ARTIFORT FAUTEUILS 100e GEBOORTEDAG VAN ALFRED NOBEL DE UITVINDER VAN HET DYNAMIET Nieuwe Uitgaven „DE PAPAVER" HET SPECJ AALHUIS VOOR HANDWERKEN. Wij brengen steeds HET NIEUWSTE op handwerkgebied NIEUWE MODELLEN voor dames, heeren en kinderkleeding. KNIPPATRONEN voor jampers met beschrijving. De nieuwste handleidingen. Vele wolsoorten. Uitsluitend de betere kwaliteiten. Utrechtscheweg 85. Tel. 15. 10 JAAR GARANTIE alleenverkoop Firma J. W. van ACHTERBERGH meubileering westsikgel10-13 UIT HET HOOGE NOORDEN Waarom hij zijn enorm vermogen bestemde voor ethische doeleinden Het instituut der Nobel'prijzen Midden-in de Stockholmsche city ligt een •wijk van oude vuile huizen en smalle, hel lende straten met hobbelige keien. Vroeger, toen Stockholm nog niet de pretentie had een grootstad te zijn, kwamen van het plat teland de vrachtrijders hierheen met hun zware wagens, reden in den winter de boe ren uit Sormland en Dalarne en Halsing- land met hun karavanen van volgeladen sleden naar de hoofdstad om in deze buur ten de vrachten gerookt en gezouten vleesch, zalm en huiden en weefsels op te bergen in do gezamenlijke pakhuizen, om er bij de handelaren alles in te slaan, wat zij een heel jaar noodig hadden en thuis niet konden krijgen. Er is maar weinig ver anderd in deze buurten hier en daar is een groot kantoorgebouw of een huurkazerne voor tientallen gezinnen gekomen, maar de meeste oude huizen liggen er nog geheel zooals zij anderhalf k twee eeuwen geleden gebouwd werden, de meeste slechts een of twee verdiepingen hoog met koper-beklec- de daken en groezelig gele muren, mot een groote inrijpoort, die toegang geeft tot een hreede binnenplaats, waar rond schuren en stallen zich hebben geschaard in gemoedc- Jijk'e wanorde. Er zijn werkplaatsen en ga rages en pakhuizen nu en in huizen aan de straat hebben kleine handelaartjes hun donkere winkeltjes. Veel antiquairs wonen er, hun koopwaar vraagt als 't ware naar oude lage ruimten, die van den uitgesleten vloer tot de zoldering volgepakt kunnen worden met meubels en schilderijen, kris tallen kronen en koperen vaatwerk, roesti ge wapenrustingen en wormstekige bazuin engeltjes en meer ouden rommel, maar de liefhebbers wéten deze winkeltjes te vin den en halen er niet zelden kostbare aan winsten voor hun collecties vandaan En in een van deze huizen, "Xorrlands- gatan 11 is den 21sten October 1833 dus nu juist een eeuw geleden, Alfred Bernhard Nobel geboren. Toen Alfred Nobel nog slechts enkele ja ren oud was verhuisde de familie naar Sint Petersburg, omdat zijn vader een mijn had geconstrueerd, die onder zijn persoonlijke leiding in een der Russische munitiefabrie ken in duizenden exemplaren gefabriceerd zou worden. Bij het begin van den Krim- oorlog ontwierp hij do mijn versperringen in de Finsche Golf, die zeer doelmatig ble ken tc zijn, al was hij zelf niet tevreden. Hij experimenteerde, met zijn intusschen volwassen geworden zoons, met verschil lende ontplofbare stoffen, die ton deele de gewenschtc resultaten hadden, nioar die in 1863, toen het Stockholmsche laboratorium in de lucht vloog, den jongsten zoon het leven kostte. Desondanks zette Alfred No bel de proefnemingen voort, nu, wegens een verbod van de autoriteiten, op een zolder schuit in het Malarmeer en weinige jaren later deed hij zijn eerste opzienbarende uitvinding, vond hij bij het zoeken naar een ongevaarlijke soort nitroglycerine het dynamiet uit, dat voor den mijnbouw en den aanleg yah tunnels van groote betee- kenis werd en waarvan de productie hem schatten opbracht. In totaal kreeg Alfred Nobel patent op niet minder dan 85 uit vindingen. hij had fabrieken in allerlei landen, was betrokken bij verschillende bijbedrijven en legde den grondslag voor de bekende kanonneneieterij van Bofors. Maar in de laatste jaren van