AMETRSFOORTSCH DAGBLAD
Crediet voor werkverruiming
FEUILLETON
SNELTAX
BLOEMBOLLENVELDEN
TELEF. 1354 of 743
Dinsdag 17 April 1934
32 e Jaargang No. 243
AANPASSING VAN 'T
BEDRIJFSLEVEN
TARIEFMAATREGELEN OP
KORTEN TERMIJN
Geen vechttarieven
MINISTER VERSCHUUR
TREEDT AF
ROOFOVERVAL TE
ROTTERDAM
De Heks van Winslea
Niet alleen tijdelijke hulp, maar aan
passing aan de gewijzigde inter?
nationale omstandigheden de
bedoeling van het wets
ontwerp
Verschenen is de memorie van antwoord
op het voorloopig verslag over het wetsont
werp inzake het crediet van 60 millioen
voor werkverruiming. De regccring komt
daarin met beslistheid op tegen de voorstel
ling als zouden in het thans aanhangig ge
maakte wetsvoorstel plannen zijn beli
chaamd, welke reeds een jaar tevoren in
uitzicht zouden zijn gesteld. De regeering
haalt daarbij de regeeringsvcrklaring van
31 Mei 1933 aan. Ook werpt de regeering
van zich het verwijt van eenige leden als
zou de voortgaande verarming van het Ne-
derlandsche volk in de hand worden ge
werkt door de politiek, welke ten aanzien
van de gemeenten is gevolgd. Als voorbeeld
ter illustratie van deze door de overheid in
de hand gewerkte verarming werd gewezen
op de gemeente Rotterdam, die in haar voor
nemen om een tunnel onder de rivier te
bouwen zou zijn verhinderd door Gcd. Sta
ten en op aandrang der regeering den bouw
van een nieuw ziekenhuis heeft moeten
stopzetten. De regeering wijst erop, dat de
genoemde werken niet zijn stopgezet door
Gedep. Staten of de regeering, maar door
do omstandigheid, dat de gemeente Rotter
dam niet bij machte was zich do daarvoor
vcrei6chte bedragen te verschaffen. Het is
dus niet zoo, dat de volksrijkdom vermin
dert omdat het tunnelplan niet wordt uitge
voerd, maar juist andersom. Hieruit blijkt
tevens, dat het geneesmiddel niet moet wor
den gezocht in een forceeren van do uitvoe
ring van werken, waarvoor het geld niet
beschikbaar is in welk geval de volks
rijkdom nog 6nellcr zou afnemen, maar in
een zoodanige versobering van de volks
huishouding, dat door besparing de midde
len worden verkregen, welke voor uitvoe
ring van deze werken noodig zijn.
De regeering merkt verder op, dat zij met
haar ontwerp niet uitsluitend beoogt door
uitvoering van een aantal openbare wer
ken de werkloosheid tijdelijk te doen ver
minderen, maar tevens de aanpassing van
het geheele bedrijfsleven aan de gewijzigde
internationale omstandigheden te bevorde
ren en daarmede ook het herstel van hel
budgetaire evenwicht in de hand te wer
ken.
De regeering is uiteraard van meening,
dat verlaging der productiekosten niet uit
sluitend moet worden verkregen door loons
verlaging, maar zooveel mogelijk ook door
vermindering der vaste lasten. Dat zij naar
vermogen in deze richting werkzaam is, be
wijst o.a. de dezer dagen tot stand gekomen
conversie op groote schaal van de Nedcr-
landsche staatsschuld.
In haar onderzoek naar de maatregelen,
die op het 6tuk van het executierecht moe
ten worden getroffen, heeft de regeering
ook het vraagstuk van het dwangaccoord
buiten faillissement betrokken. Een ont
werp tot wijziging der Faillissemenlswet op
dit punt bevindt zich in vergevorderden
staat van voorbereiding.
