DE NIEUWE KOERS BIJ LANDBOUW J. A.SCHOTERMAN ST. EMILI GEVESTIGD I87S U7R.STRAA T17 1928 perflesch f 1.45. pst anker f58. BeldanopNo.42 A. H. VAM MIEUWKERK N.V. BEZWAREN IN DE KAMER ^ogeüjkSieid van willekeur IS HET WEER TE KOUD? Hebt U een Taxi of Auto noodig? NOVEMBER 1918 WIJNHANDEL Onze Postvliegers onderweg J B. SCHOOLEMAN PRIMA ENGELSCHE EETKAMER Ko&'Êe Beeksfr. 6 Te!. 543 BeekensUaan 10 COMPLETE MEUBILEERING IS MODELKAMERS HUMORHOEKJE Inschakeling van den Economischen Raad verlangd Blijkens het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer over het wetsontwerp tot verlee ning van bevoegdheden tot het nemen van buitengewone maatregelen in het belang van den landbouw, bestond er bij zeer vele leden ernstig bezwaar tegen, dit ontwerp nog in deze zitting lot afdoening te brengen. In de eerste plaats valt naar hun meoning hetgeen hier wordt voorgesteld ver buiten het kader, waarbinnen na de ontbinding der Kamer samenwerking tussclien haar en de regeering nog mogelijk is. In de tweede plaats verzetten naar hun oordeel ook rede nen van practi6chen aard zich tegen een ver dere behandeling van het ontwerp op dit oogcnblik. Hier is niet sprake van een inci- dcnteclen maatregel tot steun aan een be paalden tak van bedrijf. Het ontwerp brengt een geheel nieuwe methode van het bestrij den van de gevolgen van de economische crisis voor den landbouw. Het houdt het kader in voor een Regeeringsprogram op dit gebied voor een min of meer langdurige pe riode. Het kan toch geen enkel nut hebben, zulk een kader vast te leggen en het daarin passende program te bespreken op een tijd stip, waarop geen enkele zekerheid bestaat omtrent de denkbeelden van hen, die binnen korten tijd het tegenwoordige kabinet zullen vervangen. Vele leden hadden aanvankelijk overwe gende bezwaren tegen het verleenen van zoo groote bevoegdheden, als hier gevraagd aan de Uitvoerende Macht. Vrijwel alles wordt overgelaten aan het goedvinden van de Ad ministratie. hjkens elders opgedane erva ring opent dit de mogelijkheid van willekeur in allerlei vorm. Deze kwade kans, welke aan schier elke intensieve besnoeiing der Overheid met het economische leven verbon den is, zou aanvaard moeten worden, indien zou vaststaan, dat een ingrijpen, als in het ontwerp wordt beoogd, gebiedend noodzake lijk is. Daarvan waren zij echter voorshands niet overtuigd. Naar hun mcening mist het ontwerp, dat als geheel bezien economisch halfslachtig is en in de ondcrdeelen teeke nen van slordigheid en oppervlakkigheid vertoont, zoozeer de kenmerken van ernstig beraad en "deugdelijke voorbereiding dat uit het feit zelf, dat zulke ingrijpende bepalin gen worden voorgesteld, allerminst tot de noodzakelijkheid van het tot stand komen dier bepalingen kan worden geconcludeerd. Andere leden meenden in elk geval in de tegenwoordige zeer bijzondere omstandighe den aan theoretische bezwaren van dezen aard geen overwegende bcteekenis te mogen toekennen. Ook waren er leden, die meenden, dat een oplossing gevonden zou kunnen worden in dezen zin, dat aan de wet een betrekkelijk korte geldigheidsduur, bijv. van 9 maanden, wordt gegeven. Sommige legen zagen ook in de financieele regeling, welke het ontwerp bevat, een ver korting van de bevoegdheden der Staten- Generaal, welker budgetrecht zij door de voorgenomen fondsvorming ernstig aange tast achtten. Algemeene regeling had reeds vroeger moeten komen. Verscheidene leden gaven als hun mee ning te kennen, dat