K. DIKKESCHEY
DAMESKAPPER
MONTMARTRE'S GLORIE VOORBIJ
en
H0M0E8PATHISCHE MIDDELEN
Crème Gebak
LUNCHROOM VONK
HET CAFE ZONDER
KLANTEN
„Het Huis in de
Hitte"
VARIA
Schrijfmachinelinten
CARBON
Fa. H. ELZENAAR
Or. MADAUS Co.
H. M. WATELER-v. DIJK
Emmertjes !Js van Vonk
J. VONK Wzn.
Neemt U eens onze bekende
Nougatine Mokka
Marasquin Sinaasappel
75 cent per stuk
VRUCHTENGEBAK 75 cent
VARIA UIT DE VOGEL
WERELD
Concertgebouw
„DE VALK"
TRANSPIRON"
H. v. VI ANDENSTRAAT 20
PA RIJ SC HE BRIEVEN
De laatste herinneringen
aan het verleden
P a r ij s, Juni 1933.
Het is algemeen bekend dut de inter
nationale „bohème" sinds jaren haar hoofd
kwartier aan de linkeroever van Parijs
heeft opgeslagen, met als generale staf, als
bij afspraak, het Café du Dónie, dat, be
scheidener dan zijn rivaal het nog nauwe
lijks minder vermaarde café La Rotonde
begonnen, zich nu met een heel café-gebouw
naar links heeft moeten uitbreiden. De
Dóme heeft een „dépendance" gekregen,
mot de jaren, en één die eigenlijk zelf weer
direct wordt voortgezet door een latere con
current, liet café La Coupole. Naast dc Ro
tonde aan den overkant echter, die er nu,
vooral 's morgens, pijnlijk verlaten kan uit
zien, is een nieuwe ster beginnen te schittc
ren, met een heel eigen kleurtje zelfs, die
Le Select is gaan hecten. En vreemd ge
noeg, daartusschen staan dan een of twee
café's, niets ongezelliger, niets onzindelijker
of slechter verlicht, niets minder nieuw
wat het meubilair betreft zelfs integendeel,
die met het rustigste overleg schijnen te
worden geboycot; waar gewoon niemand
valt te bespeuren, ook al zou men een
heele avond, en een nacht daaropvolgende
tusschen het geroezemoes van de andere
in- en uitgaande klanten van de gebouwen
eromheen blijven turen naar dio verlichte
kaalheid. Het antwoord op het mysterie
schijnt niet zoo gauw gevonden. Op een ge
geven moment komt men in verzet; men
steekt de straat over en neemt resoluut een
stoel aan een van de leegc tafeltjes. Onmid
dellijk komt een kcllner toegesneld, de
man ziet er niet anders uit dan zijn col
lega's in de omliggende gelegenheden; men
bestelt iets, en het wordt met bekwame
spoed geleverd, men proeft ervan en wer
kelijk, het is in geen enkel opzicht minder
goed dan wat men op andere terrassen
placht te gebruiken. Als alles hier niet zoo
aangenaam verlicht was, als alles niet zoo
vriendelijk scheen tc wedijveren met el
kaar om dezelfde, volstrekt dezelfde glans
van de artisten-boulevard Montpnrnasse in
stand te houden, dan zou men aan grieze
lige dingen gaan donken terwijl men zijn
consumptie zoo in eenzaamheid opslurpt,
kijkend nu naar al die gelukkiger bijen
korven. Men had nog een stille hoop dat
de eigen aanwezigheid misschien een an
der zou aantrekken: een vreemdeling mis
scbien, een loslooper die nog niet met 'allo
ledematen vastzit aan relaties en afsfh-a-
ken. Maar neen, mon blijft alleen, men gaat
zich tenslotte toch unheimisch voelen en
voor werkelijk diepe philosofieön is deze
plaats ook slecht gekozen. Hoe dan ook,
het café moet vervloekt zijn er is geen an
cfèrc oplossing denkt men. liet zal zijn
hoogmoedige naam zijn: Le Kosmo-, die
deze vloek over hem bracht. Men tikt op
het tafeltje en dc kelner verschijnt weer;
op het oogenblik van af tc rekenen bedenkt
men opeens iets waaraan men tot dusver
niet gedacht had: als het de prijzen cons
waren' Maar de prijs is geen centime hoo
ger dan bij do voorspoedige concurrenten.
