AMSTERDAM HERDENKT DEN ZWIJGER AMERSFOORTSCH DAGBLAD DE KON. FAMILIE AANWEZIG Feuilleton Maandag 24 April 1933 31e Jaargang No. 252 Dr. COLIJN DE FEEST REDENAAR ZANGHULDE OP DEN DAM In bet Paleis van den Koning Ook de Ministerpresident voert het woord Amsterdam, 21 April. Voor vier eeu wen werd op dezen datum Prins Willem I, de Vader des Vaderlands geboren. Ter cere daarvan is deze dag door de hoofdstad des lands gemaakt tot een nationalcn dag, die mede werd gevierd door de Koninklijke Familie. Al vroeg in den morgen werd de dag in geluid door muziekuitvoeringen. Om 8 uur werd koraaJmuziek ten gchoorc gebracht van het platform van de Nieuwe Kerk, van de peristyle van den Stadsschouwburg en van den trans van den Westertoren. In de morgenuren werd een kindcrhulde ge bracht aan H.M. de Koningin op den Dam en in de middaguren had een nationale herdenkingsplechtigheid plaats in tegen woordigheid van de Koninklijke Familie in het Concertgebouw, terwijl ook op ver schillende pleinen muziekuitvoeringen wer den gegeven. De kinderhulde. De kinderhulde had plaats op den Dam, het historische plein, waar reeds zoovele plechtige gebeurtenissen zijn gevierd. Tegen tien uur begon reeds het Damplein zich langzamerhand te vullen inet de kin deren, die aan de aubade deelnemen. Zij allen kwamen van den N.Z. Voorburg wal en gingen daarna door de Nieuwe Kerk naar het Damplein; Inmiddels was ook de Koninklijke Fami lie gearriveerde, die luide werd toegejuicht dooi- de reeds aanwezige kinderen en hun begeleiders. Bij deze groepen van kinderen voegden zich de vaandelwachtcn en genoo- digden, die ook all?n door het kerkgebouw den Dam bereikten. Tegen elf uur was het Damplein gevuld met 1 iOOü kindoren. Het, plein verkreeg daardoor een buitengewoon aardig aspect, dat nog verhoogd werd door de vele vaan dels en de vlaggen, die allcrwege van de gebouwen wapperden. Voor het begin van de uitvoering, waar aan door leerlingen van Openbare, Prot. Christelijke, Roomsch-Katholicke en Is- raêlietische scholen werd deelgenomen, bo den een Protesiantsch, een Roomsch-Katho- lick en een Israélietisch weesmeisje II. M. do Koningin bloemen aan. Toen de laatste tonen van liet carillon uit den Paleiskoepel, die het elfde uur had den aangewezen, verklonken waren, betrad de Koninklijke Familie, vergezeld door ecnige bestuursleden, het balcon. De dirigent, van de aubade, de lieer W. van Laar, staande op een hoog podium, hief zijn dirigeerstok en plechtig klonk over den Dam het „Wilt heden nu treden" uit Vale rius' Gcdenkklanck. Vervolgens werd gezongen „Hollands Vlag" van J. P. J. Wierts, gevolgd door „Wij willen Holland houcn" van Arnold Spoel en tenslotte het „Wilhelmus". Hare Majesteit had na elk lied door hand geklap Haar dank betuigd. Nadat de laatste klanken van het Wil helmus waren verklonken, steeg wederom een geestdriftig hoera op. Na deze zangnummers begon het défilé langs het Paleis van deze onafzienbare kin dermenigte. Het defile werd geopend door de vaandels van de uitvoerende vereenigingen. Tus- schen de verschillende groepen werden tel kens de vaandels van vele vereenigingen gedragen, die midden voor het Palcis do vaandclgroet brachten. Het duurde langer dan een vuur voor de laatste groepen kinderen het Damplein in de richting van d« Mozcs en Aaronstraat verlieten. De nationale herdenkingsplech tigheid in het Concertgebouw. Om drie uur reed dc Koninklijke Familie uit naar het Concertgebouw, waar de na tionale herdenkingsplechtigheid plaats had. Voor dc aankomst van het Koninklijk Ge zin was een uitgelezen gezelschap in do met -tapijten en bloemen versierde