tl Het Porceleinhuis Thermoflesschen DUITSCHLAND'S MOREELE ISOLA TIE N. H. BERGER Woensdag 14 Juni 1933 31 e Jaargang No. 294 DE DOODZW1JG-POL1T1EK Langestraat 2 - Tel. 525 Fa. KALLEVEEN vanaf SS cent Zuidsingel 69 UURWERKEN VECHTPARTIJ IN EEN GETUIGENKAMER UIT DE STAATSCOURANT ONEERLIJK VRIJGESTELDE? Hij leefde duur In het Paleis van den Koning BRIEVEN UIT BERLIJN rAls cultureel centrum is Duitschland voorloopig allesbehalve meer een middenpunt dat lokt Stemming die niet tot bezoek aanspoort Van onzen correspondent). Berlijn, 9 Juni Het (op zich zelf niet bijzonder verras eend) bericht, dat het Internationaal Olym pisch Comité in zijn vergadering in Wee- nen eergisteren geen wijziging gebracht heeft in het voorloopig besluit, de volgen de Olympische Spelen in Berlijn te hou den zoodat deze keuze thans defini tief is heeft in vele Duitsche kringen een opvallend-diepen indruk gemaakt. Om dit te begrijpen, moet men zich voor oogen stellen, dat het Duitsche volk .er langzaam maar zeker achter begint te ko men, dat het op het oogenblik in de we reld vrijwel absoluut geïsoleerd staat. Po litiek geïsoleerd dat ware nog te verdra gen en te veranderen. Moreel geïsoleerd: dat is vele graden erger. De Duitecher weet in het algemeen nog niet. hoe groot en hoe pijnlijk deze isolatie is. Er bestaat geen vrijheid van drukpers en van andere meeningsuitingen in Duitsch land meer. Niet alleen zijn alle communis tische en sociaal-democrat.sche dagbladen, tijdschriften enz. verboden, maar zulk een .verbod trof dezer dagen voor een periode yandrie maanden, die blijkbaar niet afgekort schijnt te worden, een zoo con servatief en voor de Hitlerbeweging steeds in het strijdperk getreden orgaan der zwa re industrie als de „Deutsche Allgemeine Zeitung", die het zoo nu en dan nog waag de, eenigo critiek te uiten. En dit verbod werd uitgesproken naar aanleiding van cri- tische opmerkingen over de pro-Italiaan- Bche politiek van de tegenwoordige rijks- regeering! Waaruit wel blijkt, hoe onaan genaam het der dictatuur in Duitschland i6, bij het volk twijfel te doen opkomen aan do duurzaamheid van de Duitsch Italiaansche vriendschap, die inderdaad, Binds op Hongarije en zelfs op Oostenrijk geen staat meer te maken is, het ecnige houvast voor de in Duitschland verschij nende bladen is gebleven om der bevolking wijs te maken, dat van een absolute poli tieke isolatie nog niet gesproken mag wor sen. De moreele isolatie is bij het goedgeloo- vjg gebleven deel van het Duitsche volk wellicht nog minder bekend. Maar zij is desondanks volkomen. Er is zeker geen land, geen volk ter wereld, dat de antise mitische maatregelen van de nationaal-so- cialistische omwenteling goedpraten wil en dat verzachtende omstandigheden weet te .vinden voor liet wel urcedo „schoonschip- maken", waarvan groote Duitsche geleer den, kunstenaars, uitvinders cn andere specialisten, niet zelden van een wereld- reputatie, dagelijks het slachtoffer worden. En dat do buitenwereld zoo oordeelt cn veroordeelt, dringt ten slotte langs allcr- lej kanalen toch tot de Duitsche bevolking •door. Zoo heeft men in de Duitsche bladen vrij Uitvoerig kunnen lezen, welke golven van Vijandschap den Duitschen schrijvers op de Pen-Club vergadering in Ragusa tegen stroomden. De practische uitsluiting van de groote Duitsche journalisten-organisatie, i waartoe op het congres van het hoofdbe stuur der Internationale Journalisten Fe deratie dezer dagen in Boedapest besloten werd, was uit de Duitsche dagbladen ech ter niet te vernemen. Hier had do Duitsche overheid blijkbaar ingegrejicn om te ver hinderen, dat de ongunstige berichten uit het buitenland een al te grooten omvang aannamen. Terwijl toch nauwelijks te ver mijden zal zijn, dat het „Reichsverband der Deutschcn Presse" besluit, zijn lidmaat schap van de „Fédération Internationale de6 Journalistes" officieel op te zeggen; een