van ARTIFORT FAUTEUILS HET GEDING TEGEN MORGAN alleenverkoop Firma J. W. van ACHTERBERGH meubileering - westsingel 10-13 ENORME ONTDUIKING VAN INKOMSTENBELASTING TUSSCHEN DONKERE HEIDEHEUVELS 10 JAAR GARANTIE AMERIKAANSCHE NOTITIES Toch was de politiek van het bankbestuur verbazing wekkend soliede i New-York, 7 Juni 1933. Onder de vele verrassingen van het Roo- Bevelt-regiem is er een, die met meer dan normale belangstelling ontvangen is en wel het officieele onderzoek van de wereldbe roemde firma J. Pierpont Morgan en Co. Er bestaan een paar namen, die over de heele .wereld gelijk staan met onmetelijke rijkdom en wier dragers bij socialisten en commu nisten de personificatie zijn van het gehate kapitalistische stelsel. Het is misschen geen toeval, dat deze namen alleen aan Ameri kanen behooren Morgan, Rockefeller, As- tor, Vanderbilt want het is 's lands tra ditie daar openlijk voor uit te komen en veel openbaarheid aan te geven. Fabelach tig rijke Europeanen als Sir Basil Zaharoff, wijlen Loewenstein en Krüger, Sir Henry Deterding e.a. blijven meer achter de scher men en er worden misschien alleen op een roode parade in Moskou met de haren bij gesleept. Maar Morgan, de internationale bankier, Rockefeller, de petroleummagnaat en Ford, de auto-koning zijn van die haast legendarische figuren, die rnillioenen be- nijders hebben, die door hun kolossale for tuin en beschikking over de fortuinen van massa's anderen veel goed en evenveel kwaad kunnen uitrichten het hangt er maar van af welke ethische code zij er op na houden en iemand, die nauwkeurig den loop der tijden volgt, zal opgemerkt heb ben, dat de algemecne opinie zich hoe lan ger hoe meer verzetten gaat tegen dit domi- neeren door een paar enkelingen. Zoo wijd vertakt en ingrijpend waren de mistoestanden, die voor een belangrijk deel de oorzaak zijn geweest van de tegenwoor dige crisis in Amerika, dat het niet anders kan of een onderzoek tot reorganisatie moest wel heilige huisjes onderste boven loopen, wier volmaaktheid in de afgeloopen twaalf jaar nooit in twijfel was getrokken al thans niet in het openbaar en zeker niet in het idee er eens de sluier af te trekken. Dat was niet in overeenstemming met het credo van de Republikeinsclie partij, die conser vatief is en principieel een voorstander van grootkapitaal, van privé ondernemen en een tegenstander van alles wat maar eenigs- zins zweemt naar inmenging of contróle van overheidswege, tenzij in eigen lijn. Een onderzoek naar de gedragingen van de National City of de Morgan Bank zou on denkbaar geweest zijn onder Coolidge of Hoover onder Roosevelt was het onver mijdelijk geworden. Voor het eerst van hun leven hebben de Morgan compagnons, J. Pirpont inbegre pen, ten overstaan van parlementsleden verantwoording moeten afleggen van hun verleden. Voor het eerst in de geschiedenis van het fameuze bankiershuis werden de détails van zakenovereenkomsten in het openbaar bekend gemaakt; de privé geheim houding, waarop de firma zoo trotsch was, werd brutaalweg geschonden. De inkom sten van de compagnons werden meedoo- genloos meegedeeld. Het was een pijnlijke geschiedenis pijnlijk voor degenen, die het betrof en pijnlijk voor het groote pu bliek, dat nog maar niet kan begrijpen hoe iemand als Morgan drie jaar achtereen geen inkomstenbelasting heeft betaald, ter wijl de gemiddelde Amerikaan, de dokter, de zakenman, dc advocaat, zuchtend en met tegenzin aan zijn verplichtingen voldaan heef* en er zich misschien het noodige om heeft moeten ontzeggen. En diezelfde gemiddelde Amerikaan moest zich ook nog in zijn arm knijpen om te zien of hij wel goed wakker was. toen Mor gan tijdens het. onderzoek vriendelijk mee deelde, dat hij die drie