DE BLUF VAN
HOOGER HAND
KEITJES
Als de zaak rust
werkt de
ADVERTENTIE
3 x plaatsen
voor f 1."
Jitsluitend bij voor
uitbetaling.
ALLES WORDT GEZET
OP EEN KAART
Een geweldig experiment
DE HOUTDUIF ROEPT
ARTIS IN LENTEKLEED
LENTE-TUIN
BRIEVEN UIT BERLIJN
Schijnopbloei op de arbeidsmarkt,
hopelooze financieele toestand
en algemeene volks
verarming
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 10 April.
Het Nieuwe Duitschland is tot op zekere
hoogte een instituut, dat „op hoop van
zegen" bestaat. Men zou hier feitelijk het
woord „bluf" kunnen gebruiken. Liep men
daarbij niet gevaar, al te zeer te general!
seercn. Want lang niet alles, wat zich tiier
afspeelt, is bluf in de slechte beteekenis
van dit begrip gemeend. Veel Is echte va
derlandsliefde, echte geestdrift, echte opof
feringsgezindheid: wat ook door ons, Ne
derlanders, erkend zij, al kunnen we ons
waarlijk niet warm maken voor vele uiter
lijkheden, die voor de Duitsche mentaliteit
nu eenmaal onmisbaar blijken en die ons
eerder afstooten dan aantrekken.
Wanneer ik dan pok spreek van „bluf' en
van „op hoop van zuren" dan bedoel ik
daarmee geenszins een geringschatting
maar slechts de nuchtere beoordeeling van
een systeem.
Het Nieuwe Duitschland heeft, naar de
duizendvoudig herhaalde bittere verzeke
ring bij uonde van zijn eigen leiders, van
de „republiek van Weimar" een „vret-se
Ujke erfenis overgenomen. Een rijk, dat mo
reel en financieel te gronde gericht was en
dat op het punt stond, een prooi van het
communisme te worden. Nemen we een
oogenblik aan, dat deze beweging in alle
opzichten juist is, dan komen we vanzelf tot
de conclusie, dat een duslanig verzwakte
staat allesbehalve voor nieuwe experim'en
ten die natuurlijk veer milüarden versiin
den moesten, geschikt kon zijn, en dat
6lechts een systeem van uiterste spaarzaam
heid de slechts ten deele geslaagde p-»gin
gen in deze richtip«r van vorige staatsleiders
mocht afwisselen, wilde men niet van toe
nemende ontwrichting dan wel van., bluf
6preken. Bluf in de beteekenis van: de kruik
gaat zoolang te water...
Bezien we de feiten.
Het nieuwe régime heeft den vorm van
den dictatuur aangenomen, heeft parlemen
ten en pers een muilkorf omgehangen, ge
vangenis en concentratiekamp als bedrei
ging gesteld op elke critische uitlating, elk
ongewenscht woord, elke schampere beoor
deeling. Het heeft niet alleen elke critiek den
mond gesnoerd, maar ook elke contróle on
mogelijk gemaakt. Met het bekende gevolg,
dat men thans goed noch slecht meer ge
looft, geen vertrouwen in de courant meer
heeft, op de verzekeringen der regeerenden
evenmin meer ingaat, als op de in het bui
tenland afgedrukte cn in het binnenlAnd
van mond tot mond verder gefluisterde af
brekende verzekeringen En evenmin den
moed heeft tot de conclusie, dat ook hier
als in normale gevallen, do waarheid wel
in het midden zal liggen.
De nieuwe dictatoriale heerschers en
hier begint de eerste bluf zijn van het
idee uitgegaan, dat men hervormingen van
grooten, ja van rcvolutionnairen omvang,
6lechts kan doorzetten, indien althans een
georganiseerde volkseenheid gedecreteerd
wordt (in de „hoop >p zegen", dat deze op
den duur. door harde lossen en wijze erva
ring, wel in een evolutionnaire organische
eenheid, die geen dwang meer noodig hooft
zal overgaan). Het is interessant waar te
nemen, of dit recept zijn deugdelijkheid he
wezen heeft, zelfs onder de uiterst gunsti
ge omstandigheid, dat het experiment hier
gewaagd wordt met een volk. dat in kern en
karakter een groote geneigdheid bezit, :ich
te laten commandeeren en een sterk bewind
blindelings te gehoorzamen. Men zal, nie!