Ook de regeering i6 van oordeel, dat ver
beteringen in de organisatie van het be
drijfsleven door de verschillende bedrijfs
takken zelf tot stand zullen moeten worden
gebracht al zal de Overheid daarbij even
tueel de helpende hand moeten bieden.
Indien doelmatige reorganisatie, door een
groote meerderheid gewenscht, dreigt af te
stuiten op het verzet eener kleine minder-
heir, zal het zeker ernstige overweging ver
dienen of hier ingrijpen van overheidswege
niet gewenecht moet worden geoordeeld.
Door de hypotheekbanken is de vereischte
medewerking toegezegd ter verkrijging van
bouwcrediet voor goedkoopere woningbouw
tegen een in verhouding tot de rente der
pandbrieven zoo laag mogelijk berekenden
rentevoet.
Bleef het wetsontwerp beperkt tot kunst
matige werkverruiming, dan zou het nut
slechts van tijdelijken aard zijn. Ook de er
varingen in het buitenland hebben geleerd,
dat een kunstmatige werkverruiming op
zichzelf geen blijvende verbetering in den
toestand brengt. Integendeel, nadat het cre
diet zou zijn uitgeput, zou de werkloosheid
in verscherpte mate optreden, daar een
groot aantal bedrijven zich op dezen vorm
van staatshulp zou hebben ingesteld en na
het eindigen daarvan in een gevaarlijke
depressie zou terugvallen. Daarom is van
een plan als het onderhavige alleen dan een
blijvend nut lot vermindering van de werk
loosheid te verwachten, indien het tevens
wordt gebruikt om op zoo ruime schaal als
mogelijk is een aanpassing van het bedrijfs
leven te verkrijgen aan het internationale
peil der productiekosten. Het gaat er mees
tal niet om welk loon redelijk, maar welk
loon economisch mogelijk is. Er is daarbij
geen sprake van, dat de regeering bepaal
de loonen dwingend wil opleggen of collec
tieve contracten zou willen „uithollen".
Aan een verbetering van den economi-
schen voorlichtingsdienst is de regeering
reeds geruimen tijd werkzaam. Het zwaarte
punt ligt hierbij in een geleidelijke reorga
nisatie van het Dep. van Economische Za
ken en in een verbetering in de consulaire
berichtgeving.
De regeering zal tot verlaging van huren
medewerken door in samenwerking met de
gemeenten zoowel den bouw van goedkoope
arbeiderswoningen te bevorderen, als huren
van bestaande woningen, waarvoor Rijk en
gemeente samen, dan wel de gemeente al
leen het risico loopt, te verlagen. Met de
besturen der twee grootste gemeenten is de
regeering ter zake bereids In onderhande
ling.
Wat den nieuwbouw betreft, zal deze sa
menwerking tusschen heb Rijk en de ge
meente verkregen moeten worden, doordat
van Rijkswege een nieuwe tweede hypo
theekregeling in het leven wordt geroepen,
terwijl de gemeente geschikt bouwterrein
zal moeten leveren tegen aannemelijke prij
zen en ook op ander gebied tot verlaging
der kosten zal moeten meewerken.
Wat de bestaande woningen betreft, zal
de huurverlaging voor bepaalde complexen
verkregen moeten worden, doordat het Rijk
zich verbindt mede te werken tot rentever
laging voor de verleende voorschotten en
voorts om met de gemeente samen het re-
eele exploitatieverlies te dragen.
Dat aan dc 6cheepvaartonderncmingen
uitsluitend credieten zouden zijn verstrekt
tegen 5 pet. is minder juist.
Het aangevraagde bedrag van 60 millioen
i6 te zien als een eerste credietaanvrage
voor „werkverruiming". Slaagt deze eer6tc
poging, dan zullen, naarmate dc omstandig
heden het noodig maken en de lecningsca
paciteit het gedoogt, verdere credietaanvra-
gen voor dit doel worden gedaan.
