De passiespelen te Oberammergau PALAMIDE VISSCHEN BIJ NACHT KEITJES Als de zaak rust werkt de ADVERTENTIE 3 x plaatsen voor f 1." De massabewegingen verbluffend goed DOOR B. JACOMETTI 1 mw* Jitsluitend bij voor uitbetaling. BRIEVEN UIT BERLIJN De spelers zijn levende stukken herinnering aan het Nieu* we Testament i (Van onzen correspondent.) Berlijn, 21 Mei. De omstandigheid, dat in de Duitsche po litiek in deze weken niet al te veel aan de hand is althans uiterlijk, achter de schermen speelt zich veel af, waarop we binnenkort nog wel hopen terug te komen brengt er ons vanzelf toe, onze aan dacht aan geheel andere dingen te schen ken. We reizen in gedachten naar Zuid Duitschland, en wel naar dat poëtische met de jaren wereldberoemd geworden dorpje in toet gebergte, dat Oberammergau heet, en dat deze beroemdheid dankt aan zijn Passiespelen, die sinds nu precies drie eeuwen regelmatig alle tien volle Jaren gegeven worden. Een gewoonte, die slechts tweemalen, de laatste maal dus in dit jaar 1934, ter wille van een bijzondere ge legenheid onderbroken is. Eigenlijk kent iedere ontwikkelde lezer deze geschiedenis van Oberammergau, en zeker leven thans nog tienduizenden Ne derlanders, die zelf één of meermalen In „het Passiedorp" geweest zijn, om deze zeer bijzondere sensatie van het boerenspel, dat Christus' laatste levenslijden weergeeft, mee te maken en er zijn eigen ervaringen over mede huiswaarts te nemen. Uw berichtgever heeft driemalen toet Passiespel bijgewoond en mag zich dus als eenigszihs ervaren op dit gebied beschou wen. Ja, er zijn niet weinige bezoekers, die deze eigenaardige voorstelling weliswaar als een onvergetelijken dag in hun leven beschouwen, en toch niet de minste nei ging speuren, tien jaren later nogmaals voor dit doel naar Oberammergau te trek ken. Wie twee decennia meegemaakt heeft, raag zich dus gerust als deskundig toeschouwer bekennen. En wie er drie achter den rug heeft, is al een liefhebber te noemen. Dat de bevolking van Oberammergau ook al vroeger dan precies drie eeuwen gele den „de Passie" vertoonde en wel oor spronkelijk binnen de wanden van de kerk, dus op zeer primitieve wijze is minder bekend dan het feit, dat een pest epidemie, die in 1634 veel dooden eischte, maar door de gebeden der vrome bevol king ten slotte heette bedwongen te zijn de aanleiding was voor de plechtige be lofte, het spel tot in alle toekomstige tij den alle volle tien jaren te herhalen als dank aan God voor deze redding uit hoog- sten nood. Het ontroerende schuilt natuurlijk in de omstandigheid, dat deze belofte tot op den dag van toeden vervuld is, en dat slechts wereldoorlog en revolutie een korte onder breking konden veroorzaken. Alle tien ja ren hebben zij, die in Oberammergau ge boren zijn, zich voorbereid op deze passio spelen, die het lijden van Christus der menschheid in alle bontheid en eeuwige, schokkende schoonheid voor oogen stellen. Alle tien jaren hebben de ingezetenen van dit dorpje in geheime stemming de rollen verdeeld, maanden tevoren hoofdhaar, snor en baard laten groeien om het typische uiterlijk te krijgen van het volk, zooals het er in en om Jeruzalem in Christus' dagen moet uitgezien hebben. En alle tien jaren wordt het zeer uitvoerige en nogal naieve tekstboek van de passie, die niet minder dan zeven tot acht uren duurt, met zoo veel iiver en toewijding uit het hoofd ge leerd, dat ondanks het ontbreken van een souffleur en de voor enkele spelers zeer moeilijke en uitvoerige rollen nog nimmer een meewerkende is blijven steken of van den officieelen tekst afgeweken is. Wat het publiek, dat, om toch vooral niets te missen, man voor man met bet tekstboek gewapend is, door alle tijden heen zelf nauwkeurig heeft kunnen controleeren! De