AMERSFOORTSGH DAGBLAD Nu de winter is ingetreden INCASSO'S FEUILLETON Vrijdag 15 December 1933 32e Jaargang No. 143 HET „EINTOPFGERICHT I UIT DE STAATSCOURANT DE BEZUINIGING OP HET L.O. WIJZIGING VAN DE ZONDAGSSLUITING TELEFOON 304 en 697 - POSTREKENING 288S0 NV j r MIDDENSIANDS- BANKy00! AMERSFOORT EN OMSTREKEN VEILIGE HAVENS UIT BERLIJN ;>,v - De maandelijksche Zondag van het éémschoteUeten Burgerlijkeliefdadigheid Ber'ijn, 8 December. De winter is bij ons even bar begonnen als bij u in Nederland. Dertien tot veertien graden vorst. Het was voor de eerste week vn:i December meer dan welletjes. Vooral, omdat we er absoluut niet op voorbereid waren. Anders zijn we hier in Noord-Duitschi.anJ. in dc beruchto „Marle-Brandenburg", die z,.nj lioog en zoo droog ligt, en zoover at van de mildere invloeden der groote zeeën, r. et bang voor een beetje kou! 'k Herinner me nog levendig den winter 1928/29. toon we hier in Januari cn Februari een en~deriig graden minus meemaak'tqp, en t buiten op straat, zoo bar was, dat ik eens. een brief willende wegbrengen naar een bus, dio 500 m. van mijn deur was, na 100 rn moest omkeeren, omdat de gezichthuid, die den Indruk van verbranding maakte. d°/e vinnige koude niet langer verdragen kon Zulk een koude zullen we, hoop ik, voor- loopig in Duil6chland niet meer meemaken Maar zelfs deze dertien graden waren al te veel, als men bedenkt, welke elleutój dan de arme bevolking moet doormaken VotJr de nieuwe regeering beteekent vorst en vooral langdurige vorst, dan ook wel degelijk een politiek gevaar. Het is haar eerste winter, daar zij irO more pa6 eind Januari aan het bewind kwam cn dus de lente voor zich had cn de armen nog geen recht hadden om zich over gebrek aan belangstelling te beklagen. Deze winter echter zal haar proefstuk moe ten worden. En het zij al dadelijk erkend, dat de regeering en de achter haar staande nationaal-socialistische partij, een activi teit toont, die absolute bewondering af dwingt Het is wel waar, dat ten slotte de nog bezittende groepen der bevolking het gelag moeten betalen, ook waar de regee ring naast de particulieren ook de schat kist aanspreekt (die op welke wijze dan ook door de bezittenden weer aangevuld zal moeten worden) maar het initiatief voor deze weldadigheid op geweldige schaal gaat dan toch van de regeering uit. En ook hier Weer is het de op zijn ge bied geniale rijksminister van propaganda dr. Josef Göhbels, die het leeuwenaandeel aan de nieuwe denkbeelden heeft. Spreken we hier alleen maar over dat deel der wel dadigheid, dat voor den staatsburger en den in Duitschland levenden vreemdeling onmiddellijk zichtbaar wordt: daar hebben we dan in de eerste plaats den maande- liikschen Zondag van het één-6chotel-cten, het z.g. „Eintopfgericht", van welke er nu reeds drie achter ons liggen en die voor liet hcdendaagsche Duitschland bijzonder karakteristiek zijn. Grondidee is, dat op één Zondag in de maand elke Duitscher voor zich en zijn huisgenoo- ten een maaltijd nuttigt, die uit niet meer dan één gerecht, liefst voedzame soeD of gestampte pot, bestaat, en waarvan hem inkoop en toebereiding niet meer dan 50 Pfennig per hoofd kosten. Wat heeft de arme daarvan? zal men zeggen. Een oogen blik: deze gedwongen of gaarne doorge. voerde zuinigheid is slechts dc grondge dachte. De staatsburger wordt nu verzocht aan te geven zoo eerlijk mogelijk natuur lijk, hoeveel hij op andere dagen gewoon is gemiddeld per hoofd voor den hoofd maaltijd uit te geven. En het verschil tus schen het normale en dezen zuinigen Zon dag moet hij nu eens per rnaand aan de organen van de partij oftewel regeering af dragen. Een gezin van zes personen, dat gewoonlijk 1.50 mark per hoofd voor het middageten uitgeeft, betaalt dus op den Zondag van het „Eintopfgericht" li Mark aan den collecteur van de partij. Kn orn ..smokkelen" te voorkomen, is vastgelegd, dat het verschil niet minder dan 50 Pf.. het