AMERSFOORTSCH DAGBLAD
FEUILLETON
SACK VRAAGT VRIJSPRAAK VOOR TORGLER
Maandag 18 December 1933
32e Jaargang No. 145
v. d. LUBDE ZIET VAN
HET WOORD AF
Uitspraak op 23 December
TWEEDE BLAD
WEER EEN STROOM VAN
VALLENDE STERRE
YSIUG
VEILIGE HAVENS
HET PROCES TE LEIPZIG
De behandeling van het proces
eindelijk gesloten
Leipzig, 1G Dcc. (V D.) Hedenmorgen
na opening van do zitting van den straf-
senaat was het woord terstond aan den
Berlijnschcn advocaat dr. Sack tot het liou
den van zijn pleidooi ter verdediging van
den voormaligen communistischen rijksdag
afgevaardigde Torgler.
Dr. Sack leidde zijn pleidooi aldus in
,-,Toen ons op 27 Februari de mededecling
gewerd, dat de rijksdag in brand was ge
stoken, was ieder van ons, Duitschers,
daarvan onder den indruk. Hij moest onder
den indruk zijn, want hij moest zich afvra
gen Hoe ver is de geestelijke verdwazing
en verwarring in Duitschland gekomen, dat
het symbool der volksvertegenwoordiging
niet meer veilig was voor de hand van een
misdadiger? Voor eiken politiek denken
den volksgenoot was het door den rijksdag
brand duidelijk geworden de tijd is geko
men om eindelijk aan deze geestelijke ver
warring een einde te maken. De wereld
historische bcteekenis van dit proces was
spoedig aan het anti Duitsch gezinde bui
tcnland duidelijk. Men heeft getracht den
procureur-generaal in een verkeerde positie
te stellen en evenzoo do hooge heeren rech
ters. Men heeft een stroom van vuil over
mijzelf uitgegoten. Men heeft zich niet ge
schaamd het voor te stellen, alsof ik een
dubbele rol speelde, alsof het niet mogelijk
was, dat een behoorlijk nationaal-socialist
verdediger van den beklaagde Torgler kon
zijn. Zoogenaamde revolutionairen, roode
arbeidersraden der A. E. G. te Berlijn, heb
ben mij gezegd, dat ik onmiddellijk do ver
dediging van Torgler diende neer te leggen.
Opdat gij ziet, onder welken druk men mij
tracht te zetten, lees ik u het volgende tele
gram voor, dat ik thans nog uit Parijs heb
gekregen„Eisch van den procureur-gene
raai tegen Torgler bewijst, dat u met de
wijze, van verdedigingen hei bijzonder met
de afwijzing van elke politieke verdediging,
uw léliëht aan den nankl'ager fch dé' fegee
ring hebt verraden. 'Op hét laatste oogen
blik doen wij een beroep op uw beroepseer
eti Verlangen eindelijk dat u overgaat tot
werkelijke verdediging." Dit alles kon ech
ter niet tot stand brengen wat men wilde
bereiken, n.l het zaaien van wantrouwen
fusschen den communistischen beklaagde
Torgler en zijn nationaal-socialistischen
verdediger. Ik mag zeggen dat mij in dit
proces de raensch Torgler zeer na is geko
men. Ik ben mij de verantwoordelijkheid
van vvat ik hier zeg bewust, doch deze ver
antwoordelijkheid zal ik met mijn gcheclo
persoonlijkheid weten te dragen.
Wij hebben moeten beleven, dat vroegere
Duitsche volksgenooten verklaarden, dat het
rijksgerecht als onafhankelijke plaats van
rechtspleging niet meer bestond. Duitschers
in het buitenland, die geen enkel verant
woordelijkheidsgevoel voor hun optreden
meer hebben en zich nog Duitschers noe
men, zijn voor mij niets anders dan poten
tieele landverraders. Ik wil dat hier in alle
openbaarheid uitspreken. Voortdurend zijn
deze eigen volksgenooten van vroeger er bij
in het buitenland tegen hun eigen land te
ageeren en met ijver maakt het vijandige
buitenland van dit werk gebruik. Wij ech
ter zullen voor ons recht strijden.
