'AMEPSFOORTSCH DAGBLAD
en
Tijdschriften
FEUILLETON
U
Dinsdag 21 November 1933
32 e Jaargang No. 122
VAN DER LUBBE WAS NIET ALLEEN
WIE WAREN MEDEDADERS
De intern, juristencommissie
AANVARING OP DE
NOORDZEE
A. ROODHUYZEN t
VEILIGE HAVENS
Mevr. Bakker'Nort spreekt te
Amsterdam over den
brand in den
Rijksdag
Amsterdam, 20 Nov. Zaterdagavond
beeft mevr. B. BakkerNort een lezing ge
houden over den brand in den Rijksdag.
Mevr. Bakker-Nort begon met te verkla
ren, dat zij bij uitzondering heeft gevolg
gegeven aan het verzoek om te spreken
over het onderzoek van de Intern. Juristen
commissie te Londen en te Parijs inzake
den Rijksdagbrand.
Deze brandstichting is toch geen gewone
misdaad. In dat geval zou niet de ganscho
wereld met spanning de persverslagen over
het proces volgen.
't 16 veel meer een strijd tusschen twee
levensbeschouwingen; de communistische
tegenover de nationaal-socialistische begin
selen.
Groote publieke vergaderingen kunnen
zooals we in het buitenland zien, gemakke
lijk demonstraties worden voor extremisti
sche groepen. En het is beter in de geprik
kelde stemming, waarin thans de wereld
verkeert, een dergelijke aanleiding te er-
mijden.
In dit gesloten gezelschap van comitéle
den en enkele introducé's hoeft daarvoor
echter geen vrees te beslaan. Bovendien
heeft het Comité een zeker recht op toe
lichting der rapporten der commissie, om
dat zij dit onderzoek heeft helpen mogelijk
maken.
Tegelijk biedt zich daarbij de gelegenheid
veel misverstand omtrent de juristencom
missie te bestrijden.
Ece de commissie werkte.
In de pers is dit met de pakkende titel
bestempeld van schaduw of contra-proces.
De commissie heeft van het eerste oogen-
blik dat zij publiek is opgetreden en tel
kens weer daartegen geprotesteerd. De
commissie heeft geen rcchtbankje gespeeld,
geen strafproces geleid. Met ontbrak haar
daarvoor aan de bevoegdheid en de macht,
getuigen te dagvaarden en onder eede te
hooren. De commissie, bestaande uit juris
ten uit verschillende landen, die daarin zit
ting hadden als particulieren en natuurlijk
niet als vertegenwoordigers van hun land,
hebben echter wel met groote nauwgezet
heid de documenten en mondelingen ver
klaringen die ter harer beschikking ston
den, onderzocht om daarop enkele conclu
sies te bouwen. En het blijkt telkens hoe
grooten invloed zij daardoor heeft op het
proces in Duitschland.
Een andere vergissing is, dat do leden
der juristencommissie uit het meerendcel
zou bestaan uit communisten en daarom
niet objectief zou kunnen oordeelen. Het is
echter een feit, dat geen der leden commu
nist i6 en dat stellig het meerendeel, zoo
niet allen, evenals spreekster zelve, voor
standers zijn van de p: elementaire demo
cratie en de proletarische dictatuur in Rus
land even funest achten als de nationaal-
socialistische terreur in Duitchland.
De veel verspreide opvatting, dat onze
commissie verantwoordelijk is voor de uit
gave van het Bruinboek, is dan ook volko
men valsch. En de commissie heeft geen
enkel feit uit het vele materiaal uit het
Bruinboek over den brand in haar rapport
gebruikt zonder dat dit nauwgezet is on
derzocht en geverifieerd.
Gevraagd kan worden: Wat was de reden
dat een internationale juristencommissie
zich geroepen voelde, deze zaak te onder
zoeken en dit niet overliet aan de Duitsche
rechters?
Daarop is het antwoord: Er zijn in de ge
schiedenis der menschheid enkele misda
den, die de consciëntie der geheele wereld
raken. De Rijksdagbrand behoort daartoe.
