Stadsnieuws ItiARIUS BLOK GENERAAL-MAJOOR H. G. WINKELMAN Naar WOERDMAN VOOR GLAS VERF EN BEHANG LUITENANT-KOLONEL J. H. VAN REEDE Concertgebouw - Trio in Amicitia BORGERLAAN 3 REVUE VAN DE FILM Een der meest verdienstelijke en bekwame officieren gaat ons leger verlaten Den lsten Mei aA zal een der meest ver? dienstoüjke cn der meeat bekwame officie ren ons leger gaan verlaten. Op dien datum zal de generaal-majoor H. G. Winkelman alhier het common lo over de Vierde Dividie hebben neergelegd en zal hij, nadat hij tot luitenant-Generaal zal zijn bevorderd, het zoo welverdiende pent-ioen gaan genieten. Generaal Winkelman werd, na daartoe aan de Koninklijke Militaire Acadcmio te zijn opgeleid, in 1896 op twin tig jarigen leeftijd benoemd tot tweede luitenant der infante rie. Na in 1901 tot eersto luitenant te zijn bevorderd, ging hij de lessen aan de Hoo- gere Krijgddchoo: /olgen, waar hij tot de beste leerlingen behoorde In dien rang viel hem de onderscheiding te beurt van te worden overgeplaatst bij het destijds nog bestaande regiment Grenadiers en Jagers. In 1913 werd hij bevorderd tot kapitein der infanterie, waarna ij overplaatsing volgde naar den Gcneralen Staf. Al*, kapitein van ■den staf werd hij te werk gesteld bij de Tweede Afdeeling van het toenmalige De partement van Oorlog. In deze functie trok ken zij groote bekwaamheden reeds de aan dacht. Na in 1924 tot majoor to zijn be vorderd, werd hem ten tweeden male de onderscheiding deelachtig van te worden overgeplaatst bij Harer Majesleits keur. corpsen; hij werd namelijk hoofdinstruc teur bij het regiment Grenadiers. Dit re giment moest den bekwamen majoor echter weer spoedig afstaan, want toen majoor Larnbooy in Augustus 1925 het ininisters- schap aanvaardde, werd de toenmalige ma joor Winkelman weder overgeplaatst bij den Gcneralen Staf cn bestemd tot opvolger van den minister in diens functie van sous chef van den staf van het hoofdkwartier van het veldleger. Het behoeft verder geen betoog, dat de thans scheidende divisie- commandant ook in deze functie uitblonk. Nadet in 1925 de bevordering tot luitenant- kolonel had plaats gehad, cn do kolonel Schuurman, tot dusver chef van den staf het hoofdkwartier van het veldleger, tot generaal-majoor en commandant der Twee de Divisie was benoemd, werd generaal Winkelman, zooals wel door iedereen werd verwacht, aangewezen als opvolger van ko lonel Schuurman, aan welke benoeming de bevordering tot kolonel van den genc- ralcn staf werd verbonden. Als chef van den 6taf mocht do generaal Winkelman twee opeenvolgende commandanten van h"t veldleger op de meest eminonto wijze ter zijde staan, totdat de benoeming tot gene raal-majoor, commandant der Vierde Di visie, den generaal ln een anderen gevvich- tigen werkkring de^d overgaan. NIEÜWSTRAAT lt. LANGESTRAAT 103. ToL 866. KUNSTENAARS-GILDE. Gisteravond te dezer stede opgericht. Gisteravond is alhier opgericht het Amers- foortsch Kunstenaarsgildo. Er traden een 30-tal leden toe, wonende in Amersfoort, Doorn, Epc, Leusden, Nijkerk, Putten, Soest en Woudenberg. Wij hopen cp dit kunste- naarsgildc nog nader terug tc komen. Met zijn vertrek uit den militairen dienst wordt een succesvolle loopbaan afgesloten Generaal H. G. WINKELMAN. Onder de hierboven genoemde bevorderin gen waren er meerdere, welke „buitenge wone bovorderingen bij keuze"' waren en welke waarschijnlijk hebben plaatsgevon den cm den thans vertrekkenden generaal op niet al te hoogen leeftijd in de hoogste rangen te brengen. In het leger dacht men dan ook algemeen, dat voor generaal Win kelman, zoowel