van
ARTIFORT
FAUTEUILS
HET GEDING TEGEN MORGAN
alleenverkoop
Firma J. W. van ACHTERBERGH
meubileering - westsingel 10-13
ENORME ONTDUIKING VAN
INKOMSTENBELASTING
TUSSCHEN DONKERE
HEIDEHEUVELS
10 JAAR
GARANTIE
AMERIKAANSCHE NOTITIES
Toch was de politiek van het
bankbestuur verbazing
wekkend soliede
i
New-York, 7 Juni 1933.
Onder de vele verrassingen van het Roo-
Bevelt-regiem is er een, die met meer dan
normale belangstelling ontvangen is en wel
het officieele onderzoek van de wereldbe
roemde firma J. Pierpont Morgan en Co. Er
bestaan een paar namen, die over de heele
.wereld gelijk staan met onmetelijke rijkdom
en wier dragers bij socialisten en commu
nisten de personificatie zijn van het gehate
kapitalistische stelsel. Het is misschen geen
toeval, dat deze namen alleen aan Ameri
kanen behooren Morgan, Rockefeller, As-
tor, Vanderbilt want het is 's lands tra
ditie daar openlijk voor uit te komen en
veel openbaarheid aan te geven. Fabelach
tig rijke Europeanen als Sir Basil Zaharoff,
wijlen Loewenstein en Krüger, Sir Henry
Deterding e.a. blijven meer achter de scher
men en er worden misschien alleen op een
roode parade in Moskou met de haren bij
gesleept. Maar Morgan, de internationale
bankier, Rockefeller, de petroleummagnaat
en Ford, de auto-koning zijn van die haast
legendarische figuren, die rnillioenen be-
nijders hebben, die door hun kolossale for
tuin en beschikking over de fortuinen van
massa's anderen veel goed en evenveel
kwaad kunnen uitrichten het hangt er
maar van af welke ethische code zij er op
na houden en iemand, die nauwkeurig den
loop der tijden volgt, zal opgemerkt heb
ben, dat de algemecne opinie zich hoe lan
ger hoe meer verzetten gaat tegen dit domi-
neeren door een paar enkelingen.
Zoo wijd vertakt en ingrijpend waren de
mistoestanden, die voor een belangrijk deel
de oorzaak zijn geweest van de tegenwoor
dige crisis in Amerika, dat het niet anders
kan of een onderzoek tot reorganisatie moest
wel heilige huisjes onderste boven loopen,
wier volmaaktheid in de afgeloopen twaalf
jaar nooit in twijfel was getrokken al
thans niet in het openbaar en zeker niet in
het idee er eens de sluier af te trekken. Dat
was niet in overeenstemming met het credo
van de Republikeinsclie partij, die conser
vatief is en principieel een voorstander van
grootkapitaal, van privé ondernemen en
een tegenstander van alles wat maar eenigs-
zins zweemt naar inmenging of contróle
van overheidswege, tenzij in eigen lijn. Een
onderzoek naar de gedragingen van de
National City of de Morgan Bank zou on
denkbaar geweest zijn onder Coolidge of
Hoover onder Roosevelt was het onver
mijdelijk geworden.
Voor het eerst van hun leven hebben de
Morgan compagnons, J. Pirpont inbegre
pen, ten overstaan van parlementsleden
verantwoording moeten afleggen van hun
verleden. Voor het eerst in de geschiedenis
van het fameuze bankiershuis werden de
détails van zakenovereenkomsten in het
openbaar bekend gemaakt; de privé geheim
houding, waarop de firma zoo trotsch was,
werd brutaalweg geschonden. De inkom
sten van de compagnons werden meedoo-
genloos meegedeeld. Het was een pijnlijke
geschiedenis pijnlijk voor degenen, die
het betrof en pijnlijk voor het groote pu
bliek, dat nog maar niet kan begrijpen hoe
iemand als Morgan drie jaar achtereen
geen inkomstenbelasting heeft betaald, ter
wijl de gemiddelde Amerikaan, de dokter,
de zakenman, dc advocaat, zuchtend en met
tegenzin aan zijn verplichtingen voldaan
heef* en er zich misschien het noodige om
heeft moeten ontzeggen.
