser, die tenge
volge van de ontploffing van de bom op
„De Zeven Provinciën'' brandwonden en
een borstwond bekwam, thans buiten le
vensgevaar.
1 Het eiland Onrust.
Een welbekend eiland in de geschiedenis
van de Oost-Indische zeevaart zal tot tij
delijk verblijf dienen van een deel der
muiters van De Zeven Provinciën. Onrust,
ook geheeten Poelan Kapal, het scheeps-
eiland, een der kleine eilanden bij de Wes
telijke invaart van de baai van Batavia
(het heeft slechts een oppervlakte van 9
H.A.), was, zoo teekent de N. RCt. aan,
reeds in Compagnie's-dagen in dienst van
de scheepvaart gesteld en van werven en
tuighuizen voorzien. Nadat in 1800 de En-
gelschon er alles plat hadden geschoten,
heeft een kwarteeuw later gouverneur-ge
neraal Van de Capellen er nieuwe etablis
sementen laten oprichten en in 't midden
der vorige eeuw heeft het eiland een drij
vend droogdok gekregen. De laatste twin
tig jaren wordt het uitsluitend gebruikt
als quarantaine-station voor uit Mekka
terugkcerende pelgrims, waaruit reeds
volgt dat het er op ingericht is groote
groepen menschcn lijdelijk onderdak te
brengen. Er zal nu ruimte te over zijn,
daar do Mekka-vaart tot het uiterste is
ingekrompen in verband met de crisis.
Paraat.
Kota-Radja, 11 Febr. (Aneta). Een re-
'dacteur van de „Dcli-Courant" had een
interview met den gouverneur van Atjeh,
den heer van Aken.
De heer van Aken verklaarde nadrukke
lijk, dat de geheele toestand na het uit
breken van de muiterij gunstig is. Het le
ger is paraat en alleszins voldoende uit
gerust. De gouverneur roemde het schitte
rende werk van alle diensten. Hij noemde
daarbij in de eerste plaats het leger, de
post, telegraaf en haven-autoriteiten, dio
allen blijk gaven van een paraatheid, wel
ke mot genoegen werd geconstateerd. De
Atjeh-spoor verleende eveneens alle mede
werking en zorgde er voor, dat zoo spoe
dig- mogelijk een locomotief op stoom stond
voor vervoer van troepen, terwijl voorbe
reidingen werden getroffen voor uitbrei
ding van eventueel noodige maatregelen.
De Gouverneur beantwoordde de vraag,
of het doorsnijden van telefoon-draden na
bij Sibreh verband hield met de muiterij
aan boord van de „Zeven Provinciën", ont
kennend, daar anders wel de interlocalo
lijn verbroken zou zijn, terwijl de leiding
te Sibreh slechts dient voor de Atjchspoor
Uiting van verontwaardiging.
.Het Bat. Nieuwsblad publiceert den vol
genden brief van een voornaam Britsch
ingezetene:: „De Britsclie ingezetenen zijn
heftig verontwaardigd over het feit, dat
een Engelsch blad als de „Evening Stan
dard", schrijvende met volkomen ondes
kundigheid, een dergelijk belachelijk com
mentaar zou hebben geleverd als werd ge
meld. Deze Britsche ingezetenen wenschen
de verzekering te geven, dat zij volkomen
doelen in de ergernis, welke daarover
door de Xederlandsche ingezetenen mocht
worden gevoeld.
Spaarzame berichten in de
Russische pers.
Van de gebeurtenissen in en rondom
„De Zeven Provinciën" maken de te Mos
kou verschijnendde dagbladen, volgens het
„Handelsblad", ternauwernood gewag. Do
bladen van Zondag en Maandag bevatten
geen enkele mededeeling nopens den op
stand. Eerst in de „Prawda" en „Izwes-
ta" van Dinsdag komen over de gebeurte
nissen de eerste telegrammen voor af
komstig uit Berlijn cn Tokio. Zij zijn niet
bepaald uitvoerig en staan niet op een in
het oog loopende plaats vermeld, in de
„Prawda" staan zij zelfs op de laatste pa
gina van de krant. Ook de beide kranten
van Woensdag hebben een uit Berlijn af
komstig telegram, dat niet meer dan twin
tig regels telt, eveneens een zeer summier
overzicht geeft van de gebeurtenissen en
op niet in het oog vallende plaats staat
vermeld.
