P. Groenhuizen-Schatorjé De Ideal Home Exhibition HOMOEOPATHISCHE MIDDELEN LUNCHROOM VONK Crème Gebak LUNCHROOM VONK MAISON DE Ie 0RDRE K. DIKKESGHEY HET NIEUWE WOONHUIS LETTERKUNDIGE KRGNIEK VARIA WAT NIET IEDEREEN WEET DUPLICATORS HANDCYCLOSTYLES Fa. H. ELZENAAR Dr. MADAUS Co. H. M. WATELER-v. DIJK VANAF HEDEN IJS BEVROREN NEGERS Emmertjes ijs en Bekers ijs Neemt U eens onze bekende Nougatine Mokka Marasquin Sinaasappel Concertgebouw „DE VALK" VACANT Dameskapper PERMANENT LONDENSCHE BRIEVEN De nieuwe mensch vraagt voor zijn Zoning geriefdoelmatigheid en schoonheid Langer dan tien jaar leeft nu de „Daily Mail" propaganda gemaakt in de jaarlijk- eche Ideal Home Exhibitions voor de wo ning die hygiënisch is en zich gemakkelijk schoon laat houden, voor het huis dat nieu werwets is van innerlijk of voor het huis, waarin traditie van Tudordagen bewaard is gebleven voor zoover het gevels en eiketi uitwendigheid betreft, maar dat binnen-in tot den jongsten dag van zijn tijd is mee gegaan in den vooruitgang. O zeker, de propaganda heeft wei gewerkt. Er zijn jon ge Engelscho echtparen genoeg die bij do zaken van hun huishoudelijkheid denken en doen in den geest van de tentoonstel ling. Maar het is moeilijk gebleken do men- 6chen van middelbaren leeftijd en van oude van dagen over te halen tot nieuwe inzich ten. De laatston gaan onafwendbaar gelei delijk uit de samenleving weg. Naarmate er meer Ideal Home Exhibitions zullen ko men zullen er meer huizen en hun inte rieurs zijn, die gebouwd en ingericht volgens de nieuwe opvattingen, welke Olympia elk jaar met zooveel geestdrift en verve en licht predikt. Gerief, doelmatigheiJ cn schoonheid vraagt de nieuwe mensch voor zijn huis en zijn tehuis, in de toerusting, de meubels, de structuur. Hij kan het krijgen blijkens de jaarlijksche onderneming van het genoem de blad die een van de prettigste shows van de 6tad is geworden. Men kan er voorbeel den zien van alles wat de menschelijko vindingrijkheid tot nu toe heeft weten te maken voor het comfortabele, het practi- sche en het mooie huis. Dat is niet allemaal te beschrijven. Er zijn vele zaken, die het vooruitstrevende huis al jaren heeft, zooals de electrische stofzuiger cn de mangel en het electrische licht. Ja, dat is nogal van zelfsprekend. Maar de nieuwe stofzuiger is een veel handiger en doeltreffender ding dan die van vijf of tien jaar geleden. Hij maakt om te beginnen geen lawaai meer en hij zuigt veel harder voor hetzelfde voedsel aan elcctri6chen stroom en hij heeft zich voorzien van speciale ledematen, die stof weghalen uit do onmogelijkste hoeken cn gaten. De mangel is een miniatuur product met roestvrij metaal dat evenveel werk ver richt als het bakbeest van verleden, dat voor zijn manipulatie een half vertrek noo- dig had. En het electrische licht! Dat is alleen nog te herkennen, maar niet meer te zien, hoe vreemd deze uitspraak ook moge klinken. Het komt uit plafonds of uit de randen van plafonds en het is in de kamer overal gelijk, eerlijk verdeeld over de gansche ruimte, zooals het daglicht, wanneer de zon achter wolken gaat, zich uitspreidt over het land. Of het is als een zon midden in het vertrek, maar een wei- opgevoede zon, die zich heeft verdeeld in kaarsen die nooit opbranden en van vet geen weet hebben Hoe lang zal het nog duren dat gedienstigen in de woning of moeder de vrouw zelf op handen en knieën do vloeren wrijven en glanzend maken? Het hoeft niet meer. Er is een electrische vloerwrijver die stug op zijn drie platte borstels 6taat, die schuil gaan onder een stolp van glanzend wit metaal met een lang handvat. De stugheid verdwijnt wanneer electrische stroom de borstels in roteerende, tevens wrijvende, tevens