AMERSFOÖRTSCH DAGBLAD WIJZIGING VAN DE L.O.-WET Zaterdag 22 Juli 1933 32e Jaargang No. 19 SUCCES VOOR DEN MINISTER De landbouwcrisiswet NEDERLANDERS IN DUITSCHLAND MOORD OP ABBOTSHALL tweede hamer Slechts enkele stemmen werden tegen het ontwerp uitgebracht. De heer Sneevliet legt de vereischte beloften af cn neemt zitting. De heer Knottenbelt trekt zijn inter pellatie-aanvrage betreffende maatregelen tegen leden van de Staten-Generaal, Pro vinciale Staten en gemeenteraden, die hun afgelegde ecden of beloften schenden, in op advies van den voorzitter, daar het niet meer in deze zitting behandeld kan worden Voortgezet wordt de wijziging der L.O.- wct. Minister March ant zet zijn rede ter verdediging van het ontwerp voort. Het standpunt van de overheid schetsend betoogt spreker, dat bezuiniging noodig is Verschillende amendementen hebben in de eerste plaats theoretische beteekenis. Principieel verandert het ontwerp in den bestaanden toestand niets. Spr. stelt er prijs op het cijfer van 5 K.M. m het ontwerp opgenomen en in het debat genoemd, te behouden. Spr. is bereid uit art. 2 de „schoolmeube- lcn" te laten vervallen. Het vraagstuk van de salarissen van de onderwijzers-kloosterlingen is niet aan de orde. De heer T h ij s s e n trekt zijn amende ment op art. 2 in. De heer Suring verde digt zijn amendement strekkende o.m. de bepaling der 5 K.M. te veranderen in 4 K.M. De minister neemt een amendement de Geer ter verbetering van art. 2 over. Dat van de heer Suring ontraadt spreker. De heer Suring trekt dit in. De heer Scha 1 k e r (comm.) vraagt stemming over het artikel wegens de bepa ling van de vijf kilometer. De heer Sneevliet (r.s.) motiveert zijn stem. Spr dankt de huishoudelijke commissie voor do toezending van Kamer stukken tijdens zijn „retraite". De voorzitter zegt, dat de heer Snee vliet zich moet beperken tot een korte ver klaring. De beer Sneevliet: Hoe lang? De Voorzitter: Een zin met twee tusschenzinnen Do heer Sneevliet verklaart, (terwijl hij uitweidt en de voorzitter hamert) te protesteeren. Art. 2 wordt aangenomen met 78 tegen 3 stemmen (comm.). Bij art. 3 verdedigt de heer Zij ls tra (a.r.) een amendement, waarin bij een ge wijzigde omschrijving geeft van de leerlin gen, bij de stichting van een bizondcre school niet mede te tellen. De heer Suring (r.k.) stelt een sub amendement voor om art. 3 in overeen stemming te brengen met do wijziging van art. 2. De minister neemt dit over, evenals liet amendement-Zijlstra. Art. 3 wordt z.b.st. aangenomen (comm. tegen). De heer Til an us (c.h.) verdedigt een redactieverbetering van art. 4 De heer D ij k e (a.r.) verdedigt een amen dement betreffende toevoeging van een be paling in zake vervanging of aanvulling van gebruikte leermiddelen en schoolbc- lioeften. Na een desbetreffende verklaring van den minister trekken beiden hun amende menten in (het amendement-Dijken werd overgenomen, waardoor de reden tot dat van den heer Tilanus verviel). Art. 4 wordt z.h.st. aangenomen (comm. tegen). De heer Kersten (staatk. ger.) ver klaart bij art. 5, den minister erkentelijk te zijn voor diens tweede nota van wijzigin gen. Spr. geeft echter nog eenige wenschen aan, cn wil meer vrijheid voor uit eigen middelen gestichte scholen. De overheids bemoeiing gaat tegen de groote lijnen der wet 1920 in. De heer Snoeck II enkemans (c.h.) wijst op de groote behoefte aan scholen voor u.l. onderwijs. In vele gevallen vraagt men voor de oprichting geen subsidie. De heer Suring (r.k.) zegt, dat dit thuisbehoort bij art. 10. De minister kan art. 5 in dezen vorm niet missen. Art 5 wordt z.h.st. aangenomen. Bij art. 6 wil de heer Kersten voor schoolbesturen die zelf voor