wegens zijn bekwaamheid als wegens zijn karaktereigenschappen nog een der hoogste tweo betrekkingen, die van commandant van het veldleger of chef van den gcneralen staf zou zijn weggelegd. Dat deze gedachte niet is verwezenlijkt ia waarschijnlijk een gevolg van dc omstan digheid, dat „doirstrooming" in het offi cierecorps thans meer dan vroeger geboden is. Do benoeming tot luitenant-generaal ie intu6schen een openlijke erkenning van het feit, dat generaal Winkelman voor de hoog ste functies in het leger ten volle geschikt was. Mogen nog vele goede jaren voor den eerlang van Amersfoort scheidenden gene raal zijn weggelegd. Generaal Winkelman is Ridder in de Or den van den Nederiandschcn Leeuw cn van Oranje-Nassau, draagt het eere teeken voor 35-jarigen Nederlandschen dienst als offi cier on is Commandeur in de Orde van het Zwaard (Zweden), in de Sint Olaf-Ordo (Noorwegen) en ln do Orde van den Witten Leeuw (Tsjecho-Slovaldije). Op 1 Mei a.s. zal Luitenant-Kolonel J H. van Re ede den militairen dienst met pensioen verlaten. Een tijdperk van 40 dienstjaren zal hier mede worden afgesloten, waarvan 36 jaren doorgebracht in de verschillendo officiers rangen. Dc naam van den vertrekkenden hoofd officier zal in dc eerste plaats verbonden blijven aan onze militaire Rijschool, aan j welke instelling de Overste van Recde in I onderscheidene functies niet minder dan 23 jaren werkzaam geweest is. Hoewel het record, op naam staande van den Kolonel von Hugucnin, die van 1857— 1888 onafgebroken aan do Rijschool was verbonden, hiermedo niet werd aangetast, is de langjarige werkzaamheid van Overste van Rende voor deze school toch een zoo merkwaardig feit, dat hier allereerst een kort overzicht moge volgen van den mili tairen loopbaan van den heer Van Reede, meer speciaal in verband met zijne ver houding tot de Rijschool. Benoemd tot 2c luitenant bij het Wapen der Artillerie den 28cn Juli 1898 cn op 5 November 1902 tot lc luitenant bevorderd, volgde reeds in Mei 1905 zijne eerste de tachecring aan de Rijschool la dezer stede Nadat deze in Mei 1907 was beëindigd, werd de toenmalige luitenant van Recde terstond aangewezen voor het volgen van een één-jarigen herhalingscursus, welke du6 tot Mei 3908 duurde. De troependionst, die thans volgde en die werd doorgebracht bij het le Regiment Veld-Artillerie alhier, zou slechts van korten duur zijn. Reeds in 1911, bij den aanvang van den nieuwen twee jarigen cursus, benoemd tot luitenant instructeur aan de Rijschool, volgde een vier-jarige werkzaamheid aan deze instel ling, welke zou eindigen, toen in 1915 het ondderricht wegens de mobilisatie tijdelijk werd stopgezet. In deze periode vond dc bevordering tot kapitein plaats, n.l. op 1 April 1913. Toen op 2-4 Maart 1919 de Rijschool weer in bedrijf werd gesteld, bleef de heer van Recde zijn plaats in het instructeurs-korps behouden. Gedurende 7 achtereenvolgende één-jarige cursussen heeft hij daarna als kapitein-instructeur, en sedert 31 December 1925 als majoor-instructeur rijkundig on- Overste J. H. VAN REEDE. derricht aan de Rijschool gegeven, waarbij speciaal de dressuur en de africhtingskuns: aan zijne zorgen werden toegevertrouwd üp 1 October 1920 volgde zijne benoeming tot Directeur der Rijschojl, welke functie hij bleef vervullen, ook nadat hij op 1 Mei 1929 tot luitenant-kolonel was bevorderd. Het spreekt wel vanzelf, dat van iemand die zoo vele jaren aan de Rijschool een leidende functie vervulde, een zeer grooU invloed moest uitgaan ten aanzien van de instandhouding en de ontwikkeling der militaire rijkunst. Instandhouding