jaar in Engeland wèl belasting had moeten betalen, omdat de wetten daar heel wat strenger en minder te omzeilen waren. Hij kwam dus tot de ontdekking, dat in de jaren waarin elke dollar hard noodig was om de begrootine sluitend te maken, juist de rijkaards in hun plicht te kort schoten door een achterdeur tje in de wet, dat een balanceeren van kapi taalverlies tegen inkomsten toestond. De man. die niets met de Beurs te maken heeft en eiken dag hard voor zijn boterham moet werken, kan dat moeilijk doen, maa- ,t&lt .wèl in de termen van inkomstenbelas ting. Zoo iets wordt zelfs door de dollar- vereerende Amerikanen niet voor zoete koek opgegeten en maakt hen balsturig Het onderzoek is, eerlijk gezegd, verve lend, gewest. Pecora, de raadsman van de Senaatscommissie, d.w.z. de aanklager, do officier van justitie bij wijze van spreken, stuurde na vele preliminairen aan op de financicele werkwijze van dc United Corpo ration, een reusachtig concern, dat twee derde van alle particuliere, (ze bestaan niet van Rijks- of gemeentewege) maatschap pijen van gas, electriciteit, telefoon, vervoer e.d. beheerschte en waardoor een groot deel van het Amerikaansche publiek direct bij droeg aan de schatkist van Morgan. Het publiek in dc raadszaal kon Morgan niet altijd verstaan, die heel zacht sprak, maar het begreep, dat de firma aan „bevoorrechte cliënten" gelegenheid gaf om ongevaarlijk op de Beurs te speculeeren en de lijst van dergelijke cliënten klonk als een Ameri- kaansch „Wie is dat?": Owen D. Young, Newton D. Baker, Charles Lindbergh, gene raal Pershing, wijlen Calvin Coolidge, John J. Raskob, president van General Motors, de tegenwoordige minister van Financiën Woodin en een massa anderen, die op die manier duizenden verdienden en die na tuurlijk verplichtingen kregen tegenover Morgan en Co., die zij vroeger of later moes ten erkennen door een tegenprestatie. Met andere woorden, Morgan kocht door het verlecncn van geldelijke gunsten alle kopstukken op, die hem nu of later van dienst zouden kunnen zijn en het heele geval doet sterk denken aan een spin, die zijn web spant om op die manier tot in do verste uithoeken van Amerika en daarbui ten zijn macht te kunnen laten gelden. Toen Senator Glass van Virgina, zelf een Demo craat van Kentucky en dus volgens zijn politieke geloof een aartsvijand van Wall Street, die op onverklaarbare wijze tijdens het beele onderzoek aan Morgan's zijde was gebleven en den bankier tegen Pccora verdedigd bad een crtitische opmerking te gen dezen raadsman had gemaakt, vond deze het noodig om vierkant mede te doe len, dat zijn werk poover genoeg betaald werd voor den omvang van alle onderzoe kingen. Het succes daarvan was, dat het aanwezige publiek zijn instemming met Pccora tegen Glass te kennen gaf door een langdurig en hartelijk applaus. Lieten J. P. Morgan en compagnons iets merken van deze vijandige houding? Geen quaestie van! Zij hadden te veel ondervin ding, te veel tact en fatsoen om te glim lachen, toen Senator Glass het onderzoek met een circus vergeleek. Maar er kan geen twijfel aan zijn of zij zijn er zich volkomen van bewust, dat hun zaken doen wettelijk vastgelegd zal worden als een gevolg van dit onderzoek. En hadden zij daar niet aan gedacht, dan hoefden ze alleen maar rond te zien naar de ijskoude gezichten van do senatoren om zich heen, die luisterden naar de stem van het volk, dc stem, waaraan zij gehoorzaamden. Maar wanneer het onder zoek is afgeloopen zal vergelijkenderwijs 't huis van Morgan er veel beter afkomen dan een menigte dergelijke instellingen. Tot nu toe is gebleken, dat de politiek van het bankbestuur verbazingwekkend solide en gematigd is geweest en dat het land er vrij wat beter