Terwijl de kelner naar het wisselgeld zoekt,
bekijkt men gauw de kaart die nog op het
tafelblad ligt; en neem, de standaard is
hier werkelijk niet opgedreven. Men kijkt
den man dan aan oji zegt vriendelijk: „Er
zijn hier niet veel menschen". Dc man aar
zelt geon oogenblik, hij schijnt zijn lesje
meer te hebben opgezegd; hij antwoordt
eenvoudig: „Ja, ze gaan zoo heen en weer
met „liistoirbs Montmurtroises raakten
buiten Parijs- niet genoeg bekend, en de
ware beroemdheid van Montmartre werd
meer en meer dat het daarboven zoo gezond
is, dat je het trappenklimmen er best voor
over kunt hebben om de frisscho lucht daar
in te ademen, dat het laatste eindjo niet
telt, en het uitzicht over dc stad dat men
daar al heeft veel doet vergeten. De Inter
nationale kunstenaarswereld stalde zich
lui uit op de terrassen van de boulevard
Montparnasse, maar op efe Place du Tertre,
liecleraaal bovon op Montmartre kwamen
de gegoede burgers een luchtje scheppen.
Dc cafés en restaurants werden van liever
lede duurder, en bleven het nu; en dc
„bohèmes" die er nu rondloopen schijnen
wel heel speciaal op de attractie van den
braven burger ingericht tc zijn, zij zijn de
laatste ridders van het verleden Montmar
tre.
Men heeft cAn beetje bombarie gemaakt
om die eene Place du Tertre, die er niet
minder zielig en verlaten om uitziet; men
heeft allerlei muurschilderingen aange
bracht in dc goede traditie, maar het is
of zelfs de brave burgers het spelletje nu
doorzien en langzamerhend genoeg krijgen
van het grapje. Wij hebben daar tonminsto
onlang3 een heelo lange droovige middag
doorgebracht, kijkende naar twee „rapin8"
met onwaarschijnlijke hoofddeksels, die
aan het front van een leeg café zaten te
schetsen. Eindelijk zijn we op en af wat
gaan rondloopen, en wat ons in de eerste
plaats trof, was de vermeerdering van nette
ofschoon leelijkc gebouwen. Do rue du
Mont Cenis, vroeger zoo „echt", met haar
..lepreuse" muren en daarin gekraste har
ton, is nu stijf en flatwoningachtig gewor
den, en het is duidelijk dat die ander
oude straatjes er ook nog maar liggen om
spoedig dit voorbeeld te volgens. Als dc
frisschc lucht dan toch zoo goed is, zou het
zonde zijn om dit deel van Parijs over te
laten aan dc reputatie van langverdwenen
„koningen van Bohemen". Er zal nog wel
wat gemusiceerd en gezongen worden
die cabarots, 's avonds, maar de glorie van
Montmartre is onherroepelijk voorbij
de laatste van de ouderen, die zolf al een
navolger heette, Frédó met de Robinson
muts en de lango witte baard, is ook over
leden. Maar voor do vreemdeling en de
burger werd ook zijn gedaante in stand ge
houden: men heeft een ander oud mannetje
met een witte baard gevonden en in zij
pakje gestoken, en dit oude mannetje zit nu
waar vroeger de andere placht te zitten,
achter het hekje van de Lapin Aglie, en af
en toe staat het op on loopt den weg op en
kijkt den weg af, mot een pijp in zijn hand,
en zoo ongeveer als dc andere dat vroeger
wol deed. Als do twee oude mannetjes el
kaar niet persoonlijk gekend hebben, moet
do togenv oordigc héél hard gestudeerd
hebben, maar ten slotte, gegeven dat hij
Frédé niet is, wat men hem op zichzelf
al niet kan verwijten, komt hem niets dan
lof toe voor do zelfverzaking waarmoo hij
zijn legendo levend tracht te houden. Ei
toch maakt zooiots Montmarlro droeviger
dan de „vervloekte" cafe's van Montpar
nasse, en tot een wijk van spoken.
