FORTMANN HEHENKAMP
TABAKACCIJNS WORDT VERHOOGD
De mitkeeriiig aan de gemeenten
Belangrijkste
HEFFING VAN EEN COUPONBELASTING
ZONSCHERMEN
MEERDERE OPBRENGST
14 MILLIOEN
120 NOODLIJDENDE
GEMEENTEN!
min.
BRAND MELDE MEN AAN
DE TELEFONISTE
OPBRENGST GERAAMD OP
6.4 MILLIOEN
MARKIEZEK EN
GROOTE COLLECTIE NIEUWE
STREPEN
VRAAGT PRIJSOPGAVE
LANGESTRAAT 63 TEL 83
bedrijfsleven weder in beweging te brengen.
Daarnaast zal zij zelf door het ondernemen
van openbare werken, de werkgelegenheid
moeten trachten te vergrooten. Om dit doel
te kunnen bereiken, zal een beroep op de
kapitaalmarkt moeten worden gedaan. Dit
beroep zal alleen kans van 6lagen hebben,
indien een volkomen vertrouwen bestaat
van Regeering en Volksvertegenwoordiging
om een gezonden financieelen toestand te
herstellen en te handhaven. Daarom is het
volstrekt noodzakelijk, dat het evenwicht
in onze Staatsfinanciën in den kortst moge
lijken tijd wordt bereikt.
Daarbij komt nog iets anders. Op het ge
bied van het internationaal economisch le
ven voltrekken zich veranderingen van een
omvang en een beteekenis als slechts het ge
val is, wanneer men zich op een keerpunt
in de wereldgeschiedenis bevindt. Niemand
onzer weet hoe dezo verhoudingen zich ln
do toekomst zullen ontwikkelen, dooh ook
niemand onzer gelooft, dat de oude toe
standen zullen terugkeeren. Groote veran
deringen zullen daarom moeten worden ge
bracht in de economische structuur van ons
land, om van de veranderingen in onze
Overzeesche gebieden met haar groote ge
volgen voor de welvaart, ook in Nederland,
nog geheel te zwijgen. Het overgangstijdperk
dat wij daartoe zullen moeten doormaken,
zal ongetwijfeld nog zware eischen stellen.
Aan die eischen zal alleen dan kunnen wor
den voldaan, indien te voren het evenwicht
in de begrooting is hersteld.
Zware verplichtingen.
Het tegenwoordig tijdsgewricht legt zwa-
re verplichtingen op allen, die op eenigerlei
wijze betrokken z jn bij bet bestuur van
6tad en land. Van vele gemeentebesturen
wordt het bijna onmogelijko gevorderd om
hun huishoudingen in orde te houden. De
Regeering kan het verklaren, dat deze be
sturen reikhalzend uitzien naar de hulp,
die, naar zij vermeenen, het Rijk zou kun
nen bieden. De zorgwekkende toestand,
waarin de Rijksfinanciën vorkeeren, maakt
het echter volstrekt onmogelijk, dat de be
drag jn, die door het Rijk ten bate van de
gemeenten worden aangewend, worden ver
hoogd. Integendeel is beperking daarvan on
vermijdelijk. Bij die beperkiug is de Regec-
ring bereid te zoeken naar de wegen, waar
door de lasten zoovetl mogelijk worden ver
deeld in verhouding tot de draagkracht» Bij
geheel dit vraagstuk boude men steeds voor
oogen, dat hier van een tegenstelling tu6-
schen het Rijk en de gemeenten geen sprake
zal mogen zijn. Beide behartigen tesamen
het algemeen belang. Gezonde gemeente-fi*
nanciën zijn voor bet behoud eener gave
De accijns voor sigaretten
wordt 371'» van den
kleinhandelsprijs
Van navordering afgezien
Ingediend is een wetsontwerp lot verhoo
ging van den accijns op tabak.
