P. Groenhuizen-Schatorjé
De Ideal Home Exhibition
HOMOEOPATHISCHE MIDDELEN
LUNCHROOM VONK
Crème Gebak
LUNCHROOM VONK
MAISON DE Ie 0RDRE
K. DIKKESGHEY
HET NIEUWE
WOONHUIS
LETTERKUNDIGE KRGNIEK
VARIA
WAT NIET IEDEREEN WEET
DUPLICATORS
HANDCYCLOSTYLES
Fa. H. ELZENAAR
Dr. MADAUS Co.
H. M. WATELER-v. DIJK
VANAF HEDEN IJS
BEVROREN NEGERS
Emmertjes ijs en Bekers ijs
Neemt U eens onze bekende
Nougatine Mokka
Marasquin Sinaasappel
Concertgebouw
„DE VALK"
VACANT
Dameskapper
PERMANENT
LONDENSCHE BRIEVEN
De nieuwe mensch vraagt voor zijn
Zoning geriefdoelmatigheid en
schoonheid
Langer dan tien jaar leeft nu de „Daily
Mail" propaganda gemaakt in de jaarlijk-
eche Ideal Home Exhibitions voor de wo
ning die hygiënisch is en zich gemakkelijk
schoon laat houden, voor het huis dat nieu
werwets is van innerlijk of voor het huis,
waarin traditie van Tudordagen bewaard is
gebleven voor zoover het gevels en eiketi
uitwendigheid betreft, maar dat binnen-in
tot den jongsten dag van zijn tijd is mee
gegaan in den vooruitgang. O zeker, de
propaganda heeft wei gewerkt. Er zijn jon
ge Engelscho echtparen genoeg die bij do
zaken van hun huishoudelijkheid denken
en doen in den geest van de tentoonstel
ling. Maar het is moeilijk gebleken do men-
6chen van middelbaren leeftijd en van oude
van dagen over te halen tot nieuwe inzich
ten. De laatston gaan onafwendbaar gelei
delijk uit de samenleving weg. Naarmate
er meer Ideal Home Exhibitions zullen ko
men zullen er meer huizen en hun inte
rieurs zijn, die gebouwd en ingericht volgens
de nieuwe opvattingen, welke Olympia elk
jaar met zooveel geestdrift en verve en licht
predikt.
Gerief, doelmatigheiJ cn schoonheid
vraagt de nieuwe mensch voor zijn huis en
zijn tehuis, in de toerusting, de meubels,
de structuur. Hij kan het krijgen blijkens de
jaarlijksche onderneming van het genoem
de blad die een van de prettigste shows van
de 6tad is geworden. Men kan er voorbeel
den zien van alles wat de menschelijko
vindingrijkheid tot nu toe heeft weten te
maken voor het comfortabele, het practi-
sche en het mooie huis. Dat is niet allemaal
te beschrijven. Er zijn vele zaken, die het
vooruitstrevende huis al jaren heeft, zooals
de electrische stofzuiger cn de mangel en
het electrische licht. Ja, dat is nogal van
zelfsprekend. Maar de nieuwe stofzuiger is
een veel handiger en doeltreffender ding
dan die van vijf of tien jaar geleden. Hij
maakt om te beginnen geen lawaai meer en
hij zuigt veel harder voor hetzelfde voedsel
aan elcctri6chen stroom en hij heeft zich
voorzien van speciale ledematen, die stof
weghalen uit do onmogelijkste hoeken cn
gaten. De mangel is een miniatuur product
met roestvrij metaal dat evenveel werk ver
richt als het bakbeest van verleden, dat
voor zijn manipulatie een half vertrek noo-
dig had. En het electrische licht! Dat is
alleen nog te herkennen, maar niet meer
te zien, hoe vreemd deze uitspraak ook
moge klinken. Het komt uit plafonds of
uit de randen van plafonds en het is in de
kamer overal gelijk, eerlijk verdeeld over
de gansche ruimte, zooals het daglicht,
wanneer de zon achter wolken gaat, zich
uitspreidt over het land. Of het is als een
zon midden in het vertrek, maar een wei-
opgevoede zon, die zich heeft verdeeld in
kaarsen die nooit opbranden en van vet
geen weet hebben Hoe lang zal het nog
duren dat gedienstigen in de woning of
moeder de vrouw zelf op handen en knieën
do vloeren wrijven en glanzend maken?
