Qebmik het
Zeeppoeder...
zuinig.schitterend resultaat
DE ELECTRICITEITSRAAD
DE RENTESTAND
VERHOOGD
Prof. Dr. Anton van
Gijnt
DE ZESDAAGSCHE
TE MUNCHEN
Gesproeide
Ir. W. L. C. Brunings oefent crltiek
op de meening van den oud>di
recteungeneraal van den
arbeid
In „Ons Tijdschrift", maandblad voor
clectriciteitshuishoudkunde, economie on
electrotechniek, dat uitgegeven wordt door
de N.V Provinciale Limburgscho Electrici-
teitsmaatschapplj on do N.V. Provinciale
Utrechtsche Electriciteitsmij., schrijft ir.
W. L. C. Brunings een merkwaardig artikel
over do Electriciteitsraad, waarin hij cri
tiek oefent op de meening van den heer
Zaalberg, den oud-directeur-gcncraal van
den arbeid, zooals deze die geuit heeft in
het orgaan van de Ned Maatschappij van
Nijverheid en Handel.
Wij ontlecncn aan dit artikel het vol
gende:
Nadat men jaren in kringen, belang heb
bende bij het electriciteitsvraagstuk, over
den Electriciteitsraad heeft gesproken,- is
deze Raad ingesteld bij Koninklijk be
sluit ü.d. 3 April 1933 thans eindelijk ge
boren.
Lang reeds is de Ncderlandsche wetgever
bezig pogingen in het werk te stellen om de
electriciteitsvoorziening in bepaalde banen
te leiden. Verschillende staatscommissies
hebben daarop hun krachten beproefd.
Het resultaat is practisch steeds hetzelfde
geweest, n.l. nihil.
De electriciteitsvoorziening in do provin
cies heeft zich inmiddels ontwikkeld vol
gens het stelsel van minister Regout, d.w.z.
volgens do z.g. concessieregeling En de ont
wikkeling van de electriciteitsvoorziening
in de praktijk heeft zich daarbij wél be
vonden.
Uit de voorstellen, welke successievelijk
door do verschillende staatscommissies zijn
gedaan, is echter één begrip steeds weer
naar voren gekomen, n.l. dat van den Elec
triciteitsraad.
Nu uit den berg der vele plannen einde
lijk de muis van dezen Electriciteitsraad is
gebaard, staat aan de wieg de oud-direc
teur-generaal van den Arbeid, de heer Zaal
berg en schrijft in het orgaan van de Ned.
Maatschappij van Nijverheid en Handel on
vriendelijke woorden aan het adres van de
pasgeborene.
Schrijver is ongerust over do door den
Raad te bereiken resultaten, o a. „omdat er
geen kenner of vertegenwoordiger van de
nijverheid in den Electriciteitsraad aanwe
zig zou zijn."
Ware de heer Zaalberg niet de oud-direc
teur-generaal van den Arbeid geweest, wij
zouden zeker niet de moeite genomen heb
ben zijn opvatting, welke van een groot ge
mis aan kennis op dit voor hem vreemde
gebied blijk geeft, aan kritiek te onderwer
pen. Nu wij hier echter te doen hebben met
de opvatting van iemand, die op ander ge
bied zeer zeker een gezaghebbende stem
heeft, ligt de zaak anders en dit geeft ons
dan tevens een welkome aanleiding om het
vraagstuk der electriciteitsvoorziening wat
nader te beschouwen.
De elcctrificatie in Nederland is verder
voortgeschreden dan in de mcesto andere
landen in en buiten Europa; er is een
samenwerking tusschen de electriciteitsbe-
drijven op velerlei gebied, waaraan andere
landen niet alleen een voorbeeld kunnen
nemen, doch dit inderdaad veelal ook
gaarne doen. Bovendien is de intensiviteit
van de electrificatio in Nederland grooter
dan vrijwel overal elders.
