2oi}d a ÖSJS] a A.riersfoorisch Daghlad KEITJES Tijdschriften Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1.-- Jitsluitend bij voor uitbetaling. BOLIDENDE ZWEEDSCHE GOUDMIJN EEN HERINNERING AAN KREUGER HET OUDE MES Van. kei UIT HET HOOCE NOORDEN Goudkoorts die spoedig geweken is Gubben Ericsson, oud-soldaat van Upp- lands infanterie, oud-steenarbeider van d© gemeento Stockholm, trouwe hulp van heel de buurt, waar hij bij den één de stoep re pareert, bij den ander niet veel toewijding een rotstuin aanlegt en bij een derde weer een ander karweitje op zijn zeven gemak ken opknapt, het ouwe manneke met zomer en winter hetzelfde dikke pilo-vest met vier pilsners en een halve timmerkist in de brockzakkn, met en stevigen pruim „Ljunglöfs tvaa", die gestaag van rechts naar links en wcr terug verhuist, hij heeft mo vanmorgen een diepzinnig ver haal gedaan over de onbegrijpelijke dingen van deze wereld en „redaktörn", tenslotte de vraag gesteld, hoe dat nu eigenlijk zat met Boliden, die goudmijn daar in het Noorden, waarvan de eigenaar onvindbaar is. Hij had er over gelezen in een krant, die iemand hem eens met een pak gekleurde tijdschriften cadeau had gedaan, hij had do zaak verder besproken met een paar arbei ders, die bij zijn huisje aan het meer hun voor den winter op land getrokken bonton teeren en verven als 's avonds rood gloei end de wesferhemel boven de bosschert staat, maar veel had hij er toch niet van begrepen. En „redaktörn" vertelde over Kreuger, die een flinken post aandeelen aan zichzelf verkocht, al had hij die aan deelen tevoren reeds bij een bank beleend, en dat die bank de aandeelen weer aan do Rijksbank in onderpand moest geven, ver der dat de curatoren in het faillissement van Kreuger het niet heelemaal eens zijn met hun collega's die als curatoren voor Kreuger Toll fungeeren, en dat reeds langdurige onderhandelingen zijn gevoerd, aandeelen heeft, terwijl de maatschappij van deze aandeelen, Bolidens Gruvaktiebo- lag, onder bekwame technische leiding haar werkzaamheden voortzet, verder gaat met de exploitatie van de rijke ertslagen in Vas- terbotten, verder zoekt naar nieuwe terrei nen, naar nieuwe zuiveringsmethodes en nieuwe afzetmogelijkheden. En tenslotte vertelde ik hem nog wat over plannen om Boliden aan een buitenlandsch concern te verkoopen wanneer de rechtmatige eige naar van den grooten aandeelenpost is ge vonden en van wettelijke maatregelen om den reeds beperkten invloed van buiten- landsche belanghebbenden op bepaalde Zweedscho ondernemingen nog meer te be perken en hij kon niet nalaten in een nieuw breedvoerig relaas „Per Albin" en zijn sociaal-democratische ministers daar voor prijzen, al kon het er bij hem nog niet goed in, hoe jc aan jezelf iets kon verkoo pen dat jo niet had. Maar tja, een goudmijn is nu eenmaal iets heel bijzonders en Kreu ger Die kwestie van de aandeelen-Boliden zal mettertijd wel zuiver uitgeplozen wor den door de advocaten, die nu al bijna twee jaar bezig zijn met het ontraadselen van de vele ingewikkelde affaires van den Zweed- schen luciferskoning. Ongetwijfeld heeft deze zaak bij het grootc publick een bij zondere belangstelling voor Boliden gewekt en over vele jaren zullen er wel fraaie ver- hale over Kreueer-cn-Boliden verteld wor den, maar met Boliden zélf, met de mijnen en de smelterijen heeft Kreuger, die slechts eenmaal een zeer vluchtig bezoek aan het mijndorpje tusschen de moerassen en bos- schen van Vasterbotten bracht, feitelijk zeer weinig te maken gehad en ook zonder zijn •bemoeiingen zou dit Zwecdsche goudmijntje wel ontdekt zijn. In Finland, in Finmarken, in Lapland is reeds eeuwen geleden hier en daar allu viaal goud gevonden. Men had er, lang voor Kiruna en