een algemeene regeling tot voorziening in de bestaande economi sche moeilijkheden reeds veel eerder had behooren te zijn voorbereid. Reeds eind 3931, bij de behandeling van de Rijkshcgroo- ting voor 1932, werd daarop uit de Kamer aangedrongen. De verschillende partiecle steunmaatregelen, welke werden getroffen, alsmede de gebrekkig toegepaste crisis-in- voerwet zijn gebleken alle bezwaren van lapmiddelen te hebben. Reeds lang bestaat behoefte aan een stelselmatige regeling van het geheel van onze economische belangen. Uiteraard kon dit ontwerp de hierbcdoel- de leden geenszins bevredigen, wijl echter de maatregelen, welke zij noodzakelijk acht ten, niet in zoo korten tijd tot stand kunnen worden gebracht als noodzakelijk zou zijn, willen zij mede kunnen strekken ter voor ziening in den hoog gestegen nood in land en tuinbouw, meenden zij hun medewerking aan de totstandbrenging van de thans voor gestelde regeling niet te moeten onthouden. De vraag werd gesteld, of het in het voor nemen der regeering ligt, de haar in het ontwerp toegedachte bevoegdheden te ge bruiken om paal en perk te stellen aan den import van te goedkoope buitenlandschc ar tikelen. Indien dit het geval i6, acht zij dan voor cr.s land de tractatcn van Oslo en Ouchy nog te handhaven? Een structuurwijziging van den landbouw volgens een vast plan dient, volgens andere leden, haar complement te vinden in een niet minder systematische regeling van an dere takken van bedrijf, in de allereerste plaats van de industrie, welke onder de bronnen van volksbestaan wel de allereerste plaats inneemt. Wordt het ontwerp in dezen geest aangevuld, dan zal het de Regeering in staat stellen het gehcele Nedcrlandsclie productie-apparaat te bcheorschen. Daarbij zal dan tevens de vraag onder de oogen gezien moeten worden, of ons handelspoli tieke stelsel van eenzijdig vrijen invoer te handhaven is. Elke maatregel, strekkende tot organisatie van de productie, zal vruch teloos blijven, zoolang de invoer uit het bui tenland de gelegenheid blijft behouden het prijspeil te drukken. Reeds is veel kostbare tjjd verloren gegaan, doch door een energiek optreden kan nog veel worden goedgemaakt. Verscheidene leden gaven als hun oordeel te kennen, dat werkelijke steun voor den land- cn tuinbouw ook van deze regeling niet is te wachten. Met maatregelen als de in het ontwerp bedoelde is misschien te be reiken, dat de boeren en tuinders het naakte bestaan redden. De bedrijven zal men daar mede echter niet uit hun verval kunnen op heffen. Waar onze landbouw is gedesorgani seerd tengevolge van het nagenoeg geheel ophouden van den uitvoer van z.g.na ver edelde producten, is het zeker noodig, dat de voortbrenging daarvan wordt beperkt tot die hoeveelheden, welke in het buitenland kunnen worden geplaatst, vermeerderd met het weinige, waarvan uitvoer nog moge lijk is. Door vele leden werd aangedrongen op instelling van één of meer beroepsinstan ties ten behoeve van hen, die zich door maatregelen, krachtens deze wet genomen, in hun rechten gekrenkt gevoelen. Zeer veel leden zouden onder geen be ding zóó vérstrekkende bevoegdheid aan de Regeering verleend willen zien. Betwijfeld werd of het nemen van maat regelen ter bevordering van verbetering van de kwaliteit wel binnen het kader van het wetsontwerp valt. Verscheidene leden wenschten in artikel S bepaald te zien, dat aan het verleenen van 6teun ten behoeve van een crisisproduct ook voorwaarden kunnen worden