^oildagshlci Aniersfoorisch Daghlad De bankcrisis inde Ver. Staten Fa.G.A. BEENHAKKER AUTOMOBIEL-ONDERDEELEN LETTERKUNDIGE KRONIEK VITRAGES - VOILES GORDIJNSTOFFEN Fa. J.W. v. ACHTERBERGH Duizelingwekkende cijfers St. Jorisstraat 4. Tel. 1667 is het adres te Amersfoort voor Let op uw verlichting Schijnwerpers Bumperlampen Gloeilampen uit voorraad leverbaar Vaiiliei K. «7^ „Redding" door Herman Rob bers. (Amsterdam, U. M., „Else vier"). In deze nieuwe lente komt het verkwik kends feit zich aanmelden dat de oude, be proefde romancier Herman Robbers, wiens omvangrijker jeugdwerken reeds een blij vende plaats in onze literatuur innemen en een bepaalde periode Van ons próza, ken merken, plotseling een nieuw, bekoorlijk verhaal heeft geschreven, dat niet alleen spannend is, maar ook zeer dichterlijk ge zien. Het is een idylle, waarvan wij maar aanstonds den inhoud aan onze lezers ver tellen. Een man van middelbaren leeftijd, een •vijftiger, die Herbert Lunting heet, en ef fectenhandelaar is in Amsterdam, krijgt van een vriend gelegenheid zijn vacantie door te brengen in zijn in de duinen ge legen zomer verb ij f. De bedoeling is, dat hij heel alleen zal zijn, zijn eigen huishouding zal doen, zonder eenige liulpverleening, ter wijl zijn adres, zelfs aan zijn te Amster dam vertoevend gezin, geheel onbekend blijft. Want hij heeft zooveel moeilijkheden pn beslommeringen in zijn zaken ondervon den, dat bij nu eens een paar weken met ziin gedachten heel ver weg wil wezen, en geheel aan zichzelf overgelaten. Maar op den avond van zijn aankomst al, blijkt, dat dit 'ideaal niet zal worden ver wezenlijkt. Als hij in het eenzame duin huis binnendringt, met den sleutel, hem door zijn vriend gegeven, blijkt het huis niet eenzaam te wezen, maar bewoond. En door wieDoor een bekoorlijk twintig jarig meisje, dat in doodsangst voor de amoureuze aanslagen van een stiefvader, het ouderlijk huis ontvlucht is, en wan hopig een schuilplaats gezocht heeft in het leege huis, waar zij geen aanstaand bezoek vermoedde. De oude heer gedraagt zich tegenovér het bekoorlijke kind, dat zijn dochter had kun nen zijn, buitengewoon correct. Hij maakt in geen enkel opzicht misbruik van de zeer eigenaardige, en voor een liefdesavontuur hem zeer gunstige situatie. Drie dagen en drio nachten leven beiden in hetzelfde buis, zonder dat er eenig onbehoorlijk ding geschiedt. Wel overleggen zij beiden echter een vlucht van het meisje naar Zwitser land, naar Lugano, waar een harer vrien dinnen woont, die haar op zal nemen. Dat blijkt allemaal nog niet zoo makkelijk te gaan. Er zijn pas-moeilijkheden, cr is de moeilijkheid haar verblijf zoo lang verbor gen te houden, totdat zij veilig en wel in Zwitserland is, want de stiefvader en de moeder, wier huis zij ontvluchtte, zitten haar met de politie achterna. Lunting staat het meisje met raad en daad bij, als een volmaakte ridder. Wanneer dc stiefvader en de veldwachter het huis omsingelen (het is natuurlijk uitgelekt, dat de twee samen in het huis hebben gewoond en aan het wandelen zijn geweest in de buurt), dan vluchten ze, op een geheimzinnige manier. Ze wandelen samen de duinen door, den straatweg op, vinden heel toevallig een auto, die hen naar Amsterdam brengt, van waar het meisje, Grete, als Lunting's doch ter op zijn familiepas over do grens zal trachten te komen Intusschcn blijkt, dat de chauffeur, dien zij op hun weg ontmoe ten, een oude kennis van Greta is, een stu dent, die er de studie aan gegeven had. Deze jonge man tracht het zonderlinge paar eerst naar Amsterdam te brengen; er komt een mankement aan de auto, waardoor zij eenige uren oponthoud ondervinden, en nu vraagt Lunting den chauffeur hen te bren gen naar Arnhem. Maar achter Utrecht stopt dc wagen opeens. De jonge chauffeur, die meent dat hier een „minderjarige wordt ontvoerd," wil