En wat do elcctriciteits-taricven betreft,
ook deze blijken lager te zijn dan in do om
ringende Europeeschc landen. Oók de tarie
ven voor de nijverheid zelfs dicl
Men moet in het oog houden, dat bij de
levering van electriciteit aan de nijverheid
het electriciteitsbedrijf zijn monopolie, het
welk het op het gebied van licht heeft,
totaal verliest. De kwestie van de tarieven
voor de industrie is enkel oen concurrentic-
vraagstuk. Do ecnige reden waarom een
fabrikant tot aansluiting aan het clectrici-
teitsnet zal overgaan, hangt af van de be
antwoording der vraag of hij voordecliger
en gemakkelijker electriciteit koopt, dan
wel zelf energie opwekt.
Nu zijn in ons vrijhandelsland de kosten
van krachtopwekking in het algemeen
laag. Men kan zich hier goedkoop machines
aanschaffen, terwijl er bijna overal vol
doende water is voor de koeling, en een ge
makkelijk transport van de benoodigdo
brandstoffen.
Do industrie gaat dus eerst tot aanslui
ting aan het electricitcitsnot over, wanneer
het electriciteitsbedrijf die aansluiting aan
lokkelijk weet te maken Uit het aanzien
lijke aantal grooto en kleine fabrieken, dat
aan de Nedorlandschc netten is aangesloten,
blijkt, dat de bedrijven er inderdaad in ge
slaagd zijn aan de bovengestelde voorwaar
de te voldoen.
Wat blijft er dan van de bewering van
den heer Zaalberg over, dat er „groote be
langen te bevorderen blijven, die lang ver
waarloosd zijn?" Wij moeten toch wel con-
culdeeren, dat hiervan niets overblijft.
„Wat roert er zich dan in de electricitcits-
wertid?" Waaro.n zijn er oc/k onder de iei-
dende electrotechniei zoo vele voorstanders
van de oprichting van een Electriciteitsraad
n.l. een raad voor het geven van advies aan
een Minister, die werkelijk de macht zou
moeten hebben die adviezen in de praktijk
te verwezenlijken?" Op deze vragen kunnen
twee antwoorden gegeven worden. Men wil
een Electriciteitsraad:
1. Omdat men onjuist acht, dat de gren
zen der electriciteitsvoorziening zouden
moeten samenvallen met aardrijkskundige,
hetzij gemeentelijke, hetzij provinciale
grenzen.
2. omdat men meent, dat door een betere
exploitatie de electriciteitsvoorziening nog
belangrijk te stimuleeren is en de tarieven
kunnen worden verlaagd (niet de tarieven
van de industrie want deze worden in
vrije concurrentie bepaald terwijl velen
het bovendien niet wenschelijk vinden om
de electriciteit als belastingobjcct te ge
bruiken.
Bezien wc deze twee antwoorden nader.
Vele bedrijven zijn door het feit, dat zij
zich in handen van gemeenten bevinden,
onttrokken aan het vrije spel der in het
economi9cho leven geldende krachten.
Men begrijpc wel, dat een dergelijke ver
snippering niet in het voordeel dor inwo-
ne:\3 is en evenmin in het belang van hot
grootere geheel. Waar de gchcelc electrici
teitsvoorziening zich bij uitstek leent voor
centralisatie, is versnippering een economi
sche misgreep.
Het zou economischer zijn do configuratie
der netten te laten bepalen door do clectri-
sche verhoudingen ten opzichto van de be
staande centrales in plaats van door aard
rijkskundige grenzen. Ook zou do bedrijfs
zekerheid ongetwijfeld bevorderd worden,
wanneer de netten door meer dun één cen
trale werden gevoed.
De exploitatie van een klein opwekkings-
en distributiebedrijf is zeer duur, tenzij men
do gelegenheid tot aansluiting en afname
beperkt en de electriciteitsontwikkeling in
gelijke mate remt. De bedrijven, welke den
stroom en gros inkoopen, vinden als regel
in het inkooptarief al reeds een beperking
voor een ontwikkeling, zooals die in de
electriciteitsvoorziening tot nu toe steeds
piaats vond. Daarbij komt nog, dat de
kleine bedrijven niet over voldoende midde
len beschikken om voor een behoorlijke
voorlichting te kunnen zorgen, noch de noo-
dige deskundige krachten kunnen bekos
tigen, waarover een groot bedrijf wel kan
beschikken.
