DIAMANT
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
FEUILLETON
DE LINDBERGH'S VLOT GEARRIVEERD
MIDDENSTANDS GIRO
Haar Avonturier
Vrijdag 3 November 1933
32 e Jaargang No. 103
HIJ: VERLEGEN, DOCH
ONGENAAKBAAR
TWEEDE BLAD
DE POSTVLUCHTEN WEER
OVER DE WINTERROUTE
DE LOONEN IN GEMEENTE
DIENST
'T IS HEERLIJK ETEN
Bak- era Braadvet
Onze Postvliegers
onderweg
DRAI5ftlA-vAN\^LKEMBURQ'S-
A --iLEVE
TELEFOON 304 en 697 - POSTREKENING 28860
NV 1 MIDDENSTANDS- BANKy00^
j BEZfEg amf.r.sfoort en omstreken
AMERSFOORT directie: a. h. martens
Over het doel van hun
bezoek valt niets te
vertellen
Nog 's avonds naar den Haag
Amsterdam, 2 Nov. Felle regenvla
gen striemden vanmiddag het Buitcn-IJ,
en het kleine gezelschap, dat in de hangar
van het marine-vliegkamp te Schelling-
woude bijeen was, waagde zich slechts af
en toe, tusschen de buien, in, naar buiten
op den steiger om den zwaar bewolkten
hemel af te turen.
Een deel der ochtendbladen had gemeld,
'dat het Amerikaansche vlieger-echtpaar
Lindbergh vandaag of morgen uit Parijs
naar Amsterdam zou vliegen, en tegen één
uur vanmiddag werd in den kleinen kring,
die dergelijke zaken verneemt, bekend, dat
het toestel te 12.10 uur de Parijsche vlieg-
baven Les Mureaux had verlaten.
De beperkte kring, die hiervan kennis
'droeg en het weinig aanlokkelijke weer
•waren oorzaak, dat er van .publieke be
langstelling voor het echtpaar, dat onge
twijfeld ook door het Nederlandsche pu
bliek op geestdriftige wijze zou zijn ont
vangen indien het publiek daar gelegen
heid toe had gekregen, geen sprake was.
In de vliegloods waren aanwezig de com
mandant van de marine te Amsterdam, ko
lonel Van Reede, de Amerikaansche con
sul-generaal te Amsterdam Charles L. Hoo
ver en cchtgenoote, de. heer Plesman, di
recteur van do K.L.M:, de heer Thomson,
stationschef van Schiphol, een vertegen
woordiger van de Wright Curtiss-motorfa-
brieken en van de Standard Oil, do cene
voor eventueele contróle op den motor van
Lindbergh's toestel en de ander ter contro
leering van de aanvulling van den brand
stofvoorraad, en verder journalisten en
persfotografen.
Het is enkele minuten na drieën als het
roode éénmotorige watervliegtuig uit Zuid-
Oostelijke richting opduikt. Binnen enkele
minuten is het boven het vliegkamp, en na
even met eenigc ruime cirkels het terrein
te hebben verkend, strijkt het in de rich
ting van den Strekdam neer en komt het
naar de hangar getaxid. Een marinesloep
vaart het vliegtuig tegemoet en aan den
vleugel mee terug om den juisten koers
aan te geven. Lindbergh staat rechtop in
de cockpitt en steekt in zijn gele overall
ver boven de romp van het toestel uit. Het
is de bedoeling, het vliegtuig tusschen de
beide houten vlotten terzijde van de hel
ling aan den betunsteiger te krijgen, maar
de krachtige wind en de zijstroom doen het
lichte watervliegtuig afdrijven, en dus
taxiet Lindbergh opnieuw weg om na eeni-
ge manoeuvres tenslotte tusschen de beide
vlotten terecht te komen, waar de daar
opgestelde matrozen de vleugels grijpen en
het toestel aan den rcchtschen steiger
meeren.
Lindbergh trekt zijn overall uit en klimt
uit het toestel op het vlot, waar kolonel
.Van Reede hem ontvangt en hem namens
den minister van defensie welkom heet.
Ook mrs. Lindbergh heeft inmiddels het
vliegtuig verlaten en wordt door kolonel
.Van Reede voorgesteld aan den heer en
mevr. Hoover en aan den heer Plesman.