zaal bij eengekomen. Onder deze zeer velen waren alle ministers, do commandant van het veldleger en de commandant van de marine te Willemsoord, de vice-president van den Raad van State, vele leden van de Eersto en Tweede Kamer, do socrctarisscn-gcne- raal van alle departementen, dc presiden ten en procureurs-generaal van allo ge rechtshoven, dc presidenten en officieren van justitie van de rechtbanken in Am sterdam, Den Haag, Rotterdam en Haar lem. Dc burgemeesters van alle provinciale hoofdsteden, zoomede die van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Dor drecht, Tilburg, Breda, Alkmaar en vele an dere gemeenten. Voorts de presidenten van dc Kamers van Koophandel van Amster dam, Botterdam en Den Haag. Aanwezig waren ook de gezanten van 20 verschillende landen. Aan den ingang aan de J. W. Brouwers straat werd II.'M. dc Koningin ontvangen door het dagclijksch bestuur van de com missie voor de viering van het vierdo eeuwfeest der geboorte van Prins Willem van Oranje, bestaande uit jhr. mr. dr. A. Röell, voorzitter; mr. C. L. de Vries Feycns, secretaris en Chr. P. van Eeghcn, penning meester. Nadat dc Koninklijke Familie de voor Haar bestemde plaatsen lïad ingenomen, werd door 300 leden van het koor van dc Vcrecniging van Toonkunst, onder leiding van Willem Mengelberg liet Wilhelmus in gezet. Het volkslied werd staande aange hoord. Jhr. mr. dr. A. Röell nam daarna als voorzitter van de commissie voor liet spreekgestoelte plaats. Rede jhr. mr. dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland. De welbekende klanken van ons oude Wilhelmus stellen beter dan woorden dit kunnen doen dc beteckcnis in het licht van deze gedachtenisviering. Maar wat daaraan bovendien luister schenkt, is dc aanwezig heid van Uwe Majesteit, waarvoor de Com missie tot viering van het vierde eeuwfeest der geboorte van Prins Willem van Oranje, haar eerbiedigen en diepgevoelden dank moge uitspreken. Dat ook Zijne Koninklijke Hoogheid dc Prins der Nederlanden en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana Uwe Majesteit vergezellen en deze herdenkingsplechtig heid met Hunne hoogc tegenwoordigheid vereeren, stemt de Commissie tot groote erkentelijkheid. Dc komst van de Koninklijke familie in deze feestelijke bijeenkomst vervult vooral het Uitvoerend Comité met dankbare vol doening. Zij is dc schoonste kroon, die kon worden gezet op zijn met geestdrift aange vangen, ondanks den druk der tijden met liefde voortgezet, on ten slotte dank zij den ccndrachtigcn steun van alle gezindten en partijen, die zich scharen om den troon van Oranje, met goeden uitslag voleindigd werk. Voorzoovcr dc medewerkers, van do hoogste autoriteiten in den lande die met hun gezag, tot dc medeburgers van allen rang en stand die met eenc in stilte ge schonken gave, liet Comité bij de vervul ling van zijn taak zijn behulpzaam geweest, in dit plechtige uur hier aanwezig zijn, zij het nnj vergund hun een hartelijk welkom toe te roepen en hun dc verzekering tc geven van zijne groote waardeering voor hetgeen zij geestelijk en stoffelijk hebben bijgedragen om dc hulde tc doen slagen aan den Prins van Oranje, aan wicn ons vader land zijn onafhankelijk volksbestaan, zijn opkomst cn zijn bloei, zijn rechten en vrij heden heeft tc danken. Daarvoor heeft dc Prins alles veil gehad. Spreker heette vervolgens welkom dc ver tegenwoordigers der vreemde mogendheden en die van dc Nassauschc landen, cn ver volgde aldus: Het ligt niet binnen het bestek van een kort openingswoord als het mijne breedvoe rig uit te weiden over den Prins cn zijne deugden. In den loop van