KEITJES RADIO, JAZZ EN PUBLIEKE SMAAK Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f l.« Uitsluitend bij voor uitbetaling. VLOEIENDER MELODIEËN WORDEN VERLANGD Periode van dolzinnigheid achter den rug? LETTERKUNDIGE KRONIEK FIRMIN GEMIER f 'AMERIKAANSCHE NOTITIES Géén „hardgekookte" vrouwen meer, maar toch nog géén onafham kelijkheid van den man New-York, 10 Nov. 1933. ITet weekblad de „Literary Digest" beeft zijn abonné's en lezers uitgenoodigd hun oordeel'te willen insturen over de radio programma's en komt daarbij tot een be vinding, die dezer dagen op allerlei ge bied meer tot uiting komt. Het blijkt dan, dat het groote publiek meer en meer te genzin krijgt in Jazz en zoogenaamde hu mor, zich gaat verzetten tegen de recla mepraatjes, waarvan het Amerikaansche radio-wezen nu eenmaal afhangt, maar de voorkeur geeft aan degelijker kost, wel luidende muziek en in het algemeen pro gramma's, waarvan men iets opsteekt. Dat was een paar jaar geleden anders toen werd er niet naar de goede programma's geluisterd eh vólgde de edile jazzband den ander op. Matfr zelfs nu nog komen er verontwaardigde Digest lezers klagen, dat er niets fatsoenlijks om aan te hooren is. Iemand uit Californië schrijft een toestel van 495 te hebben en van plan te zijn het te ruilen voor een gramophoon, omdat hij/ de radio zelden aanzet en dan gauw weer met een gevoel van walging afsluit. Ken beetje overdreven, naar mijn bescheiden opinie. Er gaat geen dag voorbij of er zijn minstens een half dozijn programma's 's avonds alleen al, die het aanhooren meer dan waard zijn. Maar wat ik constateeren wil, is de ver andering van smaak, die ook al onder den Blauwen Adelaar schijnt te zijn gekomen. En gelukkig kan gezegd worden, dat de verandering een verbetering is. Laten we een paar dingen in het alledaagschc le ven bekijken. Daar is b.v. de tegenzin in de hysterisch-kloppende Jazz gekomen; niemand minder dan de fameuze compo nist George Gershwin heeft de vorige week openlijk bekend het in een andere richting te moeten gaan zoeken en de vloeiende melodie boven het gescandeerde rhythme te gaan stellen. Er zijn deskundigen, die be- werbn, ëcn nauwe samenhang tusschon dit muzikale evenement en de terugkomst van bier en de nadering van wijn en fijne likeuren te zien. Jazz was een product van de cocktail in de speakeasy, de clandistienc drmkgelegcnhcid, waar men door een on aanzienlijk deurtje in een zoogenaamd leeg huis of pakhuis moest binnenkomen na een wachtwoord gezegd te hebben op zich an ders gelegitimeerd te hebben en dan in een soort nachtclub van meestal fabelach- lige luxe kwam. Natuurlijk waren er ook duizenden, die er precies als onze polder jongenskroegjes uitzagen en een dito pu bliek trokken, maar in deze stad waren er „speaks", die meer op een Byzantijnsch of Parijsch sprookje geleken en waar de reinste „drink" een dollar kostte. Daar werd niets anders dan cocktails en whis key, dus „sterko drank" geschonken met liet doel zoo gauw mogelijk de hoogte te krijgen en in dat kader paste de Black Bottom. Ilard drinken en de vcrstolcnhcid achter gedempte muren tegen de politie zijn lijnrecht in strijd met een Beiersche biertuin» waar de Wcencr wals hoogtij viert. Eigenlijk is het een wonder, dat Jazz ooit in Europa heeft kunnen aarden en dat Léhar het heeft moeten afleggen te gen Yes, we have no bananas. Een excuus is misschien de na-oorlogsche productivi teit in Amerika en de dito steriliteit in Europa, maar alleen het dolle, jonge ge slacht heeft er voor gevoeld, uitsluitend en alleen ómdat het uit Amerika kwam. Nu is al die geheimzinnigheid aan het verdwij nen, den 5den of Gdcn