KEITJES
RADIO, JAZZ EN PUBLIEKE SMAAK
Als de zaak rust
werkt de
ADVERTENTIE
3 x plaatsen
voor f l.«
Uitsluitend bij voor
uitbetaling.
VLOEIENDER MELODIEËN
WORDEN VERLANGD
Periode van dolzinnigheid
achter den rug?
LETTERKUNDIGE KRONIEK
FIRMIN GEMIER f
'AMERIKAANSCHE NOTITIES
Géén „hardgekookte" vrouwen meer,
maar toch nog géén onafham
kelijkheid van den man
New-York, 10 Nov. 1933.
ITet weekblad de „Literary Digest" beeft
zijn abonné's en lezers uitgenoodigd hun
oordeel'te willen insturen over de radio
programma's en komt daarbij tot een be
vinding, die dezer dagen op allerlei ge
bied meer tot uiting komt. Het blijkt dan,
dat het groote publiek meer en meer te
genzin krijgt in Jazz en zoogenaamde hu
mor, zich gaat verzetten tegen de recla
mepraatjes, waarvan het Amerikaansche
radio-wezen nu eenmaal afhangt, maar
de voorkeur geeft aan degelijker kost, wel
luidende muziek en in het algemeen pro
gramma's, waarvan men iets opsteekt. Dat
was een paar jaar geleden anders toen
werd er niet naar de goede programma's
geluisterd eh vólgde de edile jazzband den
ander op. Matfr zelfs nu nog komen er
verontwaardigde Digest lezers klagen, dat
er niets fatsoenlijks om aan te hooren is.
Iemand uit Californië schrijft een toestel
van 495 te hebben en van plan te zijn het
te ruilen voor een gramophoon, omdat hij/
de radio zelden aanzet en dan gauw weer
met een gevoel van walging afsluit. Ken
beetje overdreven, naar mijn bescheiden
opinie. Er gaat geen dag voorbij of er zijn
minstens een half dozijn programma's
's avonds alleen al, die het aanhooren
meer dan waard zijn.
Maar wat ik constateeren wil, is de ver
andering van smaak, die ook al onder den
Blauwen Adelaar schijnt te zijn gekomen.
En gelukkig kan gezegd worden, dat de
verandering een verbetering is. Laten we
een paar dingen in het alledaagschc le
ven bekijken. Daar is b.v. de tegenzin in
de hysterisch-kloppende Jazz gekomen;
niemand minder dan de fameuze compo
nist George Gershwin heeft de vorige week
openlijk bekend het in een andere richting
te moeten gaan zoeken en de vloeiende
melodie boven het gescandeerde rhythme te
gaan stellen. Er zijn deskundigen, die be-
werbn, ëcn nauwe samenhang tusschon dit
muzikale evenement en de terugkomst
van bier en de nadering van wijn en fijne
likeuren te zien. Jazz was een product van
de cocktail in de speakeasy, de clandistienc
drmkgelegcnhcid, waar men door een on
aanzienlijk deurtje in een zoogenaamd leeg
huis of pakhuis moest binnenkomen na een
wachtwoord gezegd te hebben op zich an
ders gelegitimeerd te hebben en dan in
een soort nachtclub van meestal fabelach-
lige luxe kwam. Natuurlijk waren er ook
duizenden, die er precies als onze polder
jongenskroegjes uitzagen en een dito pu
bliek trokken, maar in deze stad waren
er „speaks", die meer op een Byzantijnsch
of Parijsch sprookje geleken en waar de
reinste „drink" een dollar kostte. Daar
werd niets anders dan cocktails en whis
key, dus „sterko drank" geschonken met
liet doel zoo gauw mogelijk de hoogte te
krijgen en in dat kader paste de Black
Bottom. Ilard drinken en de vcrstolcnhcid
achter gedempte muren tegen de politie
zijn lijnrecht in strijd met een Beiersche
biertuin» waar de Wcencr wals hoogtij
viert. Eigenlijk is het een wonder, dat
Jazz ooit in Europa heeft kunnen aarden
en dat Léhar het heeft moeten afleggen te
gen Yes, we have no bananas. Een excuus
is misschien de na-oorlogsche productivi
teit in Amerika en de dito steriliteit in
Europa, maar alleen het dolle, jonge ge
slacht heeft er voor gevoeld, uitsluitend en
alleen ómdat het uit Amerika kwam. Nu is
al die geheimzinnigheid aan het verdwij
nen, den 5den of Gdcn December kunnen
we met redelijkheid verwachten, dat Ame
rika weer openlijk ui met een vroolijk
hart doen zal, wat het sinds '21 in het ge
niep en als samenzweerders gedaan heeft:
op een beschaafde manier genieten van
hetgeen Europeanen als een alledaagschc
zaak beschouwen het drinken van een
glas bier of champagne. En daarmee komt
zeker een vermindering van perversiteit
aan de oppervlakte.
