AMERSFÖORTSCH DAGBLAD
TENTEN
Zaterdag 19 Augustus 1933
32 e Jaargang No. 43
TWEEDE BLAD
GEEN KORTING OP
SOCIALE ZAKEN
PIJNENBURG MAAKT
KLEEDINGMAGAZIJfc
ook in huur
NIEUW PARIJS
Langestraat 35
pj
HET MYSTERIE VAN
KAPITEIN BROOKS
WIE TALMT MET
BEPERKING
TRAGISCHE GEVOLGEN VAN
EEN OVERPLAATSING
ONGELUKKEN
FEUILLETON
MOORD OP
ABBOTSHALL
Een ontkenning van minister
Slotemaker de Bruine
Donderdagavond vergaderde de raad der ge
meente Zaandam o.m. ter behandeling van
voorstellen van B. en W., die voortvloeien
uit de jongste besluiten tot dekking van het
tekort op de begrooting van 1933.
Overeenkomstig deze beslissingen van den
gemeenteraad, werd besloten om den amb
tenaren en gemeentewerklieden twee pet
huner wedden te korten als bijdrage in het
weduwen- en weezenpensioen.
Op voorstel van B. en W. werd besloten
tot voor de heffing van een straatbclastin?
als grondslag te nemen de belastbare op
brengst der gebouwdo en ongebouwde
eigendommen en bet percentage te bepalen
op vier.
De voorstellen van B. en W. betreffenu.
bezuinigingen bij het openbaar onderwiji
gav°n aanleiding tot breedvoerige bespre
kingen. Deze voorstellen houden in ver
grooting der klassen, ontslag en overplaat
sing van vrijkomende leerkrachten, en de
stichting van één in plaats van twee een
trale scholen voor het zevende leerjaar. Dit
laatste op aandrang van Ged. Staten.
De voorstellen van B. en W. werden aan
genomen met 13 tegen 7 stemmen.
(Hbld.)
NIEUWE LOONSVERLAGING TE
NIJVERDAL.
Nijver dal, 18 Aug. In hit reeds zwaar
door de crisis getroffen Nijverdal heeft de
voornaamste textielfabriek, n.l. de K.S.W.
aldaar een nieuwe loonsverlaging tegen 4
September a.s. aangekondigd. Deze verla
ging varieert voor de verschillende groepen
van 5 tot 15%. In Nijverdal zelf is men zeer
onder den indruk van deze loonsverlaging,
te meer, omdat de actie van het gemeente
bestuur bij h?t Rijk, om steun in de ge
meentelasten to verkrijgen, niet gelukt is.
Pill
Is hij op Terschelling begraven
of leeft hij nog?
Rotterdam. 18 Aug. Op 16 Juni is van
hier per Harwich-boot vertrokken de En-
gelsche kapitein Brooks. Hij is niet in En
geland aangekomen en omtrent zijn ver
dwijning is niets bekend. Aangenomen werd
dat hij onbemerkt over boord geslagen is.
Zijn vrouw is echter de mcening toegedaan
dat er misdaad in het spel is. Captain
Brooks is naar Rotterdam gegaan om een
schip te koopen. Volgens Mrs. Brooks wa
ren er menschen, die belang hadden bij
zijn verdwijning.
Ongeveer een maand later i6 op Terschel
ling aangespoeld het lijk van een man. Het
werd dadelijk begraven en eerst eenigen
tijd later kwam men op het idee, dat dit
wel van kapitein Brooks kon zijn.