zijn leven, toen hij zich in zijn laboratorium te San Bemo noc steeds bezig hield met nieuwe proefnemingen, schijnt Nobel veel getobd te hebben over zijn leven en zijn werk. Men zegt, dat nij zich toegelegd liaa op het vervaardigen van voor hun gebruikers minder gevaarlijke ontplofbare stoffen om de jnenschheid te helpen, om hun de krocht tc gev°n wegen door de bergen te breken, om hen te holnen gemakkelijker de delf stoffen te onisrinnen. en in ziin later leven, toen hij de resultaten van zijn den ken en ziin werken zag. toen hij zag. hoe die ontplofbare stoffen gebruikt werden om het oorlogstuig steeds meer te perfec- tioneeren, om mcnschen tc vermoorden, moet zich een diepe wroeging van hem meester gemaakt hebben. En den 27sten November 1895, nauwelijks meer dan een jaar voor zijn dood. schreef hij zonder hulp van een notaris zijn testament, waar in hij vrijwel zijn geheelc vermogen be stemde voor het uitdeelcn van jaarlijksche prijzen aan ..degenen, die do mcnschheid do grootste diensten hebben bewezen". 10 December 1896 overleed Alfred Nobel te San Remo. En een maand later kwamen twee verwanten, die tot executeurs tes'a mentair waren aangewezen, bij een jongen Stockholmschen advocaat om diens hulp en bijstand in to roepen. Want, zooals het in Zweden zoo vaak gaat wanneer een vermo gend persoon zijn nalatenschap geheel of ten decle aan instellingen en niet aan ne ven cn nichten en andere bloedverwanten vermaakt, zoo protesteerden ook nu onmid dellijk vele leden van bet. geslacht Nobel tegen dit test'ament. dat immers niet vol gens dc voorschriften was opgemaakt en daarom ongeldig verklaard diende te wor den. Maar er deden zich meer moeilijkhe den voor. Het vermogen van Nobel was in verschillende landen belegd cn bet zou zeer goed mogelijk zijn, dat de autoriteiten in die verschillende landen zich tegen uitvoe ring van het testament zouden verzetten. In politieke kringen had men er groote bezwaren tegen, dat do Vredesprijs niet door een Zweedsche instelling uitgedeeld zou worden maar door een commissie uit het Noorsche storting en ook van de zijde der Zweedsche instellingen, die de andere prijzen zouden moeion toekennen, rees ver zet. Er werden allerlei onderhandelingen gevoerd, dc advocaat reisde kris en kras door Europa héén om de zaken te regelon en geholpen door enkele autoriteiten, die wèl voor de plannen van Alfred Nobel voelden, slaagde dc advocaat er in. het deel van liet vermogen, dat in Frankrijk beloud was, los te krijgen en do kostbare napieren naar het buitenland tc zenden. Enkele uren later verzochten de familie leden aan dc Fransche autoriteiten beslag op een en ander te leggen, manr do schat was toen reeds in veiligheid. De zaak zou niet verder in Zweden behandeld kunnen zijn, wanneer men niet had kunnen bewij zen. dat Nobel, die dc laatste jaren steeds in het buitenland had gewoond, niet in zijn vaderland ook een domicilie had ge had. Maar de advocaai ontdekte nu lang snuffelen, dat Nobel bij Bofors een boer derij had gekocht, waar steeds een kamer met enkele meubels uit het ouderlijk buis voor hem in gereedheid was wanneer hij eens enkele dagen in Bofors rust kwam nemen, en zoo was deze moeilijkheid ook uit den weg geruimd en kon de belang rijke procedure voor den Zweedschen rech ter. zij het dan ook dc kantonrechter van een heel klein stadje in de buurt van Bofors. verder behandeld worden. Dit was van bijzonder groot belang, omdat het tes tament in het buitenland zeker ongeldig verklaard zou zijn. terwijl het bier in Zweden onder bepaalde omstandigheden door de kroon aangevuld zou kunnen wor den. Tijdens het proces kregen dc execu teurs en de advocaat een onverwachte maar zeer welkome hulp van den verte genwoordiger van den Russis'chen tak van het geslacht Nobel, den toenmaligen petro- leumkoning van