DE BLUF VAN HOOGER HAND KEITJES Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1." Jitsluitend bij voor uitbetaling. ALLES WORDT GEZET OP EEN KAART Een geweldig experiment DE HOUTDUIF ROEPT ARTIS IN LENTEKLEED LENTE-TUIN BRIEVEN UIT BERLIJN Schijnopbloei op de arbeidsmarkt, hopelooze financieele toestand en algemeene volks verarming (Van onzen correspondent). Berlijn, 10 April. Het Nieuwe Duitschland is tot op zekere hoogte een instituut, dat „op hoop van zegen" bestaat. Men zou hier feitelijk het woord „bluf" kunnen gebruiken. Liep men daarbij niet gevaar, al te zeer te general! seercn. Want lang niet alles, wat zich tiier afspeelt, is bluf in de slechte beteekenis van dit begrip gemeend. Veel Is echte va derlandsliefde, echte geestdrift, echte opof feringsgezindheid: wat ook door ons, Ne derlanders, erkend zij, al kunnen we ons waarlijk niet warm maken voor vele uiter lijkheden, die voor de Duitsche mentaliteit nu eenmaal onmisbaar blijken en die ons eerder afstooten dan aantrekken. Wanneer ik dan pok spreek van „bluf' en van „op hoop van zuren" dan bedoel ik daarmee geenszins een geringschatting maar slechts de nuchtere beoordeeling van een systeem. Het Nieuwe Duitschland heeft, naar de duizendvoudig herhaalde bittere verzeke ring bij uonde van zijn eigen leiders, van de „republiek van Weimar" een „vret-se Ujke erfenis overgenomen. Een rijk, dat mo reel en financieel te gronde gericht was en dat op het punt stond, een prooi van het communisme te worden. Nemen we een oogenblik aan, dat deze beweging in alle opzichten juist is, dan komen we vanzelf tot de conclusie, dat een duslanig verzwakte staat allesbehalve voor nieuwe experim'en ten die natuurlijk veer milüarden versiin den moesten, geschikt kon zijn, en dat 6lechts een systeem van uiterste spaarzaam heid de slechts ten deele geslaagde p-»gin gen in deze richtip«r van vorige staatsleiders mocht afwisselen, wilde men niet van toe nemende ontwrichting dan wel van., bluf 6preken. Bluf in de beteekenis van: de kruik gaat zoolang te water... Bezien we de feiten. Het nieuwe régime heeft den vorm van den dictatuur aangenomen, heeft parlemen ten en pers een muilkorf omgehangen, ge vangenis en concentratiekamp als bedrei ging gesteld op elke critische uitlating, elk ongewenscht woord, elke schampere beoor deeling. Het heeft niet alleen elke critiek den mond gesnoerd, maar ook elke contróle on mogelijk gemaakt. Met het bekende gevolg, dat men thans goed noch slecht meer ge looft, geen vertrouwen in de courant meer heeft, op de verzekeringen der regeerenden evenmin meer ingaat, als op de in het bui tenland afgedrukte cn in het binnenlAnd van mond tot mond verder gefluisterde af brekende verzekeringen En evenmin den moed heeft tot de conclusie, dat ook hier als in normale gevallen, do waarheid wel in het midden zal liggen. De nieuwe dictatoriale heerschers en hier begint de eerste bluf zijn van het idee uitgegaan, dat men hervormingen van grooten, ja van rcvolutionnairen omvang, 6lechts kan doorzetten, indien althans een georganiseerde volkseenheid gedecreteerd wordt (in de „hoop >p zegen", dat deze op den duur. door harde lossen en wijze erva ring, wel in een evolutionnaire organische eenheid, die geen dwang meer noodig hooft zal overgaan). Het is interessant waar te nemen, of dit recept zijn deugdelijkheid he wezen heeft, zelfs onder de uiterst gunsti ge omstandigheid, dat het experiment hier gewaagd wordt met een volk. dat in kern en karakter een groote geneigdheid bezit, :ich te laten commandeeren en een sterk bewind blindelings te gehoorzamen. Men zal, nie! zonder recht, op het standpunt staan, dat het oogenblik /oor zulke conclusies