GROOTE COLLECTIE RAMSELAAR LEGKAART HANDGEWEVEN TAFELKLEEDEN OIVANKLEEDEN KAPSTOKKLEEDEN ETC. ETC. FIRMA VOOR DE KLEINTJES TOMMY'S DROOM DE CHINEESCHE WAAIER VERKEERD BEGREPEN door C. E. DE LILLE IIOG ER WAARD. Tommy lag in zijn bedje en buiten blies dc wind uit alle macht. Tommy vond hot wel prettig in zijn veilige bedje te liggen, als het buiten zoo stormde. II e m kon meneer de Wind niet doren en hij luisterde graag naar hetgeen hij te \ertcllen bad. Nu eens klonk het loeiend „oei—i—i! oei—ii!" Dat beteekende natuurlijk „foei! foei!" Dan weer floot meneer de Wind zóó dreigend, als Meesters fluitje nog nooit ge klonken had en toch kon dat alle bengels plotseling doen verstommen, als ze in het vrije kwartier iets deden, wat niet mocht. Soms ook hoorde Tommy meneer de Wind al uit de verte aankomen en was 't net, alsof die 'm riep om 'm wat te vertellen. Zijn stem klonk telkens anders en het ver veelde Tommy geen oogenblik naar hem te luisteren. Maar langzamerhand scheen meneer dc Wind toch uitgepraat, schoen hij uitge praat, want Tommy werd zóó slaperig, dat hij 'm niet meer hoorde, 't Leek wel, of' meneer dc Wind dat is immers zoo'n grappenmaker! hem naar Droomcnland geblazen had. En hij luid niet eens zijn cape bij zich!.Hij kon die dus'ook niet wijd-uit- houdeti om weggeblazen te worden! Gek, overdag had hij dat zoo dikwijls gedaan in de hoop: op eens net als ccn vogel! de lucht in te gaan en te kunnen vliegen. Maar natuurlijk was dit hem nooit gelukt! Zulke dingen gebeuren in werkelijkheid niet, alleen maar in een droom! En is het niet jammer, dat je dan eigenlijk niets bij zonders merkt en alles zóó gewoon gaat. als dit in droomen altijd het geval is? Tommy had meneer de Wind niet alleen gehoord, maar ook ge\oeld en nu zweefde hij in zijn verbeelding toch heusch 111 de lucht. Floep, ging het over de daken! Ilij was zóó hoog, dat hij ze een heel eind onder zich zag en toch was hij lieelemaal niet hang, dat hij'vallen zou! Want dot is juist het grappige: in een droom ben je bijna nooit bang. Waarom niet? Het zal wel komen, doordat je veilig in jo bedje ligt. al donk jc daar natuurlijk lieelemaal niet aan Als je dat wist, zou het immers geen droom zijn. Wij weten dus, dat Tommy in zijn bedje lag, maar... zullen wij nu ook eens net doen, alsof we dat vergeten zijn en hem in gedachten volgen op zijn avontuurlijken tocht? Gelukkig had Tommy bij gebrek aan zijn cape nog net tijd gehad zijn laken om zijn schouders te slaan. Stijf hield hij dc beide zijkanten in zijn handjes, de armen wijd uitgestrekt, precies zooals hij immers zoo dikwijls met zijn cape had gedaan, als meneer de Wind hem in den rug blies! Maar nu was het een echt vliegzeil ge worden. Jongens, wat ging dat heerlijk! En liet ging niet al te vlug, zoodat hij dan ook niet duizelig werd, maar alles, waar hij hoven zweefde, duidelijk zien kon. Hij ge noot van zijn vliegtochtje! Waarheen zou meneer dc Wind hem brengen? Tommy durfde niets vragen. Meneer de Wind zou hem immers toch niet verstaan en het wel goed met hem maken, j 't Zou stellig een reis vol verrassingen wor den! IIoc vreemd zag de stad cr uit, als hij naar beneden keek! Dc buizen, kerken en andere gebouwen leken net uit zijn bouw doos weggeloopen: wat waren ze klein! Maar dc stad was groot! Hoe hoe zou hij ooit Vaders huis terug kunnen vinden? Och. daarvoor zou meneei de Wind wel zorgen! Dat was immers zijn vriend! Maar n u scheen hij rog niet over naar huis gaan te denken. Gelukkig maar, want Tommy wilde nog graag van allerlei heieven! Daar was de Maan! En Manus lachte! Ook hij scheen plezier tc hebben in Tom my's