door een gezin van G personen af te dragen geld niet minder dan 3 Mark mag zijn. Gelijk alles in Duitschland, en in 't bij zonder in het Duitschland van Adolf Hitler, is alles van tevoren prachtig georganiseerd Letterlijk elk huisgezin heeft bezoek gehad van een partijcontroieur, die nagaat, hoe het met de financiën staat, welke betrek king- men bekleedt, en of het „er af kan En o wee als men naar zijn meening te wei nig opgeeft. Dan wordt door het buurt- bureau van de partij de bijdrage eenvoudig vastgezet. Basta. Maar daarmee is deze Zondag nog niet ten einde. Wie niet thuis wil eten, moet een res taurant opzoeken. En alle restaurants, groot en klein, over geheel Duitschland, hebben het commando gekregen, eveneens cn wel tusschcn 8 uur 's ochtends en 5 uur middags (de Duitscher neemt zijn hoofd 'naaltijd tegen 1 uur 's nvddugs) uitslui tend één-scholcl-gerechten ter beschikkiny te stellen. In vele restaurants wordt dat zóó opgevat, dat men tusschcn verschillen de dikke soepen of gestampte potten kiezen kan, in de meeste echter wordt den gasten geen keuze gegeven en is men op een ver- inicclli-socp met vleesch cn groente er in, op een soort hutspot of dergelijke bekende lekkernijen, al naar den inval van den kok-in-dc-kcukcn, eenvoudig aangewezen Zulk een gerecht kost dan 1 Mark en in kleiner restaurants ook wei 60 70 Pf. De toebereiding heet in het eerste geval niet meer dan 50 Pf., in de andere geval len resp. 30 en 25 Pf. te kosten; en het ver schil en de 10% fooi daarop worden door restaurateur en personeel aan de „Winter hulp" der regeering afgestaan. Natuurlijk ook het bedrag, dat overblijft, als de in koopskostcn van een of meer biertjes of andere consumptie afgetrokken zijn. Wie thuis zijn „teveel" afgedragen heeft en in een restaurant gaat eten, krijgt van den kellner één bon. waarmede hij een maan J later den controleur betalen kan. Gelijk men ziet aan alles is gedaent. De regeering nu wenscht, dat deze vorm van liefdadigheid (en trouwens ook elke andere vorm) als een werkelijk offer ge voeld wordt. Dat is een goede, verheffende gedachte. Het is jui6t, dat 6lechts hij wer kelijk zijn medemensch helpt, een goede daad verricht, die het „eigenlijk niet mis sen kunEn omdat slechts een betrekke lijk klein deel van de bezittende volksgroe pen bedragen van 50 Pf. of eenige marken niet kan uitgeven, zonder zelf daardoor iets te ontberen, is men op het denkbeeld gekomen, den staatsburger, die voor het schonken in aanmerking komt, als 't ware te dwingen, eens per maand „eenvoudig te eten" en het voor zijn maag niet uitgegeven bedrag cadeau te doen. Lukt dat ook ovoral? Ik geloof, dat te mogen betwijfelen. Mij zijn te veel gezinnen bekend, die er niet aan denken, ook maar éénmaal per maand zulk een ecnvoudigen maaltijd tot zich te nemen. Ze laten zich hun gebruikelijkon maaltijd toebereiden en betalen het „gp- spaardc" nog op den koop toe. Maar als het personeel erg overtuigd „nazi" is, dan loopt het gezin toch kans, dat het buurt- bureau „der partij" op de hoogte gesteld werdt, en dan kan het nog tot onaange name uiteenzettingen komen! Het verklik- kerspelcn viert in een staat, die zoo fana tiek zijn staatsburgers controleert, natuur lijk nog altijd hoogtij. Met helpt niet veel, dat hooger instanties deze misselijke aan geverij, vooral de anonieme, veroordeelt cn bij ontdekking met zware straffen bedreigt. De kansen zijn te schoon, om den gehatcn vijand thans als vroeger of nog heden te genstander van het hcerechend regime aan de kaak te stellen en zoo -mogelijk naar een concentratiekamp to doen verhuizen. En ten slotte zijn de klerne nazi-auloriteil jes ook slechts menschcn, wicn niets men schelijks vreemd is Geld voor liefdadigheid moet er nu een maal komen. Straatcollectes met alle mo gelijke bloempjes zijn daarom reeds tot een ware plaag geworaen. Vroeger scholden de nazi's op de „burgerlijke" weldadigheids feesten, waar champagne gedronken en duur gesoupeerd wérd „poür les pauvres" Maar sinds ze aan de regeering zijn, is het aanial van hun eigen liefdadigheidsfeesten volgens „burgerlijk" recept zoo groot ge worden, dat hier en daar de plaatselijke S.A.