Is de nieuwe damesmode, die de silhouet
van 1910 terugroept en de echte vrouwelijk
heid van het begin dezer eeuw een aanlei
ding of een gevolg van deze verandering?
Hier beweert men, dat het een gevolg is van
den terugkeer tot normaliteit en dat een ac
trice, Mae West, er veel toe heeft bijgedragen.
Mae Wést, wier film „She has done him
wrong" "binnenkort in ons land onder de een
of andere schoons betiteling te verwachten
is, behoort tot liet soort vrouwen, dat per
tinent geweigerd heeft met jongenshoofden
en dito figuren rond te loopen en die in den
ergsten tijd van La Gargonne met stukken
op Broadway voor den dag kwam, waarin
het zandlooperfiguur en de goede oude tijd
vai) bier en roomsoezen verheerlijkt werd.
New-York ging er heen en amuseerde zich
met het verleden, maar deed een vermage
ringskuur en bezocht de speakeasy. Mae
bleef dezelfde, schreef en voerde ondeugen
de stukken op als „Sex", „Pleasure Man",
„The Captive", (La Prisonnière) „Diamand
Lil" e.d., werd gearresteerd wegens obscene
voorstellingen, zat haar straf drie maanden
in het „workhouse" uit en is op het oogen-
blik zoo geweldig in populariteit gestegen,
dat zij Greta Garbo en Mariene Dietrich de
loef afsteekt. Deze week is haar laatste film
„I'm no Angel" voor de vierde maal in het
Paramount theater gegaan, dat de popu
lairste film van Clara Bow nooit langer dan
twee weken liet loopen.
Ook in de filmwereld heeft een verande
ring plaats gevonden. De monstrueuse pro
ducten, waarin de speakeasy en de onder
wereld, de eeltige „flapper" of bakvisch, de
geld rondstrooiende „big business man" ver
heerlijkt werden, zijn definitief voorbij. De
comedies en drama's met geheimzinnige
moorden cn blasé-brutale levensbeschouwin
gen, die met alle fijnere gevoelens spotten,
zijn niet meer in de mode. Broadway is op
het oogenblik dol op „Champagne Sec", dat
hij nadere beschouwing niets anders blijkt
te zijn dan Jo'.iann Straus' „Die Fledermaus"
De nieuwste film van Maurice Chevalier
blijkt „Die Lustige Wit wc" te zijn en „Trink.
Brüdcrlein, trink klinkt hoe langer hoe
meer uit mijn radio. De kranten staan vol
an corsettenadvcrtenties en een enkele blik
in de subway of op Fifth Avenue is genoeg
om er van overtuigd te zijn, dat de Gibson
girl teruggekomen is, maar zonder de over
dreven uitersten van dien tijd, toen een
zandlooper-figuur het toppunt van chic was.
Wat do achter ons liggende jaren ook voor
onzinnigs opgeleverd hebben, niemand zal
ontkennen, dat het nuchtere verstand na
vele jaren tobben cn worstelen dc overhand
aan het krijgen is.
In de afgcloopen jaren had Amerika eenigc
teekenende uitdrukkingen als tough", taai
cn „hard boiled", hard gekookt aangenomen
voor de jeugd cn de. uitgaande wereld. Dip
bewoordingen golden voor alles wat lijn
recht in strijd was met hetgeen aan het be
gin dezer eeuw identiek was met goede ma
nieren, ridderlijkheid, vrouwelijkheid, be
schaafdheid. De na-oorlogsche psychose
wierp dit alles over boord cn lachte om
huiselijke gezelligheid, hoffelijkheid, respect
voor ouderen, moraliteit en een massa an
dere dingen nicer. Vergeet niet waarde lezer,
dat ik over Amerika schrijf en mij niet aan
matig over Europeesche toestanden te pra
ten, waar ik zooveel jaren niet tusschen vor
keerd heb. Amerika, d.vv.z. dc V. S. va.i
Noord-Amerika waren goed op weg om te
verwilderen en door hun populariteit over
de heele wereld een allerschandaligst voor
beeld te geven. Of het nu ice cream cones
of olifanten pantalonspijpcn waren of de
namen van bioscopen als Roxy of Chicago,
Europa was gereed alles over tc nemen, wat
onder de letters U. S. A. geïmporteerd werd.
