Stadsnieuws
ItiARIUS BLOK
GENERAAL-MAJOOR
H. G. WINKELMAN
Naar WOERDMAN
VOOR
GLAS
VERF EN
BEHANG
LUITENANT-KOLONEL
J. H. VAN REEDE
Concertgebouw - Trio
in Amicitia
BORGERLAAN 3
REVUE VAN DE FILM
Een der meest verdienstelijke
en bekwame officieren gaat
ons leger verlaten
Den lsten Mei aA zal een der meest ver?
dienstoüjke cn der meeat bekwame officie
ren ons leger gaan verlaten. Op dien datum
zal de generaal-majoor H. G. Winkelman
alhier het common lo over de Vierde Dividie
hebben neergelegd en zal hij, nadat hij tot
luitenant-Generaal zal zijn bevorderd, het
zoo welverdiende pent-ioen gaan genieten.
Generaal Winkelman werd, na daartoe aan
de Koninklijke Militaire Acadcmio te zijn
opgeleid, in 1896 op twin tig jarigen leeftijd
benoemd tot tweede luitenant der infante
rie. Na in 1901 tot eersto luitenant te zijn
bevorderd, ging hij de lessen aan de Hoo-
gere Krijgddchoo: /olgen, waar hij tot de
beste leerlingen behoorde In dien rang viel
hem de onderscheiding te beurt van te
worden overgeplaatst bij het destijds nog
bestaande regiment Grenadiers en Jagers.
In 1913 werd hij bevorderd tot kapitein der
infanterie, waarna ij overplaatsing volgde
naar den Gcneralen Staf. Al*, kapitein van
■den staf werd hij te werk gesteld bij de
Tweede Afdeeling van het toenmalige De
partement van Oorlog. In deze functie trok
ken zij groote bekwaamheden reeds de aan
dacht. Na in 1924 tot majoor to zijn be
vorderd, werd hem ten tweeden male de
onderscheiding deelachtig van te worden
overgeplaatst bij Harer Majesleits keur.
corpsen; hij werd namelijk hoofdinstruc
teur bij het regiment Grenadiers. Dit re
giment moest den bekwamen majoor echter
weer spoedig afstaan, want toen majoor
Larnbooy in Augustus 1925 het ininisters-
schap aanvaardde, werd de toenmalige ma
joor Winkelman weder overgeplaatst bij
den Gcneralen Staf cn bestemd tot opvolger
van den minister in diens functie van sous
chef van den staf van het hoofdkwartier
van het veldleger. Het behoeft verder geen
betoog, dat de thans scheidende divisie-
commandant ook in deze functie uitblonk.
Nadet in 1925 de bevordering tot luitenant-
kolonel had plaats gehad, cn do kolonel
Schuurman, tot dusver chef van den staf
het hoofdkwartier van het veldleger, tot
generaal-majoor en commandant der Twee
de Divisie was benoemd, werd generaal
Winkelman, zooals wel door iedereen werd
verwacht, aangewezen als opvolger van ko
lonel Schuurman, aan welke benoeming
de bevordering tot kolonel van den genc-
ralcn staf werd verbonden. Als chef van
den 6taf mocht do generaal Winkelman
twee opeenvolgende commandanten van h"t
veldleger op de meest eminonto wijze ter
zijde staan, totdat de benoeming tot gene
raal-majoor, commandant der Vierde Di
visie, den generaal ln een anderen gevvich-
tigen werkkring de^d overgaan.
NIEÜWSTRAAT lt.
LANGESTRAAT 103. ToL 866.
KUNSTENAARS-GILDE.
Gisteravond te dezer stede opgericht.
Gisteravond is alhier opgericht het Amers-
foortsch Kunstenaarsgildo. Er traden een
30-tal leden toe, wonende in Amersfoort,
Doorn, Epc, Leusden, Nijkerk, Putten, Soest
en Woudenberg. Wij hopen cp dit kunste-
naarsgildc nog nader terug tc komen.
Met zijn vertrek uit den militairen
dienst wordt een succesvolle
loopbaan afgesloten
Generaal H. G. WINKELMAN.
