2oi}d a ÖSJS] a
A.riersfoorisch Daghlad
KEITJES
Tijdschriften
Als de zaak rust
werkt de
ADVERTENTIE
3 x plaatsen
voor f 1.--
Jitsluitend bij voor
uitbetaling.
BOLIDENDE ZWEEDSCHE GOUDMIJN
EEN HERINNERING AAN
KREUGER
HET OUDE MES
Van. kei
UIT HET HOOCE NOORDEN
Goudkoorts die spoedig
geweken is
Gubben Ericsson, oud-soldaat van Upp-
lands infanterie, oud-steenarbeider van d©
gemeento Stockholm, trouwe hulp van heel
de buurt, waar hij bij den één de stoep re
pareert, bij den ander niet veel toewijding
een rotstuin aanlegt en bij een derde weer
een ander karweitje op zijn zeven gemak
ken opknapt, het ouwe manneke met zomer
en winter hetzelfde dikke pilo-vest met
vier pilsners en een halve timmerkist in
de brockzakkn, met en stevigen pruim
„Ljunglöfs tvaa", die gestaag van rechts
naar links en wcr terug verhuist, hij
heeft mo vanmorgen een diepzinnig ver
haal gedaan over de onbegrijpelijke dingen
van deze wereld en „redaktörn", tenslotte
de vraag gesteld, hoe dat nu eigenlijk zat
met Boliden, die goudmijn daar in het
Noorden, waarvan de eigenaar onvindbaar
is. Hij had er over gelezen in een krant, die
iemand hem eens met een pak gekleurde
tijdschriften cadeau had gedaan, hij had do
zaak verder besproken met een paar arbei
ders, die bij zijn huisje aan het meer hun
voor den winter op land getrokken bonton
teeren en verven als 's avonds rood gloei
end de wesferhemel boven de bosschert
staat, maar veel had hij er toch niet van
begrepen. En „redaktörn" vertelde over
Kreuger, die een flinken post aandeelen
aan zichzelf verkocht, al had hij die aan
deelen tevoren reeds bij een bank beleend,
en dat die bank de aandeelen weer aan do
Rijksbank in onderpand moest geven, ver
der dat de curatoren in het faillissement
van Kreuger het niet heelemaal eens zijn
met hun collega's die als curatoren voor
Kreuger Toll fungeeren, en dat reeds
langdurige onderhandelingen zijn gevoerd,
aandeelen heeft, terwijl de maatschappij
van deze aandeelen, Bolidens Gruvaktiebo-
lag, onder bekwame technische leiding haar
werkzaamheden voortzet, verder gaat met
de exploitatie van de rijke ertslagen in Vas-
terbotten, verder zoekt naar nieuwe terrei
nen, naar nieuwe zuiveringsmethodes en
nieuwe afzetmogelijkheden. En tenslotte
vertelde ik hem nog wat over plannen om
Boliden aan een buitenlandsch concern te
verkoopen wanneer de rechtmatige eige
naar van den grooten aandeelenpost is ge
vonden en van wettelijke maatregelen om
den reeds beperkten invloed van buiten-
landsche belanghebbenden op bepaalde
Zweedscho ondernemingen nog meer te be
perken en hij kon niet nalaten in een
nieuw breedvoerig relaas „Per Albin" en
zijn sociaal-democratische ministers daar
voor prijzen, al kon het er bij hem nog niet
goed in, hoe jc aan jezelf iets kon verkoo
pen dat jo niet had. Maar tja, een goudmijn
is nu eenmaal iets heel bijzonders en Kreu
ger
Die kwestie van de aandeelen-Boliden
zal mettertijd wel zuiver uitgeplozen wor
den door de advocaten, die nu al bijna twee
jaar bezig zijn met het ontraadselen van de
vele ingewikkelde affaires van den Zweed-
schen luciferskoning. Ongetwijfeld heeft
deze zaak bij het grootc publick een bij
zondere belangstelling voor Boliden gewekt
en over vele jaren zullen er wel fraaie ver-
hale over Kreueer-cn-Boliden verteld wor
den, maar met Boliden zélf, met de mijnen
en de smelterijen heeft Kreuger, die slechts
eenmaal een zeer vluchtig bezoek aan het
mijndorpje tusschen de moerassen en bos-
schen van Vasterbotten bracht, feitelijk zeer
weinig te maken gehad en ook zonder zijn
•bemoeiingen zou dit Zwecdsche goudmijntje
wel ontdekt zijn.