Een ander bezwaar voorkomende bij alle
gemeenten, welke een electriciteitsbedrijf
exploiteeren is, dat zij zich er op toeleggen
om winst te maken. Van hoe groote bctcc-
kenis dit wel is, moge men opmaken uit hot
feit, dat do bedrijven van de drie grootste
steden in ons land te zamen jaarlijks on
geveer 20.000.000 in de gemeentekas stor
ten.
Deze belastingpolitiek is natuurlijk oen
rem voor de ontwikkeling der electriciteits
voorziening.
Resumeerendc komt men dus tot do con
clusie, dat wanneer men do belangen van
een goede electriciteitsvoorziening na
streeft, de centralisatie sterk zal moeten
worden doorgevoerd. Do kleinere bedrijven
zullen moeten verdwijnen en de geheele
electriciteitsvoorziening zal moeten worden
verzorgd door betrekkelijk weinig, groote
lichamen, die geen winst mogen maken.
Bovendien zal dan aan den klant aanzien
lijk betere voorlichting kunnen worden ge
geven.
Kan een Electriciteitsraad de hierboven
opgesomde desiderata tot verwerkelijking
brengen? Het antwoord hierop moet helaas
ontkennend luiden.
Zonder een behoorlijke electriciteitswet-
geving i9 de bevoegdheid van den minister
van Waterstaat wel zeer gering. Hij kan
ecnigen invloed uitoefenen op de enkele
provinciale bedrijven, die een Rijksconceesic
hebben aanvaard, maar daarmede houdt
zijn macht ook op. Over de talrijke gemeen
telijke bedrijven heeft de minister op dit
oogenblik niet de minste zeggenschap
Een Electriciteitsraad zou naar onzo mec-
ning derhalve alleen dan zin hebben, wan
neer de minister de bevoegdheid had om
dwingend op te treden, doch bovendien zou
deze Raad uitsluitend moeten bestaan uit
deskundigen niet-belanghebbenden op
het gebied der electriciteitsvoorziening, ter
wijl verder de bezoldiging van de leden van
dezen Electriciteitsraad zoodanig zou moe
ten wezen, dat van hen verlangd kon wor
den, dat zij zich losmaken van cvcntucelc
belangen bij andere bedrijven.
Uit het bovenstaande vloeit voort, dat wij
volkomen afwijzend moeten staan tegen
over het denkbeeld door den heer Zaalberg
ontwikkeld.
liet is toe te juichen, dat de minister, die
den Raad in het leven heeft geroepen, hier
van geen belangen-instituut gemaakt heeft.
In het algemeen zal de Electriciteitsraad
zich nooit kunnen mengen in tarief-kwes
ties, omdat de tariefstelling een fundamen
teels factor is voor de rentabiliteit van het
bedrijf. Aangezien de Raad geen enkele ver
antwoording draagt en kan dragen voor een
onderneming, waarvoor door anderen het
kapitaal is verschaft, zal zijn advies inzake
het commercieel beleid gedoemd zijn vruch
teloos te blijven.
Aan het 9lot van deze beschouwingen zou
men de vraag kunnen stellen, wat dan van
den huldigen Electriciteitsraad te verwach
ten is en dan zou het antwoord moeten lui
den, dat men liet niet weet, ondanks het
feit, dat de Electriciteitsraad in den per
soon van prof. Van Swaay een voorzitter
van meer dan gewone bekwaamheid bezit.
Theoretisch zou nog de vroe9 kunnen be
staan, dat de Electriciteitsraad bij de enkele
geconcessionneerde provinciale bedrijven
als zijnde de eenige waarop men van over
heidswege eenigen invloed heeft bolem-
merend op den normalen gang van zaken
zou kunnen werken.
Hoewel van den Raad in zijn tegenwoor
dige samenstelling zooiets als uitgesloten
moet worden beschouwd, mag in het alge
meen hier een waarschuwend woord niet
achterwege blijven.
De electriciteitsvoorziening en de clectri-
citeitstospassing zijn een te levend geheel
dan da? zij eenvoudig evenals een „dienst"
van bovenaf „beheerd" zouden kunnen wor
den.