En diezelfde gemiddelde Amerikaan moest
zich ook nog in zijn arm knijpen om te
zien of hij wel goed wakker was. toen Mor
gan tijdens het. onderzoek vriendelijk mee
deelde, dat hij die drie jaar in Engeland wèl
belasting had moeten betalen, omdat de
wetten daar heel wat strenger en minder
te omzeilen waren. Hij kwam dus tot de
ontdekking, dat in de jaren waarin elke
dollar hard noodig was om de begrootine
sluitend te maken, juist de rijkaards in hun
plicht te kort schoten door een achterdeur
tje in de wet, dat een balanceeren van kapi
taalverlies tegen inkomsten toestond. De
man. die niets met de Beurs te maken heeft
en eiken dag hard voor zijn boterham
moet werken, kan dat moeilijk doen, maa-
,t< .wèl in de termen van inkomstenbelas
ting. Zoo iets wordt zelfs door de dollar-
vereerende Amerikanen niet voor zoete
koek opgegeten en maakt hen balsturig
Het onderzoek is, eerlijk gezegd, verve
lend, gewest. Pecora, de raadsman van de
Senaatscommissie, d.w.z. de aanklager, do
officier van justitie bij wijze van spreken,
stuurde na vele preliminairen aan op de
financicele werkwijze van dc United Corpo
ration, een reusachtig concern, dat twee
derde van alle particuliere, (ze bestaan niet
van Rijks- of gemeentewege) maatschap
pijen van gas, electriciteit, telefoon, vervoer
e.d. beheerschte en waardoor een groot deel
van het Amerikaansche publiek direct bij
droeg aan de schatkist van Morgan. Het
publiek in dc raadszaal kon Morgan niet
altijd verstaan, die heel zacht sprak, maar
het begreep, dat de firma aan „bevoorrechte
cliënten" gelegenheid gaf om ongevaarlijk
op de Beurs te speculeeren en de lijst van
dergelijke cliënten klonk als een Ameri-
kaansch „Wie is dat?": Owen D. Young,
Newton D. Baker, Charles Lindbergh, gene
raal Pershing, wijlen Calvin Coolidge, John
J. Raskob, president van General Motors,
de tegenwoordige minister van Financiën
Woodin en een massa anderen, die op die
manier duizenden verdienden en die na
tuurlijk verplichtingen kregen tegenover
Morgan en Co., die zij vroeger of later moes
ten erkennen door een tegenprestatie.
Met andere woorden, Morgan kocht door
het verlecncn van geldelijke gunsten alle
kopstukken op, die hem nu of later van
dienst zouden kunnen zijn en het heele
geval doet sterk denken aan een spin, die
zijn web spant om op die manier tot in do
verste uithoeken van Amerika en daarbui
ten zijn macht te kunnen laten gelden. Toen
Senator Glass van Virgina, zelf een Demo
craat van Kentucky en dus volgens zijn
politieke geloof een aartsvijand van Wall
Street, die op onverklaarbare wijze tijdens
het beele onderzoek aan Morgan's zijde
was gebleven en den bankier tegen Pccora
verdedigd bad een crtitische opmerking te
gen dezen raadsman had gemaakt, vond
deze het noodig om vierkant mede te doe
len, dat zijn werk poover genoeg betaald
werd voor den omvang van alle onderzoe
kingen. Het succes daarvan was, dat het
aanwezige publiek zijn instemming met
Pccora tegen Glass te kennen gaf door een
langdurig en hartelijk applaus.
Lieten J. P. Morgan en compagnons iets
merken van deze vijandige houding? Geen
quaestie van! Zij hadden te veel ondervin
ding, te veel tact en fatsoen om te glim
lachen, toen Senator Glass het onderzoek
met een circus vergeleek. Maar er kan geen
twijfel aan zijn of zij zijn er zich volkomen
van bewust, dat hun zaken doen wettelijk
vastgelegd zal worden als een gevolg van
dit onderzoek. En hadden zij daar niet aan
gedacht, dan hoefden ze alleen maar rond
te zien naar de ijskoude gezichten van do
senatoren om zich heen, die luisterden naar
de stem van het volk, dc stem, waaraan zij
gehoorzaamden. Maar wanneer het onder
zoek is afgeloopen zal vergelijkenderwijs 't
huis van Morgan er veel beter afkomen dan
een menigte dergelijke instellingen. Tot nu
toe is gebleken, dat de politiek van het
bankbestuur verbazingwekkend solide en
gematigd is geweest en dat het land er
vrij wat beter aan toe zou zijn geweest,
wanneer alle bankiers als Morgan te werk
waren gegaan.
