RECHTER VAN INSTRUCTIE ALS GETUIGE
VAN DER LUBBE IS EEN
GEVOELIG MENSCH
WIE SLANK WIL BLIJVEN GEBRUIKT
OUD-BUSSEM
HET PROCES TE LEIPZIG
Marinus van der Lubbe voor den rechter; naast hem de tolk.
Niet steeds heeft hij er naar
gestreefd de waarheid te
zeggen aldus
Dr. Vogt
Dimitrof moet zgn mond houden
De heer Luger liceft alles gezien wat dr.
Söderman reeds heeft beschreven. Den li-
chamelijkcn toestand van den beklaagde
kon getuige niet bcoordeelen. Het gesprek
met hem was zeer eenzijdig geweest. Hij
zeide steeds slechts j a of n e e n.
Van der Lubbe's verdediger. Seuffert
U was toch eerst in de directiekamer, van
waar men van der Lubbe in den tuin kon
zien wandelen? Daar hebt u hem toch
krachtig zien wandelen? Het komt er op
aan op te helderen hoe de houding van
zijn armen waren.
Johan Luger: Do houding van zijn ar
men was natuurlijk. Iiij liet de armen slap
langs het lijf hangen.
Dr. Sack: Hebt u ook den beklaagde Torg
Ier toevallig gezien en in welke omstandig
heid?
Luger: Jn, ik heb hem toevallig met twee
andore heeren uit een kamer zien komen.
Een bijzonderen indruk van zijn verschij
ning heb ik niet gehad".
Hiermede is dit thema voorloopig afge
sloten.
Voortgezet worden de verhooren voor
de bewijsvoering en in do eerste plaats
wordt de commissaris der recherche Ilei-
sig gehoord over zijn werk en do door hem
afgenomen verhooren naar aanleiding van
de drie eerste gevallen van brandstichting.
Commissaris Hcisig aan 't
woord.
Commissaris Heisig zet uiteen, hoe het
verloop der eerste verhooren was. Volgens
deze verhooren wilde Van der Lubbe niet
een enkeling, doch de gemeenschap scha
den. Daarom probeerde hij ook brand te
stichten in openbare gebouwen, waarin veel
menschen kwamen. In een gesprek met
werkloozcn maakte hij naar zijn toenmali
ge beweringen vergelijkingen tusschen de
Nederlandsche toestanden en deelde mede
reeds in Nederland van alles van de Hitier-
regeering op de hoogte te zijn gesteld, zoo
dat hij er genoeg van af wist. Geheel van
zelf en zonder invloed van buiten had hij
op de vraag waar hij dan geweest was,
geantwoord, dat hij de brandstichting in
het crisisbureau en in het raadhuis had ge
sticht. Ondervraagd naar zijn motieven,
had hij steeds weer verklaard, dat het hem
er om te doen was, de regeering te bena-
deelen en een „vuursein", een „signaal", te
geven. Deze beide leuzen speelden in zijn
verklaringen een groote rol. Van den brand
in het raadhuis had Hcisig bij het eerste
verhoor van Van dor Lubbe nog niets ge
weten, aangezien daarvan nog geen aan
gifte was gedaan. Van der Lubbe was zelf
begonnen van deze eerste brandstichting
te vertellen. Ook dat de brand met vuur
makers was gesticht, vernam Hcisig van
Van der Lubbe, die zijn verkluringen zeer
uitvoerig deed, waarbij ook de financiccle
positie van Van dor Lubbe besproken was.
Dat hij deze vuurmakers gekocht had.
stond vast. Bij een confrontatie heeft zoo
wel de verkoopcr van der Lubbe herkend
als omgekeerd.
Do advocaat dr. Seuffert vraagt, wie bij
het eerste verhoor na den nacht na den
brand tegenwoordig waren.
Heisig: De heele kamer was vol. de po-
litie-president, de vice-president Thiel en
een groot aantal heeren uit de verschillen
de ministeries, tezamen ongeveer 40 of 50
personen.
Oberreichsanwalt Werner: Hoe heeft de
beklaagde van der Lubbe zich ten aanzien
van de regeering-Hitier uitgelaten? Heeft
hij zijn politieke meening gezegd?