Het beginsel der weder
keerigheid
Staande aan den vooravond van belang
rijke handels-politieke onderhandelingen
tusschen Nederland cn Duitscliland gevoe
len ondergetcekenden, vertegenwoordigen
de de geheele Nederlandsche landbouw,
tuinbouw, industrie, handel en midden
stand, zich genoopt op het volgende de
aandacht te vestigen.
Het geheele Nederlandsche bedrijfsleven
wcnscht vriendschappelijke verhoudingen
met den oostelijkcn buurstaat, omdat iede
re schaduw op die verhoudingen beide lan
den ten zeerste zou schaden. De economi
sche betrekkingen tusschen beide landen
welke ook op breeder terrein verhoudin
gen van samenwerking tot gevolg hebben,
zijn voor beide 6taten van vitale beteekenis.
Aan beide kanten moet men gevoelen,
dat die economische betrekkingen slechts
op grond van wederkerigheid gehand
haafd kunnen worden. Daarom zal dit be
ginsel der wederkecrigheid uitdrukking
moeten vinden in de overeenkomst, welke
het, op 31 December 1932 beëindigde, Ne-
derlandsch-Duitscho douane- en crcdiet-
verdrag zal moeten vervangen.
Wie niet verkoopt, kan ook niet koopen.
Daarom kan noch Nederland, noch Duitscli
land zich eenzijdig economisch voordeel
verwerven ten koste der genoemde weder-
keerigheid.
Ondergetcekenden spreken den wensch
uit, dat de vorenbedoelde onderhandelin
gen door beide landen op dézen den cenigst
mogelijken grondslag, zullen worden ge
voerd.
Centraal Instituut ter bevorde
ring van het normale Handels
verkeer tusschen Nederland cn
Duitscliland.
Nederlandsche Industrie- cn
Ilandelsraad voor Land- en
Tuinbouw.
Koninklijke Nederlandsche Mid
denstandsbond.
Nederlandsche R. K. Midden
standsbond.
Vereeniging van den Christelij-
ken Ilandeldrijvenden en In-
dustrieelen Middenstand in Ne
derland.
VECHTPARTIJ.
E x 1 o o, 12 Febr. Na afloop van een bal
kregen in den afgeloopen nacht onder Klcin-
dijk, gem. Odoorn enkele cafébezoekers twist.
Hierbij werd de 22-jarige A. J. uit Emmcn
met een mes in de borst gestoken. In ernsti-
gen toestand werd de getroffene naar zijn
woning overgebracht. De politie stelt een
onderzoek in.
Groote loods der Geldersche
eierveiling afgebrand
Zaterdagavond ongeveer G uur brak brand
uit in de groote loods vau de Geldersche
eierenveiling te Arnhem, welke gelegen is
op een terrein dat begrensd wordt door den
Wcstervoortschcn dijk, .Vcilingstraat cn Rijn
kade. De brandweer werd onmiddellijk ge
waarschuwd en verscheen reeds een kwar
tier na liet uitbreken van den brand ter
plaatse.
liet vuur echter dat in de loods is ont
staan had zich in dien korten tijd met onge
looflijke snelheid uitgebreid, daar 't een gre-
tigen prooi vond in het hout, waaruit de
loods is opgetrokken en de vele fruitmanden
en bouten kratten, die in liet gebouw lagen
opgestapeld.
Met geweld joegen de vlammen, aange
wakkerd door een stcvigen Oostenwind, voort
cn het duurde betrekkelijk korten tijd of het
geheele gebouw stond in lichte laaie. De
loods wordt aan dc Noordzijde begrensd door
een stcencn gebouw, waarin vroeger de Ara-
vel vis-gloeilampcn fabriek gevestigd was,
maar dat thans leeg staat.