December kunnen we met redelijkheid verwachten, dat Ame rika weer openlijk ui met een vroolijk hart doen zal, wat het sinds '21 in het ge niep en als samenzweerders gedaan heeft: op een beschaafde manier genieten van hetgeen Europeanen als een alledaagschc zaak beschouwen het drinken van een glas bier of champagne. En daarmee komt zeker een vermindering van perversiteit aan de oppervlakte. Is de nieuwe damesmode, die de silhouet van 1910 terugroept en de echte vrouwelijk heid van het begin dezer eeuw een aanlei ding of een gevolg van deze verandering? Hier beweert men, dat het een gevolg is van den terugkeer tot normaliteit en dat een ac trice, Mae West, er veel toe heeft bijgedragen. Mae Wést, wier film „She has done him wrong" "binnenkort in ons land onder de een of andere schoons betiteling te verwachten is, behoort tot liet soort vrouwen, dat per tinent geweigerd heeft met jongenshoofden en dito figuren rond te loopen en die in den ergsten tijd van La Gargonne met stukken op Broadway voor den dag kwam, waarin het zandlooperfiguur en de goede oude tijd vai) bier en roomsoezen verheerlijkt werd. New-York ging er heen en amuseerde zich met het verleden, maar deed een vermage ringskuur en bezocht de speakeasy. Mae bleef dezelfde, schreef en voerde ondeugen de stukken op als „Sex", „Pleasure Man", „The Captive", (La Prisonnière) „Diamand Lil" e.d., werd gearresteerd wegens obscene voorstellingen, zat haar straf drie maanden in het „workhouse" uit en is op het oogen- blik zoo geweldig in populariteit gestegen, dat zij Greta Garbo en Mariene Dietrich de loef afsteekt. Deze week is haar laatste film „I'm no Angel" voor de vierde maal in het Paramount theater gegaan, dat de popu lairste film van Clara Bow nooit langer dan twee weken liet loopen. Ook in de filmwereld heeft een verande ring plaats gevonden. De monstrueuse pro ducten, waarin de speakeasy en de onder wereld, de eeltige „flapper" of bakvisch, de geld rondstrooiende „big business man" ver heerlijkt werden, zijn definitief voorbij. De comedies en drama's met geheimzinnige moorden cn blasé-brutale levensbeschouwin gen, die met alle fijnere gevoelens spotten, zijn niet meer in de mode. Broadway is op het oogenblik dol op „Champagne Sec", dat hij nadere beschouwing niets anders blijkt te zijn dan Jo'.iann Straus' „Die Fledermaus" De nieuwste film van Maurice Chevalier blijkt „Die Lustige Wit wc" te zijn en „Trink. Brüdcrlein, trink klinkt hoe langer hoe meer uit mijn radio. De kranten staan vol an corsettenadvcrtenties en een enkele blik in de subway of op Fifth Avenue is genoeg om er van overtuigd te zijn, dat de Gibson girl teruggekomen is, maar zonder de over dreven uitersten van dien tijd, toen een zandlooper-figuur het toppunt van chic was. Wat do achter ons liggende jaren ook voor onzinnigs opgeleverd hebben, niemand zal ontkennen, dat het nuchtere verstand na vele jaren tobben cn worstelen dc overhand aan het krijgen is. In de afgcloopen jaren had Amerika eenigc teekenende uitdrukkingen als tough", taai cn „hard boiled", hard gekookt aangenomen voor de jeugd cn de. uitgaande wereld. Dip bewoordingen golden voor alles wat lijn recht in strijd was met hetgeen aan het be gin dezer eeuw identiek was met goede ma nieren, ridderlijkheid, vrouwelijkheid, be schaafdheid. De na-oorlogsche psychose wierp dit alles over boord cn lachte om huiselijke gezelligheid, hoffelijkheid, respect voor ouderen, moraliteit en een massa an dere dingen nicer. Vergeet niet waarde lezer, dat ik over Amerika schrijf en mij niet aan matig over Europeesche toestanden te pra ten, waar ik zooveel jaren niet tusschen vor keerd