Geen ander dan onze leider zei op 23
Maart voor den rijksdag: „De bodem van
liet bestaan der justitie kan geen andere
zijn dan de bodem, waarop de natie ge
grondvest is". Niet het individu kan het
middelpunt zijn van de zorgei) .der wet,
doch het volk. Do onafzetbaarheid der
rechters aan den ccncn' kant moet in over
eenstemming zijn met de elasticiteit van
hun oordcel ten behoeve der maatschappij."
Hoezeer dr. Sack ook het onverwoestbare
vertrouwen had, dat liet vonnis do volks
gemeenschap de gewcnschte vergelding zou
brengen en dat anderzijds Torgler een
rechtvaardig oordcel zou verkrijgen, even
zeer was hij vervuld met bezorgdheid, of
ondanks het rechtvaardige oordeel de we
reld daar rechtvaardig tegenover zou staan
Daaraan moest men, gezien de ervaringen
van den laatsten tijd bijna twijfelen, doch,
naar hij hoopte, zal het nog eens zóó ver
komen, dat men zal zeggen: „ITct Rijksgc-
rccht heeft den nieuwen Duitschcn rechts
staat van Ilitlcr een juridisch houvast ge
geven en daarmede de wereld de raoreele
verplichting opgelegd, ook juridisch in
Duitschland vertrouwen te hebben." Thans
wil dr. Sack op het proces zelf ingaan.
Dimitrof- „God zij dank".
Dr. Sack: „Ik kan mij indenken, dat mijn
woorden den heer Dimitrof niet bepaald
aangenaam hebben geklonken."
De president waarschuwt Dimitrof ern
stig zich tijdens het pleidooi van elke in
terruptie to onthouden, een waarschuwing,
die hij tijdens de rede van dr. Sack nog
tweemaal moet herhalen.
Politiek sensatieproces.
Dp, Sack gelooft niet, dat hij, wanneer
een critischc en primitieve publieke opinie
van meening is, dat deze heer Dimitrof
misschien de verdediger is, daaraan veel
woorden hoeft te verspillen. Het proces is
oen uitgesproken politiek sensatie-proces.
Dergelijke processen bergen zoowel voor de
rechters als voor den verdediger bijzondere
gevaren in zich. Het is de taak van den
verdediger in zulke processen de bron van
dezo gevaren op te sporen. Dr. Sack be
schrijft hoe hij, dc georganiseerde natio
naal-socialist, is gekomen tot het op zich
nemen van de verdediging van den zeer
ernstig beschuldigden communistischen lei
der Torgler:
„Het verloop der zaken heeft hier ge
toond, dat Torgler met al zijn mcdedeelin-
gen geen enkele onwaarheid heeft verteld
Do voornaamste bron van gevaren bij po
liticko sensatieprocesscn is de wederzijd-
sclie suggestie der getuigen, die wij hier
op de meest verschillende onschuldige ei)
gevaarlijke .psychologische wijze hebben
Voeren kennen en die steeds weer verkeer
de indrukken doen ontstaan."
Dr. Sack noemt o.a. het geval van den
kellncr Hcllmer van café Bayernhof, waar
uit plotseling een geheel complex t charge
ontstond. In het bijzonder wijst hij op de
tegenspraak in de verklaringen van den
getuige Grothe. Men nam het dezen getuige
niet kwalijk, dat hij niet altijd nauwkeu f|
rigo mcdcdcclingcn kon doen, hoewel hij
zich op zijn verklaring, waartoe hij zich
zelf genoopt had gevoeld, heeft kunnen
voorbereiden, terwijl anderzijds den be
klaagde Torgler bij elke geringo tegen-
sprank of tegenstelling, zonder rekening te
houden met zijn geestestoestand, die zulke
tegenstellingen verklaarbaar maakte, he
vige verwijten werden gedaan.
Dr. Bünger interrumpeert, om-
dat z.1, dr. Sack een verwijt tot
hem richt.
Do president interrumpeert dr. Sack met
de vraag, of daarmee een verwijt bedoeld
is tegen de door hem, dr Bunger, gegeven
leiding van het proces
Dr. Sack antwoordt, dat hij niemand ver
wijten maakt, doch slechts de eigenaardig
heden en gevaren van een politiek sensa
tieproces wil schetsen.
Dr. Sack zet dan zijn pleidooi voort. De
raag is, of Torgler schuldig is of niet. Dr.
