tl
Het Porceleinhuis
Thermoflesschen
DUITSCHLAND'S MOREELE ISOLA TIE
N. H. BERGER
Woensdag 14 Juni 1933
31 e Jaargang No. 294
DE DOODZW1JG-POL1T1EK
Langestraat 2 - Tel. 525
Fa. KALLEVEEN
vanaf SS cent
Zuidsingel 69
UURWERKEN
VECHTPARTIJ IN EEN
GETUIGENKAMER
UIT DE STAATSCOURANT
ONEERLIJK VRIJGESTELDE?
Hij leefde duur
In het Paleis van den Koning
BRIEVEN UIT BERLIJN
rAls cultureel centrum is Duitschland
voorloopig allesbehalve meer
een middenpunt dat lokt
Stemming die niet tot bezoek
aanspoort
Van onzen correspondent).
Berlijn, 9 Juni
Het (op zich zelf niet bijzonder verras
eend) bericht, dat het Internationaal Olym
pisch Comité in zijn vergadering in Wee-
nen eergisteren geen wijziging gebracht
heeft in het voorloopig besluit, de volgen
de Olympische Spelen in Berlijn te hou
den zoodat deze keuze thans defini
tief is heeft in vele Duitsche kringen
een opvallend-diepen indruk gemaakt.
Om dit te begrijpen, moet men zich voor
oogen stellen, dat het Duitsche volk .er
langzaam maar zeker achter begint te ko
men, dat het op het oogenblik in de we
reld vrijwel absoluut geïsoleerd staat. Po
litiek geïsoleerd dat ware nog te verdra
gen en te veranderen. Moreel geïsoleerd:
dat is vele graden erger.
De Duitecher weet in het algemeen nog
niet. hoe groot en hoe pijnlijk deze isolatie
is. Er bestaat geen vrijheid van drukpers
en van andere meeningsuitingen in Duitsch
land meer. Niet alleen zijn alle communis
tische en sociaal-democrat.sche dagbladen,
tijdschriften enz. verboden, maar zulk een
.verbod trof dezer dagen voor een periode
yandrie maanden, die blijkbaar niet
afgekort schijnt te worden, een zoo con
servatief en voor de Hitlerbeweging steeds
in het strijdperk getreden orgaan der zwa
re industrie als de „Deutsche Allgemeine
Zeitung", die het zoo nu en dan nog waag
de, eenigo critiek te uiten. En dit verbod
werd uitgesproken naar aanleiding van cri-
tische opmerkingen over de pro-Italiaan-
Bche politiek van de tegenwoordige rijks-
regeering! Waaruit wel blijkt, hoe onaan
genaam het der dictatuur in Duitschland
i6, bij het volk twijfel te doen opkomen
aan do duurzaamheid van de Duitsch
Italiaansche vriendschap, die inderdaad,
Binds op Hongarije en zelfs op Oostenrijk
geen staat meer te maken is, het ecnige
houvast voor de in Duitschland verschij
nende bladen is gebleven om der bevolking
wijs te maken, dat van een absolute poli
tieke isolatie nog niet gesproken mag wor
sen.
De moreele isolatie is bij het goedgeloo-
vjg gebleven deel van het Duitsche volk
wellicht nog minder bekend. Maar zij is
desondanks volkomen. Er is zeker geen
land, geen volk ter wereld, dat de antise
mitische maatregelen van de nationaal-so-
cialistische omwenteling goedpraten wil en
dat verzachtende omstandigheden weet te
.vinden voor liet wel urcedo „schoonschip-
maken", waarvan groote Duitsche geleer
den, kunstenaars, uitvinders cn andere
specialisten, niet zelden van een wereld-
reputatie, dagelijks het slachtoffer worden.
En dat do buitenwereld zoo oordeelt cn
veroordeelt, dringt ten slotte langs allcr-
lej kanalen toch tot de Duitsche bevolking
•door.
