DIAMANT AMERSFOORTSCH DAGBLAD FEUILLETON DE BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN V erkoopmgeo Haar Avonturier Vrijdag 10 November 1933 32e Jaargang No. 114 MOORD TE HEESCH KOERLAND EN HET PROCES VAN DER LUBBE TWEE WINDHOOZEN Bak- en Braadvet TWEEDE KAMER DEMORALISEERENDE INVLOED DER WERKLOOSHEID Goedkooper wonen nood zakelijk geacht De kwestie van den arbeidsduur Aan liet Voorloopig Verslag der Tweede Kamer betreffende de begrooting voor So ciale Zaken wordt het volgende ontleend: Eenige leden klaagden over de toelich ting op de begrooting, welke h.i. te sober is. Men verklaarde niet in te zien waarom voor den nieuwbenoemden directeur-grne- raal van de werkverschaffing en steunver leerting een salaris van 9150 moest wor den uitgetrokken, dat belangrijk uitgaat boven dat van andere liooge ambtenaren met zeker niet minder verantwoordelijke taak, terwijl omtrent zijn geschiktheid nog slechts varwachtingen kunnen worden ge koesterd. Wederom drongen verscheidene leden aan op het tot stand brengen van een wet telijke regeling, die bindendverklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten mogelijk maakt. Sommige leden achtten naast de Bedrijfs raden wet een andere wet noddig, die de economische samenwerking tusschen de ondernemers bevordert cn zoo noodig voorschrijft. Vele leden vroegen den minister, wat diens plannen zijn met betrekking tot een wettelijke verkorting van den arbeidsduur in daarvoor in aanmerking komende be drijven. Ten einde den demoraliseerenden invloed der werkeloosheid zooveel mogelijk te be perken, zouden sommige leden het zelfs gewettigd achten, in die bedrijven, waar dit technisch mogelijk is, de arbeiders zoo noo dig om de andere week of halve dagen te laten werken. Deze leden zouden aan de aldus zelf-werkeloos wordende arbeiders in den vorm van een uitkeering bij gedeelte lijk werkeloosheid een redelijke compen satie willen verschaffen voor het verlies aan inkomsten, dat zij op deze wijze zouden lijden. Welke plannen de minister met betrek king tot de verdeeling der beschikbare ar beidsgelegenheid over meer arbeiders ook heeft, in ieder geval drong men aan op den grootst mogelijken spoed. Andere leden meenden te dezen opzichte een waarschuwende stem te moeten laten hooren en op voorzichtigheid te moeten aandringen. Proefnemingen, die het be drijfsleven in, nog grootere moeilijkheden zouden brengen, moeten worden nagelaten. Opnieuw werd er op gewezen, dat voor een aantal groepen van werknemers de be palingen der Arbeidswet nog steeds niet géiden. In bet bijzonder werd met kracht aangedrongen op invoering der Arbeidswet voor de chauffeurs. Ook voor het kantoorpersoneel werd door verscheidene leden een werktijdenregeling gewaagd. Voorts werd een werktijdenregeling ge vraagd voor de binnenscheepvaart en voor het hotel-, café- en restaurantpersoneel. Verscheidene leden waren van oordeel, dat maatregelen genomen moeten worden tot vérgaande beperking van vrouwen arbeid, speciaal van dien der gehuwde vrouw. Nu de werkeloosheid zoo groot is, bestaat daartoe nog te meer reden. Som mige leden zouden zelfs een volstrekt ver bod van loonarbeid der gehuwde vrouw wenschen, met uitzondering slechts voor kostwinsters. Verscheidene leden bepleitten een verbod van het te werk stellen van meisjes bene den 16 jaar in fabrieken en werkplaatsen. Verscheidene leden drongen met kracht aan op zoo groot mogelijke beperking van het aantal overwerkvergunningen. Deze schijnen nog vrij veelvuldig en vrij gemak kelijk te worden verleend. Gevraagd werd, of van de Regeering be slissende stappen inzake de unificatie der