In Finland, in Finmarken, in Lapland is
reeds eeuwen geleden hier en daar allu
viaal goud gevonden. Men had er, lang voor
Kiruna en Malmbergel en Gëllivare over
heel de wereld bekend werden, primitieve
zilver-en kopermijnen, en zuiver systema
tisch geologisch onderzoek heeft tenslotte
een twee-honderd kilometer bezuiden den
poolcirkel tot de ontdekking van het Vas-
terbottensche ertsgebied geleid, dat zich
over een breedte van gemiddeld dertig kilo
meter tot ver naar het grensgebergte uit
strekt Wel wordt er verteld van oen boer
tje uit Svansvik, dat bij het graven van een
greppel een steen vond. die blonk als goud,
en ook gaan er verhalen over een oude
Lapsche vrouw, die in deze streken de ar
me boeren al lang geleden voorspeld moet
hebben, dat er goud in den grond zat, maar
zoo romantisch is de geschiedenis van de
ontdekking van Boliden toch niet. Jonge
Ingenieurs en geologen trokken in 1923 al
maanden en maanden met hun electrische
toestellen voor het opsporen van ertsen
rond door de cindelooze bosschen van Norr-
land, telkens metingen verrichtend met
hun moderne wichelroedes, telkens bodem
en gesteenten onderzoekend, toen zij kort
voor Kerstmis bericht kregen, dat zij hun
blijkbaar hopelooze werk maar moesten
staken. Maar omdat daar bij Svansvik en
kele jaren tevoren een stuk zwavelkies ge
vonden was, besloot men nog eenigen tijd
in het nieuwe jaar voort te gaan en weini
ge uren voor zij hun laatste kamp zouden
openbreken wezen daar plotseling de toe
stellen bet voorkomen van do zoo lang ge-
zochten ertsen aan. Verder werd er ge
zocht en geleidelijk kon men den ofnvang
van de ertslagen vaststellen. Er werden
proefboringen verricht die zulke gunstige
resultaten opleverden, dat men in 1925 met
hetgraven van een proefschacht begon en
na herhaalde analyses in 1926 het eerste
erts naar smelterijen in Duitschland en
aan do Amerikaansche Pacific kust ver
scheepte. Het geld dat men daaraan ver
diende werd gebruikt voor verbetering van
de schacht, voor wegenaanleg, later voor
oen eigen spoorlijn naar de kust. waar op
Romskür, een klein eiland aan het vaar-
watpr naar Skelleftea, in den zomer van
1930 de eigen smelterij gedeeltelijk gereed
kwam. En in den winter van 1931, kort voor
Kreuger zijn laatste reis naar Amerika
ondernam, konden eenige vrienden hem
een fraaie gouden schaal, gesmeed uit het
eerste geheel in Zweden gewonnen Boliden-
goud aanbieden, een schaal, die nauwelijks
een half jaar later met een servies van
Marie Antoinette, een met edelsteenen in
gelegde sigarettenkoker van den laatsten
Russischcn czaar en de heele collectie Hol-
landscho meesters en etsen van Rem
brandt in publieke veiling werd gebracht.
Maar zooals gezegd, met de ontwikkeling
van de Vasterbottenschc goudmijn heeft
Kreuger betrekkelijk weinig te maken ge
had.
Want Boliden is het werk van Zwecd
sche geologen, ingenieurs en chemici, van
Zwcedsche werkers, die hier met groote
toewijding en grootc vakkenis een nieuwe
industrie geschapen hebben, die duizenden
menschen in dit vroeger zoo armzalige Vas
terbotten te werken en te eten geeft. De
ertslagen van Boliden strekken zich hori
zontaal ter breedte van 20 meter over een
afstand van zoowat 600 meter uit, ze liggen
nergens minder dan tien meter onder de
oppervlakte, maar hoe dik de lagen zelf
zijn weet men nog niet. Kr zijn nu schach
ten op 250 meter diepte cn op verscheidene
plaatsen zal men tot 700 meter diepte moe
ten gaan voor men weer aan de rots komt.
Elke ton prts bevat gemiddeld 18 gram
goud en 60 gram zilver, 20 kilogram koper
en 100 kilo arsenicum, de rest is voor een
groot deel zwavelkies, dat aan cellulose-
fabrieken verkocht wordt. Vroeger, toen de
smelterijen op Rönnskar nog niet geheel
gereed was, exporteerde men zoogenaamd
..Blister-koper", dat uit koper plus het goud
en het zilver bestond en in het buitenland
verder verwerkt werd. Nu legt men zich er
vooral op toe om het zeer in prijs gestegen
goud in zoo groot mogelijke hoeveelheden
te winnen zonder de ertsproductie noemens
waard uit te breiden en daarom wordt in
de eerste plaats de erts gedolven, die rela
tief het hoogste goudgeha:ie heeft en een
deel van het erts van Boliden bevat 80
gram goud per ton, hetgeen betrekkelijk
veel is.
