KEITJES De schoenenstad van Bata viert feest 'I Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1." Uitsluitend bij voor uitbetaling. Reusachtige schepping in 't arme Moravië ER RADIONIEUWS HET MYSTERIE DER RUIMTE LETTERKUNDIGE KRONIEK KLANKEN UIT HET RIET - 9* rei» w De onderneming beschikt zelfs - over een luchtvloot d-11 Men schrijft ons uit Zlin: Tusschen het vredige groen vanhetMoravischeheuvelland rijzen plotseling, als bevond men zich er gens In het Noorden der Vereenigde Staten en niet in het armelijke Moravië, nabij Zlin, de uit staal en glas, beton en baksteen opgetrokken gebouwen van vier of vijf, maar ook van acht en tien verdiepingen omhoog. Zlin, de schoenenstad, de stad van Bata, veertig jaren geleden een onbeteekenend stadje met nog geen 2000 inwoners, temid den van een onvruchtbare landstreek, arm aan water, waar de boeren zich ternauwer nood met hun gezinnen van de opbrengst van hun grond in leven konden houden. Geen wonder, dat de ruim 30.000 inwo ners tellende, bloeiende industriestad Zlin, die dagelijks werk verschaft aan de bevol king van ver uit den omtrek en die zich verheugt in een levensstandaard, welke ver uitsteekt boven het gemiddelde waar ook in Tsjecho-Slowakije, op grootsche wijze 't feit heeft herdacht, dat 40 jaar geleden de ruim 18-jarige Tomas Bata tezamen met zijn broer Anton met een bedrijfskapitaal van S00 gulden en vier gezellen op het hoofdplein van Zlin de schoenenzaak be gon, die is uitgegroeid tot het reusachtige, wcreldbedrijf, dat alleen in zijn fabrieken werk geeft aan ongeveer 20.000 arbeiders, afgezien van de tezamen in de tienduizen den loopende tewerkgestelden in de talloo- ze neven-organisaties, de sociale instellin gen en in de vele fabrieken en filialen bui ten Zlin, buiten Tsjecho-Slowakije, buiten Europa. Het feest van den arbeid, dat Tomas Ba ta reeds sedert vele jaren met zijn arbei ders op 1 Mei viert, zag in dc laatste jaren een menigte van circa SO.OOO menschen te Zlin bijeen. Dinsdag j.l., nu het feest van den arbeid tegelijkertijd de herdenking van het veertig-jarig bestaan der onderneming was, bedroeg de te Zlin verzamelde me nigte niet minder dan 160.000 personen. Want behalve de duizenden belangstellen den waren de genoodigden uit schier alle deelen der wereld naar Zlin gekomen. Gc- noodigd waren, naast het heele personeel uit allo deelen van het bedrijf, de zeelieden van de Bata-schepcn en de mijnwerkers van de Bata-mijnen aan de Silezische grens, alle filiaalhouders uit heel Tsjecho-Slo wakije en verder de leiders der belangrijk ste filialen in het buitenland, controleurs en inspecteurs dezer filialen en verder direc teuren, bedrijfsleiders, technische en ver koopsstaf der ondernemingen in het bui tenland. En tenslotte natuurlijk tal van overheidspersonen, regeeringspersonen uit Praag en vele anderen. Vroeg in den ochtend, voor den aanvang van het eigenlijke feest, had een kleine groep van vrienden den tocht gemaakt naar het op een heuvel gelegen kerkhof, om bloemen te leggen op het graf van den man, die in het middelpunt van dit feest zou hebben gestaan, als een vliegtuigonge luk niet in Juli 1932 een einde aan zijn leven had gemaakt. Het kerkhof van Zlin is het mooiste, dat men zich denken kan. Het is n.l. een ongerept stuk woud, waar de dooden onder de schaduw van het ge boomte worden begraven en het graf slechts wordt aangeduid door een liggende plaat of eenige gebeitelde rustieke steenen, die geheel in het beeld van het bosch passen en her en der tusschen het bloeiend struik gewas verspreid liggen. Een horizontal zwarte marmeren plaat, waarin slechts de naam