AMSTERDAM HERDENKT DEN ZWIJGER
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
DE KON. FAMILIE AANWEZIG
Feuilleton
Maandag 24 April 1933
31e Jaargang No. 252
Dr. COLIJN DE FEEST
REDENAAR
ZANGHULDE OP DEN DAM
In bet Paleis van den Koning
Ook de Ministerpresident
voert het woord
Amsterdam, 21 April. Voor vier eeu
wen werd op dezen datum Prins Willem I,
de Vader des Vaderlands geboren. Ter cere
daarvan is deze dag door de hoofdstad des
lands gemaakt tot een nationalcn dag, die
mede werd gevierd door de Koninklijke
Familie.
Al vroeg in den morgen werd de dag in
geluid door muziekuitvoeringen. Om 8 uur
werd koraaJmuziek ten gchoorc gebracht
van het platform van de Nieuwe Kerk, van
de peristyle van den Stadsschouwburg en
van den trans van den Westertoren. In de
morgenuren werd een kindcrhulde ge
bracht aan H.M. de Koningin op den Dam
en in de middaguren had een nationale
herdenkingsplechtigheid plaats in tegen
woordigheid van de Koninklijke Familie in
het Concertgebouw, terwijl ook op ver
schillende pleinen muziekuitvoeringen wer
den gegeven.
De kinderhulde.
De kinderhulde had plaats op den Dam,
het historische plein, waar reeds zoovele
plechtige gebeurtenissen zijn gevierd.
Tegen tien uur begon reeds het Damplein
zich langzamerhand te vullen inet de kin
deren, die aan de aubade deelnemen.
Zij allen kwamen van den N.Z. Voorburg
wal en gingen daarna door de Nieuwe
Kerk naar het Damplein;
Inmiddels was ook de Koninklijke Fami
lie gearriveerde, die luide werd toegejuicht
dooi- de reeds aanwezige kinderen en hun
begeleiders. Bij deze groepen van kinderen
voegden zich de vaandelwachtcn en genoo-
digden, die ook all?n door het kerkgebouw
den Dam bereikten.
Tegen elf uur was het Damplein gevuld
met 1 iOOü kindoren. Het, plein verkreeg
daardoor een buitengewoon aardig aspect,
dat nog verhoogd werd door de vele vaan
dels en de vlaggen, die allcrwege van de
gebouwen wapperden.
Voor het begin van de uitvoering, waar
aan door leerlingen van Openbare, Prot.
Christelijke, Roomsch-Katholicke en Is-
raêlietische scholen werd deelgenomen, bo
den een Protesiantsch, een Roomsch-Katho-
lick en een Israélietisch weesmeisje II. M.
do Koningin bloemen aan.
Toen de laatste tonen van liet carillon
uit den Paleiskoepel, die het elfde uur had
den aangewezen, verklonken waren, betrad
de Koninklijke Familie, vergezeld door
ecnige bestuursleden, het balcon.
De dirigent, van de aubade, de lieer W.
van Laar, staande op een hoog podium, hief
zijn dirigeerstok en plechtig klonk over den
Dam het „Wilt heden nu treden" uit Vale
rius' Gcdenkklanck.
Vervolgens werd gezongen „Hollands
Vlag" van J. P. J. Wierts, gevolgd door „Wij
willen Holland houcn" van Arnold Spoel en
tenslotte het „Wilhelmus".
Hare Majesteit had na elk lied door hand
geklap Haar dank betuigd.
Nadat de laatste klanken van het Wil
helmus waren verklonken, steeg wederom
een geestdriftig hoera op.
Na deze zangnummers begon het défilé
langs het Paleis van deze onafzienbare kin
dermenigte.
Het defile werd geopend door de vaandels
van de uitvoerende vereenigingen. Tus-
schen de verschillende groepen werden tel
kens de vaandels van vele vereenigingen
gedragen, die midden voor het Palcis do
vaandclgroet brachten.
Het duurde langer dan een vuur voor de
laatste groepen kinderen het Damplein in
de richting van d« Mozcs en Aaronstraat
verlieten.
De nationale herdenkingsplech
tigheid in het Concertgebouw.
Om drie uur reed dc Koninklijke Familie
uit naar het Concertgebouw, waar de na
tionale herdenkingsplechtigheid plaats had.