De rijkste goudvelden ter wereld, de As-
hanti Goldfields aan de Goudkust hebben
een gemiddeld gehalte van circa 40 gram.
Voor de goudvelden in de Transvaal is het
gemiddelde zoowat 17 gram, dus nog iets
minder dan het normale gemiddelde van
Boliden. Daar staat echter tegenover, dat
de productiekosten in Zuid-Amerika vrij
laag zijn en in Boliden heeft men althans
dc eerste tien jaren mét groote technische
moeilijkheden te kampen gehad. Twee
smelterijen ter wereld waren slechts in
staat het sterk arsenicum-houdendo erts te
zuiveren en op Rönnskar heeft men lang
durige proeven moeten nemen voor men
zclfi n staat was, dit arsenicum, dat in een
vijfduizend maal grootcre hoeveelheid ln
het erts voorkomt dan het begeerde goud,
kwijt te raken. De installaties ervoor zijn,
na verscheidene proefnemingen, geconstru
eerd en voldoen uitstekend, half-autoraa-
tisch wordt het arsinucum naar het geheel
gesloten pakhuis, dat het grootste beton
nen bouwwerk van Europa moet zijn, ver
voerd en daar opgeslagen. Een paar dui
zend ton van dit gevaarlijke goedje, waar
van een ln milligrammen aan te geven
hoeveelheid reeds doodelijk is, liggen er nu
te wachten lot men ze rendabel kan maken.
Het schijnt, dat men een methode gevon
den heeft om met cement een mengsel te
maken, dat voor betonfabricage kan dienen
en dat absoluut geen gevaar oplevert voor
hen die er mee omgaan. Maar leveren do
nu te nemen proeven een ongunstig resul
taat, dan blijft het pakhuis hermetisch ge
sloten en zal er tc zijner tijd een tweede
gebouwd worden.
In lichtelijk scnsationeele berichten over
Boliden pleegt men gaarne van ,,'t Zwcedsche
Klondyke" te spreken. Maar deze bena
ming is wel heel onjuist. Een jaar of tien
geleden toen dc eerste goudvondsten in
Vasterbotten werden gedaan kreeg inder
daad de goudkoorts de menschen to pak
ken, huurden de boeren, die het nooit
breed hadden, in dit woeste, schrale land,
voor hun moeizaam vergaardo spaarduit
jes wichelroedc-loopers, die in het beste
geval na eenige weken naar elders vertrok
ken cn anders goud in den bodem aanwe
zen en de boeren er toe brachten kostbare
boringen tc laten verrichten tot allo ge
spaarde en geleende gelden op waren. En
er kwam een „goldrush" van werkloozen
en avonturiers, die echter al spoedig merk
ten, dat het goud er niet voor het oprapen
lag en dat de mijnbouwrnaatschappij aan
enkele tientallen arbeiders genoeg had.
De gehuchten in de buurt van Boliden
groeiden snel, kregen winkels en proviso
rische kantoren cn hotels en in de dichtbij-
zijnde stad, het rustige Skelleftea speelde
een „continentaal" strijkje voor de „goud
delvers", die er 's Zaterdagsavonds in
queue stonden voor de eetzaal van het
Stadshotel en die op de slaapkamers de
champagnekurken lieten knallen.
Nu is bet stadje weer in zijn ouden doen,
alleen staat er op herfstige dagen wel eens
de zwaveldamp neer van de smelterij op
Rönnskar, waarvan de 145 meter hooge
schoorsteen ver boven dc bosschen in 't
oosten te zien is. En Boliden, waar het tien
jaar geleden nog moeras en bosch was, is
nu een modelstadje met groote villa wijken
voor do arbeiders, met clectrisch licht en
rioleering en waterleiding cn schitterende
wegen, de modernste cn best geordende
stad benoorden den 64sten breedtegraad cn
zeker van heel Zweden. Het gouderts ligt
er als zwarte klompen op groote hoopen,
de arbeiders zijn er in zekeren zin allen
gouddelvers, al krijgen zij het microscopisch
fijne goud wel nimmer te zien, op' de soos
van de ingenieurs wordt er voor en na
over goud gepraat en de kinderen gaan cr
onder de ranke berken van den Gulden
Middelweg naar school.