reisje, maarals Tommy gedacht had, nu dichter bij dc Maan te zijn en die tc kunnen grijpen, had hij zich toch leelijk vergist 't Leek eigenlijk wel, of Manus daar hoog in de lucht Tommy wat stond uit te lachen. Z'n gezicht was echter zóó goedig 'n echt vollemaansgezicht! dat Tommy zelf ook lachen rnoest. De Zon over dag mocht dan warmer zijn, eigenlijk hield (Nadruk verboden). Deze legkaart stolt voor: Zebra's. hij meer van de Maan, die hij als ie cr ten minste was! vóór hij slapen ging, goeiennacht knikte, 't Gaf 'm altijd zoo'n prettig, veilig gevoel, als Manus dc wacht hield. En nu ging Manus zelfs met hem mee op zijn tocht hoven dc daken. Steeds zag Tom my zijn trouwen vriend. Plotseling zweefde dc luchtreiziger boven het Schoolplein. Daar was nu geen enkele jongen. Natuurlijk niet! Iedereen lag in bed, iedereen behalve hij, die met z'n vriend, meneer dc Wind, op stap was. Wat zou hij morgén op school veel te vertellen hebben!! En alles was echt gebeurd, cr kwam geen woord opschepperij bij! In het groote huis van het Hoofd dei- school brandde 1102 lici t. Zou mcnoei Hou- kcls nog aan 't werk zijn? En Tommy slaakte ccn zucht van verlichting, dat hij geen „Hoofd" was, maar gewoon Tommy Timmermans, die. maar wat fijn tijd had om te vliegen! Tommy wensclite dikwijls, dat hij groot, lieelemaal groot was, maar op dit oogenblik niet! Daar waren ze bij het huis van Dicky Drop, zijn vriendje, dat eigenlijk Dicky Duin heette, maar zich een paar dagen ge leden in het speelkwartier zóó zwart ge maakt had, dat meneer hem „Dicky Drop" genoemd had. Dicky sliep natuurlijk. De gordijnen van zijn kamer waren dicht en Tommy kon hem niet zien. Hij wist alleen, dat hij cr woon de. Dicky zou wel graag met Tn meege gaan zijn, maar meneer de Wind had zóó'n haast, dat Tommy geen oogenblik op zijn vriendje wachten kon, want natuurlijk moest hij bij meneer dc Wind blijven. Plotseling zweefde Tommy niet langer boven de -stad, maar... boven Luilekker land! Nee. maar! hoe kwam hij hier nu? IIij had natuurlijk wel van Luilekkerland gehoord welk kind heeft dat niet? maar... dat heerlijke sprookjesland was immers zóó "V- weg, dat Tommy er nooit komen kon! E11 nu, nu was hij er op eens! Jongens, wat 'n bof! Dat zou hij Moedor eens vertollen! Gisteren nog had Moeder tegen hem gezegd, dat ook zij nooit in Lui lekkerland geweest was, niet als kind en niet als Moeder. En nu was hij, Tommy, er wel! Hij moest dus heel, heel goed kijken, om Moeder alles tc kunnen vertellen en Vader zou er ook stellig meer van willen weten. Vader was er ook nooit geweest! Toch aar dig van meneer de Wind, dat hij 'm juist hier heen bracht. De jongen keek eens heel even om en wilde zijn vriend bedanken, maar deze blies hem zóó hard in 't gezicht, dat hij begreep dit maar liever niet tc moeten doen. Na afloop van de reis zou hij hem immers voor al het plezier bedanken. Want dat wil de hij natuurlijk niet vergeten! Meneer de Wind liet hom zóó laag over Luilekkerland zweven, dat hij alles duide lijk zien kon. 't Was een groot park, een park met hoo rnen en struiken, mooie bloemen ook, een beekje en hier en daar een huis. Vóór de poort was een hooge rijstebrij-berg. O ja, daar moest jc je doorhoen eten om in Lui lekkerland te komen! Maar nu begreep Tommy pas, dat geen enkel mcnsch en zeker geen kind dat kon. Die berg was veel te groot! Daar zou je in geen jaar door heen komen, al at je ook nog zoo flink! En nu was hij er maar zóó overheen ge vlogen! Wat 'n hof toch, wat 'n bof! Hij bad altijd wel veel van meneer dc Wind gehouden. maar dat hij zóó aardig was, had hij toch niet geweten. Maar nu moest hij opletten om mor gen alles goed aan Vader, Moeder en de jongens op school te kunnen vertellen. De boomen waren van... zoethout en dc bladeren van sukade! Meneer de Wind, die hem op den grond gezet had, kriebelde hem wat in het oor en Tommy verstond duide lijk, dat hij wel wat proeven mocht, als hij maar zorgde, dat hij niet ziek werd. 