Daar stelde het publiek in de zaal en in
het heele land geen belang in! Zij ergerden
zich alleen over liet feit, dat rijke men-
schen dc betaling van hun inkomstenbe
lasting konden ontwijken door een boek
houding, die onwettig is voor gesalarieer-
den. Zij waren verontwaardigd over de lijs
ten met „bevoorrechte cliënten" en zij ver
wachtten van hun parlement maatregelen
om zooiets in de toekomst te voorkomen.
Ik durf haast te beweren, dat negen van de
tien Amerikanen vroeger of later hun ge
luk op do Beurs probeeren, solide of spe
culatief en dan to merken, dat een klein
aantal hen bij de neus heeft gehad en door
informatie, die voor een gewoon mensch
onbereikbaar was, van hen profiteerde
en ja, dan worden er negen op de tien woe
dend, gemengd met een groote mate van
jaloezie en heimelijke bewondering. Want
het is „smart" om meer dan een ander zijijn
beurs te l#unnen vullen.
Er zullen altijd „insiders" en „outsiders"
zijn, speculanten en solidere beleggers, fi
nanciers met verantwoordelijkheidsgevoel
en eerlijkheid, en zij, wier drijfveer niets
ontziende inhaligheid is. Maar dit onder
zoek, dat nog lang niet uit is met Morgan
er staan nog meer namen op de lijst
heeft ten doel om een herhaling van zulke
toestanden te voorkomen en nu zij hun
financieel beheer van 1928 en volgende ja
ren in het grauwo licht van 1933 zien, is
het zeer wel mogelijk, dat Morgan en com
pagnons nu zouden werischen, dat zij in
sommige gevallen anders gehandeld had
den. Er is niet veel twijfel aan of in de vol
gende jaren zal er verandering in komen
of die permanent zal zijn is een andere
vraag. Met een partijwisseling als in 1920
en in dit jaar breekt die aan het roer komt
af wat de vorige bewerkstelligd heeft. Men
ziet hoe het nu dc Drooglegging vergaat.
Op het oogenblik heeft het heele land
een boetekleed aan, sluit zich op dc borst
en roept uit: pcccavi! Men is met de beste
voornemens bezield om internationale broe
derliefde te gaan koesteren en zijn groot-
scheepsche levenswijs een beetje to gaan
vereenvoudigen: in don nood eet de duivel
vliegen! Zal men er over tien jaar aan den
ken, wanneer normale toestanden terugge
keerd zijn of ook probeeren in dc gratie bij
Morgan te komen?
DE EERSTE SCÈNE VAN DE DRIE
BARRYMORE'S.
„Een beroemd geleerde" merkte John Bar-
r.vmore op, „heeft gezegd, dat het voortge
brachte geluid nooit geheel uitsterft, maar
dat dc trillingen hiervan zich steeds blijven
voortplanten, hoewel voortdurend zwakker.
Hij zegt, dat hij een apparaat heeft uitge
vonden, zóó fijn gevoelig, dat hij geluiden
na jaren kan opvangen en versterken. Mis
schien zal hij eens in staat zijn om toespra
ken van Caesar en Brutus uit het oude
Rome na eeuwen weer hoorbaar te maken."
„Het klinkt vreemd" zei Ethel Barrymore.
„Ja, maar zoo sprak men twintig jaar
geleden ook over de radio. Ik heb het appa
raat niet gezien, maar degene, die in de ge
legenheid was het te aanschouwen en te
hooren, zegt, dat stemmen en geluiden van
onverklaarbaren oorsprong hierdoor voort
gebracht worden. Ik zou het graag willen
zien. Stel je eens voor, wat een onbegrensde
mogelijkheden."
Lionel mengde zich in het gesprek, terwijl
hij de lange baard, die hij in zijn rol van
Raspoetin draagt, streelde. „Ik ben er juist
achtergekomen, waar ik nu op lijk", zei hij,
,,'t is precies zoo'n baard als Ned Goodwin
in „De Koopman van Venetië" droeg".
Dc drie Barrymore's bevonden zich in een
van de groote geluidsstudio's van Metro
Goldwyn Mayer voor hun eerste scène teza
men in de film „Raspoetin". Ethel in een
zachtgrijze strakke japon volgens de mode
van dien tijd, was de ongelukkige Czarina.