Zoo heeft men in de Duitsche bladen vrij
Uitvoerig kunnen lezen, welke golven van
Vijandschap den Duitschen schrijvers op de
Pen-Club vergadering in Ragusa tegen
stroomden. De practische uitsluiting van
de groote Duitsche journalisten-organisatie,
i waartoe op het congres van het hoofdbe
stuur der Internationale Journalisten Fe
deratie dezer dagen in Boedapest besloten
werd, was uit de Duitsche dagbladen ech
ter niet te vernemen. Hier had do Duitsche
overheid blijkbaar ingegrejicn om te ver
hinderen, dat de ongunstige berichten uit
het buitenland een al te grooten omvang
aannamen. Terwijl toch nauwelijks te ver
mijden zal zijn, dat het „Reichsverband der
Deutschcn Presse" besluit, zijn lidmaat
schap van de „Fédération Internationale
de6 Journalistes" officieel op te zeggen;
een feit, dat ten slotte toch in geheel
Duitschland bekend zal moeten worden.
Zoo kon men ook het telegram niet dood
zwijgen, waarin Toscanini aan mevrouw
Winifred Wagner, die harerzijds met de
zen grooten dirigent evenzeer als met
Duitficiilands dictator Adolf Hitler zeer be
vriend is, meedeelt, dat hij, gezien de
ontwikkeling der dingen in het artistieke,
speciaal het muzikale Duitschland, waar
tegen hij onlangs met vele andere geniale
buitenlanders reeds geprotesteerd had, ver
hinderd is zijn belofte na te komen, om
dit jaar in Beyrouth to dirigeeren. Waar
op Toscanini doelt, is duidelijk genoeg. Het
nieuwe bewind in Duitschland houdt ook
onder de muzikale grootheden „opruiming"
en duldt bijv. niet meer, dat eerste krach
ten als de dirigenten Bruno Walter en Otto
KJemperer hier optreden, of dat andere
Joodsche dirigenten, zangers, tooneclspe-
lers cn instrumentalisten in Duitsche lan
den contracten bezitten. Men kon van een
ras-artist als Toscanini niet verwachten
dat hij zou weigeren, rnet deze collega's so
lidair te zijn. en moet het betreuren, dat
een man als Richard Strauss bereid geble
ken is, in de bres te springen. Hoe groot
Strauss als dirigent ook moge zijn, een
„Ersatz" voor een Toscanini is hij niet.
De spelen van Bayreuth zijn zonder den
genialen Italiaan geen internationale at
tractie meer, cn de Duitsche nationaal-
socialisten zullen nog eens ernstig betreu
ren, dal zij door hun radicalisme do gc-
heele wereld cn zelfs de Italiaansche
„vrienden", die van anti-semitisme niets
weten willen, zoo tegen zich in het harnas
gejaagd hebben.
Het is verder ook aan te nemen, dat een
andere geweldige bron van inkomsten en
een machtige moreele factor voor Duitsch
land, het vreemdelingenverkeer, onder de
nieuwe omstandigheden zeer zwaar te lij
den zal hebben.
Wij meenen, dat het ónze plicht is er
op te wijzen, dat de buitenlandsche zieke
of toerist, die in Duitschland afleiding of
genezing wil zoeken, zich niet door zoo
genaamde onrustige toestanden behoeft te
laten afschrikken om de eenvoudige reden,
dat het nergens in Duitschland
onrustig is en van een onaangename
stemming jegens buitenlandsche bezoekers,
die zich niet in Duitschland's binnenland-
sche politiek mengen, niet het minste te
bemerken valt.