Het hoeft niet meer. Er is een electrische
vloerwrijver die stug op zijn drie platte
borstels 6taat, die schuil gaan onder een
stolp van glanzend wit metaal met een lang
handvat. De stugheid verdwijnt wanneer
electrische stroom de borstels in roteerende,
tevens wrijvende, tevens poetsende bewe
ging brengt Dat gaat, zonder inspanning
geleid door de hand die het handvat vast
houdt, de machine over den vloer jooals
Sonja Henie over het ijs gaat. Uitstoomen
is een woord dat vaak wordt gebezigd in
do woning wanneer een blouse of een gor
dijn groezelig worden. Dan moest het vroe
ger naar de uitstoomerij Het is niet meer
noodig. De Ideal Home Exhibition brengt
feitelijk de huishouding van het verre ver
leden, dat bakkerij, wasscherij, fabriek van
verduurzaamde levensmiddelen, kleerma
kerij en nog zooveel racer was, terug. Het
verschil is alleen dat de verschillende be
drijven nu zoo compact zijn en zoo gemak
kelijk in behandeling, dat er geen groot
huis meer voor noodig is De moderne uit
stoomerij bijv. is een machientje, dat men
wanneer het niet in gebruik is, op een plank
in de keuken kan zetten zooals men het
met pannen doet. Van pannen gesproken.
Ware sieraden van de keuken ziet men in
Olympia; niet meer die fragiele en deuken
de dingen van plaat-alluminium, maar pro
ducten van massieve constructie, van gego
ten alluminiura of ven het nieuwe vlek-
looze staal indien nikkel te duur is.
Ik sprak van een electrischcn vloerwrij
ver. Ilij voorziet in de behoefte van den tijd
waarin vrouwen en meisjes van alle stan
den haar eersto zorg geven aan het behoud
van haar figuren. Het oude huishoudelijke
werk, dat sloofsch cn hard was, was niet
bevorderlijk voor 6lanke of voor minder
slanke, maar sierlijke lijnen. Boenen en
wrijven vraagt spierkracht en zet bind
weefsel op. Niet alleen de vloerwrijver die
als bet paard geleid wordt en het werk doet
op doeltreffende wijze aan de eischen van
gerechtvaardigde vrouwelijke ijdelheid te
gemoet. Ik denk nu niet aan de schoon-
heids-parlours en hun mysterieus© artike
len en apparaten (ook in veelvoud op de
tentoonstelling te zien) maar aan meubels
die zijn vervaardigd van gelakt buisstaal
of van eikenhout dat in zijn oppervlak zoo
is toebereid dat het niet behoeft te worden
gepoetst en intusschcn heel wat fraaier is
dan het drie- of zesmaal overgesausde „Ja
cobean" dat evengoed vurenhout als eiken
hout zou kunnen zijn en dat dagelijks met
boenwas proper en presentabel moet wor
den gehouden. Weg zijn de koperen loo
perroeden, die uit haar koperen oogen ple
gen t<$ kruipen en hen, die een trap afda
len, in den afgrond dreigen te storten. In
haar plaats zijn gekomen stangen dio
slechts behoeven te worden gestoft cn nim
mer van haar verankering wegslaan. Of
het gansche systeem van loopers en roeden
voor de trap is prijsgegeven in welk geval
elke trede haar eigen kussen-achtig matje
heeft ontvangen dat zich vasthecht aan zijn
basis en in Engeland dit groote voordeel
heeft, dat het uitzitten op de trap (een ge
woonte van huiselijke danspartijen) een
zacht zitje wordt.