POTOMAK.
Door Annie Salomons; uitgegeven
door de Ned. Keurboekerij,
Amsterdam
Het huis in de hitte* is de symbolischo
naam voor het verblijf der schrijfster in de
tropen. „Drie jaar Doli" heeft het uls onder
titel. Dit boek verrijkt in ongekende mate,
de literatuur over Nederlandsch-Indic.
Maar het verrijkt die literatuur ook op een
ongekende manier. Want wanneer wij zoo
do literatuur, dio Jndiö als beziclingsbron
koos overzien» dan zijn het twee, scherp
tegenover elkaar bevindende typen, welke
wij onderscheiden. Aan den eenen kant de
romans vol van sensatie en spannende in
riguc," dié de weerspiegeling vormen van
den platten, vcrmatcrialisecrden geest
waarmede, allo blanken, die 111 IndiÖ hun
carrièro zochten werden besmet, aan den
anderen kant die enkele boeken, waarvan
Augusta de Wit er vele heeft geschreven,
waarin do Westerscho ziel eigen voorkeur
opgaf, en zich in het Oosten trachtto tc ver-
droomen.
Dit boek van Annie Salomons behoort tot
geen van do heide categorieën. Deze schrijf
ster blijft Wcsterliligo, met hardnekkigheid,
het heimwee naar haar land laat haar niet
los. Maar niettemin heeft zij. voorzoover
dat mogelijk is, iets van liet mysterie van
het Oosten doorschouwd.
Annie Salomons bewijst ons, aat men
I naar Indiö kan gaan. zonder den overgang
to bolevon, die tot dusver onvermijdelijk
scheen. De Indie-gangcr behield het Wes
ten, maar hij verloor zijn ziol, óf hij behield
tusschen allo café's". liet komt niot in hem zijn ziel (Augusta dc Wit) muur hij verloor
op te veronderstellen dat men deze buurt het Westen.
ook wel cons lager kon kennen; hij zegt Annie Salomons hoeft Indiö bekeken door
er niet niet bij: „Behalve hier en ook nog den bril van haar verlangen naar Neder-
twee huizen verder". Welk voordcel zou land. Zij kwijnde, door een onderliuidsch
hem die eerlijkheid ook brengen? verdriet, En daarom beeft zij iets van de
Men laat het raadsel voor wat het is en
gaat. Alles welbeschouwd heeft do waard
zich hier misschien niet gedragen conform
de wetten van de een of andere vereeni-
ging, aan wie het nu gelukt is hem apart
tc zetten. En in hoever dc consumccrendci
artisten zoo internationaal als ze dan zijn.
zich naar deze wetten gedragen, vereischt
weer een nieuwe studie. Het Allergeheim
zinnigste. blijft: waarom bet huis zelf zijn
..kosmos" niet naar een ander plekje van
Parijs overbrengt. Een jaar of tien gele
den was er, zei men een weder opleving van
dc oudere Bohèmc-wijk, van de Butte Mont
martre. Dc roemruchte dagen van do ca
barets daar, van Le Chat Noir, met den
zoogenaamden edelman Rodolphc Salis,
van het cabaret waarin dc beroemde Aris-
tidc Bruant, half en half als gaucho ge
kleed, althans voornamelijk herkenbaar
aan zijn kaplaarzen, den binnenkomenden
schoonheid van het Oosten begrepen
Doze vrouw heeft in Indiö vertoefd, zon
der ooit precies den sleutel to hebben ge
vonden, die op dc „adat" past. Herhaalde
lijk hooren wij haar door den echtgenoot,
die als een fleurige en kordate figuur te
paard zich langs het vonstcr van het huis
in dc hitte beweegt gemoedelijk vermanen,
zoo bijvoorbeeld, dat zij hot opgezwollen
oog van een vrouwelijke bediende, die blijk
baar door haar echtgenoot geslagen is niet
rnct watten en boorwater moet gaan betten,
of dat zo in Atjoli niet moet liggen rillen
in haar klamboe in angst voor con kle
wang-aanval, terwijl dc nachtelijke geluiden
der inkccmschcn niet anders betcckcnen
dan dat zij zich voorbereiden voor don ver
jaardag van do Koningin.