aan toe zou zijn geweest, wanneer alle bankiers als Morgan te werk waren gegaan. Daar stelde het publiek in de zaal en in het heele land geen belang in! Zij ergerden zich alleen over liet feit, dat rijke men- schen dc betaling van hun inkomstenbe lasting konden ontwijken door een boek houding, die onwettig is voor gesalarieer- den. Zij waren verontwaardigd over de lijs ten met „bevoorrechte cliënten" en zij ver wachtten van hun parlement maatregelen om zooiets in de toekomst te voorkomen. Ik durf haast te beweren, dat negen van de tien Amerikanen vroeger of later hun ge luk op do Beurs probeeren, solide of spe culatief en dan to merken, dat een klein aantal hen bij de neus heeft gehad en door informatie, die voor een gewoon mensch onbereikbaar was, van hen profiteerde en ja, dan worden er negen op de tien woe dend, gemengd met een groote mate van jaloezie en heimelijke bewondering. Want het is „smart" om meer dan een ander zijijn beurs te l#unnen vullen. Er zullen altijd „insiders" en „outsiders" zijn, speculanten en solidere beleggers, fi nanciers met verantwoordelijkheidsgevoel en eerlijkheid, en zij, wier drijfveer niets ontziende inhaligheid is. Maar dit onder zoek, dat nog lang niet uit is met Morgan er staan nog meer namen op de lijst heeft ten doel om een herhaling van zulke toestanden te voorkomen en nu zij hun financieel beheer van 1928 en volgende ja ren in het grauwo licht van 1933 zien, is het zeer wel mogelijk, dat Morgan en com pagnons nu zouden werischen, dat zij in sommige gevallen anders gehandeld had den. Er is niet veel twijfel aan of in de vol gende jaren zal er verandering in komen of die permanent zal zijn is een andere vraag. Met een partijwisseling als in 1920 en in dit jaar breekt die aan het roer komt af wat de vorige bewerkstelligd heeft. Men ziet hoe het nu dc Drooglegging vergaat. Op het oogenblik heeft het heele land een boetekleed aan, sluit zich op dc borst en roept uit: pcccavi! Men is met de beste voornemens bezield om internationale broe derliefde te gaan koesteren en zijn groot- scheepsche levenswijs een beetje to gaan vereenvoudigen: in don nood eet de duivel vliegen! Zal men er over tien jaar aan den ken, wanneer normale toestanden terugge keerd zijn of ook probeeren in dc gratie bij Morgan te komen? DE EERSTE SCÈNE VAN DE DRIE BARRYMORE'S. „Een beroemd geleerde" merkte John Bar- r.vmore op, „heeft gezegd, dat het voortge brachte geluid nooit geheel uitsterft, maar dat dc trillingen hiervan zich steeds blijven voortplanten, hoewel voortdurend zwakker. Hij zegt, dat hij een apparaat heeft uitge vonden, zóó fijn gevoelig, dat hij geluiden na jaren kan opvangen en versterken. Mis schien zal hij eens in staat zijn om toespra ken van Caesar en Brutus uit het oude Rome na eeuwen weer hoorbaar te maken." „Het klinkt vreemd" zei Ethel Barrymore. „Ja, maar zoo sprak men twintig jaar geleden ook over de radio. Ik heb het appa raat niet gezien, maar degene, die in de ge legenheid was het te aanschouwen en te hooren, zegt, dat stemmen en geluiden van onverklaarbaren oorsprong hierdoor voort gebracht worden. Ik zou het graag willen zien. Stel je eens voor, wat een onbegrensde mogelijkheden." Lionel mengde zich in het gesprek, terwijl hij de lange baard, die hij in zijn rol van Raspoetin draagt, streelde. „Ik ben er juist achtergekomen, waar ik nu op lijk", zei hij, ,,'t is precies zoo'n baard als Ned Goodwin in „De Koopman van Venetië" droeg". Dc drie Barrymore's bevonden zich in een van de groote geluidsstudio's van Metro Goldwyn Mayer voor hun eerste scène teza men in de film „Raspoetin". Ethel in een zachtgrijze strakke japon volgens de mode van dien tijd, was de ongelukkige Czarina. John in een schitterend