Stocholm, April.
BERTIL J.
(Naar het Italiaansch van
GUIDO LUCCIAXO).
Toen Robespierre Théroigne de Merit-
court, jie amazone der vrijheid cn der re
volutie, voor de eerste maal zag, kon hij
een gevoel van afkeer niet onderdrukken
Het was in de heftigste dagen der Fran-
sche omwenteling. Ze droeg de roode phry
gischc muts over de zwarte loshangende
haren. Het 'wijdö kleed' sloldig óver 'de
schouders geworpen, liet een deel van huur
buste bloot. Urn het lijf een grove gordel
gebonden, waariusschen een groot mes
slak. Ze was niet onknap. Maar haar schit
terende oogen, haar wilde gebaren, getuig
den van een ruwheid, dié hem Robespierre,
mishaagde.
Hij, de strenge republikein, die mede de
wildste cn ruwste sentimenten van de
volksmassa had weten op te wekken al
kon hij dit niet zóó alê zijn vriend Marat
had een afschuw van dc rouwen, die zich
zelf vergaten, die al het vrouwelijke, de
fijnere karaktertrekken over boord gooien
cn furies worden, vrecselijker, afschuweÜj
ker, in haar woede, dan de mannen.
Deze Théroigne dc Mericourt, deze ama
zone der vrijheid, zooals zij werd genoemd
in de dagen, dat zij mcdevocht bij de be
storming van de Bastille, of de vrouwen en
mannen opzwiepte legen dc Koninklijke fa
milie, had niets meer van de lieflijke vrouw-,
waaraan Robespierre deze niemand en
niets ontziende leider der Jacobijnen. die
zonder met de oogen te knijpen, de man
nen, die vroeger zijn vrienden waren ge
weest, naar het 6chavot zond, altijd met
veel eerbied en liefde dacht.
Daar was zijn moeder, die li ij zich nog
slechts vaag kon herinneren. Hij was
slechts zeven jaar, toen zij stierf. Daar wa
ren zijn zuster, Charlotte en Hcnriëttc. jon
ger dan hij. Lieflijk, bescheiden, blozend
als een man haar al te veel aandacht
schonk, kui'.ch in haar woorden, in haar
gebaren, kleeding en manieren. Daar was
Francoise Deshorties.
Robespierre kon nooit aan Francoise
denken en hij dacbt heel dikwijls aan
haar, of bij herinnerde zich de oevers
van de Scarpe, waar dc bijeenkomsten van
dc „Rosati" werden gehouden, de vereeni-
ging, die aan de vriendschap was gewijd,
verbonden door de poëzie, door de cultuur
der rozen cn door den wijn.
Buiten de .fortificaties van Arra, aan de
boorden van de rivier, onder een loofdak
van rozen kwamen dc jongelui bijeen. Ie
derc keer, wanneer een nieuw lid werd aan
genomen, vereenigden zich daar allen De
plechtigheid van dc inwijding was lande
lijk eenvoudig. Men bood een roos het
nieuwe lid aan. Tot drie maal toe rook
deze aan deze bloem en dan werd de roos
in het knoopsgat gehecht. Een glas licht-
roode wijn werd op de gezondheid van dc
..Rosati" gedronken. En de nieuw aange-
komeno werd uit naam der verceniging,
door een der leden omhelsd. Dit was do
geheelc plechtigheid. Onschuldig als de
wijding der jeugd.
Ja, dikwerf gingen de gedachten van
Robespierre naar deze bijeenkomsten. Mis
schien ook, omdat hij zich daar weer Fran
chise Dcshortes dacht. Vaak. midden in een
vergadering der conventie, bracht de vleu
gelslag der herinneringen hem over naar
Arras, naar zijn ouderlijk huis. naar Fran-
coise. En niet zonder weemoed dacht hij
dan aan die dagen. Wat was hij, nog jon?
advocaat, gelukkig geweest Nog niet op
genomen door den woeligen levensstroom
nog niet gedreven door de politiek en door
de revolutie. Hij wist het. Hij beheerschte
de lieden, de volksvertegenwoordiging en
bijgevolg* geheel Frankrijk. Maar voor hoe
lang? Hij wist zich omringd door vijanden,
die zich nu wel gebaarden als zijn vrien
den, omdat zij hem vreesden, maar die mor
gen, morgen aan den dag, bereid zouden
worden gevonden, hem naar het schavot
te sturen. Wat was er nu van dat moaie.
vredige geluk overgebleven? Waar die rust
aan de oevers van de Scarpe, als hij daar
dwaalde met Fran^oise Deshorties, slechts
droomend van een rustig, gelukkig tehuis,
.vaar alleen liefde woonde en waar, in *ijn
hart, geen plaats voor de haat zou zijn?