-chefs reeds een woord van waarschu wing doen hooren. Wil men echter aan al die uiterlijke dingen niet meedoen, dan krijgt men, buiten dim Zondag iriet de ge stampte pot, toch nog volop gelegenheid, zijn penningske voor de armen te offeren Daartoe dient vooral de vaste maandelijk sche bijdrage, die nqar het bedrag, dat de staatsburger aan inkomsten- en vermogens b»da6ting betaalt, berekend wordt, een be drag, dat hoog genoegris om als opcenl op deze belasting beschouwd te worden Deze gift is niet gedwongen, rnaar in de practijk komt het toch op moreelcn dwang neer Want wie bijdraagt, krijgt elke maand een ander rond plakaat op z'n huisdeur, waar op: „Wij helpen" afgedrukt staat, En wie niet betalen wil en dus eeen plakaat heeft, wordt dagelijks lastig gt-vallen door collec tanten van „de partij", die om extra giften komen vragen. Tot dat men inziet, dat men verstandiger doet maandelijks bij Ie dragen om van dat lastige gebel en gebedel af te zijn. Ja, het is in vele dingen anders gewor den in Duitschland. In vele opzichten beter. Zeer stellig. Er is hier orde en discipline, en vooral de jeugd gloeit van vaderlandsliefde en op offeringsgezindheid In vele opzichten minder goed? Nu, er zal nog gelegenheid genoeg komen ook déórover eerlijk te berichten ROLAND Op verzoek eervol ontslagen met dank II. M. Hirschfc'd a!s lid van de Rijkscom missie van Advies voor werkverruiming, cn is alszoodanig benoemd G. J. Teppcma, refer—endaris bij het dcportcment van eco nomische zaken. Bij beschikking van den minister van bin- nenlandsche zaken is benoemd tot lid cn voorzitter van de commissie tot hulpver léening aan Jiehofcliggi^Nederlnnders in Duitschland, H. J. van Santen, administra tcur bij het departement van binnenland- sclie zaken, belast met de functie van Rijks inspecteur voor ondersteuning van behoef tige Nederlanders in het buitenland, te. Arnhem. Bij K. B. is benoemd tot lid cn voorzit ter der Rijks Beurzencornmissie, ingesteld bij K. B. van 22 April 1920, no. 33, mr. dr J. Donner, oud-mmister van justitie, lid van den Hoogcn Raad der Nederlanden, te 's-Gravenliage. Bij K. B. zijn met ingang van 13 Decem ber 1933 benoemd tot officier-vlieger der 3c klasse bij de koninklijke marine dc hce- ren H. V. B. Burgerhout, J. II. Porié, H. C. Zoeven, II. P. Sobels en J. D. Dolman, en wel J. II. Perié, II. C. Zeeven en H. P. So bels onder gelijktijdig eervol ontslag op verzoek als reserve-lwecde-luilenant der artillerie, de beide anderen als rescrvc- twcgde-luitenant-waarnemer van de ko ninklijke landmacht. Bij K. B. zijn benoemd tot reserve-offi cier van gezondheid der tweede klasse bij de landmacht B. II. Lpmcijcr, arts. de dienstplichtig vaandrig van de le comp&g nie hospitaalsoldaten J. W. Brinkman, arts en de reserve-eerste-luitcnant der militaire administratie N. Speijer. arts, zulks onder gelijktijdig eervol ontslag uit zijn tegen woordige betrekking. TWEEDE KAMER Lof der rechterzijde voor minister Marchant Zitting van li December. Verschillende conclusion inzake adressen en kleinere wetsontwerpen worden z. h. st. aangenomen. Na oenig debat wordt inzake een adres \an dc N.V. Herman Jansen .distillateur te Schiedam, om gedeeltelijke restitutie van de door adressant betaalde accijns in afwij king van dc conclusie der commissie be sloten geen nader onderzoek in tc stellen, dat door minister Oud overbodig werd ver klaard. Aan de orde is hot wetsontwerp betrof fende bevordering der samenwerking van tramwegen in den Geldcrschen Achterhoek. De heer Van Braambeek heeft eenige bezwaren, o.rn. wat betreft het overcom pleet komend personeel, doch zal niet tegen stommen. De heer IJsselmuiden wenscht even- tueele inperking van