voor wat betreft datgene waarvan reeds door bekvva me voorgangers do grondslagen werden ge legd cn wij denken hierbij dan in de eerste plaats aan den gepensionneerden Gene raal-Majoor der Cavalerie Baron van 01 dennecl, den stiohter van dc Nieuwe School ten onzent. Als een zijner ijverigste discipelen steldp dc Overste van Recde het zich tot taak dicn6 arbeid voort te zetten, waarbij zijn diepgaande studie op dit gebied, zijn hel der inzicht cn groote rijkunstige gaven hem den weg wezen om de beginselen dor mo derne rijkunst tot verdere ontwikkeling te brengen. Als een monument ter eere van den schei denden Directeur zullen in ons leger be houden blijven het „Voorschrift Paardiij- den", waarin zoowel de opleiding van den dienstplichtigen ruiter als de grondslagen van de rijkunst voor meer gevordenden zijn vastgelegd, zoomede liet „Voorschrift Africhting Legerpaarden'welke beide voorschriften hoofdzakelijk het werk zijn van Overete van Roede. Toen op 1 December 1932 de Rijsclioo! haar 75-jarig bestaan herdacht, bij wo.k'. gelegenheid door den Inspecteur der Cava leric een herdenkui$8hVde werd uitgespro kdn, zijn de verdiensten van den heer van Roede op ondubbelzinnige wijze door deze autoriteit geprezen Dc spreker heeft daar bij ook in het licht gesteld liet bescheiden karakter van den Directeur der Rijschool wars van alle eer on roemzuchtige nei gingen. Wanneer wij dit hier nog eens speciaal memorecrcn, dan willen wij in dit verband wijzen op het feit, dat Overste van Recde dientengevolge betrekkelijk weinig van zich heeft doen spreken als wedstrijd ruiter. Dc concours-ring was hem intus- schen niet vreemd cn wanneer het er om ging Neerland's driekleur op internationale dressuurwedstrijden hoog tc houden, dan kon men van Reede onder de deelnemers verwachten. Zoo was in 1924 dc toenmaligo kapitein van Rcede op Slleve Gallion in den zade. op de Olympische Ruiterwedstrijdcn te Pa- rlj6, welke combinatie zich ln den zwaren Individueelen Dressuurwedstrijd zeer eervol wist te plaatsen. Ook in 1928 vertegenwoordigde Majoor van Reede ons land bij de Olympische spe len. In den Individucelen Drcssuurwed6trijó eindigde hij met Hans op de 8ste plaat» onder 29 deelnemers, welk resultaat er wol toe heeft bijgedragen dat Nederland in den iandenwedstrijd van 8 verschillende naties dc derde plaats bezette. Hoezeer de arbeid van Overste van Reede het belang van de rij en africhtings kunst in het leger, ook door hoogerhand gewaardeerd is geworden, moge wel blijken uit de onderscheidingen, welke hom in den loop der jaren zijn ten deel gevallen. Van de zijde van H. M. de Koningin mocht hem tot driemaal toe de eer eener decoratie te beurt vallen laatstelijk ter gelegenheid van het 75-jarig Rijschool-jubileum, toen Over ste van Reede benoemd werd tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw De instelling eener „Dressuur-Medaillo" door de officieren der Bereden wapens van het Nederlandsche en Nederland6ch-Indi scho Leger was mede een huldo aan het adres van den heer van Reede, wiens beel tenis op deze medaille prijkt. F.en gedenk plaat, hetzelfde borstbeeld toonende, welk kunstwerk dc beeldhouwster, mejuffrouw G. Rucb, alle eer aan doet, werd bij ge noemd jubileum aan dc Rijschool aangebo icn, waarmede de verdiensten van haar Directeur tevens werden geëerd. De herinnering aan den vertrekkenden hoofdofficier zal voorts nog blijvend wor- Icn bewaard, door dat dc nieuwo manpge van het 5e Regiment Veld-artillerie alhier die in December j.l. feestelijk werd ingc wijd, diens naam draagt. Dc „Manege van Recde" zal naar wij