Heisig: Ik kan niet meer precies zeggen,
welke bijzonderheden hij op de desbetref
fende vragen heeft geantwoord. In het al
gemeen bleek er uit, dat hij met liet
huidige systeem niet tevreden was en hij
heeft ook verscheidene malen opmerkingen
gemaakt, dat hij het volkomen eens sou
zijn met een gewelddadige oravcrworping
ervan.
Dr. Werner: Heeft hij zich uitgelaten over
zijn lidmaatschap van de politieke partij?
Heisig: Eerst niet, het bleek echter spoe
dig uit zijn verklaringen, dat hij het eens
met de communisten was.
De verdediger van Torglcr: Dr Sack: Kunt
U zeggen hoe het verhoor over de politieke
zienswijze van Van der Lubbe heeft plaats
gehad? Heeft hij uit zichzelf gesproken?
Heisig: Ja.
Dr. Sack: Hebt u gevraagd of hij mede
plichtigen had?
Heisig: Hij antwoordde, dat hij de zaak
alleen had gedaan.
Dr. Sack: Iloe geschiedde de confrontatie
met Torgler?
Ileisig: Van te voren was legen Van der
Lubbe en Torgler gezegd, dat zij zich tij
dens de confrontatie niet mochten uiten.
Na de confrontatie werden zij afzonderlijk
ondervraagd en Van der Lubbe zeide, op de
vraag:
„Kent u dien man?": „Neen".
Dr. Seuffert: Heeft hij het proces-verbaal
onderteekend?
Heisig: Ja, steeds zonder meer. Hij heeft
echter bij het voorlezen van do processen-
verbaal herhaaldelijk correcties aange
bracht.
Vervolgens wordt gehoord de commissa
ris der crimineele politie Zirpens. Deze her
innert zich niet alle bijzonderheden pi'ccies,
Wat ik in het proces-verbaal heb opgeno
men, is door Van der Lubbe woordelijk zoo
gezegd. Hij heeft ook goed getcekcnd. Toen
hij zich hoofdpersoon voelde, sprak hij zeer
goed.
Dr Bünger: Van dor Lubbe, je mag nog
eens als hoofdpersoon spreken.
Bij liet verdere verhoor van deze getuigen
stelt dr. Sack ecnige vragen in verband
met de teckeningcn, die Van der Lubbe
heeft gemaakt. De getuige merkte op, dat
Van der Lubbe graag toekent en dat liij een
groot talent heeft, -afmetingen en dergelijke
vast te stellen: zijn notities over de afme
tingen in den rijksdag waren b.v. zeer goed.
Een incident met Dimitrof.
Intusschen is de Bulgaarsche beklaagde
Dimitrof opgestaan en deelt medo, dat hij
twee vragen heeft te stellen.
Was er een Ncdei landschc tolk bij het
verhoor aanwezig, getuige?
Dr. Zirpens: Neen. Van der Lubbe ver
stond uitstekend Duitsch. Wij begrepen el
kaar volkomen, vooral bij het opstellen van
het proces-verbaal.
Dimitrof: Bij het eerste verhoor door com
missaris Heisig waren 50 officicelo perso
nen aanwezig. Hoe is het gekomen, dat bij
een zeer belangrijk politieverhoor, waarbij
da dader een Nederlander was, geen tolk
was
President: Dat hebt u reeds twee maal
gehoord. Ik herhaal echter voor u voor de
derde maal: beide commissarissen verkla
ren, dat Van der Lubbe uitstekend Duitsch
heeft gesproken en dat allen zich zonder de
geringste moeite met hem konden onder
houden. Hiermede is de vraag moer dan
voldoende beantwoord. In het vervolg zal
ik u niet meer zoo uitvoerig antwoorden en
wanneer ik u dan niet meer antwoord, kunt
u zeggen: „Mijn vraag was overbodig". (Op
winding).
Op een vraag van dr. Sack zette getuige
uiteen, hoe hij tot do in de akten vastgeleg
de meening is gekomen, dat de eerste drie
brandstichtingen door Van der Lubbe zelf
en alleen zijn geschied. Ongetwijfeld speel
den hierbij politieke motieven een rol.
De volgende getuige, de assistent der cri
mineele politie Marowski uit Berlijn, doet
mededeeling omtrent het onderzoek in het
Wohlfahrtsamt. In een gesprek tusschen
werkloozen, waarbij ook Van der Lubbe
aanwezig was, is er herhaaldelijk over ge
sproken, dat men door brand de arbeiders
klasse moest alarmeercn. Van der Lubbe
heeft bij de verhooren de fotografieën van
twee werkloozen, Zachow en Binger, her
kend.
