De festiviteiten te Eibers
DEPOSITO'S
Vrijdag 11 Augustus 1933
AMERSI7OORTSCH DAGBLAD
32 e Jaargang No. 36
Historische optocht
Openluchtspel in den
avond
TELEFOON 304 en 697 - POSTREKENING 28860
NVpHMIDDENSIAl^IDS- BANK^
«Kn =5 AMERSFOORT EN OMSTREKEN
AMERSFOORT DIRECTIE: A. H. MARTENS
UIT DE STAATSCOURANT
WAAROM? - OMDAT
NOODIG WAS!
HET
MOORD OP
ABBOTSHALL
Elburg, stad met schoon ven
leden, en veel omvattende
toekomst
Gisteren was de groote dag voor Elburg.
Niet alleen alle bewoners waren gereed
het feest van hun stad te vieren, ook
uit de omgeving waren talloozen samen
gestroomd en tot uit de verste hoeken des
lands zijn gasten gekomen. „Het stille
stadje aan de Zuiderzee" is nu allerminst
stil! Het krioelt er letterlijk van de men
schen. feestelijk gekleed en met Zondagsch
gezicht Boeren en boerinnen in klceder-
dracht. maar ook strandpyama's kan men
aanschouwen.
Elburg is matineus; afgescheiden van de
koraalmuziek. die om 7 uur 's morgens al
van den toren weerklonk, werd toch reeds
om 8, zegge en schrijve acht uur. het feest
officieel geopend door een rede van burge
meester Jhr. R. Feith, beschermheer van
het Herdenkingscomité, vanaf het balcon
van het gemeentehuis. Hij sprak als volgt:
Rede van den Burgemeester!
Burgers van Elburg.
Staande op deze historische plaats, spre
kende van het balcon van het stadhuis,
waarvan zoo menigmaal het woord werd
gericht tot Elburgs burgerij, zie ik zeven
eeuwen aan mij voorbijgaan.
Zeven honderd jaren geleden verleende
Graaf Otto II van Gelre aan Elburg stede
lijke rechten, d w.z. hij maakte zijn „hoo-
rigen" 'tot vrije burgers. Voortaan mochten
zij zelf hun bestuur kiezen en zouden hun
eigen mannen de wetten vaststellen. Nim
mer zouden zij voor een vreemden rechter
geroepen worden. Hun eigen rechter zou
recht spreken. De burgers zouden in geheel
het gebied van den graaf tolvrijheid genie
ten. Een jaarmarkt werd ingesteld waar
door dc bewoners der omliggende dorpen
naar Elburg zouden komen om handel te
drijven.
Niet minder droeg Hertog Willem van
Gulick tot de welvaart van Elburg bij die
in de jaren 13921396 wagens de hooge
watervloeden de stad meer landwaarts liet
KIJkjo In de versierde straten te Elburg.
plaatsen en haar door zijn rentmeester
Arent toe Boecop deed versterken door mu
ren on poorten, wallon en grachten.
Ecuwen van voorspoed heeft Elburg ge
kend. Tijdon van rampen bleven niet ge
spaard.
Het was een toevluchtsoord, ten tijde der
stormen die onze kust hebben geteisterd.
Het was als een vesting, een schuilplaats,
wanneer rooversbenden naderden. Als han
delsstad behoorde het lot het Hanzever
bond. Elburg was oen stad. waarin vlijtig
werd gearbeid. Dé gilden namen toe in
bloei. Het Schipluidengilde verzamelde
rijkdom, waarvan het nageslacht nu nog
geniet. Het leeft voort in „het Instituut van
Kinsbergen".
De massieve S. Nicolaaskerk staat daar
als een monument van vroomheid der va
deren.
Weldadigheid zorgde voor de ouden van
dagen door hun een plaats te bereiden op
het Weduwen- en het Feithcnhof. De stille
armen werden gesteund uit het fonds van
Corage.
Visscherij, handel en nijverheid hadden
somtijds een zwaren strijd om het bestaan,
maar nijpende armoede werd niet gekend.