not? lang niet gekomen is. Voor een eindconclu sic niet, toegegeven. Rijkskanselier Hitler de idealist, die in de overtuigirg leeft, dat men slechts behoeft te willen om te berci ken. heeft oorspronkelijk vier jaren gedul 1 geéischt en is *hans na een jaar practis »-e ervaring, er reeds toe overgegaan zie /ijn interview met Associated P»*ess - om ^an die vier jaren er acht te maken. Het «*aat dus niet aan, hem reeds na veertien maan den aan een uiteindelijk oordeel te onder werpen. Maar er zijn reeds zoovele verschijnselen die wijzen, welken v eg het uitgaat' Maandelijks Sierven kranten van nationa le en zelfs internationale reputatie. Om bij Berlijn te blijven- „Tempo" de „Vossis„ Zeitung" do „Deutsche Tageszeitung"., beide laatstgenoemde factoren van beteeKe- nis in de vroegere Duitsche politiek. Alles wat niet 100% gehoorzaamheid bewijst, is na korter of Jangeren tijd ten doode ooge schreven. Waar zich onrust en onzekerh-id. verzet en verontwaardiging in de pers met meer uiten kunnen, vinden ze een uitv eg langs protestantsche en r.kalholieke kan seis, waar nog staatsburgers staan, die niet door egoïstisch materieele remmen zwij gend, dulden boven een martelaarslot verkie zen en moedig de niet altijd ongevaarlijke consequenties afwachen. De bluf van lioogerhand ligt in de hypo these, dat men slechts behoeft te volharden in het wel zeei eenvoudig axioma, dat men onder alle omstandigheden gelijk heeft, ook waar men zich vergist (het woord is van minister Góbbels). om op den duur de hete rogeenste massa tot een staalhard blok te smeden, dat inen slechts behoeft te herh een om ten slotte te overtuigen, en dat over schreeuwen op den ,'uur het klagen en aan klagen doet verstommen Natuurlijk denkt men ook wel aan de mogelijkheid, dat de zwijgende oppositie binnen en de luide te gen werking buiten de grenzen aan het -»'nd van het spel betere kaarten zal blijken te hebben. Maar men zet alles op bluf; ik her haal het. een bluf die bij de goede elnnen ten slechts uit edele drijfveeren gesproten is cn stchts in gloeiend patriottisme kracht put: maar des ondanks: blut Intusschcn maakt men zich in eigen land 'net eiken dag meer vijanden, terwijl men toch het eerlijke st. everi tieeft, zoo moge> jk gansch het volk als vriend te winnen. Die vijandschap uit zich op honderd en Jiter manieren. Men kan jonge mannen ontmoe ten, die ij acht en -ieer jaren tot die enor me organisatie der S.S. en S.A. behooren alles met „de beweging" hebben doorve maakt, en nu zuchtend verklaren, dat ze er meer dan genoeg 'an hebben en als 't eenigszins mogelijk is, zelden meer in a' bruine uniform der nieuwe eere-slaalsour gors verschijnen, men kan met arbeiders spreken, die eerlijk opbiechten, dat ze wel iswaar nog nimmer zoozeer in het zonnetje gezet zijn als na 30 Januari 1933 in Duitsrh land, maar dat al die eer hun veel meer fi nnncieele en andere offers kost dan vroeger het christelijke of het roode vakvereoni gingswezen, en dat ze niet inzien, waarom ze tot vermoeienis toe altijd maar weer moe ten defilepren, stoffage vormen voor enor me volksmeetings en ten slotte niets anders constatceren, dan dat ze een deel van hun werk en hun inkomsten volgens hei reeds onder dr. Brüning ingeleide stelsel der ,Arbeilsstreckung' moeten afstaan ter wille van honderdduizenden en millioenen werkloozen, die door dit systeem, dat alweer bluf te noemen ware, thans op de lijst der regeeringssuccessen als „niet meer werk loos" te boek staan. Waarin zit de bluf? Naar onze meening in de op zichzelf alweer goedgemeende hypo these. dat men, op welke wijze dan ook, het enorme cijfer der werkloozen naar beneden moet drukken, ook wanneer