De accijns, die oorspronkelijk voor 6igaren
volkshuishouding even onmisbaar als ge-I en rook- en pruimtabak en snuif zou wor-
zonde Rijksfinanciën. Het is evenzeer in het den verhoogd tot 20 pet. van den kleinhan-
belang der gemeenten, dat het Rijk niet in delsprije en voor sigaretten zou blijven be
financieele moeilijkheden verkeert als het
is in het belang van het Rijk, dat de ge-
meentefinanciën in orde zijn.
Het is noodig de maatregelen, met betrek
king tot de gemeentefinanciën voor te stel
len, uit dit oogpunt bezien, wil men ze naar
billijkheid beoordeelen.
paald op 25 pet. van den kleinhandelsprijs,
is dienovereenkomstig verhoogd voor siga
ren en gekorven tabak tot 22V« pet. en voor
sigaretten tot 37l/t pet. van den kleinhandels
prijs.
Bij de raming van de opbrengst, welke
door de voorgestelde verhooging zal wor
den verkregen, is uitgegaan van de volgen-
De Regeering spreekt ten slotte als haar de gegevens. Gedurende het jaar 1932 zijn
vaste vertrouwen uit, dat de Stalen-Gcne- I uitgegeven zegels voor: sigaren, tot een ac-
raal bereid zullen zijn hun medewerking te cijnsbëdrag van 8.092.575.rooktabak,
verleenen, opdat de in deze nota aangekon- enz. tot een accijnsbedrag van 4.089.183.
digde plannen zoo spoedig mogelijk tot uit- Isigaretten, tot een accijnsbedrag van
voering zullen kunnen geraken.
Boven het belang der afzonderlijke groe
pen staat het belang van ons geheele volk.
Dit belang kan in dezen zwaren tijd alleen
dan op do juiste wijze worden behartigd,
wanneer vóór alles do zoo noodzakelijke
eenheid wordt betracht. Het is de oprechte
wensch der Regecring, dat haar roep om
die eenheid ook buiten de Volksvertegen*
oordiging alom weerklank zal vinden.
12.644.560.— te zamen £4.726.318.—. Hier
bij moet gevoegd worden voor opcentenze-
gels op den sigarettenaccijns verstrekt ge
durende de periode van 1 April 1932 tol en
met 31 Maart 1933 5.447.;33.—totaal
30.174.051— of rond 30.000.000.—.
De verhoogde accijns over een vol jaar be
rekend zou eene hoogcre opbrengst kun
nen leveren voor: 6igaren van rond
10.000.000.— rooktabak, enz. van rond
2.000.000.—; sigaretten van rond
2.000.000.— to zamen 14.000.000.
Voor wat betreft de heffing van den ver
hoogden accijns op sigaren, die op 1 Januari
1934 voorbanden zijn bij winkeliers en gros
siers, is het systeem gevolgd, dat bij do ver
hooging van den accijns op sigaretten en
rooktabak, enz. in 1925 en bij de opcenten'
heffingen op den 6igarettenaccijns van 1931
cn 1932 is toegepast en dat hierin bestaat,
dat den winkeliers is toegestaan gedurende
3 maanden na het in werking treden van
de wet te verkoopen, zonder dat in dat tijd
vak do verhoogde accijns zal moeten wor
den betaald. Eerst van do op 1 April 1934
nog bij debitanten in het vrije verkeer voor
handen sigaren zal dan de verhoogde ac
cijns verschuldigd zijn. De winkeliers zullen
dus een zekeren tijd hebben om hunne voor
raden van de hand te doen.
Met betrekking tot rook-, pruimtabak en
snuif en sigaretten is van navordering af
gezien. De practijk heeft geleerd, dat gekor
ven tabak niet bij groote hoeveelheden door
debitanten tegelijk wordt ingeslagen, terwijl
het verschil tusschen den thans geheven
wordenden sigarettenaccijns (33J4 pet. van
den kleinhandelsprijs) en den voorgestelden
accijns (37'/2 pet. van den kleinhandelsprijs)
niet van zoodanige beteekenis is, dat over-
groote inslagen vóór 1 Januari 1934 door
kleinhandelaren en grossiers behoeven te
worden gevreesd.