Vloeren kunnen geen artistiek en hy
giënisch vraagstuk zijn geweest in den tijd
van Picter de Hoogh, getuige de droorn-
vloeren van zijn binnenhuizen. Maar dit is
niet de tijd van Pieter de Hoogh. De men-
schen van thans missen den tijd en den
geest en het geld om zulke vloeren te kun
nen leggen cn onderhouden. Daarom is de
vloer lang een vraagstuk geweest voor hen,
die het zuiverste en schoonste juist goed
genoeg vonden voor hun huis. Linoleum is
zelden fraai en scheurt met liefde. Het
vraagstuk is opgHoöt door parketvloeren
die goedkooper en goedkooper worden en
vloerkleeden uilsparen. Maar voor hen, die
het deftige vaste kleed blijven verkiezen is
er rijkdom van keus in kleuren, die onze
ouders althans op vloeren nimmer hadden
gezien. En voor de vloer zijn er ook kurk-
preparaten, die veel meer op eikenhout tij
ken dan het echte.
Alle nieuwste bouwmaterialen zijn ver
werkt in het dorp van een dozijn huizen,
dat in de groote tentoonstellingshal! is op
gebouwd. Men kan er een zijde-achtig be
hang bewonderen, dat van glas is vervaar
digd. prachtig goed, dat al is het ook van
de fijnste glasdeeltjes opgebouwd even glad
en 6oepel in als zijde zelf. In verscheidene
huizen behoort pleister tot het verleden.
Haar plaats is ingenomen door vezelbord,
dat men moet zien om het te kunnen ge-
looven zoo aantrekkelijk is het van tint »n
oppervlak.
Uren met Dirk Coster, door
E. du Perron. (Arasterdam,
P. N. van Kampen en Zoon,
1933).
Wanneer men een auteur, die niet tot
do eersten de besten behoort, vermag te
bezielen tot een boek van 144 pagina's,
dan is men .een man van beteekenis. De
heer Dirk Coster gaf deze inspiratie aan
den heer E. du Perron, en, al wordt de
heer Coster door den heer du Perron vol
komen van zijn voetstuk gehaald, men kan
niet van zijn voetstuk worden geworpen,
indien men zich geen voetstuk heeft ge
bouwd.
De bedoeling van den heer du Perron
is, om de figuur van Dirk Coster te beroo-
ven van den mystieken sluier, waarmee
zijn vereerders haar hebben omgeven, cn
Coster to vertoonen in zijn werkelijke, vol
gens du Perron, wankele, gestalte.
De heer du Perron heeft bij dit ontluis-
teringswerk niet tegen moeiten opgezien.
Zijn uitvoerig kritisch geschrift geeft one
het voorbeeld te aanschouwen van iemand,
die met wreedaardig geduld, zijn slachtof
fer tot het laateto vezeltje ontleedt. Bijna
geen volzin van het, overigens niet om
vangrijke oeuvre van Dirk Coster ontkomt
aan deze vivisectie. De heer du Perron
maakt op ons den indruk, niet van een
roofdier, dat zijn prooi aanvalt, maar van
eon roofdier, dat zijn reeds levenlooze prooi
zit stuk to knabbelen.
Trouwens: de levenloosheid van den
heer Coster is het a priori van du Perron's
geschrift. Wij willen don aard van 's Hec-
ron du Perron's bedoeling doen uitkomen
door een klein citaat, waarin hij een Coster-
kenschetsing bondig vervat:
Een zinnetje als: „De hoogcre herin
nering in den mensch is een terugziend ge
weten", behoort tot de scherpste formulee
ringen, waartoe Coster in staat is; maar
hoeveel heen-en-weer gepraat, hoeveel ge
scharrel met filosofisch materiaal is er
niet noodig, eer hij aan zooiets too is. Want
als ik beweer, dat zijn stijl een trage is,
zijn geest is voor die stijl nauwgezet ver
antwoordelijk: hij is vlijtig, maar stomp
en zwaar; hij doorflitst niet, hij omvat niet
met één greep wat hij begrijpen wil, maar
legt er zich zwaar tegenaan, en tast dan
moeizaam, als met te korte vingers, naar
wat het bijziend oog nog eer vermoedt
dan ziet."