Dc reactie op al die dolzinnigheid moest
komen; de vraag was alleen maar: van
waar? Moet men de kranten of de deskun
digen hier gclooven dan gaf Amerika op
nieuw het voorbeeld cn inderdaad heeft het
er allen schijn van. De massa was al die
opgeschroefdheid meer dan beu. Het vrou
vvelijke deel had den beker tot den bodem
geledigd en vond, dat het een kolossale
tegenvaller was. Wat Hitler in Duitschland
per oekase voorschreef doo. dc vrouwen
naar don huiselijken haard terug tc drijven,
kwam in Amerika op liberale wijze on spon
taan tot stand: de hard gekookte tijd hoort
voorloopig tot hot verleden. Er blijft natuur
lijk altijd een categorie over, die in man«-
kleeren blijft loopen cn op zijn Sovjets dc
gelijkheid der geslachten blijft prediken
de nuchtere werkelijkheid is, dat wij hals
over kop cn met een verbijsterende snelheid
terugkeeren tot den Gibson- en Boileau-tijd.
waarin een bakvisch geen halve vent maar
een jonge vrouw was, die steun en verove
ring verwachtte. Maar evenmin als de wes-
pentailles teruggekeerd zijn is de „flapper"
anno 1933 een wankelend, afhankelijk
vrouwspersoon! Zij rijdt 70 K.M. per uur.
hanteert de lippenstift en stapt er alleen op
uit als haar mannelijke collega. En nood
wendig moet de maatschappij zich aanpas
sen aan dit mengsel van 1900 en 1933, van
daar dat we een gloednieuwen tijd tegemoet
gaan met de deugden van beide perioden en
maar heel weinig fouten van deze twee.
Terugziende op het verleden komt men tot
de conclusie door een soort periode van lou
tering gegaan tc zijn, waarin dc nadoelen
gewogen en overboord geworpen zijn, terwijl
dc goede punten behoud n werden. Zeker is
liet, dat met één slag de schijnheiligheid
van eenige tientallen jaren geleden ontmas
kerd is en het heden een mengsel is gewor
den van* liberaal modernisme en do goede
zijden van het verleden. Wie ooren heeft
om te hooren en oogen om te zien merkt op
dat het middelbare geslacht, dat de wilde
haren verloren heeft en nog lang niet in de
termen valt om onder de ouderen gerekend
te worden een frisch inzicht van het leven
heeft gekregen, dat veel goeds belooft.
Hoe kan het anders, dat de grootste New-
Yorksche universiteit met een overstelpende
meerderheid zich tegen militarisme cn oor
log verklaart, onderwijl Mac West als de
populairste atricc uitroepend en verbazing
wekkende cijfers van nict-rookcn en niet-
drinlcen gevend? Dc periode van dolzinnig
heid schijnt definitief achter ons te zijn.
„Do Waterman", door Arthur
van Schendel.
II.