sociale verzekering kunnen worden ver wacht. Vele leden drongen aan op instel ling van een Rijkskindertoeslagfonds. De zware lasten, die in dezen tijd op den consument worden gelegd, doen hun druk vooral voelen op de groote gezinnen. Daar om moeten maatregelen worden getroffen om dien gezinnen het dragen dier lasten eenigszins gemakkelijker te maken. Andere leden, die de gedachte aan in stelling van een kindertoeslagfonds of -fondsen op zich zelf niet willen afwijzen, meenden, dat de bedrijven thans een zoo moeilijken tijd doormaken, dat het ondoen lijk is, hun nieuwe lasten op te leggen. Vrijwel algemeen was men van oordeel, dat huurverlaging van de bestaande en bouw van goedkoope nieuwe arbeiderswo ningen noodzakelijk en urgent is. Nu aller wegen de loonen zijn gedaald en nog dalen, de steunbedragen worden vermindgerd, zelfs huurtocslagen worden ingetrokken, zijn de huurprijzen niet meer in overeen stemming met hetgeen de arbeiders daar voor redelijkerwijze kunnen besteden. Dien tengevolge neemt het euvel, dat twee ge zinnen één woning bewonen, toe, terwijl goede woningen leeg komen te staan. Ten einde de huurprijzen der bestaande woningen te kunnen vermideren, werd er op aangedrongen, dat het Rijk op de voor schotten, krachtens de Wonigwet verstrekt, een flink gedeelte zal afschrijven. Ook werd gepleit voor verlaging van de rente dezer voorschotten. Sommige leden stolde de vraag, of do Regccring een norm wil stellen vooo huur- maxima, hetgeen andere leden zeer wen- schelijk zouden achten. Van verschillende zijden werd de vraag gesteld, waarom de verleden jaar in uit zicht gestelde credietcn voor het „op gang helpen" van de nijverheid, meer speciaal de 10 millioen voor den particulieren woning bouw, niet verstrekt zijn. Verscheidene leden hadden ernstig be zwaar tegen liet besluit van den minister de bijdrage voor onderhoud van Woning wetwoningen te verminderen met 5. resp. 10.per jaar. Opnieuw werd aangedrongen op het go ven van loontoeslagen, in het bijzonder aan den landbouw, al ware 't. slechts in bepaal de streken en op bepaalde tijden van het jaar. Andero leden hadden tegen het geven van loontoeslagen enrstige bezwaren. Verscheidene leden klaagden over de lage loonen in de werkverschaffing. Verscheidene leden drongen aan op ver strekking van goedkoope aardappelen aan werkeloozen. Tenslotte vroegen eenige leden, of in de wijze van stempelen niet een verandering kan worden gebracht, ten einde de worke loozen zooveel mogelijk weg te houden uit de omgeving der stempellokalen, die broei nesten zijn van het extremisme. TARIEFACCOORD MET POLEN. Naar wij vernemen hebben de 2 October te Parijs aangevangen Poolsche onderhan delingen, welke van Nedcrlandsche zijde door den heer Lamping, directeur van den econornischen voorlichtingsdienst, en van Poolsche zijde door dr. Lychowski, direc teur van handel te Warschau, d.d. 8 November geleid tot de parafeering van oen iariefaccoord door genoemde hoofdambte naren. De tekst van het accoord zal bin nenkort worden bekend gemaakt. HR. MS. „HERTOG HENDRIK". H.M. Hertog Hendrik onder bevel van ka pitein ter zee C. Terpoorten, bevond zich Woensdagmiddag 12 uur ter hoogte van Kaap St. Vincent. Een 35*jarige zwerver met een mes doodgestoken Heesch, 9 November. Hedenna- middag omstreeks half zes is to Heesch vermoord de 35-jarige J. van Boxtel, een zwerver uit Udm. Deze had hedenmorgen met een aantal woonwagenbewoners de paarden markt in Oss bezocht, waarvan hij in den namiddag in gezelschap ven genoemde personen in de richting van Heesch terugkeerde. Onderweg hadden zij een café bezocht, waarna vermoedelijk