poetsende bewe ging brengt Dat gaat, zonder inspanning geleid door de hand die het handvat vast houdt, de machine over den vloer jooals Sonja Henie over het ijs gaat. Uitstoomen is een woord dat vaak wordt gebezigd in do woning wanneer een blouse of een gor dijn groezelig worden. Dan moest het vroe ger naar de uitstoomerij Het is niet meer noodig. De Ideal Home Exhibition brengt feitelijk de huishouding van het verre ver leden, dat bakkerij, wasscherij, fabriek van verduurzaamde levensmiddelen, kleerma kerij en nog zooveel racer was, terug. Het verschil is alleen dat de verschillende be drijven nu zoo compact zijn en zoo gemak kelijk in behandeling, dat er geen groot huis meer voor noodig is De moderne uit stoomerij bijv. is een machientje, dat men wanneer het niet in gebruik is, op een plank in de keuken kan zetten zooals men het met pannen doet. Van pannen gesproken. Ware sieraden van de keuken ziet men in Olympia; niet meer die fragiele en deuken de dingen van plaat-alluminium, maar pro ducten van massieve constructie, van gego ten alluminiura of ven het nieuwe vlek- looze staal indien nikkel te duur is. Ik sprak van een electrischcn vloerwrij ver. Ilij voorziet in de behoefte van den tijd waarin vrouwen en meisjes van alle stan den haar eersto zorg geven aan het behoud van haar figuren. Het oude huishoudelijke werk, dat sloofsch cn hard was, was niet bevorderlijk voor 6lanke of voor minder slanke, maar sierlijke lijnen. Boenen en wrijven vraagt spierkracht en zet bind weefsel op. Niet alleen de vloerwrijver die als bet paard geleid wordt en het werk doet op doeltreffende wijze aan de eischen van gerechtvaardigde vrouwelijke ijdelheid te gemoet. Ik denk nu niet aan de schoon- heids-parlours en hun mysterieus© artike len en apparaten (ook in veelvoud op de tentoonstelling te zien) maar aan meubels die zijn vervaardigd van gelakt buisstaal of van eikenhout dat in zijn oppervlak zoo is toebereid dat het niet behoeft te worden gepoetst en intusschcn heel wat fraaier is dan het drie- of zesmaal overgesausde „Ja cobean" dat evengoed vurenhout als eiken hout zou kunnen zijn en dat dagelijks met boenwas proper en presentabel moet wor den gehouden. Weg zijn de koperen loo perroeden, die uit haar koperen oogen ple gen t<$ kruipen en hen, die een trap afda len, in den afgrond dreigen te storten. In haar plaats zijn gekomen stangen dio slechts behoeven te worden gestoft cn nim mer van haar verankering wegslaan. Of het gansche systeem van loopers en roeden voor de trap is prijsgegeven in welk geval elke trede haar eigen kussen-achtig matje heeft ontvangen dat zich vasthecht aan zijn basis en in Engeland dit groote voordeel heeft, dat het uitzitten op de trap (een ge woonte van huiselijke danspartijen) een zacht zitje wordt. Vloeren kunnen geen artistiek en hy giënisch vraagstuk zijn geweest in den tijd van Picter de Hoogh, getuige de droorn- vloeren van zijn binnenhuizen. Maar dit is niet de tijd van Pieter de Hoogh. De men- schen van thans missen den tijd en den geest en het geld om zulke vloeren te kun nen leggen cn onderhouden. Daarom is de vloer lang een vraagstuk geweest voor hen, die het zuiverste en schoonste juist goed genoeg vonden voor hun huis. Linoleum is zelden fraai en scheurt met liefde. Het vraagstuk is opgHoöt door parketvloeren die goedkooper en goedkooper worden en vloerkleeden uilsparen. Maar voor hen, die het deftige vaste kleed blijven verkiezen is er rijkdom van keus in kleuren, die onze ouders althans op vloeren nimmer hadden gezien. En voor de vloer zijn er ook kurk- preparaten, die veel meer op eikenhout tij ken dan het echte. Alle nieuwste bouwmaterialen zijn ver werkt in het dorp van een dozijn huizen, dat in de