en de datum van het ongeval gebei teld zijn, duidt het graf van Tomas Bata aan. Enkele meters verder, op precies de zelfde wijze aangeduid, vindt men het graf van den piloot, die tegelijk om het leven kwam met „den ouden chef', zooals Tomas Bata te Zlin nog steeds door iedereen, ook door zijn eigen familieleden, wordt ge noemd. Doch te Zlin zelf was het reeds vroeg feest. Voor elk der 5S fabrieksgebouwen op het groote fabrieksterrein verzamelden zich de arbeidsters en arbeiders, voor een groot deel in hun werkkleeding, die in'den feest stoet zouden mee-marcheeren. Daartusschen door vormden dc sportgroepen in hun sport kleeding en de meisjes van de internaten met hun witte blouses en gekleurde mut sen een vroolijkc, kleurige afwisseling. De verschillende groepen werden gescheiden door tal van muziekcorpsen en vele praal wagens, alle betrekking hebbend op het Bata-bedrijf. Tegen 9 uur begon de afmarsch van het fabrieksterrein, door de straten van Zlin terug naar het reusachtige plein met zijn groote grasgazons, dat zich geleidelijk vulde met dc aanmarcheercnde groepen. Tegen half twaalf kwamen de laatste groepen aan en op dat oogenblik was er, met de toe schouwers rondom het grasperk heen, zeker een menigte van 150.000 menschen bijeen, waarboven uit de tallooze doeken staken met de leuzen, die Tomas Bata zelf heeft ontworpen en die in reusachtige letters op den 1 y2 K.M. langen muur langs het fa briekscomplex prijken, leuzen als: „Wij willen het algemeen welzijn dienen." „Het beste is juist goed genoeg voor ons," „Goede schoenen, een goede stemming", „Door scheppenden arbeid tot aller wel stand." Dertien vliegtuigen van Bata's eigen luchtvloot kruisen in esquadrille-formatio boven de stad, als de tegenwoordige chef. Tomas' halfbroer Jan Bata en de burge meester van Zlin, tevens procuratiehouder vande Bata-fabriekcn, op het spreekgestoel te verschijnen. Een meisje en een jongen \an de leerlingen-internaten houden een korte toespraak tot den chef, die hen be loont met een klinkenden zoen. Dan voert de voorzitter van den arbeidersbond, één der vier gezellen, waarmee 40 jaren gele den Tomas Bata zijn schoenenzaakje begon, het woord en tenslotte spreekt Jan Bata de menigte toe, met korte, kernachtige woorden, waarin hij in de eerste plaats Tomas Bata herdenkt en verder do moei lijkheden schetst, waarmee men vooral door de tolmuren, waardoor alle landen zich omringen, te kampen heeft. Aangezien allen echter meedcelen in de winst van het bedrijf, zullen, allen eraan meewerken, de moeiijkheden te overwinnen. Onder een daverend „Na Zdar!" ver spreidt de menigte zich. Het eerste gedeelte van het feest is afgeloopen en aan de over al opgestelde, met dennengroen versierde lange houten tafels, kan iedereen zich voor zien van versnaperingen en een koelen dronk, die uitsluitend bestaat uit limonades en mineraalwater, want alcohol is overal waar de naam Bata overheerscht, taboe Duizenden genoodigden vinden een plaats in de reusachtige restauratie-zalen van het „Spolecensky Dura," het reusachtige, even eens uit glas en staal, tien verdiepingen hoog opgetrokken vcreenigingsgebouw, dal het geheele plein beheerscht en dat het modernste en tevens goedkoopste hotel van Tsjecho-Slowakije herbergt. De wijze waarop het leest 's middags wordt voortgezet is karakteristiek voor he' tempo dezer reusachtige onderneming. Op dezen feestdag Jag het geheele bedrijf stil, wilde men alle medewerkers om zich ver- eenigd zien, doch daarna moet het „appa raat" meteen weer met volle toeren loopcn. Daarom speelt het tweede gedeelte van hei fcestprogram zich af op het eigen