Bakoe, Emanuel Nobel, die zich niet aan dc zijde van zijn familie leden wenschte te scharen omdat hij de in het testament vervatte plannen van zijn oom zeer sympathiek vond en hij tevens volkomen instemde met de maatregelen, die intusschen genomen waren tot dc verwer- keluking daarvan. En zoo kon men iu Mei 1898 tot een minnelijke schikking komen, de familieleden kregen 1.200000 kronen en na nieuwe onderhandelingen met de be trokken instellingen keurde de regeering in Juni 1900 de statuten van de Nobelstieh- ting goed, die kort daarna haar werkzaam lieden met een fonds van ruim 31 milliocn kronen kon aanvangen. Sedert 1901, toen voor de eerste maal de vijf Nobel-prijzen voor natuurkunde, scheikunde, fysiologie en medicijnen, let terkunde en voor bevordering van den we reldvrede zijn uitgereikt, is uit de op brengst van het ionds reeds 19.237,725 kro nen aan beoefenaars der wetenschap, auteurs en strijders voor den vrede ten goe de gekomen. Drie instellingen en 166 per sonen zijn uitverkoren geworden voor een Nobelprijs, die altijd meer dan honderd duizend kronen bedragen heeft, al moest men zich in het crisisjaar 1923 met ..slechts" 115000 kronen tevreden stellen en kregen dc- gelukkigen van 1931 elk ruim 173 000 kronen. Er zijn ter wereld, als ik het goed heb, naar schattiug 1800 milliocn mcnschen en daarvan moeten de vijf Nobel-commissies er dan telkeiijarc elk een uitzoeken, die op zijn gebied den prijs het meest waardig is. Het is een zeer zware taak en alleen hier om is het vermoedelijk al goed, dat over de uitspraak niet officieel geprotesteerd kan worden en dat de commissies zich for meel althans niets van de vaak heftige dis cussies aantrekken. Uit den aard der zaak bemoeit het groote publiek zich het meest met de toewijzing van den Nobelprijs voor letterkunde, omdat men meent hierover zelf een oordeel tc kunnen vellen, terwijl dat, zoo gauw het wetenschappelijke prij zen betreft, natuurlijk niet meer het geval is. Trouwens, vele winnaars van de Nobel prijzen voor scheikunde of natuurkunde of medicijnen zijn buiten de kringen der vak- menschen, buiten hun eigen land vaak vol komen onbekend vóór zij naar Stockholm opgeroepen worden om uit handen des ko- nings de chóque en de Nobelmedaillo en het fraaie in blauw marocain-leder gebon den di»tloraa in ontvangst te nemen. Dan zitten zij daar op het podium van dc groote zaal van het Concertgebouw, niet zelden een beetje met zichzelf geen raad wetend, maar de zaal in te kijken, waar goud en het bonte emaille van ridder orders en kruizen pronkt op rok cn plas tron, waar op de eerste rij dc leden van het koninklijk huis hun plaatsen innemen als hoog boven het podium dc bazuinen hebben geschald en de muziek den ko- ningsmarsch speelt. Dan worden er rede voeringen gehouden over do verdiensten van de winnaars van de Nobelprijzen, clan dalen zij een voor een liet steile trapje af om naai* den langen grijzen koning van Zweden te gaan, dan brengt clc ergens in "t verborgen opgestelde concertgebouw or kest schoone muziek ten gehoore. Het is telken jare vrijwel hetzelfde, liet gaat steeds volgens het eender program, alleen de mcnschen veranderen. Maar liet kan ook gebeuren, dat er eeni- ge afwisseling komt. Anatole France, die in 1921 den literatuurprijs kreeg, moest uren lang door den Fransclicn gezant be werkt worden voor hij er eindelijk toe to bewegen was, zijn karaorju«j.c en zijn slob berbroek te verruilen voor een smoking een rok wilde bij onder geen voorwaarde aantrekken cn met den gezant naar het Concertgebouw to gaan. Maar de beroemde schrijver nam wraak en toen de secretaris van de Zweedsche Academie een schitte rende rede liielcl over zijn oeuvre, zat de oude Anatole France diep in zijn tc groot lijkende zetel gedoken tc snurken. En en kele jaren geleden geviel het, dat