uniform was de Groot-Hertog en Lionel in een zwarten pij en een svengaliachtigen grime, was de waanzinnige monnik. Zij spraken niet over deze eerste scène, die een gebeurtenis in de filmgeschiedenis was: de eerste scène ooit door de camera opgenomen van de drie leden van deze beroemde familie. De gerou tineerde artisten hadden geen last .van zenu wen. Zij gevoelden zich ^komen op hun gemak, maar Bill Daniels, de cameraman, scheen meer last van lampenkoorts te heb ben en Clarence Brickcr, de productieleider, draaide zenuwachtig zijn das om zijn vin gers. De scène, die men op zou nemen, was die waarin de monnik den kleinen Czarowitsch als door een wonder genezen, bij zijn moe der terugbrengt, die met den Groot-Hertog, gespeeld door John, in angstige spanning wacht. „Kom jongen", zei Lionel tegen den klei nen Tad Alexander, die dc rol van het prinsje speelt, „dit is misschien een gemak kelijke scène voor jou, maar voor mij zal het niet meevallen, want je weegt zwaar voor je leeftijd". Hij nam den jongen in zijn armen en ging door de dubbele deuren, die achter hem gesloten werden. Dc lampen werden ingeschakeld en Ethel en John namen hun plaatsen in bij de deuren. „Hé, Sparky", klonk Lionel's stem, „als de camera's op snelheid zijn, schreeuw dan flink hard, anders sta ik morgen nog hier te wachten." „Komt in orde!" brulde Sparky terug. Een oogenblik van spanning, toen lichtten de roode lampen aan. „Draaien" riep iemand. Langzaam zwaaiden de deuren open, ter wijl Ethel met gevouwen handen wachtte op dc donkere figuur, die den bleeken jongen droeg. „Alesha! Alesha!" stamelde zij. „Een wonder!" klonk de stem van Gustav von Seyffertitz. „Val op uw knieënheel Rusland moet knielen!" riep Ethel. „Ik heb niets gedaan", zei somber de donkere figuur in de deur. „God deed alles". „Stop". De eerste scène was opgenomen. De drie Barrymore's waren vereenigd op den cellu loid strook. ,HèIlè!" zei John, „moeten wij het over doen?" „Nee! 't was goed." Direct knoopte hij zijn uniform los. „Dat is een opluchting!" „Ja, ik ben blij, dat ik niet in zoo'n sar dineblikje geperst zit", merkte Lionel op. Hij haalde een stoel voor Ethel. „Ga even zitten." „Ik heb al zoolang gezeten, dat ik blij ben even te kunnen staan." Lionel dreigde met zijn vinger. „Luister zusje, je werkt met een verzwikten voet, die nog niet hcelcmaal in orde is en je hebt te doen wat ik je zeg, voor ik kwaad wordt". Ethel glimlachte en ging zitten. „Broertje weet het altijd beter!" zei zij. „Zooals ik zei, dit doet mij sterk aan het type van Ned Goodwin denken", vervolgde Lionel het gesprek, alsof dit nooit door een opname onderbroken was, „een goedo kerel Ncd." „Toch lijk je niet veel op hem", zeide Ethel. „Ik heb dc geschiedenis van de Russische Keizerlijke familie gelezen", babbelde Lio nel verder, „en het schijnt dat de moeder van den Czaar, de Groot-Hertogin Tatiana, enthousiast was over de Sherlock Holmes- verhalen van Conan Doyle. „Zij las zeker een Russische vertaling?" vroeg de regisseur. „Nee, zij las heel gemakkelijk Engelsch", merkte Ethel op. Een electricien schoof een groote zon- schijnwerper door de studio. De camera's werden verplaatst voor een clos<?