het vervoer van kinderen een auto houden, nog eenigen tijd de kosten vergoeden. De minister ziet -geen reden om hierop in te gaan. Art. 6 wordt z h.6t. aangenomen. Bij art. 7 bepleit de heer Tilanus (c.h.) verbetering van het laatste lid, dat geen bezuiniging brengt en in strijd is met de Grondwet. De heer Zij ls tra (a.r.) wijst eveneens op bezwaren tegen de bepaling van een minimum vergoeding per leerling. Het ge val zou zich kunnen voordoen, dat men goedkooper uit zou kunnen zijn, en dan ware er geen bezuiniging De heer Ketelaar (v.d.) heeft ook be zwaren tegen het vaststellen van een mi nimum en een maximum. De minister kan niet verder gaan dan het vijfde lid van art. 7 terug te ne men. Het artikel wordt z.h.st. aangenomen. Art. 7 wordt aangenomen met 79 tegen 6 stemmen (de heeren Tilanus, Weitkamp en Snoeck Henkemans (c.h.), Terpstra, v. Dij ken en v. Dijk, a.r.). Bij art. 8 bepleit de heer Suring (r.k.) een redactieverbetering tot sauveering van scholen waarvan het stichlingsbesluit op 30 Juni onherroepelijk was. De minister komt in dezen geest den heer Suring tegemoet door wijziging van art. 8. De art. 8—10 worden z.h.st aangenomen. De stemming over het wetsontwerp wordt op voorstel van den voorzitter bepaald op des middags half zes. Verschillende kleinere wetsontwerpen worden z.h.6t. aangenomen. Voorts de be treffende instelling van een ministerie van sociale zaken. Aan de orde is de wijziging der land bouwcrisiswet. De heer Van Poll (r.k.) wijst op de gevolgen van dit ontwerp voor de industrie. De heer Schaper (v.d.) erkent dat in grijpen geboden is; de toestand van vele boeren is slecht. De heer Vervoorn (plattel.) klaagt over te grooten invoer van landbouwarti- kelen. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) klaagt over geheimzinnigheid van de Crisis-Zuivel-Centrale. De boerenorganisa- ties moeten meer gekend worden. De heer Lovink (c.h.) vraagt den mi nister nadere inlichtingen, o.m. betreffende margarine en zoetwatervisch. De heer Bierema (lib.) bestrijdt de op merkingen van den heer Schaper. Alle maatregelen kunnen niet worden voorzien; de regeering moet dus wel een algemeene bevoegdheid hebben. Alsnu komt in stemming bat wetsontwerp tot wijziging der l.o.-wet. MR. H. P. MARCHANT, Minister van Onderw., Kunsten en Weten* schappen* Nadat de minister van onderwijs, EL en W. nog een redactieverbetering heeft aan' gebracht in art, 3 en de heer Schalker (comm.) zijn stem tegen heeft gemotiveerd, wordt het wetsontwerp aangenomen met 72 tegen 3 stemmen (de communisten). De minister wordt door verschillende Ka- merleden gelukgewenscht. De heer II i e m s t r a (s.d.) vraagt inlich tingen over de beperking der margarine productie en bepleit de belangen der land arbeiders. De vergadering wordt te 6 uur verdaagd tot des avonds 8 uur. AVONDZITTING. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de wijziging van de land bouwcrisiswet 1933. De heer Weitkamp (c. h.) zegt dat in krimping van den veestapel noodig is. Spr. wil het contact tusschen werkgever en werknemer in bet landbouwbedrijf bevor deren. De heer Kampschoer (r.k.) komt op voor de belangen van het tuinbouwbedrijf; een royale uitwerking van de steunwet 193r zal noodig zijn. De beer van den Heuvel (a. r.) merkt op dat zijn fractie zeer waarschijnlijk be reid zal zijn met het regeeringsvoorstel mee te gaan. Hij wijst op den zeer slechten toe stand in het tuinbouwbedrijf. Ook de heer E b e 1 s (v. d.) spreekt daar over. Spr. bepleit verder maatregelen als voor groote gewassen. Ilij toont zich ver heugd dat de regcering niet van autarkie wil weten; hij zal de regeering steunen. De heer van Houten (chr. dem. p.) ziet in de