101 KANONSCHOTEN POPULAIR VORST HEENGEGAAN LEVEN VAN DIEPEN INHOUD DONDERDAG A.S.DE BEGRAFENIS BIJ DEN DOOD VAN KONING ALBERT „Ik kom rekening en verant* woording afleggen van mijn daden' Elders in dit blad kan men lezen hoe on verhoeds de dood den koning der Belgen heeft overrompeld en een einde gemaakt aan een leven, dat niet zijn uiterlijke glorie ontleende aan 't feit, dat Albert I de zoon was van een monarch, maar dat een diepen in houd heeft gekregen door zijn daden en ka rakter. Hij heeft behoord tot de na den Engel- schen koning - populairste vorsten van Euro pa en dit is niet in de laatste plaats te danken aan het feit, dat koning Albert tij dens den oorlog een rol heeft gespeeld, die de sympathie van velen naar hem deed uit gaan. Wel In de eerste plaats denken wij dan aan den nacht van den tweeden op den derden Augustus 1914, toen het er voor Bel gië op aankwam decisies te nemen, die niet alleen van het grootste belang waren voor het land zelf, maar waardoor mede de afloop van den wereldoorlog werd bopaald. In den bcwusten nacht had koning Albert in zijn paleis al zijn raadgevers bijeengeroe pen: de ministers met portefeuillos en de staatsministers, die wel-is-wanr geen verant woordelijkheid dragen, maar wier advies wordt gevraagd, wanneer het er op aankomt ten aanzien van gebeurtenissen, die van de grootste importantie zijn, beslissingen van vèrstrekkenden aard te treffen. In den tijd van nauwelijks een kwartier werd tijdens deze zitting, dio de koning presideerde, het bekende Duitsche ultimatum, dat slechts den looptijd had van een half etmaal, met algemeene stemmen van de hand gewezen. Dcnzelfden morgen van 4 Augustus, toen de koning ten aanhoore van de volksvergade ring zijn verklaring voorlas, drongen de Duitsche legers het Belgische gebied binnen. Het is ook van laatstgenoemden datum af, dat er tusschen het lot van koning Albert I en dat van zijn volk een innige verbonden heid ontstond, waarvan de jaren het onlos makelijke geenszins te niet hebben kunnen doen. Men mag wel zeggen, dat nagenoeg het geheeie Belgische volk de meening hul digde van zijn koning, dat het verkieslijker is, wanneer men het recht aan zijn zijde heelt, een ongelijkcn strijd aan te binden, waarvan reeds bij voorbaat was te voorzien, dat België onder de voet zou worden geloo- pen, dan zich na een dreigement van een grooten staat te onderwerpen. Ieder her innert zich, dat België, naar de mate van de militaire krachten, waarover het be schikte, zich kranig heeft verweerd, en of schoon sindsdien al weer bijna twee decen nia zijn verstreken, ligt het eveneens nog versch in ieders geheugen, dat koning Al- bert reeds den vijfden Augustus het opper bevel over het Belgisch leger op zich nam en dit bleef voeren, totdat de wereldoorlog een einde nam. Gedurende de vijandelijkhe den vertoefde hij in La Panne, een klein havenplaatsje, tot waar de Duitschers nog niet hadden kunnen doordringen en in 1918 deed hij aan het hoofd van zijn troe pen weer zijn intrede in de Belgische hoofd stad. Onbeschrijflijk was de geestdrift, waar mee do Brusselsche bevolking hem ontving, een enthousiasme, dat zich eveneens van de Kamer meester maakte, toen do koning het parlement binnentrad. Ook de socialisten lieten het niet aan toejuichingen ontbreken. Met duidelijke slem las de koning de troonrede voor, telkens met een pittig ge baar van zijn vuist de gewichtigste zin sneden zijner uitvoerige rede accentueerend. Met stemverheffing verklaarde hij o.m.: „Gij hebt mij vier jaar geleden het leger toevertrouwd om het vaderland, dat in ge vaar verkeerde, te verdedigen. Ik kom u rekening en verantwoording afleggen van mijn daden." In den breede schelste de koning vervol gens de rol, die het Belgische leger in den oorlog had gespeeld en bracht hij hulde aan België's helpers de soldaten van Frank rijk, Engeland en Amerika. In diepgevoelde woorden herdacht hij de doodon, die op de slagvelden hun loven lieten en hen, die langs den electrischen draad