boeren, de kunsthandwerkers, de houtsnijders, de smeden, de timmerlui en de andere inwoners van Oberammergau die van oud tot jong in de Passie mede spelen en het zijn er niet minder dan 6 tot 700 mogen wel de meest toegewijde, de ijverigste „tooneelspelers" ter wereld genoemd worden. Tooneelspelers? Ja, en neen. Daarover zijn al tienduizenden pennen In beweging geweest. In vroeger eeuwen, ja zelfs nog tot tegen het einde van de 19e eeuw, schijnt an eigenlijk tooneelspel m het dorpje niet al te zeer sprake geweest te zijn. Toen een maal de passie van de kerk naar de markt, van de markt naar het open veld, van het veld naar de half en ten slotte do zoo goed als geheel overdekte hal met het intus- schen steeds ten deelo opengebleven too- neel overgebracht was, en de regie steeds hoogere eischen stelde, zullen wel passie- regisseurs naar München en Berlijn ge reisd zijn, om van hun beroepscollega's het een en ander af te kijken. En wanneer men thans de waarlijk verbluffend goede be handeling der massa-bewegingen in het Passie-spel ziet, dan maakt men de ver onderstelling, dat de regisseurs van Ober ammergau de laatste 20 jaren zeker meer dan een bezoek bij de beroemde Reinhardt voorstellingen ondernomen zullen hebben En wie garandeert ons, dat niet „Christus" de „Apostelen" en de „hooge priesters" er 's winters een reisje naar Berlijn aan ge waagd hebben om te bestudeeren, hoe men in groote zalen als Reinhardt's vroegere „Grosse Schauspielhaus" spreekt, zich be weegt en er in slaagt, tot duizenden toe hoorders door te dringen. Immers, ook In Oberammergau beeft men tegenwoordig met een gehoor van meer dan 4000 men chen per voorstelling rekening te houden' En toch is het resultaat geen slappe imi tatie van een Rcinhart-voorstelling gewor don, herinnert de Passie als geheel, met de oogen van een toonoelcriticus gezien, eigen lijk absoluut niet aan ..tooneel", zijn deze boeren en handwerkers feitelijk geen too neelspelers. Men merkt aan deze menschen Iets anders. De Duitscher zou zeggen: iets .einmaligs". Zij zouden niet morgen geheel andere rollen in een gansch ander stuk kunnen spelen. Ze zijn .passiespelers", dat wil zeggen: ze bereiden zich tien jaren en telkens weer tien jaren er op voor. hun in nerlijk beleven, hun voelen en denken in spelvorm te demonstreeren. Ze zijn Chris- tus-menschen. levende, stukken herinnering aan het Nieuwe Testament. Hun spel ie de werkelijkheid, de tien jaren pauze zijn een wachten op do Passie, bet Passiejaar een opleven. Daarom is ten slotte het geheel een hoogst eigenaardige demonstratie, die in de eerste plaats eerbied opwekt en pas daarna bewondering. Veel meer nog dan in Bayreuth voelt men hier de wijding. De echte vrienden van Oberammergau komen den avond te voren, wandelen door het dorp, bezoeken de kerk en blijven ook vaak in den kleinen kring van hun boerengast heer. Den volgenden ochtend moeten ze al om zes uur het bed uit, omdat het spel reeds om 8 uur begint en met twee uren voor het middageten, pas om zes uur des avonds eindigt En dan blijft de „.gepassion neerde" ook liefst nog den tweeden nacht in het dorp, om de indrukken niet door plotseling vertrek naar een triviale omge ving uit te wisschen. Voor vele tienduizenden bezoekers is dit spel hoogste heilige Mis. een godsdienst oefening van zeer bijzonder karakter En daarom zijn voor hen de spelers ook geen acteurs, zelfs geen dilettant-tooneelspelere, maar een soort dorpspriesters, voor wie men een geheel eigen soort bewondering gevoelt. Dat desondanks vele toeschouwers ten slotte het gevoel niet van zich kunnen af zetten, dat het tienjaarlijksche Passiespel van Oberammergau in de eerste plaats een wereldattractie voor vreemdelingenverkeer en een niet onbeteekenende