AMERSFOORTSCH DAGBLAD VAN WIE ZIJN DE CANTINEGELDEN? TENTEN Zaterdag 26 Augustus 1933 32 e Jaargang No. 49 LUIT. DER MARINIERS VOOR HET H.M.G. KINDEDKLEEDING ook in huur NIEUW PARIJS Langestraat 35 DE GEVAARLIJKE OVERWEG UIT DE STAATSCOURANT MOORD OP ABBOTSHALL Is een cantine een staatss instelling of niet? Geen positieve verklaringen van deskundigen 's-G ravcnhagc, 25 Aug. Het Hoog Mi litair Gerechtshof behandelde heden in hoo ger beroep de zaak tegen den 1e luitenant der Mariniers, C. L. M. J.t thans lo luit. dor mariniers ten den Fielder, die door den Krijgsraad te Willemsoord is veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf en ontslag uit den dienst, zonder ontzegg'ng van het recht om bij de gewapende macht te die nen, wegens verduistering van cantinegel den. Beklaagde was destijds beheerder der cantine op het eiland Aruba (W.I.), in wel ke hoedanigheid, hij de ontvangen gelden gedurende geruimen tijd te eigen bate heeft aangewend. Beklaagde zeide te moeten toegeven, dat hij slordig met de kasgelden was omge gaan. De president hield J. diens vroegere ver klaringen voor, waarbij hij toegegeven beeft bedragen van 2000.— en 1500.— uit de kas te hebben genomen, doch be klaagde herhaalde, dat het slordigheid en geen misdadig opzet is geweest Als getuige-deskundige werd op verzoek van den verdediger, Mr. W. F H. Zegers, gehoord mr. A FI. Kamerlingh Onnes, re ferendaris bij het Dept. van Defensie, die als zijn meening te kennen gaf. dat een mi litaire cantino geen staatsinstelling is. De Staat is er in zoover bij betrokken, dat hij voorschriften betreffende tucht en orde geeft. Voorts verklaarde de deskundige, dat de cantinegelden niet als staatsgelden zijn te beschouwen. Getuige kon geen positief antwoord ge ven op de vraaf, of indien do gelden niet aan den Staat behoorden, deze dan eigen dom van den officier-beheerder zouden zijn Wel zeide getuige naar deze meening over te hellen. Advocaat fiscaal, mr baron Speyart van Woerden- Wat is dan het verschil tusschen een zoodanig officier en een winkelier of een caféhouder? Bestaat er voor hem geen verplichting tot afdracht van de ontvangen gelden? Get.: Ja zeker, dat is een van de voor waarden der aanstelling Tegenover de le veranciers is de beheerder aansprakelijk voor de gedane leveranties. Voorts zeide getuige te aarzelen in deze een bepaald standpunt te kiezen. Mr. Zegers: Is het getuige bekend, dat vele officieren van meening zijn dat de can tine-gelden behooren aan den officier-be heerder. Get.: In het soldatenleven is het bekend, dat deze gelden geen eigendom van den Staat zijn. President. Dat is de vraag niet Getuige zeide, dat, waar op het Departe ment deze kwestie nog niet is opgelost, hij hieromtrent geen juiste opinie had ge vormd. Vervolgens wordt als getuige-deskundige gehoord de officier van administratie le klasse bij de Zeemacht, J M. Tinga Ook deze getuige zeide een militaire cantine geen staatsinstelling te achten en derhalve behooren de aldaar ontvangen gelden den staat niet toe. Voor het cantme-beheer in West-Indië bestaan geen reglementen of voorschriften, door het Departement uitgevaardigd. Volgens getuige behoorden de in de can tine ontvangen gelden aan den officier-be heerder, doch in zijn functie als cantine- beheerder. De president: Wordt zoo iemand dan ge dekt tegenover de leveranciers? Get.: Hij is persoonlijk aansprakelijk: bij eventueel overlijden zijn familie. Pres.: Mag hij nu van het ontvangen geld pleizierreisjes maken? Tusschen getuige en den advocaat-fiscaal wordt een discussie gevoerd over het be grip beheerder of eigenaar. Adv.