Onder de hierboven genoemde bevorderin
gen waren er meerdere, welke „buitenge
wone bovorderingen bij keuze"' waren en
welke waarschijnlijk hebben plaatsgevon
den cm den thans vertrekkenden generaal
op niet al te hoogen leeftijd in de hoogste
rangen te brengen. In het leger dacht men
dan ook algemeen, dat voor generaal Win
kelman, zoowel wegens zijn bekwaamheid
als wegens zijn karaktereigenschappen nog
een der hoogste tweo betrekkingen, die van
commandant van het veldleger of chef van
den gcneralen staf zou zijn weggelegd. Dat
deze gedachte niet is verwezenlijkt ia
waarschijnlijk een gevolg van dc omstan
digheid, dat „doirstrooming" in het offi
cierecorps thans meer dan vroeger geboden
is.
Do benoeming tot luitenant-generaal ie
intu6schen een openlijke erkenning van het
feit, dat generaal Winkelman voor de hoog
ste functies in het leger ten volle geschikt
was.
Mogen nog vele goede jaren voor den
eerlang van Amersfoort scheidenden gene
raal zijn weggelegd.
Generaal Winkelman is Ridder in de Or
den van den Nederiandschcn Leeuw cn van
Oranje-Nassau, draagt het eere teeken voor
35-jarigen Nederlandschen dienst als offi
cier on is Commandeur in de Orde van het
Zwaard (Zweden), in de Sint Olaf-Ordo
(Noorwegen) en ln do Orde van den Witten
Leeuw (Tsjecho-Slovaldije).
Op 1 Mei a.s. zal Luitenant-Kolonel J
H. van Re ede den militairen dienst
met pensioen verlaten.
Een tijdperk van 40 dienstjaren zal hier
mede worden afgesloten, waarvan 36 jaren
doorgebracht in de verschillendo officiers
rangen.
Dc naam van den vertrekkenden hoofd
officier zal in dc eerste plaats verbonden
blijven aan onze militaire Rijschool, aan
j welke instelling de Overste van Recde in
I onderscheidene functies niet minder dan
23 jaren werkzaam geweest is.
Hoewel het record, op naam staande van
den Kolonel von Hugucnin, die van 1857—
1888 onafgebroken aan do Rijschool was
verbonden, hiermedo niet werd aangetast,
is de langjarige werkzaamheid van Overste
van Rende voor deze school toch een zoo
merkwaardig feit, dat hier allereerst een
kort overzicht moge volgen van den mili
tairen loopbaan van den heer Van Reede,
meer speciaal in verband met zijne ver
houding tot de Rijschool.
Benoemd tot 2c luitenant bij het Wapen
der Artillerie den 28cn Juli 1898 cn op 5
November 1902 tot lc luitenant bevorderd,
volgde reeds in Mei 1905 zijne eerste de
tachecring aan de Rijschool la dezer stede
Nadat deze in Mei 1907 was beëindigd,
werd de toenmalige luitenant van Recde
terstond aangewezen voor het volgen van
een één-jarigen herhalingscursus, welke
du6 tot Mei 3908 duurde. De troependionst,
die thans volgde en die werd doorgebracht
bij het le Regiment Veld-Artillerie alhier,
zou slechts van korten duur zijn. Reeds in
1911, bij den aanvang van den nieuwen
twee jarigen cursus, benoemd tot luitenant
instructeur aan de Rijschool, volgde een
vier-jarige werkzaamheid aan deze instel
ling, welke zou eindigen, toen in 1915 het
ondderricht wegens de mobilisatie tijdelijk
werd stopgezet. In deze periode vond dc
bevordering tot kapitein plaats, n.l. op
1 April 1913.
Toen op 2-4 Maart 1919 de Rijschool weer
in bedrijf werd gesteld, bleef de heer van
Recde zijn plaats in het instructeurs-korps
behouden. Gedurende 7 achtereenvolgende
één-jarige cursussen heeft hij daarna als
kapitein-instructeur, en sedert 31 December
1925 als majoor-instructeur rijkundig on-
Overste J. H. VAN REEDE.
derricht aan de Rijschool gegeven, waarbij
speciaal de dressuur en de africhtingskuns:
aan zijne zorgen werden toegevertrouwd
üp 1 October 1920 volgde zijne benoeming
tot Directeur der Rijschojl, welke functie
hij bleef vervullen, ook nadat hij op 1 Mei
1929 tot luitenant-kolonel was bevorderd.