't Was jammer, dat hij geen zakken in zijn laken- capc had en zijn pyama die niet meer be zat. I-lij kon dus niets van al dit lekkers voor Vader, Moeder en de jongens meene men. In zijn handen kon hij ook niets dra gen, want die zou hij straks als hij op nieuw ging vliegen weer noodig hebben om zijn „cape" uit tc spreiden. O, wat smaakten die zoethout-takjes en sukade-bladeren lekker! En die mooie bloe men smolten op Tommy 's tong, want ze waren van fondant! De kersenboomen hingen vol kersen: heerlijke zuurtjes, cn zelfs op het grind in dc paden, dat cr toch zoo echt als grind uitzag, kon hij zuigen! En wat had het beekje ceri grappige kleur: oranje! even proeven! Ranja was het! Heerlijke ranja, waarvan Tommy zoo veel hield. Het scheen pas geregend te hebben in Luilekkerland, want er waren groote plas sen. Tommy roerde cr eens met een vinger in, likte 'm af on... ontdekte, dat liet cho cola was! Alles, alles scheen eetbaar te zijn in Luilekkerland en zóó heerlijk! En dc huizen? Tommy bekeek een huis van dichtbij en ontdekte, dat zelfs de huizen er eetbaar waren. Ze waren gebouwd van zoete krake lingen, de ramen waren van suiker, de deu ren van koek en de daken van noga. Tommy vond het toch al te brutaal een stuk van een huis af te breken. Hij likte cr maar eens met zijn tong langs. Alleen in het chocolade-dak van een laag schuurtje likte hij een klein gaatje. Maar meneer dc Wind scheen het gelukkig niet erg te vinden, want hij fluisterde iets van „een dakraampje, dat cr nu op cons in ge komen was." 't Liefst zou Tommy nog heel, heel lang in Luilekkerland gebleven zijn, maar meneer de Wind vond, dat hij nu genoeg gesnoept had, gaf hem op eens een duwtje in zijn rug en hup! daar vloog onzo Tom my al weer door do lucht. Ilij vond het erg jammer, dat hij nu zoo hoog hoven Luilekkerland was en veel te gauw naar zijn zin weer boven do stad zweefde. Zuinig likte zijn tong do laatste Luilekkcrland-restjes van zijn lippen af. Hij geloofde, dat meneer dc Wind hem nu met een omweg weer naar huis bracht. Reeds begon hij enkele gebouwen en stra ten te herkennen. Ja, nu ging 't hem toch wel wat heel gauw! Hij begon duizelig tc worden, deed do oogen dicht cn... plofte cp eens in zijn bed. Hij wilde meneer dc Wind heel vriendelijk bedanken, maar... zag hem nergens. Hij voelde hem zelfs niet eens meer! Tommy gaf een gil van spijt, dat hij zijn vriend niet had kunnen bedanken. Waar was ie nou? Zóó gauw kon hij toch niet verdwenen zijn! Daar kwam iemand de trap op. 't Was Moeder, die hem verschrikt vroeg, wat er was. Zij begreep al heel gauw, dat Tommy gedroomd had en liet haar baasje drinken. „Ik ik ben met meneer do Wind in Luilekkerland geweest, Mam," zei Tommy, terwijl hij zich do oogen uitwreef. „Vertel me dat morgen maar eens," zei Moeder, terwijl zij haar jongen toedekte, die weer gauw onder zeil ging. In Luilekkerland is Tommy na dien éénen nacht nooit meer-gewccst! Waren jullie wel eens zoo gelukkig? (Nadruk verboden). Heel lang geleden was het in China het gebruik, dat dc vrouwen cn dochters van hooggeplaatste Chineezcn, wanneer zij zich op een feest vertoonden, met een masker hun gelaat bedekten. Dit was soms, vooral als het heel warm was, niet aangenaam. Li-Chi, de zestienjarige dochter van een Mandarijn, haatte