Malmbergel en Gëllivare over heel de wereld bekend werden, primitieve zilver-en kopermijnen, en zuiver systema tisch geologisch onderzoek heeft tenslotte een twee-honderd kilometer bezuiden den poolcirkel tot de ontdekking van het Vas- terbottensche ertsgebied geleid, dat zich over een breedte van gemiddeld dertig kilo meter tot ver naar het grensgebergte uit strekt Wel wordt er verteld van oen boer tje uit Svansvik, dat bij het graven van een greppel een steen vond. die blonk als goud, en ook gaan er verhalen over een oude Lapsche vrouw, die in deze streken de ar me boeren al lang geleden voorspeld moet hebben, dat er goud in den grond zat, maar zoo romantisch is de geschiedenis van de ontdekking van Boliden toch niet. Jonge Ingenieurs en geologen trokken in 1923 al maanden en maanden met hun electrische toestellen voor het opsporen van ertsen rond door de cindelooze bosschen van Norr- land, telkens metingen verrichtend met hun moderne wichelroedes, telkens bodem en gesteenten onderzoekend, toen zij kort voor Kerstmis bericht kregen, dat zij hun blijkbaar hopelooze werk maar moesten staken. Maar omdat daar bij Svansvik en kele jaren tevoren een stuk zwavelkies ge vonden was, besloot men nog eenigen tijd in het nieuwe jaar voort te gaan en weini ge uren voor zij hun laatste kamp zouden openbreken wezen daar plotseling de toe stellen bet voorkomen van do zoo lang ge- zochten ertsen aan. Verder werd er ge zocht en geleidelijk kon men den ofnvang van de ertslagen vaststellen. Er werden proefboringen verricht die zulke gunstige resultaten opleverden, dat men in 1925 met hetgraven van een proefschacht begon en na herhaalde analyses in 1926 het eerste erts naar smelterijen in Duitschland en aan do Amerikaansche Pacific kust ver scheepte. Het geld dat men daaraan ver diende werd gebruikt voor verbetering van de schacht, voor wegenaanleg, later voor oen eigen spoorlijn naar de kust. waar op Romskür, een klein eiland aan het vaar- watpr naar Skelleftea, in den zomer van 1930 de eigen smelterij gedeeltelijk gereed kwam. En in den winter van 1931, kort voor Kreuger zijn laatste reis naar Amerika ondernam, konden eenige vrienden hem een fraaie gouden schaal, gesmeed uit het eerste geheel in Zweden gewonnen Boliden- goud aanbieden, een schaal, die nauwelijks een half jaar later met een servies van Marie Antoinette, een met edelsteenen in gelegde sigarettenkoker van den laatsten Russischcn czaar en de heele collectie Hol- landscho meesters en etsen van Rem brandt in publieke veiling werd gebracht. Maar zooals gezegd, met de ontwikkeling van de Vasterbottenschc goudmijn heeft Kreuger betrekkelijk weinig te maken ge had. Want Boliden is het werk van Zwecd sche geologen, ingenieurs en chemici, van Zwcedsche werkers, die hier met groote toewijding en grootc vakkenis een nieuwe industrie geschapen hebben, die duizenden menschen in dit vroeger zoo armzalige Vas terbotten te werken en te eten geeft. De ertslagen van Boliden strekken zich hori zontaal ter breedte van 20 meter over een afstand van zoowat 600 meter uit, ze liggen nergens minder dan tien meter onder de oppervlakte, maar hoe dik de lagen zelf zijn weet men nog niet. Kr zijn nu schach ten op 250 meter diepte cn op verscheidene plaatsen zal men tot 700 meter diepte moe ten gaan voor men weer aan de rots komt. Elke ton prts bevat gemiddeld 18 gram goud en 60 gram zilver, 20 kilogram koper en 100 kilo arsenicum, de rest is voor een groot deel zwavelkies, dat aan cellulose- fabrieken verkocht wordt. Vroeger, toen de smelterijen op Rönnskar nog niet geheel gereed was, exporteerde men zoogenaamd ..Blister-koper", dat uit koper plus het goud en het zilver bestond en in het buitenland verder verwerkt werd. Nu