een woordenwisseling is ontstaan. Omstreeks half zes kwam van B. het café van v. d. Wetering, dat aan den Rijksweg op een kruispunt nabij het woonwagen kamp staat, binnenloopen met den uitroep „ik ga dood". De vrouw des huizes waarschuwde on middellijk dr. Binsbcrgen uit Nistelrode die spoedig ter plaatse was. Deze achtte over brenging van v. B. naar het ziekenhuis te Den Bosch noodzakelijk, daar van B. een levensgevaarlijken messteek in de borst had. Tijdens het transport naar liet zieken huis is het slachtoffer overleden. Ook de burgemeester van Heesch, de heer Offermans was inmiddels gewaarschuwd, die in samenwerking met de politie direct een onderzoek instelde Ook het Parket uit Den BoGch, dat te LJden vertoefde, werd ge waarschuwd. Dit was spoedig ter plaatse. Het onderzoek werd nu overgenomen door den Officier van Justitie. Hedenavond laat was men er nog niet in geslaagd eenig spoor van den dader evt. daders te vinden. Omtrent de oorzaak tast men eveneens nog in het duister. Vragen van het Kamerlid Schalker Het Tweede Kamerlid, de hear Schalker, beeft aan den voorzitter der Tweede Ka mer verzocht de volgende schriftelijke vra gen aan den betrokken minister tc mogen stellen: 1. Is het den minister bekend, dat in het proces voor het Duitsche rijksgerechtshof, waar, naast vier andere beklaagden ver schillende getuigenverklaringen zijn afge legd omtrent van der Lubbe's verblijf in bet jaar 1932 en wel door den getuige Or- nitslia omtrent zijn verblijf tc Constanz eenige dagen voor 15 Oct. 1932, en door den getuige Ilelmer omtrent zijn verblijf te Berlijn in den zomer in Oct. 1932? 2. Is het den minister bekend, dat van der Lubbe van 21 Juni tot 2 Oct. 1932 in verschillende Ncderlandsche gevangenissen vertoefd heeft? 3. Is het den minister bekend, dat ge noemde M. van der Lubbe blijkens zijn handteekening van ontvangst van zijn in- validiteitsrcnte, tc vinden in de gegevens van de rijksverzekeringsbank, in Neder land vertoefde op de volgende data 4, 11. 19 en 25 Oct., 1, 15, 22 en 29 Nov., 6, 13, 20 en 27 Dec. 1932? 4. Heeft de minister deze gegevens om trent van der Lubbe's verblijf en het per soonlijk in ontvangst nemen van zijn inva- liditeitsrente, aan te vullen door do dota van zijn verblijf in het ziekenhuis to Lei den, reeds aan het Duitsche rijksgerechts hof medegedeeld? 5. Indien dit nog niet of nog niet geheel geschied is, wil de minister hiertoe over gaan, gezien het feit, dat Ncderlandsche advocaten tot het genoemde proces geen toegang hebben gekregen? Over den algemeenen weers* toestand valt weinig te zeggen Onze weerkundige medewerker schrijft ons: Op weerkundig gebied is de laatste dagen niet veel bijzonders gebeurd, want na het stormachtige weer der vorige week is plot se.'ing een toestand van rust ingetreden. Er zou dus weinig aanleiding zijn iets over het weer te zeggen, maar ik kreeg uit betrouw bare bron de mededeelinp, dat de vorige week twee maal een windhoos in de nabij beid van Den Haag is gezien, de eerste maal Vrijdagmiddag omstreeks kwart voor twee en Zaterdag omstreeks donzelfden tijd. Volgens de mij gegeven inlichtingen trok ken deze windhoozen ten Oosten van Den Haag voorbij. Heel duidelijk moet 'een slurf vormig, naar beneden gericht aanhangsel van een donkere wolk zijn gezien. Of daar bij ergens een stormachtige windstoot is op getreden kan mij niet medegedeeld worden. Het is echter wel mogelijk, dat deze er niet geweest is, want als de slurf niet tot den grond gereikt heeft kan de hoos overgetrok ken zijn zonder dat men op den grond iets van een windvlaag of schade door een windhoos opgemerkt