verbonden, welke de belangen der arbeiders in het be drijf betreffen. Inschakeling van den Economischen Raad werd algemeen noodig geoordeeld, opdat ook het algemeen economisch inzicht voldoende lot zijn recht kome. Ook werd een regeling bepleit, waarbij do centrale commissie een onderdeel van den Economischen Raad zou vormen. De thermometer niet lager dan normaal Onze weerkundige medewerker schrijft ons: Over het algemeen zullen de meeste men- «clien geneigd zijn deze vraag bevestigend te beantwoorden. Vergelijken wij echter de gemiddelde temperaturen der laatste dagen met de normaal-gemiddelden, dan blijkt het, dat de thermometer eigenlijk niet lager staat'dan lnj normaal zou moeten staan. Dat het nicttermn koel, ja bijna koud weer is, ligt eenvoudig daaraan, dat de normale temperatuur van dezen tijd van het jaar te laag is dan dat men zich daarbij warm zou kunnen gevoelen. Daarbij komt, dat het weer betrokken is en dat de tamelijk sterke wind het gevoel van koude onder- tcunt, maar de doorslag geeft wel het feit, dat het weer na de prachtige dagen van 22 tot 29 Maart nogal erg onvriendelijk is ge worden. Wij waren door die mooie dagen wel een beetje verwend geworden, maar daarin ligt geen reden om het weer nu slechter te beoordeelen, dan het werkelijk is. Integendeel, het is eigenlijk veel gun stiger dan het dikwijls in dezen tijd is. Wij moeten n.l. niet vergeten, dat juist in de zen tijd van het jaar het weer bizonder koud kan zijn als de uit het Noorden ko mende v. ind overliecrscht. Dit is nu niet het geval en het merkwaardige is daarbij, dat al sedert langen tijd de uit het hoogo Noorden komende koude luchtstroom een ondergeschikte rol heeft gespeeld bij het weer in West-Europa. Wél kwam enkele malen eon wind door, die koude lucht uit hoogere breedten aanvoerde, maar deze duurde telkens slechts kort en tot het ge durende vele dagen blijven waaien van een ijskouden Noordwester is het niet gekomen Wij mceten dit werkelijk als een belang rijk meteorologisch feit beschouwen. Im mers het karakter van de weersgesteldheid in de maanden Maart, April en Mei wordt grootendeels belieerscht door de overheer- schende windrichting, meer nog door de herkomst van de aangevoerde lucht, want de tegenstelling lusschen de ijskoude popu laire lucht, die de Noordwester aanvoert, cn de warm-vochtige lucht bij het waaien van don equatorialen luchtstroom is in dezen tijd zeer groot. Het is nu eenmaal zoo, dat het eene voorjaar de Noordwester over- heersebt, het andere de Zuidwester. Thans is het de laatste, die het van de eerste wint. De oorzaak van dezen gunstigen toestand moet natuurlijk worden gezocht in do alge meene luchtdrukvordecling in wijde omge ving en wel voornamelijk in de omstandig heid, dat vermoedelijk de luchtdruk in het Westen boven den Oceaan te laag is, zoodal er niet het in dezen tijd veel voorkomende luchtdrukverval van West naar Oost is Daarmede zijn wij echter niet doorgedron gen tot de oorzaak van deze afwijking en het zou cok niet zonder een uitgebreid on derzoek mogelijk zijn daarachter te komen. Daarom moeten wij den nu over het alge meen hccrschenden weerstoestand maar aanvaarden als een, die voor den tijd van het jaar niet ongunstig i6 cn de vraag of hij nog lang kan duren open laten. (Nadruk verboden). Een vlugschrift van dr. A. R. Zimmer-- mann over zijn houding in die revolutiedagen De oud-burgemeester van Rotterdam, dr. A. R. Zimmerman heeft een brochure sa mengesteld ter