Maar er is een geheel ander argument
tegen het komen naar Duitschland. Men
heeft hier ingezien, dat onder de tegen
woordige omstandigheden het vreemdelin
genverkeer meer dan ooit onmisbaar is en
wil nu een propaganda op groote schaal
beginnen, waarvoor men vooral de in Ber
lijn gevestigde buitenlandsche journalisten,
die men reeds een reis door Beleren aan
geboden heeft, noodig blijkt te hebben. Niet
weinige journalisten hebben intusschen ge
weigerd een uitnoodiging aan te nemen,
waarop zij onder andere omstandigheden
zeker gaarne zouden zijn ingegaan. Voor
hun argumenten schijnt mij het een en an
der te zeggen. In de eerste plaats willen zij
hun joodsche lezers niet verbitteren door
propaganda voor toeristenverkeer in een
Staat, die den jood als mênsch-tweede-klas-
se beschouwt. Maar voorts komt het hun
niet juist voor, buitenlanders op Duitsch-
prima
Goud Zilver Brillen
Solide reparatie-inrichting
Speciaal adres voor
ANTIEKE KLOKKEN
Prijzen zeer billijk.
land opmerkzaam te maken, terwijl tegelij
kertijd de Duitsche regeering een grootschc
propaganda maakt voor het blijven van
Duitsche reizigers in eigen land!
Verkcerspropaganda van Internationaal
karakter behoort op wederkeorigheid te be
rusten. Er op te rekenen, dat het buiten
land naar Duitschland gelokt zal worden,
terwijl den Duitschers wordt afgeraden (en
zelfs, waar het ambtenaren en beambten
betreft, met bedreigingen!) hun geld naar
het buitcn'and te brengen: dat is toch
waarlijk al te naief!
En overigens: is Duitschland op het
oogenblik werkelijk een bijzondere attrac
tie? Gelijk gezegd: van onveiligheid of on
vriendelijke stemming is geen sprake, de
genezende kracht der talïooze bronnen is
gebleven, de schoonheden van de landou
wen en de aantrekkelijkheden der volks
stammen zijn niet van politieke omwente
lingen afhankelijk. Maar als cultureel cen
trum is het Duitsche Rijk voorloopig alles
behalve meer een middelpunt dat lokt. De
beste Duitsche zangers en tooneelspclers
zijn in Wcencn te genieten, het Duitsche
artistieke leven speelt zich als 't ware on
der een wollen deken af. De dictatuur heeft
ook hier het onvermijdelijk gevolg gehad,
dat de kunst zich verbitterd en onderdrukt
gevoelt. In de bevolking heerscht, waar
men ook. lieenkomt, een eenzijdige natio
nalistische koorts, dan wel een schuwe af
zondering uit vrees voor denunciatie. De
trotsche, vroolijke stemming, die ons de
nieuwe overheid zoo gaarne wil opdringen,
is eigenlijk buiten de rijen der ultra-natio
nalisten nergens te vinden.
Waarom wij geloovén, dat de isolatie
eer toe- dan af zal nemen.
En toch ware het zoo schoon, kon men
den Duitschen vrienden weer van harte de
hand reiken!
ROLAND.
NED^RLANDSCH TREILER
VERGAAN.
Uit Esbjerg wordt gemeld, dat de Neder-
landsclie treiler Spaarnestrooin den vorigen
nacht op 26 zeemijlen van Ilornsriff ver
gaan is. Een explosie van den motor heeft
een groot gat in den wand gescheurd. De
bemanning, welke een noodvuur had aan
gestoken, is door den Ncderlandschcn trei
ler Herman Jacobus aan boord genomen
cn te Esbjerg aan land gezet.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Bruinisse, 13 Juni. Hedenavond is
te Bruinisse de 23-jarige ongehuwde mole
naar L. Zeedijk bij het baden verdronken.
Zijn lijk is later opgehaald.
Dames richten schade aan
Amsterdam, 13 Juni. Gedurende een
strafproces voor het Hof, dat om der wille
van de zedelijkheid met gesloten deuren
werd behandeld, ontstond zooals dat
meer bij getuigen pleegt voor te komen
onderlinge onccnigheid. Het onderwerp van
het mccningsverschil tusschen deze getui
gen kunnen we gevoegelijk achterwege
laten.
