WE GAAN ONGESLAGEN NAAR ROME EN BELGIE GAAT MET ONS MEE AMERSFOORTSCH DAGBLAD FRAAIE ZEGE IN ANTWERPEN Maandag 30 April 1934 32e Jaargang No. 254 HET HOLLANDSCHE KWARTIER! HULDE! 4 Prachtige doelpunten van onze voorhoede Duizenden Nederlanders juichen De pessicoi6ten hebben toch ongelijk ge kregen. Pessimisten, of liever zwartkijkers, heb je altijd nog, ondanks het feit, dat het Nederlandsche elftal zoo sterk is als nooit te voren. Maar bij velen zat de Bel gen-vrees er nog diep in. zoodat de dui zenden, die Zaterdag en Zondag over den Moerdijk zijn getrokken, niet voor de volle 100% zekerheid hadden, wat uit den aard der zaak wel zal zijn veroorzaakt door het feit, dat Nederland niet6 meer had te verliezen of to winnen, en België nog moest zien, om naar Rome te komen. Maar zij, die zoo redeneeren hebben gerekend buiten de hoogsportieve. opvattingen, die in onze nationale ploeg heerschen. Wij waren er van overtuigd, dat onze jongens den Belgen zoo goed mogelijk partij zouden ge ven. Daarvoor stond ons de leiding van het team in de persoon van den heer Lotsy borg. Welnu, er is op grandioze manier partij gegeven, en we hebben de overwinning binnen gesleept zelfs in den meest let terlijken zin, omdat de roode duivels buiten gewoon krachtigen weerstand hebben ge boden. De oranje zege is er des te fraaier om, en we hebben de groote voldoening, dat we ongeslagen naar Rome gaan, en bovendien, dat onze plezierigste en oudste tegenstanders met ons de reis naar Italië zullen aan vaarden. Maar laat ons eerst eens vertellen van den uittocht, die Zaterdag en Zondag naar het Zuiden heeft plaats gehad. Duizenden en nog eens duizenden zijn per trein, per bus, per auto en per fiets naar de haven stad aan de Schelde getrokken, om de oranjemannen aan te moedigen cn getui gen te zijn van dezen strijd. De Spoorwe gen hadden al Zaterdag eenige extra trei nen ingelegd, ook Zondag liepen er eenige naar Antwerpen, en bovendien zaten de treinen van do gewone dienstregeling alle maal afgestampt vol. Wat daarnaast nog over den weg naar Antwerpen, is gekomen, is eenvoudig fabelachtig. Tegen het uur, dat de wedstrijd moest beginnen, stonden duizenden auto's op de weilanden rondom het 6tadion geparkeerd. Uit alle deelcn van ons vaderland. En '6 morgens in de bin nenstad was de oranje- of rood- wit- en blauwe kokarde verreweg favoriet. Antwerpen was een Nederlandsche 6tad geworden! Maar hoeveel Hollanders er in het sta dion waren, bemerkte men eerst pas recht, toen het 3 uur was geworden, en de ploegen in het veld traden. Van Heel en zijn mannen kwamen het eerst, onder donderend gejuich van het Hollandsche legioen. Gewuif en gezwaai met vlaggen, en een spontaan Wilhelmus dat, geestdriftig meegezongen, de muziek ■weldra geheel en al overstemde. Een prach tig moment, een demonstratie van gezond nationalisme, waarbij zeer sterk afstak het oogenblik, toen het Belgische elftal binnen kwam. De Braban^onne werd door de mu ziek gespeeld, maar er zong niemand mee' Zouden wij hierin mogen zien de oorzaak van de laatste successen van het Neder landsche elftal, cn ook van de nederlagen der Belgen, het bij ons aanwezig zijn, cn het bij de Belgen mankeeren van nationale saamhoorigheid, zoowel in de voetbalploeg als in het geheele volk? Zoo 6tonden te drie uur Belgische tijd de ploegen tegenover elkaar, in de gepu bliceerde ppstelling. Puck van Heel had den toss gewonnen, en in de eerste helft het nadeel van de zon gekozen. En daar begonnen we. Uit den aard der zaak een vrij nerveus begin, waarbij de Belgen bizonder hard van stapel loopen. Hun elftal sluit direct beter dan het onze, dat blijkbaar eerst