Hoe lang geleden was die 12de Juni 1778
toen men zich voor de eerste maal had ver
een igd, onder een prieel van ligusters cn
acacia'6 om het feest der rozen te vieren
en men toen overeengekomen was om elk
jaar, op dcnzelfden dag bijeen te komen
ter cere van de koningin der bloemen?
Het scheen Robespierre een droom. Waar
waren Ilarduin en Lc Gay, Foacier de Ru*é.
dc abbë's Roman en Berthe, waar de offi
cieren Dumeny cn de Champmorin? Carnot.
zijn medelid van dc ,.Ro6atf' ontmoette hij
dikwerf, maar waar was Frangoise? Vaak,
als hij aan haar dacht, als hij in zijn «en
voudigo kamer neerzat, vermoeid van 1en
strijd tegen allen, werd zijn hart als be
kneld door de wanthoop om wat hij had
verloren. In zulke oogcnblikken was hij de
weeke jongeling van vroeger, niet de harde
politicus van thans. Maar de lange strijd
die hij had doorgemaakt, had hem stug
koud, kalm, berekenend en voorzichtig ge
maakt, ondoorgrondelijk, omdat hij alle ge
voelens moest verbergen.
Op een avond, toen hij dacht aan de kert
6tondige uren van geluk, klopte een Ier
spionnen van Fouquier Tinville bij hem
aan. Hij haatte dien kerel, omdat hij be
greep, dat vandaag, morgen, die vent hem
zou verraden, wanneer hij er voor werd be
taald.
Wat hebt ge, Lameth?
We zijn verdachten op het spoor.
Dan moet je bij Fouquier Tinville zijn
Hij 6tuurt me naar U.
Waarom naar mij?
De spion keek Robespierre uitdagend aan
Toen antwoordde hij: Het zijn lieden uit
Arras en burger Tinville dacht dat het u
belang zou inboezemen, ze zelf tc arrestee
ren.
Robespierre, die al lang de stemming van
Tinville tegen hem kende, vermoedde een
valstrik. Tinville, lafaardige schurk een
vreesachtige beul, bang voor zijn leven als
een wezel, deed als een, die voor alles, de
republiek en dc veiligheid van den staat
wilde dienen.
Als Tinville een bandiet als Lameth nuar
hem toezond, dan had hij er zeker een ge-
meene bedoeling mee. Dit overdacht Robes
pierre in het korte oogenblig, waarop de
politiespion op een antwoord en op een be
slissing wachtte.
Goed, zeide hij, vastbesloten. Ik ga
met je mee, burger Lameth. Je weet waar
wij de vijanden van de republiek kunnen
vinden. Ga maar, ik volg je.
Robespierre greep hoed en stok en volgde
hem.
Lameth voerde hem door de donkere
straten in de buurt van de Sectie Brutus
De spion kwam eindelijk bij een huis Hl}
stootte de deur open en liep de trap op
Robespierre volgde hem. Op de donkere
trap kwam een glimlach op zijn gelaat dal
j vaak als een masker leek. Hij zou weten
I te handelen als het noodig was. Op de vier
de verdieping hield zijn gid6 halt Hij wacht
te op het smalle portaal, op Robespierre,
voor bij do deur van de kamer, die op het
portaal uitkwam, ruw opende,
j In de deuropening bleef Robespierre staan
en overzag de kamer, somber, kaal, bijna
j zonder meubelen. Aan de tafel zat een jonge
j vrouw, verschrikt kijkend naar den man,
die van zijn stoel waarop hij was gezeten,
toen de overwachte bezoekers waren bin
nen gekomen, was opgesprongen.
Robespierre keek beiden aan. Hij had in
de vrouw Francoise, in den man, een vroe
ger lid van „de Rosati", Paul Camier har
kend. Hij had Francoise terug gevonden
verouderd, mager en bleek, met niets meer
van de vroegere schoonheid, van de e.*n
voud. die hem zoo had bekoord. En zij had
Paul Gamier gekozen. Kon hij haar dit er-
wijton. die haar had achtergesteld bij Frank
rijk, die terecht aan zijn trouw en aan zijn
liefde kon twijfelen?