daartoe feite lijk noch kapitaal noch productief werk noch werkelijke vraag naar arbeidskrachten ter beschikking staaL Men vei mindert de werkloosheid in »en zekere categorie van !.ndustrie en handel, cn vermeerdert de armoede in andere cateco rieön. Men laat meer mcnschen werken wat ontegenzeggelijk van groote moreele beteekenis is - maar vermindert automa tisch levensstandaard en koopkracht \an het geheel. Men verschaft werk. dat mis schien nooit hoogstens eerst na lange jaren productief zal "-lijken te zijn, en betaalt d;t werk met teeningen bij zich zelf. zonder eenige zekerheid te hebben, dat men zal kunnen aflossen. Tenzij, .ncn door bluf alleen over allo moeilijkheden heenkomt Men leent vijf milliard bij de spaarkassen cn weet heden nog niet hoe men na vier jaren zal kun*.en terugbetalen, waarvo. men dan ook voor alle zekerheid er 'oor zorgt, dat de niet-ingewijde dezen post in de boeken niet ontdekken kan. Mon brengt vele honderdduizenden jonge menschen in de S.A. onder en irekt op de begrooting een nieuwen post van niet minder dan 250 ruil lioen voor deze ongewapende soldaten des- vredes uit (de niet zeer sterke „vrijwillige arbeidsdienst" is hierin begrepen) en zet dan maar weer alles op de blufkaart. dat bet buitenland in het nieuwe beginsel van uiter sta spaarzaamheid blindelings gelooven zal Waarin zit de bluf Men huldigt een stel sel, dat men autarkie noemt, een soort prin cipieel protectionisme, welks uiterste conse quentie is, dant het eigen land alles moei kunnen producceren, wat het in tij den van oorlog noodig heeft. En men zet op de bluf kaart, dat de buitenlandsche schu deischer desondanks zal voortgaan Duitschland alles af te koopen, wat het kwijt wil zijn, zonder tegenprestatie, alleen maar om te zorgen, dat Duitschland uit het overschot van pen actieve handelsbalans in buitenlandsche geldswaarden zijn oorlogsschulden zal albe talen. Met het thans reeds zichtbaar resul taat, dat het Nieuwe Duitschland op bet terrein van den internationalen ruilhandel vastgeloopen is Maar men 'aat de pers ge hoorzaam afdrukken, dat een uitweg gevon den zal wordei en dat er geen reden tot ongerustheid bestaat. Dit zijn slechts enkele voorbeelden De wrijving met do r. katholieke gee*te lijkheid en de Actio !atolica heeft r ;eds zoo dreigende vormen aangenomen, dat do Pau zich lot een geharnast protest en een soli dariteitsverklaring met db Duitsche Katho lieke Jeugdbonden gedwongen heeft gezien Maar intusschen gaat de nationaal sodalis tische partij voort, een zoo sterken druk op deze bonden uit te oefenen, dal reeds tien duizenden van deze jonge r. katholieken, naar zij openlijk bekennen uit vre.-».s voor represaille en emoeilijking in hun particu i re leven, naar de meer dan zes millioenen inniores sterke Hitler-Jeugd zijn overgeioo pen en dagelijks nieuwe volgen. Wat alweer het aanzwellen van het viji ndelijk front met talrijke r.-katholieke volwassenen en de hen voorgaande geestelijkheid ten ge <»|ge lied' En dar. spreken we nog niet van de taaie oppositie der dominees van den „PfarrerNotbund", die eerder aangroeit dan afneemt. „Woudduiven koerden met hun diepe stemmen uit de donkere pijnboomen in een taal, die ouder is dan allen mensehelijke schriftuur", schrijft Mary Webb in een van haar vele prachtige natuurbeschrijvin gen van haar fijnzinnigen Engelschen ro man De Vos duikt weg. Met de woudduiven zijn dan de bekende forsche vogels, de roe pers in deze lentedagen bedoeld, die we gewoonlijk met den naam die hierboven staat houtduiven noemen. Woodgrigion zeggen de Engelsche en letterlijk vertaald kan dat zoowel woud als houtduif heeten. Maar houtduif is meer de officieele