John in een schitterend uniform was de
Groot-Hertog en Lionel in een zwarten pij
en een svengaliachtigen grime, was de
waanzinnige monnik. Zij spraken niet over
deze eerste scène, die een gebeurtenis in de
filmgeschiedenis was: de eerste scène ooit
door de camera opgenomen van de drie
leden van deze beroemde familie. De gerou
tineerde artisten hadden geen last .van zenu
wen. Zij gevoelden zich ^komen op hun
gemak, maar Bill Daniels, de cameraman,
scheen meer last van lampenkoorts te heb
ben en Clarence Brickcr, de productieleider,
draaide zenuwachtig zijn das om zijn vin
gers.
De scène, die men op zou nemen, was die
waarin de monnik den kleinen Czarowitsch
als door een wonder genezen, bij zijn moe
der terugbrengt, die met den Groot-Hertog,
gespeeld door John, in angstige spanning
wacht.
„Kom jongen", zei Lionel tegen den klei
nen Tad Alexander, die dc rol van het
prinsje speelt, „dit is misschien een gemak
kelijke scène voor jou, maar voor mij zal
het niet meevallen, want je weegt zwaar
voor je leeftijd". Hij nam den jongen in
zijn armen en ging door de dubbele deuren,
die achter hem gesloten werden. Dc lampen
werden ingeschakeld en Ethel en John
namen hun plaatsen in bij de deuren.
„Hé, Sparky", klonk Lionel's stem, „als de
camera's op snelheid zijn, schreeuw dan
flink hard, anders sta ik morgen nog hier
te wachten."
„Komt in orde!" brulde Sparky terug.
Een oogenblik van spanning, toen lichtten
de roode lampen aan. „Draaien" riep
iemand.
Langzaam zwaaiden de deuren open, ter
wijl Ethel met gevouwen handen wachtte op
dc donkere figuur, die den bleeken jongen
droeg.
„Alesha! Alesha!" stamelde zij.
„Een wonder!" klonk de stem van Gustav
von Seyffertitz.
„Val op uw knieënheel Rusland moet
knielen!" riep Ethel.
„Ik heb niets gedaan", zei somber de
donkere figuur in de deur. „God deed alles".
„Stop".
De eerste scène was opgenomen. De drie
Barrymore's waren vereenigd op den cellu
loid strook.
,HèIlè!" zei John, „moeten wij het over
doen?"
„Nee! 't was goed."
Direct knoopte hij zijn uniform los. „Dat
is een opluchting!"
„Ja, ik ben blij, dat ik niet in zoo'n sar
dineblikje geperst zit", merkte Lionel op.
Hij haalde een stoel voor Ethel. „Ga even
zitten."
„Ik heb al zoolang gezeten, dat ik blij
ben even te kunnen staan."
Lionel dreigde met zijn vinger. „Luister
zusje, je werkt met een verzwikten voet, die
nog niet hcelcmaal in orde is en je hebt te
doen wat ik je zeg, voor ik kwaad wordt".
Ethel glimlachte en ging zitten. „Broertje
weet het altijd beter!" zei zij.
„Zooals ik zei, dit doet mij sterk aan het
type van Ned Goodwin denken", vervolgde
Lionel het gesprek, alsof dit nooit door een
opname onderbroken was, „een goedo kerel
Ncd."
„Toch lijk je niet veel op hem", zeide
Ethel.
„Ik heb dc geschiedenis van de Russische
Keizerlijke familie gelezen", babbelde Lio
nel verder, „en het schijnt dat de moeder
van den Czaar, de Groot-Hertogin Tatiana,
enthousiast was over de Sherlock Holmes-
verhalen van Conan Doyle.
„Zij las zeker een Russische vertaling?"
vroeg de regisseur.
„Nee, zij las heel gemakkelijk Engelsch",
merkte Ethel op.
Een electricien schoof een groote zon-
schijnwerper door de studio. De camera's
werden verplaatst voor een clos<?-up van
Lionel en den jongen.
„Wij moeten hierbij een andere stem hoo
ren", zeide de regisseur, terwijl een helper
een groot zwart scherm plaatste tusschen de
lampen en John.
„Zoo is het goed, dan komt de jongen ten
minste niet onder mijn oogen", grinnikte
Lionel.
Met dc tweede scène van de Barrymore's
werd begonnen en de reeds maandenlang
besproken samenwerking van de familie
was een vaststaand feit geworden.