feit, dat ten slotte toch in geheel Duitschland bekend zal moeten worden. Zoo kon men ook het telegram niet dood zwijgen, waarin Toscanini aan mevrouw Winifred Wagner, die harerzijds met de zen grooten dirigent evenzeer als met Duitficiilands dictator Adolf Hitler zeer be vriend is, meedeelt, dat hij, gezien de ontwikkeling der dingen in het artistieke, speciaal het muzikale Duitschland, waar tegen hij onlangs met vele andere geniale buitenlanders reeds geprotesteerd had, ver hinderd is zijn belofte na te komen, om dit jaar in Beyrouth to dirigeeren. Waar op Toscanini doelt, is duidelijk genoeg. Het nieuwe bewind in Duitschland houdt ook onder de muzikale grootheden „opruiming" en duldt bijv. niet meer, dat eerste krach ten als de dirigenten Bruno Walter en Otto KJemperer hier optreden, of dat andere Joodsche dirigenten, zangers, tooneclspe- lers cn instrumentalisten in Duitsche lan den contracten bezitten. Men kon van een ras-artist als Toscanini niet verwachten dat hij zou weigeren, rnet deze collega's so lidair te zijn. en moet het betreuren, dat een man als Richard Strauss bereid geble ken is, in de bres te springen. Hoe groot Strauss als dirigent ook moge zijn, een „Ersatz" voor een Toscanini is hij niet. De spelen van Bayreuth zijn zonder den genialen Italiaan geen internationale at tractie meer, cn de Duitsche nationaal- socialisten zullen nog eens ernstig betreu ren, dal zij door hun radicalisme do gc- heele wereld cn zelfs de Italiaansche „vrienden", die van anti-semitisme niets weten willen, zoo tegen zich in het harnas gejaagd hebben. Het is verder ook aan te nemen, dat een andere geweldige bron van inkomsten en een machtige moreele factor voor Duitsch land, het vreemdelingenverkeer, onder de nieuwe omstandigheden zeer zwaar te lij den zal hebben. Wij meenen, dat het ónze plicht is er op te wijzen, dat de buitenlandsche zieke of toerist, die in Duitschland afleiding of genezing wil zoeken, zich niet door zoo genaamde onrustige toestanden behoeft te laten afschrikken om de eenvoudige reden, dat het nergens in Duitschland onrustig is en van een onaangename stemming jegens buitenlandsche bezoekers, die zich niet in Duitschland's binnenland- sche politiek mengen, niet het minste te bemerken valt. Maar er is een geheel ander argument tegen het komen naar Duitschland. Men heeft hier ingezien, dat onder de tegen woordige omstandigheden het vreemdelin genverkeer meer dan ooit onmisbaar is en wil nu een propaganda op groote schaal beginnen, waarvoor men vooral de in Ber lijn gevestigde buitenlandsche journalisten, die men reeds een reis door Beleren aan geboden heeft, noodig blijkt te hebben. Niet weinige journalisten hebben intusschen ge weigerd een uitnoodiging aan te nemen, waarop zij onder andere omstandigheden zeker gaarne zouden zijn ingegaan. Voor hun argumenten schijnt mij het een en an der te zeggen. In de eerste plaats willen zij hun joodsche lezers niet verbitteren door propaganda voor toeristenverkeer in een Staat, die den jood als mênsch-tweede-klas- se beschouwt. Maar voorts komt het hun niet juist voor, buitenlanders op Duitsch- prima Goud Zilver Brillen Solide reparatie-inrichting Speciaal adres voor ANTIEKE KLOKKEN Prijzen zeer billijk. land opmerkzaam te maken, terwijl tegelij kertijd de Duitsche regeering een grootschc propaganda maakt voor het blijven van Duitsche reizigers in eigen land! Verkcerspropaganda van Internationaal karakter behoort op wederkeorigheid te be rusten. Er op te rekenen, dat het buiten land naar Duitschland gelokt zal worden, terwijl den Duitschers wordt afgeraden (en zelfs, waar het ambtenaren en beambten betreft, met bedreigingen!) hun geld naar het buitcn'and te brengen: dat is toch waarlijk al te naief! En overigens: is Duitschland op het oogenblik werkelijk een bijzondere attrac tie? Gelijk gezegd: van onveiligheid of on vriendelijke stemming is geen