naam. Het gekocr der duiven behoort met het lied der merels, de leeuwerikkcnzang, de kievitsroep en het getwinkel der meezen tot de meest bekende en ze^r algemeene. maar toch altijd weer diep bekorende voor- jaarsgcluiden. En de stoere blauwgrijze vo gels zelf, met naast de hoofdtoon van blauw grijs verschillende andere kleur- en glans variaties in hun kleed en een sierlijk© wit ten halsband dragend, zijn ze een van de meest interessante en aangename verschij ningen in bosch en veld, in park en tuin, langs de grachten en de wegen. Do hout duif is een zeer algemeene broedvogel in ons land, die ook in de duinen en tot mid den in de steden is te vinden. Langs de Am- sterdamsche grachten bijvoorbeeld kan men den opvallenden vogel geregeld aantreffen en ieder die het pittoresk© binnenplein aan de Oudemanhuispoort van de Amsterdam- sche Universiteit kent zal naast het welbe kende Minervabeeld zich ook het geroekoo der houtduiven in de kastanjeboomen her inneren. O alte Burschen-herrlichkeit, Wo- hin bist du entschwunden? Helaas heeft dezo mooie en boeiende vo- gelverschijning, die in de steden, waar bet vogelleven volstrekt niet zoo arm is als wel eens ten onrechte vcrondcrdsteld wordt door ieder gaarne welkom zal worden ge- hecten, buiten nog al eens bestrijding te wachten. Als ik voor de zekerheid in een van mijn vogelboeken nog eens precies na sla waarvan de houtduiven zooal leven dan schrijft Strijbos dat hun voedsel voorname lijk plantaardig is en uit zaden, peulvruch ten en eikels bestaat, maar ook wel uit poppen, rupsen en insecten. Gemengd nut tig en schadelijk zal onmiddellijk dus de conclusie zijn van hen, die direct met de zen graadmeter gereedstaat. En in dat peulvruchten zit hem dan de kneep. Hun belustheid daarop komt jammer genoeg den vogels wel eens op een doodelijk ge weerschot te staan. Gelukkig staat daar hun nut als insecteneter tegenover, zoodat de verstandige buitenman de houtduif die in het landschapsbeeld zulk een waardevol le factor vormt om verschillende redenen gaarne sparen zal. Mij is dc vogel met zijn diepe stem „roe pend in een taal die ouder is dan alle men sehelijke schriftuur" zeer lief. Onder de vele geluiden van den vroegen Aprilschen morgen, langs den Midlumerweg. deel nu via den afsluitdijk van den grooten druk ken verkeersweg FrieslandNoord-Holland waarin autogeraas en claxon getoeter de schelste en onsympathiekste klanken vor- De bluf zit 'm daarin, dat de overheid en de alleen toegelaten partij met groot gebaar overgaan tot de orde vun den dag, in de werkelijke dan wel gespeelde overtuiging, dat „alles sal reg kom", als men maar voet bij stuk boudt. Op deze kaart wordt alles gezet, en de kaart heet „eenheid." Of, om oen ander woord te gebruiken, zoowel letter lijk als figuurlijk „uniform." Want de uni form, in honderd variaties, die nu door zeker tien millioen Duitschers met trots en over tuiging gedragen wo»*dt, is teekenend voor de geheele ontwikkeling. Waarop zal dit alles uitloopen? Zal met Duitschland een wonder geschie den cn zal achter dit décor van Potemkin ten slotte een werkelijk nieuw Rijk in kracht en heerlijkheid worden opgebouwd Of zal deze bluf, waarmede het project van idealis ten, die enelle uiterlijke successen noodig hebben, naar ons inzicht begonnen is, op een ineenstorting uitloopen. die thans reeds door Duitschlands vijanden cn door zijn roode emigranten in alle bijzonderheden wordt afgeschilderd Voorloopig zien we op de debetzijde slechts veel toewijding, veel blind geloof dat ook hier bergen verzet), veel hoop op zegen, veel enorme arbeidsprestatie, veel vaderlandsliefde maar daartegenover al te veel bluf, een schijn opbloei op