geldmakerij is. is niet de schuld van het dorp en van zijn inwoners, maar eigenlijk van andere in stanties, reisbureaux. tusschenpersonen ho- telbezitters, spoorwegmaatschappijen, ad ver tentiecolporteurs en al die andere kringen die oogenblikkelijk opduiken, zoodra een tot nu toe onbekende of minder bekende gemeente door een godsdienstig gebeuren, door een geneeskrachtige bron van onge woon karakter, of zelfs maar door een won derdokter of kwakzalver plots de kans geeft op groote winsten en allerlei moge lijkheden. De jongste geschiedenis van Oberammer gau is een eindelooze strijd van het dorp en zijn leiders met deze tot op zekere hoog te onvermijdelijke tusschen- en hulpinstan ties geweest. Toen eenmaal de Amerikaan sche toeristen het Passiespel ontdekt had den en met hun onaangenaam mengsel van overdreven vroomheid en kwetsende, niets ontziende zucht naar sensatie, het dorpje in de Beiersche Alpen met dollars kwamen bestormen, hebben de werkelijk vrome spe lers. die zelfs aanbiedingen kregen om met hun heele „troep" naar de Vereenigde Sta ten over te komen, harde noten te kraken Paesie-priesters gebleven, eerder arm dan rijk, hoogstens welvarend, maar dan meer dank zij hun groote kunstvaardigheid in het houtsnijden of het pottebnkken dan dank zij de honoraria voor den speler, die in hoofdzaak vergoeding voor talrijke uit gevallen werkdagen genoemd mogen wor den. Oberrammergau is zuiver gebleven, en al is er het een en ander tegen tekstboek en muziek, tegen het overlange spel en het vaak eentonige en oppervlakkig slaperige van vele scene's te zeggen, als geheel is de Passie een geweldig beleven, waarvan men ten slotte verklaren moet. dat men het „ge zien moet hebben" om over de wonderen dezer wereld te kunnen meespreken. Er zijn in deze Passie momenten van groote picturale schoonheid, en weer ande re, die zoo zeer aangrijpen, dat men de velo snikkende cn niet zelden in trance of bewusteloosheid vervallende vrouwen wel begrijpen kan. Wie zijn Bijbel liefheeft en in de musea vol ontroering staat voor de meesterwerken onzer oude schilders, die Bijbelsche tafereelen voor het nageslacht van dat onsterfelijke terugvinden en ge afgebeeld hebben, zal in Oberramcrgau iets lukkiger huiswaarts gaan. ROLAND. Reeds sedert één uur zat ik aan het ver- De riemen rusten nu en de boot glijdt laten strand op de visschers te wachten, langzaam verder. Uit de verte klinkt soms een ro jp. De sluier die kuisch over 't wa ter lag, trekt weg. Dc zon zinkt onder wa ter en neemt haar mede. Nog is er een breede lichtstraal van haar tot ons en dwars daarover moet 't net gelegd. De riemen worden binnengehaald en het net kronkelt in zee, levend als een reuzen- slang dooi Angelino's handen glijdend. Het staartje wordt aan de boot bevestigd. Nu eerst wordt rust gehouden. Oude An tonio doet een etil gebed voor do goede vangst. Zes paar bruine eeltige handen 6laan het kruis. Dan wordt koffie, brood, kaas en sla te voorschijn gehaald cn het avondmaal genuttigd. Vier man mogen rusten tot mid dernacht, maar Pasquale moet wacht hou den. Ik wil natuurlijk niet 6lapen cn ook Pepino besluit wakker te blijvon om te babbelen. Hot is een prachtige heldere zomernacht, zonder wind. De lichtjes van verre booten deinen over het water al* gevallen sterren die niet zinken kunnen. Ik bied Pasquale en Pepino sigaretten aan. Na eenig zwij gen beginnen zij te vertellen. Langzaam en zwaar voegen zij de woorden bij elkaar, die zij eerst moeten zoeken. Woorden ruw soms als ongehouwen steenen. Maar uit het geheel rijst langzaam en sterk een pa leis op. Grootsch in zijn eenvoud. Hot zijn verhalen van storm of van geesten en spo ken, van zeemonsters of schatten die aan de omliggende kusten begraven liggen cn