aan de Neder- landsche grens zijn omgekomen. Maar niet alleen prees de koning degenen, die binnen het kader van het leger goed en bloed voor België hadden over gehad, maar evenzeer wijdde hij woorden van lof aan de nobele houding, die de bevolking van het bezette gebied onder het Duitsche juk had aange nomen. Manhaftig, aldus de conclusie van koning Albert, heeft het Belgische volk de lang durige en wreede beproeving van den oor log doorstaan. Het is ook in deze troonrede geweest, dat koning Albert de noodzaak bepleitte eener solidariteit tusschen de verschillende klas sen en een eerlijk verbond tusschen kapitaal en arbeid, teneinde paal en perk te stellen aan twisten, die door hun scherpte de be langen van beide partijen schaadden. Te vens kondigde hij bij dezelfde gelegenheid aan, dat van dat oogenblik af de regeering het parlement zou voorstellen de grondsla gen te leggen voor een Vlaamsche hooge- school. Eén passage uit zijn rede moge ten slotte nog in herinnering worden gebracht: „België treedt uit den strijd, geknot, doch vol trots en met glorie omgeven. Het zege vierende België, niot meer omkneld door de neutraliteit, opgelegd door de verdragen, waarvan deoo rlog den grondslag heeft ge schokt, zal volkomen onafhankelijk zijn. Bel gië, hersteld in al zijn rechten, zal zijn za ken volgens zijn eigen behoefte eigenmach tig regelen." Nadat de verschrikkelijke jaren van den oorlog achter den rug waren, werd koning Albert I weer het staatshoofd, dat wel-is-waar niet in de vergetelheid is geraakt, maar waarvan, zooals in het boekwerk *,Men- schen die die Welt regieren" terecht wordt oppgemerkt, de dagelijksche kroniek bijna niet gewaagt. Hij hochtte nog zijn, op onbe streden gezag berustende, goedkeuring aan de straffe maatregelen, die do stabilisatie van de valuta mogelijk maakten en den staat zijn economisch en sociaal evenwicht hergaven. Daarna verdween hij weer op den achter grond. Meermalen begaf hij zich, steeds in cognito, op reis onder meer bezocht hij den Congo maar overigens leidde hij een vrij teruggetrokken leven met zijn ge malin, koningin Elizabeth, de dochter van hertog Karl Theodor von Bayern, een vor stelijk geneesheer, die zich aan de oogheel kunde heeft gewijd. Algemeen bekend is, dat koningin Elizabeth zich vooral heelt bewogen op het terroin der philantropie en vooral steeds veel belangstelling aan den dag heeft gelegd voor alle zaken van sanitairen aard. Tijdens den oorlog heeft zij porsoonlijk met bizonder groote toewijding den ambulance dienst geleid. Albert I, op 8 April 1875 geboren als zoon van prins Philippus, graaf van Vlaanderen, die op zijn beurt de tweede zoon was van don op 17 Nov. 1905 overleden koning Leo pold I van België, volgde zijn oom Leopold II den 17den Dec. 1909 als koning op en legde zes dagen later den eed op de con stitutie af. Reeds op zestienjarigen leeftijd werd de thans overleden koning leerling op de militaire school en werd officier van het regiment der grenadiers. Hij klom geleide lijk in rang op en werd tenslotte generaal. Hij was, zooals sommige biografen getuigen, door en door soldaat, verheugde zich voort durend in een blakende gezondheid en was een geestdriltig sportoefenaar; vooral aan het alpinismo had hij zijn hart verpand, ter wijl gelijk wij boven reeds in 't kort no teerden het reizen eveneens voor hem een genieting was van hoogere orde. Hij vorbond op zijn tochten steeds 't nuttige met 't aange name; in dit verband worde herinnerd aan zijn groote studiereis, die hij in 1909 naar de Congo ondernam. Dit gebied is eveneens met overeenkomstige doeleinden bezocht door zijn zoon, den troonopvolger Leopold, hertog van 3rabant, die eveneens tijdens den oorlog werd opgeroepon om zijn land te dienen als sol daat. Vele Belgen hopen, dat hij in de voetstap pen zal treden van zijn vader, die, gelijk meermalen van vele zijden is getuigd, zoo wel in vredes- als oorlogstijd voor alle mo narchen een voorbeeld is geweest van plichtsvervulling. Aan hom