In onze kroniek van verleden week heb
ben 'wij een aanvullende beschouwing van
van Schendels „Waterman" in uitzicht ge
steld. Dc wijsgcerige gedachte, die in dat boek
verwerkt wordt is uitermate belangwek
kend. De hoofdpersoon, Maarten Rossaart
wordt opgevoed in een 6trak Calvinistisch
milieu. l3of, idee van verworpenheid en
boetedoening is'ccn idee, welke zijn jeugd
voortdurend vergezelt. Het is de donkere
kant van het leven, dje steeds bij hem
wordt geaccentueerd. Én dit heeft een in
nerlijk gevolg. Het heeft tot gevolg, dat
het zelfverwijt de inzet van zijn leven
wordt. Van Schendel heeft ons dat al sym
bolisch laten voor-voelen, wanneer bij aan
den aanvang van zijn verhaal den jongen
Maarten Rossaart, die een verboden wan
deling maakt langs de rivier, zijns ondanks
getuige laat zijn van den moord op een
Eranschen douanier (het verhaal speelt in
den Eranschen tijd) en hem dc wroeging
daarover laat beleven. De sombere gede-
termineerdheid, die Maarten Rossaart in
zijn wezen voelt, bohcerscht niet alleen zijn
daden, maar ook zijn geheele ontw ikkeling
uls mensclii. "Wanneer de Gëaillieorden Gor-
cum komen belegeren cn er vallen bommen
op de stad, en om Rossaart heen, die in
Gorcum wandelt, is de Dood aan het waren,
dan wil hij het behoud van zijn medebur
gers koopen, door den losprijs tc geven
van zijn eigen leven. Hij bidt tot God, dat
God hem moge verdelgen, hij meent dat
het z ij n zonde is, waardoor dit onheil komt
over zijn geboorteplaats, en hij gaat zelfs
6taan tegen een ineenstortenden toren, in
de hoop, dat God herp vernietigen zal.
Maar het is alles vergeefs. God begeert zijn
offer niet.
Dón gaat zijn leven zich verinnerlijken.
Dan gaat hij trachten ïechtuit televen,met
verwerping van alle persoonlijke belangen
en vreugden, hij, kind der verlorenheid,
geeft zich aan de u inden en aan de wate
ren prijs, maar hij wijdt zich ook toe aan
de Eeuwigheid. Alle aardsch gewin is hem
verwerpelijk, en daardoor stoot hij zich
voortdurend, als hij daarmede in aanraking
komt, aan het rcëclc leven, hij moet ervaren
dat zelfs de idecelste beweging aan den
doem er winzucht bezwijkt.
Het grondprobleem, dat van Schendel in
dezen „Waterman" behandelt is het volgen
de. Kerkelijke dogmatisme heeft twee ont-
wikkelingvSmogelijkhcden. Het Kerkelijke
dogmatisme kan maatschappelijk worden
en het ziet zijn innerlijkheid dan volkomen
verstijven, het wordt dan een aanhangen
van leuzen en voorschriften, waaraan alle
gevocls en begripsinhoud is ontzonken.
Maar het kan zich ook verinnerlijken, cn
dan wordt het een louterend vuur, waar
aan de mensch als maatschappelijk wezen
bezwijkt. Het is alleen en uitsluitend liet
gevoel van verdoemdheid en boetedoening,
dat Maarten Rössaert telkens opnieuw in
conflict brengt met het staatsgezag, dat
hem zich doet storten in de armoede,
dat hem ten ölotte eenzaam laat, zelfs be
roofd van de teederheid eener geliefde
vrouw. De uiterlijke realiteit van het dogma,
zoo doet van Schendel ons weten, is een
ziclloozc reeks van maatschappelijke voor-
oordeelen, dc innerlijke realiteit een zelf
ver ster ving, die geen kansen meer biedt op
een slagen in deze zichtbare wereld.
Er is nóg een kant van het vraagstuk,
die van Schendel niet onbelicht heeft ge
laten. Consequente dogmatiek leidt tot ont
stijging aan dc geloofsverdeeldheid. Wie
het dogma waarlijk innerlijk beleeft, komt
niet tot een verachting en verwerping van
andersdenkenden, maar alleen tot God, die
alle menschcn liefheeft, als zij Hem dienen,
geheel afgescheiden van de manier waar
op zij Hum belijden. Dit is gesymboliseerd
in Rossacrt's huwelijk met het Katholieke
meisje en in beider heldenmoed, acht jaren
op elkander te wachten totdat het eindelijk
milde leven het geloofsverschil overbrugt
De lezers willen begrijpen, dat dit nieuwe
boek van van Schendel een diepzinnig boek
is, dat vraagstukken aanroert, waarin
speciaal wij, Nederlanders dc grootste
belangstelling koesteren. Maar het is daar
enboven, wederom een boek van ongemeene
letterkundige schoonheid.
De schrijfmethode van van Schendel, die
zijn vroegere, kleinere vertellingen een
zekere ijlheid gaf. blijkt zich bij uitstek
te leenen voor het uitvoeriger verhaal.
In het grooterc verhaal is juist dat ijle,
dat voortdurend vervlieten van omgevin
gen, die maar met een enkel woord
worden aangeduid, bij uitstek geschikt.