groote tentoonstellingshal! is op gebouwd. Men kan er een zijde-achtig be hang bewonderen, dat van glas is vervaar digd. prachtig goed, dat al is het ook van de fijnste glasdeeltjes opgebouwd even glad en 6oepel in als zijde zelf. In verscheidene huizen behoort pleister tot het verleden. Haar plaats is ingenomen door vezelbord, dat men moet zien om het te kunnen ge- looven zoo aantrekkelijk is het van tint »n oppervlak. Uren met Dirk Coster, door E. du Perron. (Arasterdam, P. N. van Kampen en Zoon, 1933). Wanneer men een auteur, die niet tot do eersten de besten behoort, vermag te bezielen tot een boek van 144 pagina's, dan is men .een man van beteekenis. De heer Dirk Coster gaf deze inspiratie aan den heer E. du Perron, en, al wordt de heer Coster door den heer du Perron vol komen van zijn voetstuk gehaald, men kan niet van zijn voetstuk worden geworpen, indien men zich geen voetstuk heeft ge bouwd. De bedoeling van den heer du Perron is, om de figuur van Dirk Coster te beroo- ven van den mystieken sluier, waarmee zijn vereerders haar hebben omgeven, cn Coster to vertoonen in zijn werkelijke, vol gens du Perron, wankele, gestalte. De heer du Perron heeft bij dit ontluis- teringswerk niet tegen moeiten opgezien. Zijn uitvoerig kritisch geschrift geeft one het voorbeeld te aanschouwen van iemand, die met wreedaardig geduld, zijn slachtof fer tot het laateto vezeltje ontleedt. Bijna geen volzin van het, overigens niet om vangrijke oeuvre van Dirk Coster ontkomt aan deze vivisectie. De heer du Perron maakt op ons den indruk, niet van een roofdier, dat zijn prooi aanvalt, maar van eon roofdier, dat zijn reeds levenlooze prooi zit stuk to knabbelen. Trouwens: de levenloosheid van den heer Coster is het a priori van du Perron's geschrift. Wij willen don aard van 's Hec- ron du Perron's bedoeling doen uitkomen door een klein citaat, waarin hij een Coster- kenschetsing bondig vervat: Een zinnetje als: „De hoogcre herin nering in den mensch is een terugziend ge weten", behoort tot de scherpste formulee ringen, waartoe Coster in staat is; maar hoeveel heen-en-weer gepraat, hoeveel ge scharrel met filosofisch materiaal is er niet noodig, eer hij aan zooiets too is. Want als ik beweer, dat zijn stijl een trage is, zijn geest is voor die stijl nauwgezet ver antwoordelijk: hij is vlijtig, maar stomp en zwaar; hij doorflitst niet, hij omvat niet met één greep wat hij begrijpen wil, maar legt er zich zwaar tegenaan, en tast dan moeizaam, als met te korte vingers, naar wat het bijziend oog nog eer vermoedt dan ziet." Dit citaat geeft een aan'oop, om du Per ron's bezwaren to begrijpen. Hij vindt Coster niet precies, niet op den man af, Coster heeft, volgens hem, veel te veel woorden noodig, om een voor ieder spre kende, algemeen-bekende waarheid te doen begrijpen; hij maakt het eenvoudige inge wikkeld, cn het doodgewone noodeloos diepzinnig. Hij poseert. Hij legt een val- 6che bescheidenheid aan den dag. Wanneer hij aan het begin van zijn „Marginalia" zegt: „Tot nog toe heeft de auteur van deze bladzijden het niet gewaagd, hetover- groote aantal gedrukte schrifturen in Hol land nog te vermeerderen", dan is dat, vol gens du Perron, een valsche, huichelach tige pose van nederigheid. Vorder is Co6ter zonder humor, en hij brengt, bij gebrek aan flitsende geestesgaven, alles in laatste instantie tot vage begrippen, als „Liefde" en „Charitas" terug. In alle let terkundige voortbrengselen speurt Coster den invloed van Dostojevsky, ook als ze niets met Dostojevsky hebben tc maken, zooals bij „Astrid" van Madeleine Bötli- lingk het geval is. Ziet hier genoeg, om de vereerders van Dirk Coster, voor zoover zij geen geheel onthouders zijn, te brengen tot een