Na de zitting werd het debat tusschen de
getuigen in minder parlementaire termen
voortgezet in de geluigenkaraer. De mon
delinge argumenten hadden blijkbaar wei
nig resultaat, want al spoedig plaatste de
een een technische „linksche" op den kin
van zijn tegenstander. Dc juridische sfeer
van het Paleis aan de Prinsengracht kon
deze er blijkbaar niet van afhouden ook
met grof geschut te antwoorden. Het wet
tig bij de „heeren" behoorend damesgezel
schap opende een tweede „partij". Hoe het
kwam is niet precies meer na te gaan,
waarschijnlijk waren de vrouwen minder
technisch onderlegd in de edele bokskunst,
althans werd op een gegeven oogenblik het
rumoer in de wachtkamer overstemd door
gerinkel van brekend glas. Het was noch
„voor aan de straat", noch hadden dc com
battanten gelegenheid ,dc stukken te ver
steken". De rijksveldwachter, gewaar
schuwd door meer ordelievende justiciabe-
leii. „greep in". Weldra was do orde her
steld, de beide dames zullen de aangerichte
scnado moeten betalen. Of dit muisje ver
der nog een staartje zal hebben, zullen ze
moeten afwachten.
Bij K.B. is toegekend de zilveren eere
medaille der Oranje-Nassau-Orde aan J.
Boon, baas bij de Bouwmaterialen M. Luy-
ten N.V. te Lekkerkcrk, en aan H. J. Bis
schops, w inkelchef bij do N.V. Schocnmaga
zijn „De Kaplaars" te 's Gravenhage, aan
K. Vrcekcn Pzn., arbeider bij do firma C.
Spaargaren te Aalsmeer (bij bevordering)
en aan A. Timmermans, voorheen kantoor
bediende bij de N.V. P. A. Hammes te Rot
terdam.
Bij K.B. is met ingang van 1 September
1933 aan den commies bij den P.T.T.dienst
J. C. Wouters, belast met de functio van
directeur van het P.T.T.kantoor to Renkum
op zijn verzoek eervol ontslag verleend.
Bij K. B. is met ingang van 1 December
1933 aan den referendaris 2e klasso der
P.T.T. J. M. Blote, belast met de functie
van directeur van het P.T.T.-kantoor te
Doorn, op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend.
Bij K.B. is met ingang van 1 December
1933 aan den commies bij den P.T.T.-dienst
G. J. NijVeld op zijn verzoek eervol ontslag
verleend.
Bij K.B. is met ingang van 1 Juli 1933
aan den heer P. J. Raaymakers op het
daartoe door hem gedaan verzoek eervol
ontslag verleend als commissaris van liet
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, onder
dankbetuiging voor de door hem als zoo
danig bewezen dienst, cn is tot commissaris
benoemd de heer J. H. Waterborg, gewezen
referendaris 2e klasse der P.T. T. te
Utrecht.
Bij K.B. zijn de adjunct-commiezen bij
het Departement van Koloniën W. F. Ipon-
burg en W. Brandenburg met ingang van
1 Juli 1933 bevorderd tot commies.
Bij Koninklijk Besluit d.d. 19 Mei 1933 is
aan Ed. G. Schürmann, ondervoorzitter van
do Kamer van Koophandel cn Fabrieken
voor Rotterdam, wonende to Rotterdam,
verlof verleend tot het aannemen van zijne
benoeming tot Ridder in de Orde van het
Legioen van Eer te Frankrijk.
Bij beschikking van den minister van
Justitie is opnieuw benoemd tot plaatsver
vangend lid der Kamer van Toezicht over
de Notarissen en Cand.-notarissen te
Utrecht J. Huender, inspecteur der regis
tratie en domeinen te Utrecht,
Bij K. B. is benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Gouda dr.
mr. J. Smit, advocaat en procureur te
Gouda.
