Ook Amersfoort biedt
Wat mee elders ziet!
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
KUNSTENAARS IN NOOD
Het Porceleinhuis
N. H. BERGER [T*,
WASCHSTELLEN
Woensdag 29 Maart 1933
31e Jaargang No. 232
CONGRES TE
Allerlei categorieën
spreken zich nit
Langestraat 2 - Tel. 525
Fa. KALLEVEEN
f 1.95
PRIMA TOILET-EMMERS
0.90
Zuidsingel 69
UURWERKEN
De roorie Vulpenhouder
Een interessante uiteenzetting
van Jo Sternheim betreffende
den toestand van ons
tooneel
Amsterdam. Zaterdag en Zondag is
een congres gehouden van kunstenaars on
der het motto „Congres Kunstenaars in den
crisis". Aan dit congres namen deel de vol
gende organisaties: vcrceniging „Do Onaf-
liankelijkcn". De Socialistische Kunstenaars
Kring, Xed. Tooneel Kunstenaars Verecni
ging, Links Richten (afdeelingen Amster
dam en Utrecht), de Architectengroep 1932,
Ned. Fed. Beeldende Kunstenaars, Amster-
damsche en Iiaagsche Federaties van beel
dende kunstenaarsverenigingen^ Bond van
Koordirigenten, Ver. van Concertzangeres
sen en de Haagsche Kunstkring.
Door den heer Paul F. Sanders werd het
congres geopend namens een comité van
actie. Spreker hoopt dat dit congres zal
komen tot een vast program \an actie op
een basis van realiteit.
Hij verwacht dat de nooden van de colle
ga's over de grenzen van ons land ook niet
uit het oog zullen worden verloren.
In het pracsidium werden nog na eenige
discussie benoemd. Paul F. Sanders, J. Bot,
Ger Gerrits, H. F. Boot, Maurits Dekker,
Joh. F. Keja, Marie Hamel, Jos. II. Gos-
schalk, Henk Mastenbroek, A. Bleekrode,
Chr. Lcbeau, P. Vreugde, F. Warfenius,
Alex Boolcman en Alex Wins. Een voorstel
om een cerc-comité te benoemen werd om
verschillende redenen afgeraden.
Begroet werd met levendig applaus de
Duitschc schrijver Ge org Herrmann,
die eenige begroetingswoorden sprak.
Onder do ingekomen stukken was een
motie van den Soc Kunstenaars Kring,
waarin uitgesproken wordt dat dit congres
protesteert tegen de vervolgingen waaraan
In den laatstcn tijd tal van kunstenaars van
vooruitstrevende richting of joodschen bloe
de zijn blootgesteld. Dit protest zal worden
opgezonden aan het Duitsche gezantschap
en ter kennis worden gebracht aan de we
reldpers en het Instituut voor Internationa
le Intcllectucelc Samenwerking. Deze moiie
werd met bijna algemene stemmen aange
nomen.
Beeldende
de crisis.
kunstenaars in
Hierna werd door den heer H armen
Meurs, van de Vcrceniging Beeldende
Kunstenaars een referaat gehouden over:
„beeldende kunstenaars in den crisis".
Spreker is van meening dat kunst en sa
menwerking niet te scheiden zijn. Door het
kapitalistische stelsel zijn de producenten
afhankelijk van de bezitters. Do kunste
naar is afhankelijk van de luimen van zijn
opdrachtgever.
Spreker zet uiteen, dut dc kunsthandel
veel invloed heeft gehad op do samenstel
ling van verschillende verzamelingen, ook
van Rijk cn Gemeente. In geen enkel mu
seum bestaat een verzameling, die een over
zicht geeft van een zeker tijdperk. Het zijn
veelal collecties van die kunstenaars, die-
door den kunsthandel naar voren werden
gebracht. Dc gelden die door gemeenten er.
Rijk uitgetrokken worden voor de kunst
komen niet tot hun recht. De kunstenaars
zelf moeten in het besteden van dit geld tc
zeggen hebben. Spreker klaagt dat rle jeugd
niet in de kunst wordt opgevoed Ook hier
in behooren de kunstenaars zeggenschap tc
krijgen.