den dienst te doen onderwerpen aan de goedkeuring van. den minister De Minister van Waterstaat be toogt, dat fusie niet mogelijk was, doordat de Gcldersrhe Tramweg-Mij. daarvoor niets voelde. De belangen vun het personeel wor den zoo iroe.d mogelijk behartigd. Het wetsontwerp wordt z. h. et aange nomen. Voortgezet wordt de behandeling der on- dcrwijs-begrooting 1934. Bij de afd. lager onderwijs komt dc heer Thvssen (s.d.) in het belang der jeugd op tegen dc voorgenomen bezuiniging. We moeten juist ons volk zoo goed mogelijk door de crisis heen helpen. De heer L i n g b e e k (Hcrv. Gcr.) criti- seerl de vaagheid van de Memorie van Ant woord. Spr. vraagt, waarom de openbare school godsdienstloos moet zijn. De heer Suring (r.k.) ziet in de voor genomen maatregelen nog geen aantasting van de levensbelangen der kleinere scholep. Spr. vraagt of de minister, die het spel lingvraagstuk tot oplossing wil brengen, wel bedacht heeft wat dit zal kosten aan nieuwe drukken van leerboeken. De heer van Houten (chr. dem.) be toogt, dat de bezuinigingen op het onder wijs naar verhouding teveel gezocht worden bij het lager onderwijs. Spr. wil inkrimping der onderwijzers-opleiding. De minister on- dervverpe het vraagstuk der schoolartsen aan een onderzoek. De heer W i e I i n g a (a.r.) is van oordeel dat de minister t.o.v. het opheffen van klei nere scholen over het algemeen op den juis- ten weg is. Spr.'s fractie zal den minister zooveel mogelijk steunen in diens wijzigings plannen. De heer Bakker (c.h.) wijst op bezwa ren van scholcn-concentratie ten plattclan- de en vraagt bevordering van het onder wijs in het Friesch in Friesland. De heer K. ter Laan (s.d.) houdt een pleidooi voor uitbreiding der leerplicht, te gen landbouwverloven, voor lichamelijke opvoeding en voor behoorlijk onderwijs aaii schipperskinderen. De tegenwoordige salariöering is vooral voor jeugdige onderwijzers veel le laag. Spr. is voor een nieuw spel ling-si elsef en wil bij invoering een overgangstijdperk. De heer Ketelaar (v.d.) zegt dat er op onderwijs wel ernstig bezuinigd moet wor den. De critici hebben geen andere bezui niging tegenover die van den minister ge steld. De heer Tilanus (c.h.) zegt, dat ophef fing van scholen voor sommige sprekers wel bepaalde bezwaren kan medebrengen. De openbare onderwijzers vergelen teveel dat ze overheidsdienaren zijn. De heer W endelaar (lib.) is niet tegen concentratie, mits voorzichtig toegepast. De heer Duymaer v. Twist (a.r.) be pleit verbetering van het onderwijs voor schipperskinderen. De heer v. Dijken (a.r) acht vijfjarige kweekscholen geen bezuiniging. Dc vergadering wordt verdaagd tot mor gen. Een wetsontwerp ingediend Ingediend is een wetsontwerp houdende tijdelijke bevoegdheden tot het vaststellen van bizondere afwijkingen van de winkel sluitingswet 1930, De in artikel I van het ontwerp neerge legde regeling schept voor die gemeenten, waar de tegenwoordige buitengewone om standigheden zulks gcwenscht maken, do mogelijkheid om ten behoeve van de win kels waar de z.g. consumptieartikelen wor den verkocht afwijkingen vast te stellen, waardoor op Zondag eenige verkoopmoge- lijkheid wordt geschapen, onderscheiden lijk de bestaande vcrkoopmogelijkheid eenigszins wordt uitgebreid. Ten einde er zekerheid van te hebben, dat een regeling als hier bedoeld door do belanghebbenden gevvenscht wordt, wordt bepaald, dat zij slechts nadat de winke liers uit dc betrokken bedrijven daarover zijn gehoord, door den gemeenteraad kan worden vastgesteld. De gemeenteraad zal er zich, overeenkomstig dienaangaande door de kroon vast te stellen regels, van hebben te overtuigen dat inderdaad een be- teekenende meerderheid voor een verrui ming is. Het komt den minister voor, dat het vol doende geacht kan worden den bovenbe doelden crisismaatregel lot 1 Januari 1935 le doen gelden. Tegen dit tijdstip zal de toestand d.