heb. Amerika, d.vv.z. dc V. S. va.i Noord-Amerika waren goed op weg om te verwilderen en door hun populariteit over de heele wereld een allerschandaligst voor beeld te geven. Of het nu ice cream cones of olifanten pantalonspijpcn waren of de namen van bioscopen als Roxy of Chicago, Europa was gereed alles over tc nemen, wat onder de letters U. S. A. geïmporteerd werd. Dc reactie op al die dolzinnigheid moest komen; de vraag was alleen maar: van waar? Moet men de kranten of de deskun digen hier gclooven dan gaf Amerika op nieuw het voorbeeld cn inderdaad heeft het er allen schijn van. De massa was al die opgeschroefdheid meer dan beu. Het vrou vvelijke deel had den beker tot den bodem geledigd en vond, dat het een kolossale tegenvaller was. Wat Hitler in Duitschland per oekase voorschreef doo. dc vrouwen naar don huiselijken haard terug tc drijven, kwam in Amerika op liberale wijze on spon taan tot stand: de hard gekookte tijd hoort voorloopig tot hot verleden. Er blijft natuur lijk altijd een categorie over, die in man«- kleeren blijft loopen cn op zijn Sovjets dc gelijkheid der geslachten blijft prediken de nuchtere werkelijkheid is, dat wij hals over kop cn met een verbijsterende snelheid terugkeeren tot den Gibson- en Boileau-tijd. waarin een bakvisch geen halve vent maar een jonge vrouw was, die steun en verove ring verwachtte. Maar evenmin als de wes- pentailles teruggekeerd zijn is de „flapper" anno 1933 een wankelend, afhankelijk vrouwspersoon! Zij rijdt 70 K.M. per uur. hanteert de lippenstift en stapt er alleen op uit als haar mannelijke collega. En nood wendig moet de maatschappij zich aanpas sen aan dit mengsel van 1900 en 1933, van daar dat we een gloednieuwen tijd tegemoet gaan met de deugden van beide perioden en maar heel weinig fouten van deze twee. Terugziende op het verleden komt men tot de conclusie door een soort periode van lou tering gegaan tc zijn, waarin dc nadoelen gewogen en overboord geworpen zijn, terwijl dc goede punten behoud n werden. Zeker is liet, dat met één slag de schijnheiligheid van eenige tientallen jaren geleden ontmas kerd is en het heden een mengsel is gewor den van* liberaal modernisme en do goede zijden van het verleden. Wie ooren heeft om te hooren en oogen om te zien merkt op dat het middelbare geslacht, dat de wilde haren verloren heeft en nog lang niet in de termen valt om onder de ouderen gerekend te worden een frisch inzicht van het leven heeft gekregen, dat veel goeds belooft. Hoe kan het anders, dat de grootste New- Yorksche universiteit met een overstelpende meerderheid zich tegen militarisme cn oor log verklaart, onderwijl Mac West als de populairste atricc uitroepend en verbazing wekkende cijfers van nict-rookcn en niet- drinlcen gevend? Dc periode van dolzinnig heid schijnt definitief achter ons te zijn. „Do Waterman", door Arthur van Schendel. II. In onze kroniek van verleden week heb ben 'wij een aanvullende beschouwing van van Schendels „Waterman" in uitzicht ge steld. Dc wijsgcerige gedachte, die in dat boek verwerkt wordt is uitermate belangwek kend. De hoofdpersoon, Maarten Rossaart wordt opgevoed in een 6trak Calvinistisch milieu. l3of, idee van verworpenheid en boetedoening is'ccn idee, welke zijn jeugd voortdurend vergezelt. Het is de donkere kant van het leven, dje steeds bij hem wordt geaccentueerd. Én dit heeft een in nerlijk gevolg. Het heeft tot gevolg, dat het zelfverwijt de inzet van zijn leven wordt. Van Schendel heeft ons dat al sym bolisch laten voor-voelen, wanneer bij aan den aanvang van zijn verhaal den jongen Maarten Rossaart, die een verboden wan deling maakt langs de rivier, zijns ondanks