Wij zijn Fdburgers, burgers van de stad
met een schoon verleden, een veelomvat
tende toekomst en een heden van groote
dankbaarheid.
Elburg groeie en bloeio als in vroegere
roemrijke eeuwen.
Elburg treedt een nieuw tijdperk in.
Vervolgens vond om 9 uur een herden
kingsdienst plaats in de Ned. Hcrv. Kerk,
welke geleid werd door Dr. H. J. Olthuis,
predikant te Rotterdam en eere-voorzitter
van het Herdenkingscomité.
Om 11 uur vond de opening van Oud-El
burg plaats door den Voorzitter van de
Oranjevereeniging. den heer W. Deetman.
Toen was er middagpauze Inmiddels
klaarde het weer geheel op. het werd stra
lende zonneschijn, zonder al te warm te
zijn, juist wat de historische en folkloris
tische optocht noodig had. De hoofdfiguren
uit Elburgs historie passeerden de revue.
Daar was Hertog Willem van Gulick. die
opdracht gaf lot de bouw van het tegen
woordige Elburg en Arent thoe Boecop. zijn
architect, edellieden en vrouwen bij de
vleet, de helden van het openluchtspel. Pel
grim van Putten met zijn vrouw Catharina
van Zunderen, hun dochter Aleid en Rey-
nalt de Vos van Stccnwijk.
Natuurlijk ontbrak Otto II graaf van Gel-
ra, die Elburg 700 jaar geleden stadsrech
ten verleende, geenszins in de stoet Het
Schipluidengilde was vertegenwoordigd
door een boot (op wagen natuurlijk!), de
Weldadigheidswagen droeg Vrouwe Feith
(van 't hofje) en Marie Corage (die een
fonds stichtte ten bate van de stille armen;.
De gemeenten om de Zuiderzee hadden hun
vertegenwoordigsters in de plaatselijke
klccderdracht op een wagen geladen bij de
Elburgsche stcdemaagd.
In het folkloristisch gedeelte reden wat
versierde boerenwagens uit de omgeving,
alweer bewoond door lieden in de oude
klecderdracht. De stoet, die werd voorafge
gaan door de stadsmaquette, werd gesloten
door den stadsomroeper en zijn adjudant
(beide thans nog in functie!)
Via do Vischpoort trok men onder over-
proote belangstelling van de bevolking, die
alle graven, gravinnen etc bij hun alle
diagsche namen begroette, naar het Stad
huis. Daar steeg graaf Otto af en Jiield van
af het bordes de volgende rede:
De Graaf van Golre spreekt.
Ik, Otto, Graaf van Gelre en Zut-
phen, heb, bij rade van mijne adellijke
vrienden en van mijne dienstmannen
met keizerlijke en koninklijke bijzon
der© toestemming, de vesting Elburg
tot een stad verheven en haar alle
vrijheid met onschendbaarheid harer
goederen verleend, opdat deze Stad
met hare tegenwoordige en toekomsti
ge bewoners zich mogo verheugen in
dezelfde vrijheid als onze vrije Stad
Zutphcn geniet.
Geen burger mag tot een tweekamp
gedwongen worden, noch voor een
vreemden rechter gedagvaard. De bur
gers genieten in geheel mijn gebied
tolvrijheid, uitgenomen te Lobith. Zij
zullen mij dienen op hun eigene kos
ten. Telken jare mogen zij een markt
houden op den tijd, dien zij zelf willen
gedurende veertien dagen. Mochten cr
punten zijn waarover de schepenen in
twijfel verkeeren dan kunnen ze ter
hofvaart gaan naar Zutphen en aldaar
beslissing vragen.
Wanneer ik overkom en twee of drie
nachten overblijf, zullen zijn die dat
h(bbcn hooi en stroo voor mijne paar
den en voor die met mij mede komen
verstrekken, zonder eenige vergoeding.
Maar blijf ik langer dan zal ik zelf
hooi en stroo verschaffen.
Dit alles heb ik vastgesteld en be
schreven. opdat het vast zij en blijve,
onder hel getuigenis van mijne man
nen en bevestig het met mijn zegel.