nog even warm moet loopen. Dat blijkt het geval te zijn, als Bakhuy6 een schitterende solo-ren onderneemt, maar op het laatste oogenblik van den bal wordt afgewerkt Ziezoo, he( begin is er. Ook de Belgische voorhoede komt bij Keizer op bezoek, Ca- pelle kopt net naast. Dat zijn de eerete verkenningen geweest, en nu gaan we maar wachten op wat er komen gaat Dat is: een zeer 6nelle wedstrijd, met schitterend aanvalsspel van beide teams. Wij kennen de Belgen niet meer! Zij spelen stukken en stukken beter dan in Amsterdam: zij willen hun kan6 benutten. Het publiek ge niet van waarlijk prachtig voetbal, gespeeld door twee 6terkc elftallen. Want die roode duivels zijn waarachtig een zeer krachtige tegenpartij, waaraan de onzen nog een heele kluif zullen hebben. Inderdaad, liet spelbeeld is héél anders dan in Amsterdam Het is schitterend voetbal, maar het is vechten om eiken duim gronds De Bel gische achterhoede, dezelfde die in Amster dam zoo'n 6lechte beurt maakte, staat te verdedigen zoo zwaar, dat onze aanvallers er maar niet langs kunnen komen. Ze zijn zeker, snel en trapvast, die Pappaert cn Smellinckx, cn ze houden Bakhuvs danig in de gaten. Maar kijk die Keizer eens- Het publiek is dol van vreugde en juicht onzen doelman hartelijk toe, als hij in grootschen stijl kort achter elkaar eenige prachtige saves ver richt. Hoera voor Keizer van Male is vergeten. Met een triest gezicht zit hij bij de reserves doch Keizer Is beterl Daar krijgen de Belgen een nadeel. Pap paert komt met Bakliujs in botsing, blijft even liggen, probeert dan weer mee te spe len, maar 't lukt niet. Hij mnet het veld verlaten; van Dc6scl van de Lierschc F. G. valt voor hem in. Er is even stilte rond om het terrein. Maar dan juichen de Belgen hun keeper toe, hun van de Weyer, die daar in het doel een phenomenale partij voetbal weggeeft. Wij hebben een keeper, maar de Belgen ook. En hij krijgt volop werk, want na een korte inzinking van onze middcnlinie ontplooit Holland zijn beste speL Centimeter na centimeter winnen de onzen in dezen titanenkamp terrein, onze halflinie behcerscht het veld volkomen Anderiesscn is werkelijk de beste man van 't veld. Nog zelden hebben wij hem zóó in vorrn gezien. Zijn lange passes naar de vleugels zijn afgemeten, zijn through-passes voor Bakliuys om te stelen! En van Heel. onze rappe aanvoerder, verbaast alle tech nici, door nu ook eens ballen naar rechts te speh'n. Geweldig zwoegen de Belgen, om zich aan de ijzeren omklemming te ontwor" stelen, maar Nederland ruikt goals! Onze aanval rukt op, tien, twintig maal, over links, over rechts, door het midden, maar er wordt door de Belgische defensie voortreffelijk gevoetbald. Onze kanonnen schieten in alle standen, buiten elke kans uit. Onder de lat staat echter een kerel! Bakhuvs kogelt hard in, v. d. Weyer vangt; Smit lost een schuiver, v. d. Weyer ligt er bovenop; Vcnte ziet een kans, v. d. Weyer stompt hoog opspringend, den bal weer weg. Meedoogenloos bombardeeren de onzen de Belgische veste, -even meedoogen loos stompt, vangt, en slaat die duivel in de goal er alles uit. Bravo, v. d. Weyer! En dat de Belgen tot aan de rust hun doel maagdelijk hebben gehouden ze mo gen daarvoor hun keeper dankbaar zijn. Dat laatste hall uur. Dat la&tste half uur van de eerste helft zal nog jaren in de herinnering blijven voortleven, want dat was eenvoudig onver getelijk. Zeker, er werd geen enkel doel punt in gescoord, maar in dien tijd werd er zoo schitterend gevoetbald, al6 we nog Hulde allereerst aan onze Oranje-jongens, die door een kranige overwinning den roem van Neerland's voetbal hebben hoog gehou den. Hulde