Haar leven en dat van haar echtgenoot
was nu in zijn handen
Maximiliaan, zeide zij, opkijkend naar
haar jeugdvriend, die nu koel, streng voor
haar stond, terwijl de oogen van den spion
op hem bleven gevestigd.
In de oogen van Lameth zag hij een ge-
mecne schittering, een waarschuwing, toon
Francoise hem bij zijn naam had genoemd.
Wie is u, zeide Robespierre.
Ik ben Francoise Deshorties, herinnert
gij mij U niet? zeide de vrouw Zij ging
naar een latafel, maakte een lade open cn
haalde er een verwelkte roos uit.
Die gaf u mij eens, op het feest der
Rosati.
Lameth keek hem weer aan. Robespierre
moest handelen, wilde hij morgen niet wor
den aangeklaagd als een verrader der repu
bliek, die verdachten hielp en beschermde.
Lameth, zeide Robespierre ru6tig ter
wijl hij zijn stok vaster omknelde, grijp de
zen man cn arresteer hem
Lameth, met een duivelschen glimlach,
naderde Camier, die een stoel had gegrepen
om zich te verdedigen, maar voor hij de
stoel had kunnen opheffen, daalde de stok
van Robespierre met harden klap neer op
het hoofd van Lameth, die bewu6te'oos
neerzonk.
Robespierre haalde een oud mes uit »ijn
zak c-n met afgeweerd hoofd 6tak hij het
in den keel van den spion.
Toen richtte hij zich tot Francoise. die
hem met uitpuilende oogen aankeek en hij
zeide:
Met dit me6, sneed ik eens. Mevrouw,
van haar stengel, deze roos die ik u gaf en
die ii bewaarde. Ik sneed er ook den dourn
af. omdat ik bang was. dat u zich zou ver
wonden. En met ditzelfde mes sneed ik
opnieuw een doorn af, die uw leven be
dreigde. De roos, die u bewaarde als een
herinnering aan mij, bewaarde u voor de
guillotine, u en uw man. Vlucht uit Pari.is,
nog van nacht, ik zal u daarbij helpen
Haastig schreef hij wat op een papier, dat
hij onderteekendc.
Hij gaf het aan Camier en zeide, terwijl
hij ee.n beurs uit den zak haalde:
Hier is een vrijgelijde en hier geld Gij
zult rustig de grens van Frankrijk kunnen
overgaan. Wacht tot hetere tijden voor u
aanbreken. Wij kunnen nu niet rustig wnn-
delen aan do oevers van de Scarpe.
En Robespierre vertrok haastig, na be
leefd zijn hoed tc hebben afgenomen.
(Nadruk verboden).
Nederlandscb fabrikaat
In dc April aflevering van het tijdschrift
van dc Verecniging Ncderlandsch Fabrikaat
wordt medcdecling gedaan van dc alge-
raeenc ledenvergadering die op Vrijdag 22
Juni te Amersfoort zal plaats vinden.
De prac-adviscur over het onderwerp:
„Het vóór en tegen van do leuze: Steunt
Ncderlandsch Fabrikaat dc beer II. F. R.
Snoek, secretaris-penningmeester der Ver
ecniging, komt aan bet slot van zijn uit
voerige en gedocumenteerde uiteenzetting
tot de conclusie, dat het een plicht van elk
Nederlander is aan dc voortbrengselen van
ons land voorkeur boven buitenlandsch fa
brikaat te geven, omdat daarvan het go-
volg is:
a. Vermindering van werkloosheid.
b. Verlaging van belastingen.
c. Verhooging van de onafhankelijkheid
van Nederland.
d. Bevordering van de verbetering van den
economischen toestand van Nederland.
Vervolgens trekt de aandacht het eerste
gedeelte van de uitvoerige beschouwing over
„Opkomst en ontwikkeling van de fabrieks
nijverheid". Het ligt in dc bedoeling, dat
deze reeks artikelen voort te zetten geza-
melijk in een afzonderlijk boekwerkjo zal
worden uitgegeven ten dienste van onder-
wijs-autoriteiten om daarvan gebruik te ma
ken bij het onderwijs in de aardrijkskunde
en (op de lagere scholen) in natuurkunde.
Op zeer bevattelijke en duidelijke wijze
wordt een algemeene indruk gegven omtrent
de hoogte waarop de Nederlandeche nijver
heid staat.