Spreker betoogt voorts dat door Rijk en
gemeentebesturen op hun begrootingen
groote sommen behooren te worden go
bracht om kunstenaars aan het werk te
stellen. Door de kunstenaarsverenigingen
moet daarop zeer sterk aangedrongen wor
den.
Op dit referaat volgde discussie. Voorstel
len die in verband hiermedo werden ge
daan, zullen later behandeld worden.
De musici.
Hierna kreeg- bet woord de heer Frans
II a n n c in a namens de musici.
Op het gebied van de muziek moet 110;
veel gebeuren. Bij de massa moet het mu
ziekbegrip meer aangemoedigd worden. Ook
dienen meer subsidies gegeven te worden
aan muziekinstellingen. Een opera kan bij
voorbeeld niet in stand blijven door parti
culiercn.
Zoo'n instelling dient gesteund tc worden
door den Staat. Ook de radio-omroep cischt
verbetering, daar velen daarin een bestaan
zouden kunnen vinden.
Voorts wcnscht spreker een uitschakeling
van impresario's, zoo mogelijk internatio
naal.
Tenslotte gelooft spreker dat een perma
nente commissie in het leven behoort tc
worden geroepen die in overleg kan treden
met de regeering cn andere lichamen tot
verbetering van den toestand, waarin de
kunstenaars, die toch dc dragers zijn van
de cultuur, verkeeren.
Na debat over dit referaat werd het con
gres verdaagd tot 's avonds.
Architecten en kunstnij\eraars.
Dc avondzitting stond onder presidium
van den heer J. Bot, die na de opening het
woord gaf aan den heer ir. J. B. van
Loghcm uit Rotterdam voor het houden
van zijn referaat voor de groep architecten
en kunstnij veraars.
Spreker wijdde een uitvoerige beschou
wing aan het nut cn dc noodzakelijkheid
voor den kunstenaar van het dialectisch
materialistisch denken en aan de opvoering
van dc kameraadschap cn dc samenwerking
in den strijd, dio leiden moet naar den op
bouw van een hetere samenleving.
Voor de architecten zag spreker thans als
taak cn plicht het scheppen van nieuwe,
eenvoudige en gezonde woonwijken voor dc
arbeiders; voor de kunstnij veraars het
scheppen van een eenvoudige, kunstzinnige
woninginrichting. Concentratie op sterk
doorgevoerde nuttigheid zal den kunstenaar
zeker bevrediging kunnen bieden.
De nood der literatoren.
Na een kort debat volgde hierna, voor dc
groep letterkundigen, een referaat van den
heer Jcf Last, die, verwijzend naar een
artikel van Prof. Goldschmid, waarin deze
de nood der Duitsche letterkundigen be
spreekt, betoogde dat ook in ons land van
pen dergelijkcn nood gesproken kan wor
den. De jonge letterkundigen hebben hun
laden vol manuscripten, van uitgeven van
hun werken is in deze economische crisis
geen sprake meer.
Niet alleen de crisis is verantwoordelijk
voor den nood onder de schrijvende kun-
tenaars; zelf hebben zij ook een groote
schuld op zich geladen. Van den staat in
zijn huidige constellatie kan voor den kun-
Goud - Zilver - Brillen
Solide reparatie-inrichting;
Speciaal adres voor
T ANTIEKE KLOKKEN
Prijzen zeer billijk.
hu
stenaar niets verwacht worden. Duidelijk is
dat er een gemeenschappelijke basis moet
zijn voor de consumptie van kunst. Gestre
den moet worden voor goed volksonderwijs,
voor goede volkshuisvesting, legen fascisme
cn imperialistische oorlogen. Slechts van de
sociale revolutie, waarin voor den kunste
naar een groote taak is weggelegd, kan de
oplossing der problemen verwacht worden.
Ook dit referaat gaf tot discussie aanlei
ding.