Voor dc aankomst van het Koninklijk Ge
zin was een uitgelezen gezelschap in do
met -tapijten en bloemen versierde zaal bij
eengekomen. Onder deze zeer velen waren
alle ministers, do commandant van het
veldleger en de commandant van de marine
te Willemsoord, de vice-president van den
Raad van State, vele leden van de Eersto
en Tweede Kamer, do socrctarisscn-gcne-
raal van alle departementen, dc presiden
ten en procureurs-generaal van allo ge
rechtshoven, dc presidenten en officieren
van justitie van de rechtbanken in Am
sterdam, Den Haag, Rotterdam en Haar
lem. Dc burgemeesters van alle provinciale
hoofdsteden, zoomede die van Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Dor
drecht, Tilburg, Breda, Alkmaar en vele an
dere gemeenten. Voorts de presidenten van
dc Kamers van Koophandel van Amster
dam, Botterdam en Den Haag.
Aanwezig waren ook de gezanten van 20
verschillende landen.
Aan den ingang aan de J. W. Brouwers
straat werd II.'M. dc Koningin ontvangen
door het dagclijksch bestuur van de com
missie voor de viering van het vierdo
eeuwfeest der geboorte van Prins Willem
van Oranje, bestaande uit jhr. mr. dr. A.
Röell, voorzitter; mr. C. L. de Vries Feycns,
secretaris en Chr. P. van Eeghcn, penning
meester.
Nadat dc Koninklijke Familie de voor
Haar bestemde plaatsen lïad ingenomen,
werd door 300 leden van het koor van dc
Vcrecniging van Toonkunst, onder leiding
van Willem Mengelberg liet Wilhelmus in
gezet. Het volkslied werd staande aange
hoord.
Jhr. mr. dr. A. Röell nam daarna als
voorzitter van de commissie voor liet
spreekgestoelte plaats.
Rede jhr. mr. dr. A. Röell,
Commissaris der Koningin
in Noord-Holland.
De welbekende klanken van ons oude
Wilhelmus stellen beter dan woorden dit
kunnen doen dc beteckcnis in het licht van
deze gedachtenisviering. Maar wat daaraan
bovendien luister schenkt, is dc aanwezig
heid van Uwe Majesteit, waarvoor de Com
missie tot viering van het vierde eeuwfeest
der geboorte van Prins Willem van Oranje,
haar eerbiedigen en diepgevoelden dank
moge uitspreken.
Dat ook Zijne Koninklijke Hoogheid dc
Prins der Nederlanden en Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana Uwe Majesteit
vergezellen en deze herdenkingsplechtig
heid met Hunne hoogc tegenwoordigheid
vereeren, stemt de Commissie tot groote
erkentelijkheid.
Dc komst van de Koninklijke familie in
deze feestelijke bijeenkomst vervult vooral
het Uitvoerend Comité met dankbare vol
doening. Zij is dc schoonste kroon, die kon
worden gezet op zijn met geestdrift aange
vangen, ondanks den druk der tijden met
liefde voortgezet, on ten slotte dank zij den
ccndrachtigcn steun van alle gezindten en
partijen, die zich scharen om den troon van
Oranje, met goeden uitslag voleindigd werk.
Voorzoovcr dc medewerkers, van do
hoogste autoriteiten in den lande die met
hun gezag, tot dc medeburgers van allen
rang en stand die met eenc in stilte ge
schonken gave, liet Comité bij de vervul
ling van zijn taak zijn behulpzaam geweest,
in dit plechtige uur hier aanwezig zijn, zij
het nnj vergund hun een hartelijk welkom
toe te roepen en hun dc verzekering tc
geven van zijne groote waardeering voor
hetgeen zij geestelijk en stoffelijk hebben
bijgedragen om dc hulde tc doen slagen aan
den Prins van Oranje, aan wicn ons vader
land zijn onafhankelijk volksbestaan, zijn
opkomst cn zijn bloei, zijn rechten en vrij
heden heeft tc danken.
Daarvoor heeft dc Prins alles veil gehad.