De ministers van Financiën, van Econo
mische Zaken en van Buitenlandsche Za
ken hebben hun memorie van antwoord op
het verslag der vaste commissie uit de
Tweede Kamer voor overleg met de regee
ring omtrent maatregelen van handelspo-
iitieken aard, omtrent het wetsontwerp tot
instelling, afschaffing, verhooging of verla
ging van invoerrecht op korten termijn aan
dc Tweede Kamer doen toekomen.
Hierin erkennen de ministers ten volle,
dat de regeering bij aanvaarding van het
wetsontwerp ook op tariefgebied een groote
macht verkrijgt. Het bij art. 1 voorgestelde
oeoogt niet anders dan in het vervolg te
voorkomen, dat met het oog op een nade
rende tariefswijziging voorraden, dikwijls
voldoende voor de behoeften van ettelijke
maanden legen het lagere tarief worden in
gevoerd. Ten einde de betaling van het bij
zonder en het compenseerend invoerrecht
dat met ingang van 1 Januari j.l. krachtens
de omzetbelastingwct zou worden geheven,
te ontgaan, hebben de belanghebbenden in
het bijzonder in de maand December buiten
6porig groote hoeveelheden van allerlei
artikelen ingevoerd.
De gevraagde bevocdheid is niet verzocht
voor een bepaalden termijn, omdat zij bij
fiscale tariefswijzigingen ook al is zij in
den tegen woord igen tijd dubbel gewenscht
in het algemeen reden van bestaan heeft
Intusschen bestaat er bij de regeering geen
bezwaar te voldoen aan den door enkele
leden geuiten vvensch om de bevoegdheid
voorloopig te beperken tot een tijd van on
geveer twee jaren. Een bepaling, die de wet
zal doen vervallen op 1 Januari 1937, wordt
daarom bij nota van wijziging toegevoegd
Door het volstrekt vereischte van goed
keuring door den wetgever i6 de volmacht
allerminst onbeperkt. Te minder is dit het
geval, daar de werkingsduur van het be
sluit een termijn van een jaar niet kan
overschrijden.
De regeering wenscht allerminst over te
gaan tot het invoeren van een actieve poli
tiek van vechttarieven. In het algemeen
gesproken is het zeker juist, dat bescher
ming van bedrijfstakken tegen abnormale
buitenlandsche concurrentie door contin-
genteering6maatregelen veel meer aanbeve
ling verdient dan door tariefmaatregelen.
Er zijn echter uitzonderingsgevallen, waar
in de contingenteering alleen niet voldoen
de hulp biedt. Vestiging van nieuwe in
dustrieën b.v. wordt meer dan eens belem
merd, ook wanneer overigens een behoor
lijke rendabiliteitsbasis aanwezig is, door
het gevaar, dat buitenlandsche concurren
ten met dumpingsprijzen de opkomst van
het bedrijf zullen tegengaan. Onder zoo
danige omstandigheden kan van overmati-
gen invoer niet worden gesproken en moet
de crisisinvoerwet derhalve buiten toepas
sing blijven. Contingenteering stuit som
wijlen ook af op technische bezwaren, b.v.
wegens gemis Van voldoend gespecificeerde
gegevens betreffende aard en hoeveelheid
der in te voeren goederen. In dergelijke ge
vallen kan slechts verhooging van invoer
recht het gewenschte resultaat doen berei
ken.
Het i6 juist, dat de scheepvaart van be
lemmering van den invoer niet anders dan
nadeel kan ondervinden. Maar ook is do
scheepvaart er bij gebaat, wanneer dc
regeering er met behulp van de voorgestel
de bevoegdheid in zal kunnen slagen, nipu
we uitvoermogelijkheden te veroveren, die
het vervoer van Nederlandsche producten
naar den vreemde met Nederlandsche sche
pen zullen kunnen bevorderen.
Dat het voorstel een bewijs zou zijn, dat
de natuurlijke aanpassing aan de gewijzig
de economische omstandigheden zich in
ons land te traag voltrekt, kan de regeering
niet toegeven. Deze natuurlijke aanpassing
wordt helaas in zeer sterke mate belem
merd door de economische maatregelen van
het buitenland
Het ontwerp mag alleen beschouwd wor
den in het kader eener fiscale tariefpolitiek.