een be kend Britscli-Indisch geleerde, die in de dracht van zijn land gekleed daar zoo merkwaardig afstak tegen al cle uniform in rok gesloken Europeanen om hem heen, koning Gustaf tegemoet trad met dc bui gingen en de gebaren, die de wetten van zijn volk hem voorschreven. Daarna zou een Duitschor, eon type van een geleerde, zijn prijs in ontvangst gaan nemen. En blijkbaar in do meening, dat al deze geba ren tot de etiquette van het Zweedsche volk behoorden, trad bij daar langzaam naar den zetel van den koning toe, telde de passen, boog zich diep, bracht, zooals hij het den feritsch-Indiér had zien doen, voorzichtig de handen voor de horst, voor den mond voor het voorhoofd, strekte zich woer, maakte nog eenigc passen, boog op nieuw en trad, verheugd, dat. deze cercmo- niet voorbij was, op den koning toe, die liecl vermaakt legen hem glimlachte en joviaal op den schouder klopte. Stockholm. October. BERTIL J. LETTERKUNDIGE KRONIEK Dr. Dumay verliest, d ,or Menno ter Braak, (Rotterdam, N'ijgh en van Ditmar, 1933). Over de romans van Menno ter Braak zijn velen, dij dien auteur als geest en als kritikus waardeeren, minder goed tc spre ken. Men verwijt hem, dat in zijn roman werk het. hart zwijgt, en dat liij zijn boeken alleen maar schept uit een intellectueele verbeelding. Wij willen dat verwijt niet ter stond overnemen, maar wij willen wel een praealabelj vraag stellen, en trachten te beantwoorden, alvorens wij komen tot eene becordeeling van dit, zijn nieuwste boek. Die praealabile vraag luidt aldus: Is een kritikus, a^.s zoodanig, al dan n:ct in staat tot lier opbouwen van een roman? Die vraag heeft zin, want de kritische functie is aan de creatieve volkomen tegengjsteld. De geestcsgewoonte van den kritikus is een totaal andere dan die van den rom meier, cn wij behoeven ons er niet over te ver wond jren, dat, bijvoorbeeld Busken IJuet, die cle representatieve kritische geest ge weest is van zijn tijd, een allerakeligsten roman, „Lidewijde" hïeft geschreven. In deze opmerkingen ligt ons antwoo d op de gestelde vraag besloten. Wij ontkennen de mogelijkheid van een synthetischen ro man. geschreven door een kritisch-georiën- teerden geest. Want deze laatste mist een zekere mate van bewustheil, die noodig is, wil een boek als het ware door den auteur heen en zijns ondanks worden geschreven. Zoo zal de kritikus, die zich op de ro mankunst werpt, altijd min of meer gebon don zijn aan levenswankele oi gecompli ceerde individuen Deze toch sluiten het dichtste aan bij cle functie, welke hij ge woon is tc verrichten. Het is dikwijls vastgesteld, dat een groot aantal romans, die door dc jongere Neder- landsche schrijvers worden gewrocht, eigen lijk meer essays in verhaalvorm zijn, dan romans in den eigenlijken zin van het woord. Maar daaruit blijkt, dat over het algemeen de moderno Nederlandsch i proza kunst nog al te z»er door een intellectueel- kritisch psychologismo is beïnvloed, en deu doop der groote, alles overgolvendc tijd- stroomingen nog niet heeft ondergaan. Zoo ontstaan er telkens werken, die in hun genre voortreffelijk zijn, maar die niet le vensliefde, maar levenshaat of, war, nog er ger is, levens-afwezigheid verraden Uit een vertwijfeld boek kan de levensliefde op laaien, maar uit een boek als dit laatste werk van Ter-Braak staren twee koude, ziel- looze oogen ons aan. Het leven in een schema te vatten, het niet te ondergaan, zich door een ironische of cynische of wijsgeerige houding aan zijn wreede wetten te willen onttrekken, dat be- teekent: verraad aan het leven. En het la ven is verraden in dit nieuwe boek van Ter-Braak. De inhoud is spoedig verteld. Dr. Durmay is leeraar in de oudo talen, aan een gym nasium, ergens in ons land. Hij is vrijge zel, maar het valt hem moei'ijk zijn een zaamheid te dragen. Wanneer