Spreker heette vervolgens welkom dc ver
tegenwoordigers der vreemde mogendheden
en die van dc Nassauschc landen, cn ver
volgde aldus:
Het ligt niet binnen het bestek van een
kort openingswoord als het mijne breedvoe
rig uit te weiden over den Prins cn zijne
deugden. In den loop van dezen winter is
dit in allerlei toonaard door meer bevoeg
den geschied, die in woord cn geschrift
's Prinsen voortreffelijke eigenschappen
ieder uit zijn eigen gezichtshoek hebben be
licht, die Zijne beteekenis voor land cn volk
in wctenschappelijkcn of populairen vorm
hebben uiteengezet en die er op hebben ge
wezen, hoe dc roemrijke tradition van Zijn
geslacht in Zijne nazaten zijn blijven voort
leven.
Die beteekenis, óók voor den tegenwoordi-
gen tijd, zal door den feestredenaar van
hedenmiddag zoo aanstonds nog nader wor
den in het licht gesteld.
Het jaar 1933 staat geheel in liet toeken
van de algemeene belangstelling voor Prins
Willem van Oranje.
Niettemin zij het toch mij vergund per
soonlijk over den Prins nog een enkel woord
te zeggen.
In het Frans Hals-museum te Haarlem
bevindt zich een merkwaardig schilderij,
waaraan echter de meesten in hun ver
klaarbaar streven om de meesterwerken tc
bereiken, waaraan het Museum zijn naam
ontleent, veelal achteloos voorbijgaan. Het
is in 1620 door dc stad van den schilder
Hendrick Gerritszoon Pot gekocht en heet
„De verheerlijking van Prins Willem I". De.
Faam, gezeten op een zegekar, met do
Waarheid instaande houding voor zich,
verkondigt 's Prinsen roem. Dc zegekar
wordt getrokken door drie olifanten, waar
op en waaromheen vrouwenfiguren zijn ge
groepeerd, die zijne negen cn dertig „Ciera-
tcn cn Dcughden" Christelijke, Ovcr-
hcyts- en Knjchsdcughdon vertegenwoor
digen, welke vermeld staan op de vier ha-
nieren, die de vrouwengroepen voor zich
uitdragen. Dc banieren vermelden voorts
de sterfjaren van den Prins en zijne broe
ders, de Graven AdoLf, Lodewijk en Hen
drik, welke laatsten medeloopen in den
klèurigen stoet. Dc Prins zelf staat, inct den
leeuw aan zijne rechterhand, vóór de zege
kar op een voetstuk, waarop alleen dit ecne
woord staat geschreven: Vastigheidt. Op dit
woord, waarin de gansche allegorische voor
stelling zich toespitst, concentreert zich ten
slotte de blik.
En het is met dit woord, dat liet gansche
leven van den Prins op zóó scherpe cn kern
achtige wijze kenschetst, dat ik wil beslui
ten. In die „vastigheidt' komen alle eigen
schappen, die hem sieren, samen. Uwe
Majesteit vcroorlove mij daarom alle gevoe
lens, die de viering van dit vierde Eeuw
feest opwekt, te belichamen in een eerbie
dige hulde van het vaderlandslievende volk
aan de Vastigheidt van den Vader des
Vaderlands!
Na dit openingswoord voerde het orkest
van het Concertgebouw de ouverture „Eg-
mond" uit. Hartelijk applaus weerklonk,
nadat Ilare Majesteit daartoe het voorbeeld
had gegeven.
Z.Exc. dr. II. Colijn nam daarna het
wcord.
Rede van dr. Colijn.
Spreker wees er allereerst op dat de gi
gantische worsteling tusschcn ouden cn
nieuwen lijd de Ncdcrlandschc gewesten
niet onberoerd liet. Naar zijn geestelijke
zijde niet, maar evenmin naar den staat
kundigen kant.
Karei V was in deze landen kampioen
geweest voor het dubbele doel van verster
king der staatkundige eenheid der 17 ge
westen cn ook van ongerepte handhaving
van het Katholicisme.
Dc Nederlanden, in naar nog een kreits
van het Duitsche Rijk, waren practisch be
vrijd van de oude leenbanden en hadden
een vrij zelfstandige positio verworven.
Minder voorspoedig was Karei geweest in
het najagen van het tweede doel: de onge
broken religicusc eenheid des volks. De
Hervorming was onuitroeibaar gebleken cn
werd door haar wassende kracht, in de
tweede helft der lGe eeuw, een der voor
naamste oorzaken, dat een deel der Xeder-
landsche gewesten in opstand kwam tegen
het gezag.