Het spreekt wel vanzelf, dat van iemand
die zoo vele jaren aan de Rijschool een
leidende functie vervulde, een zeer grooU
invloed moest uitgaan ten aanzien van de
instandhouding en de ontwikkeling der
militaire rijkunst. Instandhouding voor wat
betreft datgene waarvan reeds door bekvva
me voorgangers do grondslagen werden ge
legd cn wij denken hierbij dan in de eerste
plaats aan den gepensionneerden Gene
raal-Majoor der Cavalerie Baron van 01
dennecl, den stiohter van dc Nieuwe School
ten onzent.
Als een zijner ijverigste discipelen steldp
dc Overste van Recde het zich tot taak
dicn6 arbeid voort te zetten, waarbij zijn
diepgaande studie op dit gebied, zijn hel
der inzicht cn groote rijkunstige gaven hem
den weg wezen om de beginselen dor mo
derne rijkunst tot verdere ontwikkeling te
brengen.
Als een monument ter eere van den schei
denden Directeur zullen in ons leger be
houden blijven het „Voorschrift Paardiij-
den", waarin zoowel de opleiding van den
dienstplichtigen ruiter als de grondslagen
van de rijkunst voor meer gevordenden
zijn vastgelegd, zoomede liet „Voorschrift
Africhting Legerpaarden'welke beide
voorschriften hoofdzakelijk het werk zijn
van Overete van Roede.
Toen op 1 December 1932 de Rijsclioo!
haar 75-jarig bestaan herdacht, bij wo.k'.
gelegenheid door den Inspecteur der Cava
leric een herdenkui$8hVde werd uitgespro
kdn, zijn de verdiensten van den heer van
Roede op ondubbelzinnige wijze door deze
autoriteit geprezen Dc spreker heeft daar
bij ook in het licht gesteld liet bescheiden
karakter van den Directeur der Rijschool
wars van alle eer on roemzuchtige nei
gingen. Wanneer wij dit hier nog eens
speciaal memorecrcn, dan willen wij in dit
verband wijzen op het feit, dat Overste van
Recde dientengevolge betrekkelijk weinig
van zich heeft doen spreken als wedstrijd
ruiter. Dc concours-ring was hem intus-
schen niet vreemd cn wanneer het er om
ging Neerland's driekleur op internationale
dressuurwedstrijden hoog tc houden, dan
kon men van Reede onder de deelnemers
verwachten.
Zoo was in 1924 dc toenmaligo kapitein
van Rcede op Slleve Gallion in den zade.
op de Olympische Ruiterwedstrijdcn te Pa-
rlj6, welke combinatie zich ln den zwaren
Individueelen Dressuurwedstrijd zeer eervol
wist te plaatsen.
Ook in 1928 vertegenwoordigde Majoor
van Reede ons land bij de Olympische spe
len. In den Individucelen Drcssuurwed6trijó
eindigde hij met Hans op de 8ste plaat»
onder 29 deelnemers, welk resultaat er wol
toe heeft bijgedragen dat Nederland in den
iandenwedstrijd van 8 verschillende naties
dc derde plaats bezette.
Hoezeer de arbeid van Overste van Reede
het belang van de rij en africhtings
kunst in het leger, ook door hoogerhand
gewaardeerd is geworden, moge wel blijken
uit de onderscheidingen, welke hom in den
loop der jaren zijn ten deel gevallen. Van
de zijde van H. M. de Koningin mocht hem
tot driemaal toe de eer eener decoratie te
beurt vallen laatstelijk ter gelegenheid van
het 75-jarig Rijschool-jubileum, toen Over
ste van Reede benoemd werd tot Ridder in
de Orde van den Nederlandschen Leeuw
De instelling eener „Dressuur-Medaillo"
door de officieren der Bereden wapens van
het Nederlandsche en Nederland6ch-Indi
scho Leger was mede een huldo aan het
adres van den heer van Reede, wiens beel
tenis op deze medaille prijkt. F.en gedenk
plaat, hetzelfde borstbeeld toonende, welk
kunstwerk dc beeldhouwster, mejuffrouw
G. Rucb, alle eer aan doet, werd bij ge
noemd jubileum aan dc Rijschool aangebo
icn, waarmede de verdiensten van haar
Directeur tevens werden geëerd.
De herinnering aan den vertrekkenden
hoofdofficier zal voorts nog blijvend wor-
Icn bewaard, door dat dc nieuwo manpge
van het 5e Regiment Veld-artillerie alhier
die in December j.l. feestelijk werd ingc
wijd, diens naam draagt.