dezen winter is dit in allerlei toonaard door meer bevoeg den geschied, die in woord cn geschrift 's Prinsen voortreffelijke eigenschappen ieder uit zijn eigen gezichtshoek hebben be licht, die Zijne beteekenis voor land cn volk in wctenschappelijkcn of populairen vorm hebben uiteengezet en die er op hebben ge wezen, hoe dc roemrijke tradition van Zijn geslacht in Zijne nazaten zijn blijven voort leven. Die beteekenis, óók voor den tegenwoordi- gen tijd, zal door den feestredenaar van hedenmiddag zoo aanstonds nog nader wor den in het licht gesteld. Het jaar 1933 staat geheel in liet toeken van de algemeene belangstelling voor Prins Willem van Oranje. Niettemin zij het toch mij vergund per soonlijk over den Prins nog een enkel woord te zeggen. In het Frans Hals-museum te Haarlem bevindt zich een merkwaardig schilderij, waaraan echter de meesten in hun ver klaarbaar streven om de meesterwerken tc bereiken, waaraan het Museum zijn naam ontleent, veelal achteloos voorbijgaan. Het is in 1620 door dc stad van den schilder Hendrick Gerritszoon Pot gekocht en heet „De verheerlijking van Prins Willem I". De. Faam, gezeten op een zegekar, met do Waarheid instaande houding voor zich, verkondigt 's Prinsen roem. Dc zegekar wordt getrokken door drie olifanten, waar op en waaromheen vrouwenfiguren zijn ge groepeerd, die zijne negen cn dertig „Ciera- tcn cn Dcughden" Christelijke, Ovcr- hcyts- en Knjchsdcughdon vertegenwoor digen, welke vermeld staan op de vier ha- nieren, die de vrouwengroepen voor zich uitdragen. Dc banieren vermelden voorts de sterfjaren van den Prins en zijne broe ders, de Graven AdoLf, Lodewijk en Hen drik, welke laatsten medeloopen in den klèurigen stoet. Dc Prins zelf staat, inct den leeuw aan zijne rechterhand, vóór de zege kar op een voetstuk, waarop alleen dit ecne woord staat geschreven: Vastigheidt. Op dit woord, waarin de gansche allegorische voor stelling zich toespitst, concentreert zich ten slotte de blik. En het is met dit woord, dat liet gansche leven van den Prins op zóó scherpe cn kern achtige wijze kenschetst, dat ik wil beslui ten. In die „vastigheidt' komen alle eigen schappen, die hem sieren, samen. Uwe Majesteit vcroorlove mij daarom alle gevoe lens, die de viering van dit vierde Eeuw feest opwekt, te belichamen in een eerbie dige hulde van het vaderlandslievende volk aan de Vastigheidt van den Vader des Vaderlands! Na dit openingswoord voerde het orkest van het Concertgebouw de ouverture „Eg- mond" uit. Hartelijk applaus weerklonk, nadat Ilare Majesteit daartoe het voorbeeld had gegeven. Z.Exc. dr. II. Colijn nam daarna het wcord. Rede van dr. Colijn. Spreker wees er allereerst op dat de gi gantische worsteling tusschcn ouden cn nieuwen lijd de Ncdcrlandschc gewesten niet onberoerd liet. Naar zijn geestelijke zijde niet, maar evenmin naar den staat kundigen kant. Karei V was in deze landen kampioen geweest voor het dubbele doel van verster king der staatkundige eenheid der 17 ge westen cn ook van ongerepte handhaving van het Katholicisme. Dc Nederlanden, in naar nog een kreits van het Duitsche Rijk, waren practisch be vrijd van de oude leenbanden en hadden een vrij zelfstandige positio verworven. Minder voorspoedig was Karei geweest in het najagen van het tweede doel: de onge broken religicusc eenheid des volks. De Hervorming was onuitroeibaar gebleken cn werd door haar wassende kracht, in de tweede helft der lGe eeuw, een der voor naamste oorzaken, dat een deel der Xeder- landsche gewesten in opstand kwam tegen het gezag. Het is tegen dien in grove lijnen ge- schetsten historischcn achtergrond, dat