Over de geheele wereld kwam de onrust
tot uiting over do meedogenlooze onder
drukking van elk (en speciaal van commu
nisten en socialisten), dio niet gelijk de
Nazi dacht, vlak na en naar aanleiding van
den brand.
Algemeeh werd gevoeld dat onder de ge
geven omstandigheden de verdedigers der
verdachten niet konden beschikken over de
noodzakelijke vrijheid. Waren niet reeds
herhaaldelijk advocaten, die den moed had
den communisten of socialisten te willen
verdedigen, zrivc in concentratiekampen
opgesloten?
Bovendien zouden tal van personen die
gewichtige inlichtingen konden geven om
trent de verdachten, niet in Duitschland
kunnen getuigen, zonder zichzelve en hun
nabestaanden aan groote gevaren bloot te
stellen.
Ziedaar de redenen, waarom de leden
gemeend hebben de waarheid en het recht
te kunnen dienen, door het onderzoek.
Om de onrust te begrijpen, waaraan de
wereldpers uiting gaf omtrent den terreur
in Duitschland, moeten we ons terugden
ken in de dagen in het begin van dit jaar.
Een terugblik.
Spreekster liet daarbij het licht vallen
op de economische en politieke 6ituatie van
Duitschland in die dagen.
Op 27 Februari, vlak voor de nieuwe ver
kiezingen voor den Rijksdag, brak plotse
ling de brand uit. Op de plaats der mis
daad werd een Nederlander gearresteerd,
van der Lubbe, die bekende den brand te
hebben gesticht.
Onmiddellijk, nog vóór eenig onderzoek
had plaats gevonden, gaf de Duitsche re-
gecring de schuld aan de communisten. En
hoeveel tegenstrijdigheden de officieele
persberichten van die dagen ook bevatten,
op dit punt bleven ze consequent. De brand
zou de daad zijn van een internationaal
communistisch complot en het 6ignaal voor
een bloedigen burgeroorlog.
Op dien grond werd de vervolging van
communisten en socialisten gemotiveerd.
Trouwens elk die niet nationaal-socialis-
tisch dacht, werd daarom als staatsgevaar
lijk beschouwd.
Communistische pers en vergaderingen
werden verboden; en nadat de mandaten
der gekozenen dezer partij vervallen waren
verklaard, had de Nazipartij de meerder
heid in den Rijksdag.
Als hoofdschuldigen aan de brandstich
ting werden vervolgd Torgler, ex-leider der
Communistische fractie in den Rijksdag, en
drie Bulgaren, n.l. de thans zoo door zijn
strijdvaardigheid en intelligentie bekende
Dimitrof, Fopof en Tanef.
I-Iet onderzoek te Londen is aangevangen
bij van der Lubbe, het cenige zekere
element in deze misdaad. Een subcommis
sie had reeds tevoren te Amsterdam tal
van getuigen gehoord, die inlichtingen
konden geven over karakter, milieu en po
litieke actie van van der Lubbe. Het was
komen vast te staan, dat van der Lubbe
reeds 6inds aanvang 1931 geen lid meer
was van de C.P.H., omdat hij zich niet kon
vereenigen met de politieke actie dier partij
eri zich aan geen discipline wilde onder
werpen. Verder dat hij later in openbare
vergaderingen veel meer als opponent dier
partij was opgetreden en épartacist was ge
worden, aanhanger van den individueelen
terreur, die in strijd is met de communis
tische dogmatiek.
Do tweede vraag was: „Kan van der
Lubbe de daad alleen gedaan hebben?
Aan de hand van tal van gegevens en ge
zien den korten tijd, waarin de brand op
tal van plaatsen gelijktijdig is uitgebroken
en het groote aantal brandhaarden en hoe
veelheid gebruikt brandmateriaal, was het
antwoord dat van der Lubbe niet alleen
gehandeld kan hebben. Na het verhoor van
de deskundigen te Berlijn, twijfelt niemand
meer daaraan.
Daarop besprak mevr. Bakker de vraag,
die nog steeds de gemoederen bezig houdt:
Wie waren dan zijn mededaders?.