weerlegging van de voor stelling, die van socialistische zijde is cn ondanks zijn tegenspraak nog steeds wordt gegeven omtrent het onderhoud dat hij in den namiddag van Zaterdag 9 No vember 1918 op het stadhuis te Rotterdam heeft gehad met de heeren Ileykoop cn Brautigam. De daarvan gegeven voorstelling is deze, dat de heer Zimmerman, voorziende het uitbreken van een socialistische omwente ling in Nederland, zich reeds bij voorbaat tot genoemde heeren zou hebben gewend met do mededeeling, dat hij do omverwer ping van het gezag ook hier te lande ver wachtte en dat hij bereid was onder het nieuwe bewind zijn ambt te blijven bcklee- den. Aangezien de tegenspraak van den heer Zimmerman door bemiddeling van het Haagsche correspondentie-bureau geen eind heeft kunnen maken aan de verdere verbreiding van deze verkeerde voorstel ling heeft hij thans, nu hij na zijn arbeid in het buitenland wederom de beschik king heeft over zijn archief, daaruit de ge gevens geput, die hij in dit vlugschrift ver werkt „Het onderhoud had plaats op Zaterdag 9 November 1918 in den namiddag. Er was tot op dat tijdstip geen enkele publieke uiting van de socialisten bekend, die deed verwachten, dat zij rondliepen met omwen- telingsplanncn. Wie het tegendeel beweert moet het bewijzen, maar hij zal er niet in slagen. Noch aan den hoofd-commissaris van politie, noch aan mij was van ecnige gisting in de bevolking gebleken. De groote misvatting, waaruit het kwaad gerucht is voortgekomen, is deze, dat de socialisten van 9 November 1918 worden voorgesteld als de omwentelingsgezinden, welke zij ol althans ecnige hunner voor mannen op Maandag 11 November pu bliekelijk bleken te zijn. Op 9 November was van die voornemens bij niemand, buiten hun eigen kringen, iets bekend. Zij werden beschouwd als vertegenwoordigers van een groot deel der arbeidersklasse, evenals de Katholieke en de Protestantsche leiders. Zij hadden gedu rende den geheelcn oorlogstijd zich gedra gen als een partij van orde, die met de overheid medewerkte op allerlei gebied. Zij zaten in alle distributie-commissies en her haaldelijk werd ook door mij met hen vergaderd en op hunne medewerking een beroep gedaan. Ook het uitbreken der revolutie in Duitschland en de daarin door de z.g. meerderheidssocialisten gespeelde rol wa ren toen in Nederland nog niet bekend. Die socialisten maakten toen nog deel uit van een Keizerlijk ministerie. Eerstee avond bladen van 9 November 1918 maakten mel ding van het aftreden des keizers. Waarmede echter wél re -ning viel te houden was, dat de ontbindingsverschijn selen, welke zich in Duitschland in het le ger en in de marine vertoonden, zich ook hier zouden voordoen. Iets dergelijks schoon hier niet onmoge lijk. Op 26 October had een ernstig solda- tenoproer in de Harskamp plaats gehad. Bestraffing was daarop niet gevolgd, inte gendeel; de opperbevelhebber werd genoopt ont-slag te nemen. Het gevaar ging ont staan, dat de krijgstucht zoo verzwakt zou worden, dat de gebeurtenissen in de ge noemde legerplaats zouden worden gevolgd door zelfdemobilisnlie en door den terug keer in do steden van bandelooze gewapen- den. Dat de magistraat, die de verantwoorde lijkheid voer het behoud der orde droeg, zich rekenschap gaf van de gevaren, welke voor die orde cn voor de geregcldo func- lionneering van het oeconomisch leven uit de genoemde omstandigheden konden voortvloeien spreekt vanzelf, en ook dat hij trachtte die gevaren te voorkomen. Ik