zonder recht, op het standpunt staan, dat
het oogenblik /oor zulke conclusies not?
lang niet gekomen is. Voor een eindconclu
sic niet, toegegeven. Rijkskanselier Hitler
de idealist, die in de overtuigirg leeft, dat
men slechts behoeft te willen om te berci
ken. heeft oorspronkelijk vier jaren gedul 1
geéischt en is *hans na een jaar practis »-e
ervaring, er reeds toe overgegaan zie /ijn
interview met Associated P»*ess - om ^an
die vier jaren er acht te maken. Het «*aat
dus niet aan, hem reeds na veertien maan
den aan een uiteindelijk oordeel te onder
werpen.
Maar er zijn reeds zoovele verschijnselen
die wijzen, welken v eg het uitgaat'
Maandelijks Sierven kranten van nationa
le en zelfs internationale reputatie. Om bij
Berlijn te blijven- „Tempo" de „Vossis„
Zeitung" do „Deutsche Tageszeitung".,
beide laatstgenoemde factoren van beteeKe-
nis in de vroegere Duitsche politiek. Alles
wat niet 100% gehoorzaamheid bewijst, is
na korter of Jangeren tijd ten doode ooge
schreven. Waar zich onrust en onzekerh-id.
verzet en verontwaardiging in de pers met
meer uiten kunnen, vinden ze een uitv eg
langs protestantsche en r.kalholieke kan
seis, waar nog staatsburgers staan, die niet
door egoïstisch materieele remmen zwij
gend, dulden boven een martelaarslot verkie
zen en moedig de niet altijd ongevaarlijke
consequenties afwachen.
De bluf van lioogerhand ligt in de hypo
these, dat men slechts behoeft te volharden
in het wel zeei eenvoudig axioma, dat men
onder alle omstandigheden gelijk heeft, ook
waar men zich vergist (het woord is van
minister Góbbels). om op den duur de hete
rogeenste massa tot een staalhard blok te
smeden, dat inen slechts behoeft te herh een
om ten slotte te overtuigen, en dat over
schreeuwen op den ,'uur het klagen en aan
klagen doet verstommen Natuurlijk denkt
men ook wel aan de mogelijkheid, dat de
zwijgende oppositie binnen en de luide te
gen werking buiten de grenzen aan het -»'nd
van het spel betere kaarten zal blijken te
hebben. Maar men zet alles op bluf; ik her
haal het. een bluf die bij de goede elnnen
ten slechts uit edele drijfveeren gesproten
is cn stchts in gloeiend patriottisme kracht
put: maar des ondanks: blut
Intusschcn maakt men zich in eigen land
'net eiken dag meer vijanden, terwijl men
toch het eerlijke st. everi tieeft, zoo moge> jk
gansch het volk als vriend te winnen. Die
vijandschap uit zich op honderd en Jiter
manieren. Men kan jonge mannen ontmoe
ten, die ij acht en -ieer jaren tot die enor
me organisatie der S.S. en S.A. behooren
alles met „de beweging" hebben doorve
maakt, en nu zuchtend verklaren, dat ze er
meer dan genoeg 'an hebben en als 't
eenigszins mogelijk is, zelden meer in a'
bruine uniform der nieuwe eere-slaalsour
gors verschijnen, men kan met arbeiders
spreken, die eerlijk opbiechten, dat ze wel
iswaar nog nimmer zoozeer in het zonnetje
gezet zijn als na 30 Januari 1933 in Duitsrh
land, maar dat al die eer hun veel meer fi
nnncieele en andere offers kost dan vroeger
het christelijke of het roode vakvereoni
gingswezen, en dat ze niet inzien, waarom
ze tot vermoeienis toe altijd maar weer moe
ten defilepren, stoffage vormen voor enor
me volksmeetings en ten slotte niets anders
constatceren, dan dat ze een deel van hun
werk en hun inkomsten volgens hei reeds
onder dr. Brüning ingeleide stelsel der
,Arbeilsstreckung' moeten afstaan ter
wille van honderdduizenden en millioenen
werkloozen, die door dit systeem, dat alweer
bluf te noemen ware, thans op de lijst der
regeeringssuccessen als „niet meer werk
loos" te boek staan.