Het is tegen dien in grove lijnen ge-
schetsten historischcn achtergrond, dat wij
de reuzenfiguur moeten zien van den man
wiens iOOstcn geboortedag we lieden geden
ken, van den eersten Willem van Oranje,
dien dc volksmond den eerctitcl toekende
van Vader des Vaderlands.
Tegen dien achtergrond moeten wij hem
zien, omdat, naar Carlylo eens zoo tecke
nend zeidc, een heldenfiguur slechts dan
werkelijke beteekenis kan krijgen, indien
er een wereld is die bij hem past.
Dc geleidelijke verandering bij Oranje
begint omstreeks 1559 cn is voornamelijk
tot een drietal oorzaken terug te brengen:
zijn bezwaar tegen het binncnlandsch be
stuur; zijn bedenking tegen de buitenland
echo politiek van Philips; zijn groeiende
afkeer van de geloofsvervolgingen.
Maar nog hoorde Oranje tot dc Roomsch-
Katholicke Kerk. Ook nad hij nog niet liet
woord gesproken, dat in 1561 door een be
wonderend' volk zou worden beluisterd
hoezeer ik aan een Katholiek geloof ge
hecht ben, ik kan niet goedkeuren, dat
vorsten over het geweten hunnen onder
danen willen heerschcn cn hun de vrijheid
van geloof en godsdienst ontnemen.
De bandeloosheid, die zich hier en daar
onder dc Hervormden openbaarde, had
evenzeer zijn afkeuring als dc vervolgingen
om des gcloofs wil.
Zijn zucht tot verzoening bleek ook uit
de instemming met de overigens onvrucht
bare gedachte van zijn broeder Lodewijk,
om op eigen hand een verzoenende Hervor
ming der Katholieke Kerk ter hand te ne
men, waarmede Katholieken en Protestan
ten heide zouden kunnen instemmen.
Langs dien weg van pleiten voor ver
zachting, van het zoeken naar een com
promis, van pogingen tot versterking van
een steeds noodiger wordend weerstands
vermogen, breekt dan ten slotte het oogen-
blik aan, waarop de beslissende stap niet
langen kan worden uitgesteld.
Oranje js in 1567 uitgeweken naar het
Nassauschc Patmos. En AIva doet zijn in
tocht in Brussel.
En als dan het optreden van den nieu
wen landvoogd door een ongekend terro
risme wordt gekenmerkt, dan, maar ook
eest dan, gaat Oranje over tot de voorbe
reiding van zijn gewapend verzet.
De worsteling tusschcn de twee groote
beginselen, waarop ik in den aanvang
wees, cn die reeds bijna een halve eeuw
lang een groot deel van Europa beroerd
had, was nu ook op Nederlandschen grond
aanstaande.
Oranje was als veldheer noch een Hanni
bal, noch een Napoleon, maar ware hij dit
wél geweest, dan nog zou het ontbreken
van medewerking van de zijde der bevol
king hem hebben doen falen in de over
meestering van Alva's geoefende legerscha
ren.
Toch maakte zelfs in die donkere jaren
de moed niet voor wanhoop plaats; ook
niet toen de eerste der broeders bij Heili-
gerlee het leven hadden gelaten cn 's Prin
sen eigen tocht in liet Zuiden tot een jam
merlijke mislukking geworden was. Want
in Holland hadden zich nu dc eersto licht
strepen aan den horizon vertoond.
Den Briel heeft zijn poorten voor Lumey
eopend; Vlissingen, Enkhuizen en nog en
kele andere steden zijn aan Oranje's zijde
ekomen; de eigenlijke volksoorlog heeft
een aanvang genomen. En in Dordt wordt
op een vergadering van de bevrijde Hol-
landsche steden, onder leiding van Paulus
Buys cn Aldegonde, formeel de band ge
legd die Oranje cn Nederland na ruim VA
eeuw nog vereenigt.
Maar al wordt hierdoor hét zwaartepunt
van 's Prinsen activiteit naar het Noorden
verlegd cn al sluit hij, door zijn overgang
naar het Calvinisme, zich nu ook dichter
aan bij het meer militante volksdeel in dat
Noorden, aan twee gedachten blijft Oranje
trouw.