De regeering heeft de voorkeur gegeven
aan het tweede beginsel. In de belasting
capaciteit ziet zij een objectieven en zui
veren maatstaf ter bepaling van do draag-1
kracht, aangezien op den belastingdruk an-
Een korting naar draag;
kracht der gemeenten
Ingediend is een wetsontwerp tot vermin
dering der uitkeering, bedoeld in artikel
3, onder b, der wet van 15 Juli 1929, en wij
ziging der wet van 18 Maart 1932.
De wet van 15 Juli 1929 tot regeling der
financieele verhouding tusschen het Rijk
cn de gemeenten bepaalt, dat de uitkecrin
gen per hoofd van de bevolking telkens
voor een tijdvak van vijf jaren worden
vastgesteld.
Het gekozen systeem bracht met zich. dat
de eenmaal vastgestelde uitkeering gedu
rende vijf jaren aan de gemeenten bleef
verzekerd, doch het is daarbij nimmer de
bedoeling geweest, dat dit zou beteekenen.
dat het Rijk tekorten van tientallen mil
liocnen in het gemeentefonds zou moeten
gaan bijpassen. Hier, als op zoo menig
ander terrein, heeft de crisis de gemaakte
berekeningen volkomen in do war ge
stuurd.
In plaats van het normale accres ver-
toondo de opbrengst der _,remeentefondsbe-
lasting schrikbare dalingen.
Aan dezen toestand zal in het jaar 1936—
1937 een einde komen. Met dat jaar vangt
do tweede vijfjarige periode aan. De uit-
keeringen uit het gemeentefonds zullen
dan opnieuw moeten worden vastgesteld en
dan worden be; kend naar de opbrengst
der middelen van het fonds over het iaar
1936/'37, die, naar zich laat aanzien, aan
merkelijk beneden het niveau der opbrengst
over het jaar 1931/32 zal liggen. Het Rijk
zal dus over het jaar 1936/37 geen tekort in
het fonds hebben bij te passen en het te
kort over de volgende vier jaren zal naar
mcnschclijkc berekening binnen zeer enge
grenzen blijven beperkt.
Dezo loop van zaken zal zoowel voor het
Rijk als voor de gemeenten groote bezwa
ren met zich brengen. Voor bet Rijk is het
ondoenlijk bij den toch reeds zeer moeilij
ken toestand der geldmiddelen over de
eerstvolgende jaren de geweldige tekorten
to blijven aanzuiveren. Voor de gemeenten
zal het groote moeilijkheden met zich bren
gen, wanneer zij tot cn met het jaar 1935/36
blijven in het genot der tegenwoordigo uit
keeringen, ora dan plotseling terug tc val
len op een veel lagor peil.
Het is daarom noodzakelijk, dat in bet
belang van beide partijen maatregelen tot
vermindering der uitkeeringen worden ge
troffen.
Dc eenvoudigste weg, om tot de hierbe-
doclde korting te komen, zou zijn, om over
do geheele linie de uitkeeringen met één
zelfde percentage to verminderen.
De rcgcering is evenwel van oordeel, dat
daardoor de budgetten van tal van gemeen
ten onevenredig zwaar zouden worden be
last, terwijl andere gemeenten die eon kor
ting van grootcren omvang zonder bezwaar
zouden kunnen lijden, slechts een geringen
druk van de toe te passen korting zouden
ondervinden.
Daarom verdient het aanbeveling een
kortingsregeling te treffen, welke met de
uitecnloopende draagkracht der gemeenten
rekening houdt.