Dc „Manege van Recde" zal naar wij
hopen tot in lengte van dagen ervan
cetuigcn. dat een officier van het Wapen
der Artillerie, een zóó vooraanstaande
plaats in dc geschiedenis der Ncderland-
che Militaire Rijkunst heeft ingenomen.
MUZIEK
ZAALILERIflIS IN „ST. JOZEF".
Ten bate van het R. K.
Bouwfonds St. JozcL
Ieder die het Bouwfonds St. Jozef wil steu-
icn, kan dit op een aangename manier doen,
Joor een bezoek te brengen aan de zaalkcr-
nis in het St. Jozefgebouw van d"i R. K.
Verklicdenvereeniging aan de Lieve Vrou
vestraat, waartoe men óók morgen nog in de
elegenheid is.
Dc beschikbare zaalruimte heeft men prac
isch ingedeeld, door de verschillende kra
men langs den wand op te stellen met een
.Amerikaanschc Hoepla" in het midden.
Behalve de gebruikelijke attracties als hen
'clen, sjoelbakken, prijsschieten spijkers
met koppen) slaan, touwtrekken en een rui
ne thcctent zal het bestuur iederen dag een
^\tra verrassing brengen, terwijl muziek van
Ie R. K. Muziekvcrceniging Wilskracht het
mgetwijfekl vroolijk aspect zal verhoogen.
Verder zullen een paar clowns zorgen, dat
het publiek zich voortdurend amuseert.
LEERAAR VIOOL
SPREEKUUR DAQELIJK8 VAN 1-2 UUR
Een mooie avond van
den Kunstkring
Het heeft, naar ons ter oorc is gekomen,
bij vele gcabunncerden op dc concerten serie
van den Kunstkring teleurstelling gewekt,
dat het concert, dat door de Société des In
struments anciens zou worden gegeven doch
wegens het overlijden van H.M. do Koningin-
Moeder moest worden uitgesteld, door het
vertrek der musici moest worden afgelast.
Inderdaad vormde de aankondiging van het
optreden dezer beroemde musici een der at
tracties, die vele leden tot intcckening op de
concerten zal hebben bewogen.
Doch de helaas niet over-talrijke bezoe
kers van het gisterenavond in Amicitia door
het Concertgebouw-Trio gegeven concert zul
len ongetwijfeld in groote meerderheid tot
dc erkenning gekomen zijn, dat de ruil geen
slechte geweest is. Op zich zelf staan de
namen van artisten van het kaliber van
.ouis Zimmerman, Marix Loevensohn en
Stephen Bcrgmann cr reeds borg voor, dat
het gebodenc aan hoogc verwachtingen zal
voldoen. Doch, waar artisten van zoo sterke
individualiteit tezamen musicccren, bestaat
steeds het gevaar, dat de eenheid in het ge
drang komt. Des tc grooter was dus gisteren
avond onze bewondering voor het waarlijk
volmaakte samenspel, dat we tc genieten
kregen. Dit samenspel is van een geserreerd
heid, het klank-volume der verschillende
stemmen is zoo zuiver afgewogen, dc muzika
le opvattingen passen zich zoo voornaam aan
elkaar aan, als wc slechts zelden bij kamer-
muziek-opvocringcn, zelfs van wereld-be
roemde ensembles, te hooren krijgen.
Zonder daarbij aan dc verdiensten der bei
de andere musici tekort tc willen doen, wil
len wc toch den cercpalm uitreiken aan Ste-
phon Bcrgmann, die den geheelcn avond
onze aandacht met zijn verbluffend kunst
zinnig pianospel gevangen heeft gehouden.
Zijn volmaakte techniek, zijn schitterend flu-
weelen toucher, zijn geacheveerd pedaalge-
bruik, zijn muzikaal aanpassingsvermogen
dwongen onze bewondering af voor zijn kun
nen. Voor oen artist met zoo groote muzikale
intuïtie moet het een genot zijn to kunnen
samenwerken met kunstenaars van 200 groo
te capaciteit als Zimmerman cn Loevensohn.