De zitting van Zondag.
Zondag werd het congres voortgezet.
De heer M. L. B 1 i tz van de groep Kaba-
retartisten hield het eerste referaat. De
maatschappelijke positie welke bij behooren
te nemen, is hun tot op heden totaal
onthouden, en de heerschnnde crisis wreekt
zich het eerst op hen. Een wettelijk geregel
de ziekte- en ongevallenverzekering bestaat
niet, evenmin als ouderdomspensioen. De
toevoer uit het buitenland is zeer groot.
De regeering kan ons werkverruiming ver
schaffen door op te treden tegen impressarii
die zich niet ontzien don Hollandschen
Kleinkunstenaar vrijwel uit te sluiten. De
door den Minister in het leven geroepen
commissie van advies kan een stap in de
goede richting zijn, indien niet, zooals zoo
vaak bij dergelijke commissies, alles od dc
lange baan wordt geschoven.
Tooneel on verbetering daarvan.
Een belangrijk referaat hield daarop de
heer Jo Sternheim (Tooncelkunstenaar), die
het woord voerde in opdracht van de Neder-
landsche Tooneelkunstenaarsvereeniging.
Uitvoerig besprak hij de slechte tocstan
den van het tooneel in binnen- en buiten
land. Uit alle landen komen jobstijdingen
tot ons. Buiten dc wereldcrisis zijn er an
dere beletselen, die dc positie van het too
neel in gevaar brengen. Aan het vormen
van een repertoire met geestelijke waarde
wordt niet meer gedacht, do werktijden zijn
ongelimiteerd, de sociale voorzorg is vrij
wel een vergeten zaak geworden, aan een
pensioensfondsstoi ting onttrekt zich menig
directeur.
Bedriegen de voortcekcns niet, dan zal dc
intercommunale subsidicering tusschen de
groote gemeenten aan het einde van dit
Op 1 April zal van de werf te WÜhelmshafen van stapel loopen de niou-
we Duitsche pantserkruiser B, dia ingcvolgo het verdrag van Versailles,
ccn waterverplaatsing heeft van 10.000 ton. Het schip is uitgerust met Diesel
motoren.
seizoen een einde nemen. Spreker vertrouwt
dat de gemeente Amsterdam begrijpt, wat
liet tooneel noodig heeft. Spreker komt tot
dc volgende conclusie:
Tooncelspeclkunst is een volkskunst. De
staat heeft dc taak deze kunst te bescher
men, moreel, organisatorisch en financieel.
Ir,r komo ccn staatscommissie voor het
aststellen der concessies of privileges
waarop het geoorloofd zal zijn een tooneel
onderneming le beginnen.
Een wettelijk beschermd tooneclcontract,
opgemaakt in overleg met een vakbond,
stelle rechten en plichten van gcengagcerden
en ondernemers vast, Dc opleiding van too-
neolspelers zal komen onder Staatstoezicht
en met Staatssubsidie.
Een gedifferentieerde vermakelijkheids
belasting worde geheven ondcrscheidelijk
voor het culturcelc en het amusementstoo-
ncel, gelijk voor het gchcclo land.
Er wordt opgericht met staatssteun een
jcugdlooneel voor dc daarvoor in aanmer
king komende carcgorieön, leerlingen tus
schcn 14 cn 20 jaar.
Er wordt gevormd ccn subsidicfonds waar
aan deelnemen de slaat der Nederlanden cn
de groote steden.
De uitwisseling der gezelschappen ge
schiedt met de verschillende steden op
grondslag van wederkeerigheid.
Do opbrengst der rijksvcrmakelijkhcids-
belasting zal in nader te berekenen percen
tage tusschen staat en steden verdeeld wor
den.
Zoolang geen definitieve regeling tot
stand gekomen is, verlccno do staat hij het
ingaan van het seizoen 1933 cn 1934 een
crediet van 50.000 gulden en de gemeente
Amsterdam van 75.000 gulden om daarmede
dc dreigende vernietiging van noodlijdende
gezelschappen te ondervangen.