de arbuds markt, een hopelooze financieele situatie en een algemeene volksverarming, die op den duur niet verborgen zal kunnen blijven Het is een geweldig experiment, dat onze oostelijke buren hebben aangedurfd. Wij gelooven niet in het succes al gunnen wij het hun, nu eens afgezien van elke poli tieke overweging, als medcmenschen. ROLAND. men, twinkelt een fijne meezentoon in een van de vele boomen en struiken rondom ons huis. En de merel roept hoog in een van de purperen iepekruinen, terwijl de kraaien uit den Engelschen tuin zich aldoor hoo ien laten. Straks zal iets van den Koekoeksroep uit de boomgaarden langs den Schapendijk naar hier doordringen en pittige vinken slag zal niet ontbreken. Maar een van de meest opvallende en verkwikkende gelui den is het gekoer van de houtduif, zijn roep van liefde in de nog bladerlooze iepe- takken, waarover alleen nog de roodbruine bloei een waas van gloedvolle lenteschoon heid legt. De houtduif roept Dat is een van de vele, ontelbaar vele vreugden van April, een van de onmisbare klanken in het steeds meer aanzwellend voorjaarskoor, dat opnieuw over de door zorgen, druk en dreiging verduisterde aar de opklinkt als een boodschap van een har- monieuser wereld. De knoppen breken en de houtduif roept... A. L. B. Een week toegang tegen lageren prijs tevens tot de Natuurhistorische* tentoonstelling Men schrijft ons uit Amsterdam. Zelden bracht het prille voorjaar in den tuin van Artis. met zijn vele mooie oude boomen gelijktijdig zoo'n schat van bloe men, bloesem en teer, frisch jong groen als dezer dagen het geval is. De zware oude Magnolia's torsen hoele vrachten der groote, massieve, prachtig gebouwde bloemen; overal langs heester- groenen en in gazons bloeien Narcissen; oedden met Hyacinthen en andere met tul pen zijn tegelijk in bloei gekomen; nog weer audcre prii-kcn met viooltjes of Pri mula's. Ook do gewone Rhododendron bloeit reeds, terwijl hier en daar in dc frisch ;iocnc gazons een heerlijk bloeiende Japan- *che troskers evenzeer het oog verrukt als !it tclkonjare weer het geval is met het amandelboompje, dat met zijn teere bloesem zoo wonderlijk mooi uitkomt tegen den achtergrond, die gevormd wordt door het Minangkabausche huis. Van dc vele aanwinsten waarmede de le vende have van „Artis" gedurende den uatsten tiicl. zoowel door schenkingen als door geboorten verrijkt werd. mogen zeker in de eerste plaats negen kolibri's genoemd worden, het Genootschap geschonken door den heer J. Diepgrond. Een buitengewoon fraai, levendig en in teressant schouwspel is het, wanneer deze ininiatuurvogeltjes met uiterst snel trillen Ie vleugeltjes (50 vleugelslagen per secon ie) in de ucht stilstaan en m£t hun fijne long, die zeer ver uitgestoken kan worden, het met water verdunde mengsel van ho ning, gecondenseerde melk, Mellin's food, De boom van mijn allerhoogste bewonde ring tooit zich weer met den schoonen Ja- panschen tooverbloesem. dan gaat er een kleurenfeest geboren worden In de zachto en heel zoele, bijitans drukkende, zomer warmte van dezen Aprildag valt het licht in den tuin uit klaren aquarelblauwen he mel. dio slechts met enkele lichtere en don kerder wolken is beplekt. Een sprookjes- tuin is het, te midden van gebouwen, waarin de cultuur hoogtij viert; die ligt in het centrum van hPt stadsgewoel, dat men nabij weet, doch waar tevens een rust en stilte heerschen, die door geen mcnschen- stem worden verstoord Slechts hoog op de nok van een dak zit welbewust een merel, zonbeglansd, zijn hoogste lied te zingen. Mijn blik rust op glanzend bruin, hoog opgaand breed struikewas dat van zonlicht wordt doorzeefd. Door roze en lila cocar- den wordt de