wij de reuzenfiguur moeten zien van den man wiens iOOstcn geboortedag we lieden geden ken, van den eersten Willem van Oranje, dien dc volksmond den eerctitcl toekende van Vader des Vaderlands. Tegen dien achtergrond moeten wij hem zien, omdat, naar Carlylo eens zoo tecke nend zeidc, een heldenfiguur slechts dan werkelijke beteekenis kan krijgen, indien er een wereld is die bij hem past. Dc geleidelijke verandering bij Oranje begint omstreeks 1559 cn is voornamelijk tot een drietal oorzaken terug te brengen: zijn bezwaar tegen het binncnlandsch be stuur; zijn bedenking tegen de buitenland echo politiek van Philips; zijn groeiende afkeer van de geloofsvervolgingen. Maar nog hoorde Oranje tot dc Roomsch- Katholicke Kerk. Ook nad hij nog niet liet woord gesproken, dat in 1561 door een be wonderend' volk zou worden beluisterd hoezeer ik aan een Katholiek geloof ge hecht ben, ik kan niet goedkeuren, dat vorsten over het geweten hunnen onder danen willen heerschcn cn hun de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen. De bandeloosheid, die zich hier en daar onder dc Hervormden openbaarde, had evenzeer zijn afkeuring als dc vervolgingen om des gcloofs wil. Zijn zucht tot verzoening bleek ook uit de instemming met de overigens onvrucht bare gedachte van zijn broeder Lodewijk, om op eigen hand een verzoenende Hervor ming der Katholieke Kerk ter hand te ne men, waarmede Katholieken en Protestan ten heide zouden kunnen instemmen. Langs dien weg van pleiten voor ver zachting, van het zoeken naar een com promis, van pogingen tot versterking van een steeds noodiger wordend weerstands vermogen, breekt dan ten slotte het oogen- blik aan, waarop de beslissende stap niet langen kan worden uitgesteld. Oranje js in 1567 uitgeweken naar het Nassauschc Patmos. En AIva doet zijn in tocht in Brussel. En als dan het optreden van den nieu wen landvoogd door een ongekend terro risme wordt gekenmerkt, dan, maar ook eest dan, gaat Oranje over tot de voorbe reiding van zijn gewapend verzet. De worsteling tusschcn de twee groote beginselen, waarop ik in den aanvang wees, cn die reeds bijna een halve eeuw lang een groot deel van Europa beroerd had, was nu ook op Nederlandschen grond aanstaande. Oranje was als veldheer noch een Hanni bal, noch een Napoleon, maar ware hij dit wél geweest, dan nog zou het ontbreken van medewerking van de zijde der bevol king hem hebben doen falen in de over meestering van Alva's geoefende legerscha ren. Toch maakte zelfs in die donkere jaren de moed niet voor wanhoop plaats; ook niet toen de eerste der broeders bij Heili- gerlee het leven hadden gelaten cn 's Prin sen eigen tocht in liet Zuiden tot een jam merlijke mislukking geworden was. Want in Holland hadden zich nu dc eersto licht strepen aan den horizon vertoond. Den Briel heeft zijn poorten voor Lumey eopend; Vlissingen, Enkhuizen en nog en kele andere steden zijn aan Oranje's zijde ekomen; de eigenlijke volksoorlog heeft een aanvang genomen. En in Dordt wordt op een vergadering van de bevrijde Hol- landsche steden, onder leiding van Paulus Buys cn Aldegonde, formeel de band ge legd die Oranje cn Nederland na ruim VA eeuw nog vereenigt. Maar al wordt hierdoor hét zwaartepunt van 's Prinsen activiteit naar het Noorden verlegd cn al sluit hij, door zijn overgang naar het Calvinisme, zich nu ook dichter aan bij het meer militante volksdeel in dat Noorden, aan twee gedachten blijft Oranje trouw. Als Calvinist was hij voorstander van tolerantie jegens de Roomsch-Katholieken, zooals hij het als Roomsch-Katholiek was geweest, jegens dc Protestanten. Van