Een levendico gcdachtenwisseling volgde
In de middagzitting sprak Piet lvoo-
m e n over den „Kunst-journalist" en Joris
I v e n s besprak de posiiie van den kunste
naar in de Sovjet-Unie.
Daarna hield Paul F. Sanders een
algemeen referaat, waarin hij de taak er»
do plaats van den kunstenaar in de maat
schappij trachtte te schetsen. Hij is een
9
maatschappelijk aanhangsel, een stuk luxe,
en evenals do intellectueel volkomen afhan
kclijk van de willekeurige plaats die do
bezittende klasse hem toekent. Wij vech
ten in de eersto plaats om arbeid cn
dienen onze actie te voeren voor allo kun
stenaars gemeenschappelijk.
Ook hierop volgde levendige discussies.
A
Een resolutie
In de avondvergadering werd de volgen
de resolutie aangenomen:
„Het Congres constateert, dat in alle
takken van kunst en nijverheid een
zoodanige noodtoestand heerscht, dat
dc kunstenaars cn hun kunst door vol
komen ondergang bedreigd worden, in
dien niet ten spoedigste zoodanige
maatregelen genomen worden, dat ten
minste in den eersten nood waar het
geld ter ondersteuning van kunstenaars
in Nederland aanwezig is voorzien
wordt.
Het congros constateert verder, dat
deze toestand onmiddellijk samenhangt
motden cconomischen noodtoestand
van de overgrootc meerderheid der Ne-
dcrlandsche bevolking cn dat een af
doende verbetering in den noodtoestand
•der kunstenaars slechts mogelijk is bij
een intensieve verheffing van het cul-
turccle en economische peil der massa.
Het is daarom de taak dor kunste
naars met dc intellectucelen cn de ar
beidersklasse den strijd te voeren voor
die verheffing.
Het Congres besluit onmiddellijk ac
tie en strijd in to zetten voor do ver
betering van die wantoestanden en
doorvoering van die partioele eischen,
welko in het Congres naar voren zyn
gekomen en opdracht te geven aan een
Commissie van Actie, teneinde die
eischen te formulecren en de middelen
tc zoeken en aan te wenden, welke tot
hun verwezenlijking kunnen voeren.
Tenslotte besluit het congres maat
regelen te nemen ter bestendiging van
dc op dit congres gelegde banden."
In het Comité van Actie is een aantal
kunstenaars gekozen, die de verschillende
kunstuitingen vertegenwoordigen.
IN EEN RESERVOIR KOKEND WATER
GEVALLEN.
Dongen, 28 Maart. Vanmorgen is de
heer A. F., adjunct-directeur der coöpera
tieve stoomzuivelfabriek in een reservoir
met kokend water gevallen. Met ernstige
brandwonden overladen is hij naar het St.
Elisabeth's gasthuis overgebracht. Zijn too*
stand is zorgelijk.
Naar 's mcnschen gemoed neemt alle ding
zijn bceldc. COORXHERT.
Geautoriseerde vertaling naar 't Engcisch
van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R.
51
Zij was een aantrekkelijke vrouw
en voldoende comediantc, om een heel
aardige cn roerende scène op touw te zet
ten, als zij hem had willen opzoeken,
om de liefhebbende moeder te spelen. Ik
twijfel er niet aan, of zij zou hem cindehjk
gevonden hebben, en zij wist, dat ik dat niet
wilde riskeeren. Daarom veranderde ik zijn
naam, cn paste er goed op, niet openlijk te
vertellen waar hij was. U moet bedenken,
dat zij mij verfoeide cn, afgezien van hot
geld, zou zij volkomen in staat zijn geweest
uit louter kwaadaardigheid naar den jon
gen toe to gaan en hem le kwellen."
„Zij zou zich toch zeker niet verlaagd
hebben tot geld afpersen?" wierp Fayre
tegen.
