^oildagshlci
Aniersfoorisch Daghlad
De bankcrisis inde Ver. Staten
Fa.G.A. BEENHAKKER
AUTOMOBIEL-ONDERDEELEN
LETTERKUNDIGE KRONIEK
VITRAGES - VOILES
GORDIJNSTOFFEN
Fa. J.W. v. ACHTERBERGH
Duizelingwekkende
cijfers
St. Jorisstraat 4. Tel. 1667
is het adres te Amersfoort
voor
Let op uw verlichting
Schijnwerpers
Bumperlampen
Gloeilampen
uit voorraad leverbaar
Vaiiliei
K.
«7^
„Redding" door Herman Rob
bers. (Amsterdam, U. M., „Else
vier").
In deze nieuwe lente komt het verkwik
kends feit zich aanmelden dat de oude, be
proefde romancier Herman Robbers, wiens
omvangrijker jeugdwerken reeds een blij
vende plaats in onze literatuur innemen en
een bepaalde periode Van ons próza, ken
merken, plotseling een nieuw, bekoorlijk
verhaal heeft geschreven, dat niet alleen
spannend is, maar ook zeer dichterlijk ge
zien. Het is een idylle, waarvan wij maar
aanstonds den inhoud aan onze lezers ver
tellen.
Een man van middelbaren leeftijd, een
•vijftiger, die Herbert Lunting heet, en ef
fectenhandelaar is in Amsterdam, krijgt
van een vriend gelegenheid zijn vacantie
door te brengen in zijn in de duinen ge
legen zomer verb ij f. De bedoeling is, dat hij
heel alleen zal zijn, zijn eigen huishouding
zal doen, zonder eenige liulpverleening, ter
wijl zijn adres, zelfs aan zijn te Amster
dam vertoevend gezin, geheel onbekend
blijft. Want hij heeft zooveel moeilijkheden
pn beslommeringen in zijn zaken ondervon
den, dat bij nu eens een paar weken met
ziin gedachten heel ver weg wil wezen, en
geheel aan zichzelf overgelaten.
Maar op den avond van zijn aankomst al,
blijkt, dat dit 'ideaal niet zal worden ver
wezenlijkt. Als hij in het eenzame duin
huis binnendringt, met den sleutel, hem
door zijn vriend gegeven, blijkt het huis
niet eenzaam te wezen, maar bewoond. En
door wieDoor een bekoorlijk twintig
jarig meisje, dat in doodsangst voor de
amoureuze aanslagen van een stiefvader,
het ouderlijk huis ontvlucht is, en wan
hopig een schuilplaats gezocht heeft in het
leege huis, waar zij geen aanstaand bezoek
vermoedde.
De oude heer gedraagt zich tegenovér het
bekoorlijke kind, dat zijn dochter had kun
nen zijn, buitengewoon correct. Hij maakt
in geen enkel opzicht misbruik van de zeer
eigenaardige, en voor een liefdesavontuur
hem zeer gunstige situatie. Drie dagen en
drio nachten leven beiden in hetzelfde
buis, zonder dat er eenig onbehoorlijk ding
geschiedt. Wel overleggen zij beiden echter
een vlucht van het meisje naar Zwitser
land, naar Lugano, waar een harer vrien
dinnen woont, die haar op zal nemen. Dat
blijkt allemaal nog niet zoo makkelijk te
gaan. Er zijn pas-moeilijkheden, cr is de
moeilijkheid haar verblijf zoo lang verbor
gen te houden, totdat zij veilig en wel in
Zwitserland is, want de stiefvader en de
moeder, wier huis zij ontvluchtte, zitten
haar met de politie achterna. Lunting staat
het meisje met raad en daad bij, als een
volmaakte ridder. Wanneer dc stiefvader
en de veldwachter het huis omsingelen
(het is natuurlijk uitgelekt, dat de twee
samen in het huis hebben gewoond en
aan het wandelen zijn geweest in de buurt),
dan vluchten ze, op een geheimzinnige
manier. Ze wandelen samen de duinen door,
den straatweg op, vinden heel toevallig een
auto, die hen naar Amsterdam brengt, van
waar het meisje, Grete, als Lunting's doch
ter op zijn familiepas over do grens zal
trachten te komen Intusschcn blijkt, dat
de chauffeur, dien zij op hun weg ontmoe
ten, een oude kennis van Greta is, een stu
dent, die er de studie aan gegeven had.