De rcgcering zou het bepaald ongeoorloofd
en in de hoogste mate ongewenscht achten,
indien in het algemeen karakter van onze
tariefpolitiek verandering zou worden ge
bracht, zonder dat daaromtrent te voren
door de Staten-Generaal een beslissing was
genomen.
De regeering heeft er geen bezwaar tegen,
dat in de wet zelf met zoo veel woorden
wordt neergelegd, dat de bevoegdheden van
art. 2 alleen zullen mogen worden gebruikt
in de gevallen, waartoe zij het gebruik van
den aanvang af heeft willen beperken. Een
in dezen zin gewijzigde redactie van het
artikel wordt bij nota van wijziging voorge
steld.
Hij heeft wegens gezondheids
redenen zijn ontslag
aangeboden
Naar de Maasbode verneemt, heeft mr.
T. J. Verschuur, minister van economische
zaken, op medisch advies wegens gezond
heidsredenen aan H. M. de Koningin ont
heffing uit zijn ambt gevraagd.
De aftredende minister studeerde aan de
Utrechtsche universiteit in de rechtswe
tenschappen waarin hij in 1910 promoveer
de. In hetzelfde jaar trad hij op als parle
mentair redacteur van De Maasbode, welke
functie hij bleef vervullen tot 1919. In dat
jaar werd hij benoemd tot voorzitter van
den Raad van Arbeid te Breda.
MINISTER VERSCHUUR.
In 1929, bij het optreden van het kabinet-
■Ruys de Beerenbrouck werd hem het be
heer van het departement van economische
zaken opgedragen. Kon men bij het optre
den van minister Verschuur reeds spreken
van een economische crisis, niemand kon
toen nog bevroeden welk een omvang deze
zou nemen en welke schier bovcnmcnsche-
lijko eischen als gevolg daarvan aan den
minister gesteld zouden worden.
In de eerste plaats waren het de han
delsbelemmeringen, waarvan Nederland de
dupe werd, welke de aandacht van den
minister vroegen.
De toestand op de binnenlandsche ar
beidsmarkt maakte hét noodzakelijk, dat
ook onzerzijds aan den ougebreidelden in
voer in ons land paal en perk werd ge
steld. Verschillende continger.teerlngsmaat-
regelcn moest minister Verschuur nemen
om de eerste belangen van onze industrie
te beschermen. Daarnaast moest ook op
meer directe wijze steun worden verleend.
Een groot aantal steunmaatregelen voor
land- en tuinbouw cn vele aanverwante
bedrijven heeft in den loop van de laatste
jaren het departement van minister Ver
schuur verlaten. Ook de scheepvaart vroeg
om een steunregeling, evenals de haring-
visscherij.
Op internationaal gebied wist minister
Verschuur de clearingovereenkomstcn ge
sloten te krijgen, waardoor althans ecnigs-
zins aan de moeilijkheden bij het beta
lingsverkeer tegemoet gekomen werd. Ook
moge niet onvermeld blijven, dat onder
zijn bewindsperiode het nieuwe Douanever
drag met Duitschland gesloten werd. In
Mei 1933 werd mr. Verschuur opnieuw be
noemd tot minister van economische za
ken, thans in het kabinct-Colijn.
Uit den Haag meldt men ons nog: Mi
nister Verschuur heeft Maandag het zie
kenhuis verlaten, en is per auto naar den
Haag teruggekeerd. Uit de onmiddellijke
omgeving van den minister wordt beves
tigd, dat Zijne Excellentie Maandag zijn
Met de
naar da
Een prachtige rondreis door Holland's
schoone bloemenvelden
voor slechts t 3.— p. p.
Ruime pers. auto's. Betrouwbaar perso
neel. Vraagt inl. bij den ondernemer
G. LENS INK.
Hoogeweg 49.
ontslag aan H. M. da Koningin heeft ver-!
zoclit.