hopen tot in lengte van dagen ervan cetuigcn. dat een officier van het Wapen der Artillerie, een zóó vooraanstaande plaats in dc geschiedenis der Ncderland- che Militaire Rijkunst heeft ingenomen. MUZIEK ZAALILERIflIS IN „ST. JOZEF". Ten bate van het R. K. Bouwfonds St. JozcL Ieder die het Bouwfonds St. Jozef wil steu- icn, kan dit op een aangename manier doen, Joor een bezoek te brengen aan de zaalkcr- nis in het St. Jozefgebouw van d"i R. K. Verklicdenvereeniging aan de Lieve Vrou vestraat, waartoe men óók morgen nog in de elegenheid is. Dc beschikbare zaalruimte heeft men prac isch ingedeeld, door de verschillende kra men langs den wand op te stellen met een .Amerikaanschc Hoepla" in het midden. Behalve de gebruikelijke attracties als hen 'clen, sjoelbakken, prijsschieten spijkers met koppen) slaan, touwtrekken en een rui ne thcctent zal het bestuur iederen dag een ^\tra verrassing brengen, terwijl muziek van Ie R. K. Muziekvcrceniging Wilskracht het mgetwijfekl vroolijk aspect zal verhoogen. Verder zullen een paar clowns zorgen, dat het publiek zich voortdurend amuseert. LEERAAR VIOOL SPREEKUUR DAQELIJK8 VAN 1-2 UUR Een mooie avond van den Kunstkring Het heeft, naar ons ter oorc is gekomen, bij vele gcabunncerden op dc concerten serie van den Kunstkring teleurstelling gewekt, dat het concert, dat door de Société des In struments anciens zou worden gegeven doch wegens het overlijden van H.M. do Koningin- Moeder moest worden uitgesteld, door het vertrek der musici moest worden afgelast. Inderdaad vormde de aankondiging van het optreden dezer beroemde musici een der at tracties, die vele leden tot intcckening op de concerten zal hebben bewogen. Doch de helaas niet over-talrijke bezoe kers van het gisterenavond in Amicitia door het Concertgebouw-Trio gegeven concert zul len ongetwijfeld in groote meerderheid tot dc erkenning gekomen zijn, dat de ruil geen slechte geweest is. Op zich zelf staan de namen van artisten van het kaliber van .ouis Zimmerman, Marix Loevensohn en Stephen Bcrgmann cr reeds borg voor, dat het gebodenc aan hoogc verwachtingen zal voldoen. Doch, waar artisten van zoo sterke individualiteit tezamen musicccren, bestaat steeds het gevaar, dat de eenheid in het ge drang komt. Des tc grooter was dus gisteren avond onze bewondering voor het waarlijk volmaakte samenspel, dat we tc genieten kregen. Dit samenspel is van een geserreerd heid, het klank-volume der verschillende stemmen is zoo zuiver afgewogen, dc muzika le opvattingen passen zich zoo voornaam aan elkaar aan, als wc slechts zelden bij kamer- muziek-opvocringcn, zelfs van wereld-be roemde ensembles, te hooren krijgen. Zonder daarbij aan dc verdiensten der bei de andere musici tekort tc willen doen, wil len wc toch den cercpalm uitreiken aan Ste- phon Bcrgmann, die den geheelcn avond onze aandacht met zijn verbluffend kunst zinnig pianospel gevangen heeft gehouden. Zijn volmaakte techniek, zijn schitterend flu- weelen toucher, zijn geacheveerd pedaalge- bruik, zijn muzikaal aanpassingsvermogen dwongen onze bewondering af voor zijn kun nen. Voor oen artist met zoo groote muzikale intuïtie moet het een genot zijn to kunnen samenwerken met kunstenaars van 200 groo te capaciteit als Zimmerman cn Loevensohn. Van dc uitgevoerde werken liccft ons het eerste, het Trio in G majeur No. 1 van Haydn het meest kunnen bekoren. Vooral het be kende Rondo alia Ungarcso, dat in diaboli sche vaart werd gespeeld, maakte door zijn echt-Haydnschc blijheid grootcn indruk liet Trio in C mineur, opus 101 van Brahms gaf ons in volle maat dc wisselende wee