-up van Lionel en den jongen. „Wij moeten hierbij een andere stem hoo ren", zeide de regisseur, terwijl een helper een groot zwart scherm plaatste tusschen de lampen en John. „Zoo is het goed, dan komt de jongen ten minste niet onder mijn oogen", grinnikte Lionel. Met dc tweede scène van de Barrymore's werd begonnen en de reeds maandenlang besproken samenwerking van de familie was een vaststaand feit geworden. Voor hun eerste gemeenschappelijke op treden is een zeer bijzondere geschiedenis gekozen, die voor ieder van hen een rol be vat, welke speciaal overeenkomt met hun talenten. Ethel met haar statige houding, haar zuivere mezzo-sopraan is de Russische Keizerin. Zij draagt de schitterende japon nen met een bijzondere charme. Zij is sterk in dc dramatische uitbeelding van een Keizerin, die machteloos staat tegenover het noodlot, dat haar zoon bedreigt door een ziekte, erfelijk in de familie. Het is een rol van een sterke moederliefde. Voortdurend is men onder den indruk van dc treurige uitdrukking van haar oogen, dc oogen van de Barrymore-familic, maar dieper en donkerder dan die van John en Lionel en waarmede zij een wereld van ge dachten kan uitdrukken. De film „Raspoetin en de Keizerin" met de drie Barrymore's in de hoofdrollen zal in het komend seizoen in Holland worden uitgebracht. Volmaakt samenspeL In de filmwereld heeft men twee stars ontdekt, die in staat zijn een vrijwel ideaal samenspel te geven. Dit samenspel is het geheim van het succes van de combinatie Marie Dressier-Wallace Beery, het eerst ge zien in „Min en Bill" (Een vreemde moeder) en spoedig weer in „Tugboat Annie". Mcrvyn Le Roy, die de bekende artisten regisseerde in hun tweede gezamenlijke op treden, zegt, dat in de meeste gevallen, waarin twee bekende artisten samenwer ken, de een de leiding heeft en daardoor den dialoog en de actie van den ander voor bereid. Dit is niet het geval met Marie Dressier en Wallace Beery. Hun spel is vol komen gelijkwaardig en beider dialoog is even belangrijk en op zichzelf staand, een even groote artistieke prestatie. „Men krijgt het gevoel van volmaakt af gewerkte scènes", zegt de regisseur, „als men deze beiden aan het werk ziet, omdat zij naast elkaar en niet van elkaar afhanke lijk spelen. Beiden hebben zij een groote aantrekkingskracht voor het publiek, waar bij de één een aanvulling is van den ander, daarom is er sinds het uitbeelden van Min en Bill een voortdurende vraag geweest van meer films van deze twee stars en ein delijk na langen tijd zal Metro Goldwyn Mayer voldoen aan het verlangen van het publiek." Le Roy zegt, dat het moeilijk te verklaren is, wat in deze twee artisten zoo zeer het publiek aantrekt. „Hun persoonlijk heid is geheel verschillend en zoo is ook hun karakterspcl. Beery speelt in de film „Tugboat Annie", den goedhartigen, ruwen zeebonk, en Marie Dressier do zakelijke vrouw met meer gezond verstand dan be schaving. Maar toch is er in dit karakter een ondergrond van aangeboren gevoel, waardoor de dramatische scènes tot hun recht kunnen komen. „Beery speelt zijn rol komisch tot de dra matische climax. Zij zijn niet een paar in de gewone bcteekenis, juist doordat hun spel niet van elkaar afhankelijk is en toch is bewezen, door de vele aanvragen, dat een film met hen samen door het publiek bij zonder gewaardeerd wordt." Le Roy gelooft, dat de reden voor hun De lucht is gedekt, op dezen Juniavond, grauw met plekken grijsblauw erdoor. Maar ook zóó, juist zóó, onder dezen som beren hemel is dit heideland mooi, grootsch en indrukwekkend dit landschap van grijzen en bruinen, met het gele fiets pad slingerend tusschen de barre heide- heuvels. Wie hier liefelijker bekoringen zoekt, moet in Augustus terugkomen. Dan is het bier niet zoo eenzaam meer als op dezen stillen avond tegen het schemeren vroeg in Juni. Dan is het sombere heidekleed 'een kleurige paarse en purperen tooi gewor den, dan straalt de zon er over in gloed en glans, dan jagen witte wolken langs het blauw en stoeten van vacantiegangers, kleurig en fleurig, trekken over het hei pad. Maar nu ligt dc heide nog eenzaam, grootsch, ongerept. Do vacanties zijn nog niet begonnen, de Pinksterdagen zijn voor bij, nog eenige weken lang zullen het maar enkele vreemdelingen