heeft Over den algemeenen weerstoestand, die thans heerscht, valt weinig te zeggen. Na het wegtrekken en opvullen van de storm- depressie, die verleden week over de Noord zee trok, heeft het gebied van hoogen druk. dat over Zuidwest-Europa ligt, zich weer naar het Noordoosten uitgebreid en de heerschappij over het weer in ons land her wonnen, waardoor een niet-actieve weers toestand is ontstaan. Dat daarbij de tempe ratuur over het algemeen wat hooger is ge worden, is het gevolg van het ophouden van den aanvoer van koude lucht uit het hooge Noorden. Weliswaar is de windrich ting de laatste dagen over de Noordzee van Noordelijke richting naar de lucht, welke door dezen wind wordt aangevoerd, komt uit een warmen Zuidwestelijken lucht stroom, die tusschen IJsland en Schotland het Europcesch gebied binnendringt. Daar intussclien de depressies bij IJsland weer dieper geworden z«in neemt de kans toe, dat de niet-actieve weerstoestand na één of twee dagen in actieve overgaat (Nadruk verboden). 45 ets p. 22J ets p. half pond B a a r n. 21 en 22 Nov. Smutslaan 12, Vcrkooping van een volledigen inboedel. 10 uur v.m. 23 Nov. Hotel „Ia Promenade": Ver- kooping van het perceel Smutslaan 12 en eenige perceelen grond. 8 uur n.m. Maarsbergen. 16 Nov. Koffiehuis „Groot Bloemenheuvcl." Verkooping van een dubbel woonhuis Maarn A 186 en 187 en een huis Maarsbergen B 49. Voortgezet worden de algemeene beschou wingen over de rijksbegrooting 1934. De heer De Geer ziet weinig reden voor critiek op de houding der regeering. Spreker waar schuwde tegen den Nationaal Sociaiisti- schen bond van den heer Mussert en te- strijdt het fascisme speciaal voor Neder land. Spreker vertrouwt dat het ve'band tusschen regeering en parlement niet ver broken zal worden Spreker is in het n ue- meen het eens met het beleid van dezen mi nister van financiën Spreker waarschuwt tegen optimisme wat de tegenwoordige crisis betreft. Bij het uit voeren van openbare werken wordt reke ning gehouden ook met de leeningscapacn teit van den staat. De heer De Visser (comm.) betoogt, dat de bourgeoisie 'grijpt naar de gruwelijk ste middelen om de ontbinding der kapi talistische maatschappij tegen te gaan. Do regeering koerst in de richting van het fas cisme onder het masker van schijn-demo- cratie. Het uitplunderingssysteem van de crisis slachtoffers wordt voortgezet. Een tweetal moties betreffende de rech ten der ambtenaren en het ingrijpen der regeering ten opzichte van loondruk door pariticulieren wordt niet voldoende onder steund cn komt dug niet inbehandeling. De heer F 1 e s k e ns (r.k.) maakt met zijn fractie bezwaar tegen de verhooging van den suikeraccijns. Spreker betoogt, dat de gemeenten de dupe worden van het stre ven naar eén sluitende rijksbegrooting. Handhaaft de regeering de goudbasis, dan zullen vele ingrijpende maatregelen noodig zijn. Niettemin zal die handhaving de beste weg zijn. Het ontbreken van maatregelen voor het groote gezin heeft de r.k. fractie onaangenaam getroffen. De heer Sneevliet (rev. soc.) heeft hierna onder meer uiteengezet, dat het op e eneinde loopt met het kapitalisme, dat e encrisis doormaakt en waarbij we een stormvloed van het fascisme zullen beleven. Het is thans een strijd voor het zijn of niet- zijn van het privaat bezit en we staan daar bij ook voor een strijd van zijn of niet-zijn van de arbeidersklasse. De heer Kersten (st.ger.) betoogde in den breede, dat de verwerping van Gods Woord de bron was van de tegenwoordige ellende. De spr. beweerde ook, dat 't Par lement zich zeiven naar beneden haalt en het een propagandaplaats voor extremische