is het onder meer te danken dat België, hoe klein het grond gebied van dezen staat ook moge zijn, thans onder de naties een positie inneemt, die met eere mag worden genoemd. Niemand zal speciaal een oorlog wenschen als wekker van groote sluimerende krach ten, maar onloochenbaar is het, dat tijdens den volkerenkrijg, die in 1914 de wereld in vlam zette, koning Albert's eigenschappen op verrassende schitterende wijze aan den dag traden; dat achter zijn spreekwoordelijk geworden bescheidenheid zooveel karaktor- grootheld schuil ging, was voor heel de we reld een verblijdende openbaring. KROONPRINSES ASTRir 4 KONINGIN ELISABETH/ KROONPRINS LEOPOLD. Reeds Vrijdag wordt de nieuwe koning inge= huldigd Brussel, 18 Februari (V.D.). ïn den-mi nisterraad, welke om twaalf uur vanmid dag werd gehouden onder voorzitterschap van graaf de Broqueville en waarbij alle ministers aanwezig warén, werd besloten dat de uitvaartplechtigheden van den over leden koning plaats zal hebben volgens het protocol, dat ook gediend beeft bij de begra fenis van Leopold I-i. De begrafenis is vastgesteld op Donder dag a.s. De oud-strijders zullen met hun vlag gen de haaag vormen langs den weg, welke de stoet zal volgen. Aan het graf van den Onbekenden Sol daat zal de lijkstatie stil houden en één minuut volledige stilte in acht nemen. Het stoffelijk overschot van den vorst zal op een affuit van een kanon worden vervoerd. Alle vaandels en standaarden der regimenten, ook die der ontbonden re gimenten, welke in het Legermuseum zijn ondergebracht, zullen worden meegevoerd in den lijkstoet. Verdere bijzonderheden over de indeeling en samenstelling van den stoet zullen later worden medegedeeld Iuhuldiging van den nieu wen vorst. Ook werd in den ministerraad vastge steld, dat de inhuldiging van den nieuwen vorst, Koning Leopold III Vrijdag a.s. zal plaats vinden. Kroonprins Leopold is ge boren op 3 November 1901. Tot zijn eeds aflegging zal het uitvoerend bewind wor den waargenomen door de ministers. Saluutschoten. Om negen uur heeft een batterij van het geschut, dat is opgesteld in het Jubelpark te Brussel een salvo van 101 kanonschoten gelost, om de bevolking het tragische nieuws mede te doelen. De Koning als alpinist. Koning Albert was, zooals men weet, een vurig beoefenaar van het alpinisme. Men zag hem op de toppen van de Mont Blonc. op de Dolomieten, op de Appcnij- nen, in een woord, overal waar men aan bergsport doet. In den laatsten tijd had hij zich vooral toegelegd op het beklimmen der Belgische rotsen in de Ardennen. Men weet, dat Al pinisten soms heel gevaarlijke kunsttoe- ren uitvoeren, zich vastklemmende aan de kleinste uitspringende rotsgedeelten van hooge duizelingwekkende loodrechte berg wanden. Door des Konings voorbeeld had deze sport, bij de Belgische jeugd veel aan hangers govonden. Hiervan getuigde on langs nog de prachtige beklimming van de Ruensori in Belgisch Congo. Het is in den loop van een der oefenin gen op de steile rotsen van Marche-lcs Dames, dat de Koning den dood heeft ge vonden. In de kalkrotsen gebeurt het, dat tengevolge van temperatuursveranderin gen sommige uitstekende rotsdeolen, waarop men drukt, bezwijken. Indien de bergbe klimmer er niet in slaagt zich bliksemsnel aan een ander uitspringend gedeelte vast te klampen, moet het onvermijdelijk tot een noodlottigcn val komen en liet is ver moedelijk in dergelijke omstandigheden geweest, dat Koning Albert in dc diepte is gestort. Hij is het voornaamste slachtoffer, dat de bergsport ooit heeft gcëischt. Reconstructie van het gebeurde. Toen de patrouille gendarmen, welke er ;n gezelschap van den ordonnance-officier, baron Jacques de Dixmudc op uit wa ren getrokken om nasporingen te doen in liet berggebied, onder aan de rots de lugu bere ontdekking deden, bleek, dat de Ko ning een doorkloofde schedel had, ten ge volge waarvan dc hersenen bloot lagen. Overigens vertoonde het lichaam geen ver wondingen. Op een afstand van bet lijk vond men dc lorgnet van