Amsterdam, 11 Mei. Do rentestand
werd heden door de directie van de Neder-
landsche Bank N.V. vastgesteld als volgt:
Wisseldisconto verhoogd tot 314 procent,
promessendisconto verhoogd tot 4 procent,
beleening van effecten verhoogd tot 4 pro
cent, beleening van goederen verhoogd tot
4 procent, voorschotten in rekening-courant
verhoogd tot 4 procent, alles met Ingang
van 12 Met
De eindstand wa6:
Winnaars Ticlz-Lehmann met 624 pun
ten. Afgelegd 3199.7(30 K.M.
2. Kilian-Vopel G01 punten.
Met 1 ronde achterstand:
5.40 Letterkundig overzicht door A M. de
Jong. De vreemdo vogel, Apna van Gogh-
Kauibach.
6.00 Overgang naar den versterkten zen
der.
6.01 Volksliederen door „De Wielewaal*
zanggroep der Amsterdamsche A.J.C. o.l.v.
Piet Tiggers. Uit de roode jeugdbeweging
Nico Bloemendaal spreekt over „Onze eer
ste plicht". Volksliederen.
6.30 Amsterdamsch-salon-orkest o. 1. v.
Dirk Kiekens.
7.00 Uitzending voor het platteland. W.
van Dok spreekt over' „Organisatorische
misstanden in land- en tuinbouw".
(7.15 Morse tijdsein.).
7.30 Amsterdamsch-Salon-Orlicst o. 1. v.
Dirk Kiekens.
7.58 Herhaling van S.O.S.-bcrichten.
8.00 Bonto Avond met medewerking van:
V.A.R.A.-Orkest o.l.v. Hugo de Groot, De
Flierefluiters o.l.v. Jan van der Horst, De
Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins
9.15 V.A.R.A.-Varia en Persbureau Vaz
Dias.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Vervolg Bonto Avond.
Hulzen:
K.R.O.
8.00 Morgenconcert
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje door pas
toor L. II. Perquin.
12.00 Tijdsein.
12.15 Lunchconcert door het K.R.O.-Scxtet
o.l.v. Piet Lustenhouwer.
I.45 Verzorging van don zender.
2.00 Halfuurtje voor do rijpere jeugd,
door mevr. A. Schelfhout—Van der Meulen
2.30 Kinderuurtje door mevr. Sophie Nu-
wenhuis van der Rijst en mevr. Corrie Mar-
res van der Ven.
4.00 Grumofoonmuziek.
4.10 „De Graal" door mej. D. Bouwman.
4.30 Concert door het K.R.O.-Orkest, o.l.v.
Marinus van 't Woud.
5.15 „Radio-ontvangst in den zomer" door
Hans Schnnbel.
5.30 Vervolg concert. George Bizet-pro-
gramma.
6.20 Journalistiek weekoverzicht door
Paul do Waart.
6.40 Vervolg concert.
7.15 „De kerkelijke Kunst volgens de Pau«
solijke richtlijnen", door Prof. H. Luns.
7.35 Gramofoonmuziek.
7.45 Sportpraatjo van de R.K.F.
8.00 Concert door de K.R.O.-Boys o.l.v.
Plet Lustenhouwer. Refreinzang: Jack Mos
sel. Limburgsche liedjes door Lei Hen-
drickx.
8.30 Nieuwsberichten Vaz Dias.
8.35 Microfoonvertelsel door Jan NIeu-<
wenhuis.
8.50 K.R.O.-Boys.
9.30 Liedjes en yells bij het kampvuur ter
gelegenheid der leidsters- en leidersbijeen
komst der Katholieke Verkenners te 's-Her*
togenbosch.
10.15 De K.R.O.-Boys.
10.30 Nieuwsberichten Vaz Dias
II.00 GramofoonmuzieU-
In bijna 67-jarigen ouderdom is tc Den
Haag hedenochtend overleden prof. Mr. Dr.
A. van Gijn, oud minister van financiën en
oi I lid van de Tweede Karner.