moedige, heroïsche en mystcricusc stemmin gen, waarvan Brahms het geheim bezat. Het werk is wat z.wnarwichtig cn soms - zooals In het derde deel door dc wisselende maat- vordcclingcn cn het zondcrlingdiltcrceren der slrijk- en piano-passages wat onduidelijk. Toch boeit het wel door zijn warme muzika liteit. Het Trio in B mineur, opus 50, van Tsjai- kowski is hier en daar wat pralerig en heeft momenten, die gebrek aan inspiratie verra den. Doch in andere doelen, zooals in de variaics, in den spanningsvollen climax na de laatste variatie, in de dramatische afsluitin gen van het eerste cn laalstc deel herkennen we weer den Tsjaikowski der symphonicön. Do wegstervende treurmuziek aan het slot werd door de musici zoo volmaakt-suggestie! vertolkt, dat het, toen de laatste toon was weggeklonkcn, geruimen tijd duurde, voor dat het publiek de gekweekte stemming door bijvals-bctuigingen dorst te verbreken SCHWERZEL. KENNISGEVING. De Burgemeester van Amersfoort maakt bekend, dat volgens besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van Ij April 1934, 4e Afd. No. 44/34 in de provincie Utecl do kooiman in 1934 verplicht is zijn kooieenden opgeslo ten of gehokt te houden van 2 Juli 1934 tot en met 15 September 1934. CHR. GEREFORMEERDE KERK Naar do Chr. Gereformeerde Kerk, alhier, is beroepen W. Heerma, uit Aalsmeer. De nieuwe films in City Theater en Cinema Amicitia Ve lilm „Es gibt nur cinc Liebe' verschilt in wezen niet veel van het hooggehakte meisje met de slanke, kunstzijden beencn, liet gracieuze figuurtje in het nauwsluitende mantelpakje, met de groote, onschuldige blauwe oogen en het kleine schuldige, roodc mondje onder den breedgeranden, fluwcelcn hoed, dat niet één liefde kent en door haai* opvallend uiterlijk in de straat via winkel- etalages nagekeken wordthet gedurfde type, dat juist zooveel lieve gebaartjes cn zinnetjes uit groote-oplaagromans kent, om cén avond tc amuseeren. Zoo biedt „Es gibt nur cine Liebe" van alles juist genoeg om ons écn avond te ver maken. Louis Graveure zorgt voor een drie tal vocale intermezzi dat we met eenigen wrevel naar een eventueclc vierde»geluisterd zouden hebben, lag heusch niet aan zijn boeienden tenor de regisour Johannes Meyer zorgde voor verrukkelijke bergland schappen cn een merkwaardige verrassing in het scenario. Jenny Jugo was aanbiddelijk onbevangen, maarwaakzaam. Eva Eras ongenaakbaar als de zich. revan- checerende partnerin en Heinz Ruhmann en Ralph Arthur Roberts zoo'n komisch duo, dat wij het betreurden, dat laatstgenoemde geen grooter aandeel in bet tweede gedeelte van de film had. Een rolprent even afwis selend als dc landstreken op het doek, waar van men eerst later de betrekkelijko opper vlakkigheid van den inhoud zal ontdekken. Een handelaar in „groote en kleine wa pens" moet zijn auto aan de „zoogenaamde" politie afstaan om een paar bandieten te achtervolgen. Als de directeur, Wcllenreiter zijn secretaresse een Engelschen brief dic teert verschijnt een ongeschoren individu, in werkelijkheid, een bekend zanger, die daar in de omgeving jaagt met een collega. Door allerlei omstandigheden worden zij voor de Heinz Riihmann. bandieten gehouden, gevreesd door Wcllen reiter, bemind door het minderjarige en dus nog romantische meisje. In baar kinderlijk heid volgt zij dc beide „roovers" naar Ber lijn, waar zij al gauw in conflict komt met de partnerin van den zanger. Deze komt er achter, waar het minderjarige meisje thuis hoort. Ilct blijkt dan, duf zij door de politie gezocht werd omdat zij zich aan den voogdij raad heeft onttrokken. „Es gibt jedoch nur cine Liebe" zoowel voor haar als voor Ilenry zoodat zij niet lang in do inrichtrg vertoeft. De film helt ccr.crzijds naar een geslaagde komisohe, anderzijds naar een minder pak kende muzikale film over, maar is als geheel zeker zoo kostelijk als zoovele van haar ïJ.K.A.