Deze jonge man tracht het zonderlinge paar
eerst naar Amsterdam te brengen; er komt
een mankement aan de auto, waardoor zij
eenige uren oponthoud ondervinden, en nu
vraagt Lunting den chauffeur hen te bren
gen naar Arnhem. Maar achter Utrecht
stopt dc wagen opeens. De jonge chauffeur,
die meent dat hier een „minderjarige wordt
ontvoerd," wil geld maken van het geval en
tracht den armen Lunting, die zoo blank als
dc leliën is, vijfhonderd gulden af te persen,
opdat hij de politie zal ontloopen. Lunting
en Greta nemen echter een kloek besluit.
Zij slappen uit, laten dc aulo terug keeren,
en vinden een andere voorbijgaande!! auto,
die hen naar het naastbijzijndc station
brengt. Zoo komen zij eindelijk in Nijmegen,
maar daar krijgen ze nieuwe misère. Greta
wordt ziek. Zij moeten eenige dagen in een
Nijmeegseh hotel logeeren (chambres sépa-
rées) om Greta beter te laten worden, en in
die dagen wordt Lunting gekweld door zor
gen. Want de politie is overal bezig het ge
val na te sporen, en de couranten beginnen
cr al over te schrijven. Het is slechts aan
toevallige omstandigheden te danken, dat
het zonderlinge paar niet in de knip loopt.
Door een krijgslist (zij mengen zich in een
gezelschap feestgangers, dat in Kleef car
naval gaat vieren) smokkelt Lunting zijn
zoete buit over de grenzen, en eindelijk le
vert hij haar af aan haar vriendin te Luga
no, zooals ze van haar moeder gekomen is,
ongeschonden.
Er volgt na al deze avontuurlijke gebeur
tenissen nog een slothoofdstuk. Lunting is
haastig uit. Zwitserland teruggereisd. Eerst
naar het huisje in de duinen, waar hij zijn
wonderlijke ontmoeting heeft gehad, om nog
eens 11a te droomen de drie dagen, waarin
hij er met Greta heeft geleefd, en dan
naar Amsterdam terug, naar zijn vrouw en
kinderen. Kloek handelend, roeit hij alle
achterklap uit, die hot vreemdsoortige ge
val natuurlijk verwekt heeft, en hij licht
zijn vrouw in, en zijn kinderen, zóó, dat
ze aan zijn goede trouw gelooven.
En nu de moraal van het geval. De
tien dagen met het jonge meisje door
gebracht, zijn niet langs Lunting heen
gegaan. Wij zouden haast, wat ondeugend,
willen uitroepen: om straffoloos zulk een
avontuur te beleven, daarvoor is men, als
men vijftig is nog wat te jong! Ilij is na
tuurlijk verliefd op haar geworden. Men
loopt als man niet met een bekoorlijk meisje
van twintig jaar de duinen op, ziet samen
zonsondergangen, is den heeien dag in
eikaars nabijheid, zonder dat er in ziel en
zinnen wat opengaat.
Maar deze verliefdheid, zoo kuisch en
keurig bedreven, wordt voor Herbert Lun
ting medicijn. Dat avontuur was nu eigen
lijk het eenige wat hij noodig had om af te
komen van zijn somberheden en van het
gevoel van voortgejakkerd te worden door
zijn zaken. De lentelijke frischheid van
Greta verjongt den al ouderenden man
volkomen. Ook zonder hevige erupties van
passie, geeft deze op een afstand beleefde
liefde hem nieuwe veerkracht, en moed, om
weer verder te leven. En dat is dan z ij n
„Redding."