Dc dakgoot van dit gebouw vatte spoedig
vlam, maar dc brandweer wist vanaf het
dak, verdere uitbreiding te voorkomen. Ge
ruchten, dat er in het gebouw ontplofbare
sloffen lagen opgeslagen bleken gelukkig on
gegrond.
Aan de Westzijde, dus achter de bran
dende loods ligt het huis van den directeur
van dc eierveiling. Door nathouden werd
ook dit huis behouden, evenals dc verdere
oirJiggcndc pcrccelen. Met vier slangen op
een kleine cn een groote motorspuit cn een
achttal slangen op dc waterleiding greep dc
brandweer het vuur krachtig aan. Van alle
kanten werd zooveel mogelijk water in de
vlammenzee geworpen.
Op liet terrein van den brand waren o.m.
aanwezig de commissaris der koningin in de
provincie Gelderland, de burgemeesters van
Arnhem cn Rcnkum e.a.
Omstreeks half acht uur was het gebouw
een vuurzee, het dak was reeds ingestort en
dc brandweer trachtte de muren omver te
trekken. Tegen half negen was het gebouw
vernield cn het vuur zoo goed als bedwon
gen. Het nablusschingswerk nam nog gerui-
incn tijd in beslag.
DOODELIJK ONGEVAL TE BREDA.
Breda, 12 Febr. Hedenochtend omstreeks
zeven uur is op het stationseniplucement een
ernstig ongeluk gebeurd. De rangeerder C.
Simons geraakte tusschen dc buffers van
twee wagons bekneld, waarbij hem dc borst
kas werd ingedrukt. Ilij werd naar het St.
Ignatiusziekcnhuis overgebracht, waar
zware inwendige kneuzingen werden gecon
stateerd .Ecnigc uren later is dc man aldaar
overleden. Het slachtoffer was gehuwd en
vader van drie kinderen.
GERUCHTEN BETREFFENDE ONGERELD-
HEDEN BIJ DE MARINE.
Vrees ongegrond.
Den Haag, 12 Febr. Naar ons ter oorc
komt, loopen sinds enkele dagen hier te
lande geruchten betreffende plannen tot on
geregeldheden en muiterij bij dc Koninklijke
Marine van Nederland.
Naar verluidt zou men op ecnigc torpedo-
booten een opstand vreezen.
Wij hebben hedenavond naar dc gegrond
heid dezer vermoedens geïnformeerd, mede
in verband met verschillende maatregelen
welke door de autoriteiten genomen zouden
zijn, doch ons werd van bevoegde zijde ver
zekerd, dat cr tot heden niets gebleken is,
waardoor men aan deze geruchten ook maar
ecnige waarde zou behoeven toe te kennen.
ONGELUK TE DIEMEN.
A m s t e r d a m, 12 Febr. Zaterdagavond
kwart voor achten is door den bestuurder
van een vierwielig motorrijtuig op den Hart-
vcltschen Weg onder de gemeente Dienien
een aanrijding veroorzaakt, waarbij een
tweewielige melkwagen omver is gereden cn
dc bestuurder daarvan, G. uit Dicmcn, ern
stig is gewond. Dc bestuurder van do auto
is na dc aanrijding, nadat hij dc lichten van
den wagen had uitgedraaid, in dc richting
Amsterdam weggereden. Niettegenstaande
dit is liet nummer van dc auto grootcndccls
opgenomen.
Dc burgemeester der gemeente Diemer
raadt den bestuurder in zijn eigen bplang
aan zich zoo spoedig mogelijk bij dc politie
te Dicmen tc melden.
Begroeiing door de Haagsche bur:
gerij, maar géén beloogingen
's-Gra venhage, 12 Febr. liet bureau
van de afd. Den Haag van het Nationaal
Jongeren Verbond liatl zich tot een aantal
veroonigingon gewend niet het voorstel, om
II. M. dc Koningin bij haar terugkeer hier
ter stede een gezamenlijke betuiging van
aanhankelijkheid tc brengen.