Bij de samenstelling van een draagkracht
factor moet worden gekozen tusschen twee
beginselen: als maatstaf voor de draag
kracht der gemeenten wordt genomen de
feitelijko heffing en opbrengst der belas-
liiwcn Ovdn^intrrlrukV
Uitgetrokken was half miU
lioen, gevraagd wordt
6.5 millioen
Wettelijke regeling
Ingediend is een wetsontwerp tot steun
aan noodlijdende gemeenten
De wot van 15 Juli 1920, welke dc finan
dere factoren, als b.v. het financieel beleid cicele verhouding tusschen het rijk en do
der gemeente, invloed kan hebben. gemeenten opnieuw heeft geregeld, heeft
Zij meent, dat als maatstaf voor de kunnen verhinderen, dat een bclang-
draagkracht der gemeenten moet worden r,jk aantal gemeenten ill financieele moei-
genomen, de bclaslingeapaciteit, gemeten iijkheden is geraakt.- Voor een deel zijn die
naar de opbrengst van do belangrijkste al- moeilijkheden een direct gevolg van de cri-
gemeen geheven plaatselijke belastingen, bij I 31somstandighedcn, welke zich na bet in
heffing tot het wettelijk maximum, waar- w<M'king treden der wet hebben geopen
aan verder is toe to voegen de Rijksuitkce- ijaorc|, v00r ecn deel ook zijn zij veroor
ring van X gedeelte van dc hoofdsom der -,aaI_t ol vcr3tcrkt door do veelal belang-
grondbelasting. r^k uitecnloopende plaatselijke omstandig
Voorts kunnen naar de meening van dc i,P(icn. waarmede de algcmccnc verdoo
regeering voor do vergelijking van de lingsformulc van de wet van 1929, hoe theo
draagkracht der gemeenten niet worden rcliscll jujst cije 00k mogo zijn, uiteraard
uitgeschakeld dc winsten van bepaalde gcen rekcning heelt kunnen houden,
productiebedrijven, welke in vele gemeen- 1Iet s(ec,j3 gr0otcr wordend aantal ge-
tcn tengevolge van de hoogte, waartoe zij n,cen(cn, die tot steun in haar financieel
worden opgevoerd, als verteringsbelasting bcj)ecr c.cn beroep op liet rijk komen doen,
voor een belangrijk deel de plaats innemen ejscht dringend voorziening. De post,
van andcro belastingen. I welke op de begrooting voor Hoofdstuk V
In den draagkrachtfactor zullen daarom -s ui(getrokken voor steun aan noodltjden
moeten worden verwerkt de werkelijke win- do gcmeenlen, is bij den tcgenwoordigen
sten eener gemeente met de totaalsom van omvang der noodlijdcndhcid vele malen te
der.e opbrengst in allo gemeenten van het klojQ gieken. Hot aantal gemeenten, dot
Rijk, omgerekend in een bedrag per in- zich om financicoten bijstand tot de rcgec-
woner, resp. van die gemeente en van alle rjng hec[l gewcnd, bedraagt thans reeds on-
gemeenten te zamen, stelt da ontworpen g0veer 120 cn is nog voortdurend stijgende;
regeling voor elke gemeente^ vast. hoeveel bct be<jrag dat dezo gemeenten voor 1933
haar draagkracht beloopt in van de gem. mccnt,n noodtg te hebben, bedraagt in to-
draagkracht van alles gemeenten des Rijks taal ron(1 G - millioen. Dit bedrog is wel
terwijl aan de hand van het gewone per-1 waar in vele gevallen te hoog berekend,
centage wordt bepaald, met hoeveel pro
cent de uitkeering, bedoeld in artikel 3,
onder b. der wot van 13 Juli 1929 wordt
verminderd.
Uit een schaal, zooals die in artikel 1
van het wetsontwerp is opgenomen, blijkt,
dat van de korting zijn vrijgesteld de ge
eenten met zeer geringe draagkracht, dat
maar in vergelijking rnet dc 575.000, die
voor dit doel op bet thans niet sluitende
rijksbudget van 1933 is uitgetrokken, geeft
dit cijfer toch eenigerrncito een beeld van
den toestand.