Dit nieuwe verhaal van Robbers is heele-
maal niet zwaar en gewichtig gecompo
neerd. Het is eigenlijk opgesteld als een
detective-roman. Het geheel is verbazing
wekkend onwaarschijnlijk, maar de sa
menhang der feiten klopt precies. Er is
geen enkele technische bizonderheid over
het hoofd gezien, geen enkele technische
fout gemaakt. Niet voor niets beschikt men
over een zoovcel-jarige routine als roman
bouwer!
Dat het geval 'onwaarschijnlijk is, deert
ons in het geheel niet. Integendeel de han-
dig-verzonnen ket'en vun gebeurtenissen
doet het boek buitengemeen spannend zijn.
Ook de nict-litcraire lezer, die oen verhaal
alleen pleegt te lezen „om het verhaal", be
leeft aan dit boek zijn genoegen.
De onwaarschijnlijkheid der gebeurtenis
sen deert ons dóórom zoo weinig, wijl de in
houd, het innerlijk van dit verhaal, zoo
menschelijk is. De gevoelens, die in dit
boek tot uiting komen, zijn volkomen door
leefd, volkomen te aanvaarden. En er is,
ook in dit boek weer, „dc hart-toon" van
Robbers. Dat warme, verkwikkende, innige
van zijn stem, het heeft Robbers bij het
stijgen der jaren niet verlaten.
En daarbij geeft dit boek wederom een af
zonderlijk plezier aan den literair-techni-
schen mensch. Het is zoo raak. zoo handig,
zoo vlot geschreven. En door die handig
heid heen glanst, in natuurbeschrijvingen
en gespreks-schakceringcn vooral, veel pa
relende schoonheid.
Wij hebben een fundamenteel bezwaar
tegen het boek. Het slot-hoofdstuk is over
bodig. Die heelc brave, goedmakerij met
vrouw en kinderen, do verklaring aan de
vrienden, het hoeft er allemaal niet bij, om
dat de schrijver den achtergrond van Lun
ting's gezinsleven gemakkelijk had kunnen
aangeven, zonder zijn ranke idylle op deze
wijze te verburgerlijken. Het loopt alles veel
te mooi en te braaf en te bestig af. En het
publiek zal des schrijvers bedoeling niet be
grijpen. Want Robbers bedoelde niet, heele-
maal niet, dc karakterschets te geven van
oen convcntioneel-brave man. Het eigenlijke
drama speelt zich in veel diepere regionen
van Lunting's zieleleven af, dan daar waar
de burgerlijke moraal vonnist en terug
houdt. Er is een onaantastbare, psychische
zuiverheid, een geur als van de eerste lente
in dit boek bedoeld. En wij hebben, wan
neer Herbert Lunting uit Zwitserland
terugkomt, heel goed begrepen, dat er
eigenlijk een onuitsprekelijk wonder zich
tusschen die twee heeft voltrokken. De
schrijver komt met zijn laatste hoofdstuk
alles bederven. Maar dit kan het feit niet
wegwisschcn, dat toch alles wat aan het
laatste hoofdstuk voorafgaat, niet alleen
als een spannend verzinsel, maar ook als
een beeld van weemoedig glimlachende
schoonheid blijft leven in onze herinnering.
MAARTSCHE ZONNEDAG
Een dikke, geelzwarte hommel is door de
open ramen de zondoorschenen serre binnen
gevlogen en zijn brommende, sonore lente
geluid klinkt mij als een verheugende voor
jaarsklank tegemoet. Want dit is Maart in
zijn volste glorie: stralend zonlicht, dat het
gazon in het park voor onze ramen al glan
zend groen heeft gekleurd, een merel die af
en toe zijn lied laat hooren, heesters, die al
beginnen te botten, katjes die hun stuifmeel
laten dwarrelen in het licht, hot purperen
waas om de iepen van Midlumenveg en En-
gclschc tuin, heel dc jonge lente in zijn veel
vuldige openbaringen van zon en licht en
leven.