De commissie heeft geen connectie kun
nen vinden tusschen van der Lubbe en de
communistische partij, en nog minder met
do niet verdachten. Daarom sprak ze als
haar oordcel uit, dat Torgler, Dimitrof, Po-
pof en Tanef noch direct, noch indirect,
betrokken zijn bij den Rijksdagbrand.
Nauwgezette 6tudie van het plan van den
Rijksdag en speciaal van alle uit- en in
gangen maakt het volgens de commissie
waarschijnlijk, dat door de dadeis gebruik
is gemaakt van den onderaardschen gang
naar het paleis van den Minister-President,
zooals ook door dezen bij het verhoor als
zijn mecning werd geuit.
Conclusie der commissie.
Op vele gronden, door spreekster toege
licht, is de commissie tot haar conclusie ge
komen, dat er vermoeden bestaat dat de
brand is gesticht door of ten behoeve van
de leidende personen van de Nazipartij, en
dat elk college, dat belast is rnet het ge
rechtelijk onderzoek te leiden in deze zaak,
terwüle van waarheid en recht deze ver
moedens behoort le onderzoeken.
Thans zijn veertig zittingsdagen van het
proces voorbij. Een stroom van getuigen
charge is voor het hoogste Duitsche Rijks
gerecht verschenen. Zij zijn uit gevangenis
sen, concentratiekampen, doch ook uit pa
leizen van regeerders gekomen om de com
munisten te beschuldigen, niet alleen van
den brand, doch ook van pogingen een
bloedige revolutie uit te lokken.
Maar is het hun tot heden gelukt de
6chuld van de vier mede-verdachten van
van der Lubbe aan de brandstichting te
bewijzen?
Behalve in 6ommigc fantastische verha
len, met den naam van romans bestempeld
in de pers, van enkele getuigen, meest vroe
gere communisten, thans overgeloopen naar
de Nazi's, is het verband met deze misdaad
van Torgler en de drie Bulgaren, niet waar
schijnlijk gemaakt, laat staan bewezen.
Doch evenmin is de medeplichtigheid aan
de misdaad van de Regeeringspartij ook
maar eenigszins komen vast te staan.
Kan men verwachten, gezien den hoogen
druk waaronder men thans leeft in Duitsch
land, dat er iemand den moed heeft tegen
de Regeering te getuigen?
Twee vragen blijven nog altijd open. Zal
eindelijk \an der Lubbe openbaren wie zijn
medeplichtigen waren, of zal tenslotte ko
men vast le staan, dat van der Lubbe het
onbewust werktuig is geweest van een of
andere politieke groep7
OPCENTEN OP DE BIERACCIJNS.
Protest van moutfabrikanten.
Roermond, 20 No\Aan de leden der
Tweede Kamer is het volgende telegram
gezonden:
De bond van Nederlandsche moutfabrie
ken gevestigd te Roermond verzoekt u
hoogedelgestrengen niet toe te stemmen in
de continueering der opcenten op de bier
accijns. De steeds dalende omzetten waar
tegenover slechts staan verhoogde belas
tingen verhoogd graan monopolie-recht, als
mede de invoer der omzetbelasting kan
niet anders dan den toestand nog meer
verslechteren. Zoowel voor de brouwerijen
als de mouterijen hier te lande.
DE NEDERLAND-EXPRESS.
Amsterdam, 20 Nov. De speciale trein
met passagiers on post in aansluiting op
het d.d. 24 November van Genua vertrek
kende motorschip „Mar'nix van Sl. Aldegon
de" van de Stoomvaart Mij. „Nederland'
zal Donderdagmorgen 23 November om 8
uur van Den Haag vertrekken. Vertrek van
Utrecht C.S. 9 u. 3, van Arnhem 9 u. 59, van
Nijmegen 10 u. 28, vertrek van den aanslui
tenden trein naar Utrecht van Amsterdam
C.S. 7.58 u., van Amsterdam W.P. 8 u. 13
en van Rotterdam-Maas 7 u. 22. Aankomst
te Genua Vrijdagmorgen a.s. om 7.31 u.