getuige laat zijn van den moord op een Eranschen douanier (het verhaal speelt in den Eranschen tijd) en hem dc wroeging daarover laat beleven. De sombere gede- termineerdheid, die Maarten Rossaart in zijn wezen voelt, bohcerscht niet alleen zijn daden, maar ook zijn geheele ontw ikkeling uls mensclii. "Wanneer de Gëaillieorden Gor- cum komen belegeren cn er vallen bommen op de stad, en om Rossaart heen, die in Gorcum wandelt, is de Dood aan het waren, dan wil hij het behoud van zijn medebur gers koopen, door den losprijs tc geven van zijn eigen leven. Hij bidt tot God, dat God hem moge verdelgen, hij meent dat het z ij n zonde is, waardoor dit onheil komt over zijn geboorteplaats, en hij gaat zelfs 6taan tegen een ineenstortenden toren, in de hoop, dat God herp vernietigen zal. Maar het is alles vergeefs. God begeert zijn offer niet. Dón gaat zijn leven zich verinnerlijken. Dan gaat hij trachten ïechtuit televen,met verwerping van alle persoonlijke belangen en vreugden, hij, kind der verlorenheid, geeft zich aan de u inden en aan de wate ren prijs, maar hij wijdt zich ook toe aan de Eeuwigheid. Alle aardsch gewin is hem verwerpelijk, en daardoor stoot hij zich voortdurend, als hij daarmede in aanraking komt, aan het rcëclc leven, hij moet ervaren dat zelfs de idecelste beweging aan den doem er winzucht bezwijkt. Het grondprobleem, dat van Schendel in dezen „Waterman" behandelt is het volgen de. Kerkelijke dogmatisme heeft twee ont- wikkelingvSmogelijkhcden. Het Kerkelijke dogmatisme kan maatschappelijk worden en het ziet zijn innerlijkheid dan volkomen verstijven, het wordt dan een aanhangen van leuzen en voorschriften, waaraan alle gevocls en begripsinhoud is ontzonken. Maar het kan zich ook verinnerlijken, cn dan wordt het een louterend vuur, waar aan de mensch als maatschappelijk wezen bezwijkt. Het is alleen en uitsluitend liet gevoel van verdoemdheid en boetedoening, dat Maarten Rössaert telkens opnieuw in conflict brengt met het staatsgezag, dat hem zich doet storten in de armoede, dat hem ten ölotte eenzaam laat, zelfs be roofd van de teederheid eener geliefde vrouw. De uiterlijke realiteit van het dogma, zoo doet van Schendel ons weten, is een ziclloozc reeks van maatschappelijke voor- oordeelen, dc innerlijke realiteit een zelf ver ster ving, die geen kansen meer biedt op een slagen in deze zichtbare wereld. Er is nóg een kant van het vraagstuk, die van Schendel niet onbelicht heeft ge laten. Consequente dogmatiek leidt tot ont stijging aan dc geloofsverdeeldheid. Wie het dogma waarlijk innerlijk beleeft, komt niet tot een verachting en verwerping van andersdenkenden, maar alleen tot God, die alle menschcn liefheeft, als zij Hem dienen, geheel afgescheiden van de manier waar op zij Hum belijden. Dit is gesymboliseerd in Rossacrt's huwelijk met het Katholieke meisje en in beider heldenmoed, acht jaren op elkander te wachten totdat het eindelijk milde leven het geloofsverschil overbrugt De lezers willen begrijpen, dat dit nieuwe boek van van Schendel een diepzinnig boek is, dat vraagstukken aanroert, waarin speciaal wij, Nederlanders dc grootste belangstelling koesteren. Maar het is daar enboven, wederom een boek van ongemeene letterkundige schoonheid. De schrijfmethode van van Schendel, die zijn vroegere, kleinere vertellingen een zekere ijlheid gaf. blijkt zich bij uitstek te leenen voor het uitvoeriger verhaal. In het grooterc verhaal is juist dat ijle, dat voortdurend vervlieten van omgevin gen, die maar met een enkel woord worden aangeduid, bij uitstek geschikt. Want in zulk een verhaal van van Schendel wordt het ademen nooit moei zaam, het