Maart heeft ook andere dagen genoeg en
zij zullen nog wel komen, maar dit is een
gloriedag, zooals er in de eerste helft ver
schillende4 waren, een dag die Lentemaand
inderdaad tot Lentemaand maakt, tot' de
maand van het herboren leven, dat nu week
op week, ja dag op dag al rijker, voller, veel-
zijdigcr zich in blad en bloem, in lied en
zang, in kleur en geur, in zon en gloed ont
plooien zal.
Maart Lentemaand, dat is de milde
kanf, dc teere, zonnige, lichte, blijde kant
van haar wezen. Er is de andere kant in
Meubileering-Westsingel 10-13
derdaad ook, de kant van vorst en sneeuw,
van ijzige koude en gure vlagen. En daarvan
is de naam Maart, dc Latijnsche naam Mar
tins, als het ware het symbool, maand van
Mars immers den krijgsgod, den wrecden,
feilen, die, al de eeuwen door dc verpersoon
lijking van gruwelijk oorlogsleed, van bloed
en geweld is geweest. De oude Romeinen wa
ren een volk van oorlog, hun hoofdstad
Rome was bij uitnemendheid de stad van
Mars. En de eerste maand, want dat was
Mars oorspronkelijk, van het jaar was aan
hem, den strijdgod, gewijd.
Oorlogsmaand, zoo zouden we den naam
Maart dus het beste in het Hollandsch kun
nen vertalen. Maar laten wij 'dan liever
strijdmaand zeggen in afschuw van het ge
weld der bloedige wapenen en dan aan den
strijd denken die in deze maand inderdaad
gevoerd wordt tusschen win ter trawanten en
lenteboden, tusschen do laatste troepen die
de wijkende winter nog aan laat rukken tot
een laatsten wanhopigen kamp, en de jonge
strijders die de lente begeleiden en die al
sterker worden en onweerstaanbaarder het
veld behouden zullen naar mate de weken
verder gaan.
Vandaag is de triomf van de lentestrij
ders wel zeker. Deze zon zal vandaag niet
wijken voor de klok het uur van zessen
bijna genaderd is, déze zachte Zuidenwind
zal vandaag het veld niet ruimen voor fel
ler vlagen uit het Noorden of Oosten, deze
blauwe hemel zal pas verduisteren als de
sterren en de lentemaan vanavond weer
nieuwe luister aan het uitspansel geven
zullen. Dit is de dag der lente, volkomen,
onbetwist en de winterlegiocnen zijn verre,
al zullen zo nog wel niet voorgoed van deze
landen zijn weggevlucht en al is hun op-
marsch nog wel to wachten voor de lente
voorgoed zal hebben overwonnen.
Vandaag is het lentedag, volkomen, onbe
twist, in de zonnige serre, waar de hommel
gonst tusschen de geurende hyacinthen,
waar de sneouwklokjes teer en fijn in een
fragiel Lecrdamsch vaasje staan, waar de
azalea's van verleden jaar in nieuwe luister
bloeien en de roodo tulpen het zonlicht
drinken, wijd-open naar het licht, waar de
elzenkatjes de guirlandes van goudgeel,
bruin en groen wuiven en stuiven, waar
een kievit al over de velden strijkt en de
mcezen twinkelen tusschen het nog kale
hout, waar dc merel roept. De leeuwerik
stijgt boven de bouwlanden en de al even
groen aangestipte weiden.
De hommel is weggevlogen, ik hoor zijn
donkere lenteklanken niet meer. Hij heeft
het licht weer gezocht van den open he
mel en van de vrije zon. Ik ga voor een
oogenblik zijn voorbeeld volgen, voorbij xs
vandaag de winter, dc lente, de jonge lente
roept! A. L. B.