Als Calvinist was hij voorstander van
tolerantie jegens de Roomsch-Katholieken,
zooals hij het als Roomsch-Katholiek was
geweest, jegens dc Protestanten. Van Lumey
ontdeed hij zich, omdat deze o.a. 19 te Gor-
cum gevangen genomen priesters te Den
Briel onder allerlei marteling, had laten
ombrengen, hoewel zijn lastbrief het bevel
van Oranje inhield aan Roomsch-Ivatholie-
kcn zoowel als aan Protesiautschen be
scherming te verlecncn
Maar ook aan zijn tweede gedachte bleef
hij trouw. Een vrij Nederland, een Neder
land waarin vrijheid van religie bestaan
zou, maar een vrij Nederland van grooter
formaat dan dc Noordelijke gewesten al
leen. Dc Bourgondische gedachte heeft hij
eigenlijk nimmer prijs gegeven.
Hoe nabij scheen dat doel, toen den Ssten
Nov. 1576 de Pacificatie van Gent gesloten
werd!
Maar hoe wreedcr nog was de antgoo.
cheling, toen Parma in 1578 nabij Namen
het Staatscho leger een beslissende neder
laag toebracht en Oranje, door mannen als
Datheen cn Hcmbyze op het heftigst tegen
gestaan, zich feitelijk teruggedrongen zag
tot de positie van rustbewaarder in Ant
werpen. Nog trachtte hij door een gods
dienstvrede het kwaad te bezweren, doch
het jaar 1579 was nog maar nauwelijks
aangevangen, of de ontdekking van de Pa
cificatie door eenige der Zuidelijke gewes
ten had ingezet. Utrecht's Unie vond dra
haar tegenpool in die van Utrecht en daar
mee werd de scheiding van Noord en Zuid
een voldongen feit. De twee separate Unies
beteekenden het doodvonnis voor de een
heidsbeweging, die op do Generale Unie
gericht was geweest.
En nu, na deze teleurstelling, nadert het
einde. Maar de laatste der tegenspoeden
was het nog niet. Het zoeken naar een
nieuwen landsheer, reeds eerder beproefd,
wordt nu, als een gevolg van onderschat
ting van dc kracht die het op do zee steu
nende Noorden uit zichzelf zou kunnen
ontwikkelen, weer opnieuw ter hand ge
nomen. Om echter ook nu weer op alge-
hecle mislukking uit te loopen.
Toch was dit het ergste niet.
Erger was het, dat, vanuit den kring, die
toch zoo oneindig veel aan hem te dan
ken had, verwijt op verwijt vernomen
werd.
Dat alles werd niet vergoed door'het aan
bod van Holland cn Zeeland om den Prins
tot hun landsheer tc verheffen op voor
waarden, waarvan Maurits later getuigde,
dat hij liever van den Haagschen toren of
naar beneden zou zijn gesprongen, dan de
waardigheid van landsheer op zulke voor
waarden aan te nemen.
Toch had Oranje, na lange aarzeling, er
in toegestemd do Souvcreiniteit over Hol
land en Zeeland tc aanvaarden. Maar vóór
dc inhuldiging kon plaats grijpen vonden
de kogels uit het pistool van Gerard hun
weg naar het hart van hem, die in zijne
bekende Apologie gezegd had: Wat Ilon
heb ik tc wachten na mijn langdurige
diensten en de bijkans volslagen schip
breuk van mijn wereldsch vermogen, ten
zij dan de roem van, wellicht ten ko6to
van mijn leven, U de vreihcid verworven
tc hebben?
Op die ontroerende vraag antwoorden
wij op dezen dag, ruim 350 jaar nadat zij
gedaan werd, dat Uw naam voor het eerst
leerde zeggen, tot den grijsaard, die naar
het graf neigt; de dankbaarheid van een
volk, dat nooit vergeten zal wat Oranje
voor Nederland deed en dat zich uit zijn
rijke historie het best de woorden herin
nert, die aan de stervende lippen van den
eersten Willem van Oranje ontvloden:
„Mijn God, erbarm U over mij en over dit
arme volk".
Het nageslacht, dat de geschiedenis rug-
Denkt aleer gij doende zijt cn doende,
denkt dan nog.
GEZELLE.
Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door
F. MARION CRAWFORD.
Naar het Engelsch door W. IJ. C. B
Inez zat, scherp luisterend, tegenover
haar zuster aan de tafel. Zij wist wat Dolo
res deed, zij wist dat haar zuster al maan
den lang bezig was aan een brief, waaraan
zij van tijd tot tijd werkte en waarin zij
den man, dien zij lief had. van alles had
verteld, cn dien zij hem bij de eerste de
beste gelegenheid in handen wilde spelen of
dien iii een handschoen vei horgen. voor zijn
voeten laten vallen, of wel hem door de
vlugge vingers van het blinde meisje ter
hand zou doen stellen. Want Inez hielp het
liefdespaar altijd, en Don Jan was steeds
vriendelijk jegens haar. praatte met haar
als hij kon en leidde haar dikwijls, wanneer
zij in een kamer was. die zij niet kende. Dd-
lores wist dat zij slechts kon hopen een en
kel woord met hem tc wisselen wanneer zij
terugkeerde, cn flat het thans op het terras,
waar dc rozen verwelkten, kil en nat was.
Ook wist zij dal haar vader de een of amdêie
dwaasheid zou uithalen, wanneer hij haar
met Don Jan zou aantreffen op een plaats,
waar niemand hen zou kunnen zien of hoo-
ren. Want de oude Mendoza kende dc we
reld en liet hof, en wist dat vroeger of later
voor Don Jan van Oostenrijk een vorstelijk
huwelijk zou worden beraamd cn dat, zelfs
al was hij met Dolores getrouwd, er wel een
middel zou worden gevonden om haar hu
welijk ongeldig te doen verklaren, waardoor
een groote schande over zijn huis zou wor
den gebracht. Bovendien behoorde hij tot
'skonings lijfwacht; hij hing Philips als
zijn souvercin met lichaam en ziel aan, was
tc allen tijde op een woord van zijn vorst
bereid dezen zijn leven te geven; twijfelen
aan een koninklijk woord of beweegreden
stond hij hem gelijk met verraad. Hij was
een onbuigzame, oude man, een Spanjaard
uit Spanje's roemrijken tijd, onbevreesd,
trotsch, onverdraagzaam, een man, die
Spanje's eer tot zijn afgod maakte, die
slechts zacht zou kunnen zijn voor zijn kin
deren, waarvan hij innig veel hield. De lief
de, die hij dezen toedroeg, ging echter ge
paard met die soort van strengheid en
hardheid in alle zaken, waarbij zijn auton
teit was betrokken, die do oprechte liefde
van een vader lot den ondraaglijksten last
kan maken voor een meisje, dat een hart
heeft. Betreft het een zoon, dan leidt zoo'n
liefde vroeger of later tot hevige twisten cn
levenslange vervreemding. Dit was dan ook
inderdaad liet geval, want de beide meisjes
hadden een veel ouderen broeder, Rodrigo,
die altijd als een jongen was behandeld, tot
dat hij het niet langer kon verdragen en
het huis zijns vaders had verlaten.
Hij was, evenals zoo velen dat ook in dien
lijd deden, de wijde wereld in gegaan, om te
trachten in een of ander leger zich te onder
scheiden. Tenslotte, als om zich tegenover
zijn vader in alles te verzetten, diende hij
thans onder de bevelen van Don Jan, terwijl
het gerucht liep, dat hij een van diens vrien
den was, zoodat Mendoza vreesde dat zijn
zoon Don Jan behulpzaam zou zijn bij het
tot stand brengen van zijn huwelijk met Do
lores. Maar daarin vergiste Mendoza zich,
want zijn zoon was even fel, cn in hart cn
nieren net zoo'n Spanjaard, en even toege
wijd aan dc eer van zijn naam als zijn va
der. Al beschouwde bij Don Jan als een
ideaal soldaat en vorst, hij zou liever zijn
rechterhand hebben afgekapt, dan zijn aan
voerder den brief ter hand te stellen, waar
aan Dolores zoo lang geschreven had; zij
wist dit cn duchtte haar broeder, voor wien
zij haar geheim verhorgen hield.
Inez wist echter alles, en ook zij was bang
voor Rodrigo cn voor haar vader, zoowel
wat haar zelf als wat haar zuster betrof. In
dit huisgezin, waar verdeeldheid licerschte,
stond dus de vader tegenover den <oon,
terwijl dc zusters bondgenooten waren te
gen hen beiden, niet uit haat, maar uit vrees
cn wegens Dolores' groote liefde voor Don
Jan van Oostenrijk.
