KEITJES
De schoenenstad van Bata viert feest
'I
Als de zaak rust
werkt de
ADVERTENTIE
3 x plaatsen
voor f 1."
Uitsluitend bij voor
uitbetaling.
Reusachtige schepping
in 't arme Moravië
ER
RADIONIEUWS
HET MYSTERIE DER
RUIMTE
LETTERKUNDIGE KRONIEK
KLANKEN UIT HET
RIET
-
9*
rei»
w
De onderneming beschikt zelfs
- over een luchtvloot
d-11
Men schrijft ons uit Zlin: Tusschen het
vredige groen vanhetMoravischeheuvelland
rijzen plotseling, als bevond men zich er
gens In het Noorden der Vereenigde Staten
en niet in het armelijke Moravië, nabij
Zlin, de uit staal en glas, beton en baksteen
opgetrokken gebouwen van vier of vijf,
maar ook van acht en tien verdiepingen
omhoog.
Zlin, de schoenenstad, de stad van Bata,
veertig jaren geleden een onbeteekenend
stadje met nog geen 2000 inwoners, temid
den van een onvruchtbare landstreek, arm
aan water, waar de boeren zich ternauwer
nood met hun gezinnen van de opbrengst
van hun grond in leven konden houden.
Geen wonder, dat de ruim 30.000 inwo
ners tellende, bloeiende industriestad Zlin,
die dagelijks werk verschaft aan de bevol
king van ver uit den omtrek en die zich
verheugt in een levensstandaard, welke ver
uitsteekt boven het gemiddelde waar ook
in Tsjecho-Slowakije, op grootsche wijze 't
feit heeft herdacht, dat 40 jaar geleden de
ruim 18-jarige Tomas Bata tezamen met
zijn broer Anton met een bedrijfskapitaal
van S00 gulden en vier gezellen op het
hoofdplein van Zlin de schoenenzaak be
gon, die is uitgegroeid tot het reusachtige,
wcreldbedrijf, dat alleen in zijn fabrieken
werk geeft aan ongeveer 20.000 arbeiders,
afgezien van de tezamen in de tienduizen
den loopende tewerkgestelden in de talloo-
ze neven-organisaties, de sociale instellin
gen en in de vele fabrieken en filialen bui
ten Zlin, buiten Tsjecho-Slowakije, buiten
Europa.
Het feest van den arbeid, dat Tomas Ba
ta reeds sedert vele jaren met zijn arbei
ders op 1 Mei viert, zag in dc laatste jaren
een menigte van circa SO.OOO menschen te
Zlin bijeen. Dinsdag j.l., nu het feest van
den arbeid tegelijkertijd de herdenking van
het veertig-jarig bestaan der onderneming
was, bedroeg de te Zlin verzamelde me
nigte niet minder dan 160.000 personen.
Want behalve de duizenden belangstellen
den waren de genoodigden uit schier alle
deelen der wereld naar Zlin gekomen. Gc-
noodigd waren, naast het heele personeel
uit allo deelen van het bedrijf, de zeelieden
van de Bata-schepcn en de mijnwerkers van
de Bata-mijnen aan de Silezische grens,
alle filiaalhouders uit heel Tsjecho-Slo
wakije en verder de leiders der belangrijk
ste filialen in het buitenland, controleurs
en inspecteurs dezer filialen en verder direc
teuren, bedrijfsleiders, technische en ver
koopsstaf der ondernemingen in het bui
tenland. En tenslotte natuurlijk tal van
overheidspersonen, regeeringspersonen uit
Praag en vele anderen.
Vroeg in den ochtend, voor den aanvang
van het eigenlijke feest, had een kleine
groep van vrienden den tocht gemaakt naar
het op een heuvel gelegen kerkhof, om
bloemen te leggen op het graf van den
man, die in het middelpunt van dit feest
zou hebben gestaan, als een vliegtuigonge
luk niet in Juli 1932 een einde aan zijn
leven had gemaakt. Het kerkhof van Zlin
is het mooiste, dat men zich denken kan.