crisis winst, omdat men daar door wil breken met het ordelooze produc tiesysteem van thans, waardoor groote ar moede in het landbouwbedrijf is ontstaan. Het aangekondigde wetsontwerp gaat spr niet ver genoeg, doch daarom wil hij het niet afwijzen. Een nieuwe pachtwet noem de hij dringend noodig, alsmede stopzetting van de executoriale verkoopen ten platte lande. Spr. wil voortgaan, maar het woord wordt hem door den voorzitter ontnomen, omdat zijn spreektijd om is. Spr. laat hier op eenige protesteerende woorden hooren, De heer Westerman (nat. herst.) kan geen overwegende bezwaren vinden tegen een economische dictatuur, docli het gebo dene kan hem niet bekoren, er zit in het werk van den minister weinig of geen systeem. De heer Schalker (comm.) wijst het ontwerp af. Ook de heer van Dis (staatk, gercf.) verklaart bet ontwerp niet te kun nen steunen. Hierop verkrijgt Minister Verschuur het woord. Hij kan niet op alle gemaakte opmerkingen antwoorden. De toestand in het land- en tuinbouwbe drijf is zeer ernstig, doch er wordt van den toestand misbruik gemaakt door onruststo kers, hetgeen spreker een zeer ernstig ver schijnsel acht. De regeering zal haar best doen voor het nemen van maatregelen, doch beloften kan bij heden niet doen. Medewerking der landbouworganisaties blijft voor de regeering geboden, ook zal de commissie van advies steeds geboord wor den. Vooral het crisis-zuivelfonds moet op peil blijven. Wat de prijsvorming betreft, het zal die nen te gaan in de richting van het prijs niveau 1913. Artikel 8 verzekert bemoeiingen met de loonen der landarbeiders; ten aanzien van de tuinbouw zal vooral heil gezocht moeten worden in beperking van de productie. De algemeene beschouwingen worden hiermede gesloten. Bij de artikelsgewijze behandeling wor den enkele minder belangrijke amendemen ten z. h. s. aangenomen. Bij art. 6 wordt een amendement-Lovink z. h. s. aangenomen, om steeds de com missie van advies te raadplegen bij de tc nemen maatregelen. Bij stuk VII verdedigdt de heer J o e k e s (v.d.) een amendement, om de regeering te verplichten van de te nemen K. B.'s aan de Kamers mededeeling te doen en tevens dat de regeering om de drie maanden een rap port over den toestand moet uitbrengen. De Minister heeft tegen deze denk beelden geen bezwaar en neemt deze over. Bij stuk VIII stelt dr. Lovink voor her ziening van de wet vóór 1935 te verlangen. De heer van den Heuvel wil het jaar 1936 genoemd zien. De Minister wijst beide denkbeelden af, waarop de heer Lovink zijn desbetref fend amendement intrekt. Het wetsontwerp wordt hierop z. h. s. aangenomen. De voorzitter deelt nog mede, dat hij het voornemen heeft de Kamer op 5 Sept. a.s. bijeen te roepen ter behandeling van het ontwerp, betreffende de omzetbelasting. De zitting wordt hierop gesloten. DE KOSTEN VAN DEN ELECTRICITEITS- RAAD. Eenzijdige verdeeling? In een adres aan de Tweede Kamer zegt het bestuur der Vereen, van hoofden van Stroomdistributiebedrijven in Nederland, dat t.a.v. de beste wijze van electriciteits- voorziening van ons land nog allerminst een communis opinio heerscht; men kan het sterker zeggen: zeer tegenstrijdige be langen komen daarbij met elkaar in bot sing. Juist omdat dit zoo is, heeft de Re geering van het voorjaar een Electriciteits- raad ingesteld ten einde haar te adviseeren over de moeilijke beslissingen, waarvoor de Regeering zich op dit gebied in de naaste toekomst gesteld zal zien. Nu heeft het bij de instelling van den Raad de aandacht van adressante getrok ken, dat in dezen Raad de verschillende met elkaar in botsing komende belangen niet zijn vertegenwoordigd: de samenstel ling van den Electriciteitsraad is eenzijdig