deli rium van verontwaardiging. Wij, dio ons in deze Kroniek hebben voorgenomen, geen pro of contra te belijden, maar trachten in alle objectiviteit het werk van du Per ron te karakterisceren, wij zien in dit kritische geschrift een poging, die langen tijd in de Nederlandsche literatuur-beschou wing achterwego bleef, om de „critique pure", de kritiek, die zich losmaakt van alle dogmatiek cn vóór-oordeel, wederom te doen gelden. Indien de heer du Perron niet zoo brutaai-ondeugend kon zijn als André Jolles het in zijn jongere jaren was, toen hij schreef in „de Kroniek" van P. L. Tak, dan zou deze studie door Busken Iluet kunnen geschreven zijn. Er is een sterke verwantschap tus9chen het nauw- keii'ig-bedreven slccperswerk, waaraan de heer du Perron den heor Coster onderwerpt, en de even zorgvuldige vernietiging, die Busken Huet hot werk van Bilderdijk deed ondergaan. De eenige zedelijke eisch, dien men aan dergelijke beulen mag stellen is, dat ze hun arbeid ijskoud verrichten, zonder 2ich over hun slachtoffer te vermaken, cn aan dien eisch heeft de heer du Perron niet voldaan. Hij heeft er zich niet toe bepaald, de geschriften van den heer Coster mei zijn vernuft, kritisch te ontloden, hij heeft zich ook over zijn slachtoffer vroo- lijk gemaakt. Luistert: „De heer Coster is (dus) niet alleen niet tegen het eticse, maar zelfs niet tegen het religieuze. Het was weer zijn macchia- vellisme, dat bem in het begin die twee stromingen deed verwerpen als ontaard en eenzijdig, innig vermengd werden zij het programma van ,J)c Stem", want wat had do heer Coster anders moeten uitrichton met zijn eeuwig klaarstaande Liefde? Er is één konklusic tc trekken uit het nieuwe toertje, als men het au sérieux wil nemen, deze tijdschriftleider, die noch eenzijdig etl- kus, noch een dito estect wil zijn, is dus door het nauwste twee-in-een volledig te dekken: hij is een estetetikus, d.w.z. als ctl- kus een schrikwekkend estect, en als esteet een vervaarlijk etikus. En daarbij vooral on6pcels, ernst-vol, pateties; het laatste zelfs zozeer, dat indien men hem gehéél onder een etiket zou willen samonvatten, door de praktijk van zijn optreden met do teoric te verbinden, men hem een pateste- tikus zou moeten noemen; met do noodlge h's geschreven een zeer imposant woord, voorwaar een pathcsthetethicus, iets wat zich na eenige oefening even goed laat uit spreken als het Fransche prestidigitateur" (goochelaar). Dat Coster als ethicus aeslhetisch en als aestheticus ethisch zou zijn, i6 een rake, scherpzinnige vondst. Maar dat de kritikus deze ontdekking omwerkt tot een op zich zelf vermakelijk, maar het reeds vernietig de slachtoffer nog eens extra bespottend mopje, <iat is onbetamelijk. Te meer, omdat du Perron de onvergelijkelijke verdienste van Coster's meesterwerk, zijn essay over don laster, erkennen moet. Het is te betreuren, dit gesol. Want nu zal het cultuur-zuiverend werk, dat du Perron verrichtte, door een te krampachtig vereerd auteur terug te brengen tot zijn ware proporties, mislukken ten gevolge van oen terecht oprijzende verontwaardi ging en zal do discussie ovor de Coster- figuur worden afgeleid van haren zakelij- ken basis. Maar laat ons, in deze wcinigo kolommen die ons ten dienste staan, liever dan ons al te zeer in kritiek op kritiek op kritiek tover diepen, het interessante goval trachten te kenschetsen, dat zich in het conflict du Por- ron-Costcr vertoont. Wanneer men du Per ron tegen Costor ziet van leer trekken, dan denkt men onwillekeurig terug aan hei laatste antecedent in de Nederlandsche li teratuur: toen Kloos, Tideman, van Deys- sel, losstormden op Frederik van Ecden, die toch, na het optrekken der kruitdam pen, een interessanter