Nader is gebleken, dat dc burgemcostci
zich op het standpunt stelt, dat liet thans
niet dc tijd is voor betoogingen in den vorm
van optochten.
Wil men II. M. dc Koningin bij aankomst
aan liet Staatsspoor-station een groet bren
gen dan is zulks natuurlijk volkomen toe
gelaten.
In verband met het bovenstaande liecft
de Algemeene Nederlandsche Fasclstenbono
een telegram aan den burgemeester gezon
den waarin geprotesteerd wordt tegen het
v erbod van bctoogingen.
INVAL VAN DE POLITIE TE
ROTTERDAM.
Arrestaties bij dc stempellokalen
Pamfletten in beslag genomen.
Zaterdagmorgen liecft de politie een huis*
zoeking gedaan in de lokalen van het P. A.
S. in de Maasstraat tc Rotterdam. Er zijn
een aantal pamfletten in beslag genomen,
die verspreid zouden worden in vcilvind
met een vergadering die Zaterdagmiddag
plaats heeft gehad. De pamfletten werden in
beslag genomen, omdat zij volgens de poli
tic opruiende taal bevatten, o.a. stonden ei
dc leuzen in „Voor gewelddadig Nu" cn
„Indië los van Holland Nu."
Een aantal pamfletten zijn nog bij stenn
pcllokalen verspreid cn bij dit verspreiden
heeft dc politie negen menschcn gearre
steerd, o.w. het R. S. P. raadslid Menist. Dc
aangehoudenen zijn in bewaring gesteld.
EEN VRIENDELIJK VERZOEK VAN
L. DE VISSER.
's-Gravenhagc, 11 Febr. ITct Tweede
Kamerlid L. L. II. dc Visser heeft het vol
gende schrijven tot den voorzitter van de
Tweede Kamer gericht:
„Namens de Communistische Kamerfrac
tie verzoekt ondergcteckcnde dc Tweede
Kamer oogenblikkclijk bijeen Ie roepen ter
behandeling van een door ondergetcckcn-
de te houden spoedintcrpellatie over de
bloedige gebeurtenissen, die zich hebben
voltrokken bij het onderdrukken van den
opstand op de „Zeven Provinciën", waarbij
ondcrgetcckende tevens den eisch zal stel
len oogenblikkclijk vcrblijfstoegang tot In
donesië te krijgen, teneinde een onderzoen
naar de gebeurtenissen tc kunnen instellen,
waarbij hij in de gelegenheid gesteld moet
worden, zich door een advocaat van de In
ternationale Roode ITulp tot bijstand van de
bemanning van dc Zeven Provinciën tc
doen vergezellen."
Onze weerkundigo medewerker schrijft
ons:
De berichten over den inval van een
koudc-golf in Noord-Amcrika hebben voor
ons land een grootere beteekenis, dan zij,
oppervlakkig beschouwd, schijnen te heb
ben. Men kan er niet van zeggen: Amerika
is zoo ver af, dat bet verschijnsel bij ons
geen invloed kan doen gelden. Er is meer
dan dat.
Het is natuurlijk in zekeren zin juist, dat
do koude luchtmassa, die uit het Noord-
poolgebied is losgekomen cn Noord-Ameri-
ka heeft overstroomd, niet rechtstreeks naar
West-Europa zal doordringen. Ook liecft do
sterke afkoeling der laatste dagen, welko
een gevolg is van een uitbraak van koudo
lucjit uit het Noordpool-gebied over Noord-
Europa, niet rechtstreeks met dc koude golf
in Noord-Amcrika te maken, inaar bcido
koudc-invallcn zijn geheel gelijksoortig.
Zij tooncn ons in do eerste plaats aan,
dat het dit jaar roods vroog begint met
voorjuars-invallcn van koudo luclitstroo-
mcn.