Getuigo Marowski geeft dan verdere in
lichtingen over de verschillende verhooren
van Van der Lubbe, over de gesprekken
voor het Wohlfahrtsamt en elders. Va6tge-
stold was, dat Van der Lubbe op alles, wat
hij daar hoorde, 6teeds weer verklaarde:
„Men moet wat doen".
Van der Lubbe had ook toegegeven, dat
hij in de gesprekken gehoord had: „Men
moet de S. A.-licden met benzine begieten
8n ze in brand steken."
Van der Lubbe zelf heeft verklaard, dat
Zachow, wiens gesprekken voor het Wohl-^
fahrtsamt hij gehoord heeft, te lam is. Een
zekere Binge heeft gezegd, dat men open
bare gebouwen moest in brand 6teken. Ilct
6lot en den rijksdag had men toch niet
meer noodig. Binge liceft later dezo uitla
ting ingetrokken en verklaard, dat hij
haar niet ernstig bedoeld had. Bingo was
echter degene, van wien Van der Lubbe
gezegd heeft: „De jongen heeft gelijk."
Op allc6, wat do assistent van de crimi
neele politie Van der Lubbe bij de verschil
lende verhooren heeft voorgehouden, zeide
Van der Lubbe meest: „Dat is mogelijk".
Over hetgeen Bingo over de S.A.-lieden ge
zegd heeft, heeft Van der Lubbe zich niet
uitgelaten. Op alles echter, wat hij voor het
Wohlfahrtsamt gehoord heeft, heeft Van
der Lubbe triomfantelijk gezegd: „Zoo moet
het gaan". Dit heeft Van der Lubbe ook te
genover den assistent der crimineele politie
toegegeven. De houding van Van der Lubbe
was zeer lichtvaardig. Getuige heeft hem
dikwijls moeten vermanen zich te bedenken
en niet to lachen. In de kringen van de
menschen bij het Wohlfahrtsamt is er ook
over gesproken, dat Van der Lubbe een rood
boek heeft laten zien, dat getuigen herkend
zouden hebben als een ledenlijst van de
K.P.D. Met zekerheid kon in deze richting
echter niets vastgesteld worden. Van der
Lubbe heeft alles goed verstaan en heeft
over het algemeen ook toegegeven dat het
juist was, wat hem voorgehouden werd.
Do reconstructie van Van der Lubbe's
vroegere verklaringen wordt nog ecnigen
tijd voortgezet door het verhooren van de
beambten, die indertijd Van der Lubbe heb
ben verhoord.
Van der Lubbe had eens, volgens de ver
dere uiteenzetting van den reoherchcur Ma
rowski, een typisch communistenlokaal in
de Steinmetzstrasse in Neuköln opgezocht
en daar met werkloozen gesproken over
den politieken en economlschen toestand
Hij ontkondc aanvankelijk daar geslapen en
gegeten te hebben en een confrontatie met
een desbetrcffenden getuige was noodig om
hem dit te doen erkennen.
Dr. Werner: „De beklaagde heeft zijn
aanvankelijk 3 mededeeling die te belastend
was, later weer ingetrokken. Hod U don in
druk dat dit het gevolg was van een zwak
ke herinnering of een tactische verdedi
gingsmaatregel?"
Marowski: „Het was duidelijk tactisch
bedoeld. Eerst vertelde hij alles zonder be
denken, doch toon hij merkte, waar het op
aankwam, werd hij voorzicht'g en maakte
beperkingen."
De Bulgaarsche beklaagde Dimitrof stelt
ook bij het verhoor van dezen getuigo de
reeds driemaal gedane vraag, sedert wan
ne 2r bij het verhoor van Van der Lubbe een
Hollandsche tolk aanwezig was.
Dr. Sack: „Misschien is het mogelijk door
een vraag te mogen consta toeren, welken
juridischen grond de beklaagde Dirnitroi
voor dezo hardnekkige vraag heeft?"
Dimitrof: „Ik vraag het daarom, omdat
in mijn geval van het begin af, hoewel ik
Duitsch versta, steeds een tolk aanwezig
was. Daarbij heb ik dezen tolk in totaal
slechts tweemaal gebruikt."