figuur bleek, dan zijn bestrijders het hadden doen voorkomen. Het conflict tusschon du Perron en Cos- ter is het onderling conflict tusschcn die beido soorten van on-maatschappolijkcn- den satirist en den dweper. Het lijkt wel of zij elkander de hegemonie niet gunnen in een wereld, die steeds weigerachtig zal blijven eenige hegemonie van geest of go- moed te erkennen, maar die volharden zal in haar gelijkvloersche nuchterheid. De dweeper is de metafysische, de sati rist de kritische geest, de dweopor wil het Onzichtbare zichtbaar maken on de men- 9chen een ideeel houvast geven, dat de ervaring hun onthoudt. Do satirist wil de menschen van den last des levens bevrijden door hou om het leven te laten lachen cn hun een methode te bieden om hot tc onderzoeken. De dweeper wil verhcffen.de satirist bevrijden. Beidon zijn noodig. Dc menschheid kan nu eenmaal niot zonder metafysica. Maar als de satirist niot tel kens opnieuw aanstormt op de ideologieën, dan verstarren dio idoologieén tot rotsen, waaruit geen levend water meer stroomt. De satiricus du Perron is het complement van den dweeper Coster. ZIJ zuigen zich aan elkaar vast, zij zijn elkanders boezem vijanden. Zonder Idealiteit geen cultuur, zonder kritische zuivering geen Idealiteit. Men mag het den idealistiech-gerichten mensch niet al te zeer verwijten, dat hij poseeren gaat. Iedere voorstelling, iedere verwoording van hot Verhevene geeft het de trefkans van het Belachelijke. En wie, als Coster, al te vaak vertoeft in de regio non der ziel, loopt automatisch de kans,- dat hij opeens woorden staat uit te spre ken zonder zin. Wij wilten wel bekennen, dat wij, hoewel Co6ter's volslagen humor loosheid ons wel eens heeft tegengestaan, hot altijd in Co9ter bewonderd hebben, dat hij uit do ijlheid van zijn aan uiterlijke ervaringen arm leven, tóch telkens waar heden heeft kunnen puren, die verrassen door inhoud en formuleering. Maar het is goed, dat zich tegenover rhotoriek en pathos, die zich telkens ver heffen in dit deftige land, tolkens weer snuiters verschijnen, dio do pathetiek op het hakbord zetten. De kritiek vormt do literaire zijde van ons, ten slotte, nuchter temperament. Het grootste boek der wereld is een anatomische atlas, die sinds geruimen tijd in de Staatsvakschool te Weenen bewaard wordt. Het boek heeft een hoogte van 1.90 m. en een breedte van 90 c.m. Aan het drukken ervan heeft men 7 Jaar besteed: van 1823 tot 1830. Het kleinste boek der wereld meet 10 bij 6 millimeter. Dat boek werd in 1897 tc Padua gedrukt en bevat 208 bladzijden op een waarvan een nog niet gepubliceerde brief van Galilei, van het jaar 1615, ge drukt is. Het oudste bock der wereld zal wel de „Pris9e Papyrus" zijn, die zich in de Nationale Bibliotheek te Parijs bevindt. Dit boek is van het jaar 3350 vóór Chr. en werd door den geleerdo wiens naam hot draagt, in het graf bij Thobe gevonden. Het omvangrijkste boek der we reld is een Chineesch woordenboek, de „Toe Sjoe Tsji Tsjeng", dat 5020 deelen ieder van 170 bladzijden omvat. Het werk werd in het begin dor 17de eeuw op be vel van den keizer van China gedrukt. Het meest verbreide boek der we reld is de Bijbel, die in ongeveer 500 mil- lioen exemplaren zijn weg naar de volken heeft gevonden on in 630 talen cn dialec ten werd overgezet. Het zwaarste boek der wereld is de „Geschiedenis van Ithaca", die een Habs- burg9che groothortog in het bogin dezer eeuw onder den titel „Parga" gepubli ceerd hoeft. Het boek weegt 48 kilogram. Dc oudste roman der wereld is een Oostersch werk uit het jaar 1004 vóór Chr. Men werkt thans aan de vertaling ervan en wanneer dezo roman gedrukt wordt zal het werk uit. 12 dikke deelen bestaan. De grootsto oplaag van alle boe