-in opnieuw in beschouwing kun nen worden genomen ten einde na te gaan of er aanleiding bestaat tot het treffen van nadere voorzieningen. DIRECTIE: A. H. MARTENS Eerlijkheid is per slot de eenige betrouw bare wegwijzer in 't leven. door BASIL KING (Uit het Engelsch). .4 Eén ding had hij gedurende zijn verblijf bij dc Tollivants nog al grondig ge.eerd. Dat was godsdienst. Zoowel op de Zondags school als tijdens het gemeenschappelijk gebed thuis, had hij dien consciëntieus overdacht en even consciëntieus aanvaard. Hij had Bertic Tollivant, den verlamden jongen, wel eens toegegeven, dat hij „er niet veel in zag", maar dat kwam voort uit het feit, dat hij er nog maar weinig van begreep. Bertie was de cynicus en de onge- loovige var. het gezin. „Er is evenveel zin in, als in zoo'n hoop andere oude verhalen. Maar zeg dat nooit aan vader of moeder, want de goeie mcnschen zouden je toch niet begrijpen". Op Tom had dit scepticisme alleen maar den indruk gemaakt, dat hij en Bertie van godsdienst even weinig benul hadden als van sexe-verschil, dat ook al een onderwerp van discussie had gevormd Maar dat begrip zou met de jaren wel ko men, als zij hun ooren en oogen maar goed open hielden. Nu hij niet meer bij de Tollivants was. en zich in een omgeving bevond, waar nooit over godsdienst werd gerept, was die lang zamerhand niet meer tot zijn gedachten- kring gaan behooren, dat wil zeggen: voor zoover betreft de daaraan verbonden inge wikkelde leerstellingen, het vlug afroffelen van gebeden, waarvoor hij 's avonds te moe was, en 's morgens geen tijd voor had. Ook hierin was hij, zooals hij zelf toegaf, nog onder Bertie's invloed. „Als God je lief heeft", zei deze, „cn weet wat je noodig hebt, waarvoor is dan zoo'n geregeld avond on morgengebed noodig? liet zou een eigen aardige soort God zijn, die zonder dat niet naar je om zou kijken". Tom had de ge woonte van het doen van die gebeden afge legd, ten deele omdat hij ze kinderachtig vond, maar hoofdzakelijk op grond van Bertie's redeneering. ..Ik beschouw hot als een vertrouwen in God", zei hij tot zichzelf „dat ik me bewust ben, dat Hij wel weet wat goed on niet goed voir mij is, ook zon der Hem met een gebed lastig tc vallen" Zoo was hij er toe gekomen om, als hij in bed lag, in plaats van een formeel gebed uit te spreken, gedurende een paar minuten tot zich zelf te zeggen, dat God altijd voor hern zorgde, en dat, als hij om iets bijzon ders zou moeten bidden, hij dat wel zou doen. En nu had er zich werkelijk iets bijzon ders voorgedaan. Hij ging zijn bed uit Neerknielen deed hij niet, want hij moest eerst eens goed overwegen wat hij tc zeg gen had, uit vrec-6 God anders met de juiste inlichtingen te geven. Voorzichtig door de kamer loopende, op dat het kraken van de "planken niet zou verraden, dat hij op was ging hij naar het open raam en keek naar buiten. Het was een van die nachten vol wonderen, die voor een naar het mystieke neigende in zich iets geheimzinnigs omsloot. De lucht, doorgcurd van milliocnen geuren van levende dingen, hoofdzakelijk van het doordringende aroma der donkere sparren, die hij daar zag staan, riekte verrukkelijk, zooals hij overdag nooit had geroken. Er was ook iets ziltigs in de lucht, toen uit de richting van dc Sound een nauwelijks merkbaar windje woei, een zuchtje, dat de heerlijke stilte niet verbrak cn dat meer ge leek op de uiting van een heilige verbazing over die myriaden sterren. Zoekende naar een geschiklen vorm. waarin hij zijn gebed kon gieten, schoot hem een zin te binnen, die mijnheer Tolli vant dikwijls bij hel gemeenschappelijk ge bed gebruikte: „En, Ilemelsche Vader, wij smeeken U om wijsheid in hetgeen wij doen cn laten moeten' Waaruit die wijsheid be stond, werd dan door mijnheer Tollivant nader aangeduid, en hing af van dc behoef ten van den dag of het jaargetijde. Hij be schouwde dezen zin als een hoogc inspira tie, en, vergetende te knielen, begon hij. terwijl hij in de mystieke