-flscaal: Maken de cantinegelden deel uit van zijn privaat vermogen? Getuige: Neen, privaat vermogen niet, maar er is toch verschil tusschen den can tine-houder en een officier van administra tie, die rechtstreeks gelden toebehoorend aan den staat beheert. Verdediger: Indien de cantinegelden den houder buiten diens schuld ontstolen wor den, wie is er dan voor het verlies aan sprakelijk. Getuige: Naar mijn meening do houder, zooals een gamelle-chef aan boord aanspra kelijk is voor do door hem beheerdo gel den Mr. Jellinghaus: Maar als er geld gesto len wordt uit een cantine buiten schuld van den beheerder, en u zoudt deze aan spreken voor de schade, zou hij niet zeg gen: „Mijnheer hoe heb ik het nu met u?" Do verdediger stelde getuige nog enkele vragen met betrekking tot de aansprake lijkheid van den cantinehouder President: Wordt het nu geen tijd, dat men een of ander rechtsfiguur bedenkt, b.v. een tusschenfiguur, die verantwoordelijk heid draagt. Get.- Men zoekt de oplossing in een rijks beheer. Verdediger: Wanneer nu een cantinehou der komt te overlijden of failleert, hebben deze leveranciers dan verhaal op den staat9 Get.- De Staat trekt zich van de vorde ring van leveranciers aan een cantine niets aan. Degene, die bestelt is verantwoordelijk doch privé handel drijven is bij reglement verboden. Blijkens een circulaire, gericht aan de Kamer van Koophandel te Alkmaar zijn de cantinehouders niet als rijksambte naren te beschouwen. Na de pauze was het woord aan den ad vocaat-fiscaal, mr. baron Speyart van Woerden. De advocaat-fiscaal ving zijn requisitoir aan, met een woord van waardeering voor den arbeid van den officier-commissaris, die het onderzoek leidde, zonder daarbij van de zijde van beklaagde eenige medewer king te hebben ondervonden. Met groote des kundigheid is dit onderzoek geleid. Spr. komt dan tot de oorspronkelijk door be klaagde aangenomen houding en die welke hij thans aanneemt. De vragen die hier be antwoord moesten worden zijn: hebben wij hier te doen met toeêigening en, zoo ja, was dat wederrechtelijke toeêigening en bestond daartoe het opzet? Spr herinnert aan de bestaande voorschriften betreffende het cantine-beheer hier te lande en in Oost Indiè, die evenwel niet ten aanzien van West-Indië gelden. Van de zijde van de ver dediging en ook door beklaagde is men tot het juridisch monstrum van den eigendom gekomen, maar spr. wijst er uitdrukkelijk op, dat er een cantine-commissie was en is wie de bewaring van de cantine-gelden is toevertrouwd; dat er een rekening cou rant kasbalans en inventarisboek zijn en dat maandelijks een autoriteit de balansen controleerde en voor gezien moest teeke nen. Ook is nauwkeurig omschreven hoe het beheer diende te zijn en wat er met een eventueele winst moest worden gedaan Vast staat dus, dat er een goed, een bezit is en nu wordt de vraag gesteld: wie is daar van de eigenaar? Flieromlront zijn met alle respect voor de gehoorde deskundigen warbegriopen ontstaan, omdat er ge sproken is van een eigendom q.q. en er fi guren zijn naar voren gebracht, die in wer kelijkheid niet bestaan. Wij kennen al dus de advocaat-fiscaal maar een begrip eigendom en dat is, privé eigendom, welke geen verplichting tot afdracht insluit Uit KLEEDINGM A<5 AZIJN BB*"..'. VOOR amebsfoort-UTRECKT-zeist voerig gaat spr. na, welk standpunt de be klaagde inneemt en weerlegt dan diens be weringen met gegevens uit de door hem fbekl.) met zijn familie gevoerde correspon dentie en diens openhartigp bekentenis te genover zijn chef den kapitein Ravelli. die tegenover hem de meest humane houding aannam cn genoegen nam met een aanzui vering van het tekort binnen een bepaalden termijn. Desondanks is beklaagde nadien toch weer in dezelfde fout hervallen. Zijn levenspeil was ten eenenmale te hoog en te luxieus. Spr wees er op dat, toen de le verancier van de cantine op betaling aan drong, de beklaagde er na groote moeite