Dit citaat geeft een aan'oop, om du Per
ron's bezwaren to begrijpen. Hij vindt
Coster niet precies, niet op den man af,
Coster heeft, volgens hem, veel te veel
woorden noodig, om een voor ieder spre
kende, algemeen-bekende waarheid te doen
begrijpen; hij maakt het eenvoudige inge
wikkeld, cn het doodgewone noodeloos
diepzinnig. Hij poseert. Hij legt een val-
6che bescheidenheid aan den dag. Wanneer
hij aan het begin van zijn „Marginalia"
zegt: „Tot nog toe heeft de auteur van
deze bladzijden het niet gewaagd, hetover-
groote aantal gedrukte schrifturen in Hol
land nog te vermeerderen", dan is dat, vol
gens du Perron, een valsche, huichelach
tige pose van nederigheid. Vorder is
Co6ter zonder humor, en hij brengt, bij
gebrek aan flitsende geestesgaven, alles in
laatste instantie tot vage begrippen, als
„Liefde" en „Charitas" terug. In alle let
terkundige voortbrengselen speurt Coster
den invloed van Dostojevsky, ook als ze
niets met Dostojevsky hebben tc maken,
zooals bij „Astrid" van Madeleine Bötli-
lingk het geval is.
Ziet hier genoeg, om de vereerders van
Dirk Coster, voor zoover zij geen geheel
onthouders zijn, te brengen tot een deli
rium van verontwaardiging. Wij, dio ons
in deze Kroniek hebben voorgenomen, geen
pro of contra te belijden, maar trachten
in alle objectiviteit het werk van du Per
ron te karakterisceren, wij zien in dit
kritische geschrift een poging, die langen
tijd in de Nederlandsche literatuur-beschou
wing achterwego bleef, om de „critique
pure", de kritiek, die zich losmaakt van
alle dogmatiek cn vóór-oordeel, wederom
te doen gelden. Indien de heer du Perron
niet zoo brutaai-ondeugend kon zijn als
André Jolles het in zijn jongere jaren was,
toen hij schreef in „de Kroniek" van P. L.
Tak, dan zou deze studie door Busken
Iluet kunnen geschreven zijn. Er is een
sterke verwantschap tus9chen het nauw-
keii'ig-bedreven slccperswerk, waaraan de
heer du Perron den heor Coster onderwerpt,
en de even zorgvuldige vernietiging, die
Busken Huet hot werk van Bilderdijk deed
ondergaan.