sprake, de genezende kracht der talïooze bronnen is gebleven, de schoonheden van de landou wen en de aantrekkelijkheden der volks stammen zijn niet van politieke omwente lingen afhankelijk. Maar als cultureel cen trum is het Duitsche Rijk voorloopig alles behalve meer een middelpunt dat lokt. De beste Duitsche zangers en tooneelspclers zijn in Wcencn te genieten, het Duitsche artistieke leven speelt zich als 't ware on der een wollen deken af. De dictatuur heeft ook hier het onvermijdelijk gevolg gehad, dat de kunst zich verbitterd en onderdrukt gevoelt. In de bevolking heerscht, waar men ook. lieenkomt, een eenzijdige natio nalistische koorts, dan wel een schuwe af zondering uit vrees voor denunciatie. De trotsche, vroolijke stemming, die ons de nieuwe overheid zoo gaarne wil opdringen, is eigenlijk buiten de rijen der ultra-natio nalisten nergens te vinden. Waarom wij geloovén, dat de isolatie eer toe- dan af zal nemen. En toch ware het zoo schoon, kon men den Duitschen vrienden weer van harte de hand reiken! ROLAND. NED^RLANDSCH TREILER VERGAAN. Uit Esbjerg wordt gemeld, dat de Neder- landsclie treiler Spaarnestrooin den vorigen nacht op 26 zeemijlen van Ilornsriff ver gaan is. Een explosie van den motor heeft een groot gat in den wand gescheurd. De bemanning, welke een noodvuur had aan gestoken, is door den Ncderlandschcn trei ler Herman Jacobus aan boord genomen cn te Esbjerg aan land gezet. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Bruinisse, 13 Juni. Hedenavond is te Bruinisse de 23-jarige ongehuwde mole naar L. Zeedijk bij het baden verdronken. Zijn lijk is later opgehaald. Dames richten schade aan Amsterdam, 13 Juni. Gedurende een strafproces voor het Hof, dat om der wille van de zedelijkheid met gesloten deuren werd behandeld, ontstond zooals dat meer bij getuigen pleegt voor te komen onderlinge onccnigheid. Het onderwerp van het mccningsverschil tusschen deze getui gen kunnen we gevoegelijk achterwege laten. Na de zitting werd het debat tusschen de getuigen in minder parlementaire termen voortgezet in de geluigenkaraer. De mon delinge argumenten hadden blijkbaar wei nig resultaat, want al spoedig plaatste de een een technische „linksche" op den kin van zijn tegenstander. Dc juridische sfeer van het Paleis aan de Prinsengracht kon deze er blijkbaar niet van afhouden ook met grof geschut te antwoorden. Het wet tig bij de „heeren" behoorend damesgezel schap opende een tweede „partij". Hoe het kwam is niet precies meer na te gaan, waarschijnlijk waren de vrouwen minder technisch onderlegd in de edele bokskunst, althans werd op een gegeven oogenblik het rumoer in de wachtkamer overstemd door gerinkel van brekend glas. Het was noch „voor aan de straat", noch hadden dc com battanten gelegenheid ,dc stukken te ver steken". De rijksveldwachter, gewaar schuwd door meer ordelievende justiciabe- leii. „greep in". Weldra was do orde her steld, de beide dames zullen de aangerichte scnado moeten betalen. Of dit muisje ver der nog een staartje zal hebben, zullen ze moeten afwachten. Bij K.B. is toegekend de zilveren eere medaille der Oranje-Nassau-Orde aan J. Boon, baas bij de Bouwmaterialen M. Luy- ten N.V. te Lekkerkcrk, en aan H. J. Bis schops, w inkelchef bij do N.V. Schocnmaga zijn „De Kaplaars" te 's Gravenhage, aan K. Vrcekcn Pzn., arbeider bij do firma C. Spaargaren te Aalsmeer (bij bevordering) en aan A. Timmermans, voorheen kantoor bediende bij de N.V. P. A. Hammes te Rot terdam. Bij K.B. is met ingang van 1 September 1933 aan den commies bij den P.T.T.dienst J. C. Wouters, belast met de functio van directeur van het P.T.T.kantoor to Renkum op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Bij K. B. is met ingang van 1 December 1933 aan den referendaris 2e klasso der P.T.T. J. M. Blote, belast met de functie van directeur van het P.T.T.