Sack wil zijn verdediging steunen op zui
ver strafrechterlijke punten en de politieke
punten buiten beschouwing laten.
Dr. Sack-behandelt het kernpunt van de
aanklacht. *Baar-Torgler niet zou kunnen
bewijzen, dat hij-tusschen 8 en 11 uur
avonds met een legaal doel uit do frac
tiekamer gegaan is» wordt dc conclusie ge
trokken, dat hij iets ongeoorloofs heeft ge
daan in verband met de brandstichting. De
verdediger brengt een lijst van uren naar
voren, getrokken uit do getuigenverklarin
gen, waaruit hij wil bewijzen, dat Torgler
inderdaad van 7 tot ongeveer half negen
ononderbroken in de fractiekamcr vait de
K.P.D. is geweest en direct aansluitend
daarop kalm naar het lokaal Aschingcr is
gegaan. Uitvoerig bespreekt de verdediger
dan do houding van Torgler nadat de
brandstichting hekend is geworden.
Dr. Sack besloot met er op te wijzen,
dat, toen verd verzekerde, dat hij met den
brand niets te maken had, minister-presi
dent Gocring bij zijn verhoor verklaarde:
,.Ik neem deze verklaring voor kennisge
ving aan, maar het is dc taak van de
rechtbank, te onderzoeken, of zij waar is.
En aan het woord* van den „Führer":
„Moge God ons er voor bewaren, dat een
Duitscher aan dezo misdaad mede schul
dig is" herinnerde pleiter met klem en na
druk Deze Duitscher Torgler is God zij
dank aan deze Rijksdagbrand niet schul
dig. Spreek verdachto vrij!" zoo riep de
verdediger uit.
Hierop wordt een pauze van twee uur
gehouden
Replieken.
De namiddagzitting vangt aan met re
plieken van de beide vertegenwoordigers
van het openbaar ministerie. Dr. Parisius
komt terug op het pleidooi van Seuffert.
Uitvoerig gaat hij in op do vraag of Van
der Lubbe zich ook aan hoogverraad heeft
schuldig gemaakt. Voor de vraag of Van
der Lubbe zich aan hoogverraad en oproer-
makende brandstichting heeft schuldig ge
maakt, zou overigens de kwestie of er
mededaders zijn geen beslissende rol spe
len. Niets kan van der Lubbe er van red
den, wegens hoogverraad en brandstich
ting met het doel om oproer te verwekken,
te worden veroordeeld.
Van dor Lubbe heeft zich aan hoogver
raad en brandstichting met oproerbedoe-
üngen schuldig gemaakt, aldus besluit Pa
risius zijn repliek, en een andere beoordee
ling van zijn daad is noch juridisch noch
zakelijk mogelijk. Mogé hij ook dc gevol
gen van zijn misdadige handelingen dra-
gen.
Van der Lubbe ziet van het
laatste woord of.
De president vraagt hierop om de beurt
aan de verdachten, zich nog eens over de
zaak uil te spreken. Van der Lubbe ver
klaart, dat hij van het recht van het laat
ste woord afziet. Hij heeft niets meer te
verklaren. Torgler wilde niet direct het
woord nomen. Hij verzoekt na do andere
verdachten te mogen spreken. Dit verzoek
wordt ingewilligd
Daarop spreekt Dimitroff.
Dimitrof weer aan 't woord.
Dimitrof begint zijn rede gewapend met
een grootcn bundel actcn. Hij verklaart
zijn revolutionnaire eer te verdedigen. On
der algemecno hilariteit moet de president
hem aanmanen tot do zaak zelve te ko
men Dimitrof zegt dan, dat de comm. par
tij in het geheel niet wanhopig was en dat
de brand met opstand cn dergelijke actie
niets te maken had. Onder groote vroolijk
beid spreekt hij den verdediger van Torg
lcr aan met „Mijn waarde heer Sack" en
spreekt dan over de politieke situatie in
Duitschland. Hij deelt ook zijn mceniiié
over het ontstaan van den brand mede cn
zegt, dat Van der Lubbe volgens hem niet
de cenige dader is. Van der Lubbe is na
tuurlijk geon communist cn geen anarchist,
hij is een rebellecrcnde proletariër, een ge
declasseerde rebel, een misbruikt werk
tuig. Met de geheele zaal begint clan ook
Van dor Lubbe te lachen.