Dc echtgenoot draagt een verstandige
kennis in zich 0111 van Indische zeden en
gebruiken, maar do schrijfster zelve ver-
ongezouten „de waarheid zei wat zij zelf joont zich aan ons als een bang en ietwat
bizonder raak en grappig moesten vinden,
dte dagen waren wel voorbij maar het
Cabaret Bruant bestaat nu nog, met den
zooveelste valschcn Aristide Bruant er in,
maar die altijd een forsche Franschman
is met kaplaarzen. Het „de waarheid zeg
gen" is een kunst die natuurlijk niet iede
re nieuwe Bruant even meesterlijk ver
staat,* maar gegeven de meer dan gewone
bedrevenheid van icdcrcn taxichauffeur
op dit gebied, is net voor de vreemdelingen
althans altijd nog sprekend gelijkend.
Kortom, tien jaar geleden -was er een op
leving van Montmartre, heette het, dat zijn
oudere rechten tegen Montparnasse wou
laten gelden. Helaas, er Is nu van geen
onhandig kind, dat haar weg niet goed
weet te vinden in den raadseltuin van
mysterieën, die haar omringt.
Wij zijn ervan overtuigd, dat zij door dat
altijd terugverlangen naar het vaderland,
door het zichzelvo geven in een op
rechtheid, welke dc Inlander niot be
greep, juist do gemeenschap met dien In
lander heeft gevonden, door het cijforschrift
heen. Er zijn plaatsen aan te wijzen in het
hoek, waar dat bizonder duidelijk blijkt.
Bij voorbeeld als zij de beschrijving geeft
van de huldiging eener prinses, wier echt-
strijd meer sprake. Tegen de wereldrepu- genoot zoo juist tot kroonprins is gekroond.
tatie van de Dóme. dank zij vooral al de
Amerikaanscho en Engelsche romans waar
in dit broeinest van artistiekheid zoomaar
als je ware vermeld staat, kon de enkel
maar Fransche reputatie van dc „butte
niet op; de enkele schaarsche bundeltjes
De feestgangers moeten dc prinsos be
strooien met rijst en met wierook en met
bloemen.
De schrijfster neemt aan de plechtigheid
deel, en ze is zich er sterk van bewust, dat
ze de ceremonie uiterst onhandig verricht.
Maar ongeveer tegelijkertijd beseft zij dc
onbewogen schoonheid van het prinsesje,
dat zich als een afgodsbeeld onder dc hul
diging gedraagt.
Een ander voorbeeld. De Mohammedanen
mogen in een bepaald gedeelte van hot jaar
tijdens het schijnen van dc zon niets eten
en niets drinken. Zij mogen hun speeksol
zelfs niet inslikken. Eerst als do zon is on
dergegaan, hetgeen vaststaat, wanneer de
priester, dio zich bevindt op don bovensten
trans van een minaret oen witten draad
van een zwarten niet niecr kan onderschei
den, waarna hij een vagen roep dc wereld
inzendt, mogen d«- versmachtende geloovi
gen hun dorst stillen.
Annio Salomons brengt met die offer
vaardig gediendo reltgicusc overtuiging ter
stond het geheimzinnig nachtleven der Mo
hammedaanschc inhcemschen in verband.