Dezer dagen na is Mrs. Brooks naar Ter
schelling geweest om te trachten het lijk
ta identificeeren. Dit moest geschieden door
enkele voorwerpen, die men daartoe achter
gehouden had. Mrs. Brooks heeft cenige van
die voorwerpen o.a. een paar gouden man
chetknoopen met een afbeelding van Prin
ses Mary en een monocle herkend, maar het
horloge herkende zij niet. Zij iö daardoor
nog ni>t volledig overtuigd, dat het lijk van
haar man gevonden is Zij wordt hier'm
nog versterkt door de raededeelingen van
helderzienden, die zij zoowel in Londen al9
in Rotterdam geraadpleegd heeft. Deze ver
klaarden beiden dat haar man niet dood is,
maar ergens gevangen gehouden wordL
Mrs Brooks is vandaag weer naar Enge
land vertrokken en zai pogingen aanwen
den het lijk naar Engeland te doen over
brengen.
Het lijk wordt opgegraven.
Terschelling, 18 Augustus. Omtrent
de geheimzinnige verdwijning van den En-
gelschen kapitein Brooks vernemen wij nog
nader, dat het lijk dat op Terschelling be
graven is en waarvan men meende, dat dit
het lijk was van Brooks, Maandag a.s. zal
worden opgegraven door den begrafenis
ondernemer H D Postma uit Harlingcn.
Hat gerechtshof heeft zijn toestemming tot
de opgraving reeds gegeven. Woensdag a.s.
zal het lijk per s.s Groningen naar Londen
worden vervoerd
VERDRONKEN.
Roelof Arend6veen, IS Aug. Heden
avond omstreeks half zeven is het acht
jarig zoontje van den heer Aengenent in de
Wijde A ih den Veenpolder Woubrugge, te
water geraakt en verdronken. Het lijkje is
eenigen tijd later opgehaald.
Die veroorzaakt ongelukken, zegt
Minister Marchant
Op de vragen van mejuffrouw Groeneweg
betreffende de vanwege het Departement
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
op 20 Juli 1933 aan verschillende burge
meesters verzonden circulaire omtrent op
heffing van openbare scholen en betreffen
de overleg met de Volksvertegenwoordiging
omtrent eventueele verdere bezuinigings
maatregelen voor het onderwijs:
1. Is het den Minister bekend, dat de
circulaire betreffende opheffing van open
bare scholen, op 20 Juli 11. vanwege het De
partement verzonden aan verschillende
Burgemeesters, groote onrust heeft gewekt
en twijfel heeft doen rijzen aan de juistheid
van 's Ministers opvatting omtrent het ka
rakter van de openbare school, die niet al
leen is bat onderwijsinstituut voor haar
principieele voorstanders, maar ook de
school is voor hen, die geen gelegenheid
ter plaatse vinden voor bijzonder onderwijs
naar eigen beginselen?
2. Is de Minister bereid, b.v. door wijzi
ging in de redactie van genoemde circu
laire, maatregelen te treffen om te voorko
men, dat al te haastig voorstellen tot op
heffing worden voorbereid en aangenomen,
waarbij de burgerij geen tijd wordt gelaten
om zich een bezonken oordeel te vormen en
het opheffingsbesluit achteraf zal gevoeld
worden als een overrompeling?
3. 16 de Minister bereid om met verdere
bezuinigingsmaatregelen, waarvan de ge
volgen voor onderwijs en/of personeel niet
meer te achterhalen zijn, te wachten tot
Zijn Excellentie de gelegenheid gevonden
heeft zijn program van bezuiniging voor de
naaste toekomst kenbaar te maken aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor
zooveer mogelijk daarover met de Volks
vertegenwoordiging overleg te plegen?
luidt het antwoord van den heer Mar
chant, Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen:
1. Het is den ondergeteekende bekend,
dat de in vraag 1 bedoelde circulaire hier
en daar onrust heeft gewekt. Dit is bij het
nemen van maatregelen tot beperking van
uitgaven voor het onderwij'6 verklaarbaar,
doch veelal onvermijdelijk. De circulaire
kan geen redelijken grond geven tot twijfel
aan de juistheid van de opvatting, die de
ondergeteekende huldigt ten aanzien van
het in de vraag aangegeven tweeledige doel
van de openbare school.