In de tweede plaats duiden zij er op, dat
cenerzijds het poolgebied op het oogenblik
een tc-vccl aan daar opgczamcldc lucht
heeft, waarvan nu reeds een gedeelte wordt
afgestooten cn daarbij uit dc gebruikelijke
uitvalspoortcn een weg naar Zuidelijker
breedten zoekt.
Wanneer men deze koudc-invasies op
deze wijze beschouwt, komt men op liet
spoor van het verband tusschen de Ameri-
kunnsche cn Europccsclic koudegolven. Zij
hebben cenerzijds een gemeenschappelijke
oorzaak en zijn anderzijds niets anders dan
een normaal klimatologisch verschijnsel
dat geheel met de algemeene lucht-circu-*
latie op het Noordelijk halfrond samen-*
hangt. In dit stolsel van algemeene lucht-
circulatie neemt het Noordpool-gebied do
plaats in van een reusachtig luchtreservoir,
waarin de uit het Zuiden tocstroomcndo
lucht afgekoeld en opgezameld wordt cn
zoolang bewaard, totdat do buiten dit ge
bied lieerschcndc druk-verhoudingen do af
strooming van oen hoeveelheid koudo lucht
naar liet Zuiden mogelijk maken.
Dc overstrooming van Noord-Amerika
met geweldige massa's koudo lucht kan
voor ons bovendien een andere beteekenis
hebben. Noord-Amerika is n.l. een der drio
groote uitvalspoorten voor het aftappen
van hot poolgebied. Een geweldige over
strooming van dat gebied met koude polairo
lucht bctcekcnt alzoo, dat do poort wijd
geopend is. liet kan niet anders of dit werkt
min of meer ontlastend op den overdruk
in liet Noorden, waardoor bij ons de kans
op zware uitbraken van koudo lucht over
Noord-Europa door do tweede groote uit-
valspoort vermindert. Dat het desniettegen
staande in de laatste dagen toch gekomen,
is tot een vrij belangrijke koudo golf in
Noord-Europa, bewijst m.i. slechts, dat in
hot hoogc Noordon do spanning te groot is.
liet is intusschcn alweer gebleken, dat
het zeer waarschijnlijk spoedig tot lempc-
raluur-stijging in West-Europa zal komen,
want in dc Noordwestelijke gedeelten van
ons wcrclddeol is een nieuwe warme lucht
stroom bezig den kouden polaircn stroom
af te snijden cn zijn doortocht in onze rich
ting to belemmeren .Algemeen wordt dan
ook verwacht, dat dc tempera tuur-val
slechts heel kort zal duren.
Wij zullen in elk geval in dc komende
weken telkens op nieuwe doorbraken van
koude lucht moeten voorbereid zijn omdat
het normale jaargetijde daarvoor nadert cn
dit jaar reeds vroeg zijn voorloopers voor-
uilgczondcn heeft.
(Nadruk vorbodon).
HET MAALPERCENTAGE
VERHOOGD.
Den ITaag, 11 Febr. Van bevoegde
zijde wordt ons medegedeeld, dat in ver
band met de wijziging van dc Tarwct 1931
met ingang van 13 Febr. a s. liet maalpcr-
ccntagc van 23 lot 35 wordt verhoogd.
Woorden waar het hart in is, wekken
Voorklank.
I. Perk.
Geautoriseerde vertaling naar 't Engelsch
van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R. T"
13
Zijn manier van doen, zijn geheele verte
llen, het algeheele gebrek aan eenige be
weegreden, alles pleitte hem vrij; maar,
zooals Kean uit langdurige ondervinding
wist. zou voor dc rechtbank alleen het ge
brek aan beweegreden gelden. Hij had ge
raden, dat Leslie dien Maandagmiddag in
Cynthia's gezelschap had doorgebracht, cn
hij had op haar gerekend voor een afdoend
alibi: daarbij had hij verwacht, op niets
ernstigers te zullen stuiten dan op het rid
derlijke verlangen van den jongen man
haar te sparen. Toen hij begrepen had, dat
Cynthia's getuigenis geen waarde had, bad
hem dat meer ontsteld, dan hij zelfs aan
Fayre had willen bekennen. Zóó diep was
hij in de gedachten, dat hij geheel onver
wachts bemerkte dat dc auto voor rniss
Allen's aardig, schilderachtig oud huis
stond.