Dimitrof wijdt sterk uit en veroorlooft
zich meerdere malen verdekte op onbedek
te aanvallen. Juist als hij uitroept „Gij
moet hamer of aambeeld zijn!" valt de
voorzitter hem in de rede met de woorden
„U hebt nog precies drie minuten". (Groote
vroolijkheid). Dimitrof concludeert tcnslot
te, dat hij moet worden vrijgesproken, nis
zijnde onschuldig. Verder verlangt hij een
schadevergoeding voor den door hem ver
loren tijd. Als hij na audcrlinlf uur spre
ken op het gebied der natuurkunde koml
en over Galilei begint te spreken, besluil
de senaat zich terug te trekken, zoodal
verd. moet zwijgen.
Popof zegt in zijn laatste woord: Ik be
hoef mij niet meer uit te laten over de
getuigenverhooren. Ik wil slechts dit zeg
gen: ik ben Bulgaarscli emigrant. Ik hen
noch avonturier, noch provocateur. In clil
proces ben ik volkomen onschuldig. Ik ver"
zoek te worden vrijgesproken
Taneff legt een verklaring af van den-
zelfden inhoud en voegt er aan loc: Met
typen als Van der Lubbe heeft geen Bul
gaarsch communist in verbinding gestaan.
Torgler betuigt nog eens zijn
onschuld.
Torgler, dio daarna aan het woord komt.
zegt: Ik zie er graag van af het bewijs te
waardeeren. Ik dank mijn verdediger Wat
betreft de eisch dio tegen mij is uitge
bracht, verklaar ik: Als in de wereldgc
schiedenis nog nooit een dergelijke eisch
tegen een volkomen onschuldige is gedaan
dan is dit het eerste geval. Ik ben mij van
alles onbewust geweest. Do 27ste Febr. was
voor mij een dag zooals iedere andere,
waarop ik in bet Rijksdaggebouw was om
te werken. Ik was even verrast als ieder
ander toen mij het nieuws werd gebracht.
Ik heb deze waanzinnige daad noch goed
gekeurd noch gewild. Als ik maar iels van
do plannen hac^geweton, dan zou ik hemel
en aarde hebben bewogen om haar te ver
hinderen, omdat ik wist, dat een dergelijke
daad een geweldige slag legen de K.P.D
zou zijn. Ik beken, dat ik met geestdrift
heb gestreden voor het levensbelang der
arbeiders en ambtenaren In den Rijksdag
heb ik mij schrap gezet tegen Versailles
cn het Youngplan en gevochten voor ver
betering van de levensomstandigheden der
arbeiders. Dat heeft mij echter gemaakt
tot een nuchter wej-kelijkheidspoliticus, die
niets te maken heeft met revolutionnaire
romantiek, dio er toe zou kunnen leiden,
dat men gelooft met het in brand steken
van een gebouw het sein lot een opstand
te geven. Ook de comm. partij heeft met
dergelijke revolutionnairo politiek niets te
maken Niemand heeft gedacht aan het
overnemen van dc macht door do K.P.D,
in Januari en Februari, omdat alle voor
waarden daarvoor ontbraken.
Torgler besluit met do verzekering, dat
hij met de brandstichting niet het, minst
hóeft te maken, dat hij Van dér Lubbe
voor het eerst heeft gezien op den dag nu
den brand, dat hij volkomen onschuldig is
en om vrijspraak verzoekt.
Verklaring van den president.
President Buenger sluit dan de 'zitting
met de volgende verklaring: Toen ik drie
maanden geloden dit proces opende, heb ik
gezegd, dat in een proces als dit liet een
goed gebruik in Duitschland cn in andere
landen is, dat dc pers zonder vooroordeelen
een objectief verslag geeft. Helaas is mijn
verwachting niet geheel vervuld. Niet al
leen in het buitenland heeft het niet ont
broken aan pogingen, de inhoud der bc
handeling weer te geven in een vorm, die
niet in overeenstemming is met do hooge
taak der pers. Ik kan in dit verband slechts
verklaren: het gerecht, dat geroepen is,
uitspraak te doen, kan niet worden bein
vloed door een dergeiijken meeningenstrijd
cn dergelijke vooroordeelen
Daarmede is do behandeling gesloten
Uitspraak op Zaterdag 23 De
cember.