legt men zich er vooral op toe om het zeer in prijs gestegen goud in zoo groot mogelijke hoeveelheden te winnen zonder de ertsproductie noemens waard uit te breiden en daarom wordt in de eerste plaats de erts gedolven, die rela tief het hoogste goudgeha:ie heeft en een deel van het erts van Boliden bevat 80 gram goud per ton, hetgeen betrekkelijk veel is. De rijkste goudvelden ter wereld, de As- hanti Goldfields aan de Goudkust hebben een gemiddeld gehalte van circa 40 gram. Voor de goudvelden in de Transvaal is het gemiddelde zoowat 17 gram, dus nog iets minder dan het normale gemiddelde van Boliden. Daar staat echter tegenover, dat de productiekosten in Zuid-Amerika vrij laag zijn en in Boliden heeft men althans dc eerste tien jaren mét groote technische moeilijkheden te kampen gehad. Twee smelterijen ter wereld waren slechts in staat het sterk arsenicum-houdendo erts te zuiveren en op Rönnskar heeft men lang durige proeven moeten nemen voor men zclfi n staat was, dit arsenicum, dat in een vijfduizend maal grootcre hoeveelheid ln het erts voorkomt dan het begeerde goud, kwijt te raken. De installaties ervoor zijn, na verscheidene proefnemingen, geconstru eerd en voldoen uitstekend, half-autoraa- tisch wordt het arsinucum naar het geheel gesloten pakhuis, dat het grootste beton nen bouwwerk van Europa moet zijn, ver voerd en daar opgeslagen. Een paar dui zend ton van dit gevaarlijke goedje, waar van een ln milligrammen aan te geven hoeveelheid reeds doodelijk is, liggen er nu te wachten lot men ze rendabel kan maken. Het schijnt, dat men een methode gevon den heeft om met cement een mengsel te maken, dat voor betonfabricage kan dienen en dat absoluut geen gevaar oplevert voor hen die er mee omgaan. Maar leveren do nu te nemen proeven een ongunstig resul taat, dan blijft het pakhuis hermetisch ge sloten en zal er tc zijner tijd een tweede gebouwd worden. In lichtelijk scnsationeele berichten over Boliden pleegt men gaarne van ,,'t Zwcedsche Klondyke" te spreken. Maar deze bena ming is wel heel onjuist. Een jaar of tien geleden toen dc eerste goudvondsten in Vasterbotten werden gedaan kreeg inder daad de goudkoorts de menschen to pak ken, huurden de boeren, die het nooit breed hadden, in dit woeste, schrale land, voor hun moeizaam vergaardo spaarduit jes wichelroedc-loopers, die in het beste geval na eenige weken naar elders vertrok ken cn anders goud in den bodem aanwe zen en de boeren er toe brachten kostbare boringen tc laten verrichten tot allo ge spaarde en geleende gelden op waren. En er kwam een „goldrush" van werkloozen en avonturiers, die echter al spoedig merk ten, dat het goud er niet voor het oprapen lag en dat de mijnbouwrnaatschappij aan enkele tientallen arbeiders genoeg had. De gehuchten in de buurt van Boliden groeiden snel, kregen winkels en proviso rische kantoren cn hotels en in de dichtbij- zijnde stad, het rustige Skelleftea speelde een „continentaal" strijkje voor de „goud delvers", die er 's Zaterdagsavonds in queue stonden voor de eetzaal van het Stadshotel en die op de slaapkamers de champagnekurken lieten knallen. Nu is bet stadje weer in zijn ouden doen, alleen staat er op herfstige dagen wel eens de zwaveldamp neer van de smelterij op Rönnskar, waarvan de 145 meter hooge schoorsteen ver boven dc bosschen in 't oosten te zien is. En Boliden, waar het tien jaar geleden nog moeras en bosch was, is nu een modelstadje met groote villa wijken voor do arbeiders, met clectrisch licht en rioleering en waterleiding cn schitterende wegen, de modernste cn best geordende stad benoorden den 64sten breedtegraad cn zeker van heel Zweden. Het gouderts ligt er als zwarte klompen op groote hoopen, de arbeiders zijn er in