vliegveld van Bata bij het op 10 K.M. van Zlin gp- legen Otrocovice, waar de menigte wordt beziggehouden door een aantal kunstvlic- gers. Voor de hangars staan de 18 vlieg tuigen van de Bata-fabrieken opgesteld en als tegen 3 uur een vliegtuig nadert, kon digen de luidsprekers rondom hot veld aan, dat dit de piloot Scrhant is, die juist uil Calcutta terugkeert,waarheen hij den be drijfsleider der fabrieken in Britsch-lndië gebracht heeft. En als even later een drie- motorige Spartan Cruiser start, wordt me degedeeld, dat dr. Meisl, de chef van de vcrkoop-afdeeling, zooevcn vertrokken is voor een dienstreis naar Kaapstad. Achter eenvolgens vertrekken nu verschillende an dere machines, die de leiders der buiten- landsche fabrieken met den grootstcn spoed naar hun werk terugbrengen. Zoo start ook een vliegtuig naar bet vliegveld Eindhoven. Passagiers zijn de heer Vladimir Chlud en eenige medewerkers, de leiders van do nieu we Hollandsche Bata-fabriek te Best bij Eindhoven. Niet alleen de leiding dezer nieuwe fabriek is naar Zlin uitgenoodigd, maar ook de burgemeester van Best, de heer P. J. C. Strik, en dc geestelijke, die de vorige maand dc nieuwe gebouwen inwijd de, pastoor A. Vos. rtfj V 's Avonds wordt er in Zlin nog gedanst en muziek gemaakt, riiaar laat wordt het niet, want morgenochtend om 7 uur be ginnen de machines weer te loopen, zetten de banden zich weer in beweging. >vaaraan in een werkdag van 9 uur bijna 100 000 paar schoenen zullen worden vervaardigd, die in den avond van 2 Mei, klaar voor den verkoop, dc fabriek zullen verlaten. eens weten, hoe geniaal zij wel zijn, als zij eens een grapje wagen over hun eigen gees telijkheid; zij denken bij het woord „genie" nu eenmaal aan Carlyle of Ludwig, die geen .scherts verstaan op dit gebied". In do enkele aforismen, die ik hierboven ncergesprenkeld heb, en die bijna alle af komstig zijn, uit de essay: „Politicus zonder Partij", kan de lezer wederom den Hitsen den geest van Terbraak herkennen. Als hij zich door dc kennisneming van die aforis men voelt opgewekt tot kennisneming van Tcrbraaks geschrift, zal hij ontdekken, dat de oer-drift, die Terbraak tot het schrij ven van al deze artikelen aanzette, ondanks zijn gemelijke denigratie van hot schrijvers vak dat hij beoefent, gelegen is in een al gemocncn drang van dezen tijd, om de in- tellectueele hierarchic, die tot dusver de samenleving trachtte te behcerschcn, te vervangen door een volkscbe cultuur, die op dc zoo „ongewoon" ten troon gtfhevcn waarde van het „gewone" moet zijn gebec- nerd. De echt ouderwct6che intellectueel Ter Braak, zou zoo graag heelemaal rene gaat zijn. Maar het lukt hem niet. P. II. BITTER JR. Onderzoek der radiotechos in vollen gang Menno Ter Braak. Politicus zonder Partij. (Roterdam, Nijgh en van Ditmars U.M.) Een bundel essay van Ter Braak is al tijd belangrijker en geeft ons altijd meer dien mcnsch te zien, zooals hij is, dan al zijn romans bij elkaar. Menno ter Braak openbaart zich in zijn juist verschenen liundcl essay als een „politicus zonder partij". Wij kenden licm als zoodanig. Wij wisten dat hij, met SLirner, „seine Sachc auf nichts" had „gcstellt", cn wij wisten tevens dat zijn geest gekenmerkt wordt, door die brandende activiteit, welke hij met den politicus gemeen heeft. De „politicus zonder partij" verhevigt zich echter in dezen bundel tot een nachtmer rie. Want Ter Braak is politicus, dat wil zeggen: met koortachtige belangstelling ge richt op het leven van dezen tijd, op dat leven zelf en zijn historische vooropstellin gen, maar hij is ook „zonder partij", dat wil zeggen: hij streeft naar een