Het is n.l. een ongerept stuk woud, waar
de dooden onder de schaduw van het ge
boomte worden begraven en het graf slechts
wordt aangeduid door een liggende plaat
of eenige gebeitelde rustieke steenen, die
geheel in het beeld van het bosch passen
en her en der tusschen het bloeiend struik
gewas verspreid liggen. Een horizontal
zwarte marmeren plaat, waarin slechts de
naam en de datum van het ongeval gebei
teld zijn, duidt het graf van Tomas Bata
aan. Enkele meters verder, op precies de
zelfde wijze aangeduid, vindt men het graf
van den piloot, die tegelijk om het leven
kwam met „den ouden chef', zooals Tomas
Bata te Zlin nog steeds door iedereen, ook
door zijn eigen familieleden, wordt ge
noemd.
Doch te Zlin zelf was het reeds vroeg
feest. Voor elk der 5S fabrieksgebouwen op
het groote fabrieksterrein verzamelden zich
de arbeidsters en arbeiders, voor een groot
deel in hun werkkleeding, die in'den feest
stoet zouden mee-marcheeren. Daartusschen
door vormden dc sportgroepen in hun sport
kleeding en de meisjes van de internaten
met hun witte blouses en gekleurde mut
sen een vroolijkc, kleurige afwisseling. De
verschillende groepen werden gescheiden
door tal van muziekcorpsen en vele praal
wagens, alle betrekking hebbend op het
Bata-bedrijf.
Tegen 9 uur begon de afmarsch van het
fabrieksterrein, door de straten van Zlin
terug naar het reusachtige plein met zijn
groote grasgazons, dat zich geleidelijk vulde
met dc aanmarcheercnde groepen. Tegen
half twaalf kwamen de laatste groepen aan
en op dat oogenblik was er, met de toe
schouwers rondom het grasperk heen, zeker
een menigte van 150.000 menschen bijeen,
waarboven uit de tallooze doeken staken
met de leuzen, die Tomas Bata zelf heeft
ontworpen en die in reusachtige letters op
den 1 y2 K.M. langen muur langs het fa
briekscomplex prijken, leuzen als: „Wij
willen het algemeen welzijn dienen." „Het
beste is juist goed genoeg voor ons,"
„Goede schoenen, een goede stemming",
„Door scheppenden arbeid tot aller wel
stand."
Dertien vliegtuigen van Bata's eigen
luchtvloot kruisen in esquadrille-formatio
boven de stad, als de tegenwoordige chef.
Tomas' halfbroer Jan Bata en de burge
meester van Zlin, tevens procuratiehouder
vande Bata-fabriekcn, op het spreekgestoel
te verschijnen. Een meisje en een jongen
\an de leerlingen-internaten houden een
korte toespraak tot den chef, die hen be
loont met een klinkenden zoen. Dan voert
de voorzitter van den arbeidersbond, één
der vier gezellen, waarmee 40 jaren gele
den Tomas Bata zijn schoenenzaakje begon,
het woord en tenslotte spreekt Jan Bata
de menigte toe, met korte, kernachtige
woorden, waarin hij in de eerste plaats
Tomas Bata herdenkt en verder do moei
lijkheden schetst, waarmee men vooral door
de tolmuren, waardoor alle landen zich
omringen, te kampen heeft. Aangezien
allen echter meedcelen in de winst van het
bedrijf, zullen, allen eraan meewerken, de
moeiijkheden te overwinnen.
Onder een daverend „Na Zdar!" ver
spreidt de menigte zich. Het eerste gedeelte
van het feest is afgeloopen en aan de over
al opgestelde, met dennengroen versierde
lange houten tafels, kan iedereen zich voor
zien van versnaperingen en een koelen
dronk, die uitsluitend bestaat uit limonades
en mineraalwater, want alcohol is overal
waar de naam Bata overheerscht, taboe
Duizenden genoodigden vinden een plaats
in de reusachtige restauratie-zalen van het
„Spolecensky Dura," het reusachtige, even
eens uit glas en staal, tien verdiepingen
hoog opgetrokken vcreenigingsgebouw, dal
het geheele plein beheerscht en dat het
modernste en tevens goedkoopste hotel van
Tsjecho-Slowakije herbergt.
De wijze waarop het leest 's middags
wordt voortgezet is karakteristiek voor he'
tempo dezer reusachtige onderneming. Op
dezen feestdag Jag het geheele bedrijf stil,
wilde men alle medewerkers om zich ver-
eenigd zien, doch daarna moet het „appa
raat" meteen weer met volle toeren loopcn.