-voorgangsters. Het voorprogramma, dat deze week bizon- dere vermelding verdient, geeft aardige snap-shots van den voetbalwedstrijd Neder land—Ierland en eenigo werkelijk verbluf fende staaltjes varictc-kunst. Cinema Amicitia. De pakkende en nog steeds actuecle stof van Gerhard Mcnzel's roman „Flüchtlinge" is door den regisseur Gustav Ucicky ten volle uitgebuit voor een in dramatisch opzicht sterke film die men deze week eenige dagen in Amicitia kan zien. Tervville van een im posante massa-regie werd het tooneel echter van het eenzame spoorwegstation Puhai uil liet boek, verplaatst naar het goederensta tion der stad Cliarbin uitNeubabclsberg. De onvakkundig aangelegde rails, die dank zij een stoutmoedigen cameraman, Fritz Wagner genaamd, langs ons heen flitsen, hebben eens gelegen op een spoorwegtraject in Seddin, nabij Potsdam! Dank zij dc medewerking van de 300 Rot- terdamsche Pindachineezcn en een verbluf fende mise-en-scène met afwisselend het deels stukgeschoten station .het geweldige water-reservoir, dc groote Russisch-Aziati- sche bank en het gepavoiseerde gebouw van de internationale commissie op den achter grond, is de regisseur er in geslaagd, bijgc staan door de architecten Herlth en Röhrich, het Charbin van 1S28, zooals het beurtelings plat-geschotcn cn opgebouwd werd, te scheppen. Charbin met zijn gemêleerde bevolking het is van den regisseur goed gezien om elk ras zijn moedertaal te laten spreken met zijn neutrale zóne de handelsstad Pristan met 'haar Russische nederzetting cn tenslotte met zijn politieke en strategische waarde als spoorwegcentrum van Noord-Mandsjoerijc, waarheen aan het einde van den wereld oorlog een deel van het verslagen Russische leger en tienduizenden leden van den Rus- sischen adel en de bourgeoisie uitweken. Van deze uittocht wist menig Duitsch sol daat en officier gebruik te maken om te ont komen aan de verschrikkelijke ballingschap in Siberië, ten einde zijn landslieden in China te bereiken. Voor den steeds verder schrijdenden roo den terreur, vluchten ook de Duitsche Wol- ga-boeren, die met achterlating van alles, duizenden mijlen ver, door woestijnen, step pen gebergten en moerassen naar Noord- Mandsjoerije trokken om het vecge lijf in Charbin te bergen. Voor het troepje, dat in deze film onder aanvoering van den Duit- sch<»n ingenieur Laudy (Eugen Klönfer). na bijna wanhopige pogingen binnen de scheu rende muren komt is het er al evenmin veilig, want Laudy wordt door den Sovjet gezocht. Een Sovjet-Commissaris met solda ten, tankwagens en machinegeweren is hem op het spoor en tracht tc verhinderen, dat hij met zijn zuster Krist ja (Katho von Nagy) zijn landgenootcn bereikt. Alhoewel Laudy oersterk is, ontbreekt het hem aan doortas tendheid rond hen spelen zich de hart- erscheurendste tooneelen afalles vlucht, vlucht Dank zij Kistja komt dit troepje in aan raking met den officier Arneth van het Chi- neesche leger (Hans Albers), die hen hoewel in den beginne met eenigen tegenzin, op het kritieke moment redt. Terwijl de kogels hen om dc ooren fluiten, de machinegeweren knetteren, muren met een geweldig geraas instorten, rijdt de trein weg uit deze hel en eerst dan valt een adembenemende beklem ming van ons af. Kfithe yon Nagy als Krlstja.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 2