2. De ondergeteekende heeft de noodige
maatregelen genomen om onvoldoend door
dachte onherroepelijke besluiten te voorko
men en aan belanghebbenden alle gelegen
heid te bieden om hun bezwaren te zijner
kennis te brengen. Te werk te gaan bij
overrompeling is zijn voornemen niet ge
weest.
3. De ondergeteekende blijft prijs 6tellen
op zoo ruim mogelijke gelegenheid tot ver
antwoording van zijn beleid aan de Staten-
Generaal. Het nemen van verdere maatre
gelen kan hij echter niet altijd uitstellen,
totdat hij ter zake van voorafgaande maat
regelen verantwoording zal hebben afge-
leggd. Uitstel van enkele maanden, som
tijds zelfs van enkele weken, Dadat hij zijn
besluit heeft genomen, zou uitstel beteeke-
nen van de noodige beperking der uitgaven
voor een jaar. En die beperking is in hooge
mate urgent. Zij dringt ernstiger bij den
dag. Juist de zorg voor ons onderwijs houdt
den ondergeteekende van deze urgentie
steeds doordrongen. Wie talmt met de be
perking, veroorzaakt ongelukken.
Voor het plegen van overleg met de Sta
ten-Generaal zal ruimschoots gelegenheid
zijn bij de gedachtenwisseling over de voor
stellen van wet, die reeds bij de Tweede
Kamer zijn ingediend en die zullen volgen.
BRAND IN „VELSEREND" TE
SANTPOORT.
Zolder van het hotel verwoest.
IJ m u i d e n, 18 Aug. In den afgeloopen
nacht omstreeks twaalf uur is brand uit
gebroken in het tegenover de ruïne van
Brederode gelegen hotel „Velserend" te
Santpoort. De brandweer bestreed het vuur
krachtig, doch kon ni3t voorkomen, dat de
zolder van het gebouw geheel uitbrandde.
Er bevonden zich geen gasten in het boteL
De oorzaak van den brand is onbekend.
(Telegraaf).
De commissaris van politie te Eindhoven
verzocht Woensdag inlichtingen omtrent de
verblijfplaats van den remmer der NederL
Spoorwegen, v. B., die sinds Maandag ver
mist werd. Daar hij den laatsten tijd zwaar
moedig was, vreesde men, dat hem een on
geluk was overkomen. De vermiste is thans
gevonden, zij het onder min of meer tragi
sche omstandigheden.
Het „Eindhovensch Dagblad" deelt over
het gebeurde het volgende mede:
De man die overgeplaatst was, had zich
dit 6terk aangetrokken. Hij had deswege
zijn huis met het daarbij hoorend stukje
land moeten verkoopen en was daardoor
zeer terneergeslagen. Maandag verliet hij in
dienstkleeding het huis en werd er sinds
dien niet meer in terug gezien. Allerwegen
verrichtten familie en kennissen nasporin
gen. die evenwel zonder resultaat bleven;
ook de inmiddels gewaarschuwde politie
kon geen 6poor van den vermiste ontdekken.
Woensdagmiddag echter omstreeks half-
twee zag men v. B. met wankelenden gang
over den Koudenhoven6chen weg loopen,
hij was nog in dienstkleeding Later bleek,
dat bij ongemerkt eenige dagen in do
schuur van den landbouwer v. G. aldaar
had vertoefd. De man moet al dien tijd op
een stapel stroobossen op den hooizolder
hebben gelegen, waarop hij een leger ge
maakt had. Vermoedelijk is hij bij het af
dalen naar beneden gevallen, waarbij hij
een ernstigen schok moet hebben gekregen.
Toen hij n.l. op weg naar huis was, zakte
hij plotseling ineen. Omwonenden waar
schuwden een geneesheer, die spoedig aan
wezig was en den ongelukkige met de in
middels gearriveerde ziekenauto van den
G. G. D. naar zijn woning aan de Loostraat
liet overbrengen, waar zijn vrouw en drie
kinderen hem in zóó bedenkelijken toestand
vonden, dat hij nog dienzelfden dag van de
laatste Heilige Sacramenten moest worden
voorzien.