Want in zulk een verhaal van van
Schendel wordt het ademen nooit moei
zaam, het rhythme handhaaft zich, men
wordt nimmer door de episodes van
de Eenheid afgeleid. Zulk een boek van van
Schendel is als ccn reeks van droomtoonee-
len, die voortglijden door onzen mijmeren
den geest. En terwijl dc dramatiek altijd
sterk cn levendig blijft, verstoort zij tege
lijkertijd nimmer de 6feer onzer contem
platie, die noodig is, om den dicpercn zin
van het hoek te begrijpen.
Met een toovcrachtige genialiteit weet
van Schendel het gedaan te krijgen, dat wij
de verandering van tijden en plaatsep, die
in dit verhaal telkens geschiedt, nimmer
als iets plotselings ervaren. Tiet begin van
het verhaal speelt in den Franschen tijd
later worden wij verplaatst in dc dagen
van den Belgischen opstand. Maar terwijl
de schrijver dvze sprongen maakt, behou
den vvij den indruk eerier geleidelijke ont
wikkeling der gebeurtenissen. Hetzelfde
geldt ten aanzien van de plekken der han
deling. Het is uitermate merkwaardig, dat
het oude stadje Gorcum met zijn rivier
voortdurend dc kern uitmaakt van onze
herinnering aan deze vertelling, terwijl
toch „dc Waterman van Oost naar West
en van Noord naar Zuid trekt door het ge
heele land. Een dergelijk talent van geleide
lijkheid, van argelooze verhaalkunst ken
nen wij, huiten van Schendel, noch in de
binnenlandsche noch in de buitenlandsche
literatuur. Waarom gaan de Nobelprijzen
voor literatuur altijd aan Nederland voor
bij, dat boeken voortbrengt als flit boek van
van Schendel, hoeken van onvergankelijke
beteekenis?
NIEUWE FILM VAN JAN KIN.
Het Licht inwendig.
Id F i 1 m f r o n t wijst A. J. D. van Oos
ten op het jongste filmwerk van Jan IIin,
waarin deze cineast niet alleen zichzelf is
geworden, maar meteen zichzelf heeft over
troffen.
„Het vervaardigen van een propaganda
film brengt altijd eigenaardige moeilijkhe
den mee en het is dan ook een bewijs van
de groote bekwaamheid van den maker,
wanneer men onder het zien vergeet, dat
het een propaganda-film is! Wanneer de
regisseur er dus in geslaagd is, het mate
riaal voor zijn film zoo met het propagan-
da-inateriaal tc verweven, dut er een een
heid ontstond, die bovendien een schoone
eenheid is. En als dan ook nog het werk
materiaal voor de uitbeelding zeer karakte
ristieke zwarigheden bij de behandeling.op
levert. zooals dat met het optreden van
blinde menschen in een film toch wel uiter
mate het geval is, dan moet men, ziende
het welslagen, erkennen dat hier Hin's
meesterschap bewezen werd over techniek,
materiaal en „sfeer". Het gegeven voor de
film is zeer eenvoudig. Ilin laat ons zien,
hoe in de blindcn-gestichten en door het
werk van de „St. Odilia-vereeniging" gear
beid wordt. Dc inzet is een lees les van de
kinderen in de blinden-schoolklas, waar
fraters cn .religieuzen met schier bovenmen-
schelijk geduld onderricht in alle vakken
van het blinden-onderwijs geven. Met su
blieme scherpte weet hij hier dc ietwat
achteruitgeweken intelligentie der gelaten
cn de overgroote gevoeligheid der handen
van kinderen cn volwassenen iri het beeld
vlak te betrekken tot een temperamentvolle
levendigheid. Van het eerste oogenblik af
bezit de film het rustige rhytme van alle
bewegingen der blinden. Hin heeft ztch
blijkbaar zóó volkomen in zijn objecten
weggeleefd, dat hij hun noodwendig zoo be-
heerschten levensei ijl in zijn film heeft ge
transponeerd. Zachtjes glijden de beeldreek
sen voorbij: aardrijkskunde-, handwerk en
schrijfmachine-les blijken niet alleen tot in
Zondagavond is te Parijs, 68 jaar oud,
plotse'ing overleden, de bekende tooneel-
speler, regisseur en schouwbar^leider Fir-
min Gómicr. Als tooneel6peler niet iemand
van den eersten rang, als regisseur talent
vol, maar niet universeel of baanbrekend,
heeft hij zich tcch voor het looneel en
vooral voor de sociale functie van het too-»
ncel onvergankelijke verdiensten vcrwor-.
ven.