Een bulldog kwam langzaam den rijweg
afloopen om hem te begroeten en eenige
terriërs snuffelden aan zijn beenen, terwijl
hij in het weelderig ingerichte salon, waar
heen de meid hem had gebracht, wachtte.
ITet zwakke Maartzonnetje drong door de
openstaande ramen, maar in de voorka
mer, waar hij doorheen was gekomen, wa
ren de luiken gesloten cn hij wist, dat
waarschijnlijk voor alle overige ramen van
het huis de gordijnen gesloten waren. Een
onheilspellende stilte scheen over het ge
heele huis te liggen cn voor de eerste maal
werd hij zicli bewust van mrs. Draycott's
dood.
Tot nu loe had hij zich te veel bezig
gehouden met de gevolgen van den moord,
om zijn gedachten te wijden aan do vrouw,
die toch langer dan een week zijn mede
gast was geweest op Staveley. Nu, in het
huis van haar zuster, werd do tragedie
grooter, cn toen miss Allen hem, somber
naar den zon-overgotcn tuin starend, bij
bet venster zag staan, werd zij getroffen
door zijn treurige houding en zijn doode-
lijk bleek gelaat.
Toen hij zich omwendde en haar scherp
opnam, verbaasde het hem, maar zoo wei
nig te merken van liet groote verdriet,
waaraan hij haar ten prooi dacht. Haar
vol, frisch gelaat stond ernstig cn wat droe
vig, maar het verlies van haar zuster had
haar klaarblijkelijk niet sterk aangegre
pen. Zij begroette hem vrijmoedig en met
een zekere kalme waardigheid.
„Mijn meisje zei, dat u mij wenschtc te
spreken," zei ze eenvoudig.
„Ik bied u mijn verontschuldiging aan,
dat ik u in dezen moeilijken tijd lastig val,
maar ik kom van lady Cynthia Bell. Ze
verleide mij, dat u zoo vriendelijk was baar
te vragen u te komen opzoeken, en zij ver
zocht mij, u haar dank en waardeering
over te brengen. Ik vrees, dat het mijn
schuld is, dat zij geen gebruik maakt van
uw aanbod. Ik... Het is moeilijk mijn tus-
schenkornst te verklaren, zonder een onder
werp aan te roeren, dat, naar ik vrees, pijn
lijk voor u is."
I-Iij zweeg en op zijn gelaat lag hartelijk
medegevoel tc lezen;
„U bedoelt den dood van mijn zuster,"
zcide zij ferm. „Ik ken u heel goed van
noam, sir Edward, en, als u tcrwillo van
Cynthia bent gekomen, is er iets, dat ik u
graag duidelijk zou maken, voordat wij
verder spreken. U hebt waarschijnlijk ge
raden, waarom ik haar wenschtc te zien,
en ik bon blij, dat ik in dc gelegenheid ben
tegen u hetzelfde tc zeggen, als ik haar
wou vertollen, liet is eenvoudig dit: ik ken
John Leslie al geruimen tijd, cn ik ben
geen slecht beoordeelaarster van karak
ters. Ik hen volkomen overtuigd, dat hij
niets mc-t den dood van mijn arme zuster
te maken heeft en, wat meer zegt, ik ben
er practiseli zeker van, dat hij haar nog
nooit ontmoet of ooit iets met haar uit te
staan had gehad."
Nadat zij gezegd had, wat zij op het hart
had, als een waardige verpersoonlijking
van een ongehuwde Kngelsche dame, inet
een kalme, vastberaden uitdrukking op
haar fijn besneden, door weer cn wind ver
ruwd gezicht, kwam Kean tot de slotsom,
dat zij bepaald een goede vriendin cn een
kwade vijandin moest zijn.