Behalve door den evengenoemden post
op Hoofdstuk V der Rijksbegrooting, heeft
het rijk aan de gemeenten hulp geboden
zijn degenen, waarvan dc draagkracht per (loQr de wet van n Februari 1932, de zg.
inwoner, minder dan 30 pet. beloopt van Kasvoorschottenwct. dczq Wet voorziet
de draagkracht, gerekend per inwoner, van echter ancen jn i)Ct geval, dat cene gc-
alle gemeenten des Rijks. Op de uitkecrin-1 mccntc door bijzondere oorzaken, samen-
gen aan de gemeenten, wier draagkracht hangcndc mct de constellatie van de geld-
30 pet. en racer beloopt dan de gemiddelde markt> tijdclijk in credietmoeilijkheden ge-
Rijksdraagkracht, wordt oen progressieve j raak^ cn kan dus bovengenoemde be
korting toegepast. Op grond van gemaakte
berekeningen kan worden verwacht, dat
de korting op dc uitkeeringen over het jaar
1934/35 aan de hand van de voor dat jaar
ontworpen schaal, ecn vermindering van
uitgaven van het gemeentefonds zal ople
veren van rond 13 millioen.
Voor het geval evenwel later bij toepas
sing der desbetreffende bepalingen het be
drag der verminderingen in totaal meer
mocht beloopen dan de benoodigde som van
13 millioen, wil de Regeering dit meerdere,
zoodra zulks ecn bedrag van meer dan
100 000 zou gaan beloopen alsnog aan de
gemeenten restitueeren.
Deze restitutie zou pondpondsgewijze
moeten geschieden.
REKENKAMER ZAL SLECHTS 3 LEDEN
TELLEN.
zwaar niet voorzien. Daartoe is een maat
regel van meer algcmecne strekking noo
dig.
Bij de overweging van dien maatregel
dient nadrukkelijk op den voorgrond le
worden gesteld, dat op het rijk geen ver
plichting rust om de vastgeloopen finan
ciën eêner gemeente met bijdragen uit
's rijks kas weder vlot te maken. Do ge
meente is ecn autonoom rechtspersoon met
eigen financiën; de bijdragen uit 's rijks
kas aan do gemeenten worclen berekend op
grond van algemeene regelen cn de raad,
die onder toezicht van Gedeputeerde Sta
ten de gemeente bestuurt, is voor het in
orde houden der gemecnte-financiën ver
antwoordelijk.
Anderzijds echter heeft de praktijk der
laatste jaren wel geleerd, dat het rijk de
gemeenten in nood niet aan haar lot kan
overlaten, omdat de consequente toepas-
Bij de Tweede Kamer is ingediend een sing van het overigens juiste beginsel, dat
wetsontwerp tot wijziging van de Conipta- de gemeente als zelfstandig rechtspersoon,
biliteitswet 1927. Het ligt n.l. in de bedoo- met uitsluiting van ieder ander aanspra-
ling der regeering om het aantal leden der kelijk is voor haar eigen financiën, een te
Algemeene Rekenkamer te verminderen groote sghade zou doen aan andere alge-
tot drie I meene belangen.