uitgevallen; eenzijdig in de richting der provinciale bedrijven. Dat leek adressant niet gelukkig. Maar bij het wetsontwerp tot wijziging van hoofd stuk IX der Rijksbegrooting 1933 (kosten Electricitcitsraad) gaat de regcering nog een stap verder. Er blijkt nl. dat de kosten van den Electricitcitsraad geheel zullen worden betaald door de provinciale bedrij ven. Adressant zou het voor het gezag van den Electriciteitsraad het beste achten, wan neer hij door den Staat werd bekostigd; kan dit niet, dan zou adressant de helft der kosten willen doen betalen door de belang hebbende gemeenten, opdat in ieder geval de Electriciteitsraad zich niet afhankelijk zal kunnen gevoelen van één der belang hebbende partijen. maakt Uw tanden hagelwit E«o product vao dc Pbarm. Fabnek A. Mijobardt - Zeist Doos 20 ct. Tube 35 ct. Zécr groote tube 60 cl. De yiedec&Lhdsche tandfiasto. Hebben den eereplicht lid der N.S. D.A.P. te wordent teneinde in Nederland te kunnen optreden De Limb. Koerier ontving een circulaire, die op het oogenblik verspreid wordt even over onze gren6, in Horbach. Het Limburg- sche blad deelt er bet volgendo over mede: Onder het hakenkruis en den naam der partij „Nationaal Socialistische Nederland- scho Arbeiders Partij" lezen we o.m. (wij vertalen letterlijk) het volgende: ,De gouwleider is gevesigd in Horbach, „Heydenschlosschen", gouwleider is de mijnbouwkundige bedrijfsleider b. d. Laur. Kleynen. Lid kan iedere Nederlandsche onderdaan worden, die van onbesproken gedrag is en die IS jaar oud is. Jongeren beneden 18 jaar worden bij nog op te richten jeugdorganisa ties aangesloten. In iedere gemeente of gehucht, waar meer dan 10 leden als partijgenoot s'aan inge schreven wordt een „Ortsgruppe" of cel op gericht en een daarvoor geschikt partijge noot wordt tot „Zellenwart" benoemd. Alle plaatselijke afdeelingen of cellen staan di rect onder de gouwleiding. Iedere week zal een weekblad in de Ne derlandsche en ten deele ook in de Duitscbe taal verschijnen. De S.A.-uniform is dezelfde als die, ge dragen door de Duitsche S.A.-manschappen. De armband is rood, witte cirkel en blauw hakenkruis (Nederl. nationale kleuren rood, wit, blauw). Partijleden dragen geen uniformen. De leiding der partij werkt precies vol gens het programma van het Dult6che na- t ionaal-social isme. De partij en de gouwleiding is door de hoogste autoriteiten der N.S D.A.P. erkend. Er bestaan al 29 afdeelingen hier in Duitschland. Na deze greep uit de 12 punten, die wor den opgesomd, waaruit ook nog blijkt, dat het lidmaatschap 1 Mark per maand kost, geven we hier volledig het slot der circu laire. Daar men in Holland probeert het Natio naal Socialisme met alle geoorloofde en on- geoorleofde middelen tegen te werken, op dezelfde wijze, als dit hier ook nog voor korten tijd gebeurde, wordt gewenscht (spaiieering van Red. L.K.). dat alle in Duitschland wonende Nederlandscne staats burgers zich uitspreken vóór het Natio- onaal-Socialisme en bun toetreden tot de partij, zoo spoedig mogelijk (spat. Red. L. K.) doen blijken. Wij krijgen daar door ook een zekeren en stevigen grond om de gemeene gruwel-campagne in Holland door Joden, Communisten, Marxisten e.d. gevoerd, zooals het behoort, te kunnen te gemoet treden. Wij kunnen daardoor ook aan den opbouw van Duitschland, dat ons Nederlanders altijd en op de meest tege moetkomende wijze „Gastfreundschaft" heeft gegeven, meewerken. Voor iederen hier wonenden Nederl. staatsburger is het daarom eereplicht lid van de N.S.D.A.P. te worden. „Heil!" „Heil Hitier"! Het slot is op de circulaire vet gedrukt. Dit officieele woord bewijst, zegt de Limb. Koerier, dat practisch alle Nederlanders, die ln