Voor hun eerste gemeenschappelijke op
treden is een zeer bijzondere geschiedenis
gekozen, die voor ieder van hen een rol be
vat, welke speciaal overeenkomt met hun
talenten. Ethel met haar statige houding,
haar zuivere mezzo-sopraan is de Russische
Keizerin. Zij draagt de schitterende japon
nen met een bijzondere charme. Zij is sterk
in dc dramatische uitbeelding van een
Keizerin, die machteloos staat tegenover het
noodlot, dat haar zoon bedreigt door een
ziekte, erfelijk in de familie. Het is een rol
van een sterke moederliefde.
Voortdurend is men onder den indruk
van dc treurige uitdrukking van haar oogen,
dc oogen van de Barrymore-familic, maar
dieper en donkerder dan die van John en
Lionel en waarmede zij een wereld van ge
dachten kan uitdrukken. De film „Raspoetin
en de Keizerin" met de drie Barrymore's in
de hoofdrollen zal in het komend seizoen in
Holland worden uitgebracht.
Volmaakt samenspeL
In de filmwereld heeft men twee stars
ontdekt, die in staat zijn een vrijwel ideaal
samenspel te geven. Dit samenspel is het
geheim van het succes van de combinatie
Marie Dressier-Wallace Beery, het eerst ge
zien in „Min en Bill" (Een vreemde moeder)
en spoedig weer in „Tugboat Annie".
Mcrvyn Le Roy, die de bekende artisten
regisseerde in hun tweede gezamenlijke op
treden, zegt, dat in de meeste gevallen,
waarin twee bekende artisten samenwer
ken, de een de leiding heeft en daardoor
den dialoog en de actie van den ander voor
bereid. Dit is niet het geval met Marie
Dressier en Wallace Beery. Hun spel is vol
komen gelijkwaardig en beider dialoog is
even belangrijk en op zichzelf staand, een
even groote artistieke prestatie.
„Men krijgt het gevoel van volmaakt af
gewerkte scènes", zegt de regisseur, „als
men deze beiden aan het werk ziet, omdat
zij naast elkaar en niet van elkaar afhanke
lijk spelen. Beiden hebben zij een groote
aantrekkingskracht voor het publiek, waar
bij de één een aanvulling is van den ander,
daarom is er sinds het uitbeelden van
Min en Bill een voortdurende vraag geweest
van meer films van deze twee stars en ein
delijk na langen tijd zal Metro Goldwyn
Mayer voldoen aan het verlangen van het
publiek." Le Roy zegt, dat het moeilijk te
verklaren is, wat in deze twee artisten zoo
zeer het publiek aantrekt. „Hun persoonlijk
heid is geheel verschillend en zoo is ook
hun karakterspcl. Beery speelt in de film
„Tugboat Annie", den goedhartigen, ruwen
zeebonk, en Marie Dressier do zakelijke
vrouw met meer gezond verstand dan be
schaving. Maar toch is er in dit karakter
een ondergrond van aangeboren gevoel,
waardoor de dramatische scènes tot hun
recht kunnen komen.
„Beery speelt zijn rol komisch tot de dra
matische climax. Zij zijn niet een paar in
de gewone bcteekenis, juist doordat hun
spel niet van elkaar afhankelijk is en toch is
bewezen, door de vele aanvragen, dat een
film met hen samen door het publiek bij
zonder gewaardeerd wordt."
Le Roy gelooft, dat de reden voor hun
De lucht is gedekt, op dezen Juniavond,
grauw met plekken grijsblauw erdoor.
Maar ook zóó, juist zóó, onder dezen som
beren hemel is dit heideland mooi,
grootsch en indrukwekkend dit landschap
van grijzen en bruinen, met het gele fiets
pad slingerend tusschen de barre heide-
heuvels.
Wie hier liefelijker bekoringen zoekt,
moet in Augustus terugkomen. Dan is het
bier niet zoo eenzaam meer als op dezen
stillen avond tegen het schemeren vroeg in
Juni. Dan is het sombere heidekleed 'een
kleurige paarse en purperen tooi gewor
den, dan straalt de zon er over in gloed en
glans, dan jagen witte wolken langs het
blauw en stoeten van vacantiegangers,
kleurig en fleurig, trekken over het hei
pad.