Gogcven in het jaar onzes Heeren
MCCXXXIII op den dertienden Julij.
De burgemeester dankte den Graaf met
ren paar woorden waarop beiden naar be
neden kwamen en zich voor do stoet op
stelden om voor de fotografen te poscercn.
Dc optocht keerde dan naar het punt van
uitgang terug alvorens ontbonden te wor
den.
Het openluchtspel.
Dc achtergrond van het openluchtspel
vvcid gevormd door de kerk, een stuk van
Je oude muur en de pastorietuin. De tribu
ne was opgesteld op dc wal. Op deze nracn-
tige avond was dit milieu vrijwel volmaakt
Het spel zelf gaf een episode weer uit de
geschiedenis van Fdburg en wel het huwe-
.ijk tusschen Aleid van Putten (dit slot
lag op plm. 10 minuten van Elburg) an
Rcynalt de van Stecnwijk. schildknaap
*on Pelgrims van Putten, de burchtheer.
Hel stuk begint op helt moment dat Pel
grim en de zijnen worden terug verwacht
na een veldtocht tegen de huikenaren. Wel
dra verschijnt de stoet. Pelgrim houdt een
ofspraak op Reynalt. die hem het leven
gered heeft. Tusschen Rcynalt en Aleid,
en der drie dochters van Pelgrim, groeit
een liefde, die door dezen niet wordt geduld
Meid vlucht, men meent dat zij zelfmoord
ceplcegd heeft. De vader wordt door wroe
ging verteerd. Uit het verhaal van oen
priester blijkt, dat Aleid nog leeft en van
blijdschap geeft Pelgrim zijn toestemming
tot het huwelijk, dat met groote praal ge
vierd wordt en uel in den jare 1398.
Het vrij talrijke publiek was enthousiast,
wat af te leiden viel uit het herhaalde
applaus en dc vele toejuichingen. En het
lijdt geen twijfel, dat de medewerkenden
met groote toewijding hun gaven In dienst
hebben gesteld van het groote doel: hel
frest van Elburgs 700-jarig bestaan onver
gefelijk te maken! Hierin is men ongetwij
feld ten volle geslaagd.
Bij K. B. is te rekenen van 1 Augustus
1933 aan J. W. F. M. dc Smit op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als tijdelijk
assistent controleercnd geneeskundige bij
de Rijksverzekeringsbank.
Op verzoek eervol uit den militairen
dienst ontslagen kapitein L. H. J. Thonus
van bet 4e regiment infanterie.
Op verzoek eervol ontslagen met 1 Sep
tember H. J. Boldingh als leeraar aan hot
Koninklijk Instituut voor de Marine te Wil
lemsoord.
Bevorderd met 16 Augustus tot luitenant
kolonel der mariniers de kapitein der ma
riniers H. F. J. M. A. von Freitag DraDbe en
tot kapitein der mariniers de eerste luite
nant der mariniers W. A. J. Roelofsen.
Eervol uit den militairen dlen6t ontslagen
de reserve-kapitein Ir. G. J. M. J. Verheg
gen van het regiment genietroepen.
Op zijn verzoek is de reserve-luitenant J.
P. A. J. van den Bosch van h^t regiment
grenadiere overgeplaatst naar het 5e regi
ment infanterie.
Benoemd tot reserve-officier van gezond
hcid der tweede klasse bij de landmacht de
dienstplichtigo vaandrigs van de la com
pagnie hospitaalsoldaten J. J. S. Eyma en
W. J. Pothoven, beiden arts en tot reserve
officier-tandarts der tweede klasse de dienst
plichtig 6crgcant-titulair van de le r»m
pagnie hospitaalsoldaten P. Olthof, tand
arts.
Benoemd bij het 2e regiment veldartillerie-
tot reserve-kapitein bestemd voor den tri
angulatiedienst de reserve-kapitein J W
Hoving van het 19e regiment infanterie,
zulks onder gelijktijdig eervol ontslag uit
zijn tegenwoordige betrekking.