De eenige zedelijke eisch, dien men aan
dergelijke beulen mag stellen is, dat ze
hun arbeid ijskoud verrichten, zonder 2ich
over hun slachtoffer te vermaken, cn aan
dien eisch heeft de heer du Perron niet
voldaan. Hij heeft er zich niet toe bepaald,
de geschriften van den heer Coster mei
zijn vernuft, kritisch te ontloden, hij
heeft zich ook over zijn slachtoffer vroo-
lijk gemaakt. Luistert:
„De heer Coster is (dus) niet alleen niet
tegen het eticse, maar zelfs niet tegen
het religieuze. Het was weer zijn macchia-
vellisme, dat bem in het begin die twee
stromingen deed verwerpen als ontaard en
eenzijdig, innig vermengd werden zij het
programma van ,J)c Stem", want wat had
do heer Coster anders moeten uitrichton
met zijn eeuwig klaarstaande Liefde? Er
is één konklusic tc trekken uit het nieuwe
toertje, als men het au sérieux wil nemen,
deze tijdschriftleider, die noch eenzijdig etl-
kus, noch een dito estect wil zijn, is dus
door het nauwste twee-in-een volledig te
dekken: hij is een estetetikus, d.w.z. als ctl-
kus een schrikwekkend estect, en als esteet
een vervaarlijk etikus. En daarbij vooral
on6pcels, ernst-vol, pateties; het laatste
zelfs zozeer, dat indien men hem gehéél
onder een etiket zou willen samonvatten,
door de praktijk van zijn optreden met do
teoric te verbinden, men hem een pateste-
tikus zou moeten noemen; met do noodlge
h's geschreven een zeer imposant woord,
voorwaar een pathcsthetethicus, iets wat
zich na eenige oefening even goed laat uit
spreken als het Fransche prestidigitateur"
(goochelaar).
Dat Coster als ethicus aeslhetisch en als
aestheticus ethisch zou zijn, i6 een rake,
scherpzinnige vondst. Maar dat de kritikus
deze ontdekking omwerkt tot een op zich
zelf vermakelijk, maar het reeds vernietig
de slachtoffer nog eens extra bespottend
mopje, <iat is onbetamelijk. Te meer,
omdat du Perron de onvergelijkelijke
verdienste van Coster's meesterwerk, zijn
essay over don laster, erkennen moet.
Het is te betreuren, dit gesol. Want nu
zal het cultuur-zuiverend werk, dat du
Perron verrichtte, door een te krampachtig
vereerd auteur terug te brengen tot zijn
ware proporties, mislukken ten gevolge
van oen terecht oprijzende verontwaardi
ging en zal do discussie ovor de Coster-
figuur worden afgeleid van haren zakelij-
ken basis.
Maar laat ons, in deze wcinigo kolommen
die ons ten dienste staan, liever dan ons al
te zeer in kritiek op kritiek op kritiek tover
diepen, het interessante goval trachten te
kenschetsen, dat zich in het conflict du Por-
ron-Costcr vertoont. Wanneer men du Per
ron tegen Costor ziet van leer trekken, dan
denkt men onwillekeurig terug aan hei
laatste antecedent in de Nederlandsche li
teratuur: toen Kloos, Tideman, van Deys-
sel, losstormden op Frederik van Ecden,
die toch, na het optrekken der kruitdam
pen, een interessanter figuur bleek, dan zijn
bestrijders het hadden doen voorkomen.
Het conflict tusschon du Perron en Cos-
ter is het onderling conflict tusschcn die
beido soorten van on-maatschappolijkcn-
den satirist en den dweper. Het lijkt wel
of zij elkander de hegemonie niet gunnen
in een wereld, die steeds weigerachtig zal
blijven eenige hegemonie van geest of go-
moed te erkennen, maar die volharden zal
in haar gelijkvloersche nuchterheid.
De dweeper is de metafysische, de sati
rist de kritische geest, de dweopor wil het
Onzichtbare zichtbaar maken on de men-
9chen een ideeel houvast geven, dat de
ervaring hun onthoudt. Do satirist wil de
menschen van den last des levens bevrijden
door hou om het leven te laten lachen
cn hun een methode te bieden om hot tc
onderzoeken. De dweeper wil verhcffen.de
satirist bevrijden. Beidon zijn noodig. Dc
menschheid kan nu eenmaal niot zonder
metafysica. Maar als de satirist niot tel
kens opnieuw aanstormt op de ideologieën,
dan verstarren dio idoologieén tot rotsen,
waaruit geen levend water meer stroomt.
De satiricus du Perron is het complement
van den dweeper Coster. ZIJ zuigen zich
aan elkaar vast, zij zijn elkanders boezem
vijanden. Zonder Idealiteit geen cultuur,
zonder kritische zuivering geen Idealiteit.