en herhaalde brief- en telegramwisseling er in is geslaagd gedeeltelijk aan zijn ver nlichtingen te voldoen. Dat hij thans zijn vroegere houding, die vrij wat sympathieker was, laat varen en de verdrukte onschuld gaat spelen, achtte spr. hoogst bedenkelijk. Concludeerende achtte spr. geen enkele aanleiding aanwezig in het vonnis van den Krijgsraad eenige wijziging te brengen en verzocht hij het Hof dit vonnis te beves tigen. Mr. W. F H. Zegers, bracht in zijn plei dooi eveneens hulde aan kapitein Ravelli. doch meende le mogen opmerken, dat diens goede bedoelingen toch moeilijkheden heb ben geschapen en gevolgen hebben gehad, die den beklaagde thans in zulk een moei lijke positie brengen Deze toch is er ten volle van overtuigd, gehandeld te hebben in strijd met de waardigheid van een offi cier, doch hij kan met .geen. mogelijkheid iéts misdadigs in zijn handelingen toege ven, omdat de opzet om eenig misdrijf te plegen, bij hem ten eenenmale heeft ont broken. Pleiter zeide er van overtuigd te zijn, dat het Hof met alle moeilijke vragen, dio er ten deze te beantwoorden zijn, rekening zal willen houden en verzocht het Hof in ieder geval de gevangenisdeuren voor zijn cliënt gesloten te willen houden. Het Hof zal later arrest wijzen. JONGEN VERDRONKEN. Leiden, 25 Aug. Gistermiddag was op de Brasemermeer een heer uit den Haag met eenige zijner zoons en een hunner vrienden met een jacht aan het zeilen ge weest Na afloop van hun zeiltochtje heb ben zij zich in het water langs den kant met balspel onledig gehouden. De 18 jarige vriend, genaamd Brink, woonachtig in den Haag, verdween plotseling in de diepte. Vrij spoedig daarna heeft men hem boven water gebracht. Hoewel een ijlings ontbo den geneesheer nog geruimen tijd met zuurstofapparaten heeft beproefd de le vensgeesten op te wekken, is hij daarin niet geslaagd. Het ongeluk vond plaats dicht bij de plek waar eenige weken geleden de stu dent Mulock Houwer uit Dordrecht is ver dronken. De Veenweg blijft onbewaakt Minister Kalff heeft het volgende geant woord op de vragen van mevrouw Bakker Nort in verband met een voornemen tot opheffing der bewaking van den spoorweg overweg aan den Veenweg nabij Nootdorp, in de gemeente Stompwijk: Op 21 Mei 1932 is ontheffing verleend van de verplichting tot afsluiting van den over weg nabij do stopplaats Veenweg, onder voorwaarde, dat eerst de stationsgebouwen moesten zijn afgebroken en de zijsporen en de knotwilgen aan de noordoostzijde van het wachthuisje moesten zijn opgeruimd. Nadat hieraan was voldaan, is de bowa- king op 17 Januari j.l. opgeheven. De autodienst van Delft, over Nootdorp naar Veur, gaat over den onbewaakten overweg van den Staatsspoorweg 's-Gravcn- hageGouda nabij dc halte Nootdorp en kruist den clcctrischen tramweg van Den Haag naar Leiden bij de halte Veur (Dam- laan), welke kruising echter, mede doordat de trams uit beide richtingen voor den overweg sloppen, niet als een onbewaakte overweg kan worden beschouwd. De ondernemer van dezen autobusdienst hoeft aan Gcd. Staten van Zuid-Holland intrekking gevraagd van de verleende ver gunning voor het gedeelte VeurNootdorp Noord Dat het uitzicht op den spoorweg naar beide zijden zou worden belemmerd, is niet juist Het uitzicht is integendeel zeer goed en zal, nu ook de zijsporen zijn opgebroken, niet meer kunnen worden belemmerd door daarop staande wagens. Er bestaat dan ook geen aanleiding voor de verwachting, dat in verband met het uitzicht op den spoorweg het aantal onge lukken op dezen overweg belangrijk zal toenemen. Het veiligheidssysteem Froger. Den heer Van Dis, die over hetzelfde on derwerp vragen had ingediend, heeft mi nister Kalff geantwoord: Proeven met het automatisch werkend electrisch stopsignaal systeem-Froger zijn, \oor