Van dc uitgevoerde werken liccft ons het
eerste, het Trio in G majeur No. 1 van Haydn
het meest kunnen bekoren. Vooral het be
kende Rondo alia Ungarcso, dat in diaboli
sche vaart werd gespeeld, maakte door zijn
echt-Haydnschc blijheid grootcn indruk
liet Trio in C mineur, opus 101 van Brahms
gaf ons in volle maat dc wisselende wee
moedige, heroïsche en mystcricusc stemmin
gen, waarvan Brahms het geheim bezat. Het
werk is wat z.wnarwichtig cn soms - zooals
In het derde deel door dc wisselende maat-
vordcclingcn cn het zondcrlingdiltcrceren der
slrijk- en piano-passages wat onduidelijk.
Toch boeit het wel door zijn warme muzika
liteit.
Het Trio in B mineur, opus 50, van Tsjai-
kowski is hier en daar wat pralerig en heeft
momenten, die gebrek aan inspiratie verra
den. Doch in andere doelen, zooals in de
variaics, in den spanningsvollen climax na de
laatste variatie, in de dramatische afsluitin
gen van het eerste cn laalstc deel herkennen
we weer den Tsjaikowski der symphonicön.
Do wegstervende treurmuziek aan het slot
werd door de musici zoo volmaakt-suggestie!
vertolkt, dat het, toen de laatste toon was
weggeklonkcn, geruimen tijd duurde, voor
dat het publiek de gekweekte stemming door
bijvals-bctuigingen dorst te verbreken
SCHWERZEL.
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort maakt
bekend, dat volgens besluit van Gedeputeerde
Staten van Utrecht van Ij April 1934, 4e Afd.
No. 44/34 in de provincie Utecl do kooiman
in 1934 verplicht is zijn kooieenden opgeslo
ten of gehokt te houden van 2 Juli 1934 tot
en met 15 September 1934.
CHR. GEREFORMEERDE KERK
Naar do Chr. Gereformeerde Kerk, alhier,
is beroepen W. Heerma, uit Aalsmeer.
De nieuwe films in City Theater
en Cinema Amicitia
Ve lilm „Es gibt nur cinc Liebe' verschilt
in wezen niet veel van het hooggehakte
meisje met de slanke, kunstzijden beencn,
liet gracieuze figuurtje in het nauwsluitende
mantelpakje, met de groote, onschuldige
blauwe oogen en het kleine schuldige, roodc
mondje onder den breedgeranden, fluwcelcn
hoed, dat niet één liefde kent en door haai*
opvallend uiterlijk in de straat via winkel-
etalages nagekeken wordthet gedurfde
type, dat juist zooveel lieve gebaartjes cn
zinnetjes uit groote-oplaagromans kent, om
cén avond tc amuseeren.
Zoo biedt „Es gibt nur cine Liebe" van
alles juist genoeg om ons écn avond te ver
maken. Louis Graveure zorgt voor een drie
tal vocale intermezzi dat we met eenigen
wrevel naar een eventueclc vierde»geluisterd
zouden hebben, lag heusch niet aan zijn
boeienden tenor de regisour Johannes
Meyer zorgde voor verrukkelijke bergland
schappen cn een merkwaardige verrassing
in het scenario.
Jenny Jugo was aanbiddelijk onbevangen,
maarwaakzaam.
Eva Eras ongenaakbaar als de zich. revan-
checerende partnerin en Heinz Ruhmann en
Ralph Arthur Roberts zoo'n komisch duo,
dat wij het betreurden, dat laatstgenoemde
geen grooter aandeel in bet tweede gedeelte
van de film had. Een rolprent even afwis
selend als dc landstreken op het doek, waar
van men eerst later de betrekkelijko opper
vlakkigheid van den inhoud zal ontdekken.
Een handelaar in „groote en kleine wa
pens" moet zijn auto aan de „zoogenaamde"
politie afstaan om een paar bandieten te
achtervolgen. Als de directeur, Wcllenreiter
zijn secretaresse een Engelschen brief dic
teert verschijnt een ongeschoren individu, in
werkelijkheid, een bekend zanger, die daar
in de omgeving jaagt met een collega. Door
allerlei omstandigheden worden zij voor de
Heinz Riihmann.
bandieten gehouden, gevreesd door Wcllen
reiter, bemind door het minderjarige en dus
nog romantische meisje. In baar kinderlijk
heid volgt zij dc beide „roovers" naar Ber
lijn, waar zij al gauw in conflict komt met
de partnerin van den zanger. Deze komt er
achter, waar het minderjarige meisje thuis
hoort. Ilct blijkt dan, duf zij door de politie
gezocht werd omdat zij zich aan den voogdij
raad heeft onttrokken.