Men mag het den idealistiech-gerichten
mensch niet al te zeer verwijten, dat hij
poseeren gaat. Iedere voorstelling, iedere
verwoording van hot Verhevene geeft het
de trefkans van het Belachelijke. En wie,
als Coster, al te vaak vertoeft in de regio
non der ziel, loopt automatisch de kans,-
dat hij opeens woorden staat uit te spre
ken zonder zin. Wij wilten wel bekennen,
dat wij, hoewel Co6ter's volslagen humor
loosheid ons wel eens heeft tegengestaan,
hot altijd in Co9ter bewonderd hebben, dat
hij uit do ijlheid van zijn aan uiterlijke
ervaringen arm leven, tóch telkens waar
heden heeft kunnen puren, die verrassen
door inhoud en formuleering.
Maar het is goed, dat zich tegenover
rhotoriek en pathos, die zich telkens ver
heffen in dit deftige land, tolkens weer
snuiters verschijnen, dio do pathetiek op
het hakbord zetten. De kritiek vormt do
literaire zijde van ons, ten slotte, nuchter
temperament.
Het grootste boek der wereld is een
anatomische atlas, die sinds geruimen tijd
in de Staatsvakschool te Weenen bewaard
wordt. Het boek heeft een hoogte van 1.90
m. en een breedte van 90 c.m. Aan het
drukken ervan heeft men 7 Jaar besteed:
van 1823 tot 1830.
Het kleinste boek der wereld meet 10
bij 6 millimeter. Dat boek werd in 1897 tc
Padua gedrukt en bevat 208 bladzijden op
een waarvan een nog niet gepubliceerde
brief van Galilei, van het jaar 1615, ge
drukt is.
Het oudste bock der wereld zal wel
de „Pris9e Papyrus" zijn, die zich in de
Nationale Bibliotheek te Parijs bevindt.
Dit boek is van het jaar 3350 vóór Chr. en
werd door den geleerdo wiens naam hot
draagt, in het graf bij Thobe gevonden.
Het omvangrijkste boek der we
reld is een Chineesch woordenboek, de
„Toe Sjoe Tsji Tsjeng", dat 5020 deelen
ieder van 170 bladzijden omvat. Het werk
werd in het begin dor 17de eeuw op be
vel van den keizer van China gedrukt.
Het meest verbreide boek der we
reld is de Bijbel, die in ongeveer 500 mil-
lioen exemplaren zijn weg naar de volken
heeft gevonden on in 630 talen cn dialec
ten werd overgezet.
Het zwaarste boek der wereld is de
„Geschiedenis van Ithaca", die een Habs-
burg9che groothortog in het bogin dezer
eeuw onder den titel „Parga" gepubli
ceerd hoeft. Het boek weegt 48 kilogram.
Dc oudste roman der wereld is een
Oostersch werk uit het jaar 1004 vóór Chr.
Men werkt thans aan de vertaling ervan en
wanneer dezo roman gedrukt wordt zal het
werk uit. 12 dikke deelen bestaan.
De grootsto oplaag van alle boe
ken dor wereld hoeft de Chineescho Alma
nak, dio jaarlijks 6 millioen exemplaren
bedraagt.
De beruchtste boekengok van
alle tijden was Tinlus, die omstreeks 1800
bij Weissenfels a.d. Saaie woonde. Hij moet
10 roofmoorden begaan hebben en met het
buitgemaakto geld kocht hij boeken.
Muzieknoten werden voor de eerste
maal in do drukkerij van Coenraad Fijmer
to Esslingen a.d. Neckar gedrukt cn de
eersto partituur op een notenschrijfma-
chino werd in Januari 1931 getypt.