zoover bekend, hier te lande nog niet genomen. Vooropstellend, dat ook hij, evenals zijn ambtsvoorganger, van oordeel is, dat in voering van automatische seininrichtingen bij de onbewaakte overwegen, ook afgezien van het koslenbezwaar, uit een veiligheids- oogpunt geen aanbeveling verdient, is de minister met de commissie Van der Vegt, die over de beveiliging van deze overwegen rapport heeft uitgebracht, overtuigd, dat, indien dergelijke inrichtingen zouden moe ten worden gemaakt, het ontwerpen daar van aan de Nederlandsche spoorweginge nieur kan worden toevertrouwd en voor be vordering van een proefneming met het ge noemde systeem geen aanleiding bestaat. GRANATEN ONDER DE ST. SERVAAS- BRUG TE MAASTRICHT. Tijdig ontdekt De laatste dagen voor haar heropening heeft de St. Servaasbrug min of meer op heete kolen gestaan, meldt de Limb. Koe rier. Men heeft daar n 1. drie granaten gevon den in een diepen kuil ten noorden van do brug. Vermoedelijk zijn die granaten daar terecht gekomen, doordat zij met den stroom van de Maas zijn meegekomen uit het buitenland toen daar nog over en weer geschoten werd. De gevonden granaten zijn een granaat van 0 m M. middellijn, een anti-tank-pa troon voor geweer en een anti tank-granaat van 3.7 m.M. Die oude projectielen zijn erg gevaarlijk, wat ook wel als waarschuwing moge strek ken voor sommigen, die vaak van die droe ve herinneringen aan een wreeden tijd in huis bewaren. Het kan voorkomen, dat zij met pikrlne-zuur of iets dergelijks gevuld zijn, welke massa zich in den loop van den tijd met het metaal van den mantel gaat verbinden. Het projectiel komt dan te be staan uit bijzonder schokgevoelige zouten. Zelfs door het dreunen alleen reeds, van zwaar verkeer of iets dergelijks, kunnen zij dan tot ontploffing geraken. De bij de brug gevonden granaten zijn door den geweermaker Koene naar de ka zerne overgebracht. In verband met den ouderdom der voorwerpen heeft men om de bovengenoemde redenen niet tot demon teering durven overgaan. Van de Hembrug zal iemand naar Maas tricht komen, om de granaten tot ontplof fing te brengen. Bij Kon. Besluit is, met dankbetuiging voor de door haar bewezen belangrijke dien sten, ontbonden de Staatscommissie, inge steld bij Kon. Besluit van 15 November 1927 no. 34, aan welke bij voormeld besluit, na der gewijzigd bij K.B. van 14 November 1932, no. 27, werd opgedragen bet onderzoe ken van de waag, of en, zoo ja. in hoever re en door welke oorzaken in den land- en tuinbouw een wanverhouding bestaat tus schen dc bodemprijzen en productiekosten eenerzijds cn de opbrengst der producten anderzijds en is aan Ir. J. Wind te Ambt- Hardenberg en aan Mr. H. J. J. Scholtons te 's-Gravenhage, secretarissen van voor noemde commissie, als zooodanig eervol ontslag verleend. Bij K.B. is aan D. Steenhuizen, ont vanger der directe belastingen en accijnzen te Sneek. op zijn verzoek met ingang van 1 Januari 1934 eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend. Bij K.B. zijn benoemd: tot ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Doe- tinchem S. H. Beintema, inspecteur der di recte belastingen, invoerrechten en accijn zen ter inspectie der directe belastingen te Amsterdam; tot ontvanger der registratie en domeinen W. H. Bennink, surnumerair der regisratie en domeinen ten kan'tore Wageningen en is hij toegevoegd aan den ontvanger van het zegel te Amsterdam; tot ontvanger der registratie en domeinen te Woerden C. H. Hagen, surnumerair der re gisratie en domeinen ten kantore 's-Herto- genbosch; te Harderwijk J. H. Lever, sur numerair der registratie en domeinen aan het Departement van Financiën te 's-Gra venhage en te Sommelsdijk M. P. Ringel- berg, surnumrair der registratie en domei nen len kantore Hilversum. Bij