Waarin zit de bluf? Naar onze meening
in de op zichzelf alweer goedgemeende hypo
these. dat men, op welke wijze dan ook, het
enorme cijfer der werkloozen naar beneden
moet drukken, ook wanneer daartoe feite
lijk noch kapitaal noch productief werk
noch werkelijke vraag naar arbeidskrachten
ter beschikking staaL
Men vei mindert de werkloosheid in »en
zekere categorie van !.ndustrie en handel, cn
vermeerdert de armoede in andere cateco
rieön. Men laat meer mcnschen werken
wat ontegenzeggelijk van groote moreele
beteekenis is - maar vermindert automa
tisch levensstandaard en koopkracht \an
het geheel. Men verschaft werk. dat mis
schien nooit hoogstens eerst na lange jaren
productief zal "-lijken te zijn, en betaalt d;t
werk met teeningen bij zich zelf. zonder
eenige zekerheid te hebben, dat men zal
kunnen aflossen. Tenzij, .ncn door bluf
alleen over allo moeilijkheden heenkomt
Men leent vijf milliard bij de spaarkassen
cn weet heden nog niet hoe men na vier
jaren zal kun*.en terugbetalen, waarvo.
men dan ook voor alle zekerheid er 'oor
zorgt, dat de niet-ingewijde dezen post in de
boeken niet ontdekken kan. Mon brengt vele
honderdduizenden jonge menschen in de
S.A. onder en irekt op de begrooting een
nieuwen post van niet minder dan 250 ruil
lioen voor deze ongewapende soldaten des-
vredes uit (de niet zeer sterke „vrijwillige
arbeidsdienst" is hierin begrepen) en zet dan
maar weer alles op de blufkaart. dat bet
buitenland in het nieuwe beginsel van uiter
sta spaarzaamheid blindelings gelooven
zal
Waarin zit de bluf Men huldigt een stel
sel, dat men autarkie noemt, een soort prin
cipieel protectionisme, welks uiterste conse
quentie is, dant het eigen land alles moei
kunnen producceren, wat het in tij den van
oorlog noodig heeft. En men zet op de bluf
kaart, dat de buitenlandsche schu deischer
desondanks zal voortgaan Duitschland alles
af te koopen, wat het kwijt wil zijn, zonder
tegenprestatie, alleen maar om te zorgen,
dat Duitschland uit het overschot van pen
actieve handelsbalans in buitenlandsche
geldswaarden zijn oorlogsschulden zal albe
talen. Met het thans reeds zichtbaar resul
taat, dat het Nieuwe Duitschland op bet
terrein van den internationalen ruilhandel
vastgeloopen is Maar men 'aat de pers ge
hoorzaam afdrukken, dat een uitweg gevon
den zal wordei en dat er geen reden tot
ongerustheid bestaat.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden
De wrijving met do r. katholieke gee*te
lijkheid en de Actio !atolica heeft r ;eds zoo
dreigende vormen aangenomen, dat do Pau
zich lot een geharnast protest en een soli
dariteitsverklaring met db Duitsche Katho
lieke Jeugdbonden gedwongen heeft gezien
Maar intusschen gaat de nationaal sodalis
tische partij voort, een zoo sterken druk op
deze bonden uit te oefenen, dal reeds tien
duizenden van deze jonge r. katholieken,
naar zij openlijk bekennen uit vre.-».s voor
represaille en emoeilijking in hun particu
i re leven, naar de meer dan zes millioenen
inniores sterke Hitler-Jeugd zijn overgeioo
pen en dagelijks nieuwe volgen. Wat alweer
het aanzwellen van het viji ndelijk front met
talrijke r.-katholieke volwassenen en
de hen voorgaande geestelijkheid ten ge
<»|ge lied' En dar. spreken we nog niet
van de taaie oppositie der dominees van
den „PfarrerNotbund", die eerder aangroeit
dan afneemt.
„Woudduiven koerden met hun diepe
stemmen uit de donkere pijnboomen in een
taal, die ouder is dan allen mensehelijke
schriftuur", schrijft Mary Webb in een
van haar vele prachtige natuurbeschrijvin
gen van haar fijnzinnigen Engelschen ro
man De Vos duikt weg. Met de woudduiven
zijn dan de bekende forsche vogels, de roe
pers in deze lentedagen bedoeld, die we
gewoonlijk met den naam die hierboven
staat houtduiven noemen. Woodgrigion
zeggen de Engelsche en letterlijk vertaald
kan dat zoowel woud als houtduif heeten.