Al zijn wij gewoon in onzo boeken allc9
„zwart op wit" te lezen, zoo is dit toch niet
altoos hot geval geweest. Men heeft druk
inkten met alle kleuren van den regen
boog geprobeerd, ja zelfs nu dan een vol
komen ommekeer met „wit op zwart" wil
len invoeren, en de „Harmonische Boek
drukkunst" (blauw op ltchtgroengetlnt pa-
pier), word in de negentiger jaren der
vorige eeuw te Arnhem beproofd; zonder
succes evenwel.
Het duurste boek der wereld is de
42-regelige Gutenberg-bijbel, waarvoor
oenige jaren geleden rond 1.300.000 Mark
betaald werd.
DE VOORZICBTIQE GENERAAL.
Mexico is het land der klassieke revolu
ties; van bendegeneraals en bandieten
Met het temperament van deze lieden, ge-
bouron er natuurlijk bij deze burgeroorlo
gen vreemde dingen. Zoo vertelt generaal
La Chiela van con avontuur, dat hij gedu
ronde een revolutie-veldtocht beleefde. Hij
had een stad ingenomon en zich in een
hui6 ingekwartierd, dat door don neef van
een zijner doodsvijanden bewoond werd.
Hij werd beleefd behandeld en men deed
zijn bost hem gul te onthalen, maar hij
wachtte zich er wel voor, iets van do aan
geboden spijzen te nuttigen. Maar ten slot
te vroog hij om wijn. Dezo word hem in do
gebruikelijke aarden kruik gobracht. In het
kwartiertje, dat verliep eer do heer des
huizes binnentrad, had do generaal er ech-
tor geen slok van gedronken. HIJ had de
kruik in zijn koffer, die onder de tafel
6tond, weggesloten. Later evenwel, tóón de
gastheer met zijn gezin door don generaal
bij zich in de kamer geroepen wa6, dronk
hij er duchtig van. Plotseling viel hij, in
een aanval van hevige krampen op den
vloer. Jubelend stonden de lieden om hem
heen en een vrouw riep: „Je vergift heeft
goed gewerkt, José!"
Toen stond do „vergiftigde" generaal
echter tot aller ontzetting op, nam gemoe
delijk op een etoel plaats en zeide: „Jullie
Idioten, natuurlijk heb ik je wijn uitgego
ten en de kruik met mijn eigen gevuld
Jullie kunnen je testament wel maken."
Een uur later werden ze gefusileercL
Speciaal adres voor Amersloort
Langestraat 84
Telelooo 528
lleschir
DRUPPELS f 0.60 POEDERS 0.50
DROQISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hendr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313
In vier smaken
75 cent per stuk
VRUCHTENGEBAK 75 cent
KOOLZUURIJS
Teletoon 281
Groote en kleine zalen
disponibel
voor feesten, partUen enz.
Slagroom Aardbeien Gebakjes
Aardbeien Glacée.
Groote sorteering vruchten vla's Gebakjes.
Vanaf beden wederom Vanille- en Mocca IJs
verkrijgbaar in Choc, bekertjes, Vi Vi
Pints, ook per liter, Coupes en bombes.
Frambozen, aardbeien en andere natuur-
vruchten ijssoorten (GEEN ESSENCE) op
Bestelling.
Vraagt GROENHUIZEN'S verfrisschings-
dranken (verkrijgbaar voor bereiding van
Sorbets, Limonade en Vrachten Bowls).
i smaken (natuurlijke vrucht).
Iets aparts Napolltaindrank (v. Gebruik
GEREED).
Aanbevelend,
Utrechtschewcg 53, Amersfoort
DROGISTERIJ „DE GAPER"
JULIAN APLEIN i. TELEFOON 635
NAAST APOTHEEK HAAN
In voorraad:
Devoo-Occulta Spatader- en Steun-
kousen zonder gummi en
Lastioflor elastieken kousen met
gummi. Pracht kousen, welke aan
alle verwachtingen voldoen per paar
18.75.
H. v Viandenstraat 20 Tal. 1681
Vertrouwd en vakkundig adres
voor Uw