beschikking van den directeur-ge neraal der P.T.T. is met ingang van 1 Sep tember 1933 aangeweezen als directeur van het P.T.T. kantoor te Franeker de adjunct referendaris der P.T.T, C. J. Vorster, thans te 's-Gravenhage (Postkantoor) Bij beschikking van den Minister van Economische Zaken zijn met ingang van 1 September 1933 wederom benoemd tot tij delijk leeraar aan de Rijkstuinbouwschool te Boskoop G. Bleeker te Santpoort. A. Frank te Boskoop, A. J. Koens te 's-Graven hage, W. L. Olthof te Leiden en G. van der Veen te 's-Gravenhage. DE HAAGSCHE BEGROOTING. Geen belastingverhooging, 's-Gravenhage, 25 Augustus. De door Burgemeester en Wethouders opgemaakte bcgrooting voor 1931, welke binnenkort ver schijnt, sluit zonder belastingverhooging. DOODELIJK ONGELUK. IJ muiden, 25 Augustus. Vanmiddag is de 38-jarige arbeider J. v. d. Ster bij het verrichten van schilderwerk van een der gashouders van het gemeentelijk gasbedrijf van een aanzienlijke hoogte omlaag ge stort. De man was op slag dood. Het slacht offer was gehuwd. Een detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 38 Anthony spande zich in om zijn geheugen op weg te helpen. Ah, jaI *t Was de Zuster. Haar Zuster. Dora Ma6ter6on Hij keerde zich om: haalde haar in met vier lange étappen en legde een hand op den schou der van het meisje Zij schudde die van zich af. terwijl ze hem een gezicht toedraai de, dat naar meer tranen verlangde, tranen die niet wilden komen. „U was. op weg naar het politiebureau, miss Masterson?" vroeg Anthony. Zij knikte. „U moest dat niet dat niet willen." Hij pakte haar vriendelijk bij haar arm. „U kunt niets doen en u zult hem een gevoel geven dat de dingen niet te dragen zijn." „Ik moet hem spreken". Zij sprak dof, een onnatuurlijke pauze tusschen elk woord „Niet nu", zei Anthony flink „Niet, als ik uw hulp noodig heb. HIJ was benieuwd of de leugen door zijn woorden heen zicht baar zou zijn; verwenschte zich, dat hij zich in de war zou laten brengen door een hysterisch meisje. Zij hapte in het lokaas. „U helpen?" vroeg ze vol spanning „Voor voor Archie? Hoe kan ik dat doen?" „Dat kan ik u hier niet vertellen. U moet mee gaan naar het logement." Hij nam haar mee. den heuvel op. HOOFDSTUK XIII. Ijzers in het vnnr. 1. Boven op zijn kleine, lage zitkamer, met naar eiken lambriseering, in „de Beer en de Sleutel", liet Anthony hel meisje zitten in den eenigen leunstoel. Zij weigerde zoo overtuigend, dat hij thee bestelde. Toen deze gebracht was en de brenger verdwe nen wa6, ging hij op den rand van de tafel /itten, en keek naar haar, terwijl zij dronk „Nu", zei hij, „laten we nu aannemen, dal li mij alles er van vertelt", en was onmid del lijk getroffen door zeer aangename her inneringen aan een anderen keer, toen hij dezen zelfden zin gebruikt had. Dora Masterson zei eenvoudig: „Ik wao geschrokken. O, zoo vreeslijk, vreeslijk ge schrokken!" Anthony werd in de war gebracht. „Maar waarom julet nu?" U moet toch zeker dit zelfde gevoel gehad hebben, zoodra als u 't hoorde?" „N neen. Natuurlijk was het vrees lijk! Maar Lucia vertelde mij dat u gezegd hadt, mr. Gethryn en zij zij 6choen zoo absoluut te geloóven, dat u alles in orde zoudt brengen, dat ik lk ook pro beerde 't te gelooven." Anthony's hart deed een sprong, zoodat hij er van schrok. Het meisje ging door. terwijl zij zich in spande om zich in bedwang le houden „Maar maar 't wus, toen ik hoorde van het eind van het onderzoek dat hij wer kelijk in O, t is te afschuwelijk' 't Ie te vreeslijk'" Zij bewoog zich heen en weer in haar grooten stoel mei haar handen voor haar gezicht, terwijl haar dunne schouders schokten, a'sof haar pijn lichamelijk was Weer was Anthony in de war gebracht letö in den loor., waarop 't gezegd werd vertelde hem, dat