Leipzig, 16 Dec. (V.D.). De president
Dr. Buenger heeft aan het einde van de
zitting van heden medegedeeld, dat de uit
spraak in liet Rijksdagbrandproces zal
plaats hebben op Zalerdag 23 Dec. des mor
1 géne tev9 utfr. -•
Onze weerkundige medewerker schrijft
is:
Het volgende is overgenomen uit een
brief, dien ik lieden ontving:
„15 December. Hedenochtend omstreeks
half twee licb ik in een tijdverloop van on
geveer tien - minuten een groot aantal vaN
lende sterren gezien. Aan dc Z.VV. lijke
helft van den hemel was er ongeveer elke
halve minuut één tc zien. Alle achter
waarts verlengde hanen sneden elkaar in
de Tweelingen, zij waren wit, bewogen zich
snel cn hadden korte banen. De lichtsterk
te Micp uiteen van de tweede tot de derdo
grootte. De hemel was buitengewoon hel
der cn maan vrij."
De schrijver verwondert zich erover, dat?
deze vallende sterren, die hij voor Geoiiif-
den houdt, twee dagen later verschenen,
dan gewoonlijk wordt opgegeven voor den
tijd, waarop de Geminiden misschien .wat
verschoven kan zijn.
Op deze vraag kan ik geen beslissend
antwoord geven. Er zouden moer waarne
mingen, vooral uit de voorafgaande nach
ten, noodig zijn om een inzicht daarin te
krijgen. Het blijkt intusschen, dat niet alle
bronnen dezelfde dagen voor het schijnen
der Geminiden aangeven. Ook 13 December
wordt als laatste ciag genoemd. In verband
met do schrikkeljaren ontstaat vanzelf
zoo'n dag verschil in de opgaven. Nemen
wij aan, dat 13 December geldt voor do
schrikkeljaren, dan is de laatste datum
van verschijnen in gewone jaren 11 Decem
ber. Misschien ligt hierin de oplossing van
de moeilijkheid.
Een andere oplossing zou deze zijn, dat
het geen echte Geminiden zijn geweest,
maar vallende sterren van een anderen
stroom, die ook zijn straalpunt in de Twee
lingen heeft
Tenslotte moet worden opgemerkt, dat
de groote helderheid der lucht buitenge
woon gunstig was voor de waarneming en
dat stellig daaraan is toe te schrijven, dat
zooveel vallende sterren te zien waren.
Hebben andere lezers soms in de voor
afgaande avonden en nachten opvallend
veel meteoren gezien?
(Nadruk verboden).
BRANDSTICHTING,
Haarlem, 16 Dec. Dc 37-jarige koop
man D heeft in den afgeloöpen nacht
brand gesticht in de woning van zijn hospi
ta, de 79-jarige weduwe R., wonende Zuider
Buitenspaarne 34. De man was om één uur
dronken thuis gekomen cn kreeg ruzie met
zijn kostjuffrouw. Ilij greep een bus petro
leum en goot den inhoud over dc vloer en
de meubelen uit. Toen hij een lucifer aan
streek, vluchtte do vrouw de straat op cn
waarschuwde dc brugwachter, die de poli
tie en de brandweer alarmeerde. Toen dezo
kwamen, bleek een kamer gedeeltelijk uit
gebrand te zijn. In dc kamer zat de brand
stichter cn praatto wartaal. Hij is gear
resteerd en in bewaring gesteld.
E.,.. dat Is hef éérste
ongeluk, dat u krijgt. Pas
daarvoor op van alle onge
lukken kunt u herstellen,
behalve van het eerstel
door
BASIL KING
(Uit het Engelsch).
Zij zwaaide het mes, waarmede zij ham
voor het avondeten sneed, heen en weer
„Ik zou 't zeker doen! O, zeker!"
„Maar toch niet, als ik u vroeg 't te laten,
nietwaar moeder?"
Met een beweging van wanhoop liet zij
het mes uit haar hand vallen. „Och neen9
ik geloof toch niet, dat ik 't zou doen. Maar
hij is verplicht van me te houden
„Kan hij zich zelf dwingen om van u te
houden, moeder?"
Die openhartige vraag ging als een pijI
zóó recht op het doel af. dat de \rouw niet
anders kon doen dan die te ontwijken. -,En
waarom niet? Ik ben toch zijn vrouw of
niet soms?"