hij leö moet geven in de klasse, clan loopt hij tc mijme ren over een meisje, Marie, dat hem zoo nu on dan komt bezoeken, zonder dat die verhouding zich tot een beslissing ontwik kelt, en wanneer enkele jongens hem hei melijk in het ootje nemen, dan reageert hij daarop min of meer ontstemd. Ilij laat niet spotten met zijn leeraars-prestige, maar hij staat zoo ironisch tegenover zichzelf, dat hij in zijn hart toch wroeging gcvoe't ten op zichte van cle rekels, die met hem den draak steken. Een levend symbool van zijn vernedering is een Indische jongen uit een zijner kla-ssen, die den jigenaardigen naam draagt van Jean Wood. Dczo jongen geeft don leeraar in een onbewaakt oogenblik een klap legen het achterwerk, maar als dc leeruar liem school houdt, om hem voor zijn gebrjk aan eerbied tc bestraffen, weet hij eigenlijk geen woorden tc vinden, want in zijn ziel is hij overtuigd, dat de jongen, wanneer men zijn handelingen als symbo lisch beschouwt, gelijk heeft. Later sterft dezj jongen, die wel het geweten van Dr. Dumay schijnt te vertegenwoordigen Inlusschcn blijft de geschiedenis met Jean Wood, hoe nauwkeurig zo ons in den aan vang van liet boek mogen zijn verteld, wanneer wij het bock als gJheel overzien, min of meer op den achtergrond. Op den Noorgrond treden de verhoudingen, die Dr. Durnay heeft met twee jonge vrouwen: Ma rie, later herdoopt in Margot, dij wij hier boven reeds noemden, en Karin, een meisje dat hij tijdens een spoorreis teg»ui den aan val van eop dronken bruut beschermde, en dat daarna terstond in zijn armen zonk. Overigens zijn er nog twee schemerig3, on uitgewerkte verhoudingen van Dr Dumay met vrouwen flauw waarneembaar in dit bock: dc onontbjerlijke Platonisch-blijvcnde verliefdheid van zijn hospita op den jeug digen klassieken geleerde cn een ietwat ver gaande flirt met het vrouwtje van een zij ner vrienden, een dichter cn meester in de rechten, die dat vrouwtje, volgens de melhode-Wibaut, op alle mogelijke wijze „eerijk" ontrouw is. Maar deze laat ste twee vage spelingen der liefde vor men slechts het ornament in dit ver haal. Hoofdzaak zijn dc verhoudingen van Dr. Dumay lot Mario en Karin. Met Marie komt Dr. Dumay eerst op de laatste pagina van het bock tot een accoori, maar rnet Karin wordt het een tragische en eigen lijk liecl onverkwikkelijk j gescniadcnis. Karin, die haar vroegere» verloofde, een zekeren Lucas de bons heeft gegeven, juist op dc'n avond, waarop zij Dr. Dumay in den tr?in ontmoet, vergooit zich zoi hevig aan den wildvreemden man, neemt hem zoo met huid en haar in bezit, dat hij ten doodc af- keerig van haar wordt, en haar van zich stoot Het geeft nllerlei complicaties: po gingen tot zelfmoord van dc vnrstooten jongedame, wilde tochten in auto's, waar bij wij ons hart vasthouden, dat Dr. Dumay, die zelf aan het stuur zit, tegen een boom zal oprennen, en een eindeloos aantal si garen en sigaretten, dat wordt versonden. Wij hebben nooit een roman gelezen, waar in zooveel werd girookt' Terwijl Dr. Dumay zwalkt op deze woe lige erotische baren, waarbij zijn gecompli ceerde aard eerst naar het vcr.ossende bij zijn van een natuurkind hunkert, maar zoodra hij dat natuurkind bezit, gaat dat natuurkind hem vervelen, viert Marie, zijn „modern en gecompliceerd aangelegde partner haar verlangens naar simpele na tuurliefde. uit met een doramen, gjzonden cavalerie-luitcnant, evenmin echter met veel resultaat. Na deze aan belde zijden mislukte pogingen, vindt den lazer dan Dr. Dumay en Marie aan een venster bijeen cn hoort hij den volgenden dixloog: „Er is iets, dat mij aan dit geval nog boeit." zei zij peinzend. „Wij meenden na tuurlijk, superieur te zijn aan Lucas en Karin, wij zouden om hen gelachen lub ben, als wij niet met hen te maken hadden gehad En daarom denk ik: hebben wij eigenlijk wel iets anders gedaan, dan hen- inhalen? dan een soort gemakkelijke irom'3 verliezen, die juist op kleine, burgerlijko dingen stuk gaat? jo moet nut vergeten, dat mcnschen als wij later ern6tig v orden dan anderen, omdat wij al jong, misschien wel tè jong, do romantiek van di* anderen doorzien en er niet meer aan m?e kunnen doen. Dat wreekt zich eens. Ieder komt aan de beurt voor zijn huiskamerroman.