Maar nu ligt dc heide nog eenzaam,
grootsch, ongerept. Do vacanties zijn nog
niet begonnen, de Pinksterdagen zijn voor
bij, nog eenige weken lang zullen het maar
enkele vreemdelingen zijn, die dit stille ge
bied doorkruisen. Overigens is het land
voor de eigen stille bewoners ervan alleen.
Voor hen, die daarginds in de lage riet-
gedekte huisjes van het dorp wonen, voor
hem, wiens bijlslag opklinkt aan den hei-
rand, voor dien andere, die zijn zeis wet
voor het laatste avondwerk, voor dien stil
len werker daar langs het pad, die onder
dc bloeiende vlier zijn houtblokken zaagt.
Voor die menschen, de stille, schuwe
menschen, die passen bij dit stille, eenza
me land. Voor de menschen en voor de die
ren, de vogels en de anderen ook.
Voor dien merel, die ook hier in de
tuintjes van de huizen aan den bcirand
zijn tjuikenden roep en onvermoeibaar lied
laat hooren. Voor dien leeuwerik, die alom
mijn reis begeleidt met de stille bekoring
■••an zijn nooit aflatcnden zang. Voor dien
koekoek, wiens klare zomerroep helder op
klinkt over de heiden. Voor den wulp, die
hier ergens in 't woeste gebied, waar bij
zich bij uitstek thuis voelt, wel nestelen
zal en wiens roelodieuse fluit in elk geval
af en toe te hooren is als het meest eigene
en karakteristieke geluid van heide en
veen.
Voor hen allen, dezen menschen, 'deze
vogels, is nu de heide. En voor hen, die nog
stiller, nog ingetogener zijn, die nog min
der van zich laten hooren of zien, die stil
verborgen leven in de huizen of zich ver
bergen in de struiken, die pas dan zich
weer vertooncn zullen of zich zullen laten
hooren als ook deze vreemde, onbekende
gestalte, die ik ben in het heideland, ver
der is gegaan.
Want ja, voor hen is dit land en een
oogenblik ook voor mij. Dichtbij is de stof
fige groote weg, waarlangs het, zooals op
zooveel wegen rondom Elspeet, geen vreug
de is te fietsen, dichtbij is de grintweg,
waarlangs wolken van dicht stof worden
opgejaagd, zoodra een auto passeert, maar
hier is het nieuwe fietspad dwars over dc
golvende heide en op dit uur is het voor
mij het onbetwiste domein, voor mü en de
eigen bewoners ervan.
Aan het eindo van deze heideheuvels
wachten de donkoro bosschen en beloven
nieuwe schoonheid. Maar zoo lang «aoge-
lijk, voor het duister valt geniet ik van
deze heipracht, deze groote, bruine, brons-,
groenen wijdheid onder den gedektc/i he
mel. Bij 't scheiden ervan komt even «ie
zon door en zendt een glimp licht door de
wolken. Hemelglans over de duistere vel
den der aarde, groet uit den hoogen aan dit
barre, arme, maar toch zoo rijke en won
dermooie land, dat haar zoo ligt sina»
ecuwen, dat de geslachten der menschen
en der dieren en der bloemen heeft zien
komen en gaan in stage wisseling en ver
gankelijkheid. Dat ook verder, onaange
tast door mcnschenhand, daar mogo blij
ven liggen als een stuk scheppingsluisïc**
van sombere, maar intens bekorende
pracht! A. L. B.
goede samenwerking is, dat de een het werk
van den ander begrijpt en weet te waar-
deeren. „Zij kunnen onder het spel door den
dialoog samenstellen en tusschen de opna
men tot groot vermaak van de medewerken
den kleine scènes in elkaar zetten, die bi)
de andere artisten en technici een enorm
succes hebben. Dit is dikwijls het bcwij»,
dat zij om zoo to zeggen zuiver op elkaar
afgestemd zijn. John en Lionel Barrymore
kunnen dat ook. Van hen wordt meestal ge
zegd, dat zij elkaar zoo zuiver aanvoelen,
doordat zij broers zijn. Het komt zelden
voor, maar het is het boofdvereischte voor
bet 6lagen van het samenspel.
„Het mooie is, dat Wallace Beery en
Mario Dressier nooit probeeren elkaar suc
cessen te ontfutselen. Tusschen hen bestaat
een jarenlange groote vriendschap en een
groote waardeering voor elkaar en het
resultaat is een perfecte combinatie, zooals
ik nog nooit in de gelegenheid was in een
film te regisseeren.*