Daarom speelt het tweede gedeelte van hei
fcestprogram zich af op het eigen vliegveld
van Bata bij het op 10 K.M. van Zlin gp-
legen Otrocovice, waar de menigte wordt
beziggehouden door een aantal kunstvlic-
gers. Voor de hangars staan de 18 vlieg
tuigen van de Bata-fabrieken opgesteld en
als tegen 3 uur een vliegtuig nadert, kon
digen de luidsprekers rondom hot veld aan,
dat dit de piloot Scrhant is, die juist uil
Calcutta terugkeert,waarheen hij den be
drijfsleider der fabrieken in Britsch-lndië
gebracht heeft. En als even later een drie-
motorige Spartan Cruiser start, wordt me
degedeeld, dat dr. Meisl, de chef van de
vcrkoop-afdeeling, zooevcn vertrokken is
voor een dienstreis naar Kaapstad. Achter
eenvolgens vertrekken nu verschillende an
dere machines, die de leiders der buiten-
landsche fabrieken met den grootstcn spoed
naar hun werk terugbrengen. Zoo start ook
een vliegtuig naar bet vliegveld Eindhoven.
Passagiers zijn de heer Vladimir Chlud en
eenige medewerkers, de leiders van do nieu
we Hollandsche Bata-fabriek te Best bij
Eindhoven. Niet alleen de leiding dezer
nieuwe fabriek is naar Zlin uitgenoodigd,
maar ook de burgemeester van Best, de
heer P. J. C. Strik, en dc geestelijke, die de
vorige maand dc nieuwe gebouwen inwijd
de, pastoor A. Vos.
rtfj V
's Avonds wordt er in Zlin nog gedanst
en muziek gemaakt, riiaar laat wordt het
niet, want morgenochtend om 7 uur be
ginnen de machines weer te loopen, zetten
de banden zich weer in beweging. >vaaraan
in een werkdag van 9 uur bijna 100 000 paar
schoenen zullen worden vervaardigd, die
in den avond van 2 Mei, klaar voor den
verkoop, dc fabriek zullen verlaten.
eens weten, hoe geniaal zij wel zijn, als zij
eens een grapje wagen over hun eigen gees
telijkheid; zij denken bij het woord „genie"
nu eenmaal aan Carlyle of Ludwig, die
geen .scherts verstaan op dit gebied".
In do enkele aforismen, die ik hierboven
ncergesprenkeld heb, en die bijna alle af
komstig zijn, uit de essay: „Politicus zonder
Partij", kan de lezer wederom den Hitsen
den geest van Terbraak herkennen. Als hij
zich door dc kennisneming van die aforis
men voelt opgewekt tot kennisneming van
Tcrbraaks geschrift, zal hij ontdekken,
dat de oer-drift, die Terbraak tot het schrij
ven van al deze artikelen aanzette, ondanks
zijn gemelijke denigratie van hot schrijvers
vak dat hij beoefent, gelegen is in een al
gemocncn drang van dezen tijd, om de in-
tellectueele hierarchic, die tot dusver de
samenleving trachtte te behcerschcn, te
vervangen door een volkscbe cultuur, die
op dc zoo „ongewoon" ten troon gtfhevcn
waarde van het „gewone" moet zijn gebec-
nerd. De echt ouderwct6che intellectueel
Ter Braak, zou zoo graag heelemaal rene
gaat zijn. Maar het lukt hem niet.
P. II. BITTER JR.
Onderzoek der radiotechos
in vollen gang
Menno Ter Braak. Politicus
zonder Partij. (Roterdam,
Nijgh en van Ditmars U.M.)
Een bundel essay van Ter Braak is al
tijd belangrijker en geeft ons altijd meer
dien mcnsch te zien, zooals hij is, dan al
zijn romans bij elkaar. Menno ter Braak
openbaart zich in zijn juist verschenen
liundcl essay als een „politicus zonder
partij". Wij kenden licm als zoodanig. Wij
wisten dat hij, met SLirner, „seine Sachc
auf nichts" had „gcstellt", cn wij wisten
tevens dat zijn geest gekenmerkt wordt,
door die brandende activiteit, welke hij met
den politicus gemeen heeft.