Een oudzwethouder van Den Helder
heeft zich te verantwoorden
wegens verduistering van
18.000
Amsterda m, 13 Juni. Een vijftigjarige
sociaal-democratische oud-wethouder van
financiën van dc gemeente Den Helder had
zich vandaag in liooger beroep voor het
Hof 1e \eranlwoorden wegens verduistering
ten nadecle van den toenraaligen Bond van
Korporaals bij de Koninklijke Nederland-
sche Marine, welke naderhand vereenigd is
met den Bond van minder marineperso
neel. van welken bond hij penningmeester
was. Hem was ten laste gelegd, dat hij in
Den Helder omstreeks het tijdvak van Ja
nuari 1923 tot Augustus 1931 opzettelijk
een aantal geldsommen in totaal bedragen
de 18.73i.07, toebchoorend aan genoem
den bond, wederrechtelijk had toegeëigend.
De rechtbank te Alkmaar had verdachte
veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenis
straf met aftrek van voorarrest (verdachte
was na een voorarrest van bijna zeven
maanden in vrijheid gesteld). Do officier
van justitie mr. van der Feen de Lille had
wegens verduistering één jaar gerequireerd.
Voor het Hof waren gedagvaard vier ge
tuigen A charge en één A décharge.
Het Hof werd gepresideerd door mr. Joh.
M. Jolles.
Verdachte verklaarde niet schuldig te
zijn aan de hem ten laste golegde verduis
tering Wel was er een kastekort geweest,
maar dit was niet door zijn schuld ont-.
slaan.
Pres.: Maar het geld was er toch niet!
Verd.: Ja, mijn fout was, dat ik het niet
kon controlecren.
Pres.: Dat was wel een groote fout.
Dan wordt verd.'s privéleven ter sprake
gebracht. Hij verklaarde, dat hij ongeveer
5000 verdiende.
Pres.: U leefde duur, u had connecties
met'vier of vijf vrouwen, bovendien was u
getrouwd. U vermengde uw geld met dat
van den bond.
Wij achten het nu beter, nu u niet vol
mondig en eerlijk bekent, om de zaak uit
te stellen tot een anderen dag, dan kunnen
we alles uitvoerig behandelen.
De zitting wordt daarop geschorst tot
Donderdag 7 September.
ENGELSCHE SPORTVLIEGERS OP
BEZOEK.
Amsterdam, 12 Juni. Hedenmiddag
zijn twee Engelscho sport vliegtuigen uit
Bremen op Schiphol aangekomen. Zij vor
men een deel van een eskader van 14 vlieg
tuigen. welke een toer hebben gemaakt
over Duitschland van tien dagen. Het es
kader stond onder leiding van Lindsay
Eveiard M.P. Het tweede toestel werd be
stuur door Lord Amherst, Twee andere
vliegtuigen van het eskader zijn te Soester-
berg geland om weerberichten op te ne
men. De vier toestellen zijn hedennamid-
dng met bestemming Engeland vertrokken.
Op Schiphol werden de gasten ontvan
gen door den heer Feltcrs, secretaris van
de Amsterdamsche Aero Club.
De wil is des mcnschcn hoogste kracht.
TEGNER.
Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid
door
F. MARION CRAWFORD.
Naar het Engel9ch door W. H. C. B
44
Maar geleidelijk kwam er een verande
ring in haar gezicht, haar oogleden trilden
en vielen dicht. Om niet te wankelen en te
vallen, greep zij naar den deurpost. Toen,
begrijpende, dat zij niet langer kon blijven
staan, deed zij instinctmatig eenigc vlugge
passen naar voren, totdat haar krachten
baar verlieten en zij viel, zóó, dat zij ten
ducle op Don Jan terecht kwam, met haar
hoofd op zijn borst, haar eene hand zoe
kende naar de zijne, en de andere tegen
zijn koude voorhoofd gedrukt.
Ilct was niet waarschijnlijk dat voorloo
pig iemand haar hier.zou vinden. De be
dienden en heeren waren weggezonden,
zoodat niemand zou komen, voordat het
bekend zou zijn dat Don Jan dood was.
Nadat zij ecnigon tijd met haar hoofd op
zijn borst bad gelegen, begon zij wanhopig
te huilen. Haar heele lichaam schokte en
onverstaanbare klanken en kreten, waar
mede zij haar leed in woorden trachtte te
brengen, kwamen over haar lippen. Lang
zamerhand ging dit over in een eentonig
geweeklaag vol wanhoop.