geld maken van het geval en tracht den armen Lunting, die zoo blank als dc leliën is, vijfhonderd gulden af te persen, opdat hij de politie zal ontloopen. Lunting en Greta nemen echter een kloek besluit. Zij slappen uit, laten dc aulo terug keeren, en vinden een andere voorbijgaande!! auto, die hen naar het naastbijzijndc station brengt. Zoo komen zij eindelijk in Nijmegen, maar daar krijgen ze nieuwe misère. Greta wordt ziek. Zij moeten eenige dagen in een Nijmeegseh hotel logeeren (chambres sépa- rées) om Greta beter te laten worden, en in die dagen wordt Lunting gekweld door zor gen. Want de politie is overal bezig het ge val na te sporen, en de couranten beginnen cr al over te schrijven. Het is slechts aan toevallige omstandigheden te danken, dat het zonderlinge paar niet in de knip loopt. Door een krijgslist (zij mengen zich in een gezelschap feestgangers, dat in Kleef car naval gaat vieren) smokkelt Lunting zijn zoete buit over de grenzen, en eindelijk le vert hij haar af aan haar vriendin te Luga no, zooals ze van haar moeder gekomen is, ongeschonden. Er volgt na al deze avontuurlijke gebeur tenissen nog een slothoofdstuk. Lunting is haastig uit. Zwitserland teruggereisd. Eerst naar het huisje in de duinen, waar hij zijn wonderlijke ontmoeting heeft gehad, om nog eens 11a te droomen de drie dagen, waarin hij er met Greta heeft geleefd, en dan naar Amsterdam terug, naar zijn vrouw en kinderen. Kloek handelend, roeit hij alle achterklap uit, die hot vreemdsoortige ge val natuurlijk verwekt heeft, en hij licht zijn vrouw in, en zijn kinderen, zóó, dat ze aan zijn goede trouw gelooven. En nu de moraal van het geval. De tien dagen met het jonge meisje door gebracht, zijn niet langs Lunting heen gegaan. Wij zouden haast, wat ondeugend, willen uitroepen: om straffoloos zulk een avontuur te beleven, daarvoor is men, als men vijftig is nog wat te jong! Ilij is na tuurlijk verliefd op haar geworden. Men loopt als man niet met een bekoorlijk meisje van twintig jaar de duinen op, ziet samen zonsondergangen, is den heeien dag in eikaars nabijheid, zonder dat er in ziel en zinnen wat opengaat. Maar deze verliefdheid, zoo kuisch en keurig bedreven, wordt voor Herbert Lun ting medicijn. Dat avontuur was nu eigen lijk het eenige wat hij noodig had om af te komen van zijn somberheden en van het gevoel van voortgejakkerd te worden door zijn zaken. De lentelijke frischheid van Greta verjongt den al ouderenden man volkomen. Ook zonder hevige erupties van passie, geeft deze op een afstand beleefde liefde hem nieuwe veerkracht, en moed, om weer verder te leven. En dat is dan z ij n „Redding." Dit nieuwe verhaal van Robbers is heele- maal niet zwaar en gewichtig gecompo neerd. Het is eigenlijk opgesteld als een detective-roman. Het geheel is verbazing wekkend onwaarschijnlijk, maar de sa menhang der feiten klopt precies. Er is geen enkele technische bizonderheid over het hoofd gezien, geen enkele technische fout gemaakt. Niet voor niets beschikt men over een zoovcel-jarige routine als roman bouwer! Dat het geval 'onwaarschijnlijk is, deert ons in het geheel niet. Integendeel de han- dig-verzonnen ket'en vun gebeurtenissen doet het boek buitengemeen spannend zijn. Ook de nict-litcraire lezer, die oen verhaal alleen pleegt te lezen „om het verhaal", be leeft aan dit boek zijn genoegen. De onwaarschijnlijkheid der gebeurtenis sen deert ons dóórom zoo weinig, wijl de in houd, het innerlijk van dit verhaal, zoo menschelijk is. De gevoelens, die in dit boek tot uiting komen, zijn volkomen door leefd, volkomen te aanvaarden. En er is, ook in dit boek weer, „dc hart-toon" van Robbers. Dat warme, verkwikkende, innige van zijn stem, het heeft Robbers bij het stijgen der jaren niet verlaten. En daarbij geeft dit boek wederom een af zonderlijk plezier aan den