ken dor wereld hoeft de Chineescho Alma nak, dio jaarlijks 6 millioen exemplaren bedraagt. De beruchtste boekengok van alle tijden was Tinlus, die omstreeks 1800 bij Weissenfels a.d. Saaie woonde. Hij moet 10 roofmoorden begaan hebben en met het buitgemaakto geld kocht hij boeken. Muzieknoten werden voor de eerste maal in do drukkerij van Coenraad Fijmer to Esslingen a.d. Neckar gedrukt cn de eersto partituur op een notenschrijfma- chino werd in Januari 1931 getypt. Al zijn wij gewoon in onzo boeken allc9 „zwart op wit" te lezen, zoo is dit toch niet altoos hot geval geweest. Men heeft druk inkten met alle kleuren van den regen boog geprobeerd, ja zelfs nu dan een vol komen ommekeer met „wit op zwart" wil len invoeren, en de „Harmonische Boek drukkunst" (blauw op ltchtgroengetlnt pa- pier), word in de negentiger jaren der vorige eeuw te Arnhem beproofd; zonder succes evenwel. Het duurste boek der wereld is de 42-regelige Gutenberg-bijbel, waarvoor oenige jaren geleden rond 1.300.000 Mark betaald werd. DE VOORZICBTIQE GENERAAL. Mexico is het land der klassieke revolu ties; van bendegeneraals en bandieten Met het temperament van deze lieden, ge- bouron er natuurlijk bij deze burgeroorlo gen vreemde dingen. Zoo vertelt generaal La Chiela van con avontuur, dat hij gedu ronde een revolutie-veldtocht beleefde. Hij had een stad ingenomon en zich in een hui6 ingekwartierd, dat door don neef van een zijner doodsvijanden bewoond werd. Hij werd beleefd behandeld en men deed zijn bost hem gul te onthalen, maar hij wachtte zich er wel voor, iets van do aan geboden spijzen te nuttigen. Maar ten slot te vroog hij om wijn. Dezo word hem in do gebruikelijke aarden kruik gobracht. In het kwartiertje, dat verliep eer do heer des huizes binnentrad, had do generaal er ech- tor geen slok van gedronken. HIJ had de kruik in zijn koffer, die onder de tafel 6tond, weggesloten. Later evenwel, tóón de gastheer met zijn gezin door don generaal bij zich in de kamer geroepen wa6, dronk hij er duchtig van. Plotseling viel hij, in een aanval van hevige krampen op den vloer. Jubelend stonden de lieden om hem heen en een vrouw riep: „Je vergift heeft goed gewerkt, José!" Toen stond do „vergiftigde" generaal echter tot aller ontzetting op, nam gemoe delijk op een etoel plaats en zeide: „Jullie Idioten, natuurlijk heb ik je wijn uitgego ten en de kruik met mijn eigen gevuld Jullie kunnen je testament wel maken." Een uur later werden ze gefusileercL Speciaal adres voor Amersloort Langestraat 84 Telelooo 528 lleschir DRUPPELS f 0.60 POEDERS 0.50 DROQISTERIJ. Apoth. Ass. Hendr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313 In vier smaken 75 cent per stuk VRUCHTENGEBAK 75 cent KOOLZUURIJS Teletoon 281 Groote en kleine zalen disponibel voor feesten, partUen enz. Slagroom Aardbeien Gebakjes Aardbeien Glacée. Groote sorteering vruchten vla's Gebakjes. Vanaf beden wederom Vanille- en Mocca IJs verkrijgbaar in Choc, bekertjes, Vi Vi Pints, ook per liter, Coupes en bombes. Frambozen, aardbeien en andere natuur- vruchten ijssoorten (GEEN ESSENCE) op Bestelling. Vraagt GROENHUIZEN'S verfrisschings- dranken (verkrijgbaar voor bereiding van Sorbets, Limonade en Vrachten Bowls). i smaken (natuurlijke vrucht). Iets aparts Napolltaindrank (v. Gebruik GEREED). Aanbevelend, Utrechtschewcg 53, Amersfoort DROGISTERIJ „DE GAPER" JULIAN APLEIN i. TELEFOON 635 NAAST APOTHEEK HAAN In voorraad: Devoo-Occulta Spatader- en Steun- kousen zonder gummi en Lastioflor elastieken kousen met gummi. Pracht kousen, welke aan alle verwachtingen voldoen per paar 18.75. H. v Viandenstraat 20 Tal. 1681 Vertrouwd en vakkundig adres voor Uw

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 14