Langen tijd lag zij daar zoo, en werd toen
door een paar sterke handen vastgegrepen,
opgelicht en weggebracht, zonder dat een
woord werd gesproken. Zij had geen begrip
van hetgeen er met haar gebeurde, en ver
beeldde zich in dc armen tc zijn van een
bovennatuurlijk wezen, dat ongelooflijk
sterk was cn dat haar wegsleurde van het
geen haar dierbaar was. Tevergeefs ver
zette zij zich in haar halve bezwijming,
terwijl zij de deur werd uitgedragen en
naar adem snakte als iemand, die een
booze droom heeft. Ilct scheen haar toe,
dat men haar door het heele schemerdon
kere paleis sleepte, en toch werd zij slechts
uit dc kamer naar het terras gebracht.
Toen haar oogen weer ontvankelijk voor
indrukken waren, merkte zij in de open
lucht te zijn, op een steenen bank, en dat
het koele avondwindje om haar gezicht
woei, terwijl een zachte hand dezelfde
die een oogenblik te voren haar zoo stevig
had opgetild haar hoofd ondersteunde.
Een gezicht, dat zij kende en waarvoor zij
niet bang was, hoewel het niet op andere
gezichten leek, bevond zich ter hoogte van
het hars en toch stond dc man. terwijl
zij zat. Het maanlicht wierp heel zachte
schaduwen op de mismaakte gelaatstrek
ken van den dwerg, zoodat zijn dunne, ver
trokken lippen een vriendelijke uitdruk
king hadden en zijn diep liggende oogen
overvloeien van innige sympathie. Toen
hij merkte dat zij hem zag en haar vordoo-
ving ten dcele was geweken, trok hij
zachtjes zijn hand weg en liet haar hoofd
tegen de steenen leuniDg rusten.
Zij was nog versuft en de tranen beletten
haar het zien. Hij stond vóór haar als om
haar te bewaken, gereed te handelen in
geval zij zich zou bewegen en trachten weg
te loopen, want hij begreep dat zij dat zou
willen doen. Plotseling werd haar blik hel
der en voor hij het kon beletten, was zij
half opgestaan. Maar een moment later
waren zijn handen op haar schouders cn
met onweerstaanbare kracht dwong hij
haar weer te gaan zitten, toen zij wan
hopig uitriep: ,Xcen, neen! Ik wil" weer
naar hem toe laat mij gaan! Iloe durf je
me aan te raken!" Zij was door haar leed
buiten zich /.elf van boosheid. „Hoe durf
je!" herhaalde zij op hoogcr toon en tever
geefs zich legen zijn grooterc kracht ver
zettend.
„Het zou uw dood zijn geweest, als ik u
daar had gelalen," antwoordde de nar. „Er
zouden weldra mcnschen zijn gekomen, die
u daar op zijn lichaam hadden aangetrof
fen. Het zou voorgoed gedaan zijn geweest
met uw goeden naam!"
„Mijn naam' Wat geef ik om mijn naam
of wat ook! O, laat me gaan. Niemand mag
hem aanraken geen handen, die hem'
niet lief hebben. O, laat me opstaan en
weer naar binnen gaan!"
Zij trachtte den dwerg van zich weg te
duwen zij bad hem willen slaan, ver
pletteren, van het terras willen gooien, als
zij had gekund. Haar verdriet maakte haar
sterk, maar zijn lange armen waren als
ijzeren staven, die uit zijn mismaakte
lichaam groeiden. Zijn gezicht wa9 heel
ernstig en vriendelijk en in zijn oogen lag
een blik, zoo zacht als nooit te voren in
zijn leven.
„Neen," sprak hij vriendelijk. „U moet
niet gaan; strak9 zult u hem weer zien,
maar nu niet. Probeert u 't ook maar niet,
want ik ben veel sterker dan u, en ik laat
u niet naar binnen gaan."