Maar houtduif is meer de officieele naam.
Het gekocr der duiven behoort met het
lied der merels, de leeuwerikkcnzang, de
kievitsroep en het getwinkel der meezen
tot de meest bekende en ze^r algemeene.
maar toch altijd weer diep bekorende voor-
jaarsgcluiden. En de stoere blauwgrijze vo
gels zelf, met naast de hoofdtoon van blauw
grijs verschillende andere kleur- en glans
variaties in hun kleed en een sierlijk© wit
ten halsband dragend, zijn ze een van de
meest interessante en aangename verschij
ningen in bosch en veld, in park en tuin,
langs de grachten en de wegen. Do hout
duif is een zeer algemeene broedvogel in
ons land, die ook in de duinen en tot mid
den in de steden is te vinden. Langs de Am-
sterdamsche grachten bijvoorbeeld kan men
den opvallenden vogel geregeld aantreffen
en ieder die het pittoresk© binnenplein aan
de Oudemanhuispoort van de Amsterdam-
sche Universiteit kent zal naast het welbe
kende Minervabeeld zich ook het geroekoo
der houtduiven in de kastanjeboomen her
inneren. O alte Burschen-herrlichkeit, Wo-
hin bist du entschwunden?
Helaas heeft dezo mooie en boeiende vo-
gelverschijning, die in de steden, waar bet
vogelleven volstrekt niet zoo arm is als
wel eens ten onrechte vcrondcrdsteld wordt
door ieder gaarne welkom zal worden ge-
hecten, buiten nog al eens bestrijding te
wachten. Als ik voor de zekerheid in een
van mijn vogelboeken nog eens precies na
sla waarvan de houtduiven zooal leven dan
schrijft Strijbos dat hun voedsel voorname
lijk plantaardig is en uit zaden, peulvruch
ten en eikels bestaat, maar ook wel uit
poppen, rupsen en insecten. Gemengd nut
tig en schadelijk zal onmiddellijk dus de
conclusie zijn van hen, die direct met de
zen graadmeter gereedstaat. En in dat
peulvruchten zit hem dan de kneep. Hun
belustheid daarop komt jammer genoeg
den vogels wel eens op een doodelijk ge
weerschot te staan. Gelukkig staat daar
hun nut als insecteneter tegenover, zoodat
de verstandige buitenman de houtduif die
in het landschapsbeeld zulk een waardevol
le factor vormt om verschillende redenen
gaarne sparen zal.
Mij is dc vogel met zijn diepe stem „roe
pend in een taal die ouder is dan alle men
sehelijke schriftuur" zeer lief. Onder de
vele geluiden van den vroegen Aprilschen
morgen, langs den Midlumerweg. deel nu
via den afsluitdijk van den grooten druk
ken verkeersweg FrieslandNoord-Holland
waarin autogeraas en claxon getoeter de
schelste en onsympathiekste klanken vor-
De bluf zit 'm daarin, dat de overheid en
de alleen toegelaten partij met groot gebaar
overgaan tot de orde vun den dag, in de
werkelijke dan wel gespeelde overtuiging,
dat „alles sal reg kom", als men maar voet
bij stuk boudt. Op deze kaart wordt alles
gezet, en de kaart heet „eenheid." Of, om
oen ander woord te gebruiken, zoowel letter
lijk als figuurlijk „uniform." Want de uni
form, in honderd variaties, die nu door zeker
tien millioen Duitschers met trots en over
tuiging gedragen wo»*dt, is teekenend voor
de geheele ontwikkeling.
Waarop zal dit alles uitloopen?
Zal met Duitschland een wonder geschie
den cn zal achter dit décor van Potemkin
ten slotte een werkelijk nieuw Rijk in kracht
en heerlijkheid worden opgebouwd Of zal
deze bluf, waarmede het project van idealis
ten, die enelle uiterlijke successen noodig
hebben, naar ons inzicht begonnen is, op een
ineenstorting uitloopen. die thans reeds door
Duitschlands vijanden cn door zijn roode
emigranten in alle bijzonderheden wordt
afgeschilderd
Voorloopig zien we op de debetzijde
slechts veel toewijding, veel blind geloof
dat ook hier bergen verzet), veel hoop op
zegen, veel enorme arbeidsprestatie, veel
vaderlandsliefde maar daartegenover al te
veel bluf, een schijn opbloei op de arbuds
markt, een hopelooze financieele situatie en
een algemeene volksverarming, die op den
duur niet verborgen zal kunnen blijven
Het is een geweldig experiment, dat onze
oostelijke buren hebben aangedurfd.