AAN DEN DOOD ONTSNAPT.
Het leven gered door een open
staand portierraampje.
Men schrijft ons:
Donderdagmorgen reden de heer en mevr.
P. uit Utrecht met een auto naar Tiel. Met
een matig gangetje reden zij in Buren op
den grindweg langs de Linge. Plotseling
slipte de auto en rolde van de dijk, terwijl
hij driemaal over den kop sloeg, en zoo het
water in. Daar het een gesloten auto was,
zouden de inzittenden zeer waarschijnlijk
het leven er bij hebben ingeschoten, wan
neer niet toevallig een portierraampje was
opengelaten. Niet dan met de grootste in
spanning, slaagden zij erin zich er door te
wringen en boven op de auto te komen. In
dien tusschen tijd waren er menschen bij de
plaats des onheils gekomen die er evenwel
werkloos bij toezagen. Do twee drenkelin
gen riepen hen vertwijfeld toe: „Maar men
schen help dan toch!" „Wij kunnen niet
zwemmen," riepen zij toen.
Gelukkig naderde zeer toevallig een wa
gen met planken beladen. In een minimum
van tijd werden de drenkelingen door mid
del van enkele planken uit het water ge
haald, en door een nabij wonende familie
zeer liefderijk opgenomen en van droge
kleeren voorzien.
Naar aanleiding van de berichten om
trent een vermindering der sociale uitga
ven van ongeveer 42 millioen gulden op de
Rijksbegrooting 1934 hebben wij ons tot den
Minister van Sociale Zaken gewend met
het verzoek daaromtrent eenige nadere in
lichtingen te mogen ontvangen.
Minister Slotemaker de Bruine was zoo
welwillend deze te willen geven en begon
met de opmerking te maken, dat de uit
drukking „sociale zaken" nog al vaag is,
daar ook andere Departementen sociale uit
gaven hebben.
„Maar wat mijn Departement betreft", al
dus de Minister, „kan ik u mededeelcn, dat
ik er voorshands in geslaagd ben om op
mijn begrooting 1934 voor tuberculosebe
strijding, kinderuitzending, drankbestrij
ding, enz., dezelfde bedragen uit te trekken,
als welke op de begrooting 1932 voorkwa
men. Voor werkverschaffing, steunverle
ning, moreele steun aan te werk gestelden
en steun voor den opbouw van Drente, kwa
men op de begrooting 1933 geen afzonder
lijke artikelen voor. Deze zaken waren be
grepen onder een ruim begrootingsartikel
Echter heb ik voor elk van deze onderwer
pen op de begrooting voor 1934 uitgetrok
ken, datgene, wat tot nog toe voor deze
posten uitgegeven is, zoodat op de genoem
de uitgaven geen vermindering is toege
past!"
Vervolgens vroegen wij den Minister of
hij een vermoeden had, hoe geruchten als
bovenbedoelde, in de wereld kwamen.
Hierop antwoordde de' Minister: „Ik ver
moed, dat dit gerucht in verband staat met
een zeer aanvankelijke raming, die des
tijds, vóór mijn optreden, is gemaakt en
die mij is gebleken zeer aan den ruimen
kant te zijn. Ik herhaal echter, dat op de
begrooting voor 1934 voorshands op sociale,
moreele en hygiënische punten niet is ge
kort".
„Maar het Departement van Sociale Za
ken zal toch ongetwijfeld ook bij moeten
dragen in de algemeeno bezuiniging?"
„Ik erken volledig mijn plicht om ernstig
mede te werken aan een blijvende verla
ging van 's Rijks uitgaven" antwoordde de
Minister hierop. „Als ik voor sociale, mo
reele en hygiënische voorzieningen hetzelf
de heb uitgetrokken als vroeger, spreekt
het vanzelf, dat er geld moet worden be
spaaid, o.a. door versobering van de dien
sten. Wanneer mijn begrooting verschijnt,
zal wel blijken hoeveel daardoor gevonden
is."