geestelijke activiteit, die zich niet in een dogma laat vangen. Het „zonder partij zijn", is bij Ter Braak, evenals bij Greshoff, een ideëele doelstelling. Hij wil zonder partij zijn, en waar bij zich vooral tegen verzet, is te bchooren tot dc partij, welke de tijd, die onmiddellijk achter ons ligt, de tijd van het intellectualisme, op een hiërarchisch voetstuk plaatste: dc partij der intellectucelen. Hij wil niet intellectueel zijn, hij, Terbraak, hij heeft een hunkering naar bet „gewoon zijn", en het is juist die hunkering, welke hem van de gewone menschen onderscheidt. Ter Braak streeft naar partij-loosheid, maar hij heeft een partij; hij behoort tot de partij die op géaffectecrde-volle wijze het affcctie-looze najaagt. De man die gewoon i6, schrijft er niet over, dat hij gewoon wil zijn, en de man die vermeerdering van de literaire productie eigenlijk maar zoo'n beetje onzin vindt, houdt zijn mond, en gaat niet schrij ven dat bij het schrijven veracht. Deze Ter Braak, een geest zooals er geen tien in de afgeloopen eeuw zijn geboren, eet zichzelf op. Dit brandend intellect dorst naar de koelsten der onderscheidingloos- beid, maar bij vindt zich niet gelaafd; alles wat deze geest aanraakt vliegt in brand, of krijgt die eigenaardige, tintelende droog te, die den dorst naar het eenvoudige aller minst lesebt. De levens-eenvoud, dien Ter Braak begeert, wordt reeds gebroken, door dat men erover bespiegelt, en dit laatste geschrift van Menno Terbraak heeft vooral deze beteekenis, dat bet on6 over de psy chische gèaardheid van den schrijver af doende documenteert. Ik wil Terbraak vergelijken met Koning Midas, die al wat hij aanraakte in goud veranderde. Alleen is er dit verschil, dat Koning Midas ezclsooren kreeg, maar dat Terbraak zich de ezclsooren onthouden ziet. Het is zijn tragedie, dat hij maar geen ezel kan worden. In tusschen wemelt deze bundel essays, die handelt over „Een schrijver na zijn der tigste jaar", over de „Geschiedenis eencr intelligentie, over Nietzsche contra Freud, over „Een Politicus zonder partij", van in telligente aforismen, waarmee ieder tijds- beschouwcr zijn gewin kan doen. Ik schrijf er hier enkele over: „De rangorde, die een mcnsch zich schept, vraagt pas zeer Iaat om woor den liet allerlaatst; nadat zij zich zoo in bem beeft vastgelcefd, dat liij niet meer ontkomen kan en wil aan do vulgariteit van de mededeeling en de schijn- objectiviteit van klanken cn teekens". „Het erkennen van meerderheid is het er kennen van een kracht, die men desnoods volkomen zou kunnen analyseeren, zonder iets aan die kracht te wijzigen. In dit op zicht is iedere vorm van meerderheid zoo nauw verwant aan de physieke kracht, dat men wel de onschuld van den geestelijken mcnsch moet bezitten, om „zedelijk over wicht en physieke kracht als tegengestelden te kunnen gebruiken". „Ik lieb nog nooit een schrijver als mijn meerdere erkend, die aan „stijl" deed; al mijn „groote 'schrijvers zijn stylisten fautc dc mïeux, met het physieke overwicht van oogen, houding en 6tem onmiddellijk achter hun stijl", (ik teeken er bij aan, dat Terbraak zelf inder daad wel „aan stijl" doet.). Ten slotte, om de kenschetsing van het thans besproken boek, door een laatste afo risme tc voltooien, volgt hier wat Terbraak schrijft over het genie. „liet pijnlijke feit laat zich niet wegre- deneeren, dat het bcheerschcn van het gan- scho programma der volksuniversiteit nog geen splinter genie maakt en dat wij, om gekeerd, herhaaldelijk geniale trekken vin den in menschen, die nooit een letter ge schreven of een koninkrijk omver gewor pen hebben. Al te groot respect