literair-techni- schen mensch. Het is zoo raak. zoo handig, zoo vlot geschreven. En door die handig heid heen glanst, in natuurbeschrijvingen en gespreks-schakceringcn vooral, veel pa relende schoonheid. Wij hebben een fundamenteel bezwaar tegen het boek. Het slot-hoofdstuk is over bodig. Die heelc brave, goedmakerij met vrouw en kinderen, do verklaring aan de vrienden, het hoeft er allemaal niet bij, om dat de schrijver den achtergrond van Lun ting's gezinsleven gemakkelijk had kunnen aangeven, zonder zijn ranke idylle op deze wijze te verburgerlijken. Het loopt alles veel te mooi en te braaf en te bestig af. En het publiek zal des schrijvers bedoeling niet be grijpen. Want Robbers bedoelde niet, heele- maal niet, dc karakterschets te geven van oen convcntioneel-brave man. Het eigenlijke drama speelt zich in veel diepere regionen van Lunting's zieleleven af, dan daar waar de burgerlijke moraal vonnist en terug houdt. Er is een onaantastbare, psychische zuiverheid, een geur als van de eerste lente in dit boek bedoeld. En wij hebben, wan neer Herbert Lunting uit Zwitserland terugkomt, heel goed begrepen, dat er eigenlijk een onuitsprekelijk wonder zich tusschen die twee heeft voltrokken. De schrijver komt met zijn laatste hoofdstuk alles bederven. Maar dit kan het feit niet wegwisschcn, dat toch alles wat aan het laatste hoofdstuk voorafgaat, niet alleen als een spannend verzinsel, maar ook als een beeld van weemoedig glimlachende schoonheid blijft leven in onze herinnering. MAARTSCHE ZONNEDAG Een dikke, geelzwarte hommel is door de open ramen de zondoorschenen serre binnen gevlogen en zijn brommende, sonore lente geluid klinkt mij als een verheugende voor jaarsklank tegemoet. Want dit is Maart in zijn volste glorie: stralend zonlicht, dat het gazon in het park voor onze ramen al glan zend groen heeft gekleurd, een merel die af en toe zijn lied laat hooren, heesters, die al beginnen te botten, katjes die hun stuifmeel laten dwarrelen in het licht, hot purperen waas om de iepen van Midlumenveg en En- gclschc tuin, heel dc jonge lente in zijn veel vuldige openbaringen van zon en licht en leven. Maart heeft ook andere dagen genoeg en zij zullen nog wel komen, maar dit is een gloriedag, zooals er in de eerste helft ver schillende4 waren, een dag die Lentemaand inderdaad tot Lentemaand maakt, tot' de maand van het herboren leven, dat nu week op week, ja dag op dag al rijker, voller, veel- zijdigcr zich in blad en bloem, in lied en zang, in kleur en geur, in zon en gloed ont plooien zal. Maart Lentemaand, dat is de milde kanf, dc teere, zonnige, lichte, blijde kant van haar wezen. Er is de andere kant in Meubileering-Westsingel 10-13 derdaad ook, de kant van vorst en sneeuw, van ijzige koude en gure vlagen. En daarvan is de naam Maart, dc Latijnsche naam Mar tins, als het ware het symbool, maand van Mars immers den krijgsgod, den wrecden, feilen, die, al de eeuwen door dc verpersoon lijking van gruwelijk oorlogsleed, van bloed en geweld is geweest. De oude Romeinen wa ren een volk van oorlog, hun hoofdstad Rome was bij uitnemendheid de stad van Mars. En de eerste maand, want dat was Mars oorspronkelijk, van het jaar was aan hem, den strijdgod, gewijd. Oorlogsmaand, zoo zouden we den naam Maart dus het beste in het Hollandsch kun nen vertalen. Maar laten wij 'dan liever strijdmaand zeggen in afschuw van het ge weld der bloedige wapenen en dan aan den strijd denken die in deze maand inderdaad gevoerd wordt tusschen win ter trawanten en lenteboden, tusschen do laatste troepen die de wijkende winter nog aan laat rukken tot een laatsten wanhopigen kamp, en de jonge strijders die de lente begeleiden en die al sterker worden en onweerstaanbaarder het veld behouden zullen naar mate de weken verder gaan. Vandaag is de triomf van de lentestrij ders wel zeker. Deze zon