Duitschland vertoeven, gedwongen worden lid der N.S.D.A.P. te zijn De toespe ling op de altijd verleende „Gastfreund schaft" is vrij duidelijk en geen Nederlan der zal zich durven onttrekken aan dat gene, wat hem als „eereplicht" wordt op gelegd. De bedoeling, die men heeft met bet or- ganisecren der Nederlanders in Duitsch land, wordt ook door de circulaire ver klaard. Zij zullen, wanneer allen georgani seerd zijn, moeten dienen als een middel tot beïnvloeding van de publieke opinie in Nederland. Neem van ieder raad aan, doch vorm een eigen oordcel. Een detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 8 Anthony ging, nadat hij volop gekeken had, overeind staan. Op dat oogenblik kwam weer binnen. Hij zag er opgewonden cn niet weinig geërgerd uit. Antrony draaide zich naar hem toe, ter ijl hij zijn wenkbrauwen optrok. „Alleen maar een beetje meer moeilijkhe den door die krantenlui, sir. Maar ik dank den hemel, dat ik ze kwijt geraakt ben. 'k Heb hun gezegd, dat ik hun vanavond een verklaring zou geven. Wat ze gezegd zou den hebben, als zij wisten, dat u hier waart en waarom God weet het! Er zal een herrie zijn, wanneer de zaak afgéloopen is, na aar u bent er nu eenmaal. Mis6 Hoode vindt het goed, dat u er bent, en ik geef haar geen ongelijk, maar zij wil er niet van hooren, dat iemand anders wordt toegela ten. Daar geef ik haar ook geen onge lijk in." Hij wees op het lijk. „Wat maakt u er uit op. sir?" ,,'n Beestachtig vuile moord," zei An thony. „Daar hebt u gelijk in, sir. Maar wat denkt u er van zoo in 't algemeen, be doel ik?" Anthony keek de kamer rond. Zij ver toonde de sporen van verwarring. Twee lichte stoelen waren omvergegooid. Boeken en papieren van de schrijftafel lagen op den grond gestrooid. De grootvaderklok die als een schildwacht moest staan links van de deur bij het binnenkomen, was gevallen, ofschoon niet heelemaal. Zij lag voorover met een hoek van vijf en veertig graden ten opzichte van den vloer, de bovenste helft van haar mancl steunend op den rug van een brcede canapé. „Gevecht?" zei Anthony. „Ja," zei Boyd. „Vreemd gevecht," zei Anthony. Hij dren telde weg, de kamer rond. Boyd keek hem nieuwsgierig aan, toc-n hij stil stond voor een canapé, op één knie voor over boog en opkeek naar den voorkant van de voorover liggende klok. Hij keek Boyd aan. „Stond stil om 10.45. Komt dat overeen met den tijd, dien de mcnschcn in het huis jc verteld hebben?" „Ja, sir." „Wanneer ga je de kamer laten op ruimen?" „Dat kan nu ieder oogenblik gebeuren. Wij hebben foto's genomen." „Goed." Anthony kwam overeind. „Laten wij samen onze krachten inspannen cn grootvader op zijn voeten zetten." Zij namen de klok tusschen elkaar in en zetten haar op. Anthony opende de kast en Grootvader-klok. Zoo heet in het En- gelsch een groote, staande klok* bracht den slinger in beweging. Dadelijk begon een regelmatig tik-tak. Anthony keek op zijn horloge. „Stopte juist twaalf uur geleden, grootvader," zeide hij. „Schijnt toch niet geleden te hebben." „Neen, sir. Het gaat niet gemakkelijk om deze oude klokken in de war te brengen." Antrony keerde terug naar den voorkant van de canapé cn bleef staan kijken naar het karpet. „Geen vingerafdrukken, zei je?" „Alleen op de houtvijl, absoluut geen en kele, behalve die van den overledene, öir. Ik heb bijna elke centimeter van de kamer bestoven met wit of zwart. Al wat ik voor mijn moeite gekregen heb, zijn vier goede afdrukken van den duim en voorvinger van den vermoorde. Zij zijn makkelijk genoeg te herkennen zeer vreemd gevormde vin gers en een lang littceken op de muis van den rechterduim." Anthony ging op een ander punt over. „IToe laat was je bier, Boyd?" „Ongeveer