Op verzoek eervol ontslagen uit den mi-
l'tairen dienst de kapitein L. H. J. Thonus
van het vierde regiment infanterie;
op verzoek eervol ontslagen met 1 Sep
tember II. J Boldingh als leeraar aan het
Koninklijk Instituut voor do Marine te
Willemsoord;
bevorderd met ingang van 16 Augustus
tot luitenant-kolonel der marine de kapi
tein der Marine H. F. J. M. A. von Frcy-
tag Drabbe, en tot kapitein der Marine de
eerste luitenant der Marine W. a. J. Roe
lofsen.
VAN LEVERINGEN VOOR DE
LANDMACHT UITGESLOTEN.
Bij ministericele beschikking zijn van alle
leveringen ten behoeve van dc koninklijke
landmacht uitgesloten: J. P. Krolla, eieren-
handelaar te Ginneken en N. van Gierst-
bergen, slager te Breda.
Roesfam Effendi krijgt een
antwoorddat klinkt
als een klok
Zooale wij gisteren meldden had de heer
Effendi ter zake van de beperking van de
vergaderrechten van verschillende politie
ke vereenigingen in Nedcrlandsch-Indic en
van de vrijheid van drukpers en betreffende
de arrestatie van ir. Soekarno, de volgende
vragen aan den minister van Koloniën ge
steld:
1. Wil de Regeering mededeelen, waar
om zij is overgegaan tot het beperken van
de vergaderrechten van verschillende poli
tieke vereenigingen in Indonesië en waar
om zij een reeks andere maatregelen heeft
genomen, die verder de vrijheid van druk
pers en vergadering voor de Indonesische
bevolking beperken?
2. Wil de Regeering de redenon mede
deelen, die in den nacht van 1 Augustus j.L
geleid hebben tot de arrestatie in Batavia
van ir. Soekarno?
3. Is de Regeering niet van meening, dat
door bovengenoemden maatregelen de vrije
mecningsuiting voor de Indonesische bevol
king nog meer wordt onderdrukt?
4. Staan deze maatregelen in verband
met de a.s. processen tegen de bemanning
van „De Zeven Provinciën"?
5. Is de Regeering bereid die maatrege
len te treffen, waardoor onverwijld boven
vermelde repressies worden ongedaan ge
maakt?
Dr. Colijn, minister van Koloniën, beant
woordde deze vragen als volgt:
Nopens de door den steller der vragen be
doelde maatregelen der Indische Regeering
zijn hier nog geen bijzonderheden bekend.
Overigens worden de vragen al6 volgt be
antwoord:
Vraag 1 en 2. Omdat do Indischo Regee
ring een en ander noodig oordeelde.
Vraag 3. Neen.
Vraag 4. Onbekend.
Vraag 5. Neen.
HET LEGER DES HEILS
IN NEDERLAND.
Verandering In de hoofdlei
ding.
In de plaats van den naar Duitschland
overgcplaatsten kolonel Stankuweit, heeft
generaal Higgms benoemd tot chef-secre
taris (onder kommandant Vlas de tweede
in bevel van territoric) kolonel Carl Niel
sen.
Kolonel Nielsen is afkomstig uit Dene
marken, waar hij in 1894 van uit Slagelse
in opleiding kwam voor het officierschap.
cindsdicn heeft de nieuwbenoemde hé-
langrijke posities in het leger des Heils be
kleed zoowel in zijn eigen vaderland als
pldors.
Dc datum waarop de nieuw aangestelde
chcf-sccretaris m Holland zal arrivecren
en zijn officieel welkom zal geven, zal nog
nader worden bekend gemaakt.
Elke tijd heeft zijn eigen ideaal, zijn eigen
doel, zijn eigen sociale opvatting.
Een detective-verhaal door
PHILIP MAC DONALD
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
25
Zij stamelde iets. Haar mond was zóo
droog, dat een logisch gesprek onmogelijk
leek.