VERDERE BEZUINIGINGEN
TE ZAANDAM.
Inkrimping bij onderwijsinrich
tingen breedvoerig besproken.
Met zijn auto in botsing
bij Nijmegen
N ij m e g e n, 18 Aug. D<? wielrenner Pij
nenburg nam hedenmiddag met zijn Ford
wagen in vrij groote vaart den oprit naar
de Gravebrug te Nijmegen. Tegelijkertijd
reed een motorrijder den weg op. De man
werd door den Ford van Pijnenburg gegre
pen en tegen den grond geslingerd. De wa
gen van Pijnenburg slingerde door de bot
sing en maakte een tweede aanrijding, dit
maal met de auto van de fa. van B. te
Nijmegen. Deze auto werd zoo zwaar be
schadigd, dat zij moest worden wegge
sleept Ook de motorfiets bleek zwaar be
schadigd te zijn, terwijl de berijder ge
kneusd werd en naar zijn woning gedragen
moe6t worden.
De politie nam Pijnenburg een verhoor af
en maakte procesverbaal op. Pijnenburg
kon zijn weg met zijn Ford vervolgen.
HOOIBERG IN BRAND.
Ouderkerk, 18 Augustus. Heden ont
stond brand in den hooiberg van den vee
houder H. N. de Dood, welke gelegen is
aan de Ouderkerkerlaan te Ouderkerk a.d.
Amstel. Door het nathouden van de schuur
kon deze gespaard blijven. De hooiberg
weri een prooi der v'aramen Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Almelo, 18 Aug. Op den weg van Al
melo naar Ootmarsum in de buurt van
Reutum is een 3-jarig dochtertje van den
landbouwer J. H in een onbewaakt oogen-
blik den weg overgestoken en daarbij door
een motorrijder uit Zulfen overreden De*
vader, die het ongeluk zag gebeuren, snelde
het kind na, maar zijn hulp kwam te laat
en hij was bijna zelf onder den motor ge
komen Zwaar gewond is het kind de ouder
lijke woning binnengebracht, waar het
eenige uren later aan de bekomen verwon
dingen is overleden.
NIEUWE GEMEENTESECRETARIS
VAN ROERMOND.
Roermond, 18 Aug. De gemeenteraad
van Roermond benoemde hedenavond tot
secretaris der gemeente den heer mr. I-I.
L. M. Kramer, adjunct commies der afdee-
ling Algemeene Zaken ter gemeentesecre
tarie to Eindhoven.
De nieuwbenoemde secretaris werd op
15 November 1901 te Den Bosch geboren.
Wat de menschen het noodlot noemen,
dat zijn meestal hun eigen domme streken.
Een detective-verhaal door
PHILIP MAC DONALD
Geautoriseerde vertaling door II. A C. S.
32
Anthony werd het huis ingetrokken, de
trappen op, en 6ir Arthur's kamer in Zij
zaten in stoelen, die bij het raam geschoven
waren. Anthony lag achterover in den zij
nen, maar de oudere man draaide als een
zenuwachtigo schooljongen, zittend op den
rand van zijn stoel, terwijl hij zijn voeten
eerst achteruit cn vervolgens naar buiten
duwde, totdat ze uitstaken achter en op
zij van de voorpooten. 't Was een bekende
houding van hem, wanneer hij door 't een
of ander in beslag genomen werd, en het
amuseerde Anthony altijd.
't Duurde eenigen tijd vóór sir Arthur
sprak. Hij scheen in zijn opgewondenheid
moeite te hebben zijn woorder te vinden
Zijn handen wreven over elkaar.
„Godl" barstte hij opeens uit. „Wat moe
ien wij doen?"