Het groepje is al dadelijk in druk gesprek
gewikkeld. Vooral de heer Plesman onder
houd zich levendig met Colonel Lindbergh,
terwijl nu*s. Hoover weldra met mrs. Lind
bergh in de cantine verdwijnt. Als de bei
de luchtreizigers zich van hun overall heb
ben ontdaan, blijken zij te zijn gekleed in
witte, wolligo jekkers. De vliegkap hebben
zij beiden nog op. Lindbergh is lang en
blond, kijkt jongensachtig verlegen en
vriendelijk, doch is voor de pers ongenaak
baar, heeft onmiddellijk bij zijn aankomst
door kolonel Van Reede het verzoek laten
doen, hem vooral niets te willen vragen.
N'ederlandsche journalisten plegen derge
lijke verzoeken, die uit vermoeidheid en
natuurlijke bescheidenheid voorkomen, te
eerbiedigen. En dus kan ook mevrouw
Lindbergh, de dochter van den thans over
leden Amerikaanschen diplomaat en poli
ticus Dwight Morrow, ongehinderd met
mrs. Hoover in de cantine verdwijnen.
Naast haar langen echtgenoot lijkt mevr.
Lindbergh kleiner dan zij in werkelijkheid
is. Ook zij ziet er prettig en vriendelijk uit.
Maar ook zij zegt niets, althans tot do
pers. En de heer Plesman verzekert ons,
dat zij absoluut niet zouden weten, wat
voor nieuws, dat de moeite van het publi-
cecren waard is, zij zouden kunnen vertel
len. Natuurlijk zou men hun iets kunnen
vragen omtrent het doel van hun bezoek
aan Nederland. Maar ook daarvan zouden
zij ons niets kunnen zeggen, verklaart de
heer Plesman. En wc hebben reden om aan
te nemen, dat die, als directeur van de
K.L.M., het weten kan.
Inmiddels doen de mannen van de ma
rine hun best, het vliegtuig uit het water
en in de hangar te krijgen. Daartoe wordt
een wagen gebruikt, die langs de helling
tot onder de drijvers van het vliegtuig in
het water wordt gerold, en dan aan een
staalkabel met behulp van een lier de hel
ling op en de hangar in wordt getrokken.
1-Iet. werk verloopt echter niet vlot. Klaar
blijkelijk is de wagen slechts berekend op
het type toestellen, dat door onze marine
gebruikt wordt. Bovendien staat het water
zeer laag, waardoor de wagen zoover de
helling moet worden afgereden, dot hij in
de modder blijft steken en het gevaar ont
staat, dat het vliegtuig eraf schuift. Een
aantal matrozen is druk aan het werk.
Eenigen plassen met waterlaarzen die tot
over de heup reiken in het water rond en
probceren met behulp van windassen den
wagen uit den modder los te wrikken.
Lindbergh zelf komt weer kijken en helpt
mee, klimt op de vleugels om de situatie
op te nemen, en even lijkt het, dat het toe
stel uit het water, komt, maar dan zit de
zaak weer vast. Dit duurt tot ongeveer
kwart over vier, en Lindbergh, die zelf toe
zicht op zijn machine wil houden tot hij
haar veilig weet, verlangt er zichtbaar
naar, eindelijk uit de gure wind- en regen
vlagen op den steiger weg te komen. En
dan besluit men tenslotte, de pogingen op
te geven er( het toestel vannacht maar op
de boei te laten liggen, om te probeeren
het morgen, als het water iets gestegen is,
binnen te brengen. Een paar waterdichte
reistasschcn worden uit het vliegtuig ge
haald, eenige lichten op den kop en op de
vleugels worden ontstoken, en dan wordt
het vliegtuig naar de boei gesleept.
Het is bijna donker geworden als ten
slotte de beide Lindberghs in gezelschap
van den heer en mevr. Hoover en den heer
Plesman naar Amsterdam vertrekken,
waar reeds geruimen tijd tegenover het
Centraal Station twee auto's staan te
wachten om het gezelschap naar Den Haag
te brengen.
Twee rnenschen, ongetwijfeld ook in Ne
derland van groote populariteit, wier da
den op luchtvaartgebied, wier allure als
mensch, wier successen en vooral ook wier
doorgestaan leed hun de sympathie hebben
doen winnen van schier de gcheele wereld,
zijn bijna onherkend en onopgemerkt in
Nederland aangekomen. Het is hun innige
wensch, waar mogelijk bevrijd te blijven
van de last, die de roem nu eenmaal op
zijn slachtoffers doet drukken. Van hun
ECHTPAAR LINDBERGH.
plannen is verder niets bekend, ook niet
van de wijze, waarop zij hun tijd hier in
Nederland zullen besteden en van het tijd
stip, waarop zij denken te vertrekken.