voor het genie, het genie met alle geweld veraf en hoog-verheven tc willen zien, is daar om een bewijs van gemis aan genialiteit. Zoo angstig dicht grenst het genie aan het gewone, dat de gecstelijke-menschen niet Reeds eenige jaren is het verschijnsel der radio-echo's bekend. De ontdekking er van bad plaats in December 1927, toen dc signalen van den Philips kortcgolfzender PCJJ na enkele seconden opnieuw werden waargenomen door ir. Ilals te Oslo. assis tent van prof. C. Stormer. Deze laatste be greep terstond de wetenschappelijke be teekenis van deze echo's, in de wereld- aether cn stelde, tezamen met onzen land genoot dr. Balth. v. d. Poll, leider van het radio-onderzoek in het Philips laborato rium te Eindhoven, een eerste onderzoek naar dit merkwaardig verschijnsel in. Daarbij werd het bestaan ervan bevestigd. In den herfst van 1928 echter werd een uitgebreider onderzoek georganiseerd, waaraan behalve bovengenoemde geleer den nog prof. E. V. Appleton en mr. R. A. L. Borrow medewerkten. Als zendstation fungeerde weer de zender te Eindhoven, waar zich ook twee ontvangers bevonden. Dc golflengte waarop werd uitgezonden bedroeg 31.4 m. Bij deze proefnemingen werden de eer ste wetenschappelijke gegevens verzameld. Tallooze echo's konden worden geregis treerd, zoowel te Oslo als te Eindhoven, hoewel het aantal echo's te Oslo gehoord dat van Eindhoven overtrof. Verscheidene malen werd eenzelfde signaal tot 3 maal foe met tusschenruimten van 10-tallen se conden gehoord. De laatste echo trad eerst na 30 seconden op. Indien men weet, dat een radio-signaal in 1/7 seconde rond de wereld gaat, dan kan men ongeveer na gaan, welke ontzaglijke afstanden het sig naal, dat eerst na 30 seconden optreedt, heen en terug moet hebben afgelegd. Eenige weken geleden is in Engeland op initiatief van prof. Appleton een vereeni- ging tot onderzoek van deze echo-signa len opgericht. Het is de bedoeling in ge heel Engeland en ook daarbuiten alle luis teraars voor dit onderzoek te interesseeren en te organiseeren. Dc club draagt den naam van Wireless Radio Research League (W.R.R.L.) en heeft van vele belangwek kende lichamen en radio-experts de toe zegging van medewerking gekregen. Bij de onderzoekingen zal een krachtzender op korte golf worden benut. Te oordeelen naar de berichten bestaat er in Engeland momenteel onder de luisteraars een ware „echo-koorts". Dok dr. van der Poll heeft de W.R.R.L. zijn steun toegezegd. Op deze wijze hoopt men spoedig over voldoende gegevens te beschikken om de bestudeering der radio-echo's ter hand te nemen. Hieruit zal moeten blijken waar door de aethergolven worden teruggekaatst en of er wellicht op ongeveer 5 millioen km. van ons verwijderd een ondoordring bare laag bestaat voor het radio-signaal, zooals door verschillende natuurkundigen wordt vermoed. Is dit zoo, dan zou een communicatie met eventueel bewoonde planeten voorgoed een utopie worden. „Duizenden", zoo schrijft Stranger in „World Radio", zullen nu de signalen kun nen beluisteren, die met de snelheid van het licht in den aether verdwijnen en na millioenen kilometers te hebben afgelegd terugkeeren naar de aarde als postduiven naar bun eigen streek Het riet is niet vroeg. Als overal al blad na blad zich heeft ontplooid en bloem na bloem in zonnige Meidagen is opengegaan steekt daar waar de halmen niet gesneden zijn, do dorre rietzoom nog hoog hoven do jonge groene spruitsels uit. In 't laatst van April was ik in Noord-Overijssel in het echte land van het riet, waar overal* behalve in dc ontgonnen gebieden, nog do vele, vele rietzoomen en rietvelden liggen cn tusschen