Prof. Van Gijn wu.- destijds o.a. president
van de N.U M., Koninklijk commissaris bij
do Nederlandschu Bank en bijzonder hoog-
lecraar in de leer der financiën aan do rijks
universiteit te Leiden
De thans ontslapene bekleedde een voor
aanstaande plaats In verochillonde vereeni-
gingen op maatschappelijk terrein. Na den
dood van mr. Dressclhuys was hij leider
van de Liberale Tweede Kamerfractie. Zijn
groote kennis van flnancbele aangelegen
heden had ook in het buitenland de aan
dacht getrokken. Voor de financieelc sanee-
ring van Oostenrijk onder de auspiciën van
den Volkenbond werd prof van Gijn aan
gezocht als adviseur van d" Oostenrijksche
nationale bank Voorts was hij gedurende
vele Jaren voorziter van de verecniging
NederlandDuitschland en ook gedurende
langen tijd voorzitter van de Verecniging
voor den Vrijhandel. Vooral in deze laatste
functie heeft hij zich doen kennen als een
overtuigd voortzetter van do vrijhandels-
gedachte.
TietzLehmann winnen
Müneben, 11 Mei. (V.D.) Hedenavond
11 uur is de eerste Zesdaagscho wielerwed
strijd van München beëindigd met een
overwinning van het koppel Tictz-Leh-
raann. Op dezen laatstcn avond waren 7000
toeschouwers aanwezig, en over het alge
meen mag geconstateerd worden, dat deze
eerste Zesdaag6che van München wat het
financieele gedeelte betreft geslaagd is.
Dezen laatsten avond gaven Rleger cn
Merlo den strijd op cn zoo vormden Göbel
en Bühler nog een koppel. Do laatste klas
sementsprints van dezen avond werden
gewonnen door Anhes, Giebler, Tietz,
Anhes, Lehmann, Göbel, Tietz, Göbel, Büh
ler, Göbel. van Buggenhout, Anhes, Bühler.
Göbel. Gilliberti, Göbel, van Buggenhout,
Gilliberti, Bühler, Bühler, van Buggen
hout, Bühler. Göbel, Giebler, Gilliberti en
Vopel.
3. Urnbenhauer-Egmer 791 punten.
Met twee ronden achterstand:
4. BühlerGobel 783 punten.
5. van Buggenhout—Anhes 301 punten.
Met 3 ronden achterstand:
6. Zims—Resigcr 570 punten.
Met 5 ronden achterstand:
7. GieblerGilliberti 243 punten.
De directie deelde nog raedo, dat do vol
gende Zosdaagsche wielerwedstrijd in het
volgendo voorjaar zal worden gehouden.
Zaterdag 13 MeL
Hilversum.
Golflengte 286 M.
V.A.R.A.
8.00 Tijdsein.
8.01 Gramofoonmuziek.
(8.15 Morse-tijdsein).
V.P.R.O.
10.00 Morgenwijding.
V.A.R.A.
10.15 Uitzending voor de arbeiders in do
Continubedrijven Adolf Bouwmeester
draagt voor: „Mevrouwtje", Dr. TJebbo
Franken.
Do Zee roept! Matrozcnromanco aan
boord van hot Hollandsche schip „De Vrij
bulter", zwervende over de golven. Tus-
schentekst van Martien Beversluis.
V.A.R.A.-Toonee! o.l.v. Willem van Cap-
pellen „Wio vindt mijn verloofde?" Een
hoorspelletje door Frank van Duin.
12.00 Tijdsein.
12.01 V.A.R A.-Klein-Orkcst o.Lv. Hugo
de Groot.
Gramofoonmuziek.
V.A.R.A.-Kleln-Orkest.
2.00 Onderbreking voor verzorging van
den zender.
2.15 Gramofoonmuziek. Platen van deze
maand.
2.50 W. H. Vliegen spreekt voor do Ver
ecniging voor Volkenbond en Vrede.
3.10 V.A.R.A.-Balalalka-Orkest o.l.v. Iwan
Powarjef.
3.20 Leo Fuld zingt, aan den vleugel bo-
geleid door Jan Vogel.
3.30 V.A.R.A.-Balalaika-Orkest o.l.v. Iwan
Powarjef.
3.40 Leo Fuld zingt, aan den vleugel be
geleid door Jan Vogel.
3.50 Beoefening Huismuziek Samenwer
king tusschen huiskamer en studio, o.l.v.
Piet Tiggers.
4.30 Coöperatie-kwartiertje, K. de Boer
spreekt over: „Vrij bedrijf of gesloten be
drijf".
4.50 Dc Notenkrakers, o.l.v. Daaf Wins.