En voorloopig zal het Nederlandsche pu
bliek zich derhalve tevreden moeten stel
len met. de wetenschap, dat Charles Lind
bergh en zijn vrouw in ons midden ver
toeven.
Het toestel blijft vannacht
op de boeien.
S c b e J ling w oude, 2 Nov Ondanks
de energieke pogingen, welke ondernomen
zijn om het vliegtuig van Lindbergh gedu
rende den nacht in den marineloods op te
bergen, heeft het lage water en de daarbij
optredende modder het onmogelijk ge
maakt de machine op den wagen te krij
gen, zoodat besloten moest worden het
vliegtuig vannacht aan de boeien gemeerd
te houden.
In Den Haag.
Men meldt ons uit Den Haag d.d. 2 Nov.:
De Amerikaansche vlieger, kolonel Lind
bergh, is hedenavond, vergezeld van zijn
echtgenoote, in Den Haag aangekomen en
heeft zijn intrek genomen in Hotel Wit-
tebrug.
De heer en mevrouw Lindbergh hebben
het avondmaal gebruikt met eenigc be
kende personen uit de vliegwereld, onder
wie de directeur der K.L.M., de heer Ples
man.
Naar wij nader vernemen, zou kolonel
Lindbergh voornemens zijn tot Maandag in
Den Haag te blijven.
Vooruitgang in het posts
vervoer
Amsterdam, 2 November. Het heden
morgen van Schiphol vertrokken post
vliegtuig de IJsvogel is het eerste der
K.L.M.hetwelk weer over de winterroute,
dus via Marseille en Rome in plaats van
over Leipzig en Boedapest vliegt. Toevallig
opende ditzelfde vliegtuig een jaar geleden
ook den winterdienst en wel op 3 Novem
ber. Een vergelijking der postladingcn
wijst uil, dat een vooruilgang in het ver
voer te conslateeren is van 33 procent ten
opzichte van verleden jaar. Met dc post,
die te Rome en Athene nog wordt bijgela
den, zal de IJsvogel straks, bij vertrek uit
Europa, omstreeks 420 K.G. post aan boord
hebben. Naar reeds werd medegedeeld be
vonden zich aan boord 1 passagier Lon
denKarachi, 1 passagier LondenCalcut
ta en 3 passagiers AmsterdamCalcutta.
Het betrof hier een moeder met twee zoon
tjes, die op het laatste oogenblik geboekt
werden. Het paspoort kwam uit het Oosten
van ons land per taxi gistermiddag om
streeks 4 uur op het hoofdkantoor der
K.L.M.. de reizigster met haar twee zoon
tjes reisde hedennacht per taxi naar Schip
hol.
Uitstel van verlaging, in afwachting
van het rapportsSchouten,
is laakbaar
Men meldt ons uit den Haag van bevoeg
de zijde*
Nog steeds komt liet voor, dat gemeente
besturen en besturen van alle publiekrech
telijk* corporaties, beslissingen omtrent een
overigens noodzakelijk 'geoordeelde verla
ging der looncn van hun personeel aanhou
den in afwachting van het rapport dercom-
missicTSchouten Zoodanig uitstellen van
maatregelen, die de plaatselijke overheid op
grond van de feiten zelve noodzakelijk oor
deelt, valt te laken en is in strijd met
hetgeen de regeering in dez* zware tijden
als eerst» eisch aan de besturen der lagere
publiek* organen stelt, n.1. het geven van
een doelbewuste, van verantwoordelijkheids
besef getuigende krachtige leiding. Een be
roep op de commissie-Schouten voor zoo
danig uitstel is voorts geheel onjuist en on
aanvaardbaar, wijl deze commissie de re
geering zal advisoiren omtrent de haar
wachtende taak bij aanvaarding van de
aanhangige wijziging der ambtenarenwet en
niet om te adviseeren over de op de bestu
ren der lagere organisaties rustende taak
en verantwoordelijkheid, om hunne salaris-
regelir.g te doen aansluiten aan giwijzigde
verhoudingen en omstandigheden, waarvan
de redelijke vervulling o.m. zou voorkomen,
dat de regeering te zijner tijd van de haar
te verlcencn bevoegdheid zou behoeven ge
bruik te maken.
DOODELIJK ONGEVAL TE LEIDEN.
Man door de tram gegrepen.
Leiden, 2 Nov. Hedenmiddag omstreeks
kwart over v sfialf is te Rijnsburg da al
daar woonachtige omstreeks 50-jarige
bloemhandclaar C. v. d. Mey, doordat hij
achteloos de trambaan overstak, door de
electrische tram uit Katwijk naar Leiden
gegrepen en op slag gedood.
wat met -*=;
„Diamant" bak
en braadvet is
bereid - even
voedzaam,sma
kelijk als licht
verteerbaar.