het alom ontspruitend groen van boomen. struikgewas cn gras cn bloei der velden was hier alles nog dorgrauw cn dorgcel en do rietsnijders waren hier cn daar nog druk bezig do ritselende halmen tc oogsten. Maar nu, bij 't voortgaan der lentewe ken. begint er toch ook hier hoe langer hoo meer leven to komen. Zooals in do bos-» schen de eiken nakomen en zooals langs da straten en grachten der steden 6ommigo iopen en platanen nog aarzelend en schaarsch hun blad gaan tooncn in do eerste dagen van Mei, zoo is bet langs vaarten en meren cn kanalen cn in het moerasland het riet, dat bij vele andero planten achteraan komt. Maar nu is het er dan toch in nicuwo frisch groeno gratie, 't Wast cn wint al meer. Nu is er ook ween do variatio der vele klanken uit het riet. Aan tweeërlei klank denk ik dan vooral, al zijn er veel meer stemmen te bcluiste-» ren. Ik denk aan de karekiet en aan da roerdomp. Do karekiet. rietvogcl bij uitstek, is met een kleine uitgestrektheid al tevreden. Waar langs sloot cn plas de rijzige stengels ook in kleine groepjes staan, daar voelt het vogeltje zich thui9 en zingt er onbe-? kommerd cn uit den treuro zijn eenvoudig lied. Het is of in het sobere karre-karre- kict-geroep van dezen vogel, dat bij dag en nacht te beluisteren is. het riet zelf, het ruischend lied langs het water zijn stem. laat hooren. Zoo hoort dit geluid bij dezo omlijsting van de waterbanen. Ik denk hier bij dan in het bijzonder aan den kleinen karekiet, rietvink, reidfinkje wordt hij iit liet Friesch ook wel genoemd, het bruine vogeltje, grijswit van onderen, simpelo' verschijning sobere roeper wat do klank-* waardo betreft, maar drukke beweger erf zanger wat de veelheid en vlugheid varf zijn klanken en bewegingen aangaat. Naast dezen kleino is cr ook do grootö karekiet, wiens bijnaam ricllijstcr al aan-t duiding is van aanzienlijker gestalte. Dezo; neemt met den smallen rietzoom, waarmee, de ander zich tevreden «telt, geen genoegen maar kiest het wijde uitgestrekte rietveld tot zijn domein. Datzelfde geldt ook voor den meest ka-i rakteristicken bewoner der groote rietmoe-» rassen, die helaas steeds meer inkrimpen: door drooglegging en ontginning en die toch tot het meest typische en waardévolle natuurgebied van ons land behooren. Dit geldt ook voor den roerdomp, een van onze meest interessanto vogels, schuwo verschij-» ning, vreemde roeper in den lentenacht- Overal in do Utrechtsche, Hollandsche* Frie6chc rietmoerassen, in den Noordwest- hoek van Overijssel en elders komt hij voor, niet talrijk in aantal, maar toch re* gelmatig. Het is een vogel, die terugge trokken leeft, die vooral in den nacht zicK beweegt, daardoor maar weinig bekend is, maar die alleen al om zijn doffen, donke ren roep, zoo innig bij het riet en bij het unieke watergebied van ons Hollandsche land behoort, dat hij van ouds tot de meest belangwekkende verschijningon van onze vogelwereld mag worden geregeld. Karekiet en roerdomp geven wel de meest typeerendc geluiden, die ieder na tuurvriend kent cn liefheeft als klanken uit het riet. Er zijn meer van deze zangers erf roepers: er is de rietgors en de spotvogel, het woudaapje en de baardrnees, er zijn de lepelaars van het Naardcrmeer en de pur-» perreigers uit betzelfde natuurreservaat, er is een koor van stemmen uit het riet erf uit dc boschjes en wateren cn velden en rondom maar het meest en het zuiverst hooren bij de wuiving van het ruischend riet toch de klanken van dien schuwen roeper, den roerdomp, en van dien onver-» moeiden klankenrijger, den kleinen kare-< kiet. NB.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13