edele toon kenbaar, die na enkele dagen den boom als een louter sprookje zal doen opbloeien. Reeds zweeft er een enkele vroege vlin- den overheen. Maar okergeel, diep onder 't brlllante bruin der Japansche kers ver scholen, praalt vèr in zijn bloeitijd, maar toch nog jeugdig en fri9ch het klingelend Chineesch klokje. Hier is de werkelijke blik in het heden; hier zien wij als in het verre Onsten: trotsche heersching van den eenen stam over den anderen. In do verte nadert het brommend ge zoem van een vliegtuig.... Groen in alle mogelijke schakeeringen vormt van deze fraaie, kleurrijke en stijl volle heester den st'llen ondergrond, waar op elegante tulpen en kleurige hyacinthen gegroepeerd staan: boden der prille lente. Van verre koketteert een magnolia met haar ontluikende porceleinen bloembladen. En in de droge, warme aarde koesteren zich. vleugclkleppcrend, de stoeiende vogels in de zalige voorjaarswarmte. K. A. R. vleeschextract en gewone suiker uit de speciaal voor hen vervaardigde voedings- lleschjes opzuigen, waarbij, indien het licht op de juisto wijze gereflecteerd wordt, hunne veeren, fonkelend als edelsteenen, de prachtigste weerschijnkleuren te zien geven. Op het groote leeuwenterras zijn niet minder dan vier leeuwinnen met een groo ten leeuw tezamen gebracht; in den achter tuin dartelt een jong koekalfje, welks var der een wisentstier, welk9 moeder een bastaard is van de Europeesche wisent en den Amerikaanschen bison. Ook de reeds zoo talrijke tijgerverzamo- ling werd weer vermeerderd met een fraaie Sumatraansche tijgerin, geschenk van don heer J. H. Bitters te Medan. In den laatstcn tijd komt, vooral ook in verband met cle ongunstige tijdsomstandig heden, telkens weer de vraag naar voren, of hot mogelijk zou zijn. den entrée-prijs van „Artis" te verlagen. Nu heeft do erva ring opgedaan in zeer veel zoölogische tui nen van Europa zonder uitzondering ge leerd, dat een verlaging van den entrée-prijs bijna steeds een vermindering van inkom sten met zich brengt Met andere woorden de toename van het aantal bezoekers ten gevolge van een entrée-prijs verlaging is in het algemeen niet zoo groot, dat deze ver laging daandoor ook maar juist goedge maakt wordt. Bovendien kan „Ariis" zich onder de huidige moeilijke tijdsomstandig heden niet goed wagen aan experimenten, die een vermindering van inkomsten zou den kunnen opleveron. Toch werd verleden najaar, toen „Artis" in September en begin October op eenige Zondagen tegen den entrée-prijs van slechts 0.50 per persoon toegankelijk gesteld werd, dit experiment met eenig succes bekroond. Vandaar dat hot Bestuur van „Artis" beslo ten heeft wederom in deze een proef te wa gen en wel van Zaterdag 21 tot en met Zondag 29 dezer, d.w.z. gedurende alle dagen waarop de, door dc Afdeeling Amsterdam der Nederlandsche Natuurhistorische Ver- ceniging in Artis te houden „Groote Natuur historische Tentoonstelling op Geographi- schen Grondslag" geopend zal zijn Gedu rende deze negen dagen zal men dus tegen een entree-prijs van slechts 0.50 per per soon niet alleen Artis, maar, zonder verder iets bij te betalen, ook genoemde tentoon stelling kunnen bezoeken. Het zij ons vergund het publiek met nadruk to verzoeken zooveel mogelijk van de hier geboden gelegenheid gebruik te maken. Immprs alleen indien deze proef slaagt zal getracht kunnen worden, de entrée-prijs van Artis vaker op bepaalde lagen of gedurende bepaalde perioden te verlagen, waarmede dan een stap gedaan zou zijn in de richting van het streven van het Genootschep naar een zoo groot moge lijk bezoek tegen een zoo l^ag mogelijken entrée-prijs.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13