dan ook het lastige ding zóó, dat zij liever thuis bleef dan naar een feest ging. Maar op hot groote lantaarn feest, dat jaarlijks met pracht werd gevierd, moest zij wel verschijnen. Reeds gedost in haar porzik-blooscmklcurig zijden ge waad, smeekte zij haar vader ochtcr haar thuis te laten blijven. „Dat masker zal mijn vrcugdo bederven!" klaagdo zij. „Neen, kind, dat gaat niet," sprak de Mandarijn. „Wat zou do Keizer wel zoggen, als wij zonder jou op het feest verschonen?" „U kunt zeggen, dat ik ziek ben," zei Li. Chi. Doch den Keizer een leugen vertellen, neen, dat mocht niet. En zoo verschoon dan ook Li-Chi gemaskerd op het feest. 't Was in dc feestzaal heel warm, zóó warm, dat Li-Chi het onder haar masker heel benauwd kreeg. Ongemerkt sloop zo toen naar een onder planten verborgen boekje, nam bet masker van baar glooiend, warm gelaat cn wuifde er zich zóó vlug mee, dat er niets van haar gezicht to zien was. Daar kwamon eonige dames voorbij, dia óók een kool plekje zochten, en nauwelijks bemerkten zij Li-Chi's vlugge bewegingen, of zij deden zooals zij. Losgomaakt werden de maskers, en ook zij wuifden er zich mee, en wel zóó lang, totdat hun gelaat wal afgekoeld. Zij waren zelfs nog ongemas kerd, toen cr weer andere dames voorbij kwamen, die dadelijk hun voorbeeld volg- den. Maar ook dc Keizer kwam weldra met zijn zoons cn cenig gevolg voorbij. Vlug wilden toen de dames hun masker weer voor 't geiaat binden Doch 't was al to laat! Reeds kwam do Keizer op hen too on vroeg streng: „Hoe durft gij zóó iets to doen? Wie zijt go, die zóó tegen do étiquet. te durft te zondigen?" Alle dames zwegen. Alleen dc zestien, jarige Li-Chi durfde to zeggen: „Vergeef ons. Uwe Keizerlijke Majesteit! Ons geiaat was wel niet door het masker bedekt, doch óók niet, door het vluggo wui. ven mot dit masker, te zien. En waart u toevallig niet gokomen, dan..." „Ja, 't is ook véél to warm, om hier heel den avond mot een masker tc moeten loo- pen," sprak de Keizer. „Maar ik weet cr niets anders op. En... de étiquette schrijft voor „O, ik weet iets, dat het masker kan ver. vangen, en tóch het gelaat kan verbergen!" riep de oudste prins. „Het gewuif met het masker zegt hot mij!" 't Duurde toen niet lang moer, of hij had eenige groote waaiers gemaakt. Deze wer den kunstig nagemaakt en hadden ook wel. dra de benauwde maskers vervangen. TANTE JOII. (Nadruk verboden). Hansje gaat mot Vader en Moeder op reis. Ze willon Oma eens opzoeken in haar nieuwe omgeving, want Oma is pas ver huisd cn bewoont nu toch zoo'n aardig vil laatje. 't Ligt midden in een glooien tuin cn Oma vindt het er heerlijk. Vader heeft tegen Moedor gezegd, waar Hansje bij was, dat Oma toch zoo in haar knollentuin was, sinds zij hot villaatje bewoonde. Als alles door Vader, Moeder en natuur lijk ook door Hansje bewonderd wordt en zij den grootcn tuin rondgaan, vraagt Hansje: „En waar is nu de moestuin, Oma?" „De moestuin?" herhaalt Oma verbaasd. „Maar ik heb geen moestuin, vent." „Waar zijn dan uw knollen?" vraagt Hansje op zijn beurt verwonderd. „Ik heb ook geen kno'.len," antwoordt Oma- „Nou begrijp ik cr niets moor van!" roept Hansje uit. „Vader heeft zelf gezegd, dat n in uw knollentuin was en Vader jokt nooit!" voegt hij er met een ernstig snuitje aan toe. Lachend legt Oma het haasje nu uit, dat de uitdrukking: in zijn knollentuin zijn, he. tcekent: in zijn schik wezen. En in haar schik is Oma in baar villaatje met mooien tuin zeker! Maar Hansje kon toch niet weten, dat de uitdrukking dat beteekende! CARL.CHOOU, (Nadruk verboden!

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 15