die niemand delven kan. Tu6schendoor kleine, teere vertellingen over hun oude moeder of hun liefje. Ook wonderlijke verhalen over schatrijke vreemden die goud strooiden en jonge vis schers meelokten, die nooit teruggekeerd zijn. Het lijken alle sprookjes uit de „duizend- en-één-naolit"; do mooiste, de wonderlijk ste. Boven Capri 6nijdt de maansikkel zich een weg door de s-terren en „Anacapri's' 6toile kust lijkt een tooverslot met torens en poorten. Daar klinkt Antonio's 6tem: „Avanti ra- garri" aan de net'en. Fn terwijl Angelino en ik met twee riemen de boot op zijn plaats houden, beginnen Pasquale en Pe pino de netten in te halen. Maar wat ik nu zie is zóó zeldzaam, dat ik bijna vergeet te roeien Het net is van onder tot boven gevuld met groote, schitterende diamanten en die mij zouden kon.en afhalen. Ik was op de verste roU> gek'ommen om hun de moei lijke landing te bpsparen. Voor mij lag helder en breed de Golf van Napels. De rook van den Vesuvius steeg loodreoht in de hoogte en boven Ischia dreef geen en kel wolkje. Alles beloofde mooi weer zon der wind. De zee was glad als een spiegel. Verschillende booten waren al voorbij ge schoven, bijna geluidloos roeiend met hun vier meter lange roeispanen, toen achter de ruines van het bad van Tiberius mijn visschers zichtbaar werden. Achterin stond i rechtop de baas, Antonio. Klein en uitge droogd als een stokvisch; 60-jarig, maar met oogen nog zoo helder als van een kind Hij comman 'eerde en ik was door hem uiteenoodigJ mee te gaan vissohen, wat een buitengewone eer is, daar de echte visschers nooit vreemdelingen mee willen hebben. Wel worden door de „Marinaï" van de Grande Marine, die hun geld met het rondroeien van vicemdelingen verdie nen, soms heel theatrale vi6chvangsten bij maneschijn gearrangeerd die duur be taald worden en met het echte visschen niets gemeen hebben; maar de echte vis schers zjjn arm en schuw; houden niet van vreemden; visschen des nachts slapen overdag en verstellen in den middag hun netten. Intusschen was mijn boot bij de rots gekomen en kon ik aan boord sprin gen. Behalve ds oude Antonio waren er nog de schuwe Pepino, blond en met een profiel, als een camee, Pasquale bruin als roest en met oogen en haren zwart als ge polijst ijzer. Verder zijn neef Giovanni die een weinig hinkte, maar een handige jon gen was met sterke armen cn als laatste Ange'ino, wiens vader bij de blauwe grot vevongeljkt was en die daarom al heel jong had moeten werken voor zijn broodje. Na een korten groet kreeg ik een plaats aan een van de groote riemen en zwijgend en onvermoeid roeiden we tegen de onder gaande zon. Het was tijd voor „Palamide's". Groote harde visschen, bijna rond, dik bii den kop en met een heel dun staartje. Ze zien er uit al6 massief zilver. Tegen zonsondergang zwemmen zij in groote massa's naar 't Oosten. Tegen zons opgang keeren zij zich echter Westwaarts. Als de zon in zee zinkt, moet het net in 't water gelaten worden en wel zóó, dat het een dwarslijn vormt tusschen de zon en de boot. Het moet mijlen ver van 't eiland ge beuren en op 't juiste oogenblik. Dus tan den op elkaar en drie uur hard roeien. Het groote, 300 ellen lange net ligt aan den voorsteven nog opgerold als een slui merende slang Over een paar uur zal zij zich lang uitkronkelen. Een vraatziek mon ster. Het uiterste .inde, dat 't eeret te wa ter wordt gelaten, is van een lichtje voor zien. Het glurend één-oog van het mon ster. Dit oog dient andere visschers als 6ein om te verhinderen, dat 6troom en wind de netten op elkaar drijven en ver warren. Maar nog rust het monster en wij roeien met gelijkmatige slagen, staande, naar 't Westen De zon daalt. Een 6luier ligt over het water. In de icok van den Vesuvius mengen zich