Terwijl dc meisjes aan dc tafel zalen, be
gon het weer tc regenen en gedurende een
paar minuten kletterden dikke druppels te
gen de vensters. Als gevolg van dc soort
glas, waaruit deze bestonden, kon men cr
niet goed doorheen zien cn wanneer door
den regen de lucht donker was, lieten zij
slechts een vaal licht door, dat koud en
kleurloos werd, zoodra de regen ophield.
Inez had langen tijd doodstil gezeten, met
haar ellebogen op de tafel, haar hoofd rus
tende op de losjes gevouwen blanke handen
en met haar blinde gezicht opwaarts gericht
luisterend naar het omslaan der bladen cn
naar het af cn toe krassen der voeren pen.
Nu bewoog zij zich cn zuchtte cn terwijl zij
in de groote, gebeeldhouwde stoel achter
over leunde, legde zij op een hulpclooze, half
wanhopige wijze haar handen voor zich op
tafel. Dadelijk keck Dolores op, want zij was
gewoon haar bij het minste of geringste te
helpen cn haar sympathie te bctoonen.
„Is cr iets?" vroeg zij vlug. „Heb je iets
noodig, lieve Inez?"
„Ben je bijna klaar?"
Da stem van het meisje verraadde bijna
dat zij blind was. Zij was liefelijk en zacht,
maar er was geen leven in cn zij kwam uit
een wereld, waarin geen licht is, waarin
slechts klanken van beteekenis zijn en
waarin alleen dc tastzin zekerheid ver
schaft.
„Ja," antwoordde Dolores. „Ik ben bijna
klaar en moet nog maar een halve bladzijde
overlezen."
„Waarom lees je je brief eigenlijk over?"
vroeg Inez. „Verander je dan hetgeen je
hebt geschreven? Denk je nu niet precies
hetzelfde als toen je schreef?"
„O, neen! Ik voel heel veel meer ik zoek
naar betere woorden, om zoo vele dingen tc
zeggen, die nog nooit door iemand zijn ge
zegd. liet lijkt me alles zoo weinig, en zoo
slecht onder woorden gebracht. ITij zal er
om lachen maar neen, dat doet hij niet!
Toch zal mijn brief hem zoo kinderachtig
voorkomen, dat weet ik zeker. Had ik hem
maar niet geschreven cn toch, Inez, zou
ik hem mijn brief toch maar niet sturen?"
„Hoe kan ik je dat zeggen?" vroeg Inez
hopeloos. „Je hebt hem mij niet voorgelezen,
zoodat ik niet weet, wat je hem hebt ge
schreven?"
„Ik heb hem geschreven, dat ik hem lief
heb, zoo innig, als nog nooit tc voren een
vrouw een man lief had," antwoordde Do
lores, cn haar oprechte woorden schenen,
terwijl zij deze uitsprak, tc leven.
Toen zweeg zij een oogenblik cn staarde
op dc beschreven bladzijden. Inez bewoog
zich niet en scheen nauwelijks adem te ha
len, totdat Dolores weer begon:
„Ik heb hem gezegd, dat ik hem eeuwig
zal liefhebben, dat ik voor hem wil leven,
wil sterven cn lijdon on dat ik hem wil die
nen! Dat alles heb ik hem gezegd en nog een
boel meer."
„Nog meer? Het is toch al heel veel. Maar
hij heeft jou ook lief. Alles wat jij belooft,
zal ook hij beloven en hij zal woord houden
ook, geloof ik. Maar nog meer! Wat zou je
meer kunnen zeggen
„Ik zou alles, alles willen zeggen, als ik er
maar woorden voor kon vinden!"
Haar van leven doortrilde stem was in
vergelijking met de weifelende klanken van
haar zuster als zonneschijn tegenover maan
licht.
„Je zult wel woorden genoeg vinden, als
je hem vanavond ontmoet," zei Inez loom.
„En die zullen nog beter zijn dan alles wat
je zou kunnen schrijven. Zal ik zorgen dat
hij jc brief krijgt?"
Dolores keek haar zuster plotseling aan,
want er klonk iels onnatuurlijks in haar
laatsten zin.
„Dat kan ik nog niet zeggen," antwoordde
zij, „ik weet immers niet wat er kan gebeu
ren en waar ik hem het eerst zal zien."
„Je zult hem aanstonds voor het raam
kunnen zien. Ik boor de lijfwacht al aantre
den om hem tegemoet te gaan en jij jij
zult ,hem dan van hieruit kunnen zien."
(Wordt vervolg^'