'AMERIKAANSCHE NOTITIES
Hoe de Amerikanen verrast werden
Rijk en geen geld
(Van onzen coiTespondent).
Het kwam niet onverwacht, maar toen
het gebeurde, verwekte het toch eenige
consternatie. Eerst de order van den New
Yorkschen gouverneur Lehman voor dezen
staat en daarop het besluit van President
Roosevelt om het bankwezen over het ge-
heele land stil te zetten. Dat liet niet on
verwacht kwam, was, omdat de staat Mi
chigan drie weken geleden hetzelfde had
gedaan en men ongeVeer wist, hoe het daar
toeging. Maar iets uit de verte hooren of
aan den lijve ondervinden is nog niet het
zelfde. Het moratorium der banken in Mi
chigan had tot gevolg, dat undere staten
geld moesten toezenden en zelf kort in hun
contanten kwamen te zitten, en hoe meer
staten er toe overgingen, hoe grooter dc
druk op New Yoi'k, den geldstaat bij uit
nemendheid, werd, zoodat men ten lange
leste ook hier in de benauwdheid kwam te
zitten. Voeg daar nog bij, dat het publiek
er de noodige steenen toe bijdroeg door de
posito's op te eischen en geld thuis te be
waren, iets, waartegen al door President
Hoover met man en macht gestreden is,
maar zonder succes. Dat het publiek er
toe over ging, was eenvoudig te danken
aan het feit, dat men zoo langzamerhand
alle vertrouwen in het bankwezen verloren
had.
Toch is er geen sprake geweest van een
paniek of heeft men queues gevormd voor
de banken, behalve op j.l. Vrijdagmorgen
voor de groote Bowerv Savings Bank,
want het is bijkans bovennatuurlijk, hoe
gauw een gerucht onder het menschdom
bekend wordt. In den nacht van Vrijdag op
Zaterdag kondigde Lehman pas een bank-
vacantie af. Het gevolg van dezen plotse-
lingen toestand, die aan dc Duitsche
„Kriegszustand" van 1914 deed denken,
was, dat een groot aantal lieden zich in
het zonderlinge parket bevonden van ge
noeg geld op de bank te hebben staan cm
er weken en maanden van te leven, maar
niet eens genoeg geld op zak hadden om
er twee dagen van te eten, met het voor
uitzicht van zes dagen in die conditie te
moeten blijven doorgaan. En meteen kwam
er de moeilijkheid bij om biljetten van
ecnigszins grootere waarde als een tien
tje of een twintig-dollarbiljet te kunnen
wisselen. Vooral den eersten dag deed het
een beetje aan de paniek van dc eerste
Augustusdagen 1914 in ons land denken,
toen een Haagsche taxi-chauffeur liever
mijn visitekaartje aannam dan een briefje
van tien gulden. De catastrophe van ons
giro-systeem, eenige jaren geleden, waar
bij ook duizenden zich plotseling van hun
geld verstoken zagen en maar moesten
zien hoe er te komen, is cenigszins te vcr-
gelijken met hetgeen wij nu hier beleven.
Alleen gaat het hier op veel grooter schaal
en is er nergens meer geld te krijgen, ten
zij van een goeden vrienden, die van zi.in
eigen armoedje wil afstaan. Ik was gis
teravond ten eten gevraagd bij een landge
noot met eenige andere vaderlanders, on
der wie Van Loon, maar het bleek, Jat
mijn gastheer pi'ecips ovor 138 centen be
schikte en geen kans zag, een fatsoenlijk
diner bij elkaar te krijgen, tenzij we ons
tevreden wilden stellen met een paar pond
aardappelen en enkele uitspruitende uien,
dus werd de samenkomst met algemcene
stemmen tot nader order uitgesteld, wan
neer het een of andere wettige ruilmiddel
weer in omloop zou zijn gebracht. Een
vriend van me werd op dien gedenkwaar-
digen Zaterdagmorgen wakker in het ge
lukkige bezit van een heel kwartje. Dat is
niets bijzonders; de meeste menschen loo-
pen veiligheidshalve met zoo weinig mo
gelijk contanten op zak. Ilij nam zijn ont
bijt in een restaurant van Childs op het
Times Square en betaalde daar twintig
cents voor. Wat hij daarvoor kreeg? Een
glas uitgeperste sinaasappel, toast en kof
fie. Ja, het is goedkoop leven den laatsten
tijd, maar dat zal nu wel afgcloopen zijn.