Naar de minister persoonlijk heeft me
degedeeld, is hij gedurende drio weken on
der behandeling geweest van dr. A. Gee-
sink, en een operatie is niet noodig gewor
den. Ofschoon aanvankelijk de ureterstoen
op een afstand van een viertal centimeters
van de blaas verwijderd was, is het door
veelvuldige astoscopische behandeling in
verband met Röntgenologische opnamen
gelukt eerst den steen lager te brengen*
Eindelijk is vandaag dr. Gcesink er in ge
slaagd met instrumenteele middelen een
belangrijk deel van den steen weg te ne
men, waarna op den zelfden dag nog da
rest van den steen is gevolgd.
Op advies van zijn geneesheeren moet
minister Verschuur thans, waar hij door
kolieken en de behandeling zeer vermoeid
is, gedurende geruimen tijd rust nemen.
Wij vernemen in dit verband, dat de
heer Verschuur zich voor herstel van ge
zondheid naar Royat in Frankrijk zal be
geven.
Met revolver in bedwang gehouden
dame begint luid te schreeuwen
Heden middag half 1 i6 een 55-jarige
dame, die eigenaresse is van verschillende
panden en dis in de morgenuren de huren
had opgehaald, in haar woning in de C. P.
Tielestraat door een man overvallen. Nau
welijks binnengekomen werd er gebeld door
een als heer gekleed persoon, waarop de
dame opendeed en deze persoon binnen-»
trad, de deur achter zich sloot en een re
volver op de dame richtend riep: geef hier
het geld! De dame zette het ondanks haar
schrik op een gillen, dat gehoord werd door
een man die zich wat verder in de straat
bevond. Hij spoedde zich naar het pand om
hulp te bieden en trapte de deur in. Hier
door kreeg de aanmnder gelegenheid te
vluchten, waarvan hij d£n ook gebruik ge
maakt heeft. Tijdens de achtervolging heeft
de aanrander den revolver in een passee-
rendc vrachtauto geworpen. Het is tenslotte
gelukt den man aan te houden en naar het
politiebureau in de Voorstraat over te
brengen. Ook de revolver is uit de vracht
auto opgehaald. Deze bleek ongeladen en
defect te zijn.
EEN BERICHT OMTRENT PRINSES
JULIANA.
Pure fantasie.
'sGravenhage, 16 April. In hef
Nieuwsblad van het Noorden komt een
brief uit Belgio voor, waarin in aanslui
ting aan desbetreffende Fransche en Bel
gische berichten beweerd wordt, dat het
jongste bezoek van Z.K.H. den Prins aan
de Koningin-weduwe van België, geen an
der doel zou hebben gehad dan dc voorbe
reiding voor een eventueel© verloving tus
schen Prinses Juliana en Prins Karei van
Vlaanderen.
Bij navraag is ons gebleken, dat deze be
richten op pure fantasie berusten.
Wij zijn tot geluk geboren, zoo wij maar
kloek de hellingen ontvluchten van dc be
geerten.
naar het Engelsch van May Wynne.
HOOFDSTUK VI.
j
Sir Hugh voelt zich bevredigd.
„Waarom zoo ernstig, mistress Marjorie?"
plaagde sir Hugh Ainslie het verstrooide
jonge meisje, dat hem anders zoo afgetrok
ken begroette „Ga je mee in den tuin? Daar
is het koel en prettig en ik heb moeder be
loofd je iets te vragen betreffende enkele
rozen, die bij jou zoo prachtig in bloei
staan".
Tot zijn verbazing schudde Marjorie het
hoofd. Zij was geen plannenmaakster, het
arme kind, zooals haar vriendin Barbara,
cn zc zag er tegen op haar verloofde dc
mededeeling te doen.