—'* Dumay nam baar hand. Achter de ramen scheen de tijd te pauzeeren." Uit dit. citaat blijkt duidelijk het karakter, dat aan ter Biaak's werk ter grondslag ligt. Het is een spelen met hot leven, wat hier geschiedt, het leven wordt hier geconstrueerd van intellectueele schemata uit, en niet in zichzjlf begrepen cn door leefd. Van karakterkracht is bij deze figu ren geen sprake. Dr. Dumay, de leeraar in de oude talen, is een zwakkelijke wan kelaar, die tusschen zijn Intellectueele ar rogantie Jn zijn zinne ijke begeerte heen cn weer valt; Karin, de scherpst g.typeerdo figuur uit dit boek, is een dur-vrouwtje, dat door een Intellectueolen meneer wordt misbruikt. De figuur van Margot Marie is even onduidelijk als haar naams-onzeker- heid, de dichterlijk3 jurist, die verzenbun dels „In de Nevelen" schrijft, en onderwijl een lief vrouwtje en een aardig kind on trouw is, spreekt van do bijfiguren no^ het meest. Maar wat aan dit boek wij leven anno 1933, in een tijd van wereld revolutie, van geweldige levenshernieuwing het jam- merlijkst ontbreekt, dat is synthetische kracht en hartstochtelijke bewogenheid. Deze literatuur komt niet uit de sfeer van het vcrraplmd psychol igisme, dat de tachtigers ons nalieten, en waaraan in onzo dagen niemand behojfte meer heeft. Het is geen hernieuwing, dit boek het is een volharding van den hoovaardi- gen en innerlijk doodarmen mpnsch in zelfbeschouwing en zelfbeklag. Aan deze kunst bejft een wereld in nood ais de onze geen behoefte. In den loop der hu'dige we reldgebeurtenissen ligt het oordeel besloUn over dergelijke armelijke en zich den na vel bestarande raenschelijkheid als lor- braak ons hier uitstalt Er is geen pessio in deze kunst en geen verhevenheid. Maar dit alles neemt niet weg, dat dit innerlljk-arm boek overal de meesterhand verraadt van een bizonder knap auteur. Er ontbreekt niets aan dc psychologische waar neming, er ontbreekt niets aan de milieu beschrijving, bijvoorbeeld van da school waar Dr. Dumay lea geeft. Het boek is dojrregen met kosteiijke, humoristiscbo en fijner-ironische opmerkingen Het verhaal glijdt aan ons voorbij als een reeks van zeer korte filmen, waardoor dc spanning wordt verhoogd (maar soms wel eens tc schielijk afgebroken), het is vjortreffelljk geconcipieerd. Maar wij zouden hei, tojjuichen indien de waarlijk zeer markante geest, waarvan Menno ter Braak de drager is, niet al tc vaak de domeinen naderdo van de schep pende romankunst, waar nlef de ontle dende kritiek en hel kil cynisme, maar de overgave aan het leven dc bezielende Muze i6. Tony en ik, door E. W. Savi. Uitg. J. Philip Krusceman, 's-Gravcnhagj. Tony Newbold hjeft al heel wat vrouwen het hoofd op hol gebracht en bijna had hij Ivvelyn Gauld ook bij zijn veroveringen ge- voezd. Maar Nancy Maynard weet haar bij. tijds dc oogen te openen, zoodat zij bij baar man blijft cli verder zorgt Nancy, dat tus- schien die twee alles weer .11 't reine komt. Maar hoe goed Nancy Tony ook doorziet, loch raakt zii onder zijn bekoring en hoe zij zich ook verzet, ten slotte blijkt de lief de Sterker en geeft zij zich aan hem. Maar Tony kan zich niet op aiag omtoovjron in epn eerbaar echtgenoot, zoodat Nancy nog veel verdriet van hem be eeft. Maar het eind is goed. Gelukkig voor Nancy, dij als een gave natuur prachtig is geteekend, en ook in haar liefde volkomen is.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 13