Nu stond de man uit zijn stoel op. Versuft
taorkte zij op. hoe groote krachtsinspanning
het hem kostte. Hij greep naar den Schoor
steenmantel om zich te steunen. Een flosch
door zijn elleboog omvergestouten, viel naar
beneden en brak in scherven op de stec-
nen van den haard. Dc lucht van whisky,
welke haar altijd ziek maakte, in combina
tie met de vrees en de hitte van de kamer
fc'aren oorzaak, dat Margaret's zintuigen
een soort fanta9tischcn dans dansten.
Terwijl hij den schoorsteenmantel vast
greep, probeerde de man een buiging te
raaken. „U moet mij mijn uiterlijk verge
ven." zeide hij, en zijn slem deed het meisje
huiveren, „maar ik ben ben tot uw dienst
0 ja, geloof mij. Hoe kan ik het groote ge
hwgen hebben door wat voor u te doen?"
Hij begon naar baar toe to strompelen,
zijn bevende becncn te hulp komend door
zich aan den muur vast te houden.
Margaret voelde een verlangen om te
schreeuwen, maar slikte haar schreeuw in
Zij trachtte te spreken, iets te zeggen, wat
dan ook. een van haar kleine verhaaltjes te
vertellen, waarop zo zoo trotsch geweest
was. Maar het mislukte haar volkomen.
De man ging door met als een spin naar
haar toe te komen.
„Ga terug, ga lenig'" fluisterde Margaret.
Zij beefde, beefde van top tot teen.
Maar de man bad den muur verlaten en.
nu hij zonder steun was. viel hij op zijn
knieën. Zijn hoofd bengelde heen en weer
hij elke beweging, hij kroop naar dc omge
vallen tafel, en zocht wat tusschen de rom
mel kranten die er naast lag. Margaret
keek verlangend naar de deur. Zij trachtte
zich te bewegen, maar haar bccnen wilden
niet gehoorzamen. Geboeid door het vrcese-
lijke van de zaak keek zij neer op den man
Haar oogen werden getroffen door dikke
3trepen op de neergegooide kranten.
„Abbotshall Moord! Minister vermoord!
Afschuwelijke misdaad! Is het Bolshevis-
me?" schreeuwden ze in twee inches groote
letters.
En de man deze man Masterson had
gevonden wat hij zocht. Hij zat als iets
belachelijks op het karpet, terwijl hij in
zijn beide handen een zwaar automatisch
pistool hield. De loop was recht op Mar
garet's hoofd gericht. Een vreemd, ziek ge
voel kwam over haar. Zij voelde haar knie
en slap worden onder haar.
„Ga zitten. Ga zitten, wilt u!" De stem
van den man was ruw. gebroken de
stem van iemand, die ziek is, en op het
punt is in te storten.
2.
Spencer Hastings stond troosteloos op den
drempel van de redactie-kamer. Hij had ge
soupeerd met een vriend, die artist was.
De artist had gepraat. Spencer Hastings
was later naar^ijn bureau teruggekeerd dan
hij van plan was. Toen hij er kwam was
zij weg.
„Verdraaid zei hij snel.
Men moest medeelijdcn met hem hebben.
Hij was beschaamd, bitter beschaamd over
zich zelf. Voor de tienduizendste keer over
dacht hij 't alles. Voor den duivel! Hij was
ontzettend verliefd op de vrouw, waarom
greep hij haar niet vast en vertelde het
haar? Waarom kon hij het niet? Omdat hij
bang was. Bang voor haar ongenaakbare
schoonheid, haar volkomenheid, haar drie
werf-vervloekte „bekwaamheid" hoe
walgde hij van dat door Babbitt gelief
koosde woord. Was zij maar niet zoo
zoo helsch en zoo voortdurend opgewassen
tegen de omstandigheden!
Ja. hij was bang. dat was hij! Hij, Spen
cer Sutherland Hastings, een der vlugste
voetbalspelers, een heele piet in het
vlicgcorpsin vroeger dagen bekend
om zijn gemakkelijke verovering xah de
vrouw, hij was bang! Bang notabenc van
wegc iets. dat hij bijna aan zijn horlogeket
ting kon hangen! Walgelijk vond hij zich
zelf!
Ontmoedigd dwaalde hij door dc kamer.