„Wel, met die vrecselijke afschuwelijke
vergissing." Opeens sprong hij overeind en
ging voor Anthony staan.
„Hoe is 't mogelijk heb je 't niet
gehoord? Van Deacon?"
Anthony schudde zijn hoofd.
„Wel man ze hebben hem gearresteerd!
De jury bij dc lijkschouwing sprak een be
vel tot inhechtenisneming tegen hem uit. En
de politic heeft hem gearresteerd. Hem ge
arresteerd!"
„Heel natuurlijk, als je er over nadenkt,"
zei Anthony.
Sir Arthur staarde hem aan. „Meen je,
dat je gelooft, dat hij 't deed?" brulde hij
„Die jongen!"
„Neen. Ik ben zeker, dat hij 't niet deed.'
Sir Arthur liet een zucht van opluchting
hooren. „De hemel zij gedankt! Maar Ge
thryn, hoe komt het, dat je het niet ge
hoord hebt? En, als je het niet gehoord
hebt, hoe komt het, dat je niet verbaasd
bent? Was je niet bij het verhoor?"
„Alleen zeer in 't algemeen." zei Antho
ny. „En ilc was niet verbaasd, omdat ik
wist op grond van welke gegevens de po
litie werkte. Vergeef me als ik onbeschei
den lijk ik ben 't in werkelijkheid niet
maar wat wij te doen hebben, is uit te
vinden wie in wefkelijkheid Roodborstje
doodde. De politie neemt aan, dat 'I Dea
con de Sperwer is. U en ik gelooven, dat
hij 't niet is, maar wij hebben te erkennen,
dat de dingen, welke tegen hprn pleiten,
juist zijn, buitengewoon juist. Zijn gestalte
en kracht passen op wat de moordenaar
deed. En bovenal: zijn vingerafdrukken
werden gevonden op den Pijl en Boog. Dit
laatste zal een uitlegging eischen, vooral
voor een Engelscho jury, welke gewoonlijk
niet weet, dat in den regel het werkelijke
leven meer een sprookjesverhaal is dan
Hans Andersen."
„Ik weet 't, ik weet 't," bromde sir Ar
thur. „Die vingerafdrukken. Ilij moet heb
ben aangeraakt de de hoe noemen zij
dat ding?"
„Iloutvijl. Een vijl voor hout."
„Ah, ja Hij veronderstel ik moet haar
aangeraakt hebben. Moet 't hebben gedaan.
Maar ik wil zweren, dat de jongen niets to
maken heeft met met John's dood. En
hij zei, dat hij 't ding nooit gezien had. En
ik geloof hem!"
„Zoo, hij had het ding nooit gezien," zei
Anthony. Nu. dat is merkwaardig. Zeer
merkwaardig!"
.Maar sir Arthur luisterde niet. „Wat mij
zoo'n beroerd gevoel geeft," barstte hij
uit, „is, dat mijn verklaring meewerkt, dat
het er slecht voor den jongen uitziet."
„Op welke manier?"
„Omdat zij mijn verklaringen eerst aan
hoorden, en ik toen dien verschrikkelijken
avond beschreef, vertelde ik, idioot, dat ik
ben, dat Deacon in mijn kamer was geko
men om kwart voor elf. Je moet weten,
dat hij mij vroeg, hoe laat het was, en ik
zei 't hom* dat is het, waardoor ik het mij
herinner. Toen, later, kwam het alles uit
van de klok in de studeerkamer, en nu
zegt iedereen, dat de jongen de wijzers van
de klok terug zette, omdat hij wist. dat hij
een alibi had. O! 't is alles een afgrijselijke
afschuwelijke vergissing!"
„Dat is het, en wij zullen haar niet ver
beteren door hier te zitten en te praten."