Een Umuider stoomtrawler
gezonken. De op
varenden gered
IJ muiden, 20 Nov. Vanmiddag orn vijf
uur is alhier van de visscherij teruggekeerd
de stoomtrawler „Rotterdam", IJm. 112,
van de rcederij de Vcm, met aan boord de
bemanning van dc eveneens te IJmuiden
thuisbehoorende stoomtrawler „Johanna
Marie".
Beide schepen zijn hedenmiddag om twee
uur op ongeveer tien mijl ten Noordwesten
van IJmuiden tengevolge van de dikke
mist met elkaar in aanvaring geweest. De
.Rotterdam", die thuisvarende was, raakte
de „Johanna Marie" aan de bakboordboeg
Laatstgenoemd schip werd zoo ernstig be
schadigd, dat het voorschip 6poedig begon
te zinken. Onmiddellijk heeft men de red
dingsboot te water geiaten, waarna de ne
gen opvarenden zich daarin begaven. Zij
roeiden naar de „Rotterdam", waar zij eeni-
ge minuten, nadat de aanvaring was ge
schied, aan boord werden genomen. Het
bleek dat in die korte 6panne tijds de „Jo
hanna Marie" reeds in de diepte wa6 ver
dwenen.
De opvarenden, die allen ongedeerd ble
ven, hebben al hun hebben en houden ver
loren.
Nog een aanvaring.
Hedenmiddag omstreeks twee uur is in
de buitenhaven van IJmuiden de uitvaren
de logger „Katwijk 89" tengevolge van de
mist aangevaren door het binnenkomende
s.s. „Irene" van de K.N.S.M. De logger be
kwam een groot gat boven de waterlijn en
is naar de Visschershaven teruggekeerd. De
„Irene" kon doorstoomen naar Amsterdam.
Amersfoort. 8 Dcc. 't Boompje,
Verkooping van dc boerenhofstede ,,Dq
Bekenkamp" te Hoogland. 11 uur v.m.
1 Dec. Wagcnwerkplaats N. S. Verkoo
ping van meerdere partijen eiken-, grenen-,
en vuren afbraakhout. 10 uur v.m.
Hoogland. G Dec. Ifoutverkooping
aan den Lagenoord voor het Collego van
de Malen.
ERNSTIGE STEEKPARTIJ.
I
Boxtel, 20 Nov. Gisteravond omstreeks
10 uur heeft in het café van den heer Van
Haren aan den Schijndelschen dijk een
ernstige steekpartij plaats gehad.
Een bezoeker, zekere L.. werd, omdat hij
lastig was, den toegang in het café gewei
gerd. Hij verliet hel onder den uitroep
„Ik heb er een scherpe in". Kort daarna
kwam hij in gezelschap van zijn vader en
broer terug. De vader en een der zoons
trokken met open mes op een der bezoekers
af. Deze, zekere Van der M., werd ernstig
aan het hoofd gewond. Hij bekwam ste
ken van 15 c.M. diepte. De tweede zoon
bewerkte een andere bezoeker met steenen
in een zakdoek geknoopt. De daders werden
's nachts door de gemeentepolitie gearres
tcerd en in verzekerde bewaring gesteld
TH. J. K. A. LIEFRINCK. f
Te Oosterbeek is in den ouderdam van 62
jaar overleden de heer Tli. J. K. A. Liefrinck
mede-directeur van dc Levensverzekering
Mij. Arnhem. De heer Liefrinck is aanvan
kelijk voor den militairen dienst opgeleid
en hij maakte als jong luitenant een der
Atjeh-expedities mede. Hij werd toen zooda
nig gewond, dat een been moes. worden ge
amputeerd, zoodat hij voor den militairen
dienst ongeschikt werd. In 1895 in Neder
land teruggekeerd, kwam hij als bureauchef
in dienst van do Eerste Rottcrdamsche. In
1900 werd hij benoemd tot directeur van de
Levensverzekering-Mij* Arnhem. Dc heer
Liefrinck is o.a. zeven jaar lid geweest van
den Arnhemschen gemeenteraad. Verder
was hij lid van het bestuu- van de Gemeen
tespaarbank te Arnhem, bestuurslid van de
Woningbouwverceniging Openbaar Belang
on commissaris van de Nederlandsche Cre-
diet- en Voorschotbank te Amsterdam. Dc
teraardebestelling zal plaats hebben te Oos
terbeek Dinsdagmiddag te half drie.