den omgekomen vorst. Een rugzak en een bergstok lagen in de onmiddellijke nabijheid. Het Parket heeft liet drama gereconstru eerd. Uit het onderzoek is komen vast te staan, dat de koning getracht zou hebben een ronden rots te beklimmen. Hij zou toen gestruikeld zijn over een vastgevroren steen, welke weggerold zou zijn en op het hoofd van den koning zou zijn terecht ge komen. Het lijkt van den koning werd in den spleet tusschen twee rotsen gevonden des nachts om twee minuten voor twee. De rots was niet zeer hoog, doch moeilijk te bestijgen. Om 3 uur 30 is liet stoffelijk overschot naar het paleis te Laeken overgebracht. Dc overbrenging van het stof felijk overschot. De overbrenging van het stoffelijk over schot van Laeken naar Brussel zal worden toevertrouwd aan do vereeniglng van oud- strijders en zal Maandag geschieden tegen het invallen van den avond. Het stoffelijk overschot opgebaard. Brussel, IS Febr. (V. D.) De lijfartsen van den koning, dr. Nolf en Leboeuf, heb ben het stoffelijk overschot van koning Al- bert in het slot to Laeken opgebaard. De Scuaat en de Kamer zullen morgen in vereenigde vergadering bijeenkomen. Kroonprins Leopold en prinses Astrid, die tijdens bun verblijf te Adelboden het ont zettende nieuws vernamen, troffen in aller ijl voorbereidingen om naar Brussel rerue te keeren. Reeds om zeven uur vertrokken zij naar Fruligcn, vanwaar zij om 8 uur 2G via Bazel naar Brussel vertrokken, zoodat zij hedenavond nog to Brussel kunnen wor den verwacht. De dochter van koning Albert, prinses Marie José. die gehuwd is met kroonprins Umberto van Italië en te Napels de tijding vernam, wacht op nadere beschikkingen van het Italiaansche hof t. a. v. de begrafe nis. Koning Emanuel van Italië werd onmid dellijk door Brussel op de hoogte gesteld. De koninklijke familie van Engeland zond een persoonlijk telegram van deelneming aan koningin Elisabeth, evenals rijkspresi dent v. Hindenburg, terwijl staatssecretaris dr. Meissner den Belgischen gezant to Ber lijn condoleerde. Baron v. Xcurath heeft zijn ambtgenoot Ilymans een hartelijk telegram gezonden. PRINS HENDRIK NAAR DE BEGRAFENIS. Den Haag, 18 Februari. H.M. de Ko ningin zal zich bij de teraardebestelling van Koning Albert van België, laten vertegen- woordigen door Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden, met gevolcr. Koning Albert I, die op bijna 59-jarigen leeftijd door een tragisch ongeval in het onvolprezen Belgische Ardcnnenland om het leven kwam, stond tijdens den wereld oorlog in dc gevaarlijkste stellingen, op de meest bedreigde punten, als eerste soldaat onder de soldaten, voor w ie hij het bezie lende voorbeeld was. En later, toe België zich herstelde van de wonden, dio dc oor log geslagen had, was het alweer do ko ning, die vooraanging cn hel voorbeeld gaf bij het werk van den oubouw, terwijl bij de rampen, dio Belgic troffen op ander gebied, overstroomingen en mijnrampen, liet Belgische koningspaar steeds weer ter plaatse verscheen om den nood te lenigen. Een vorst, die zoo in tijden van gevaar temidden van zijn volk heeft gestaan, moest wel wars zijn van allo uiterlijk ver toon. Voor zoover de monarchie nu een maal onvermijdelijk een zeker ceremonieel eischt, onderwierp de Belgische koninklij ke familie zich daaraan, doch verder was hot steeds voor al haar leden tot zelfs voor de kinderen en kleinkinderen het grootste genoegen zich als burgers van het Belgische volk tusschen het volk te bewe gen. Ook deze eenvoud heeft zeer veel bij gedragen tot vergrooting van de populari teit van de koninklijke familie. Het huwe lijk van kroonprins Leopold met dc inmid dels al even populair geworden Zweedsche prinses Astrid, de geboorte van do twee kinderen uit dit huwelijk, het huwelijk van do geliefde prinses Maric-José met den Italiaanschen kroonprins Umberto, waren gebeurtenissen, waarmee het geheeie Bel gische volk meeleefde. Koning Albert had van zijn koninklijke taak een zeer breede en nauwgezette op vatting, dio hem ertoe