rhythme handhaaft zich, men wordt nimmer door de episodes van de Eenheid afgeleid. Zulk een boek van van Schendel is als ccn reeks van droomtoonee- len, die voortglijden door onzen mijmeren den geest. En terwijl dc dramatiek altijd sterk cn levendig blijft, verstoort zij tege lijkertijd nimmer de 6feer onzer contem platie, die noodig is, om den dicpercn zin van het hoek te begrijpen. Met een toovcrachtige genialiteit weet van Schendel het gedaan te krijgen, dat wij de verandering van tijden en plaatsep, die in dit verhaal telkens geschiedt, nimmer als iets plotselings ervaren. Tiet begin van het verhaal speelt in den Franschen tijd later worden wij verplaatst in dc dagen van den Belgischen opstand. Maar terwijl de schrijver dvze sprongen maakt, behou den vvij den indruk eerier geleidelijke ont wikkeling der gebeurtenissen. Hetzelfde geldt ten aanzien van de plekken der han deling. Het is uitermate merkwaardig, dat het oude stadje Gorcum met zijn rivier voortdurend dc kern uitmaakt van onze herinnering aan deze vertelling, terwijl toch „dc Waterman van Oost naar West en van Noord naar Zuid trekt door het ge heele land. Een dergelijk talent van geleide lijkheid, van argelooze verhaalkunst ken nen wij, huiten van Schendel, noch in de binnenlandsche noch in de buitenlandsche literatuur. Waarom gaan de Nobelprijzen voor literatuur altijd aan Nederland voor bij, dat boeken voortbrengt als flit boek van van Schendel, hoeken van onvergankelijke beteekenis? NIEUWE FILM VAN JAN KIN. Het Licht inwendig. Id F i 1 m f r o n t wijst A. J. D. van Oos ten op het jongste filmwerk van Jan IIin, waarin deze cineast niet alleen zichzelf is geworden, maar meteen zichzelf heeft over troffen. „Het vervaardigen van een propaganda film brengt altijd eigenaardige moeilijkhe den mee en het is dan ook een bewijs van de groote bekwaamheid van den maker, wanneer men onder het zien vergeet, dat het een propaganda-film is! Wanneer de regisseur er dus in geslaagd is, het mate riaal voor zijn film zoo met het propagan- da-inateriaal tc verweven, dut er een een heid ontstond, die bovendien een schoone eenheid is. En als dan ook nog het werk materiaal voor de uitbeelding zeer karakte ristieke zwarigheden bij de behandeling.op levert. zooals dat met het optreden van blinde menschen in een film toch wel uiter mate het geval is, dan moet men, ziende het welslagen, erkennen dat hier Hin's meesterschap bewezen werd over techniek, materiaal en „sfeer". Het gegeven voor de film is zeer eenvoudig. Ilin laat ons zien, hoe in de blindcn-gestichten en door het werk van de „St. Odilia-vereeniging" gear beid wordt. Dc inzet is een lees les van de kinderen in de blinden-schoolklas, waar fraters cn .religieuzen met schier bovenmen- schelijk geduld onderricht in alle vakken van het blinden-onderwijs geven. Met su blieme scherpte weet hij hier dc ietwat achteruitgeweken intelligentie der gelaten cn de overgroote gevoeligheid der handen van kinderen cn volwassenen iri het beeld vlak te betrekken tot een temperamentvolle levendigheid. Van het eerste oogenblik af bezit de film het rustige rhytme van alle bewegingen der blinden. Hin heeft ztch blijkbaar zóó volkomen in zijn objecten weggeleefd, dat hij hun noodwendig zoo be- heerschten levensei ijl in zijn film heeft ge transponeerd. Zachtjes glijden de beeldreek sen voorbij: aardrijkskunde-, handwerk en schrijfmachine-les blijken niet alleen tot in Zondagavond is te Parijs, 68 jaar oud, plotse'ing overleden, de bekende tooneel- speler, regisseur en schouwbar^leider Fir- min Gómicr. Als tooneel6peler niet iemand van den eersten rang, als regisseur talent vol, maar niet