Nieuwe filnt,
De filmverkiezingen van de Nieuwe Film
hebben reeds drie mannelijke candidaten
aangewezen: Hans Albers, Willy Fritsch en
Maurice Chevalior. In dit nieuwe nummer
maken wij verder kennis met Het Leelijko
Meisje Dolly Haas en de „Maalstroom der
Wereldstad".
De Nieuwe Pers*
Jules Sauerwein schreef voor het jongste
nummer van „de Nieuwe Pers" een artikel
tje over De economische en Geestelijke
chaos van Centraal Europa, terwijl A. den.
Doolaard het zijne over Hooge Hoeden en
Pantserplaten voortzette. Onder brieven uit
het Buitenland is geschreven over de Mo
hammedanen in Bosnië en Hcrzegowina.
G. J. Nijland schrijft het sportoverzicht. In
de filmrubriek is aandacht besteed aan de
film van Claudettc Colbert: Nachtclub Ma**
donna.
Ouddid der Tweede Kamer en polb
tiek hoofdredacteur van het
Vaderland
Na een langdurige ongesteldheid te
op 74-jarigen leeftijd te den Haag overleden
het oud-lid van de Tweede Kamer A. Rood-
huyzen politiek hoofdredacteur van „Het
Vaderland".
Dc thans ontslapene werd 27 Jan. 1859 te
Amsterdam geboren. Hij studeerde aldaar
aan de universiteit en werd daar doctoran
dus in de klassieke letteren. Daarna was
hij aan de hooger burgerschool te Enkhui-
zen werkzaam als leeraar in de oude talen
en geschiedenis.
Van 1905 tot 1918 is de heer Roodhuyzeri
lid van de Tweede Kamer geweest. Hij
stond bekend als een van de b^stc strijders
voor dc liberale partij De heer Roodhuyzen
heeft o.a zitting gehad in de staatscom-
missie voor het onderwijs (bevredigings
commissie) en sedert 191-4 was hij politiek!
hoofdredacteur van het Vaderland.
DE NOODTOESTAND IN DE
MIJNINDUSTRIE.
Heerlen, 20 Nov. Zaterdagmiddag vond
alhier de bespreking plaats met de Lira-
burgsche Katholieke Kamerleden, welke
door het hoofdbestuur van den Katholieken
Mijnw erkerbond was aangevraagd. De on
gunstige situatie van de mijnindustrie en
dc moeilijke positie waarin de mijnwerkers
verkceren werd uitvoerig besproken. Enkele
maatregelen, welke verlichting in den toe
stand juden kunnen brengen, werden on
der het oog gezien. Het hoofdbestuur van
den R. K. Mijn werk ersbond vroeg hiervoor
de steun van dc liberale Kamerleden*
welke bereidwillig werd toegezegd.
In verband hiermede zijn dezer dagen
nadere stappen van den R. K. Mijnwerkers-
bond te verwachten.
De persoonlijkheid ontstaat door zelfont
vouwing.
door
BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
Terwijl juffrouw Nash met haar zachtcn,
verlegen glimlach haar hoofd schudde,
stak de zonderlinge burgervrouw de vijfde
Avenue over en sloeg toen een st aat in,
die naar de East River leidde. Na de
Vijfde Avenue een paar honderd meter
achter zich te hebben, waren zij en het
kind in don wagen geheel in de krioelende
menschenménigtc opgenomen. Zich bewust
zijnde, dat zij door haar voortdurend ge
mompel allicht voor een half waanzinni
ge zou worden gehouden, sloot zij met een
grimmige vastberadenheid haar lippen op
elkuar. Zij was klein van postuur, en als
rnen haar van nabij bekeek, ontdekte men
dat zij eens rnooi was geweest, met iets
wilds en donkers in haar gelaatstrekken.