Lumey ontdeed hij zich, omdat deze o.a. 19 te Gor- cum gevangen genomen priesters te Den Briel onder allerlei marteling, had laten ombrengen, hoewel zijn lastbrief het bevel van Oranje inhield aan Roomsch-Ivatholie- kcn zoowel als aan Protesiautschen be scherming te verlecncn Maar ook aan zijn tweede gedachte bleef hij trouw. Een vrij Nederland, een Neder land waarin vrijheid van religie bestaan zou, maar een vrij Nederland van grooter formaat dan dc Noordelijke gewesten al leen. Dc Bourgondische gedachte heeft hij eigenlijk nimmer prijs gegeven. Hoe nabij scheen dat doel, toen den Ssten Nov. 1576 de Pacificatie van Gent gesloten werd! Maar hoe wreedcr nog was de antgoo. cheling, toen Parma in 1578 nabij Namen het Staatscho leger een beslissende neder laag toebracht en Oranje, door mannen als Datheen cn Hcmbyze op het heftigst tegen gestaan, zich feitelijk teruggedrongen zag tot de positie van rustbewaarder in Ant werpen. Nog trachtte hij door een gods dienstvrede het kwaad te bezweren, doch het jaar 1579 was nog maar nauwelijks aangevangen, of de ontdekking van de Pa cificatie door eenige der Zuidelijke gewes ten had ingezet. Utrecht's Unie vond dra haar tegenpool in die van Utrecht en daar mee werd de scheiding van Noord en Zuid een voldongen feit. De twee separate Unies beteekenden het doodvonnis voor de een heidsbeweging, die op do Generale Unie gericht was geweest. En nu, na deze teleurstelling, nadert het einde. Maar de laatste der tegenspoeden was het nog niet. Het zoeken naar een nieuwen landsheer, reeds eerder beproefd, wordt nu, als een gevolg van onderschat ting van dc kracht die het op do zee steu nende Noorden uit zichzelf zou kunnen ontwikkelen, weer opnieuw ter hand ge nomen. Om echter ook nu weer op alge- hecle mislukking uit te loopen. Toch was dit het ergste niet. Erger was het, dat, vanuit den kring, die toch zoo oneindig veel aan hem te dan ken had, verwijt op verwijt vernomen werd. Dat alles werd niet vergoed door'het aan bod van Holland cn Zeeland om den Prins tot hun landsheer tc verheffen op voor waarden, waarvan Maurits later getuigde, dat hij liever van den Haagschen toren of naar beneden zou zijn gesprongen, dan de waardigheid van landsheer op zulke voor waarden aan te nemen. Toch had Oranje, na lange aarzeling, er in toegestemd do Souvcreiniteit over Hol land en Zeeland tc aanvaarden. Maar vóór dc inhuldiging kon plaats grijpen vonden de kogels uit het pistool van Gerard hun weg naar het hart van hem, die in zijne bekende Apologie gezegd had: Wat Ilon heb ik tc wachten na mijn langdurige diensten en de bijkans volslagen schip breuk van mijn wereldsch vermogen, ten zij dan de roem van, wellicht ten ko6to van mijn leven, U de vreihcid verworven tc hebben? Op die ontroerende vraag antwoorden wij op dezen dag, ruim 350 jaar nadat zij gedaan werd, dat Uw naam voor het eerst leerde zeggen, tot den grijsaard, die naar het graf neigt; de dankbaarheid van een volk, dat nooit vergeten zal wat Oranje voor Nederland deed en dat zich uit zijn rijke historie het best de woorden herin nert, die aan de stervende lippen van den eersten Willem van Oranje ontvloden: „Mijn God, erbarm U over mij en over dit arme volk". Het nageslacht, dat de geschiedenis rug- Denkt aleer gij doende zijt cn doende, denkt dan nog. GEZELLE. Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. IJ. C. B Inez zat, scherp luisterend, tegenover haar zuster aan de tafel. Zij wist wat Dolo res deed, zij wist dat haar zuster al maan den lang bezig was aan een brief, waaraan zij van tijd tot tijd werkte en waarin zij den man, dien zij lief had. van alles had verteld, cn dien zij hem bij de eerste de beste gelegenheid in handen wilde spelen of dien iii een handschoen vei horgen. voor zijn voeten laten vallen, of wel hem door de vlugge vingers van het blinde meisje ter hand zou doen stellen. Want Inez hielp het liefdespaar altijd, en Don Jan was steeds vriendelijk jegens haar. praatte met haar als hij kon en leidde haar dikwijls, wanneer zij in een kamer was. die zij niet kende. Dd- lores wist dat zij slechts kon hopen een en kel woord met hem tc wisselen wanneer zij terugkeerde, cn flat het thans op het terras, waar dc rozen verwelkten, kil en nat was. Ook wist zij dal haar vader de een of amdêie dwaasheid zou uithalen, wanneer hij haar met Don Jan zou aantreffen op een plaats, waar niemand hen zou kunnen zien of hoo- ren. Want de oude Mendoza kende dc we reld en liet hof, en wist dat vroeger of later voor Don Jan van Oostenrijk een vorstelijk huwelijk zou worden beraamd cn dat, zelfs al was hij met Dolores getrouwd, er wel een middel zou worden gevonden om haar hu welijk ongeldig te doen verklaren, waardoor een groote schande over zijn huis zou wor den gebracht. Bovendien behoorde hij tot 'skonings lijfwacht; hij hing Philips als zijn souvercin met lichaam en ziel aan, was tc allen tijde op een woord van zijn vorst bereid dezen zijn leven te geven; twijfelen aan een koninklijk woord of beweegreden stond hij hem gelijk met verraad. Hij was een onbuigzame, oude man, een Spanjaard uit Spanje's roemrijken tijd, onbevreesd, trotsch, onverdraagzaam, een man, die Spanje's eer tot zijn afgod maakte, die slechts zacht zou kunnen zijn voor zijn kin deren, waarvan hij innig veel hield. De lief de, die hij dezen toedroeg, ging echter ge paard met die soort van strengheid en hardheid in alle zaken, waarbij zijn auton teit was betrokken, die do oprechte liefde van een vader lot den ondraaglijksten last kan maken voor een meisje, dat een hart heeft. Betreft het een zoon, dan leidt zoo'n liefde vroeger of later tot hevige twisten cn levenslange vervreemding. Dit was dan ook inderdaad liet geval, want de beide meisjes hadden een veel ouderen broeder, Rodrigo, die altijd als een jongen was behandeld, tot dat hij het niet langer kon verdragen en het huis zijns vaders had verlaten. Hij was, evenals zoo velen dat ook in dien lijd deden, de wijde wereld in gegaan, om te trachten in een of ander leger zich te onder scheiden. Tenslotte, als om zich tegenover zijn vader in alles te verzetten, diende hij thans onder de bevelen van Don Jan, terwijl het gerucht liep, dat hij een van diens vrien den was, zoodat Mendoza vreesde dat zijn zoon Don Jan behulpzaam zou zijn bij het tot stand brengen van zijn huwelijk met Do lores. Maar daarin vergiste Mendoza zich, want zijn zoon was even fel, cn in hart cn nieren net zoo'n Spanjaard, en even toege wijd aan dc eer van zijn naam als zijn va der. Al beschouwde bij Don Jan als een ideaal soldaat en vorst, hij zou liever zijn rechterhand hebben afgekapt, dan zijn aan voerder den brief ter hand te stellen, waar aan Dolores zoo lang geschreven had; zij wist dit cn duchtte haar broeder, voor wien zij haar geheim verhorgen hield. Inez wist echter alles, en ook zij was bang voor Rodrigo cn voor haar vader, zoowel wat haar zelf als wat haar zuster betrof. In dit huisgezin, waar verdeeldheid licerschte, stond dus de vader tegenover den <oon, terwijl dc zusters bondgenooten waren te gen hen beiden, niet uit haat, maar uit vrees cn wegens Dolores' groote liefde voor Don Jan van Oostenrijk. Terwijl dc meisjes aan dc tafel zalen, be gon het weer tc regenen