„Es gibt jedoch nur cine Liebe" zoowel
voor haar als voor Ilenry zoodat zij niet
lang in do inrichtrg vertoeft.
De film helt ccr.crzijds naar een geslaagde
komisohe, anderzijds naar een minder pak
kende muzikale film over, maar is als geheel
zeker zoo kostelijk als zoovele van haar
ïJ.K.A.-voorgangsters.
Het voorprogramma, dat deze week bizon-
dere vermelding verdient, geeft aardige
snap-shots van den voetbalwedstrijd Neder
land—Ierland en eenigo werkelijk verbluf
fende staaltjes varictc-kunst.
Cinema Amicitia.
De pakkende en nog steeds actuecle stof
van Gerhard Mcnzel's roman „Flüchtlinge"
is door den regisseur Gustav Ucicky ten volle
uitgebuit voor een in dramatisch opzicht
sterke film die men deze week eenige dagen
in Amicitia kan zien. Tervville van een im
posante massa-regie werd het tooneel echter
van het eenzame spoorwegstation Puhai uil
liet boek, verplaatst naar het goederensta
tion der stad Cliarbin uitNeubabclsberg.
De onvakkundig aangelegde rails, die dank
zij een stoutmoedigen cameraman, Fritz
Wagner genaamd, langs ons heen flitsen,
hebben eens gelegen op een spoorwegtraject
in Seddin, nabij Potsdam!
Dank zij dc medewerking van de 300 Rot-
terdamsche Pindachineezcn en een verbluf
fende mise-en-scène met afwisselend het
deels stukgeschoten station .het geweldige
water-reservoir, dc groote Russisch-Aziati-
sche bank en het gepavoiseerde gebouw van
de internationale commissie op den achter
grond, is de regisseur er in geslaagd, bijgc
staan door de architecten Herlth en Röhrich,
het Charbin van 1S28, zooals het beurtelings
plat-geschotcn cn opgebouwd werd, te
scheppen.
Charbin met zijn gemêleerde bevolking
het is van den regisseur goed gezien om elk
ras zijn moedertaal te laten spreken met
zijn neutrale zóne de handelsstad Pristan
met 'haar Russische nederzetting cn tenslotte
met zijn politieke en strategische waarde als
spoorwegcentrum van Noord-Mandsjoerijc,
waarheen aan het einde van den wereld
oorlog een deel van het verslagen Russische
leger en tienduizenden leden van den Rus-
sischen adel en de bourgeoisie uitweken.
Van deze uittocht wist menig Duitsch sol
daat en officier gebruik te maken om te ont
komen aan de verschrikkelijke ballingschap
in Siberië, ten einde zijn landslieden in
China te bereiken.
Voor den steeds verder schrijdenden roo
den terreur, vluchten ook de Duitsche Wol-
ga-boeren, die met achterlating van alles,
duizenden mijlen ver, door woestijnen, step
pen gebergten en moerassen naar Noord-
Mandsjoerije trokken om het vecge lijf in
Charbin te bergen. Voor het troepje, dat in
deze film onder aanvoering van den Duit-
sch<»n ingenieur Laudy (Eugen Klönfer). na
bijna wanhopige pogingen binnen de scheu
rende muren komt is het er al evenmin
veilig, want Laudy wordt door den Sovjet
gezocht. Een Sovjet-Commissaris met solda
ten, tankwagens en machinegeweren is hem
op het spoor en tracht tc verhinderen, dat
hij met zijn zuster Krist ja (Katho von Nagy)
zijn landgenootcn bereikt. Alhoewel Laudy
oersterk is, ontbreekt het hem aan doortas
tendheid rond hen spelen zich de hart-
erscheurendste tooneelen afalles vlucht,
vlucht
Dank zij Kistja komt dit troepje in aan
raking met den officier Arneth van het Chi-
neesche leger (Hans Albers), die hen hoewel
in den beginne met eenigen tegenzin, op het
kritieke moment redt. Terwijl de kogels hen
om dc ooren fluiten, de machinegeweren
knetteren, muren met een geweldig geraas
instorten, rijdt de trein weg uit deze hel en
eerst dan valt een adembenemende beklem
ming van ons af.
Kfithe yon Nagy als Krlstja.