„Diamant" vet
geeft een heer
lijke, bruine jus,
welke niet stolt
op het bord.
45 ets p. pond - 22i ets p. hall ponc!
IJsvojjc 1
Oehoe
Q
Kwaric'
2—11
26—10
Amsterdam
2—11
26—10
Boedapea;
27—10
Belgrado
1—11
•28—10
Athene
Mersamatruh
Cairo
31—10
Gaza
29—10
Rutbawells
Bagdad
30—10
30—10
Boeshir
Djask
20—10
31—10
Karachi
Jodpoer
28—10
1—11
Allahabad
Calcutta
•27—10
Rangoon
26—10
2—11
Bangkok
Albr Star
Singapore
25—10
Medan
Batavia
25—10
2—11
1—11
1—11
Vertrek van het eirstvolgcndo post
vliegtuig van Amsterdam 0 November.
Snip
LEEUWARDEN-
Sterk is de mensch, die de kracht bezit om
bet kwaad, het onrecht te vergeven, dat hem
jverd aangedaan.
Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog.
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
„En toen", vervolgde Annette, „toen zei
hij dat hij altijd wel vermoed had dat zij
een mensje was. En wat doen dc mannen
dan?"
„De kapitein verklaarde haar zijn licfdo",
(yulde Marion aan.
„Juist, on ofschoon zij in den oorlog ge
gaan was om haar verloofde te zoeken, die
bleek gesneuveld te zijn, zijn ze getrouwd.
Delden hebben het leger verlaten".
„Ik heb eens een kapitein gekend, die
Teen vrouw rnet eenige kinderen bleek ie
Stijn", sprak Melchior.
„Wij zijn in onze jeugd ook in den wa
penhandel geoefend", vertelde Marion.
„Even goed als de jongens, en we reden
schrijlings te paard. Vader vond, dat wij
alles moesten leeren. Hij zeide, dat in oor
logstijd meisjes zich ook moesten kunnen
.verdedigen en niet flauw mochten vallen
van angst. Telgangers zouden er ook niet
altijd gereed staan. Deze opvoeding was
misschien een van de redenen, dat ik vóór
het beleg niet uit Maagdenburg wilde
vluchten",
„Wat een \crstandigen vader heb je ge
had'. vond Saxon.
„Ja", verklaarde Marion, „maar hij was
ook een soldaat".
Tijdens dit gesprek was de schemering ge.
vallen; de tijd van vertrek aangebroken.
De paarden werden gezadeld. De maan
wierp een helder licht over den landweg.
Twee van de kurassiers, die bij Rudolf als
knecht dienden, stonden reeds met de paar
den gereed.
Na een hartelijk afscheid vertrok de ca
valcade. Melchior reed vooruit om den weg
te verkennen. Dan voigden Saxon en Ma
rion. terwijl op korten afstand de kuras
siers den kleinen stoet sloten. Om hen heen
heerschte een groote stilte. In hot maan
licht wierpen de paarden groote, geheim
zinnige schaduwen op den boschweg. Het
woud lag eenzaam en verlaten, als in een
droom.
Marion", vroeg Saxon, „vermoeit het
rijden niet te veel?"
..Neen!' antwoordde zij. Ik vind het heer
lijk, ik voel mij nu een echten avonturier.
Hij lachte zacht.
„Hoe ver moeten we rijden?"
„Een uur of zes, zeven. Tegen het aan
breken van den dag moeten wij op Bin-
gumstein aankomen. De eigenaar is een
vriend van mij en een krijgskaraeraad. Als
we daar zijn, verkeeren we niet meer in
gevaar overrompeld te worden. Zoodra de
veldmaarschalk verneemt, dat ik vertrok
ken ben, laat hij ons vervolgen".
„Waarom heeft hij je niet gevangen ge
houden?", merkte ze op.
„Hij wilde immers, dat ik jou zou zoeken
en aan hem uitleveren".
„Heb je dat moeten beloven?"
„Neen! Ik heb een rechtstreeksch ant
woord vermeden. Hij was overtuigd, dat
mijn eigenbelang groot genoeg was."
„Heeft hij je zooveel geboden?"
„Een vermogen en den generaalsrang. Ik
had je dat niet mogen zeggen".
„Waaromniet? Saxon", zei ze eens
klaps, „je hebt je eer toch niet voor 'mij
bezoedeld?"