De „politicus zonder partij" verhevigt zich
echter in dezen bundel tot een nachtmer
rie. Want Ter Braak is politicus, dat wil
zeggen: met koortachtige belangstelling ge
richt op het leven van dezen tijd, op dat
leven zelf en zijn historische vooropstellin
gen, maar hij is ook „zonder partij", dat
wil zeggen: hij streeft naar een geestelijke
activiteit, die zich niet in een dogma laat
vangen. Het „zonder partij zijn", is bij
Ter Braak, evenals bij Greshoff, een ideëele
doelstelling. Hij wil zonder partij zijn,
en waar bij zich vooral tegen verzet,
is te bchooren tot dc partij, welke
de tijd, die onmiddellijk achter ons ligt,
de tijd van het intellectualisme, op een
hiërarchisch voetstuk plaatste: dc partij der
intellectucelen. Hij wil niet intellectueel
zijn, hij, Terbraak, hij heeft een hunkering
naar bet „gewoon zijn", en het is juist
die hunkering, welke hem van de gewone
menschen onderscheidt. Ter Braak streeft
naar partij-loosheid, maar hij heeft een
partij; hij behoort tot de partij die op
géaffectecrde-volle wijze het affcctie-looze
najaagt. De man die gewoon i6, schrijft er
niet over, dat hij gewoon wil zijn, en de
man die vermeerdering van de literaire
productie eigenlijk maar zoo'n beetje onzin
vindt, houdt zijn mond, en gaat niet schrij
ven dat bij het schrijven veracht.
Deze Ter Braak, een geest zooals er geen
tien in de afgeloopen eeuw zijn geboren,
eet zichzelf op. Dit brandend intellect dorst
naar de koelsten der onderscheidingloos-
beid, maar bij vindt zich niet gelaafd; alles
wat deze geest aanraakt vliegt in brand,
of krijgt die eigenaardige, tintelende droog
te, die den dorst naar het eenvoudige aller
minst lesebt. De levens-eenvoud, dien Ter
Braak begeert, wordt reeds gebroken, door
dat men erover bespiegelt, en dit laatste
geschrift van Menno Terbraak heeft vooral
deze beteekenis, dat bet on6 over de psy
chische gèaardheid van den schrijver af
doende documenteert.
Ik wil Terbraak vergelijken met Koning
Midas, die al wat hij aanraakte in goud
veranderde. Alleen is er dit verschil, dat
Koning Midas ezclsooren kreeg, maar dat
Terbraak zich de ezclsooren onthouden ziet.
Het is zijn tragedie, dat hij maar geen ezel
kan worden.
In tusschen wemelt deze bundel essays,
die handelt over „Een schrijver na zijn der
tigste jaar", over de „Geschiedenis eencr
intelligentie, over Nietzsche contra Freud,
over „Een Politicus zonder partij", van in
telligente aforismen, waarmee ieder tijds-
beschouwcr zijn gewin kan doen. Ik schrijf
er hier enkele over:
„De rangorde, die een mcnsch zich
schept, vraagt pas zeer Iaat om woor
den liet allerlaatst; nadat zij
zich zoo in bem beeft vastgelcefd, dat
liij niet meer ontkomen kan en wil aan do
vulgariteit van de mededeeling en de schijn-
objectiviteit van klanken cn teekens".
„Het erkennen van meerderheid is het er
kennen van een kracht, die men desnoods
volkomen zou kunnen analyseeren, zonder
iets aan die kracht te wijzigen. In dit op
zicht is iedere vorm van meerderheid zoo
nauw verwant aan de physieke kracht, dat
men wel de onschuld van den geestelijken
mcnsch moet bezitten, om „zedelijk over
wicht en physieke kracht als tegengestelden
te kunnen gebruiken".
„Ik lieb nog nooit een schrijver als
mijn meerdere erkend, die aan „stijl"
deed; al mijn „groote 'schrijvers zijn
stylisten fautc dc mïeux, met het
physieke overwicht van oogen, houding
en 6tem onmiddellijk achter hun stijl", (ik
teeken er bij aan, dat Terbraak zelf inder
daad wel „aan stijl" doet.).
Ten slotte, om de kenschetsing van het
thans besproken boek, door een laatste afo
risme tc voltooien, volgt hier wat Terbraak
schrijft over het genie.