Waarom had Bab hen nu niet met rust
kunnen laten in hun liefdesdroom tusschen
de rozen, inplaats van hen beiden in dat
gevaarlijke ondernemen te betrekken, dat
zoo vèrreikend en verschrikkelijk kon we
zen in zijn gevolgen?
Toen hij hoorde, wat zij te zeggen had,
werd hij haast boos.
„Je vertelt mij daar", riep hij verstoord,
„dat on9 geheim is uitgelekt, omdat een
ondeugend meisje zich vernederde tot luis
teren en later tot klikken. Dat zou ik niet
gedacht hebben van mistress Carcroft, die
ik tenminste trouw aan haar koning waan
de".
„Dat is zij ook!" riep Marjorie met een
kleur van ergenis, al schoten haar oogen
dan ook vol tranen. „Zij is de trouwstp uit
heel Engeland!"
„De trouwste?" smaalde Ainslie, „als zij
aan den vijand overbrengt, hetgeen zij op
de oneervolste wijze i6 te weten gekomen?
Dick Morrice mag dan al een aardige
kerel zijn buiten zijn politiek, maar hij is
de boezemvriend van Cotterell cn heeft
nog pas met kracht aangedrongen op eer»
strenge bewaking van dc mannen van dc
koningsgezinde partij".
„Barbara heeft gezegd, dat zij met haar
leven voor hem instond", snikte Marjorie,
„en ik geloof haar. Veroordeel haar niet tc
voorbarig, sir Hugh, want daardoor kon u
wel eens de zaak benadcelcn, die u ten on
rechte meent, dat in gevaar zou verkeeren".
De jonge man stapte onrustig heen en
weer, terwijl allerlei tegenstrijdige gedach
ten in hem opkwamen.
Het geheim had zoo zorgvuldig bewaard
geleken cn nu was het overgeleverd aan
zulk een grillige vrouw en een soldaat, die
al ééns van partij veranderd was.
Dick Morrice was meer dan eens een ge
zellige kameraad geweest bij menige vroo-
lijke partij, ondanks het sobere van zijn
kleeren. Hij was geen huichelaar, die een
tekst wist voor iedere zonde, maar was en
bleef opgewekt in den omgang. Zou het
daarom zoo onmogelijk zijn dat mistress
Barbara het bij het goede eind had? Ainslie
kwam tot staan voor Marjories stoel
nog verbaasd, maar toch ook ccnigszins be
schaamd.
„Ik vraag je vergiffenis", zei hij. „Alleen
groote bezorgdheid voor onze partij deed
mij zoozeer mijzelven vergeten. Had Mor
rice zelf of mistress Carcroft mij liever deze
dingen verteld!"
Marjorie kreeg een erge kleur, toen zij
dacht aan de reden voor Barbara's keuze.
Toch was zij het geheel met hem eens.
„Ja, ik ook!" riep zij. „Ik vind die gehei
men verschrikkelijk en bovendien is het een
roekelooze onderneming. Al zou heel het le
ger van den koning nu ook voor kasteel
Pontefract zijn saamgetrokken, dan zouden
degenen, die daar binnen zijn, het nog uit
lachen! Hoe kunnen nu tien, of laat het zijn
vijftig man, zich voorstellen, dat ze het in
hun macht zullen krijgen?"
„Dit hebben wij ons allen afgevraagd. Met
den besten wil ter wereld lijkt het iets on
mogelijks. Een krijgslist schijnt zelfs hope
loos, waar wij staan tegenover zulk een on
neembare vesting en zulk een scherp toe-
zienden gouverneur. Mijn vrienden zijn er
dan ook gaan wanhopen, eer ze dien laat-
sten slag toebrengen".
„Ja, en toch heeft Barbara een weergaloos
scherp vernuft en een onverzettelijke wils
kracht".
„Dus je stelt de handigheid van deze jon
ge dame nog boven die van mannen als
Brotherton en Langdale? Nu, in ieder geval
zal ik maar naar kolonel Morrice gaan, eer
ik mijn vrienden bijeen roep, om ze voor
verraad tc waarschuwen".