Ter toelichting daarvan wordt nog op- De regeering staat derhalve op het stand-
gemerkt dat. nu het aantal leden tot drie punt. dat de noodlijdende gemeenten op
zal worden verminderd, de behoefte wordt practische gronden door het rijk geholpen
gevoeld om ook plaatsvervangende leden te moeten worden, maar na de bovenstaande
benoemen, ten einde te voorkomen, dat uiteenzetting zal het geen uitvoerig betoog
bij tijdelijke afwezigheid of ontstentenis meer behoeven, dat dc aanvaarding van
van leden het aantal te klein zou kunnen dit standpunt waarborgen eischt, eencrzijds
worden. 'll welbegrepen belang der gemeentelijke
autonomie, anderzijds, teneinde het der re
geering mogelijk te maken de verantwoor
delijkheid voor 's rijks financiën te blijven
dragen. Die waarborgen kunnen niet uit
sluitend hierin bestaan, dat aan het ver
leenen van ecn buitengewoon rijkssubsidie
voorwaarden worden verbonden, opdat de
gemeentelijke uitgaven zooveel mogelijk
worden verlaagd en de inkomsten tot de
toelaatbare grenzen worden verhoogd. Im
mers de ervaring tot dusver opgedaan met
den bovenaangohaalden begrootingspost
van hoofdstuk V, heeft geleerd, dat daar
door het rijk teveel achter de feiten aan
loopt en dc hulp der regeering eerst wordt
ingeroepen als het kwaad ecn moeilijk te
herstellen omvang heeft aangenomen. Het
risico, dat het rijksbudget loopt door de
aanvaarding van het beginsel, dat de nood
lijdende gemeenten uit 's rijks kas gesteund
moeten worden, dwingt ertoe do regeering
de bevoegdheid tot ingrijpen reeds in een
vroeger stadium tc verleenen cn 'wel zoo-
dra zich duidelijke cn algemeene sympto-
14on afteekenen, dat dc gemeentelijke uit
gaven bij een voortgaan in dezelfde lijn
weldra niet meer door de gemeentelijke in
komsten gedekt zullen kunnen worden.
De regeering meent als zoodanige symp-
toncn tc moeten aanmerken een niet slui
tend gemeentelijk budget en ecn onevenre
dig sterke stijging van den gemeentelijken
schuldenlast.
liet hierbijgaando wetsontwerp strekt
ecnerzijds om aan den steun aan noodlij
dende gemeenten een wettelijkcn grondslag
te geven cn anderzijds om aan de aanvaar
ding van dit beginsel zoodanige voorwaar
den tc verbinden, als in het algemeen fi
nancieel belang des rijks noodzakelijk zijn
tc achten.
OPHEFFING VAN DE GEZONDHEIDS
COMMISSIES.
Wijziging gezondheidswet.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van dc gezondheidswet.
BINNENLAND.
Dc millioenennota verschenen.
(Eersto Blad, pag. 1.)
Wetsontwerpen inzako couponbelasting,
verhooging accijns op tabak, steun aan
noodlijdende gemeenten, uitkeering uit het
gemeentefonds, enz.
(Eerste Blad, pag. 2.)
Zitting van Eerste en Tweede Kamer.
(Eerste Blad pag. 3).
Commentaar op de troonrede.
(Eerste Blad, pag. 3J
Medegedeeld door het K, N. M. I. to Do
Bilt.
IIoog6te Barometerstand 773.5 te Vardó.
Laagste Barometerstand 749.9 tc Blacksod.
Verwachting: Zwakke tot matige
Zuid Oostelijke tot. Zuid-Westelijke wind,
nevelig of zwaar bewolkt, waarschijnlijk
regenbuien met kans op onweer, weinig
verandering in temperatuur.
liet depresöi.'gebied over de Britsche
eilanden trekt langzaam óostwaarts. Dc
krachtige tot stormachtige Westelijke win
den ten Westen van het Kanaal houden
aan cn worden door een gebied met krach**
tigen Noord-Westélijkcn wind gevolgd,
zoodat de kansen op buien in onze omge
ving toenemen. In Duitschland, Zwitserland
en Zuid-Frankrijk is het weer grootendecls
betrokken of novelig, met lichten regen.
Over het Kanaal beginnen krachtige Zuid-
Westelijke winden door te dringen. Op de
Britsche eilanden is het betrokken of zwaar
bewolkt met plaatselijk regen. Ook in Scan
dinavië is de bewolking zwaar, maar valti
geen regen.
RIJDT VEILIG!
Maak een bocht naar rechts met
kleinen straal, een bocht naar
links met grooten straal; blijft
steeds op de rechter weghelft.