Anthony kwam overeind. „A propos, vóór
ik ga, vertel me: Wat is mevrouw Main-
waring, wie is zij Hoe komt 't dat ik haar
niet zie Waarom is zij eigenlijk bier
Sir Arthur trok een leelijk gezicht. „Waar
om je haar niet gezien hebt, kan ik niet
vertellen. Waarom zij hier blijft, 't spijt
mij het te zeggen, dat is om haar berucht
heid. Een fatsoenlijk menscli zou het huis
dadelijk verlaten hebben. Ik walg er van;
ik had bijna sympathie voor de vrouw ge
kregen. Ik zou weggegaan zijn, maar Laura
verlangde, dat ik bleef. En zij is zóó apa
thisch, dat zij niet van die Mainwaring wil
afkomen."
„Ik moet die dame ontmoeten," zei An
thony.
Sir Arthur keek naar hem met nieuws
gierigheid, maar kreeg geen opheldering.
„Werkelijk," zei Anthony, „ik moet bei
de dames spreken."
Sir Arthur keek weer naar hem, weer
zonder resultaat.
„Een laatste vraag," zei Anthony, „wat
zonder vooroordeel denkt u van den
huisknecht Robert Belford, met het fret-
ten-gezicht?"
„Ik was benieuwd of je over hem zoudt
vragen," zei sir Arthur ongeduldig. „Ik had
geen lust om iets te zeggen, omdat ik wer
kelijk niets in zijn nadeel weet. Had nooit
iets met hem te maken,feitelijk Hij be
diende John, en wilde het mij doen, maar
ik gebruik nooit een knecht, 't Is eenvou
dig zóó, dat ik den vent niet kan uitstaan;
zijn uiterlijk is voldoende om hem ver
dacht te maken. En hij is sluwer dan ooit
sinds sinds den moord."
„Hm," bromde Anthony.
,,'t Is werkelijk erg ondankbaar van mij,"
zei sir Arthur, „om iets ten nadeele van
den man te zeggen. Hij was de eene of
eigenlijk een van de twee van de getui
gen, die verklaarden dat ik hier in dezen
stoel zat vanaf 10 uur tot nadat de arme
oude John werd gevonden. Maar toch. alle
scherts op zij, ik heb een zeer wezenlijk ge
voel, dat mr. Belford tenminste meer weet
dan hij verteld heeft"
„Hm, ja," zei Anthony. „En nu op miss
Hoode af. Waar kan ik haar vinden?"
„Ik denk, dat zij ergens beneden is, maar
ik ben er niet zeker van. Ik wil zeggen,
Gethryn, je gaat haar toch niet aan een
kruisverhoor onderwerpen? Ik bedoel, dat
ik niet geloof, dat zij behoefte zal hebben
aan een boel praten
„Neen," zei Anthony, terwijl hij de kamer
doorging, „waarschijnlijk zal zij dat niet."
Sir Arthur deed zijn mond open om te
spreken, maar bleef alleen, terwijl hij naar
de gesloten deur staarde.
Toen hij haar achter zich sloot, zag An
thony juist een in 't zwart gekleed figuur
verdwijnen, den hoek om boven aan de
trap. Het was een rug, dien hij vroeger al
gezien had. Het gaf den indruk van slui
pende onrust en de haast, waarmede het
verdwenen was, was op zichzelf al ver
dacht.
Anthony lachte. „Belford, mijn vriend,"
dacht hij, „als je heusch iets leelijks ge
daan hebt, dan ben je bezig te vragen om
ontdekt te worden." Hij liep door de trap af
's Avonds, toen Anthony vóór Laura Hoo
de stond, bij de open ramen van den salon,
vond hij haar nog minder innemend dan
zij overdag hem geleken had. Zij was op
gestaan, toen hij binnen kwam en, of
schoon het magere gezicht met zijn scher
pe trekken kalm was, speurde hij toch haar
onrust. Zij gaf hem een teeken te gaan zit
ten. Hij liet zich in den stoel wegzinken,
zijn beenen over elkaar.
{Wordt vervolgd).