Dit protest liet weer een van die myste
ries zien, die het huwelijksleven omringen,
zooals een halfschaduw de mnan omgeeft
op een avond, dat de hemel betrokken is.
Toen zijn vader kort daarop datzelfde onder
werp op het tapijt bracht, werd dat half
duister nog ondoorzichtiger
„Jongen, haal je nooit in je hoofd, dat
als je voor 't eerst op een mooi gezichtje
verliefd wordt, dit een kwestie voor jc heele,
volgende leven is. Op zoo'n oogenblik is t
dc duivel, die zijn valstrik voor den man
uitzet. Over 'n jaar of acht, of tien, ont
moet je misschien zoo'n meisje en dan
zit de duivel jo op do hielen. Hij zal zor
gen, dat je jc verbeeldt, dat als je dat meis
je niet trouwt, je ccnige kans in 't leven is
verspeeld. En als de duivel dan zoo tot je
spreekt, mijn jongen, denk dan aan mij
„Aan u denken? Hoe bedoelt u dat?"
En op een toon, die ietwat bitter klonk
vervolgde hij „Denk er dan aan, hoe ik er
ingevlogen ben. Goeie hemel! Als ik er aan
terugdenk, dat ik toen, net als een jong®
hond. die een eekhoorn achterna zit, de gek
ste dingen deed om haar te krijgen Ver
geet nooit, jongen, dat een man de dertie
achter den rug moet hebben, alvorens aan
trouwen Ie deuken. Vóór dien leeftijd mag
men niet van hem verwachten, dat hij een
vrouw weet te kiezen, die hij zijn hecle ver
dere leven zal blijven liefhebben".
Daar was weer datzelfde raadsel. „Maar
als iemand getrouwd is, dan houdt hij toch
altijd var) zijn vrouw, is 't niet?"
Het antwoord kwam met een luid en sati
riek lachen, en met de opmerking, dat Tom
liet toppunt van onschuld was.
Even lastig als de vraagstukken betref
fende liefde en huwelijk voor hem waren,
was het feit ie verklaren dat do man. die
gocdo zuken had gemaakt als hocdcnleve-
rancier. een mislukking was als tuinder.
„Ken afschuwelijk haantje is 't. Rotli
schild en Rockefeller samen zouden cr geen
garen hij welen te spinnen. Lieve hemel
nog toe. wat 'n hekel heb ik er aan! Alles
er van vind ik akelig, cn mijn huis 't aller
meest. Ik ken een vrouwtje, en als dat cr
met mij van door zou willen gaan
In allerlei toonschalen en met allerlei
woorden werd gedurende den geheelen win
ter den jongen dit confidcnticcle liedje voor
gezongen.
Dat het hem niet al te erg benauwde kwam
omdat hij al die Vertrouwelijke mcdcdcclin
gcn niet begreep. Dc disputen der goden
hebben slechts indirect vat op stervelingen.
Als Jupiter cn Juno het met elkaar oneens
zijn, dan voelen de mcnschcn, dat zij liet
gerust aan Olympus kunnen overlaten, om
de zaak te redderen. Op dezelfde wijze be
wegen voor een jongen van twaalf jaar zich
de zorgen van zijn ouders in een sfeer,
waartoe hij toch geen toegang heeft Al wist
hij maar al te goed, dat hun onderlinge
verhouding vanhopig was, toch waren dc
man en dc vrouw, die hem als kind hadden
aangenomen, voor hem machtige wezens,
die hom alles verschaften wat hij noodie
had. Dat kwam zeker, dacht hij, omdat zij
volwassen waren. cn. over het algemeen ge
nomen onafhankelijk.
Hun ontboezemingen hinderden hem, maar
meer niet. Als zij voorbij waren, dacht hij er
niet meer aan. Zijn eigen aangelegenheden,
zijn lessen, zijn spelen, zijn vrienden en vij
anden op scjiool, cn dat vage idee van iets
groots" te zullen worden, waren do zaken,
die voor hem van belang waren. Martin cn
Anna Quidmore hielden zooveel van hem
zij 't ook dat dit bij i,eder hunner gepaard
ging met een tikje egoismc dat wanneer
hij zich innerlijk van hen beiden losmaakte,
dit hun verdriet zou hebben gegeven.