daarnaast aan de Roode Duivels, die hun bijnaam weer eer hebben aangedaan door met alle kracht te strijden voor het bereiken van een zoo eervol mogelijk resultaat. Het geen hun ook inderdaad gelukt is. want deze nederlaag geeft hun het recht, naar de wereld kampioenschappen in Italië te gaan. Door de ze ontmoeting .slechts" met 42 fe verlie zen, hebben zij iets gewonnen. Een won derlijke paradox! Wat hebben wij, die aan de lippen van Han Hollender hebben gehangen, 'm anders ge knepen! Toen de eerste helft doelpuntloos verliep en daarna de Belgen het eerst doel puntten! We voelden ons niets zeker meer over het eindresultaat, en de stemming in dc huiskamers zakte bedenkelijk. M aar toen kwa men de befaamde vijf minuten, die in dc laat ste drie wedstrijden van het Oranje-elftal traditioneel zijn geworden. Dat hebben we in het Amsterdamsche Stadion gezien tegen België en Ierland en dat herhaalde zich ook nu u eer: drie doelpunten in vijf minuten. Waarmede het zaakje ineens voor elkaar was. Het is jammer, dat de Ieren thans zijn af gevallen, want wij nemen maar niet zoo voet stoots aan, dat zij inderdaad de zwaksten van deze groep zijn. Na de klinkende overwinningen, die het Nederlandsch elftal nu in drie achtereenvol gende wedstrijden behaald heeft, zien we onze jongens met vertrouwen naar Rome trekken, waar ze een goede kans hebben, bij de acht sterkste landen ingedeeld te worden. Maar al vorens de reis naar het Zuiden wordt aan vaard. krijgen we als generale repetitie op 10 Mei Frankrijk noif op bezoek. Een match, die in ieder geval ook moet worden gewonnen Zü» die de Nederlandsche doelpunten scoorden: Vente, Bakhuys en Snuitje", Geweldig is het enthousiasme van de Hollandsche kolonie. Weg is de angstige beklemming, weg is do down-stemming bij het Nederlandsche elftal. We staan weer gelijk, en De Nederlandsche voorhoede en middenlinie in caricatuur. VAN HEEL. zelden hebben gezien, en waarvoor men tel kens opnieuw weer in extase kwam. Snel, uiterst snel, geestdriftig, cn technisch hoog staand. Had Beigic toen met een of twee doel punten achter gestaan ze zouden het zelf niet gek hebben gevonden Iedereen vond het jammer, dat bet tijd voor rusten word; 't was veel te gauw om geweest. De tweede helft. Do aanvang van het tweede gedeelte was ontmoedigend. Het Nederlandsche spel stond niet meer op dat peil van een kwar tier gele Jen, cn de Belgen begonnen direct te stormen. Twee, drie aanvallen van den buitengewoon actie ven en zeer gevaarlijken Voorhoof worden afgeslagen, doch liet lijkt wel of do fut cr bij de onzen uit is. Niets lukt er meer, het plaatsen is slordig, en er wordt zelfs gemist. De Belgen voelen liun kans. Ca- pellc en Voorhoof komen steeds te rug, en na zes minuten spelen breekt Grimmonproz door. hij ont loopt handig Weber, zwenkt heele- maal naar rechts, en met een zuiver kalm schot geeft hij België dc lei ding. Daar zitten we nou. Gaan we nu toch werkelijk verliezen? Zouden de pessimis ten Naast ons merkt oen collega op, dat de Oranjemannen dat noodig hebben- nou zul len de Belgen wat gaan beleven! Mis. Het Nederl. elftal is er finaal en fi naai uit. Het Belgische doelpunt is geen psychologisch moment. Er wordt door de onzen braaf geknoeid; eens zien we zelfs Vente op de rechtsbackplaats Weber een handje helpen! Dc vrees sluipt in onze har ten, dat het mis zal gaan. De Hollandsche kolonie is muis- en muisstil, als de roode duivels telkens maar weer opnieuw voor Keizer opduiken. Er is nog één hoop: Het Nederlandsche kwartier. is er nog niet geweest. Zou het komen? We leven nog tusschen hoop en vrees als de kleine Wels er snel tusschenuit gaat. Het