zijn, die dit stille ge bied doorkruisen. Overigens is het land voor de eigen stille bewoners ervan alleen. Voor hen, die daarginds in de lage riet- gedekte huisjes van het dorp wonen, voor hem, wiens bijlslag opklinkt aan den hei- rand, voor dien andere, die zijn zeis wet voor het laatste avondwerk, voor dien stil len werker daar langs het pad, die onder dc bloeiende vlier zijn houtblokken zaagt. Voor die menschen, de stille, schuwe menschen, die passen bij dit stille, eenza me land. Voor de menschen en voor de die ren, de vogels en de anderen ook. Voor dien merel, die ook hier in de tuintjes van de huizen aan den bcirand zijn tjuikenden roep en onvermoeibaar lied laat hooren. Voor dien leeuwerik, die alom mijn reis begeleidt met de stille bekoring ■••an zijn nooit aflatcnden zang. Voor dien koekoek, wiens klare zomerroep helder op klinkt over de heiden. Voor den wulp, die hier ergens in 't woeste gebied, waar bij zich bij uitstek thuis voelt, wel nestelen zal en wiens roelodieuse fluit in elk geval af en toe te hooren is als het meest eigene en karakteristieke geluid van heide en veen. Voor hen allen, dezen menschen, 'deze vogels, is nu de heide. En voor hen, die nog stiller, nog ingetogener zijn, die nog min der van zich laten hooren of zien, die stil verborgen leven in de huizen of zich ver bergen in de struiken, die pas dan zich weer vertooncn zullen of zich zullen laten hooren als ook deze vreemde, onbekende gestalte, die ik ben in het heideland, ver der is gegaan. Want ja, voor hen is dit land en een oogenblik ook voor mij. Dichtbij is de stof fige groote weg, waarlangs het, zooals op zooveel wegen rondom Elspeet, geen vreug de is te fietsen, dichtbij is de grintweg, waarlangs wolken van dicht stof worden opgejaagd, zoodra een auto passeert, maar hier is het nieuwe fietspad dwars over dc golvende heide en op dit uur is het voor mij het onbetwiste domein, voor mü en de eigen bewoners ervan. Aan het eindo van deze heideheuvels wachten de donkoro bosschen en beloven nieuwe schoonheid. Maar zoo lang «aoge- lijk, voor het duister valt geniet ik van deze heipracht, deze groote, bruine, brons-, groenen wijdheid onder den gedektc/i he mel. Bij 't scheiden ervan komt even «ie zon door en zendt een glimp licht door de wolken. Hemelglans over de duistere vel den der aarde, groet uit den hoogen aan dit barre, arme, maar toch zoo rijke en won dermooie land, dat haar zoo ligt sina» ecuwen, dat de geslachten der menschen en der dieren en der bloemen heeft zien komen en gaan in stage wisseling en ver gankelijkheid. Dat ook verder, onaange tast door mcnschenhand, daar mogo blij ven liggen als een stuk scheppingsluisïc** van sombere, maar intens bekorende pracht! A. L. B. goede samenwerking is, dat de een het werk van den ander begrijpt en weet te waar- deeren. „Zij kunnen onder het spel door den dialoog samenstellen en tusschen de opna men tot groot vermaak van de medewerken den kleine scènes in elkaar zetten, die bi) de andere artisten en technici een enorm succes hebben. Dit is dikwijls het bcwij», dat zij om zoo to zeggen zuiver op elkaar afgestemd zijn. John en Lionel Barrymore kunnen dat ook. Van hen wordt meestal ge zegd, dat zij elkaar zoo zuiver aanvoelen, doordat zij broers zijn. Het komt zelden voor, maar het is het boofdvereischte voor bet 6lagen van het samenspel. „Het mooie is, dat Wallace Beery en Mario Dressier nooit probeeren elkaar suc cessen te ontfutselen. Tusschen hen bestaat een jarenlange groote vriendschap en een groote waardeering voor elkaar en het resultaat is een perfecte combinatie, zooals ik nog nooit in de gelegenheid was in een film te regisseeren.*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13