Wij gelooven niet in het succes al gunnen
wij het hun, nu eens afgezien van elke poli
tieke overweging, als medcmenschen.
ROLAND.
men, twinkelt een fijne meezentoon in een
van de vele boomen en struiken rondom
ons huis. En de merel roept hoog in een van
de purperen iepekruinen, terwijl de kraaien
uit den Engelschen tuin zich aldoor hoo
ien laten.
Straks zal iets van den Koekoeksroep uit
de boomgaarden langs den Schapendijk
naar hier doordringen en pittige vinken
slag zal niet ontbreken. Maar een van de
meest opvallende en verkwikkende gelui
den is het gekoer van de houtduif, zijn
roep van liefde in de nog bladerlooze iepe-
takken, waarover alleen nog de roodbruine
bloei een waas van gloedvolle lenteschoon
heid legt. De houtduif roept
Dat is een van de vele, ontelbaar vele
vreugden van April, een van de onmisbare
klanken in het steeds meer aanzwellend
voorjaarskoor, dat opnieuw over de door
zorgen, druk en dreiging verduisterde aar
de opklinkt als een boodschap van een har-
monieuser wereld. De knoppen breken en
de houtduif roept...
A. L. B.
Een week toegang tegen lageren prijs
tevens tot de Natuurhistorische*
tentoonstelling
Men schrijft ons uit Amsterdam.
Zelden bracht het prille voorjaar in den
tuin van Artis. met zijn vele mooie oude
boomen gelijktijdig zoo'n schat van bloe
men, bloesem en teer, frisch jong groen als
dezer dagen het geval is.
De zware oude Magnolia's torsen hoele
vrachten der groote, massieve, prachtig
gebouwde bloemen; overal langs heester-
groenen en in gazons bloeien Narcissen;
oedden met Hyacinthen en andere met tul
pen zijn tegelijk in bloei gekomen; nog
weer audcre prii-kcn met viooltjes of Pri
mula's.
Ook do gewone Rhododendron bloeit
reeds, terwijl hier en daar in dc frisch
;iocnc gazons een heerlijk bloeiende Japan-
*che troskers evenzeer het oog verrukt als
!it tclkonjare weer het geval is met het
amandelboompje, dat met zijn teere bloesem
zoo wonderlijk mooi uitkomt tegen den
achtergrond, die gevormd wordt door het
Minangkabausche huis.
Van dc vele aanwinsten waarmede de le
vende have van „Artis" gedurende den
uatsten tiicl. zoowel door schenkingen als
door geboorten verrijkt werd. mogen zeker
in de eerste plaats negen kolibri's genoemd
worden, het Genootschap geschonken door
den heer J. Diepgrond.
Een buitengewoon fraai, levendig en in
teressant schouwspel is het, wanneer deze
ininiatuurvogeltjes met uiterst snel trillen
Ie vleugeltjes (50 vleugelslagen per secon
ie) in de ucht stilstaan en m£t hun fijne
long, die zeer ver uitgestoken kan worden,
het met water verdunde mengsel van ho
ning, gecondenseerde melk, Mellin's food,
De boom van mijn allerhoogste bewonde
ring tooit zich weer met den schoonen Ja-
panschen tooverbloesem. dan gaat er een
kleurenfeest geboren worden In de zachto
en heel zoele, bijitans drukkende, zomer
warmte van dezen Aprildag valt het licht
in den tuin uit klaren aquarelblauwen he
mel. dio slechts met enkele lichtere en don
kerder wolken is beplekt. Een sprookjes-
tuin is het, te midden van gebouwen,
waarin de cultuur hoogtij viert; die ligt in
het centrum van hPt stadsgewoel, dat men
nabij weet, doch waar tevens een rust en
stilte heerschen, die door geen mcnschen-
stem worden verstoord Slechts hoog op de
nok van een dak zit welbewust een merel,
zonbeglansd, zijn hoogste lied te zingen.