Met de eene stuiver, die hem overschoot,
nam hij de ondergrondsche naar zijn bank
om geld op te nemen voor de komende
paar dagen en vond die gesloten. Op het
kantoor waren eenige lui, die een dollar
per hoofd konden afstaan en op die ma
nier kreeg hij nog vijf dollar bij elkaar om
de allcrnoodigsle onkosten te bestrijden.
Hoe men aan geld kwam.
Zooals het gewoonlijk met die dingen
gaat, zijn de gefortuneerden met hun groote
eredict er beter aan toe dan de minder rij
ken, die altijd contant moeten betalen. Dc
kranten staan letterlijk vol van voorbeel
den, hoe het den menschen vergaan is, en
daar zijn gevallen bij, die werkelijk tragi
komisch zijn. Op Park Avenue, de duui-ste
straat in New-York en waar voor het groot
ste deel schatrijke menschen wonen, wist
een familie, bedienden incluis, uit zeven
personen bestaand, tezamen niet meer dan
twee dollar en acht en tachtig centen aan
contanten op te diepen. Het zijn juist dc
kleinigheden, die zoo halsbrekend zijn: on
kosten voor een taxi, haarknippen, sigaret
ten, kortom kleine dagelijksche benoodigd-
heden, die met klein geld betaald moeten
worden. En hoe dat oploopt, weet men zelf
ook, vooral wanneer het een kleine week
duurt. Den eersten dag was er ook niets
met een chèque te beginnen, maar den vol
genden dag kwamen alle groote winkels in
de stad met een bekendmaking voor den
dag, dat zij die wilden accepteeren in goed
vertrouwen op hun medemensohen. Zij stel
den er echter de noodige voorwaarden aan
en wel, dat de koopers zich behoorlijk moes
ten kunnen legitimeeren en verder geen
grooter bedrag opgaven dan waarvoor zij
kochten. Want direct kwamen er duizen
den staaltjes van het menschelijk vernuft
voor den dag hoe aan geld te komen. Er
verschenen bijvoorbeeld reizigers voor de
loketten der stations om een kaartje naar
een dichtbij gelegen station als Newark of
White Plains en die dan een 100 of een 500
of zolfs wel een 1000 dollar biljet ter inwis
seling aanboden. Het is jammer, dat men
deze lieden niet heeft kunnen aanhouden,
omdat zij zonder twijfel behoorden tot de
groote categorie menschen, die door het op
potten van munten en biljetten een niet
onbelangrijk deel hebben bijgedragen tot
den scliecven toestand, waarin wij nu ver-
keeren. Zelfs deskundigen zullen zich aan
geen schatting durven wagen hoeveel rnil-
lioenen er op deze manier aan den alge-
meenen omloop onttrokken zijn, en zoo
hebben gezorgd, dat het geld hoe langer
hoe moeilijker te vinden was.