President: „Beklaagde Dimitrof, mijn ge
duld mat U is thans uitgeput. U weet toch
zelf dat de beide Bulgaarsche beklaagden
geen woord Duitsch verstaan."
Commissaris Heissig bevestigt, dat Di
mitrof bij he tbegin van het onderzoek ver
klaard heeft, geen woord Duitsch te ver
staan.
Dimitrof ontkent dit en wil dan nog we
ten wanneer Van der Lubbe het laatst door
de politie verhoord is. Uit de stukken blijkt,
dat dit op 8 April voor de laatste maal ge
schiedde.
Dimitrof: „Ik stel deze vraag, omdat de
politie gepoogd heeft mij persoonlijk niit
den brand in het Slot in verhand te bren
gen, omdat een prentbriefkaart van het Slot
op mij -gevonden werd. Daarbij ben ik#nooit
door de politie met Van der Lubbe gecon
fronteerd."
President: „Waarom vraagt U dat aan
dezen getuige? Rechercheur Marowski had
met U toch nooit iets te maken Iiij kent
hot gcval-Dimitrof officie21 in het geheel
niet. Ik ontzeg U thans het vragenrecht ten
aanzien van dezen getuige.
Torglcr stelt get. Marowski de vraag:
„Van der Lubbe heeft gezegd, dat hij bij de
communistische betooging in het Sportpa-
last bij het debat het woord had willen
voeren. Het is een vaststaand© regel, dat in
communistische vergaderingen communis
ten bij het debat niet het woord krijgen
Derhalve kon Van der Lubbe slechts de be
doeling hebben gehad, uiting te geven aan
zijn niet-communistische opvattingen van
een tegenstander. IIccft get. Marowski deze
conclusie niet getrokken?"
Marowski antwoordt, dat hij over dit
punt met Van der Lubbe niet gesproken
heeft.
Dr. Sack: „Heeft rnen Van der Lubbe ook
het portret van Torgler voorgelegd?"
Marowski: „Neen".
De volgende getuige is de rechter van in
structi-: van het Rijksgcrechtshof dr. Vogt.
Hij heeft het voor-onderzoek geleid en zijn
verklaring komt hierop neer, dat tijdens
het voor-onderzoek v. d- Lubbe antwoord
op alle vragen, die tot hem gericht waren,
heeft gegeven. Éénmaal had hij gezegd, dat
wanneer de boeien niet geslaakt zouden
worden, hij zich genoodzaakt zog m de toe
komst in hongerstaking to treden en -geen
verklaringen mesr af te leggen. Dr. Vogt
had hem toen gewezen op de normale orde
van het proces en hem gezegd, daf hij wan
neer hij in hongerstaking zou treden ook
dan de verpleging zou krijgen die hij noo
dig had Den volgenden dag werd v. d. Lub
be wederom verhoord.
„Hoe heeft U het middageten gesmaakt?"
v. d. Lubbe antwoordde zichtbaar vrien
delijk: Dank U goed. In de toekomst is,
voor zoover ik mij kan herinneren, een
verdere moeilijkheid met v. d. Lubbe niet
meer ontstaan. De wijze waarop v. d. Lub
be placht te spreken, was zoo. dat men zag.
dat hij nauwkeurig overlegde wat hij zei
de. Het viol op, dat v. d. Lubbe een geheel
eminente gedachtcngang bezit. Het was zeer
zeker niet gemakkelijk, hein to verhooren.
v. d. Lubbe heeft, evonals do andere be
schuldigden er geducht rekening mee ge
houden of zijn verklaringen, zooals hij die
Filiaal te Amersfoort: Stationsstraat 33 Tel. 1258.
vetvrije Yoghurt van
per flesch 12 cent
juist achtte, in hot protocol werden vast
gelegd. Indien v. d. Lubbe thans een andere
houding dan vroeger aan den dag legt, dan
heb ik dat verwacht, v. d. Lubbe is een ge
voelig mensch. Hij wenscht niets to zeggen
wat hij natuurlijk acht. Niet steeds heeft
hij er naar gestreefd de waarheid te zeg
gen.
Scnaalspresidcnt dr. Bucnger: IIccft v. d
Lubbe de gebeurtenissen, in het bijzonder
den „brandweg", steeds op dezelfde wijze
geschilderd?