En zij accentueert dat nachtleven, door ons,
aaii den eenen kant den Inlander te laten
zich in zijn vergeestelijkt wezen, hem
die, veel meer dan vjelc geloovigo christe
nen het smartelijkst offer volbrengt voor
zljno overtuiging, maar door ons. gclijktij
dig zijn lichamelijkheid, zijn natuurlijkheid
le doen beseffen. Want op onze zwijgend
uitgesproken vraag, hoe of zulk nachtleven
mogelijk is, omdat de Inlander tocli behoef
te zal hebben aan slaap, hooft zij het
antwoord al gereed: wijl hij altijd slapen
kan wanneer hij wil, ook midden op den
dag, hij die liet dogma niet belijdt van het
immer moeten werken. déarom behoeft
hij niet te slapen in den nacht. In zijn
maan-nacht. die nergens ter wereld schoo
nor is dan in Indie. Zonder dat do schrijf
ster ons op deze plaats van haar bock den
maannacht schildert, doet zij. alleen door
dc wijze waarop zij den Inlander begrijpt,
boel de luister van den maannacht voor
ons uitschijnen. Er was geen maannacht
beschrijving meer noodig. Het belangrijkste
van den Indischcn maannacht was uit dc
beschrijving geboren van het volk dat in
die nachten leeft: zijn actieve werkelijk
heid.
De schrijver van deze boekbespreking
heeft, ecnige jaren geloden, een eigenaar
dige ervaring gehad. Hij behandcldo op een
cursus der volksuniversiteit den kleurrijk
sten en meest visiocnairen „tachtiger", dien
de Nieuwegidslitcratuur heeft Voortga
bracht: Ary Prins. Uit den kring zijner toe
hoorders kwam telkens een blinde man
denmaker naar voren, die zich na afloop
van de bespreking tot den katheder liet ge
leiden, en dio al maar meer wilde weten
over Ary Prins. Een „blinde" die het proza
van Ary. Prins lief heeft, dat alleen maar
moet worden gezien. Ja, juist een blin
de.
Hij, die niet zien kon, zag de kleuren van
Ary Prins feller en inniger dan alle zien
den bij elkaar.
En Annie Salomons, die den vorm en de
constructie van do Indische psyche niet kon
zien, niet kon uitleggen... zij heeft er
waarschijnlijk beter dc essentie van begre
pen dan wio dan ook.
IIoo heeft zij, bij haar smachtend verlan
gen naar het moederland, de tragiek van
den Inlander, dio uit Iets heel anders dan
smachtend verlangen bestaat, begrepen.
IIoo hoeft zij hem lief gehad van een per
soonlijk gemis uit. Haar opmerking, dat
wij, Europeanen in do strakke trekken van
den Oosterling verkeerdelijk een dio-
po smart zien. toekent haar wanhopig
pogen tot begrijpen, uit welke wanhoop een
schoonheidsvisie van Indië ontstond.
Wat mist dc schrijfster in Indië voor
zoover het dc blanken omvat? Dc droom
van dc jeugd, en de herinnering van den
ouderdom. Dus dat wat fictief, wat terug
wijkend is, wat waarden in zich bergt van
gevoeligheid. Ziethier de psyche van deze
schrijfster blootgelegd. Achter haar leven
is een ongestild verlangen. Maar dat onge
stilde verlangen verwekt een zeer concrete,
levenswijze opmerkingsgave van mensch
pn ding. Het bezinksel van de bezieling is
e bezinning. Maar uit een ongekende we-,
reld moet die bezinning voortdurend wor
den gevoed.
De generatie, waartoe Annie Salomons
behoort, is een generatie die dreigt tc wor
den vergeten. Tusschen den historisch er
kenden Nieuwegids en dc modernste
kunstenaars wordt zij verdrukt. Wij meen
den daarom dat een korto kenschetsing
van haar belangrijke figuur zin had. De in
de literatuur van zijn land belangstellende
Nederlander mag nog wel eens iets anders
lezen dan van Deyssel of Helman.
LEVERKUREN BIJ BLOEDARMOEDE.
liet gebruik van rauwe of bijna rauwe
lover bij bloedarmoede Is het eerst toege
past door dc Amcrikaansche genccshceicn
Mi not en Murphy, die het eerst over de
resultaten bij 45 gevallen van ernstige
bloedarmoede mededeelïngen hebben ge
daan.