gaat komen? Tot aan de cor- nervlag loopt hij door. die Wels. Dan zweeft zijn voorzet voor het doel. Bakhuys laat fijn den hoogen bal loopen voor links, en Smit heeft het begrepen! Als een wervelwind stormt hij toe, krijgt den bal goed op de schoen, en in eens jaagt hij hem ln de touwen! we gaan winnen. Vente is er plotseling weer. We waren hem oen tijd „kwijt" geweest. Stug zet hij door, komende van den linkervleugel, drie, vier Belgen ont loopt hij meesterlijk. Dan een pass naar Bakhuys, deze draait zich om. en tegelijk (zooals alleen hij dat kan) kogelt hij het leer in dc tou wen! (1—2). Het Nederlandsche kwartier is in vollen gang! Ze zijn niet meer te houden, de onzen. Eerst lukte niets, nu lukt alles! Daar gaat Mijnders weer. Langs van Dessel glijdt hij, een pass naar Smit, die alweer ineens inkogelt. Tegen de lat. Vente vangt den tc- rugspringenden bal op cn van de Weyer kan er niets aan doen: Ne derland leidt met 3—1! Wat een enthousiasme bij de Hollanders! Natuurlijk davert dc nieuwste yell door de lucht: ,tien, tien". Want nu ze het weer op hun heupen hebben, onze jongens, kan er van alles gebeuren. Kijk die Belgische mid dcnlinie zwoegen: 't geeft njets. het woord is aan Nederland! Vente is overal. Overal waar de bal is, i9 Vente. Zit een van de onzen in de knel, Vente schiet toe om hem te helpen. Ge weldig, wat hij presteert. In eens gaat de bal van zijn voet naar links, Mijnders ko gelt op doe). Van de Weyer doet een katte- sprong, en slaat het leer voor de voeten van Wels. Weer goal? Neen, de fenome nale doelman heeft zich onmiddellijk her steld, en weet Wels' schot nog net te stop pen. Het kwartier is om, Nederland heeft een 31 voorsprong pn het tempo verslapt iets. De Belgen geven echter niet op. Want als 't 41 wordt, gaan ze niet naar Rome, en met 42 wel. Er moet dus nog een goal komen. Het is Voorhoof, die zijn excellen te spel beloond ziet mei het doel punt. dat België naar Rome doet gaan. Na e.pn snellen aanval schiet Grimmonprez venijnig op goal. Kei zer stompt den feilen kogel terug, precies voor de voeten van Voor hoof, die feilloos dc kans benut (2-3). Nu moet er heel wat gebeuren, als Bel gië niet naar Rome gaat. liet Belgische spel wordt dan ook veel rustiger. Desnoods kan Nederland nog een goal maken, de roo de duivels gaan naar Rome! En Nederland maakt nog een goal een specifieke Bakhuys-goal! Zeven minuten voor het einde geeft van Heel fraai naar onzen midvoor. die op den linkervleugel opereert, hij neemt den bal even mee. en van grooten afstand lost hij een zoo ontzaglijk harden schuiver, als we in geen jaren hebben gezien. Van de Wever begon pas te vallen, toen de bal al onder hem door stoof. (2-4). En dat was ook vrijwel het glorieuze einde van dezen glorieuzen, prachtigen wed strijd. Het Nederlandsche elftal heeft zijn roem, zijn kracht en zijn faam bevestigd We gaan ongeslagen naar Rome! Met onze beste tegenstanders en sport vrienden, wien heel Nederland het van harte gunnen zal! De einduitslag van de wedstrijden in deze groep van de voorronde om het wereldkam pioenschap is als volgt Nederland 2 2 4 94 België 2-1116-8 Ierland 2—111 69 De Nederlandsche spelers. In het Nederlandscho elftal was, zooals reeds gezegd, geen enkele zwakke plek, hoe wel ons inziens Keizer als doel verdediger nog niet geheel gelijk is aan Van der Meu- len, vooral daar hij de achterhoede nog niet zoo weet te dirigeeren als zijn voorganger en zijn uitloopen soms gevaarlijk is. Toch mag hij op een uitstekenden wedstrijd te rugzien en vooral in de eersto helft heeft hij fraaie safes verricht. Van Run en Weber ormden het stoere backspel van altijd en