hier iets was, waarvan hij nog niet gehoord had. En deze neiging tot iiysterie moest tegengegaan worden. „Wat meent u? Leg 't uit»'" zei hij scherp Zij zat, bij deze woorden, recht overeind, haar gezicht een en al beweging. „Ik be doel dat dat als ik maar niet zoo'n on gevoelige idioot geweest was: als als ik rnij maar niet gedragen had als een b beestachtig schoolkind, dan zou Archie niet niet op die afschuwelijke plaats zijn! O» waarom ben ik eigenlijk geboren'Zij druk te haar handen tegen haar gezicht en boog voorover in den stoel totdat haar voorhoofd op haar knieën rustte. „Ik ben bang, dat ik u nog niet begrijp" zei Anthony. Zij hief haar hoofd op. „Wa6 u niet bij het verhoor?" vroeg zij, terwijl ze met den rug van haar hand langs haar gezwollen oogen wreef, evenals een schoolkind, dat zij zichzelf had genoemd „Niet precies", zei Anthony, en vroeg* zich verbaasd af, hoeveel meer keeren hij nog op deze vraag zou te antwoorden hebben. „Wel, dan dan weet u niet, dat dat Archie zei, dat hij uitging om te wandelen gedurende den lijd, dat dat *t Ding moet gedaan zijn. En de anderen geloofden hem niet. omdat niemand hem zag, toen hij bui ten was1" „Nog begrijp ik Zij onderbrak zijn zin met een vloed van woorden, terwij! ze overeind 6prong. „O, ik idioot, ik idiootschreeuwde zij. ..Ik had hem moeten zien' Ik, ik. ik' Ik had hem moeten tegemoet gaan daar aan de rivier, aan dezen kant, bij de brug. Wij had den voor een wandelingetje afgesproken, en toen, omdat ik dacht, dat ik wat betreken de, omdat ik dacht dat hij ruw geweest wa6 tegen mij dien avond, moest ik noodig mee nen. dat ik hem zou straffen' En ik ging niet: Ik ging hem niet tegemoet! Ik bleef thuis! Ik bleef thuis!" Anthony was geroerd. „Mijn lieve kind" zei hij. „Mijn lieve kind!" Hij ging naar haar toe en legde zijn hand op haar schou aer. „Arm kind!" Vermoeid leunde ze tegen hem aan. Hel roodgouden hoofdje lag op zijn schouder Maar zij gaf geen geluid Zij was over haar tranen been. Voor een oogpnblik bleef hij zoo staan terwijl hij op den dunnen schouder klopte Maar dan ging ze rechtop 6taan, en weg van hem. „Je moet gaan zitten", zei hij. Zij keek naar hem op. „U moet mij als je b.ieft vergeven", zei ze. „Ik wou niet ik wou mij niet zoo dwaas aanstellen. En ik was erg lomp'" Zij ging zitten. Anthony maakte een beweging met zijn hand om het excuus weg te krijgen. „Wat wij te doen hebben", zei hij. met een glim lach voor haar, „is iets te doen." „Ja, ja, dat begrijp ik. Maar wat, wat? O. u zei, dat ik kon helpen, maar ik geloof, dat u het alleen uit vriendelijkheid zei. Maar. als ik werkelijk kan helpen wat zou ik mij minder minder gemeen zou ik mij zelf voelen!" Anthony verborg een gevoel van liefde voor hef meisje; een gevoel van liefde, dat niet heelemaal uit sympathie voortkwam. Maar hij vroeg zich zelf af, met een half- humoristische wanhoop, hoe hij de atmos feer zuiveren moest en toch niet veel tijd verknoeien. „Chef vertrooster voor de vogels in de lucht, ben ik", zei hij bij zich zelf; vervol gens luid: „U kunt helpen, miss Masterson, door te luisteren naar mijn denken. In deze geschiedenis ben ik als een gekke dichter, zonder handen of tong. Ik bedoel, dat ik meer heb ontdekt dan dc andere menschen de politie maar het i3 alles stukken en brokken en verwarde knoopen kleine dingen, vreemd cp zich zelf, die men mij wilde vertellen, en die misschien begrijpe lijk konden worden als Iemand maar moei te deed om er naar te kijken. Maar ik zeg niet, dat ze passen, dat ze kloppen'" Het mci6je zat nu recht overeind, leven dig, intens naar hem kijkend. „Denk dan", fluisterde zij. „Voor den dag er dan inec", dacht Antho ny, „en God geve, dat het haar pakt en vlug." (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5