zal vandaag niet wijken voor de klok het uur van zessen bijna genaderd is, déze zachte Zuidenwind zal vandaag het veld niet ruimen voor fel ler vlagen uit het Noorden of Oosten, deze blauwe hemel zal pas verduisteren als de sterren en de lentemaan vanavond weer nieuwe luister aan het uitspansel geven zullen. Dit is de dag der lente, volkomen, onbetwist en de winterlegiocnen zijn verre, al zullen zo nog wel niet voorgoed van deze landen zijn weggevlucht en al is hun op- marsch nog wel to wachten voor de lente voorgoed zal hebben overwonnen. Vandaag is het lentedag, volkomen, onbe twist, in de zonnige serre, waar de hommel gonst tusschen de geurende hyacinthen, waar de sneouwklokjes teer en fijn in een fragiel Lecrdamsch vaasje staan, waar de azalea's van verleden jaar in nieuwe luister bloeien en de roodo tulpen het zonlicht drinken, wijd-open naar het licht, waar de elzenkatjes de guirlandes van goudgeel, bruin en groen wuiven en stuiven, waar een kievit al over de velden strijkt en de mcezen twinkelen tusschen het nog kale hout, waar dc merel roept. De leeuwerik stijgt boven de bouwlanden en de al even groen aangestipte weiden. De hommel is weggevlogen, ik hoor zijn donkere lenteklanken niet meer. Hij heeft het licht weer gezocht van den open he mel en van de vrije zon. Ik ga voor een oogenblik zijn voorbeeld volgen, voorbij xs vandaag de winter, dc lente, de jonge lente roept! A. L. B. 'AMERIKAANSCHE NOTITIES Hoe de Amerikanen verrast werden Rijk en geen geld (Van onzen coiTespondent). Het kwam niet onverwacht, maar toen het gebeurde, verwekte het toch eenige consternatie. Eerst de order van den New Yorkschen gouverneur Lehman voor dezen staat en daarop het besluit van President Roosevelt om het bankwezen over het ge- heele land stil te zetten. Dat liet niet on verwacht kwam, was, omdat de staat Mi chigan drie weken geleden hetzelfde had gedaan en men ongeVeer wist, hoe het daar toeging. Maar iets uit de verte hooren of aan den lijve ondervinden is nog niet het zelfde. Het moratorium der banken in Mi chigan had tot gevolg, dat undere staten geld moesten toezenden en zelf kort in hun contanten kwamen te zitten, en hoe meer staten er toe overgingen, hoe grooter dc druk op New Yoi'k, den geldstaat bij uit nemendheid, werd, zoodat men ten lange leste ook hier in de benauwdheid kwam te zitten. Voeg daar nog bij, dat het publiek er de noodige steenen toe bijdroeg door de posito's op te eischen en geld thuis te be waren, iets, waartegen al door President Hoover met man en macht gestreden is, maar zonder succes. Dat het publiek er toe over ging, was eenvoudig te danken aan het feit, dat men zoo langzamerhand alle vertrouwen in het bankwezen verloren had. Toch is er geen sprake geweest van een paniek of heeft men queues gevormd voor de banken, behalve op j.l. Vrijdagmorgen voor de groote Bowerv Savings Bank, want het is bijkans bovennatuurlijk, hoe gauw een gerucht onder het menschdom bekend wordt. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag kondigde Lehman pas een bank- vacantie af. Het gevolg van dezen plotse- lingen toestand, die aan dc Duitsche „Kriegszustand" van 1914 deed denken, was, dat een groot aantal lieden zich in het zonderlinge parket bevonden van ge noeg geld op de bank te hebben staan cm er weken en maanden van te leven, maar niet eens genoeg geld op zak hadden om er twee dagen van te eten, met het voor uitzicht van zes dagen in die conditie te moeten blijven doorgaan. En meteen kwam er de moeilijkheid bij om biljetten van ecnigszins grootere waarde als een tien tje of een twintig-dollarbiljet te kunnen wisselen. Vooral den eersten dag deed het een beetje aan de paniek van dc eerste Augustusdagen 1914 in ons land denken, toen een Haagsche taxi-chauffeur liever mijn visitekaartje aannam dan een briefje van tien gulden. De