Ook in Duitschland en in Nederland be
schikken wc tlums over een aantal ziekte
gevallen waarop deze kuur zeer gunstig
heeft gewerkt. Daarbij kon worden vastge
steld, dat lever liet beste werkt als ze noch
gekookt, noch gebraden, doch in rauwen
toestand als een sappige brei, welke men
met andere voedingsmiddelen kan vermen
gen, wordt geconsumeerd. Ook lever, die
een weinig gestoomd is, behoudt haar zeer
goede werking. Daarentegen heeft gekookte
of gebraden lever weinig resultaat. Eigen
aardig is het, dat juisi de meest zware en
de meest ernstige gevallen, door een lovcr-
diëct het best wordt beinvlued, want reeds
iu de meeste gevallen is reeds een merk
baar resultaat in den korten tijd van acht
dagen te constateeren. De anomie of bloed
armoede berust, zoaols mon weet, op lrct
ontbreken van een \oldoende hoeveelheid
roode bloedlichaampjes.
Welnu, men heeft bij het tellen dezer
roode bloedlichaampjes na een leverdiüet
een stijging van een aantal mot 1 tot 3 pet,
per dag kunnen vaststellen. Dit is gewel
dig, wanneer men weet, dat. in één kubieke
centimeter bloed 5 tot ntillioen roode
bloedlichaampjes zijn.
Hot zgn. „bloedbeeld" verbetert aldus van
dag tot dag. Derhalve is het ook begrijpelijk
dat alle andere ziekteverschijnselen, welke
direct of indirect met de bloedarmoede in
verband staan evenzoo snel verdwijnen of
verminderen.
Prof. Dr. Zondek (Berlijn) heeft zelfs een
uiterst bedckelijk geval van bloedarmoede,
dat zeer zeker zonder behandeling binnen
korten tijd den dood ten gevolge zou gehad
hebben, met deze leverkuur gered.
Daarbij is het tegenwoordig niet meer
noodig de niet zeer smakelijke rauwe (ge
hakte of geschaafde) lever te eten. De che
mische industrie heeft zich ook deze aange
legenheid aangetrokken, zoodat wij thans
over tal van preparaten beschikken, welke
alle in dc lever werkzame stoffen in ge-
concentrecrden vorm bevatten.
STEEDS HET BESTE
Langestraat 84 Telcioon 528
(leschjes a 10 gr.
DRUPPELS 0.60 POEDERS 0.50
DROGISTERIJ.
Apoth. Ass.
Hendr. v. Viandenstr. 30. Tel. 1313
Vanille-, Mokka- en Vruchten Rcom-IJs
f 1.—.
Vanille IJsf 0.60
Voldoende voor 6 personen.
BEVROREN NEGERS 10 cent
Bekertjes 10 en 15 ct.
Zondags wordt óók bezorgd.
LANGESTRAAT 87B. Tel. 50.
In vier smaken
Patrijzen-ziekte.
In den herfst van 1030 begon zich in En
geland een ziekte onder de Patrijzen te ver
tooncn, die zich ver verspreiddo en een
belangrijke sterfte onder die vogels veroor
zaakte. In 1931 stierven er in Hampshire
2000 uit een stam van jonge en oude vogels,
groot 3000 stuks; in Norfolk: 4200 uit een
van 5000; in Suffolk: 2G00 uit een van 3100
in Derbyshire: 2200 uit een van 2500; in
Nottinghamshire: 10.000 uit een van 12.000
Patrijzen herbergen verscheidene inwen
dige parasieten. Dc verwekker van bovenbe
doelde ziekte is een tot de Draadwormen
behoorende parasiet (Trichostrongylus
tenuis), die darmafsluiting en bloed-bederf
eroorzaakt. In enkele vogels vond men er
1012.000; het meer gewone aantal i9
1000—2000. Dc wormen paren in de blinde
darmen (bij talrijke Vogelsoorten, waaron
der de Patrijs, bevinden zich op den over
gang van den dunnen in den dikken darm
twee blinde darmen) en zetten daar hun
oioren af, die met de faeces het lichaam
verlaten; dc uit de eieren komende larven
kruipen omhoog op vochtige grasstcngels,
klaver, enz. en worden zoodoende door de
Patrijzen, te gelijk met het vegetarisch
voedsel, opgeslikt en: de cyclus neemt op
nieuw Ln de ingewanden van den vogel zijn
loop.