theorieën was 'geworden. Verder kwam hij op tegen subsidicering van de kunst, moe digde de regeering aan tot krachtiger in grijpen enz. De heer Van der Tempel (s.d.a.p.) zet te uiteen, dat de steun aan den landbouw verkeerd werkt, drong aan op meer hulp voor de scheepvaart cn pleitte weer voor een Industriebank. De heer R o e s t a m (comm.) heeft hierna gepoogd een 6chendrëde tegen de Regeering te houden, doch maakte het zoo bar, dat de Voorzitter hem het woord onmam. Nadat ten slotte de heer P. Arts de be ginselen van zijn partij, de Kath. Democra tische Partij, had uiteengezet, zou minister Colijn het woord verkrijgen, doch deze zal heden de gelegenheid vinden om do spre kers te beantwoorden, en na hern vermoe delijk nog wel eenige andere leden van het Kabinet. Menigeen heeft zijn vriend verlogen door dat bij hem de waarheid zeide. Een episode uit den Dertigjarigen Oorlog Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 42 „Weet jij hoe ze hem noemden in Wal- lenstein's leger?" „Neen". „Den dollen prins". „Was hij dan een prins?" „Wel neen. daar geloof ik niets van. Zijn naam is Saxon. Hij schijnt door Wallen- stein geadeld te wezen, een stoutmoedige avonturier. Kent geen gevaar en heeft de manieren van een vorst. Zelfs de veldmaar schalk kwam onder zijn bekoring". „Een gare rat, listig en sterk". „Die tien ruiters kan hij toch niet al leen verslagen hebben, zelfs niet met zijn wachtmeester". „Geen sprake van, maar tegenwoordig worden er meer soldaten dood gevonden. Gisteren drie, opgehangen aan een boom". Marion keek Saxon veelbeteekenend aan: bij knikte begrijpend. „Wij dwalen af. Meen jij, dat we kans hebben de prinses te vinden?" „Zeker, zij moeten hier in het bosch zijn. .Vanochtend zijn twee schooiers, een groote man en een groote vrouw, in Leuchtenberg geweest en dat is een bezitting van de prin ses". „Hoe weet je dat?" „De veldmaarschalk vertelde het mij. In deze buurt i3 zij bekend". „Wij zijn van den versten kant begon nen te zoeken, jagen ze nu op". „Ik wou, dat wij ze vonden". „En ik dan. Ik zou haar meenemen naar de legerplaats en tegen den veldmaarschalk zeggen: „Excellentie, ik ben genegen haar te trouwen. Ik ben goed katholiek en zij zal het worden". „En als zij niet wil?" vroeg de kapitein. „Niet wil. O, ho". Hij lachte schamper. ..Er zijn honderden geoorloofde middelen. Zij kunnen haar schatten niet vinden, zij is op miraculeuze wijze ontkomen de duivel toovenarij. Zij is een ketter, staal mpt den duivel in verbinding. Eerst komt de scherprechter, scheert al de haren van haar lichaam, om te zoeken naar het dui velsteeken, dan de pijnbank dat is nog maar het begin". ..Kerel, schei uit Saxon was opgestaan, zijn gelaat was wit van woede, zijn vuisten knepen zich krampachtig samen, de adem stokte hem in den keel. Hij greep zijn zwaard. Maar Marion legc|e hem de handen cp de schouders. „Stil", zeide ze, „ik wil niet „Zeg, hoor ie iets?" fluisterde de luite nant. „Ik meende dat ik iets in die strui ken hoorde'. Hij stond op. Marion deed alle moeite Saxon te ver hinderen te voorschijn te treden. Zij fluis terde: „Neen. neen. Zij gaan straks wel weg**. „Ja. nu hoor ik ook praten", zeide dc kapitein heel zacht Ze keken in het struikgewas zagen blijkbaar Saxon en trokken hun zwaarden. „Geef je over, je leven wordt gespaard", brulde de kapitein. „Wacht even", schreeuwde Saxon terug, „ik kom, wat moet je?" ,,'t Is de overste als zwerver verkleed", riep luitenant Von Lisse en deed een uit val, toen Saxon door het struikgewas kwam maar deze pareerde gemakkelijk den slag, die door de takken gebroken werd. Met één sprong stond