Getuige Vogt: Neen! Ik geloof niet dat
het ooit mogelijk zal zijn uit de verklarin
gen van v. d. Lubbe een duidelijk beeld
te krijgen, hoe hij is geloopen. Toen
ik v. d. Lubbe voorhield, dat het toch
onbegrijpelijk is, wanneer hij in de zaal
voor plenaire zittingen wilde gaan, in de
vestibule voor de open deur weer terug
keert door een brandend portier naar de
wenteltrap cn pas later weer uit den kelder
loopt.
Hierop antwoordde hij: „Ja, of ik zoo
ben geloopen, weet ik heelemaal niet."
Do getuige geeft dan een aantal voor
beelden, \olgcns welke de beschuldigde
v. d. Lubbe de gebeurtenissen in vele ge
vallen geenszins juist heeft geschetst In do
protocollen komt niet duidelijk genoeg tot
uitdrukking, dat v. d. Lubbe klaarblijkelijk
in portaal II is geweest.
Senaatspresident Buengcr: Er zijn toch
wel sporen genoeg gevonden.
Getuige: Het is niet zoo, dit v. d. Lubbe
wel steeds zal hebben gelogen. Overigens
zijn immers ook zijn kleedingsstukken ge
vonden. Ik moet er nog op wijzen, dat het
geenszins zoo is, dat v. cl. Lubbe zonder
meer alles heeft bekend. Ilct heeft moeite
gekost, wat uit hem te krijgen. Meestal was
het zoo, dat wanneer men hem bewijsstuk
ken of getuigenverklaringen voorheild, hij
toegaf: Ja, het is zoo geweest. Vogt verklaart
voortsf dat v. d. Lubbe heeft erkend hij
■Tanccke en Schlaffke te hebben geslapen.
Hij heeft v. d. Lubbe voorgehouden, dat
hier de brug naar de K.P.D. is.
In antwoord op een desbetreffendo vraag
deelt Vogt mede slechts te kunnen zeggen,
dat v. d. Lubbe in het algemeen vriendelijk
cn beleefd was. Dat v. d. Lubbe ook andere
zijden heeft, heeft Vogt ondervonden. Hij
is ook eens handgemeen geweest met een
beambte en een andere botsing zou hebben
plaats gehad. Overigens heeft Tancf één
maal een poging tot zelfmoord gedaan en
Dimitrof heeft mij zelf met de beido vuisten
bewerkt.
De getuige bevestigt voorts, dat bij het
verhoor van v. d. Lubbe slechts nu en dan
voor bepaalde uitdrukkingen gebruik is ge
maakt van tolken.
Dr. Sack vraagt Vogt of Torgler naar zijn
mccning de waarheid heeft gezegd. Getuige
meent, dat Torgler wel is waar geen moei
lijkheden heeft gemaakt, dat de verklarin
gen van Torgler naar zijn meening in over
eenstemming zijn met de waarheid, daar
van kan geen sprake zijn. Iiij heeft bijv.
beweerd niet in portaal II te zijn gezien.
v. d. Lubbe verklaart niets te hebben op
to merken cn bc\estigt, dat hij alles heeft
begrepen.
Lang te voren was de beschuldigde Dimi
trof reeds wèpr zijn boekje to buiten ge
gaan, door to", vragen of de getuigo reeds
vóór 1 April een mededeeling heeft laten
publiceeren, volgens welke Dimitrof, Popof
cn Tanef in verbinding zouden staan met
de stichters van den brand in het Rijks
daggebouw cn ook betrokken waren ge
weest bij den aanslag op den kathedraal te
Solia. „Ja of neen", schreeuwt Dimitrof.
De gchcelo zaal lacht.
Senaatspresident Bucnger: Dimitrof, wan
neer dat niet anders wordt, wordt je een
voudig uitgesloten cn heb je heelemaal
niets moor te zeggen.