vier uur vanmorgen. Wij kwa men met een auto. Ik deed wat voorloopig onderzoek, ondervroeg enkele menschen, en ging naar bet dorp om ongeveer acht uur." „Wie is die groote roode plompe ser geant?" vroeg Anthony, weer naar een an der punt vliegend. „Je moet op hem letten, Boyd. Toen ik langs kwam, was hij zoo'n beetje bezig met een verhoor af te nemen in den derden graad." „Ik hoorde het, sir. Daarom kwam ik bin nen." „Goed. Wie was die bange, kleine fret?" „Belford Robert Bclford, 6ir. Hij is een „Verhoor in den derden graad": wijze van ondervragen door de politie, welke lijkt op afpersen en pijnigen. soort van hulp van Poole en was huisknecht van den doode." „Hoe antwoordde hij, toen je hem onder vroeg?" „Hij was erg in de war. Maar zijn verhaal is in orde, erg logisch. Ik tel hem niet mee, om zoo te zeggen. Hij zou niet durven en heeft geen kracht er voor." Anthony wreef langs zijn kin. „Het is ge makkelijk genoeg tc zien, dat je niet wenscht afgebracht te worden van je idee, dat een buitenstaander dit werkje gedaan heeft." „Ja, sir. U hebt 't bij het rechte eind," glimlachte Boyd. „Zoover ik thans gevor derd ben, 6tel ik mij iemand van buitenaf voor. Zeer beslist. Toch weet iemand nooit, waar de volgende draai heenvoert, om zoo te zeggen. Natuurlijk, ik heb een hoop on derzoek achter den rug, maar op dit oogen- nlik hebben we minder dan iets, om meer verder te gaan." „Is er iets gestolen?" „Niets." Anthony keek steeds naar 't karpet vóór de canapé. Weer bukte hij op één knie. Dit maal wreef hij aan de dikke wol met zijn vingers. Hij stond op, ccn blik door de ka mer werpend. „Wat i6 er aan de hand, sir?" Boyd sloeg hem aandachtig gade. „Een zeer gemakkelijk gevecht dat," mom pelde Anthony. „Hoe? Wat meent u, sir?" „Ik merkte op, o Boyd, dat het gevecht voor den moordenaar ongelooflijk gemak kelijk geweest is. Merk op, dat de twee stoelen, die omver gegooid zijn, heelemaal niet zwaar zijn; merk ook op, dat 't karpet verre van dun is. Deze lichte stoelen vallen niet, let op, op het parket, dat de rand van. den vloer vormt, maar zachtjes naar binnen op het allerdikste karpet. Merk ook rp, zeer machtige inspecteur, dat do voorwerpen, die van de schrijftafel af, op zij op het karpet vallen, alleen maar lichte boeken en papie ren zijn. Niets zwaars, zooals ge ziet. Niets, clat lawaai zou maken." „Ik volg u, sir," riep Boyd uit. „U meent „Stil, stil, ik wil dat je zwijgt! Ik wou ten slotte je aandacht vestigen op den bijzon deren stand van de canapé hier en onzen vriend de klok. Deze canapé is een solied, zwaar bakbeest van een canapé, het is niet een van die lichte dingen. Er is heu6ch niet alleen plotselinge stoot noodig, maar een rustige, krachtige duw om haar van haar plaats te krijgen, is liet niet zoo?" De detective duwde met zijn aanzienlijk gewicht tegen den zijkant van de canapé. Niets gebeurde. „Je ziet hetl" ging Anthony voort, met een gebaar ..Zie dan ook het bijna magische gemak, waarmee in den loop van het gevecht deze kolossale canapé is geschoven in de richting van de klok, die ongeveer drie voet van de gewone plaals der canapé afstond, welke plaats kan worden vastgesteld door tc let ten op die vier diepe moeten, in bet karpet gemaakt door de wieltjes O, 't is alles zoo eenvoudig. De canapé is terug geschoven, dan valt dc groote klok niet met een zwaren slag op den vloer, maar zachtjes, rustig op den rug van de canapé. Verder, die twee vazen op de tafel daar, naast de klok. vielen heelemaal niet om door den schok. Deze vazen waggelen, wanneer iemand door de kamer loopt, Boyd. Neen, 't gaat niet op, 't gaat heelemaal niet op." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5