-kantoor te Doorn, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend. Bij K.B. is met ingang van 1 December 1933 aan den commies bij den P.T.T.-dienst G. J. NijVeld op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Bij K.B. is met ingang van 1 Juli 1933 aan den heer P. J. Raaymakers op het daartoe door hem gedaan verzoek eervol ontslag verleend als commissaris van liet Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, onder dankbetuiging voor de door hem als zoo danig bewezen dienst, cn is tot commissaris benoemd de heer J. H. Waterborg, gewezen referendaris 2e klasse der P.T. T. te Utrecht. Bij K.B. zijn de adjunct-commiezen bij het Departement van Koloniën W. F. Ipon- burg en W. Brandenburg met ingang van 1 Juli 1933 bevorderd tot commies. Bij Koninklijk Besluit d.d. 19 Mei 1933 is aan Ed. G. Schürmann, ondervoorzitter van do Kamer van Koophandel cn Fabrieken voor Rotterdam, wonende to Rotterdam, verlof verleend tot het aannemen van zijne benoeming tot Ridder in de Orde van het Legioen van Eer te Frankrijk. Bij beschikking van den minister van Justitie is opnieuw benoemd tot plaatsver vangend lid der Kamer van Toezicht over de Notarissen en Cand.-notarissen te Utrecht J. Huender, inspecteur der regis tratie en domeinen te Utrecht, Bij K. B. is benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Gouda dr. mr. J. Smit, advocaat en procureur te Gouda. Een oudzwethouder van Den Helder heeft zich te verantwoorden wegens verduistering van 18.000 Amsterda m, 13 Juni. Een vijftigjarige sociaal-democratische oud-wethouder van financiën van dc gemeente Den Helder had zich vandaag in liooger beroep voor het Hof 1e \eranlwoorden wegens verduistering ten nadecle van den toenraaligen Bond van Korporaals bij de Koninklijke Nederland- sche Marine, welke naderhand vereenigd is met den Bond van minder marineperso neel. van welken bond hij penningmeester was. Hem was ten laste gelegd, dat hij in Den Helder omstreeks het tijdvak van Ja nuari 1923 tot Augustus 1931 opzettelijk een aantal geldsommen in totaal bedragen de 18.73i.07, toebchoorend aan genoem den bond, wederrechtelijk had toegeëigend. De rechtbank te Alkmaar had verdachte veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenis straf met aftrek van voorarrest (verdachte was na een voorarrest van bijna zeven maanden in vrijheid gesteld). Do officier van justitie mr. van der Feen de Lille had wegens verduistering één jaar gerequireerd. Voor het Hof waren gedagvaard vier ge tuigen A charge en één A décharge. Het Hof werd gepresideerd door mr. Joh. M. Jolles. Verdachte verklaarde niet schuldig te zijn aan de hem ten laste golegde verduis tering Wel was er een kastekort geweest, maar dit was niet door zijn schuld ont-. slaan. Pres.: Maar het geld was er toch niet! Verd.: Ja, mijn fout was, dat ik het niet kon controlecren. Pres.: Dat was wel een groote fout. Dan wordt verd.'s privéleven ter sprake gebracht. Hij verklaarde, dat hij ongeveer 5000 verdiende. Pres.: U leefde duur, u had connecties met'vier of vijf vrouwen, bovendien was u getrouwd. U vermengde uw geld met dat van den bond. Wij achten het nu beter, nu u niet vol mondig en eerlijk bekent, om de zaak uit te stellen tot een anderen dag, dan kunnen we alles uitvoerig behandelen. De zitting wordt daarop geschorst tot Donderdag 7 September. ENGELSCHE SPORTVLIEGERS OP BEZOEK. Amsterdam, 12 Juni. Hedenmiddag zijn twee Engelscho sport vliegtuigen uit Bremen op Schiphol aangekomen. Zij vor men een deel van een eskader van 14 vlieg tuigen. welke een toer hebben gemaakt over Duitschland van tien dagen. Het es kader stond onder leiding van Lindsay Eveiard M.P. Het tweede toestel werd be stuur door Lord Amherst, Twee andere vliegtuigen van het eskader zijn te Soester- berg geland om weerberichten op te ne men. De vier toestellen zijn hedennamid- dng met bestemming Engeland vertrokken. Op Schiphol werden de gasten ontvan gen door den