Mijn blik rust op glanzend bruin, hoog
opgaand breed struikewas dat van zonlicht
wordt doorzeefd. Door roze en lila cocar-
den wordt de edele toon kenbaar, die na
enkele dagen den boom als een louter
sprookje zal doen opbloeien.
Reeds zweeft er een enkele vroege vlin-
den overheen. Maar okergeel, diep onder 't
brlllante bruin der Japansche kers ver
scholen, praalt vèr in zijn bloeitijd, maar
toch nog jeugdig en fri9ch het klingelend
Chineesch klokje. Hier is de werkelijke blik
in het heden; hier zien wij als in het verre
Onsten: trotsche heersching van den eenen
stam over den anderen.
In do verte nadert het brommend ge
zoem van een vliegtuig....
Groen in alle mogelijke schakeeringen
vormt van deze fraaie, kleurrijke en stijl
volle heester den st'llen ondergrond, waar
op elegante tulpen en kleurige hyacinthen
gegroepeerd staan: boden der prille lente.
Van verre koketteert een magnolia met
haar ontluikende porceleinen bloembladen.
En in de droge, warme aarde koesteren
zich. vleugclkleppcrend, de stoeiende vogels
in de zalige voorjaarswarmte.
K. A. R.
vleeschextract en gewone suiker uit de
speciaal voor hen vervaardigde voedings-
lleschjes opzuigen, waarbij, indien het licht
op de juisto wijze gereflecteerd wordt,
hunne veeren, fonkelend als edelsteenen,
de prachtigste weerschijnkleuren te zien
geven.
Op het groote leeuwenterras zijn niet
minder dan vier leeuwinnen met een groo
ten leeuw tezamen gebracht; in den achter
tuin dartelt een jong koekalfje, welks var
der een wisentstier, welk9 moeder een
bastaard is van de Europeesche wisent en
den Amerikaanschen bison.
Ook de reeds zoo talrijke tijgerverzamo-
ling werd weer vermeerderd met een fraaie
Sumatraansche tijgerin, geschenk van don
heer J. H. Bitters te Medan.
In den laatstcn tijd komt, vooral ook in
verband met cle ongunstige tijdsomstandig
heden, telkens weer de vraag naar voren,
of hot mogelijk zou zijn. den entrée-prijs
van „Artis" te verlagen. Nu heeft do erva
ring opgedaan in zeer veel zoölogische tui
nen van Europa zonder uitzondering ge
leerd, dat een verlaging van den entrée-prijs
bijna steeds een vermindering van inkom
sten met zich brengt Met andere woorden
de toename van het aantal bezoekers ten
gevolge van een entrée-prijs verlaging is in
het algemeen niet zoo groot, dat deze ver
laging daandoor ook maar juist goedge
maakt wordt. Bovendien kan „Ariis" zich
onder de huidige moeilijke tijdsomstandig
heden niet goed wagen aan experimenten,
die een vermindering van inkomsten zou
den kunnen opleveron.
Toch werd verleden najaar, toen „Artis"
in September en begin October op eenige
Zondagen tegen den entrée-prijs van slechts
0.50 per persoon toegankelijk gesteld werd,
dit experiment met eenig succes bekroond.
Vandaar dat hot Bestuur van „Artis" beslo
ten heeft wederom in deze een proef te wa
gen en wel van Zaterdag 21 tot en met
Zondag 29 dezer, d.w.z. gedurende alle dagen
waarop de, door dc Afdeeling Amsterdam
der Nederlandsche Natuurhistorische Ver-
ceniging in Artis te houden „Groote Natuur
historische Tentoonstelling op Geographi-
schen Grondslag" geopend zal zijn Gedu
rende deze negen dagen zal men dus tegen
een entree-prijs van slechts 0.50 per per
soon niet alleen Artis, maar, zonder verder
iets bij te betalen, ook genoemde tentoon
stelling kunnen bezoeken.
Het zij ons vergund het publiek met
nadruk to verzoeken zooveel mogelijk van
de hier geboden gelegenheid gebruik te
maken. Immprs alleen indien deze proef
slaagt zal getracht kunnen worden, de
entrée-prijs van Artis vaker op bepaalde
lagen of gedurende bepaalde perioden te
verlagen, waarmede dan een stap gedaan
zou zijn in de richting van het streven van
het Genootschep naar een zoo groot moge
lijk bezoek tegen een zoo l^ag mogelijken
entrée-prijs.