„liet pijnlijke feit laat zich niet wegre-
deneeren, dat het bcheerschcn van het gan-
scho programma der volksuniversiteit nog
geen splinter genie maakt en dat wij, om
gekeerd, herhaaldelijk geniale trekken vin
den in menschen, die nooit een letter ge
schreven of een koninkrijk omver gewor
pen hebben. Al te groot respect voor het
genie, het genie met alle geweld veraf en
hoog-verheven tc willen zien, is daar
om een bewijs van gemis aan genialiteit.
Zoo angstig dicht grenst het genie aan het
gewone, dat de gecstelijke-menschen niet
Reeds eenige jaren is het verschijnsel
der radio-echo's bekend. De ontdekking er
van bad plaats in December 1927, toen dc
signalen van den Philips kortcgolfzender
PCJJ na enkele seconden opnieuw werden
waargenomen door ir. Ilals te Oslo. assis
tent van prof. C. Stormer. Deze laatste be
greep terstond de wetenschappelijke be
teekenis van deze echo's, in de wereld-
aether cn stelde, tezamen met onzen land
genoot dr. Balth. v. d. Poll, leider van het
radio-onderzoek in het Philips laborato
rium te Eindhoven, een eerste onderzoek
naar dit merkwaardig verschijnsel in.
Daarbij werd het bestaan ervan bevestigd.
In den herfst van 1928 echter werd een
uitgebreider onderzoek georganiseerd,
waaraan behalve bovengenoemde geleer
den nog prof. E. V. Appleton en mr. R. A.
L. Borrow medewerkten. Als zendstation
fungeerde weer de zender te Eindhoven,
waar zich ook twee ontvangers bevonden.
Dc golflengte waarop werd uitgezonden
bedroeg 31.4 m.
Bij deze proefnemingen werden de eer
ste wetenschappelijke gegevens verzameld.
Tallooze echo's konden worden geregis
treerd, zoowel te Oslo als te Eindhoven,
hoewel het aantal echo's te Oslo gehoord
dat van Eindhoven overtrof. Verscheidene
malen werd eenzelfde signaal tot 3 maal
foe met tusschenruimten van 10-tallen se
conden gehoord. De laatste echo trad eerst
na 30 seconden op. Indien men weet, dat
een radio-signaal in 1/7 seconde rond de
wereld gaat, dan kan men ongeveer na
gaan, welke ontzaglijke afstanden het sig
naal, dat eerst na 30 seconden optreedt,
heen en terug moet hebben afgelegd.
Eenige weken geleden is in Engeland op
initiatief van prof. Appleton een vereeni-
ging tot onderzoek van deze echo-signa
len opgericht. Het is de bedoeling in ge
heel Engeland en ook daarbuiten alle luis
teraars voor dit onderzoek te interesseeren
en te organiseeren. Dc club draagt den
naam van Wireless Radio Research League
(W.R.R.L.) en heeft van vele belangwek
kende lichamen en radio-experts de toe
zegging van medewerking gekregen. Bij de
onderzoekingen zal een krachtzender op
korte golf worden benut. Te oordeelen
naar de berichten bestaat er in Engeland
momenteel onder de luisteraars een ware
„echo-koorts". Dok dr. van der Poll heeft
de W.R.R.L. zijn steun toegezegd.
Op deze wijze hoopt men spoedig over
voldoende gegevens te beschikken om de
bestudeering der radio-echo's ter hand te
nemen. Hieruit zal moeten blijken waar
door de aethergolven worden teruggekaatst
en of er wellicht op ongeveer 5 millioen
km. van ons verwijderd een ondoordring
bare laag bestaat voor het radio-signaal,
zooals door verschillende natuurkundigen
wordt vermoed. Is dit zoo, dan zou een
communicatie met eventueel bewoonde
planeten voorgoed een utopie worden.
„Duizenden", zoo schrijft Stranger in
„World Radio", zullen nu de signalen kun
nen beluisteren, die met de snelheid van
het licht in den aether verdwijnen en na
millioenen kilometers te hebben afgelegd
terugkeeren naar de aarde als postduiven
naar bun eigen streek
Het riet is niet vroeg. Als overal al blad
na blad zich heeft ontplooid en bloem na
bloem in zonnige Meidagen is opengegaan
steekt daar waar de halmen niet gesneden
zijn, do dorre rietzoom nog hoog hoven do
jonge groene spruitsels uit. In 't laatst
van April was ik in Noord-Overijssel in
het echte land van het riet, waar overal*
behalve in dc ontgonnen gebieden, nog do
vele, vele rietzoomen en rietvelden liggen
cn tusschen het alom ontspruitend groen
van boomen. struikgewas cn gras cn bloei
der velden was hier alles nog dorgrauw cn
dorgcel en do rietsnijders waren hier cn
daar nog druk bezig do ritselende halmen
tc oogsten.