GEMIER.
In de eerste plaats doordat hij, oud-iper-
ling en opvolger van Antoine, steeds ge
ijverd heeft voor een echt volkstooneelin
de tweede plaats doordat hij-zich na den
oorlog als een geestdriftig strijder open
baarde voor de verbroedering der rassen
en volken langs den weg van het tooneel.
Hij stichtte een Volkenbond voor het Too*
neel, die achtereenvolgens, in Spanje, Pa*
rijs,"*Rome en Zurich bijeen "kwam, op welke
samenkomsten hij steeds hot .bezielend, mid
delpunt was.
Zijn geboren leiderschap riiaakte hem in
den loop der jaren regisseur en directeur
van verschillende ensembles en -schouw
burgen, totdat hij door den Staat in 1922
geroepen werd tot directeur ven het twee
de gesubsidieerde theater van Frankrijk,
het Odéon, waar hij een artistieke herle-
ving bracht, veel belangrijk werk, deed, cn
den moed toonde betrekkelijk kort na den
oorlog Schnitzler en Hauptmann te spelen.
In 1927 kwam Paul Abraham naast hem
in dc leiding van het Odéon, en in 1930
moest hij het directeurschap neerleggen,
vooral vanwege zijn toenemende doofheid,
maar ook doordat een hartkwaal veelom-,
vattenden arbeid niet.rneer toeliet.
In zijn theater heeft hij velen jongeren
Franschen auteurs gelegenheid gegeven te
debuteeren, zooal6 Paul Raynal, terwijl hij
hechtte aan het werk van Lenormand. Hfj
haalde ook buitenlandsche spelers naar
zijn theater, o.a. Louis de Vries, die eenige
jaren geleden in het O.léon een gastvoor-
stelling gaf.
Zijn ideeén over het tooneel vindt men
't best uitgesproken in een reeks gesprek
ken over de theaterkunst, die Paul Gsell
met hem mocht hebben.
Het treft tragisch samen, dat zijn plot
selinge dood bericht wordt, juist nu het ge
zelschap van het Odéon in ons land ver
toeft voor een reeks gastvoorstellingcn.
Niet onvermeld raa^ blijven, dat Gémier
de eerste vertolker is geweest van dc be
faamde „Ubu Roi". (1897).
de perfectie verzorgd naar het aanzien,
maar 'dijk wat ik zou willen noemen
„doorzi. ...ig" gemaakt te zijn in hun be
teekenis voor liet normale wetenschappe
lijke leven. Hierin is reeds even iets merk
baar van de suggestieve beeldingskracht
der film. waardoor het propagandistische
effect verkregen werd zonder één woord
van toelichting, zonder één te nadrukkelijke
zinspeling. In de „bestuurs- vergadering"
komt dit door de verbluffende technische
vondst wel allerbest tot uiting. Met soms
zeer verrassende, maar altijd evenzeer ver
antwoorde overgangen voert de film ons
verder door het leven der blinden. Manden
en mattenmakers, piano-stemmers en tele
fonisten, orkestleden en marconisten gaan
hun weg in een prachtige superieur afge
werkte uitbeelding. De kinderspeelplaats en
de ijsbaan zijn juweeltjes van filmactie: de
recreatic-zalen met leestafel cn toegewijde
kaartspelers worden gedragen door de uit
muntende psychische expressie in houding
en gebaar der personen. Alles wat naar re
clame zweemt is vermeden, of waar het
dienstbaar kon zijn aan het doel der film,
elementair in de beelden verwerkt. Nergens
is toegegeven aan de feitelijk onontkoom
bare attractie van een op het gemoed der
toeschouwers werkende sentimentaliteit.
Zonder ook maar iets van de tragiek der
bjinden op te offeren of uit te schakelen,
ölaagde Hin erin ons te doordringen van
hun toestand, maar ons bovendien tegelijk
enthousiast te maken voor de beste wijze
waarop men met blinden moet omgaan
en dat is de wijze waarophij. hier in deze
film met hen omgegaan is!"