En toch was het, doordat hij zich ecnigs-
zins los wist te maken, dat hij op prettige
wijze den winter doorkwam. Wat hem het
ergste zou kunnen hinderen, geschiedde op
de manier, die gebruikelijk is op den berg
Olympus, waar volwassen menschen hun
voor hem onbegrijpelijke belangen hadden.
Daar men hem altijd had gezegd, dat hij
die toch niet begreep, zette hij ze maar al
te graag van zich af, totdat zc hem weer
werden opgedrongen. Maar toen de lente
overging in den zomer, gebeurde dit in veel
mindere mate totdat cr, heel onverwacht,
oen dag aanbrak, dat hij voelde dat het be
gin van het einde naderde.
Het was oen Zaterdag. Daar er dien dag
geen school was, hadden lnj en zijn vader
met den truck een vracht sla en vroege spi
nazie naar de markt gebracht. Op den laten
voormiddag door Bere huiswaarts koeren
de, hield Quidmore voor een café stil.
„Stap maar uit, dan mag jc hier een ice
cream soda bestellen. Ik laat den Wugen
hier staan, en kom straks v.el weer terug.
Ik ga even in 'l dorp een boodschap doen
Hij had op dergelijke tochten die woorden
al zoo dikwijls gehoord dat zij als een vast
recept klonken. Tom wist nu. dat hij naar
Bertha's huis ging, dat schuin tegenover
het café was. Gezeten aan een tafeltje bij
het raam, waar hij genoot van zijn koelen,
lekkeren drank, dien hij door twee rietjes
opzoog, zag hij zijn vader vlug de stoep van
liet huis oploopcn, cn naar binnen gaan.
Toen hij cr kort daarop weer uitkwam, liep
hij ook weer vlug. 't Écnige wat de jongen
daaruit kon opmaken, was dat cr bij het
bezoek iets niet in orde was geweest, iets
dat hem straks bij liet naar huis gaan wel
zou verzwegen worden.
En nu zou zich liet drama van dien och
tend voltrekken. Heel onverwacht zag hij
dc kleine auto van Quidmore, gereden door
een van do mannen, die in de tuinderij
werkzaam waren, voor "t café stilhouden.
Mevrouw Quidmore, gekleed om te gaan
winkelen, sprong cr vlug uit. Daar zij zel
den in Bere kwam, en bijna nooit 's mor
gens, aangezien zij het dan thuis te druk
had, mengde zich in Tom's verbazing een
tikje angst. Zijn pleegmoeder had den truck
van de tuinderij herkend. Zij stoof het café
binnen. Behalve de jongo man, die in de
lange, smalle pijpenla bediende, was er nie
mand. Toen Tom met dc twee strootjes tus-
schen dc lippen over zijn glas heen keek, zag
liij duidelijk den toorn van de verongelijkte,
dio den overtreder zoo vlak op dc hielen
zat Zich omkccrende, zag zij Tom zitten
met een gezicht alsof hij zich schuldig voel
de en meer van de zaak af wist.
„O, zoo! Dus jij bent er ook. Waar is hij?"
Tom antwoordde naar waarheid: „Hij zei
dat hij ccn boodschap tc doen had, maar.
niet wat of waar".
„En komt hij hier terug?"
„Hij zei van ja".
„Dan zal ik blijven wachten
Toen ging zij naast Tom zitten, zoodat
zij Bertha's huis in 't vizier had. Of er iets
was, dat zij wantrouwde, zou dp jongen niet
hebben kunnen zeggen, omdat hij zelf bijna
nooit iemand of iets wantrouwde. Dat er
eenig gevaar in de lucht zweefde, merkte
hij aan de heftigheid, waarmede zij zijn
voorstel om ook ccn ice-cream te nemen,
verwierp.
„Daar is hij!"
Zij zagen hem de stoep afkomen, een
oogenblik aarzelen en toen in de tegenge
stelde richting gaan van die, waar zij zalen
tc wachten. Tom begreep die tactiek.
„Hij gaat naar Jenkens om over dien
nieuwen band te spreken".
Toen zij recht overeind stond, kenmerkten
zich haar bewegingen door een felheid en
activiteit, die hij nog nooit van haar had
gezien.
(Wordt vervolgd).