hield er rekening mede, dat zich tij delijk een zich noemende soldatenraad of een soortgelijk orgaan zou kunnen vertoo- nen en dat onrustige, kwaadgezinde elemen ten der stadsbevolking zich daarbij zouden aansluiten. Tegelijk begreep ik dat dit gevaar geen duurzame gevolgen zou behoeven te heb ben, ja, zeer spoedig weer zou verdwijnen, indien het geïsoleerd bleef, m.a.w. in dien de groote massa der ordelievende bur gerij en dat was zonder twijfel de meer derheid niet in opwinding kwam, cn weigerde aan wanorde of staking deel te nemen. De zaak was dus de slechtgezinde en de goedgezinde elementen van elkan der te scheiden en laatstgenoemde bij voor baat to groepeeren om de overheid. Solda- tenraden cn daarmede samenwerkende ele menten zouden aldus op georganiseerden tegenstand zijn gestuit. Natuurlijk moest ik daarbij toezeggen zelf op mijn post te blij ven, zoolang als dat ging en met eer en ge weten was overeen te brengen, maar dat was natuurlijkniet het dienen van de revolutie, maar integendeel het a f w e- ren daarvan. Een mijner stappen in dit beleid was het zoeken van aanraking met hen, aan wie ik invloed op de stemming der talrijkste be volkingsgroepen toeschreef, en dat wel met het doel hunne medewerking in te roepen ten einde den geregelden gang van het oeconomisch leven te waarborgen en een rustige houding der bevolking te bevorde ren, vooral ter verzekering der toen zeer gevoelige voedseldistributie, welke alleen bij behoud der orde geregeld kon werken. Bovendien was er geen beter middel om mij te vergewissen wie betrouwbaar en wie niet betrouwbaar waren. Ziedaar, de eenige strekking der Zater dagmiddag 9 November 1918, o.a. met twee leiders der socialisten gehouden besprekin gen. Men gevoelt dat de gehcele betichting staat of valt met het antwoord op de vraag of ik alleen met socialistische leiders of ook met die van andere gezindheid sprak. In het laatste geval verliest zij natuurlijk vanzelf haren grond. Welnu: deze socialis ten waren geenszins de eenigen, tot wie ik mij richtte. Ik zocht voeling met allen, van wie ik inwerking op de stemming der raassa's kon verwachten. Ik wendde mij tot de leiders van persorganen en het be wuste gesprek was dienzelfden middag reeds voorafgegaan door een bezoek aan den Deken der Katholieken, cn het werd gevolgd door een onderhoud met de leiders der Katholieke en Protestant sche vakbeweging. Al deze besprekingen hadden hetzelfde doel. Bij geen dezer conferenties is een poging der S.D.A.P. tot omverwerping van het be staande grondwettige stelsel ter sprake ge komen. Op 9 November 1918 wist n i e- mand in Nederland, buiten de socialis tische partijleiding, iets hoogenaamd van een revolutie-opzet. Een gcdachtcnwisseling met en een be roep op medewerking ook van socialis tische leiders, tegelijk met andere werklie denvertegenwoordigers moest daarom op 9 November als een geheel normale zaak worden beschouwd. Eerst bij dit onderhoud hoorde ik dat er eischen zouden worden gesteld. Dit was dus reeds een zeer nuttig effect van mijn stap. Bovendien vernam ik op 10 Novem ber van omwentelingsplannen. Ik deelde een cn ander te bevoegdcr plaatse mede, cn natuurlijk heeft daarna geen voeling met vertegenwoordigers der partij meer plaats gehad. In het kort kwam mijn actie dus hierop neder, niet dat ik mij aan de revolutie aan bood, maar, juist andersom, dat ik tracht te de medewerking dezer leiders, evenals die der andere werkliedengroepen, bij voor