Onderzoekingen hebben tot de conclusie
geleid, dat aanleidende oorzaken der ver
breiding van de ziekte zijn: kruising tus
schen individuen van verschillende stam
men („stocks"), het aanhouden van groote
wintor-stammen, voedsel-schaarschte
ooral ongunstige wcergesteldhcdon.
Schommeling van het aantal
Patrijzen.
Zooals bekend, kan het aantal Patrijzen
i een bepaald jachtgebied van jaar tot
jaar belangrijk afwisselen; perioden, zoo
wol van grooten overvloed als van greoto
schaarschtc schijnen elkaar In kringloop
op te volgen. Uit dc navolgende gegevens
uit het jachtboek van een der groot-grond
bezitters in Engeland spreekt dit duide
lijk: in 1SG4 schoot men 634 vogels; in 1870
bedroeg dit aantal: 3741, doch omstreeks
1679 was dit cijfer geleidelijk tot 359 ge
daald; toen volgde weer een bestendige
stijging en schoot men in 1887 5360 en in
1896:5478 vogels. Sedert zijn op deze jacht
terreinen zulke hoogo cijfers als de laatst-
vermelden niet meer bereikt en wezen do
latere cijfers op een jaarlijksche vermin
dering.
De gecompliceerde factoren: weersge
steldheid, voedsel, natuurlijke vijanden en
ziekten, die van jaar tot jaar het aantal
ógeis beinvlooden, zijn nog lang niet ten
olie ontsluierd, maar het laat geen twij
fel meer zoo schrijft „Nature" (4 Febr.
'33) of de nieuwe kners van den land
bouw <»n het transportwezen werken waar
schijnlijk voortdurend ongunstig in op,dc
Te>.loon 281
Groote en kleine zalen
dispcnibel
voor feesten, partijen enz.
f»
de crème voor overtollige transpiratie
(z.0. zweetvoeten, okselholten, enz.)
Aangenaam en gemakkelijk in het
gebruik.
ONSCHADELIJK.
Por pot 0.50—0.90—..80.
DROGISTERIJ „DE GAPER"
JULIAN APLEIN 3, Amersfoort.
TELEFOON 1681
Patrijzen-bevolking. De patrijs is *cn go-
gcl van het bouwland, en de intensieve
cultuur, die oen akker tot zijn uiterste ran
den omploegt en hagen vervangt door
schuttingen, heeft de harde grassen, waar-
tusschen de Patrijs gaarne nestelt, uitge
roeid. Omzetting van bouw- in gnsland
op groolo schaal deed zoowel een vcedsel-
bron als een beschermend dek voo. nest
en jongen verdwijnen, en gras veibcrgt
thans het voor het vermalen van het voed
sel zoo noodige gruis, dat de ploeg lloot-
legdc. Ook de nleuwerwetscho wegeniouw
deed het gruis verdwijnen, waardooi do
Patrijzen de gelegenheid missen hun zoo
geliefkoosd „stof-bad" tc nemen, die bet
grasland ook niet biedt. Door het schoon
houden der weg-kanten en het opruinen
van hagen is veel nestgclcgcnhcid wcjge-
nomen, terwijl het drukke vorkeer ook een
min of meer ongunstigen invloed uitoehnt.
Een en ander is wel voldoende om len
teruggang van den Patrijzenstand te v;r-
klaren. In de uilwerking der daartoe ri
llende, bovenvermelde factoren zal r/et
zoo gemakkelijk een gunstige wijziging te
brengen zijn.
Voor den belangstellenden lezer, de
zich aangaande bovenbedoelde ziekte der
Patrijzen nader op dc hoogte mocht willen
stellen, laat ik hier den titel volgen va*
het to dezer zake uitgebrachte rapport:
.Partridge Disease and its Causes, inclu
ding the Report and Suggestions of the
.Countre Life Committee of Enquiry into
,the Diseases of Partridges during the Sea
son 1931—1932. Edited by M. Portal ami
„dr. Walter E. Collinge. London: Country
„Life, 1932.
A. A VAN PELT LECHNER.
Arnhem, Juni 1933.