Dc hoogst zorgelijke toestand van do
financiën van het rijk on do gemeenten
dwingt er toe, zooveel mogelijk versobe
ringen in de openbare huishouding aan te
brengen. De minister beeft na rijp beraad
gemeend, hiertoe, wat den dienst der volks
gezondheid betreft, te kunnen medewerken,
door opheffing van de gezondheidscommis
sies. Hij doet dit voorstel met groot leed
wezen, omdat hij waardeering heeft voor
het vele, goede werk, dat staatsburgers in
die commissie voor het algemeen belang
hebben verricht; maar terwijl versobering
dringend geboden is, heeft hij cr naar ge
streefd, zooveel mogelijk vitale voorzienin
gen inzako de volksgezondheid te sparen.
Opheffing van de gezondheidscommissies
behoort tot de minst schadelijke maatre
gelen. Dc rijksbegrooting kan daardoor
met 53.200 verminderd worden; ook de ge
meentelijke begrootingen zullen verlichting
van lasten ondervinden.
Een heffingspercentage van
2 ten honderd voor
gesteld
Een zakelijke belasting
Ingediend is een wetsontwerp lot heffing
van een couponbelasting. Aan dc Memorie
van Toelichting wordt volgende ontleend:
an Toelichting wordt 't volgende ontleend:
lasting tc moeten gieten in den vorm van
een meer eenvoudige zakelijke belasting tot
een laag percentage, zonder vrijstellingen
(behoudens ccnige op uti'.iteitsgronden) en
zonder verrekening met de inkomstenbelas
ting, waarbij getroffen worden de opbreng
sten van Nederlandsclie obligaties en van
buitenlandsche effecten. Zoodanige heffing
Js in ons belastingstelsel niet misplaatst.
Wij kennen als zakelijke belastingen reeds
de grondbelasting en de dividend- en tan-
lièmobelasting. Naast deze belastingen van
het onroerend kapitaal en van de winstuit-
deelingen is een bêlasting op een ander
deel van het roerend kapitaal alleszins
erd baar, vooral waar dit deel al
tham voor zoover de binnenlandsche obli
gaties betreft minder dan andere ver-
mogensbestaoddeelen zijn opbrengst heeft
zien dalen als gevolg van den nood der
tijden.
Ten aanzien van de binnenlandsche ef
fecten is uitgegaan van het beginsel dat
aan de belasting onderworpen zullen *ijn
de opbrengsten van alle effecten, uitgege
ven door hier te lande gevestigde licha
men, behalve van die, welker opbrengst
reeds door de dividend- en tantièraebelas-
ting is getroffen. In hoofdzaak zijn dus vrij
gesteld de binnenlandsche aandeden, be
last de binnenlandsche obligaties, zonder
onderscheid wie hiervan eigenaar is.
De heffing van belasting is hier vrij een
voudig te regelen. Zij kan geschieden bij
de bron; degene die de opbrengst (in hoofd
zaak dus de obligatierente) moet uitbetalen
wordt tot schuldenaar van de belasting
verklaard met het recht om de belasting af
te houden bij dc uitbetaling van de op
brengst aan de daarop rechthebbenden.
Controle is vrij gemakkelijk. Do bclasting-
schuldonaren toch zijn hier in hoofdzaak óf
publiekrechtelijke lichamen, óf corporaties,
welker wrinstuitdeelingen aan de heffing van
dividend-en tantièmebelasting onderworpen
zouden kunnen worden, treden bij het uit
geven van hunne obligaties toch ook min of
meer in het openbaar op, zoodat '-«un be
staan aan het oog van den fiscus bezwaar*
lijk kan ontgaan.
De opbrengst van de buitenlandscha
fondsen is aan de belasting onderworp3n
verklaard, indien zij toekomt aan een per*
soon, die bier te. lande woont of aan een
lichaam, dat hier te lande is gevestigd.
De opbrengst van de in het wetsontwerp
bedoelde effecten raamt de minister op
320 millioen gulden, zoodat, bij een percen
tage van 2 ten honderd de opbrengst dot
belasting zou bedragen JÊ 6.4 millioeiL