zekeren zin allen gouddelvers, al krijgen zij het microscopisch fijne goud wel nimmer te zien, op' de soos van de ingenieurs wordt er voor en na over goud gepraat en de kinderen gaan cr onder de ranke berken van den Gulden Middelweg naar school. Stocholm, April. BERTIL J. (Naar het Italiaansch van GUIDO LUCCIAXO). Toen Robespierre Théroigne de Merit- court, jie amazone der vrijheid cn der re volutie, voor de eerste maal zag, kon hij een gevoel van afkeer niet onderdrukken Het was in de heftigste dagen der Fran- sche omwenteling. Ze droeg de roode phry gischc muts over de zwarte loshangende haren. Het 'wijdö kleed' sloldig óver 'de schouders geworpen, liet een deel van huur buste bloot. Urn het lijf een grove gordel gebonden, waariusschen een groot mes slak. Ze was niet onknap. Maar haar schit terende oogen, haar wilde gebaren, getuig den van een ruwheid, dié hem Robespierre, mishaagde. Hij, de strenge republikein, die mede de wildste cn ruwste sentimenten van de volksmassa had weten op te wekken al kon hij dit niet zóó alê zijn vriend Marat had een afschuw van dc rouwen, die zich zelf vergaten, die al het vrouwelijke, de fijnere karaktertrekken over boord gooien cn furies worden, vrecselijker, afschuweÜj ker, in haar woede, dan de mannen. Deze Théroigne dc Mericourt, deze ama zone der vrijheid, zooals zij werd genoemd in de dagen, dat zij mcdevocht bij de be storming van de Bastille, of de vrouwen en mannen opzwiepte legen dc Koninklijke fa milie, had niets meer van de lieflijke vrouw-, waaraan Robespierre deze niemand en niets ontziende leider der Jacobijnen. die zonder met de oogen te knijpen, de man nen, die vroeger zijn vrienden waren ge weest, naar het 6chavot zond, altijd met veel eerbied en liefde dacht. Daar was zijn moeder, die li ij zich nog slechts vaag kon herinneren. Hij was slechts zeven jaar, toen zij stierf. Daar wa ren zijn zuster, Charlotte en Hcnriëttc. jon ger dan hij. Lieflijk, bescheiden, blozend als een man haar al te veel aandacht schonk, kui'.ch in haar woorden, in haar gebaren, kleeding en manieren. Daar was Francoise Deshorties. Robespierre kon nooit aan Francoise denken en hij dacbt heel dikwijls aan haar, of bij herinnerde zich de oevers van de Scarpe, waar dc bijeenkomsten van dc „Rosati" werden gehouden, de vereeni- ging, die aan de vriendschap was gewijd, verbonden door de poëzie, door de cultuur der rozen cn door den wijn. Buiten de .fortificaties van Arra, aan de boorden van de rivier, onder een loofdak van rozen kwamen dc jongelui bijeen. Ie derc keer, wanneer een nieuw lid werd aan genomen, vereenigden zich daar allen De plechtigheid van dc inwijding was lande lijk eenvoudig. Men bood een roos het nieuwe lid aan. Tot drie maal toe rook deze aan deze bloem en dan werd de roos in het knoopsgat gehecht. Een glas licht- roode wijn werd op de gezondheid van dc ..Rosati" gedronken. En de nieuw aange- komeno werd uit naam der verceniging, door een der leden omhelsd. Dit was do geheelc plechtigheid. Onschuldig als de wijding der jeugd. Ja, dikwerf gingen de gedachten van Robespierre naar deze bijeenkomsten. Mis schien ook, omdat hij zich daar weer Fran chise Dcshortes dacht. Vaak. midden in een vergadering der conventie, bracht de vleu gelslag der herinneringen hem over naar Arras, naar zijn ouderlijk huis. naar Fran- coise. En niet zonder weemoed dacht hij dan aan die dagen. Wat was hij, nog jon? advocaat, gelukkig geweest Nog niet op genomen door den woeligen levensstroom nog niet gedreven door de politiek en door de revolutie. Hij wist het. Hij beheerschte de lieden, de volksvertegenwoordiging en bijgevolg* geheel Frankrijk. Maar voor hoe lang? Hij wist zich omringd door vijanden, die zich nu wel gebaarden als