duisternis keek. staande te bidden: „O. Hemelsche Vader, ik smeek U om wijsheid in hetgeen ik doen of laten moet". Maar verder reikte zijn schat van hoogdravende woorden niet, en hij eindigde heel gewoon met: „En zorg er voor, dat ik haar die poeder niet geef, als ik 't niet bepaald hoef te doen, in den naam van Jezus Christus, Amen". Zijn poging 6telde hem teleur, want niet alleen waren de woorden, die hij niet van mijnheer Tollivant had overgenomen, erg onvoldoende geweest, maar bovendien had hij vergeten te knielen Hij had misschien het heele gebed bedorven, zoodat hij er over dacht het nog eens over te doen, een zin te construeeren, die gelijkwaardig zou zijn aan dien van mijnheer Tollivant, cn dan het knielen niet te' vergeten. Maar toen schoot hem Bertie's manier van redcnccren te binnen. „Ik denk dat Hij wel weet hoe ik 't bedoel". Maar toch schrok hij van zijn oneerbiedigheid, die eigenlijk een godslas terlijke vrijpostigheid wa6, die hij zich je gens de altijd waakzame en gauw belecdig- de Godheid had vbroorloofd. Mijnheer en mevrouw Tollivant hadden hem immers steeds ingeprent God te vreezen. Terwijl hij nog een tijd er over stond na le denken of hij, door zich tot die Godheid te wenden, op de wijze, waarop hij dat had gedaan, zijn zaak al of niet verslechterd had, werd zijn aandacht afgeleid door het opsteken van den wind. Dit gebeurde plotseling, cn geleek op 't slaken van een heel zwaren, diepen zucht, maar niét van pijn. Het was meer een uiting van uitbundige blijdschap van hel heelal. Die wind kwam van de verst afge legen dpelcn van de wereld, van den Atlan- tischcn Oceaan, van Afrika, van heel ver weg gelegen eilanden cn bergtoppen, en hij woei krachtig, maar niet hinderlijk de ka mer van den jongen binnen. „En cr geschiedde haastclijk uit den he mel een geluid, gelijk als van geweldigen, gedreven wind, cn vervulde het gehcele huis, waar zij zaten". Tom Quidmore had maar één bron van citaten, maar dia lag op de punt van zijn tong. Het uit het hoofd leeren van lange passages uit den Bobel bad een deel ge vormd van het onderricht, dat hij van mijnheer en mevrouw Tollivant had gekre gen. Meestal waren zijn aanhalingen uit de Schrift juist. Zijn citaat van zooeven kwam voort uit een gevoel, alsof zijn kamer plot seling was vervuld van een scheppenden adem. Iiij bracht dit gevoel niet onder woorden, maar niettemin onderging hij net. Overal in de wereld was er wind. Wind was het eenige element in dc natuur, dut men niet kon zien, maar wleks versterken de invloed men voelde. Wind brengt ver koeling, zuivering en kracht. Overal waar hij passeert, ontstaat reactie. Do zee maakt hij woelig, de sneeuwvlokken doet hij dwari reien, de boomen buigen, cn mannen en vrouwen gebruiken zijn kracht of trachten hem, zoo noodig, aan banden te leggen. Een „geweldig gedrevene" wind! Een geluid uit den hemel! Hij bleef het beschouwen als een antwoord op zijn gebed, en hij luisterde naar het toe- en afnemen, het zuchten en het triomphantelijke, toenemendo suizen door het sparrenbosch. Toen het ochtend werd, wa6 de wind een storm geworden. Alles wat ln de tuinderij hoog groeide, de erwten, klimbooncn, en maïsplanten, lag hier heelcmaal omverge gooid. cn stond elders, half ontworteld, scheef in den grond. Iedereen was bezig om te redden, wat cr nog gered kon wor den. Tom's tank was het, zooveel mogelijk rijpe maïskolven to plukken, voordat zij verder beschadigd werden. Maar toen het half drio was. ging hij met een tragen pas weg, om zich van die aiidcre plicht, waaraan hij" zoo'n hekel had, to kwij ten. Er waa niets, dat cr op wees, dat zijn gebed was verhoord. Hij had zijn vader den heclen dag zoo goed als niet gezien, daar deze naar do markt was gegaan en nog niet ferug was. De storm woedde nog. en daarom wachtte hij misschien tot de wind zou verminderd zijn. (Wordt vervolgd)-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1933 | | pagina 5