catastrophe van ons giro-systeem, eenige jaren geleden, waar bij ook duizenden zich plotseling van hun geld verstoken zagen en maar moesten zien hoe er te komen, is cenigszins te vcr- gelijken met hetgeen wij nu hier beleven. Alleen gaat het hier op veel grooter schaal en is er nergens meer geld te krijgen, ten zij van een goeden vrienden, die van zi.in eigen armoedje wil afstaan. Ik was gis teravond ten eten gevraagd bij een landge noot met eenige andere vaderlanders, on der wie Van Loon, maar het bleek, Jat mijn gastheer pi'ecips ovor 138 centen be schikte en geen kans zag, een fatsoenlijk diner bij elkaar te krijgen, tenzij we ons tevreden wilden stellen met een paar pond aardappelen en enkele uitspruitende uien, dus werd de samenkomst met algemcene stemmen tot nader order uitgesteld, wan neer het een of andere wettige ruilmiddel weer in omloop zou zijn gebracht. Een vriend van me werd op dien gedenkwaar- digen Zaterdagmorgen wakker in het ge lukkige bezit van een heel kwartje. Dat is niets bijzonders; de meeste menschen loo- pen veiligheidshalve met zoo weinig mo gelijk contanten op zak. Ilij nam zijn ont bijt in een restaurant van Childs op het Times Square en betaalde daar twintig cents voor. Wat hij daarvoor kreeg? Een glas uitgeperste sinaasappel, toast en kof fie. Ja, het is goedkoop leven den laatsten tijd, maar dat zal nu wel afgcloopen zijn. Met de eene stuiver, die hem overschoot, nam hij de ondergrondsche naar zijn bank om geld op te nemen voor de komende paar dagen en vond die gesloten. Op het kantoor waren eenige lui, die een dollar per hoofd konden afstaan en op die ma nier kreeg hij nog vijf dollar bij elkaar om de allcrnoodigsle onkosten te bestrijden. Hoe men aan geld kwam. Zooals het gewoonlijk met die dingen gaat, zijn de gefortuneerden met hun groote eredict er beter aan toe dan de minder rij ken, die altijd contant moeten betalen. Dc kranten staan letterlijk vol van voorbeel den, hoe het den menschen vergaan is, en daar zijn gevallen bij, die werkelijk tragi komisch zijn. Op Park Avenue, de duui-ste straat in New-York en waar voor het groot ste deel schatrijke menschen wonen, wist een familie, bedienden incluis, uit zeven personen bestaand, tezamen niet meer dan twee dollar en acht en tachtig centen aan contanten op te diepen. Het zijn juist dc kleinigheden, die zoo halsbrekend zijn: on kosten voor een taxi, haarknippen, sigaret ten, kortom kleine dagelijksche benoodigd- heden, die met klein geld betaald moeten worden. En hoe dat oploopt, weet men zelf ook, vooral wanneer het een kleine week duurt. Den eersten dag was er ook niets met een chèque te beginnen, maar den vol genden dag kwamen alle groote winkels in de stad met een bekendmaking voor den dag, dat zij die wilden accepteeren in goed vertrouwen op hun medemensohen. Zij stel den er echter de noodige voorwaarden aan en wel, dat de koopers zich behoorlijk moes ten kunnen legitimeeren en verder geen grooter bedrag opgaven dan waarvoor zij kochten. Want direct kwamen er duizen den staaltjes van het menschelijk vernuft voor den dag hoe aan geld te komen. Er verschenen bijvoorbeeld reizigers voor de loketten der stations om een kaartje naar een dichtbij gelegen station als Newark of White Plains en die dan een 100 of een 500 of zolfs wel een 1000 dollar biljet ter inwis seling aanboden. Het is jammer, dat men deze lieden niet heeft kunnen aanhouden, omdat zij zonder twijfel behoorden tot de groote categorie menschen, die door het op potten van munten en biljetten een niet onbelangrijk deel hebben bijgedragen tot den scliecven toestand, waarin wij nu ver- keeren. Zelfs deskundigen zullen zich aan geen schatting durven wagen hoeveel rnil- lioenen er op deze manier aan den alge- meenen omloop onttrokken zijn, en zoo hebben gezorgd, dat het geld hoe langer hoe moeilijker te