Hij had mrs. Draycott niet mogen lijden,
en alles, wat luj sindsdien van haar ge
hoord had, was m haar nadeel geweest,
maar hij vond het moeilijk le gelooven, dal
wn zuster van miss Allen zoo diep zou
hebben kunnen zinken, dat zij zich aan af-
perscrij zou hebben schuldig gemaakt.
„Ik weet. waaraan u denkt," merkte
Gregg scherpzinnig op. „Zij w as van goede
familie en werd volgens de opvattingen
van haar stand groot gebracht, maar ge
loof mij, als een vrouw zich eenmaal op
liet hellende vlak bevindt, wordt zij vrij
wel ongevoelig voor wat zij doet. Ik geef
u mijn woord, dat, hoe groot de schok ook
voor mij was, toen ik liaar dood vond, dat
minder indruk op mij maakte dan dc ont
dekking dat zij miss Allen's zuster was.
Ik besefte toen voor het eerst, uit wat voor
familie zij was voortgekomen, en ik gaf
mij bijna bloot, zoo verbaasd was ik.
Vreemd genoeg bad ik, niettegenstaande
den naam, hen nooit met elkaar in ver
band gebracht."
„U zei, dat. u mrs. Draycott in hei oog
hieldt. Bedoelt u daarmede, dat u betrek
kingen onderhield met een van haar ka
meraden? Ik behoef u niet tc vertellen, dat
wij nog steeds zoeken naar een motief voor
de misdaad."
„Ik vrees, dal ik u daarmee niet kan
helpen," antwoordde Gregg openhartig.
„Er was een oude meid van Laar, die mo
demaakster werd cn waar zij steeds heen
ging als zij iets noodig had. Ik geloof, dat
zij ook ccn regeling met haar had getrof
fen, om dc japonnen, die zij niet meer
droeg, voor haar te verkoopen. Ik ging die
vrouw nu cn dan opzoeken en zij vertelde
mij telkens het laatste nieuws van mrs.
Draycott. Zij werkte wel voor haar, maar
zij had geen reden van haar te houden, en
zij hield van den jongen en was bereid al
les voor hern te doen wat hem ten beste
kon komen. Maar zij zag mrs. Draycott
maar bij tusschenpoozen, en kende nie
mand van de mcnsclien, met wie zij om
ging"
„Kunt uzelf niet iemand bedenken, die
ccn grief tegen haar had?"
„Er moeten cr heel wat zijn geweest,
maar ik weet niemand m het bijzonder.
Ik heb u verteld, wat voor reden ik bad
uit baar klauwen ie blijven. Bij mij lukte
liet haar niet, maar bij anderen slaagde
zij waarschijnlijk wel. Er waren redenen
genoeg, als u die moet hebben."
„Afperserijzei Fayre nadenkend. „Tiet
lijkt ongelooflijk, maar het kan mogelijk
zijn. In dat geval zouden cr een zeker soort
brieven bij haar stukken moeten zijn."
„Die zijn nu allemaal in handen van
miss Allen," zcide Gregg. „En wat meer
zegt, zij is in de stad. Zij heeft enkele din
gen nagekeken, die haar zuster op een
bank in bewaring liad, cn zij schreef mij
gisteren, dat er eenige oude brieven van
Baxter bij waren, waarvan ze dacht, dat
ik ze graag zou willen hebben, en zij
bood aan ze mij te zenden. Uit het een of
ander, dat zij vond, maakte zij op, dat ik
wist, waar dc jongen was, cn zij stelde
voor over te maken wat haar zuster aan
geld had nagelaten. Zoo eerlijk als goud
is miss Allen, en ik heb haar geschreven,
om haar tc bedanken. Ilct schijnt, dat zij
tot nu toe altijd heeft gedacht, dat hij bij
familie van Baxter was. U zoudt haar
kunnen opzoeken, maar zij is cr niet ie
mand naar, om iets ten nadeel e van haar
zuster te vertellen."
„Ik ga morgen bij haar op bezoek, maar,
zooals u zegt, is het eigenlijk geen onder
werp, dat aangeroerd kan worden."