baat te verkrijgen tegen ontbinding en omverwerping. Wat de bewijzen betreft, drukt de schrij ver een notitie af, die hij onmiddellijk na het onderhoud zelf heeft geschreven dic taat aan een stenografiste was niet moge lijk, daar er geen bureaupersoneel meer op het stadhuis was cn die hij teruggevon den heeft tussclien zijn papieren in het laatst van 1932. „Dit geschrift is ter inzage van eiken belangstellende, die zich van de echtheid wil vergewissen. Men zal vaststellen dat het althans alle teekencn van u i t e r 1 y k e echtheid draagt. De uiterlijke en chronologische echtheid wordt bovendien onomstootclijk bewezen door de résumé's der op Maandag 11 No vember met de leiders der rechtsche vak beweging cn met anderen gevoerde bespre kingen. Deze zijn gedicteerd, cn de ambte nares, aan wie ik dicteerde, is thans com mies ter secretarie van Rotterdam en be reid do waarachtigheid ervan te bevesti gen." De schrijver wijst er op, dat de onjuiste voorstelling eerst later is ontstaan, o.m. om do gemaakte fouten op anderen af te schuiven, wat ook waarschijnlijk wordt door het feit, dat in de vaak felle rede voeringen van de socialisten in den Rot- terdamschen Raad nooit met één woord gezinspeeld is op een bango houding in 1918. En toch ware toen niets meer ge schikt geweest om zijn positie te schokken dan juist dat. Snip Rijstvog. 30—3 Amsterdam Parijs Marseille 30—3 Rome 31—3 Athene Mersamalruh 1—4 Cairo Rutbawells Bagdad Boeshir 3—4 Djask 4—4 Karachi -1—4 Jodpoer S—4 Allahabad Calcutta '2—4 Rangoon 1—4 Bangkok Koh-Lak Medan 31—3 Batavia 31—3 Bandoeng Y Vertrek van het eerstvolgende post vliegtuig van Amsterdam 6 April. DAMES! Eenmaal per jaar UW STOFZUIGER schoongemaakt is noodzakelijk. Tarief 2.50 Eet bespaart U groote onkosten. Electro-Technisch-Bureau v. Perseynstraat 19. TeL 423. In zijn slotwoord zegt hij nog: „Ik heb de behoefte gevoeld dit geschrift te wijden aan de weerlegging van laster. Men zal vaststellen, dat ik mij daarin en kel op schrifturen en drukwerken, in hoofd zaak van tegenstanders, beroep, nergens op mijn geheugen, en nergens op mondelinge mededcelingon van anderen. In 1928 was ik tot gedocumenteerde wederlegging niet in slaat; de laster bleef leven. Zal hij het ook nu doen? Het is geenszins onmogelijk, want slechts al te gereedclijk ja haast al te gretig wordt aan kwaad gerucht ge loof geslagen. En zoo acht ik het, hoewel, objectief be zien, mijn betoog zonder leemte is, nochtans mogelijk, dat men niet gaarne een voor stelling van zaken laat varen, waaraan men heeft geloofd of zelfs voet gegeven. Wat mij xlan ook, bij het op schrift stel len van het bovenstaande, vóór alles heeft bezield, was iets anders. Het was de wcnsch mijn vrienden, die zoo vaak voor mij opkwamen, de gegevens te verstrekken, waaruit hun kan blijken- dat. zij geen onwaardige verdedigden. Het was de wcnsch hun, die nog met sympathie aan mijn ambtelijk leven den ken, te bevestigen dat daarin niets is, wat mij die sympathie zou moeten doen ver beuren. Het was de wcnsch een gedocumenteerd geschrift na te laten, waarin onbevooroor- decldcn volledige inlichtingen zullen vin den." Bestaande uit: Dressoir, Trektafel, 2 Fauteuils en 4 Stoelen. Compleet f 298. Levering onder volle garantie. Mevrouw (dienstbode aannemend): „Kan ik ver wachten ie 's morgens om vijf uur op te vinden Dienstbode„O, nee mevrouw, ik ben niet voor dat nachtbraken." (Humorist).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 6