Zou hij naar huis gaan? Neen, hij deed be
ter wat te werken; spoedig zou er een ge-
-.-'-'-Mïfke tijd aanbreken.
Hij liep de kamer door en ging aan zijn
Babbitt hoofdpersoon van het boek
van Sinclair Lewis.
schrijftafel zitten. Twee velletjes papier,
beide met Margaret's duidelijke, kloeke
schrift, keken hem aan
Hij las. ën herlas. Hier was nog een voor
beeld van haar „bekwaamheid!" Ongetwij
feld had zij haar eigen meening over An
thony's boodschap er bij gevoegd. Ongerust
heid was in zijn geest gevolgd op wat deels
geprikkeldheid deels eerbied was. „Ik dacht
«lat dit dadelijk moest uitgevoerd worden,
ben dus gegaan naar het adres, dat kolonel
Gcthryn opgaf", schreef zij. Luide vervloek
te Hastings de praatzucht van den artist
met wien hij gegeten had.
Hij las de boodschap en het briefje voor
een derde keer, sprong dan overeind. Dio
kleine lieveling, alleen en op dit uur naar
het huis van een man. die misschien was
nu ja. een moordenaar! Natuurlijk kon het
zijn. dat Anthony alleen maar achter een
eetuige aan zat. maar
Hij greep zijn hoed en vloog de traf af.
Flete Street in.
3.
Margaret lag fn elkaar gezakt in den on
gemakkelijke© stoel. Voor misischicn de
honderdste maal slikte zij den gil in. die
volhield om op haar lippen te komen. Ieder
keer was het moeilijker om hem te onder
drukken.
Nog altijd, ofschoon het haar scheen, dat
zij er een eeuwigheid op neer gekeken had,
staarde de zwarte ring. die de mond van
't pistool was. haar aan
De man had zich niet bewogen Hij hurk
te on den grond geen enkel deel van hem
was stevig, behalve de handen, waarmee hij
het pistool vasthield. F.n hij ging door met
"aten. Margaret voe'de. dot de rest van
Jiaar leven een droom was; dat steeds, in
dc werkelijkheid, hij aan het praten geweest
was, en zij aan 't luisteren.
En zijn praten steeds dezelfde geschie
denis. „U bent knap! erg knap. niet? Wie
doodde Hoode? zei u bij u zelf u en uw
vrienden. Ik ken u niet. maar u bent Scot
land Yard, dat bent u. Nu, als u 't wilt
weten, ik deed het! Begrijpt u het. Maar
mijn blonde kind. ik ga het niemand ver
tellen! O, neen! O. neen!"
Er waren nog meer woorden, maar alle
zonder zin. Hij ging door met praten, en
steeds was het refrein van zijn gefluister,
dan weer hard roepen, of mompelen het
zelfde. „Ik doodde Hoode! Maar ik vertel
het aan niemand, o neen! Dacht, dat hij
met mij spelen kon, dat deed hij toch! Dat
hij afkomen kon van den man, die hem
hielp! de gek!"
Eens had ze geprobeerd op te staan, met
de bedoeling naar de deur te rennen, die
zij. dat wist ze. niet gesloten had. Maar
het pistool werd zóó dreigend vooruit ge
houden, dat zij daarna zoo onbeweeglijk
als een steen was gebleven. Haar rechter
been. onder haar gekromd, trilde. Haar
hoofd scheen te barsten. Ten laatste kwam
er een onderbreking in het murmelend ge
praat. De man begon zich in te spannen
om overeind te komen Margaret kroop nog
meer achteruit in haar stoel. Zelfs terwijl
hij zich oprichtte, bleef het pistool, op haar
gericht, flikkeren.
Weer een gil kwam in baar keel op, maar
werd weer teruggewerkt. Hij was nu over
eind, en kwam met waggelende schreden
op haar af. Zelfs In haar angst kon zij
zien, dat de koorts bif hem was toegeno
men. Zij bad. dat hij instorten mocht, zoo
als ze nog nooit tevoren gebeden had.
*Wordt vervolgd). J