heer Feltcrs, secretaris van de Amsterdamsche Aero Club. De wil is des mcnschcn hoogste kracht. TEGNER. Een liefdesgeschiedenis uit het oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engel9ch door W. H. C. B 44 Maar geleidelijk kwam er een verande ring in haar gezicht, haar oogleden trilden en vielen dicht. Om niet te wankelen en te vallen, greep zij naar den deurpost. Toen, begrijpende, dat zij niet langer kon blijven staan, deed zij instinctmatig eenigc vlugge passen naar voren, totdat haar krachten baar verlieten en zij viel, zóó, dat zij ten ducle op Don Jan terecht kwam, met haar hoofd op zijn borst, haar eene hand zoe kende naar de zijne, en de andere tegen zijn koude voorhoofd gedrukt. Ilct was niet waarschijnlijk dat voorloo pig iemand haar hier.zou vinden. De be dienden en heeren waren weggezonden, zoodat niemand zou komen, voordat het bekend zou zijn dat Don Jan dood was. Nadat zij ecnigon tijd met haar hoofd op zijn borst bad gelegen, begon zij wanhopig te huilen. Haar heele lichaam schokte en onverstaanbare klanken en kreten, waar mede zij haar leed in woorden trachtte te brengen, kwamen over haar lippen. Lang zamerhand ging dit over in een eentonig geweeklaag vol wanhoop. Langen tijd lag zij daar zoo, en werd toen door een paar sterke handen vastgegrepen, opgelicht en weggebracht, zonder dat een woord werd gesproken. Zij had geen begrip van hetgeen er met haar gebeurde, en ver beeldde zich in dc armen tc zijn van een bovennatuurlijk wezen, dat ongelooflijk sterk was cn dat haar wegsleurde van het geen haar dierbaar was. Tevergeefs ver zette zij zich in haar halve bezwijming, terwijl zij de deur werd uitgedragen en naar adem snakte als iemand, die een booze droom heeft. Ilct scheen haar toe, dat men haar door het heele schemerdon kere paleis sleepte, en toch werd zij slechts uit dc kamer naar het terras gebracht. Toen haar oogen weer ontvankelijk voor indrukken waren, merkte zij in de open lucht te zijn, op een steenen bank, en dat het koele avondwindje om haar gezicht woei, terwijl een zachte hand dezelfde die een oogenblik te voren haar zoo stevig had opgetild haar hoofd ondersteunde. Een gezicht, dat zij kende en waarvoor zij niet bang was, hoewel het niet op andere gezichten leek, bevond zich ter hoogte van het hars en toch stond dc man. terwijl zij zat. Het maanlicht wierp heel zachte schaduwen op de mismaakte gelaatstrek ken van den dwerg, zoodat zijn dunne, ver trokken lippen een vriendelijke uitdruk king hadden en zijn diep liggende oogen overvloeien van innige sympathie. Toen hij merkte dat zij hem zag en haar vordoo- ving ten dcele was geweken, trok hij zachtjes zijn hand weg en liet haar hoofd tegen de steenen leuniDg rusten. Zij was nog versuft en de tranen beletten haar het zien. Hij stond vóór haar als om haar te bewaken, gereed te handelen in geval zij zich zou bewegen en trachten weg te loopen, want hij begreep dat zij dat zou willen doen. Plotseling werd haar blik hel der en voor hij het kon beletten, was zij half opgestaan. Maar een moment later waren zijn handen op haar schouders cn met onweerstaanbare kracht dwong hij haar weer te gaan zitten, toen zij wan hopig uitriep: ,Xcen, neen! Ik wil" weer naar hem toe laat mij gaan! Iloe durf je me aan te raken!" Zij was door haar leed buiten zich /.elf van boosheid. „Hoe durf je!" herhaalde zij op hoogcr toon en tever geefs zich legen zijn grooterc kracht ver zettend. „Het zou uw dood zijn geweest, als ik u daar had gelalen," antwoordde de nar. „Er zouden weldra mcnschen zijn gekomen, die u daar op zijn lichaam hadden aangetrof fen. Het zou voorgoed gedaan zijn geweest met uw goeden naam!" „Mijn naam' Wat geef ik om mijn naam of wat ook! O, laat me gaan. Niemand mag hem aanraken geen handen, die hem' niet lief hebben. O, laat me opstaan en weer naar binnen gaan!" Zij trachtte den dwerg van zich weg te duwen zij bad hem