„Neen. Wees maar gerust. Maar de dui
vel weet, dat ik niet geaarzeld zou heb
ben mijn woord te geven'
Balder deed een zijsprong, verschrikt
door een schaduw op den weg.
„Balier, wat ben je dom!" vermaande
Saxon. „Zie je niet, dat er niemendal is
om bang voor te wezen". Hij streelde het
dier den hals „De baas zal heusch wel
opletten".
Zij kwamen aan een beekje Een oogen
blik werd halt gehouden om de paarden
te drenken en een hartversterking te ne
men. Vier uren hadden ze ongeveer gere
den.
Korten tijd na de rust kwam een der ku
rassiers naast Saxon rijden.
„Kapitein", merkte hij op. „Ver achter
ons hoor ik de hoefslagen van een galop-
peerend paard".
„Maar één ruiter?"
„Ja, kapitein".
De ruiters verzamelden zich. Melchior
steeg af, legde het oor tegen den grond en
bevestigde: „Eén ruiter in galop. Met eeni
ge minuten kan hij hier zijn. Ik zal hem
tegemoet rijden tot de kromming van don
weg".
De anderen verscholen zich in het zware
struikgewas.
■Melchior reed stapvoets met getrokken
zwaard een eindje terug. Ze hoorden nu
duidelijk den ruiter naderen.
„Halt", klonk Melchior's stem.
Saxon was afgestegen, gaf den teugel
van Balder aan een der kurassiers cn ver
dween langs den weg. dekking zoekend
achter de struiken. Hij hoorde den ruiter
antwoorden:
„Halt. Waarom? Goede vriend, ben je con
struikroover of is de weg alleen voor jou
aangelegd?"
„Noch het één, noch het ander, zie je, ik
ben een beetje nieuwsgierig uitgevallen".
Do vreemdeling stond met zijn paard in
het volle maanlicht. Een lange, magere
man op een groot paard, een dreigende,
zwarte silhouet.
„Onze oude vriend", dacht Saxon cn trad
te voorschijn.
„Goeden nacht, vreemdeling", sprak hij.
„Wat voert u voor de derde 'maal op mijn
weg?"
„Kapitein Saxon. Gelukkig", klonk het
antwoord. „Dat spaart een lange woorden
wisseling met dezen vriend. Ik ben u na
gereden".
„Waarom?"
„U wordt gevolgd door een tiental huza
ren van Von Pappenheim. Als zij u inha
len, zal de strijd zeer ongelijk zijn. Vier
mannen en een vrouw
Saxon keek zeer verbaasd.
„Maar vreemdeling", vroeg hij. „Weet u
dan alles? Ik ben u nog grooten dank ver
schuldigd; u heeft ons in de onderaard-
sche gang door uw aanwijzingen het leven
gered".
„Soms moeten de rnenschen elkaar een
beetje helpen'
„De plaats is buitengewoon geschikt",
vervolgde hij. „Daar een bocht in don weg
en hier een donkere plek in de schaduw
der groote hoornen".
„Zijn ze ons zoo dicht op dc hielen?"
„Met een kwartier kunnen ze hier zijn.
Binnen een uur hadden ze u ingehaald".
„Dan is het raadzaam hen af te wachten.
Beter verrassen dan verrast te worden",
beweerde Saxon. „Het schijnt dat u. mij
steeds op het juiste oogenblik komt waar
schuwen".
„Heb ik u niet gezegd, dat ik een vriend
ben?"
„Zeker, maar er 'moet een reden voor
zijn. Een goede of een slechte daad, eer%
drijfveer moet er wezen".
„Zullen wij den kostbaren tijd vermor
sen met het oplossen van raadsels, kapi
tein? Dit wil ik u wel zeggen", hij liet
zich van zijn paard glijden en trok Saxon
terzijde. „Heksenmeesters of toovenaars be
staan er niet. Later zal ik u wellicht een
en ander uitleggen'.
„En nu kapitein, wat wilt u doen?" her
nam de vreemdeling.
„Vechten is het eenige, voor zoover ik
kan nagaan", meende Saxon.
„Een anderen weg volgen?" vroeg Mel
chior.
„Om niet een paar uren een heel csca-
dron in de armen te rijden? Talrijke pa
trouilles huzaren zijn er op uitgezonden'.
„Het beste", hernam de vreemdeling,
„schijnt 'mij een krijgslist. Zooals ik reeds
opmerkte, hier ligt een zware schaduw
over den weg, daar is een bocht. Tusschen
deze dikke boomen spannen wij een sterk
touw. Ze zullen het niet zien. Uw ruiters
wachten den vijand kalm af"
(W ordt vervolgd.}