universeel of baanbrekend, heeft hij zich tcch voor het looneel en vooral voor de sociale functie van het too-» ncel onvergankelijke verdiensten vcrwor-. ven. GEMIER. In de eerste plaats doordat hij, oud-iper- ling en opvolger van Antoine, steeds ge ijverd heeft voor een echt volkstooneelin de tweede plaats doordat hij-zich na den oorlog als een geestdriftig strijder open baarde voor de verbroedering der rassen en volken langs den weg van het tooneel. Hij stichtte een Volkenbond voor het Too* neel, die achtereenvolgens, in Spanje, Pa* rijs,"*Rome en Zurich bijeen "kwam, op welke samenkomsten hij steeds hot .bezielend, mid delpunt was. Zijn geboren leiderschap riiaakte hem in den loop der jaren regisseur en directeur van verschillende ensembles en -schouw burgen, totdat hij door den Staat in 1922 geroepen werd tot directeur ven het twee de gesubsidieerde theater van Frankrijk, het Odéon, waar hij een artistieke herle- ving bracht, veel belangrijk werk, deed, cn den moed toonde betrekkelijk kort na den oorlog Schnitzler en Hauptmann te spelen. In 1927 kwam Paul Abraham naast hem in dc leiding van het Odéon, en in 1930 moest hij het directeurschap neerleggen, vooral vanwege zijn toenemende doofheid, maar ook doordat een hartkwaal veelom-, vattenden arbeid niet.rneer toeliet. In zijn theater heeft hij velen jongeren Franschen auteurs gelegenheid gegeven te debuteeren, zooal6 Paul Raynal, terwijl hij hechtte aan het werk van Lenormand. Hfj haalde ook buitenlandsche spelers naar zijn theater, o.a. Louis de Vries, die eenige jaren geleden in het O.léon een gastvoor- stelling gaf. Zijn ideeén over het tooneel vindt men 't best uitgesproken in een reeks gesprek ken over de theaterkunst, die Paul Gsell met hem mocht hebben. Het treft tragisch samen, dat zijn plot selinge dood bericht wordt, juist nu het ge zelschap van het Odéon in ons land ver toeft voor een reeks gastvoorstellingcn. Niet onvermeld raa^ blijven, dat Gémier de eerste vertolker is geweest van dc be faamde „Ubu Roi". (1897). de perfectie verzorgd naar het aanzien, maar 'dijk wat ik zou willen noemen „doorzi. ...ig" gemaakt te zijn in hun be teekenis voor liet normale wetenschappe lijke leven. Hierin is reeds even iets merk baar van de suggestieve beeldingskracht der film. waardoor het propagandistische effect verkregen werd zonder één woord van toelichting, zonder één te nadrukkelijke zinspeling. In de „bestuurs- vergadering" komt dit door de verbluffende technische vondst wel allerbest tot uiting. Met soms zeer verrassende, maar altijd evenzeer ver antwoorde overgangen voert de film ons verder door het leven der blinden. Manden en mattenmakers, piano-stemmers en tele fonisten, orkestleden en marconisten gaan hun weg in een prachtige superieur afge werkte uitbeelding. De kinderspeelplaats en de ijsbaan zijn juweeltjes van filmactie: de recreatic-zalen met leestafel cn toegewijde kaartspelers worden gedragen door de uit muntende psychische expressie in houding en gebaar der personen. Alles wat naar re clame zweemt is vermeden, of waar het dienstbaar kon zijn aan het doel der film, elementair in de beelden verwerkt. Nergens is toegegeven aan de feitelijk onontkoom bare attractie van een op het gemoed der toeschouwers werkende sentimentaliteit. Zonder ook maar iets van de tragiek der bjinden op te offeren of uit te schakelen, ölaagde Hin erin ons te doordringen van hun toestand, maar ons bovendien tegelijk enthousiast te maken voor de beste wijze waarop men met blinden moet omgaan en dat is de wijze waarophij. hier in deze film met hen omgegaan is!"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 15