Toen gaf zij het op en legde haar hoofd
op haar gekruiste armen op de steenen
leuning. Spoedig kwamen do tranen weer,
waar de nar blij om was, want hij wist dat
ook in bet vreeselijkste verdriet tranen
leniging brengen, cn dat nu bet ergste voor
bij was, zoodat hij haar spoedig ergens kon
brengen, waar zij veiliger zou zijn dan hier.
Thans had hij haar zoo ver mogelijk van
Don Jan's deur gebracht, daar waar het
lange terras naar het westen afboog, en
waar het niet waarschijnlijk was dat op
dit uur iemand voorbij zou komen. Het was
een opwelling van het oogenblik geweest,
cn zelf was hij den schok, toen hij Don
Jan's lichaam op den vloer uitgestrekt zag,
nog niet te boven. Hij wist niets 'van wat
er was gebeurd, mnar zich ergens in een
hoek schuil houdende, om den koning van
het bezoek aan zijn broeder te zien tcrug-
keeren, had hij er zich van overtuigd, dat
Don Jan toen alleen was. Toen was hij
naar diens kamer gegaan om, zoo moge
lijk, tc weten te komen hoe het met den
brief stond cn of hij zelf al of niet nog in
gevaar verkeerde. Want hij was van plan
uit het paleis te vluchten of zich van kant
te maken, liever dan op do folterbank ge
legd te worden, als dc koning hem zou
verdenken de hand te hebben in een sa
menzwering. Een gewone lafaard was hij
niet, maar zijn angst voor lichamelijke pijn
was zoo ontzettend, als alleen zulk een ge
voelige natuur als dc zijno kon voelen.
Sinds hij Philips' gezicht aan liet souper
had gezien, zweefden hem steeds dc pijn
bank en de „Spaansche laarzen" voor
oogen. Don Jan echter was vriendelijk, en
zou hem wel waarschuwen als hem gevaar
dreigde en zoo zou hij nog altijd door te
vluchten of zich van kant te maken, kun
nen ontkomen
Daarom was hij de half openstaande
deur van de slaapkamer binnen gegaan,
maar toen hij zag, wat daar was gebeurd,
was zijn eerste opwelling om zich zelf te
redden, zoo gauw mogelijk weg te loopen,
niet alleen omdat dc moord van Don Jan
ontzaglijke moeilijkheden zou teweegbren
gen, en een uitgebreid onderzoek cn ver
boor na zich zou sleepen, gedurende welke
hij zoo goed als zeker schuldig zou worden
verklaard, maar ook om de meer onmid
dellijke reden dal, wanneer hij bij het
lichaam werd gezien, hij als getuige zou
worden gehoord.
Maar daar hij geen lafaard was, ging zijn
eerste gedachte, trots zijn vergeeflijken
angst, uit naar het onschuldige meisje,
wiens goede naam naar de maan zou zijn,
indien z:j aangetroffen werd in de houding,
waarin zij daar lag. Daarom bracht hij haar
alvorens aan zichzelf te denken, zoo goed
als hij maar kon, in veiligheid, zij 't dan ook
met heel veel moeite en tegen haar wil.
Half verlamd door haar grenzelooze
smart, lag zij hevig snikkend tegen do leu
ning. De nar begreep, dat hij niets kon
doen. Zoolang z.ij half bezwijmd scheen te
zijn, had hij getracht haar een beetje tc
helpen door met zijn hand en arm haar
hoofd te ondersteunen, met een teederheid,
alsof het zijn eigen kind had gegolden. Zoo
lang zij niet wist wat hij deed, was zij
slechts een in nood verkeerend men-
schelijk wezen geweest, en een vrouw;
en in het diepste van zijn ziel voelde
hij een groot medelijden met alles
wat leed, was te inniger en grooter
omdat hij zelf zooveel leed had ondervon
den. Maar nu zij weer was bijgekomen en
hem herkende, was het heel wat anders.
/Wordt vervolg#