Getuige Vogt constateert, dat hij Dimitrof
reeds in den loop van het vóórondcrzock
persoonlijk heeft verklaard, dat deze mede
deeling op grond van een vergissing is ge
publiceerd. Ik weet overigens nog niet, of
ik mij daarmede heb vergist. Het in ver
band brengen van Dimitrof met- den aan
slag op den kathedraal van Sofia is naar
de mcening van dr. Vogt volkomen gemo
tiveerd, want cr zal nog een getuigo ver
schijnen, die hier voor liet gerecht zal
schetsen, hoe hij Dimitrof en Torgler sa
men in den Rijksdag heeft gezien en dat hij
zelf ook het portret van Dimitrof heeft zien
uithangen als dat van den pleger van den
aanslag op den kathedraal te Sofia.
Dimitrof hoort zich op een gegeven
oogenblik door den voorzitter de woorden
toevoegen: Nu houdt U maar Uw mond.
Dr. Vogt constateert, dat de indertijd af
gegeven verklaring door het verdere onder
zoek is bevestigd. „Wij zijn immers alleen
tot die drie Bulgaren gekomen, omdat hun
betrekkingen tot v. d. Lubbe zijn vastge
steld.
Dimitrof: Ik bob een brief aan het Fran-
sche „Rnquetorium" geschreven cn daarin
medegedeeld, dat ik met de brandstichting
niets te maken heb. Deze brief is terugge
wezen.
Getuige Vogt: Ik kon deze mededeeling
niet toelaten op grond van de strafproces-
verordening. Op verdere verwijten van
Dimitrof constateert de getuige, dat Dimi
trof zich nimmer lot het Rijksgerechtshof
als laatste instantie heeft gewend. De pre
sident ontneemt verdachte Dimitrof ten
slotte het woord. „Wanneer hij nog één
woord zal zeggen, wordt hij direct wegge
leid"
De zitting wordt verdaagd lot Donder
dagochtend half tien.
Het proces za] Zaterdag enkele
dagen worden onderbroken.
Naar het H.N. meldt, zal het proces van
Zaterdag tot Diensdag rusten in verband
met de vergadering van den Duitschcn ju
ristendag.
Mr. B. W. Stomps, advocaat to Heem
stede, dio door de familie v. 4. Lubbe was
aangezocht om de verdediging op zich te
nemen en dio zich te dien einde naar
Leipzig had begeven, is Woensdag per
vliegtuig teruggekeerd.. Hij is acht dagen
in Leipzig gebleven, waar hij liet proces bij
woonde cn Van der Lubbe gesproken heeft.
Ook is hij daar gehoord.
Mr. Stomps deelde ons mede, toen wij he
denmorgen een onderhoud met hem had
don, dat min in Duitsohland zeer
voorkomend behandeld had. Wel is waar
kon hij aanvankelijk niet op do tribune
worden toegelaten, omdat alle plaatsen
(zitplaatsen) bezet -waren, doch hij werd
tenslotte toegelaten op dc plaats van den
stiefbroer van Van eter Lubbe, die niet
kwam.
Do rechters zitten aan c£XJ flauw gebogen
tafel, waarvoor do tafels cf£T deskundigen
staan en waarvoor ook een vertegenwoor
diger van liet propaganda-miikisterie zit.
Het was opmerkelijk, dat er twi?e procu
reurs-generaal aanwezig zijn n.l. öf. Wer
ner en Parisius. De rechters zijn nazi's,
omdat iedereen in Duitschland eigenlijk
nazi is, maar het zijn dezelfde rechters dio
in 't gerechtshof te Leipzig zaten voor Hit
ler's bewind. Er is geen enkele nieuwe bij
gekomen. Mr. Stomps is ervan overtuigd,
dat zij volkomen objectief recht zullen spre
ken. Hebben zij niet het van hoogerhand
uitgevaardigd persverbod onverbindend
verklaard? En gaven zij niet in het geschil
tusschen Pruisen en het Duitsche rijk Prui
sen gelijk? Twee uitspraken, die toch niet
ten gunste van het Rijk waren en die toch
voor onafhankelijkheid pleiten, maar zij
moeten volgens de wet rechtspreken. Zij
mogen de wet niet, evenmin als dat in
Nederland mogelijk is, aan de Grondwet
toetsen. Zij mogen een in strijd met do
grondwet staande wet niet terzijde stellen
en zoo moeten zij, als het zoover komt, de
wet toepassen, dio Van der Lubbe en do
andere verdachten zouden hebben overtre
den en dat is de wet. die gemaakt is na
den brand in het rijksdaggebouw'.