Zelfs nu, terwijj zij zich een weg baande
tusschen de ongemanierde mannen en
vrouwen en schreeuwende, spelende kin
deren, flitsten haar wilde, donkere oogen
nu eens van plotselinge booshpid, dan
weer schoten zij vol tranen.
Het huis, waar zij stil hield, onderscheid
de zich nauwelijks van de honderde an
deren, waarvan de eerste verdieping uit
kosthuizen bestond en de tweede uit ka
mers voor één gezin. Van boven van een
steenen trap kwam een slonzige, glundere
moederlijke vrouw log aangeloopen om met
den kinderwagen een handje te helpen.
„Dus daar bont u nu met uw kind, juf
frouw Coburn! Nu kan je dc boel in orde
gaan brengo^'.
Het antwoord kwam, alsof het van bui
ten geleerd was. „Ja, dat kan nu gebeuren.
Haar bedje is al klaar, maar al 't overige
ligt nog net zoo door elkaar, als toen ik
hier introk. Maar 't bedje is in orde, dat
is de hoofdzaak. Ze is van natuur een
prikkelbaar kind, zoodat u 't niet vreemd
moet vinden, als u haar soms eens hoort
huilen. Sommige menschen dachten dat ik
haar nooit zou krijgen, dus als u soms
mocht hooren, dat rnijn dochtertje is ge
storven
Dan weet ik nu dat 't niet waar
is", antwoordde de glundere vrouw lachend.
,.U hebt haar immers hier; hoe zou ze dan
dood kunnen zijn? Mag ik eens eventjes
kijken?"
Zij hadden nu den wagen de trappen op
gedragen en hem in het gangetje geplaatst
Toon de zonderlinge vrouw merkte, dat zij
niet anders kon doen dan aan het verzoek
voldoen, beefde zij, maar schikte er zich in.
De buurvrouw lichtte het gordijntje op en
keek er onder.
„Wat een schatje! En ze ziet er niets zie
kelijk uit, heelemaal niet".
„Neen, in haar gezicht niet, maar haar
lichaampje is wat uitgeteerd. Zoolang ik
haar heb
„Ik denk dat er te veel kalkwater in
haar melk is. 't Is immers een flessche-
kind! Ja, met die flesschekinderen twee
van mijn vijf waren 't ook moet jc pro-
beeren en nog eens probecren, en bijna al
tijd zal je zien, dat 't dat akelige kalkwa
ter is, dat hen van streek maakt".
Na de deur. die aan den linkerkant van
de gang was, te hebben ontsloten, reed de
zonderlinge vrouw haar schat in een ka
mer, waar het benauwd was, omdat de
ramen dicht waren en duister, orndat de
blinden gesloten waren. Don sleutel achtor
zich omdraaiende, was zij eindelijk alleen.
Zij viel op haar knieën en trok het gor
dijntje zoo woest op zij, dat het bijna af
scheurde.
„Mijn Gracie! Mijn Gracie. God nam je
niet van me weg! God zou niet zoo slecht
zijn! Ik heb 't maar gedroomd, en nu ben
ik weer wakker".
Plotseling kwarn er eon verandering over
haar. Zij trok haar hoofd terug en streek
toen met bride handen over haar heele ge
zicht. Ontzetting straalde uit haar oogen,
baar gelaat werd vaal, en haar lippen ont
sloten zich.
„Hiervoor ga ik twintig jaren in de ge
vangenis misschien nog langer. Opge
hangen zal ik er, geloof ik, niet voor wor
den, maar twintig jaren krijg ik :r zeker
voor, als ze 't. ontdekken'Zij sprong over
eind, nog steeds half verstaanbare zin
nen mompelend. „Maar ze zullen 't nooit
ontdekken? Wat is er eingcnlijk te ont
dekken? 't Is rnijn eigen kind! Mijn
sc-hat van 'n kindje!' Toen viri zij weer
op haar knieën en kroop naar het wagon
tje. met haar oogen strak gevestigd op hot
gezicht van het kind.