zijn vrien den, omdat zij hem vreesden, maar die mor gen, morgen aan den dag, bereid zouden worden gevonden, hem naar het schavot te sturen. Wat was er nu van dat moaie. vredige geluk overgebleven? Waar die rust aan de oevers van de Scarpe, als hij daar dwaalde met Fran^oise Deshorties, slechts droomend van een rustig, gelukkig tehuis, .vaar alleen liefde woonde en waar, in *ijn hart, geen plaats voor de haat zou zijn? Hoe lang geleden was die 12de Juni 1778 toen men zich voor de eerste maal had ver een igd, onder een prieel van ligusters cn acacia'6 om het feest der rozen te vieren en men toen overeengekomen was om elk jaar, op dcnzelfden dag bijeen te komen ter cere van de koningin der bloemen? Het scheen Robespierre een droom. Waar waren Ilarduin en Lc Gay, Foacier de Ru*é. dc abbë's Roman en Berthe, waar de offi cieren Dumeny cn de Champmorin? Carnot. zijn medelid van dc ,.Ro6atf' ontmoette hij dikwerf, maar waar was Frangoise? Vaak, als hij aan haar dacht, als hij in zijn «en voudigo kamer neerzat, vermoeid van 1en strijd tegen allen, werd zijn hart als be kneld door de wanthoop om wat hij had verloren. In zulke oogcnblikken was hij de weeke jongeling van vroeger, niet de harde politicus van thans. Maar de lange strijd die hij had doorgemaakt, had hem stug koud, kalm, berekenend en voorzichtig ge maakt, ondoorgrondelijk, omdat hij alle ge voelens moest verbergen. Op een avond, toen hij dacht aan de kert 6tondige uren van geluk, klopte een Ier spionnen van Fouquier Tinville bij hem aan. Hij haatte dien kerel, omdat hij be greep, dat vandaag, morgen, die vent hem zou verraden, wanneer hij er voor werd be taald. Wat hebt ge, Lameth? We zijn verdachten op het spoor. Dan moet je bij Fouquier Tinville zijn Hij 6tuurt me naar U. Waarom naar mij? De spion keek Robespierre uitdagend aan Toen antwoordde hij: Het zijn lieden uit Arras en burger Tinville dacht dat het u belang zou inboezemen, ze zelf tc arrestee ren. Robespierre, die al lang de stemming van Tinville tegen hem kende, vermoedde een valstrik. Tinville, lafaardige schurk een vreesachtige beul, bang voor zijn leven als een wezel, deed als een, die voor alles, de republiek en dc veiligheid van den staat wilde dienen. Als Tinville een bandiet als Lameth nuar hem toezond, dan had hij er zeker een ge- meene bedoeling mee. Dit overdacht Robes pierre in het korte oogenblig, waarop de politiespion op een antwoord en op een be slissing wachtte. Goed, zeide hij, vastbesloten. Ik ga met je mee, burger Lameth. Je weet waar wij de vijanden van de republiek kunnen vinden. Ga maar, ik volg je. Robespierre greep hoed en stok en volgde hem. Lameth voerde hem door de donkere straten in de buurt van de Sectie Brutus De spion kwam eindelijk bij een huis Hl} stootte de deur open en liep de trap op Robespierre volgde hem. Op de donkere trap kwam een glimlach op zijn gelaat dal j vaak als een masker leek. Hij zou weten I te handelen als het noodig was. Op de vier de verdieping hield zijn gid6 halt Hij wacht te op het smalle portaal, op Robespierre, voor bij do deur van de kamer, die op het portaal uitkwam, ruw opende, j In de deuropening bleef Robespierre staan en overzag de kamer, somber, kaal, bijna j zonder meubelen. Aan de tafel zat een jonge j vrouw, verschrikt kijkend naar den man, die van zijn stoel waarop hij was gezeten, toen de overwachte bezoekers waren bin nen gekomen, was opgesprongen. Robespierre keek beiden aan. Hij had in de vrouw Francoise, in den man, een vroe ger lid van „de Rosati", Paul Camier har kend. Hij had Francoise terug gevonden verouderd, mager en bleek, met niets meer van de vroegere schoonheid, van de e.