Mocht het gerechtshof die wet toepassen,
dan zou zich het geval voordoen, dat
iemand met den dood gestraft werd, voor
het plegen van een daad, die, toen zij ge
pleegd werd, niet met den dood gestaft
mocht worden en toch mag het hof di»e wet
niet terzijde stellen. Die wet stelt de dood
straf op hoogverraad cn onder hoogverraad
valt het verwekken van oproer en het doen
van pogingen tot. het verwekken van op
roer tegen het bevoegde gezag. Nu is er
brand ontstaan in liet rijksdaggebouw, op
den keper beschouwd geen geweldig grooto
brand. Een gedeelte van den zijvleugel en
de koepelzaal verbrandden. Verklaart Van
der Lubbe nu, dat hij den brand gesticht
heeft, als teeken voor een oproer, en is dat
bewezen, dan wordt hij veroordeeld.
Als v. d. Lubbe echter beweert, dat lijj het
alleen deed om de arbeiders wakker to
schudden als waarschuw ingssein voor hen
om zich van hun leiders af te keeren en
niet als teeken voor een oproer, dan is ge
noemde wet niet op hem van toepassing.
Over de persoon van Van der Lubbe zei
mi'. Stomps, dat hij in zijn soort een idea
list is, die een vastgestcldcn weg volgt. Hij
wordt vooral gedreven door de Ich—trieb.
Zijn zwijgende afwijzende houding ter te
rechtzitting acht mr. Stomps een pose cn
hij vermoedt, dat Van der Lubbe aan het
eind van het proces wel uitvoerig zal spre
ken.
Iiij vroeg Mr. Stomps naar zijn gesprek
met Van der Lubbe. Een gesprek was het
eigenlijk niet, zei hij. Toen ik binnenkwam,
stond Van der Lubbe op en bleef met ge
sloten oogen cn hangend hoofd staan. Op
geen mijner vragen antwoordde hij cn hij
reageerde pas aan het eind. Toen zei hij
slechts: „Neen". Na dit bezoek aan Van der
Lubbe verhuisde ik van dc achterste rij op
de tribune naar dc goede plaats aan do
perstafel cn daarna werd ik, zoo als bekend
is, gehoord.
Ik verklaarde wat ik gedaan had, toen
Dr. Sack me ecnige vragen stelde. In de be
richten uit Leipzig is het in de pers voorge
steld, of ik daarop onmiddellijk heb geant
woord doch dit is niet waar: Ik heb er gron
dig over nagedacht. In dc benauwenis van
de zaal en de sfeer, of ik daarop mocht ant
woorden cn of mijn beroepsgeheim het mij
niet verbood. Tenslotte kwam ik tot do
overtuiging te kunnen spreken in het be
lang van Van der Lubbe.
Mr. Stomps toonde ons een pakket vuur
makers als door van der Lubbe gebruikt
is. Zoon pak bevat 20 kleine blokjes nau
welijks ecnige c.m. hoog cn dik. liet zijn
paraffine-aanmukers, die men in do kachel
deponeert en aanstookt. Men legt er een
voudig briketten omheen cn de kachel
brandt. Een zoon blokje is reeds genoeg
\oor écn kachel. Zou bet dan niet gemak
kelijk zijn om een zaal met houten stoelen
cn houten wanden met behulp van dio
vuurmakers in brand te steken? Moeten
daar dan wagonladingen brandstof voor
noodig zijn? Van der Lubbe kan handlan
gers gehad hebben, er zullen misschien
personen geweest zijn, die hem bij zijn
werk hebben geholpen, maar hij heeft het
niet gedaan, aldus mr. Stomps, in partij
verband, niet om oproer te'maken.
Op 5 Oct. zal dc behandeling van deze
zaak naar Berlijn worden verlegd voor ge
rechtelijke plaatsopneming. Mr. Stomps
overweegt zich dan eventueel wederom
naar Duitschland te begeven om in Berlijn
zijn indruk over deze zaak uit te breiden.
Nieuwe getuigen.
Leipzig, 28 Sept. (V.D.) Het beeld bin
nen en buiten het gebouw van het rijksge
rechtshof is hedenmorgen levendiger dan
de vocrige dagen. Men schrijft dit toe aan
de to Leipzig de ronde doende geruchten,
dat de getuigen, die heden gehoord zullen
worden, voor een deel uit concentratiekamp