vuurkolommen; en duizend lichtjes flakkeren uit de huizen van Na pels, Torre, Anunziata en Portici. De lucht boven Ischia is groen als een smaragd. Daar heft Pasquale een liedje aan en blijft op zijn riem rusten. Het is niet het afgezaagde „Santa Lucia" of „Sole Mio". Maar een liedje zonder naam, eenvoudig en roerend. Niemand weet hoe en wan ner 't ontstaan is. Het beeft zich vanzelve gevormd in den mond van een eenvoudig visscher en is weggevlogen als een vogel tje in de wijde lucht Het is alléén ge sohreven in de harten van visschers en zal op een goeden dag vergeten worden en daartU6schen staan stijf en hard uit mas sief zilver honderden „palamide's", ieder wel 30 50 cm ang en meer dan twee pond zwaar. De vi6sohen wonden uit de netten geno men en in mandon geworpen. De diaman ten echter verbleoken, nauwelijks zijn ze binnen boord of ze smelten weg tot don kere druppels. Niets blijft er van over dan een paar emmertjes vuilig water, die Gio vanni weer over boord schept. „Angelo" vraag ik, als ik eindelijk over mijn sprakelooze verbazing heen ben: „waai zijn de diamanten?" En Angelo, die pis 14 jaar is en al zijn brood verdient, is genoeg „dichter" om te begrijpen Hij geeft geen uitleg over fosforesceerende diertjes. Hij glimlacht als een wijze man die medelijden heeft mot kindervragen. „II mare lo da, il mare lo prende, Non 6iami buoni assaf' (De zee geeft en de zee neemt we zijn er niet goed genoeg voor) antwoordt hij. Intusschen is 't zeemonster weer opge rold en uit zijn darmen hebben we 250 kilo visch gehaald. Het is een goede nacht ge weest, ook al zijn er geen diamanten. Nu wordt cr gekeerd en naar t Oo6ten geroeid, om daar voor dageraad dezelfde manoeuvre te herhalen. De mannen zijn moe. Pasquale en Pepi no zijn nat t:>t aan bun middel. Antonio rookt een oud pijpje. Allen zwijgen. Misschien denkt Pasquale wel aan zijn liefje, dat iederen morgen coralen verkoopt aan de haven en die hij ridderlijk helpt do zware kist te dragen, als hij tijdig aan land Is. Als belden genoeg verdiend heb ben, zullen ze trouwen. Voor de zon opkomt, wordt het net nog eens uitgelegd. De bewegingen zijn traag geworden. De lichtjes van Napels verbleek ten al lang; zwart Ügt de Vesuvius tegen den teeren morginhemel. Er wordt een weinig droog brood gegeten. Zeelucht maakt hongerig, maar niemand heeft meer lust tot spreken en allen zijn blij als het net weer binnen i6. Geen diamanten zijn er nu. en ook veel minder visschen. Nu nog een vroolijk liedje om de ver* moeidheid weg te zingen. Do eerste zonnc* stralen vergulden den nieuwen dag. Aan de haven word ik afgezet. De an deren gaan eerst nog de visch verkoopen aan vreemde booten, die overnacht van 't vasteland gekomen zijn. Allen hebben een goeden nacht gehad, maar geen heeft zooveel gevangen als wij „Parta-Fortuna, Signorina", zegt Antonio lachend en dat wil zeggen, dat ik hun ge luk gebracht heb en vaker meeraag Do visch wordt verkocht en de winst ver« dceld. Ik 6tel mij tevreden met een groote, zil veren „palamide" en de diamanten. De visch heb ik mij 6 raiddag6 lekker laten 6maken, maar de diamanton draag ik nog steeds bij me en zou ze voor niets ter we reld willen missen. NIEUWE ROMAN VAN C. EN M. SCHARTEN—ANTINK, De nieuwe roman van C. en M. Scharten— Antink, die dezen zomer bij fragmenten in het maandschrift „De Gids" zal verschijnen, ziet in boekvorm half October het licht bij de N.V. Mij. t. Verspr. v. Goede- Goedk. Lectuur. (N.V. Wereldbibliotheek) te Am- sterdam-Sloterdijk. Hij zal tot titel dragen „De gave Gulden". i ten over te komen, narae noien Kraton- gehad. Ze lijn de eenvoudige toegewiidal wegsterven, rooals t geboren ia, Landschap laags da kronkelende Cam.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13