*n voud. die hem zoo had bekoord. En zij had Paul Gamier gekozen. Kon hij haar dit er- wijton. die haar had achtergesteld bij Frank rijk, die terecht aan zijn trouw en aan zijn liefde kon twijfelen? Haar leven en dat van haar echtgenoot was nu in zijn handen Maximiliaan, zeide zij, opkijkend naar haar jeugdvriend, die nu koel, streng voor haar stond, terwijl de oogen van den spion op hem bleven gevestigd. In de oogen van Lameth zag hij een ge- mecne schittering, een waarschuwing, toon Francoise hem bij zijn naam had genoemd. Wie is u, zeide Robespierre. Ik ben Francoise Deshorties, herinnert gij mij U niet? zeide de vrouw Zij ging naar een latafel, maakte een lade open cn haalde er een verwelkte roos uit. Die gaf u mij eens, op het feest der Rosati. Lameth keek hem weer aan. Robespierre moest handelen, wilde hij morgen niet wor den aangeklaagd als een verrader der repu bliek, die verdachten hielp en beschermde. Lameth, zeide Robespierre ru6tig ter wijl hij zijn stok vaster omknelde, grijp de zen man cn arresteer hem Lameth, met een duivelschen glimlach, naderde Camier, die een stoel had gegrepen om zich te verdedigen, maar voor hij de stoel had kunnen opheffen, daalde de stok van Robespierre met harden klap neer op het hoofd van Lameth, die bewu6te'oos neerzonk. Robespierre haalde een oud mes uit »ijn zak c-n met afgeweerd hoofd 6tak hij het in den keel van den spion. Toen richtte hij zich tot Francoise. die hem met uitpuilende oogen aankeek en hij zeide: Met dit me6, sneed ik eens. Mevrouw, van haar stengel, deze roos die ik u gaf en die ii bewaarde. Ik sneed er ook den dourn af. omdat ik bang was. dat u zich zou ver wonden. En met ditzelfde mes sneed ik opnieuw een doorn af, die uw leven be dreigde. De roos, die u bewaarde als een herinnering aan mij, bewaarde u voor de guillotine, u en uw man. Vlucht uit Pari.is, nog van nacht, ik zal u daarbij helpen Haastig schreef hij wat op een papier, dat hij onderteekendc. Hij gaf het aan Camier en zeide, terwijl hij ee.n beurs uit den zak haalde: Hier is een vrijgelijde en hier geld Gij zult rustig de grens van Frankrijk kunnen overgaan. Wacht tot hetere tijden voor u aanbreken. Wij kunnen nu niet rustig wnn- delen aan do oevers van de Scarpe. En Robespierre vertrok haastig, na be leefd zijn hoed tc hebben afgenomen. (Nadruk verboden). Nederlandscb fabrikaat In dc April aflevering van het tijdschrift van dc Verecniging Ncderlandsch Fabrikaat wordt medcdecling gedaan van dc alge- raeenc ledenvergadering die op Vrijdag 22 Juni te Amersfoort zal plaats vinden. De prac-adviscur over het onderwerp: „Het vóór en tegen van do leuze: Steunt Ncderlandsch Fabrikaat dc beer II. F. R. Snoek, secretaris-penningmeester der Ver ecniging, komt aan bet slot van zijn uit voerige en gedocumenteerde uiteenzetting tot de conclusie, dat het een plicht van elk Nederlander is aan dc voortbrengselen van ons land voorkeur boven buitenlandsch fa brikaat te geven, omdat daarvan het go- volg is: a. Vermindering van werkloosheid. b. Verlaging van belastingen. c. Verhooging van de onafhankelijkheid van Nederland. d. Bevordering van de verbetering van den economischen toestand van Nederland. Vervolgens trekt de aandacht het eerste gedeelte van de uitvoerige beschouwing over „Opkomst en ontwikkeling van de fabrieks nijverheid". Het ligt in dc bedoeling, dat deze reeks artikelen voort te zetten geza- melijk in een afzonderlijk boekwerkjo zal worden uitgegeven ten dienste van onder- wijs-autoriteiten om daarvan gebruik te ma ken bij het onderwijs in de aardrijkskunde en (op de lagere scholen) in natuurkunde. Op zeer bevattelijke en duidelijke wijze wordt een algemeene indruk gegven omtrent de hoogte waarop de Nederlandeche nijver heid staat.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13