De moed begaf hem, toen liij aan de
brieven dacht, die miss Allen, naar zij hem
verteld had, verbrand had, cn aan de he
vige blos, die haar overtogen had, toen zij
er over sprak.
Gregg knoopte zijn jas dicht en maakte
zich gereed tc vertrekken.
„Ik heb u alles verteld, wat ik weet", zei
hij. „Maar ik betwijfel het, of u er iets aan
hebt. Er is nog iets, dat u misschien wel
do moeite waard zult vinden, na te gaan.
Iemand, dien ik ken, zag mrs. Draycott in
1920 in Parijs, drie jaar nadat zij met Dray
cott gehuwd was. Draycott was toen in
Egypte en zij was met een man, wiens iden
titeit die vriend van mij, Lloyd, niet kon
vaststellen. Hij was een oude vriend van
Baxter cn wist, dat ik er niets op tegen
zou hebben, vat op haar te krijgen en
daarom volgde hij hen op zekeren avond,
nadat hij hen drie of vier keer ontmoet
had, naar liun hotel; maar haar naam
stond niet in het vreemdelingenbock, cn de
man kon hij niet opsporen. Hij geloofde,
dat zij daar onder een valschen naam lo
geerden. Ik bewaarde zijn brief, in dc
hoop, dat ik er haar mee zou kunnen drei
gen, als wij ooit tegenover elkander zouden
komen te staan. Ik vertel u dit voor wat
het waard is, en ik zal Lloyd's adres voor
u opschrijven en een briefje meegeven
om tc vragen, of hij u vertellen wil,
wat hij er van weet als u denkt, dat het
de moeite waard is, hem cr voor op
to zoeken. Maar ik waarschuw u, dat hij
niet veel weet. Toch is het mogelijk, dat,
als zij met dien man naar Parijs -is go
weest, zij hem later do duimschroeven
heeft aangelegd."
Hij krabbelde een adres op den achter
kant van een kaartje cn lcgdo het op ta
fel neer.
Fayre nam het op en legde het in zijn
zakboek.
„Alles is de moeite waard in het stadi
um, waarin de zaak nu verkeert," gaf hij
ten antwoord.
Aarzelend overwoog hij zijn volgenden
zet. Gregg's opvliegendheid kennend, vond
hij het heel moeilijk de vraag, die hem op
do lippen zweefde, zoodanig te stellen, dat
dc ander, die niet dadelijk als een beleedi-
ging zou opvatten, maar hij wist ook, dat
hij hem niet kon laten gaan, eer hij het
antwoord wist.
„Ik wou, dat u mij nog één ding vertel
de," zei hij eindelijk.
„Kom er maar mee voor den dag. Ik ben
niet van jilan weer boos te worden, als u
daar soms bang voor bent," antwoordde
Gregg met ontstellende intuitie.
„Kunt u mij vertellen, wat u vanaf zes
uur gedaan hebt op den avond van den
moord? Ik heb cr een gocdo reden voor
dat to vragen.
Gregg keck uiterst verbaasd, toen lach
te hij grimmig.
„De duivel hale u. U weet zeker alles al,
is het niet? Het was zoowat vijf uur, toen
ik het huis verliet, cn ik wed, dat u daar
volkomen van op de hoogte bent, dat ik re
gelrecht naar Stockley's garage te Whit-
bury ging en een auto huurde. De mijne
liep niet. U hebt hard gewerkt, mr. Fayre,
en ik laat mc villen, als u al niet weet,
dat ik naar dc Willow-hoeve ging voor
een bevalling. Maar ik zal het geheelo pro
gramma voor u afwerken. Ik haalde de
auto ongeveer om half zes hij Stockley
vandaan cn ging regelrecht naar do Ham
monds, dat. wil zeggen de Willow-hoeve.
Ongeveer drie mijlen van Whitbury ligt,
naar u al of niet weet, een klein dorpje
op den weg naar Besley. Daar reed ik
doorheen, toen een jongen uit een van de
huisjes kwam rennen en mij iets toe
schreeuwde.
(Wordt vervolgd)