en gedurende een paar minuten kletterden dikke druppels te gen de vensters. Als gevolg van dc soort glas, waaruit deze bestonden, kon men cr niet goed doorheen zien cn wanneer door den regen de lucht donker was, lieten zij slechts een vaal licht door, dat koud en kleurloos werd, zoodra de regen ophield. Inez had langen tijd doodstil gezeten, met haar ellebogen op de tafel, haar hoofd rus tende op de losjes gevouwen blanke handen en met haar blinde gezicht opwaarts gericht luisterend naar het omslaan der bladen cn naar het af cn toe krassen der voeren pen. Nu bewoog zij zich cn zuchtte cn terwijl zij in de groote, gebeeldhouwde stoel achter over leunde, legde zij op een hulpclooze, half wanhopige wijze haar handen voor zich op tafel. Dadelijk keck Dolores op, want zij was gewoon haar bij het minste of geringste te helpen cn haar sympathie te bctoonen. „Is cr iets?" vroeg zij vlug. „Heb je iets noodig, lieve Inez?" „Ben je bijna klaar?" Da stem van het meisje verraadde bijna dat zij blind was. Zij was liefelijk en zacht, maar er was geen leven in cn zij kwam uit een wereld, waarin geen licht is, waarin slechts klanken van beteekenis zijn en waarin alleen dc tastzin zekerheid ver schaft. „Ja," antwoordde Dolores. „Ik ben bijna klaar en moet nog maar een halve bladzijde overlezen." „Waarom lees je je brief eigenlijk over?" vroeg Inez. „Verander je dan hetgeen je hebt geschreven? Denk je nu niet precies hetzelfde als toen je schreef?" „O, neen! Ik voel heel veel meer ik zoek naar betere woorden, om zoo vele dingen tc zeggen, die nog nooit door iemand zijn ge zegd. liet lijkt me alles zoo weinig, en zoo slecht onder woorden gebracht. ITij zal er om lachen maar neen, dat doet hij niet! Toch zal mijn brief hem zoo kinderachtig voorkomen, dat weet ik zeker. Had ik hem maar niet geschreven cn toch, Inez, zou ik hem mijn brief toch maar niet sturen?" „Hoe kan ik je dat zeggen?" vroeg Inez hopeloos. „Je hebt hem mij niet voorgelezen, zoodat ik niet weet, wat je hem hebt ge schreven?" „Ik heb hem geschreven, dat ik hem lief heb, zoo innig, als nog nooit tc voren een vrouw een man lief had," antwoordde Do lores, cn haar oprechte woorden schenen, terwijl zij deze uitsprak, tc leven. Toen zweeg zij een oogenblik cn staarde op dc beschreven bladzijden. Inez bewoog zich niet en scheen nauwelijks adem te ha len, totdat Dolores weer begon: „Ik heb hem gezegd, dat ik hem eeuwig zal liefhebben, dat ik voor hem wil leven, wil sterven cn lijdon on dat ik hem wil die nen! Dat alles heb ik hem gezegd en nog een boel meer." „Nog meer? Het is toch al heel veel. Maar hij heeft jou ook lief. Alles wat jij belooft, zal ook hij beloven en hij zal woord houden ook, geloof ik. Maar nog meer! Wat zou je meer kunnen zeggen „Ik zou alles, alles willen zeggen, als ik er maar woorden voor kon vinden!" Haar van leven doortrilde stem was in vergelijking met de weifelende klanken van haar zuster als zonneschijn tegenover maan licht. „Je zult wel woorden genoeg vinden, als je hem vanavond ontmoet," zei Inez loom. „En die zullen nog beter zijn dan alles wat je zou kunnen schrijven. Zal ik zorgen dat hij jc brief krijgt?" Dolores keek haar zuster plotseling aan, want er klonk iels onnatuurlijks in haar laatsten zin. „Dat kan ik nog niet zeggen," antwoordde zij, „ik weet immers niet wat er kan gebeu ren en waar ik hem het eerst zal zien." „Je zult hem aanstonds voor het raam kunnen zien. Ik boor de lijfwacht al aantre den om hem tegemoet te gaan en jij jij zult ,hem dan van hieruit kunnen zien." (Wordt vervolg^'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5