„Mijn kleine Gracie! Ik heb jc zoo gemist,
terwijl j i weg was. Mijn hart was er bijna
van kapot. Maar nu ben ja weer bij me
en jc bent heelemaal van m'j van inij
alleen!
Het ventje opende zijn oogen. Het was
zijn gewone uur van wakker worden. Voor
de eerste maal in zijn leven kreeg zijn ge
zicht door verbazing een uitdrukking, die
zich later nog dikwijls zou herhalen. In
plaats van in zijn donzige, propere nestje
te liggen, bevond hij zich nu in een hol
letje, dat zijn zintuigen onaangenaam aan
deed. In plaats van di Na-Na met haar
zachten glimlach, of de Ma-Ma met haar
liefde, zag hij dc schrikaanjagende wilde
oogen van deze vrouw, die een gevoel bij
hem wekte, dat hij later leerde onderken
nen als vrees. In plaats van zijn sraette-
looze, vroolijke kinderkam-r, was hij ver
zeild geraakt te midden van een romme
lige hoop huisraad, dat juist een leegstaan
de kamer was binnen gedragen Niet dat
hij de details waarnam, maar hij zag het
als een geheel, waarvan do oiidcidaelen
onafscheidelijk met elkaar waren verbon
den, proefde het als een giftdrank, waarvan
de samenstellende bes'anddeolen niet meer
van elkaar waren te onderkennen:.
Het tenige dat hij kon doen. was klage
lijk huilen, waaruit een voor hem zelf ge
heel nieuwe gewaarwording klo ik: angst.
Dia angst was des te grooter, omdat hij er
geen verklaring voor kon vinden. Tot nu
toe was hij zich slechts bewust geweest
van macht. Hij was altijd een oppermach
tige baby geweest, die gehoorzaamd werd
zonder te behoeven te bevelen. Nu was hij
herboren al6 slaafje, in omstandigheden ge
plaatst, waarin zijn heerschzuchtig kinder
willetje machteloos zèou zijn. H'.j begreep
dit, natuurlijk niet door redeneeren, maar
door een instinctmatig gevoel, dat zijn
hartje brak. Het wae niet uitsluitend de el
lende van het oogenblik, die uit zijn hui
len sprak, maar ook vrzes voor de toe
komst. Er was iets anders gekomen in zijn.
wereld van blijheid, teederheid en b.riiaagv
lijkheid, en dat had hij gjvoeld. Zonder
te weten wat het was, schrikte hij door de
aanraking er van, en snikte.
En toch is behoefte aan liefde in heti
hart van elk jong schepsel zoo groot, dat
toen de vreemde vrouw hem uit den wagen
nam en tegen haar boazem heen en weer;
wiegde, hij een beetje tot bedaren kwam.
Maar gemakkelijk ging dat niet, want al
hield zij hem dicht togen zich aan, en zong
zij voor hem in den lagen wipstoel zittend,
waarin zij ook haar dochtertje hod op en
neer geschommeld, bij bleef snikken
maar niet zooals hij dat in zijn kinderka
mer had gedaan. Daar vond hij snikken
vermakelijk. Nu deed hij het echter alleen
maar omdat er in zijn binnenste iets was
kapot gemaakt. Maar hij geraakte moe van
het snikken; het krampachtige huilen werd
allengs minder en zijn groote verdriet
werd minder wanhopig. Liefde had hem in
haar armen; het was wel n:et de li ride
van Ma-Ma of Na-Na, rnaar het was toch
liefde, die hem omarmde en hem in slaap
zong. Zoolang de zeeman, die schipbreuk
heeft geleden, nog een vlot onder zich'
h -cft, zinkt hij nog niet. Allengskens zocht
li ij troost aan den boezem van de vreemde
vrouw, thans zijn ecnige toevlucht. Als oen
een stuk wrakhout, dat hem boven water
moest houden, sloten zijn handjes zich om
de blouse der vreemde vrouw.
(Wordt vervolgdj