vinden was. Het is natuurlijk heel gemakkelijk, ver wijten te maken, maar na een grondige beschouwing kan men het publiek geen on gelijk geven. Nog was men niet bekomen van den schrik om de eene omvallende bank, of de andere plofte een paar 6traten verder in elkaar. En niet voor zulke heele kleine bedragen ook, maar voor sommen, die in een land als het onze noodlottig zou den geweest zijn. Ik herinner me, dat twee jaar geleden de Bank of United States ten gevolge van speculatie en wanbeheer de deuren moest sluiten, en dienzelfden avond haddon de vertegenwoordigers van de bui- tcnlandsche pers in New-York hun maan- delijksche diner. Wij allen gingen aan het uitrekenen, hoeveel een dergelijk bedrag in ons muntstelsel vertegenwoordigde en welk een uitwerking het in ons eigen land zou hebben, wanneer er een dergelijke krach plaats had De Bank of United States tui melde in elkaar voor een bedrag van 125 millioen dollar en de noodige duizenden inleggers zaten zonder een sou. Had bet een vernietigende uitwerking op het zakenle ven? Absoluut niet! Het was als een steen in een vijver een heftige plons, wat rimpels en dan weer volmaakte kalmte. Dat was ook alweer achter den rug. Wat er verloren ging. Het aantal banken, dat ln de afgeloopen vier jaren over den kop is gegaan en het totaal bedrag aan betrokken geld is zoo duizelingwekkend, dat het in Europa niet dan met een ongeloovig glimlachje ontvan gen kan worden. Van 1 Januari tot 31 De cember 1931 staakten 2290 banken met een totaal inleggeld van $1.759.484.000 hun bet taling, waarvan op den duur 271 weer her-» opond werden met een bedrag van 157.936.000, zoodat ongeveer anderhalf milt liard dollars in één jaar tijds voorgoed vers dwenen waren. De financieele elasticiteit van he»t land is buitengewoon groot, maar, tegen dergelijke schokken is het toch op den duur niet bestand en bij voortgang zou zonder eenigen twijfel het heele systeem zoodanig ondermijnd geworden zijn, dat er veel erger dingen waren gebeurd. Het noodlot heeft gewild, dat de intrede van den nieuwen President juist samenviel met een allei'hachelijksten tijd. Roosevelt heeft vanaf zijn verkiezingscampagne be loofd, dat hij zich zou bepalen tot het ver richten van daden, omdat er een groote noodzaak voor bestond. Hij heeft standvas tig en stelselmatig geweigerd, zich vóór den 4den Maart met ie>ts van zijn voorganger Hoover in te laten en daarvan de verant woordelijkheid op zich te nemen. Maar van af het oogenblik, dat hij den eed als de 32e Presidont der V. S. had afgelegd, heeft hij geen kostbaren tijd laten voorbijgaan, maar is hij direct aan den arbeid getogen tot laat in den nacht en den heelen volgenden Zon dag hetzelfde, waarop Maandag de bank- vacantie over het geheele land werd afge kondigd, die als een verlengstuk kon gel den voor dc New-Yorksche van Lehman sinds Zaterdag. Bijzonder moeilijk is het, een duidelijk beeld van den allerlaatsten toestand te ge ven, omdat die elk uur verandert en, ge lukkig genoeg, in betere richting. Eerst was het plan geweest, om plaatselijk noodgeld, „scrip" geheeten, uit te geven, in dien zin, dat het Clearing House een soort assignaat zou afgeven voor eiken dollar, die een bank bij haar deponeerde. De scripbiljetten zou den du9 geen papieren zonder waarde zijn als de valutadaling destijds in Duitschland liet verschijnen, maar eenvoudig een nieuw 60ort dollars, die niet door goud gedekt zijn. Er bestaan ook plannen om eenvoudig nieuwe bondsbanknoten te drukken, die dat wel zijn, gesteund door de enorme rijkdom men van de Federal Reserve. Hoe dit alles zij, de eenvoudige man op straat wacht met spanning op het moment, dat hij weer iets ln zijn handen kan krijgen, om zijn wel willende vrienden af te betelen en niet zulk een armoedig gevoel te hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13