„Dat beteekent heel wat voor Cynthia",
zei hij warm, „en uit haar naam dank ik
u zeer. Wat mijzelf betreft, deel ik uw mee
ning volkomen, maar, zooals u weet, moe
ten we menschcn overtuigen, die Leslie
niet kennen, en wij kunnen zijn onschuld
niet bewijzen. Om u de waarheid te zeggen,
kwam ik hier in de hoop, dat u het eep of
ander zou weten, wat ons van dienst zou
kunnen zijn. U zei, dat u er practisch zeker
van was, dat Leslie uw zuster nooit gekend
heeft. Is dat alleen maar een veronderstel
ling?"
„Mr. Leslie vertelde mij zelf, dat hij haar
nooit had ontmoet, toen ik hem over haar
bezoek aan mij sprak, maar," ging zij met
een cenigszins grimmig lachje voort, „dat
is natuurlijk niet voldoende voor uw rech
ters! Maar toevallig vond mijn zuster op
den morgen van haar komst hier een kiek
je van Cynthia en mr. Leslie. Zij herkende
Cynthia van een foto, die zij ergens in een
krant had gezien, en vroeg, wie die aardige
jongeman was, dia bij haar stond. Toen ik
zijn naam noemde, zei ze, dat zij op Stave
ley over hem bad hooren spreken, maar
dat zij hem nooit ontmoet had. Welnu, als
het waar is, wat die dwazen schijnen te
vermoeden, zou John Leslie er wel reden
voor hebben, geheim te houden, dat zij el
kaar kenden, maar voor mijn zuster be
stond en geen bezwaar te zeggen, dat zij
hem kende. Bovendien weet ik door haar
manier van doen heel zeker, dat zij zijn
foto niet herkende."
„Zoudt u mij dat kiekje willen geven,
miss Allen?"
„Het slaat op den schoorsteenmantel
achter u. Houd het maar, als u denkt, dat
liet van nut kan zijn."
„Vergeef mij mijn aandringen," ging hij
voor-t. „Maar zooals u weet, is dc zaak heel
ernstig voor Leslie. Kunt u zich iemand
van vroeger herinneren, die een grief tegen
uw zuster kan gehad hebben?"
Miss Allen aarzelde, haar heldere oogen
keken onrustig.
„Ik doe het best, openhartig tegen u te
zijp/* zei ze eindelijk. U zult waarschijnlijk,
hetgeen ik ga zeggen, bijna ongepast vin
den, maar ik heb nog nooit in mijn leven
om dc waarheid heengedraaid, en ik zal
niets nalaten om dien jongen tc helpen. U
hebt mijn zuster op Staveley ontmoet, ge
loof ik, sir Edward, en ik denk, dat u wel
zult begrijpen, wat ik u zal probeeren te
vertellen. Misschien weet u niet, dat zij
van haar eersten echtgenoot gescheiden
was, en ook van den tweeden zou zijn ge
scheiden, als hij niet net op het kritieke
oogenblik gestorven was. Het is niet pret
tig voor mij, dit te moeten vertellen cn ik
hoop, dat het niet noodig is, cr meer van
te zeggen, maar zoo'n soort vrouw was zij.
Ik vel geen oordeel over haar en veron
derstel, dat het in hoogc mate een kwestie
was van temperament. Zij was als kind
ook verwend. Maar zij was een vrouw, die
nu eenmaal vijanden inocst hebben, zoowel
mannen als vrouwen, en zij had ook eenige
•-roede vrienden. Als haar eerste rnan niet
dood was, zou ik geneigd zijn hem hiervan
de schuld te geven. Ilij was gebroken, toen
zij hem verlaten had, en werd een half
krankzinnig, zwak wezen, dat best in de
bank der beschuldigden had kunnen te
recht komen. Gelukkig is hij gestorven,
maar zij heeft zich in dien tijd vele vrien
den en vele vijanden gemaakt."
„Weet u niemand in het bijzonder?"
drong Kean ijverig aan. „Heeft zij nooit
iets gezegd, dat vermoedens op iemand zou
kunnen werpen?"
Maar miss Allen schudde het hoofd.
(Wordt vervolgd}