de avonturier mid den op den weg. De beide huzaren vielen hem nu tege lijk aan. maar de houwen werden telkens krachtig opgevangen. Saxon vocht zeer voorzichting. Hij be paalde zich de zwaarden der anderen af te weren, viel niet aan, waagde niets, wachtte een gelegenheid af. Hij moest overwinnen Marion mocht niet aan deze kerels over geleverd worden. Von Lisse trachtte langs hem heen ach ter hem te komen, doch overal ontmoette bij de punt van het bliksemende rapier van den avonturier. Marion keek van uit het struikgewas naar het gevecht. „Als Saxon valt, schiet ik mij dood", dacht ze. Toen bedacht Von Lisse een krijgslist. Hij sloeg naar Saxon met al zijn kracht. Saxon weerde af. beukte terug. Het zwaard «rleed af op den helm, maar Von Lisse zeeg buiten westen neer. De kapitein viel met frisschen moed aan. Saxon voelde dat zijn tegenpartij een be kwaam schermer was. Hij pareerde een paar uitvallen. Dc huzaar deed een schijn- slag naar de linkerdij, snel gevolgd door een steek naar het voorhoofd: de coup de Nevers (den stoot van Ncvers). Saxon ving den stoot tijdig op. Razend vlug bukte hij zich en stiet zijn rapier midden in dc borst schuins onder de schouderbedekking van zijn tegenstander. Op hetzelfde moment klonk een schot. Saxon sprong zijwaarts draaide zich om en zag den luitenant achterover zinken door een kogel in het hoofd getroffen, zijn sabel viel dof op den grond. Marion stond naast hem, het rookend pistool nog in de bevende hand. Zij trilde op haar beenen. „Ik heb hem doodgeschoten", stamelde zij verschrikt. Hij was niet gewond deed maar zoo Hij stond achter je rug op wilde je verraderlijk van achteren doorboren toen moest ik schieten". „Marion!" schreeuwde Saxon. Jij hebt mij het leven gered". Voor zij er op bedacht was. sloeg hij zijn armen om haar heen en drukte zijn lippen op de hare. Saxon voelde haar warmen mond hartstochtelijk terugzoenen. Een oogenblik gaf hij zich over aan haar lief de, toen trachtte zij zich uit zijn om helzing te bevrijden. „Neen, Saxon!", zeide zij. „Neen, hot mag niet het mag niet, ik ben „Dat kan mij geen zier schelen", riep de avonturier, en weer drukte hij haar heftig tegen zich aan. .Jij hebt rnij het leven ge red en ik wil je bedanken, lieveling lieveling" Zij liet hom begaan. „Er valt nu toch niet tegen hem te redp- neeren", dacht ze. Eindelijk zei ze: ,.Nu is hel genoeg. Zoo'n warm bedankje heb ik nog nooit van mijn leven gehad". Saxon boog zich over Von Lisse. Hij was dood. maar de kapitein ademde nog. De avonturier legde hem aan den kant van den weg in het struikgewas neer, ver bond de ernstige wonde, nam een veld- flesch uit de tasch van een der paarden en zette die bij de rechterhand van den huzaar. „Nu moeten je manschappen je maar vinden", zuchte hij. „Misschien heb ik al te veel tijd aan je verspild". „Weet je wat we nu gaan doen?" vroeg Saxon. „Nu?" „Wij rijden weg op de paarden, vóór an dere ruiters ons achtervolgen. Ik zal het grootste nemen, jij liet kleinste. Ga er maar schrijlings opzitten. Ik zal wel voor rijden binnen eenige uren hebben vvo al een heel eind afgelegd". Toen zag Saxon aan den eschdoorn zijn luit hangen „Ditmaal zal je mij niet ver raden", zei hij. Marion antwoordde: „Ik zag haar han gen. toen we in de struiken zaten. Mijn hart bonsde van angst dat die mannen haar zouden zien". Saxon trad naar de paarden, die rustig stonden te wachten. Hij tilde Marion op het kleinste der twee, slingerde zichzelf op een groot, bruin strijdros. „En nu, vooruit, liefste!" schreeuwde hij, „naar hot Noorden, naar Branden burg!" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5