willen slaan, ver pletteren, van het terras willen gooien, als zij had gekund. Haar verdriet maakte haar sterk, maar zijn lange armen waren als ijzeren staven, die uit zijn mismaakte lichaam groeiden. Zijn gezicht wa9 heel ernstig en vriendelijk en in zijn oogen lag een blik, zoo zacht als nooit te voren in zijn leven. „Neen," sprak hij vriendelijk. „U moet niet gaan; strak9 zult u hem weer zien, maar nu niet. Probeert u 't ook maar niet, want ik ben veel sterker dan u, en ik laat u niet naar binnen gaan." Toen gaf zij het op en legde haar hoofd op haar gekruiste armen op de steenen leuning. Spoedig kwamen do tranen weer, waar de nar blij om was, want hij wist dat ook in bet vreeselijkste verdriet tranen leniging brengen, cn dat nu bet ergste voor bij was, zoodat hij haar spoedig ergens kon brengen, waar zij veiliger zou zijn dan hier. Thans had hij haar zoo ver mogelijk van Don Jan's deur gebracht, daar waar het lange terras naar het westen afboog, en waar het niet waarschijnlijk was dat op dit uur iemand voorbij zou komen. Het was een opwelling van het oogenblik geweest, cn zelf was hij den schok, toen hij Don Jan's lichaam op den vloer uitgestrekt zag, nog niet te boven. Hij wist niets 'van wat er was gebeurd, mnar zich ergens in een hoek schuil houdende, om den koning van het bezoek aan zijn broeder te zien tcrug- keeren, had hij er zich van overtuigd, dat Don Jan toen alleen was. Toen was hij naar diens kamer gegaan om, zoo moge lijk, tc weten te komen hoe het met den brief stond cn of hij zelf al of niet nog in gevaar verkeerde. Want hij was van plan uit het paleis te vluchten of zich van kant te maken, liever dan op do folterbank ge legd te worden, als dc koning hem zou verdenken de hand te hebben in een sa menzwering. Een gewone lafaard was hij niet, maar zijn angst voor lichamelijke pijn was zoo ontzettend, als alleen zulk een ge voelige natuur als dc zijno kon voelen. Sinds hij Philips' gezicht aan liet souper had gezien, zweefden hem steeds dc pijn bank en de „Spaansche laarzen" voor oogen. Don Jan echter was vriendelijk, en zou hem wel waarschuwen als hem gevaar dreigde en zoo zou hij nog altijd door te vluchten of zich van kant te maken, kun nen ontkomen Daarom was hij de half openstaande deur van de slaapkamer binnen gegaan, maar toen hij zag, wat daar was gebeurd, was zijn eerste opwelling om zich zelf te redden, zoo gauw mogelijk weg te loopen, niet alleen omdat dc moord van Don Jan ontzaglijke moeilijkheden zou teweegbren gen, en een uitgebreid onderzoek cn ver boor na zich zou sleepen, gedurende welke hij zoo goed als zeker schuldig zou worden verklaard, maar ook om de meer onmid dellijke reden dal, wanneer hij bij het lichaam werd gezien, hij als getuige zou worden gehoord. Maar daar hij geen lafaard was, ging zijn eerste gedachte, trots zijn vergeeflijken angst, uit naar het onschuldige meisje, wiens goede naam naar de maan zou zijn, indien z:j aangetroffen werd in de houding, waarin zij daar lag. Daarom bracht hij haar alvorens aan zichzelf te denken, zoo goed als hij maar kon, in veiligheid, zij 't dan ook met heel veel moeite en tegen haar wil. Half verlamd door haar grenzelooze smart, lag zij hevig snikkend tegen do leu ning. De nar begreep, dat hij niets kon doen. Zoolang z.ij half bezwijmd scheen te zijn, had hij getracht haar een beetje tc helpen door met zijn hand en arm haar hoofd te ondersteunen, met een teederheid, alsof het zijn eigen kind had gegolden. Zoo lang zij niet wist wat hij deed, was zij slechts een in nood verkeerend men- schelijk wezen geweest, en een vrouw; en in het diepste van zijn ziel voelde hij een groot medelijden met alles wat leed, was te inniger en grooter omdat hij zelf zooveel leed had ondervon den. Maar nu zij weer was bijgekomen en hem herkende, was het heel wat anders. /Wordt vervolg#

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5