dreef, alles wat hem voor België en het Belgische volk van belang leek, nauwkeurig to bestudeercn. Zijn vele reizen, vooral naar het Belgische koloniale gebied, getuigen hiervan. Met nauwkeurige inachtneming van de beperkingen, die do grondwet den vorst in een zoo democratische constitutioneole mo narchie als Belgie oplegt, heeft koning Al- bert zich altijd zeer intensief met de staatszaken bezig gehouden en toonde hij zich een staatsman, wiens persoonlijk in grijpen voor do politiek van Belgie dik wijls van de grootste beteckcnis was, dio duidelijk zijn meening wist te formuleeren over de problemen, waarmee do Belgische regeering to kampen had en daardoor vaak richting gaf aan do oplossing dezer problemen, en wiens persoonlijk ingrijpen het land eenige malen laatstelijk nog in December j.I. voor een regeerings- crisis heeft behoed. Vanzelfsprekend wa ren er onder de zoo zeer genuanceerdo po litieke groepeeringen, die men in de demo cratisch geregeerde Janden vindt, altijd wel groepen, die zich niet konden ver eenigen met de oplossing van sommige po litieke problemen, zooals de koning die voorstand en die derhalve ook den koning in den politieken strijd trachtten te be trekken, doch zijn persoonlijke populari teit werd daar nooit door aangetast. Tot groote en aangename verrassing van het Vlaamsche volksdeel legde koning Al- bert op 23 Dcc. 1909 den eed op de grond wet in twee talen, in het Franscli en in bet Vlaamsch, af. Het was de eerste maal sedert de stichting van het Koninkrijk Bel gië in 1831. dat een vorst zich bij een der gelijke plechtigheid ook van de Vlaamsche taal bediende. De koning hield zich reeds dadelijk na zijn troonsbestijging bezig met tal van so ciale en wettelijke hervormingen, doch in teresseerde zich daarnaast levendig voor tal van wetenschappelijke vraagstukken. Zijn cultureele belangstelling kwam ook tot uiting door zijn verhouding tot tal van Belgische en buitenlandscbe kunstenaars. Niet alleen de econoom Waxweiler, maar ook de dichter Emile Verhaercn cn de schilder Laormans behoorden tot do per soonlijke vrienden van do koninklijke fa milie en toen L.iermans door blindheid be dreigd werd, bemoeide koningin Elizabeth zich herhaaldelijk persoonlijk met zijn ver pleging. Naderhand volgde de koningin een volledige verpleegsters-opleiding, die in den wereldoorlog op droeve wijze door practische ervaring werd aangevuld. Koning Albert wijdde tevens zijn volle belangstelling aan de reorganisatie van het Belgische leger en in Mei 1913 hechtte hij zijn goedkeuring aan de wet, waardoor Belgie een militie-leger van 350.000 man kreeg. In do gespannen Europcoscho atmosfeer wijdde koning Albert ook al zijn aandacht aan de vriendschappelijke betrekkingen van België tot do nabuurstaten. Na 1'JIO bracht hij o.a. een officieel bezoek aan Ber lijn cn aan Parijs. Op 5 en 6 November 1913 bracht koning Albert, ter gelegenheid van zijn benoeming tot eere-koloncl van bet Ilunnoversche dragonderregiment een tweede officieel bezoek aan Berlijn. Tij dens dit bezoek deelden keizer Wilhelm II cn generaal Von Moltke den Belgischen koning gedurende een receptie te Potsdam mede, dat zij een oorlog met Frankrijk als onvermijdelijk beschouwden. Door bemid deling van den Belgischen gezant en ge volmachtigd minister te Berlijn, baron Beyens, waarschuwde koning Albert den Franschen ambassadeur te Berlijn. Do gebeurtenissen in Europa volgden el kaar toen sijcl op. Toen de crisis op liet punt stond uit te breken, op 31 Juli 1914, richtte de koning ccn persoonlijk schrijven tot keizer Wilhelm, waarin hij hem herin nerde aan de verplichting, die ook Duilsch- land op zich had genomen tot eerbiediging der Belgische neutraliteit. Wat er verder gebeurde is al te goed be kend. Het Duitsche ultimatum van 2 Augustus 1914 werd bijna onmiddellijk ge volgd door den inval der Duitsche troepen en daarmee was de hel boven Belgie los gebroken. (Zie vervolg op pag. 3).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 2