Het is natuurlijk heel gemakkelijk, ver
wijten te maken, maar na een grondige
beschouwing kan men het publiek geen on
gelijk geven. Nog was men niet bekomen
van den schrik om de eene omvallende
bank, of de andere plofte een paar 6traten
verder in elkaar. En niet voor zulke heele
kleine bedragen ook, maar voor sommen,
die in een land als het onze noodlottig zou
den geweest zijn. Ik herinner me, dat twee
jaar geleden de Bank of United States ten
gevolge van speculatie en wanbeheer de
deuren moest sluiten, en dienzelfden avond
haddon de vertegenwoordigers van de bui-
tcnlandsche pers in New-York hun maan-
delijksche diner. Wij allen gingen aan het
uitrekenen, hoeveel een dergelijk bedrag in
ons muntstelsel vertegenwoordigde en welk
een uitwerking het in ons eigen land zou
hebben, wanneer er een dergelijke krach
plaats had De Bank of United States tui
melde in elkaar voor een bedrag van 125
millioen dollar en de noodige duizenden
inleggers zaten zonder een sou. Had bet een
vernietigende uitwerking op het zakenle
ven? Absoluut niet! Het was als een steen
in een vijver een heftige plons, wat
rimpels en dan weer volmaakte kalmte.
Dat was ook alweer achter den rug.
Wat er verloren ging.
Het aantal banken, dat ln de afgeloopen
vier jaren over den kop is gegaan en het
totaal bedrag aan betrokken geld is zoo
duizelingwekkend, dat het in Europa niet
dan met een ongeloovig glimlachje ontvan
gen kan worden. Van 1 Januari tot 31 De
cember 1931 staakten 2290 banken met een
totaal inleggeld van $1.759.484.000 hun bet
taling, waarvan op den duur 271 weer her-»
opond werden met een bedrag van
157.936.000, zoodat ongeveer anderhalf milt
liard dollars in één jaar tijds voorgoed vers
dwenen waren. De financieele elasticiteit
van he»t land is buitengewoon groot, maar,
tegen dergelijke schokken is het toch op
den duur niet bestand en bij voortgang zou
zonder eenigen twijfel het heele systeem
zoodanig ondermijnd geworden zijn, dat er
veel erger dingen waren gebeurd.
Het noodlot heeft gewild, dat de intrede
van den nieuwen President juist samenviel
met een allei'hachelijksten tijd. Roosevelt
heeft vanaf zijn verkiezingscampagne be
loofd, dat hij zich zou bepalen tot het ver
richten van daden, omdat er een groote
noodzaak voor bestond. Hij heeft standvas
tig en stelselmatig geweigerd, zich vóór den
4den Maart met ie>ts van zijn voorganger
Hoover in te laten en daarvan de verant
woordelijkheid op zich te nemen. Maar van
af het oogenblik, dat hij den eed als de 32e
Presidont der V. S. had afgelegd, heeft hij
geen kostbaren tijd laten voorbijgaan, maar
is hij direct aan den arbeid getogen tot laat
in den nacht en den heelen volgenden Zon
dag hetzelfde, waarop Maandag de bank-
vacantie over het geheele land werd afge
kondigd, die als een verlengstuk kon gel
den voor dc New-Yorksche van Lehman
sinds Zaterdag.
Bijzonder moeilijk is het, een duidelijk
beeld van den allerlaatsten toestand te ge
ven, omdat die elk uur verandert en, ge
lukkig genoeg, in betere richting. Eerst was
het plan geweest, om plaatselijk noodgeld,
„scrip" geheeten, uit te geven, in dien zin,
dat het Clearing House een soort assignaat
zou afgeven voor eiken dollar, die een bank
bij haar deponeerde. De scripbiljetten zou
den du9 geen papieren zonder waarde zijn
als de valutadaling destijds in Duitschland
liet verschijnen, maar eenvoudig een nieuw
60ort dollars, die niet door goud gedekt
zijn. Er bestaan ook plannen om eenvoudig
nieuwe bondsbanknoten te drukken, die dat
wel zijn, gesteund door de enorme rijkdom
men van de Federal Reserve. Hoe dit alles
zij, de eenvoudige man op straat wacht met
spanning op het moment, dat hij weer iets
ln zijn handen kan krijgen, om zijn wel
willende vrienden af te betelen en niet zulk
een armoedig gevoel te hebben.