„Ik zal eerlijk toegeven, dat ik het niet
begrijp", antwoordde Marjorie, „maar toch
ben ik zeker, dat Barbara en verraad niet
samengaan!"
„Je weet dan wel haar partij op te ne
men", glimlachte Ainslie, en even vergat hij
zijn zorgen voor het genot van een langen
blik in de blauwe oogen, die hem alle zalig
heid ter wereld beduiden, ,,'t Valt mij hard
om nu te gaan", zuchtte hij, „maar toch mag
ik niet dralen. Morgen kom ik weer en zal
ik je alles vertellen wat er is uitgelekt. Hoe
cok moet ik mistress Barbara dankbaar zijn,
dat ze zulk een recruut aan onze gelederen
heeft toegevoegd".
1-Iij slak haar heide handen toe en genoot
nog een oogenblik van het allerliefste ge
zichtje met dc lange, afhangende krullen
aan weerskanten en, onder het kanten kap
je uit, de kastanjebruine lokjes, die zoo
mooi door het gouden zonlicht beschenen
werden.
Was de liefde niet het schoonste ter we
reld?
Hoe gaarne had hij haar in de armen ge
sloten en haar dit ingefluisterd, maar de
stem van den plicht klonk gebiedend en hij
moest gehoorzamen.
„Morgen", zei hij naijverig, „zullen wij in
den tuin wandelen en van niets dan van on
ze rozen en onszei ven spreken!"
Zij schudde het hoofd:
„Morgen rijdt vader over devennen, om
vrouwe Birloy een bezoek te brengen, en ik
moet mee omdat Janet naar mij gevraagd
heeft".
Dit oponthoud stelde hem teleur.
„Dan zal ik vroeg komen", zei hij, „ter
wijl de dauw nog op het gras ligt en vóór
de rozen haar blaadjes hebbon geopend. Zul
ik je dan vinden liefste dauwnimf?"
Met een blos antwoordde zij:
„Ik pluk altijd een bouquetje vóór het ont
bijt. Dc tuin is nu juist zoo mooi". Haar
oogen schitterden, terwijl ze dit zei. Zeker
zou ze dien nacht droomen van den ochtend
dauw! „En je zult toch niet in gevaar ko
men? Als die Morrice eens een verrader
mocht blijken
Ainslie lachte:
„Hij heeft geen bewijzen tegen ons. Ik
vrees alleen dat onze plannen gedwars-<
boomd worden".
Sir Hugh ging nu allereerst do goede
trouw van Dick Morrice beproeven, en als
het waar was, wat mistress Bab beweerde,
dat Morrice inderdaad bereid zou zijn z'n
verloren plaats in de gelederen van de ko-
ningsgezinden terug te winnen door verraad
van zijn nieuwe bondgenooten, dan was er
toch weer ruimschoots hoop op succes bij
die „onmogelijk gevaarlijke onderneming",
zooals Squire Brotherton ze genoemd had.
Kolonel Morrice was niet thuis, bracht de
butler sir Hugh op de hoogte, maar hij was
nog niet lang weg en was tc voet gegaan.
Maar waar hij heen was, dat wist Timothy
Parker volstrekt niet, ofschoon, als hij zijn
vermoedens luide had durven uitspre
ken, zijn heer dan zeker in het verborgen de
een of andere vrouwspersoon kuste of aan
het dobbelen was, nu niet in zulk heel uit
gelezen gezelschap.
Om hem recht te doen wedervaren, diené
gezegd, dat Dick Morrice zich niet vermaak
te met een van deze min-Puriteinscho tijd-
verdrijven, zooals sir Hugh gelukkig ont
dekte, want, toen hij langs een korten weg
door het park terugkeerde, hoorde hij als
een ware uiting van levenslust een drink
liedje galmen, en even later roepen:
„Wacht maar Roger! Je zult je verdiende
loon hebben, vriendje, als je dicht bij me
komt
(Wordt vervolgd)^