waren tegen de vaak onsamenhangend op gezette aanvallen der Belgen, vooral in de tweede helft, goed opgewassen. Van dc middcnlinie \ormde Van Ilcel de ster van het veld. Zoowel zijn afnemen als bet voe den waren uitstekend. De wijze, waarop bij telkens zijn medespelers aanvuurde en aan wijzingen gaf, was voorbeeldig. Hij had den gevaarlijken vleugel Versijp—Voorhoof tegenover zich en dat wil op zichzelf wat zeggen. Anderiesen zwoegde als altijd, maar zijn plaatsen was vrij zwak. Pellikaan kwam er vooral in de tweedo helft goed in en dank zij het feit, dat hij de minder sterke vleugel der Belgen tegenover zich had, kon hij zich geheel aan zijn voedende taak wijden. In de voorhoede viel natuurlijk in de eer ste plaats Bakhus op. Behalve om zijn prachtig doelpunt, dat aan ons elftal de leiding gaf, was zijn spelverdeeling uitste kend. Hij was een voortdurend gevaar voor de Belgische achterhoede en loste ontelbare schoten op het doel van Van der Weijer. Onze beide vleugels gaven elkaar in kracht weinig toe. Wels was handig als altijd en zijn voorzelen waren subliem. Vente viel wat minder op en kreeg weinig gelegenheid tot schieten. Hij vormde echter een goeden schakel. In de tweede helft is vooral Smit opgevallen door zijn goeden kijk op het spel en door zijn goed gerichte schoten. Mijnders was snel, maar had Peeraer tegenover zich, die uitstekend speelde. Hij kon hem moei lijk voorbijkomen. De Belgen, Wat de Belgen betreft, zij hebben werke lijk pech gehad door het uitvallen van Pap paert in dc eerste helft, waardoor de achter hoede belangrijk in sterkte verminderde. Van der Weijer was de beste der Belgen en hij heeft zijn land voor een grooteren neder laag behoed. Vooral in de eerste helft heeft hij ontelbare schoten van onze voorhoede, die vaak juist gericht waren en keihard werden gelost, uitstekend uit zijn doel ge houden. Smellinckx en Van Dessel waren beslist minder dan onze backs. In de mid denlinie viel geen der drie spelers op. Zoo wel Peeraer, Welkenhuijzen als Clacssens speelden een partij voetbal, die goed was te noemen, doch niet opvallend. Van de voorhoede was Voorhoof de beste. Hij was de gangmaker en nam het initiatief tot de aanvallen. Het is jammer dat hij zijn spel eenige malen ontsierde door minder fraaie trucjes. Met Versijp vormde hij den vleugel, waarvan tenslotte de doelpunten moesten komen. Capello kon niet in do schaduw staan van onzen midvoor Bakhuys, terwijl de linkervleugel Grimmonprez en Ledent tegenviel. In het geheel waren er nogal zwakke plekken en onze Zuiderburen hebben hun juiste opstelling nog lang niet bereikt. Een buitengewoon vleiend oordeel van den scheidsrechter. De Engelsclie scheidsrechter Rouss, die Zaterdag nog de Cupfinal in Engeland go leid heeft, heeft zich in buitengewoon vlei ende bewoordingen over onze ploeg en over den wedstrijd uitgelaten na afloop. Hij wees erop, dat hij verstomd had gestaan over dit spel, dat veel en veel sneller was dan het Engelsche spel. Hij vond dezen wedstrijd veel sneller en veel fraaier dan de Cupfinal van Zaterdag cn was vol bewondering voor de techniek van het Ned. elftal, en voor de geestdrift die werd gedemonstreerd. Naar zijne meening zou welk Engclsch prof-elftal ook, zijn handen vol hebben aan ons nationale team met zijn voortreffelijke spel. De heer Rouss was na den wedstrijd zóó vermoeid, dat hij eerst eens een poosje wilde uitrusten, voor bij z'ch verkleedde. Nog zelden had hij zoo'n snellen wedstrijd geleid! Ons dunkt, wij kunnen met dit oordeel tevreden zijn, van een zoo bij uilslek des kundige als de heer RoussJ Rr.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 5