Maar nu, bij 't voortgaan der lentewe
ken. begint er toch ook hier hoe langer hoo
meer leven to komen. Zooals in do bos-»
schen de eiken nakomen en zooals langs da
straten en grachten der steden 6ommigo
iopen en platanen nog aarzelend en
schaarsch hun blad gaan tooncn in do
eerste dagen van Mei, zoo is bet langs
vaarten en meren cn kanalen cn in het
moerasland het riet, dat bij vele andero
planten achteraan komt. Maar nu is het
er dan toch in nicuwo frisch groeno gratie,
't Wast cn wint al meer. Nu is er ook ween
do variatio der vele klanken uit het riet.
Aan tweeërlei klank denk ik dan vooral,
al zijn er veel meer stemmen te bcluiste-»
ren. Ik denk aan de karekiet en aan da
roerdomp.
Do karekiet. rietvogcl bij uitstek, is met
een kleine uitgestrektheid al tevreden.
Waar langs sloot cn plas de rijzige stengels
ook in kleine groepjes staan, daar voelt
het vogeltje zich thui9 en zingt er onbe-?
kommerd cn uit den treuro zijn eenvoudig
lied. Het is of in het sobere karre-karre-
kict-geroep van dezen vogel, dat bij dag
en nacht te beluisteren is. het riet zelf, het
ruischend lied langs het water zijn stem.
laat hooren. Zoo hoort dit geluid bij dezo
omlijsting van de waterbanen. Ik denk hier
bij dan in het bijzonder aan den kleinen
karekiet, rietvink, reidfinkje wordt hij iit
liet Friesch ook wel genoemd, het bruine
vogeltje, grijswit van onderen, simpelo'
verschijning sobere roeper wat do klank-*
waardo betreft, maar drukke beweger erf
zanger wat de veelheid en vlugheid varf
zijn klanken en bewegingen aangaat.
Naast dezen kleino is cr ook do grootö
karekiet, wiens bijnaam ricllijstcr al aan-t
duiding is van aanzienlijker gestalte. Dezo;
neemt met den smallen rietzoom, waarmee,
de ander zich tevreden «telt, geen genoegen
maar kiest het wijde uitgestrekte rietveld
tot zijn domein.
Datzelfde geldt ook voor den meest ka-i
rakteristicken bewoner der groote rietmoe-»
rassen, die helaas steeds meer inkrimpen:
door drooglegging en ontginning en die
toch tot het meest typische en waardévolle
natuurgebied van ons land behooren. Dit
geldt ook voor den roerdomp, een van onze
meest interessanto vogels, schuwo verschij-»
ning, vreemde roeper in den lentenacht-
Overal in do Utrechtsche, Hollandsche*
Frie6chc rietmoerassen, in den Noordwest-
hoek van Overijssel en elders komt hij
voor, niet talrijk in aantal, maar toch re*
gelmatig. Het is een vogel, die terugge
trokken leeft, die vooral in den nacht zicK
beweegt, daardoor maar weinig bekend is,
maar die alleen al om zijn doffen, donke
ren roep, zoo innig bij het riet en bij het
unieke watergebied van ons Hollandsche
land behoort, dat hij van ouds tot de meest
belangwekkende verschijningon van onze
vogelwereld mag worden geregeld.
Karekiet en roerdomp geven wel de
meest typeerendc geluiden, die ieder na
tuurvriend kent cn liefheeft als klanken uit
het riet. Er zijn meer van deze zangers erf
roepers: er is de rietgors en de spotvogel,
het woudaapje en de baardrnees, er zijn de
lepelaars van het Naardcrmeer en de pur-»
perreigers uit betzelfde natuurreservaat, er
is een koor van stemmen uit het riet erf
uit dc boschjes en wateren cn velden en
rondom maar het meest en het zuiverst
hooren bij de wuiving van het ruischend
riet toch de klanken van dien schuwen
roeper, den roerdomp, en van dien onver-»
moeiden klankenrijger, den kleinen kare-<
kiet.
NB.