FILM RUBRIEK
r
Vonk's nieuwste
Usverpakking
J. VONK Wz.
Plombière
Een bezoek aan het filmcentrum Neuba-
belsberg. De vervaardiging der z.g.
cultuurfilms. Opnamen voor „Die
Czardasfürstin"
PRINS HENDRIK EN
HET TOONEEL
VARIA
Concertgebouw
„DE VALK"
ZALEN TE HUUR
voor alle doeleinden
DROGISTERIJ „DE GAPER"
bestaande uit:
Mokka Vanille en
Vruchtenijs in
geisoleerde verpakking
f1.- en f2.-
's Zondags
ook verkrijgbaar
HOOFDSTAD DER PARTHEN
ONTDEKT
(Van een specialen correspondent).
De vriendelijke uitnoodiging van den
publiciteits-chef van de Ufa te Berlijn,
de heer Carl Opitz, om toch vooral ook
nog een bezoek aan Neubabel6berg te
brengen, was to verleidelijk om af te
slaan.
Do herinnering aan vroegere dagen,
toen ik als correspondent gegevens ver
zamelde voor een reeks artikelen over
dit land van den schijn en de droomen
van vele jonge meisjes, ja, waarvoor ik
zelf in Ncubabel6bcrg als een der vele
Edelkomparsen, uitgedost in een prach
tige officiersuniform, mecfigureerde,
die herinnering bracht mij er toe na
vele jaren weer eens een bezoek te
brengen aan het Duitsche filmcentrum.
Luxueuser dan vroeger (toen ik figureer
de moest ik voor 90 Pfennig retour Ille
klasse met het Postdammertreintje gaan)
werd ik nu door een der Ufa-limousines
afgehaald, en wij snorden weldra over den
nieuwen autoweg Bcrlin-Potsdam, do weg,
waar waaghalzen hun hart kunnen opha
len, daar hier met onbegrensde snelheid
gereden mag worden.
In zeer korten tijd reden wij dan ook do
hekken van de Ufa-Celande door, stapten
uit en werden begroet door den heer Pa-
nunzi, den Pre6se-Führer van de Ufa. Op
zijn beurt stelde de heer Panunzi mij weer
voor aan enkele andere buitenlandsche col
lega's, die schijnbaar met hetzelfde doel
naar Ncubabelsberg gekomen waren, n.l.
om hun lezers weer eens iets van do illu
sies, die ze koesteren ten opzichte van de
filmkunst te ontnemen.
Eigenaardig deze mengeling van rassen,
een heusche Amerikaansche journalist,
zwaar gebrild, gestoken in een lichte, op
zichtige plusfours en het notitieboekje bij
zich. Verder een Hongaarsche 6choone, die
op alles wat de heer Panunzi zei, niets an
ders wist te antwoorden dan: ..Ach so" cn
„Nicht möglich". Zoo gaven wij elkaar
handjes en de kudde kon zich in beweging
6tellen.
Allereerst werd een bezoek gebracht aan
den décorbouw van „Flüchllinee" de reeds
hier vertoonde Hans Albers-film en van
„Czardasfürstin", die nog in het vat is.
Mijn Hongaarsche schoone was schijn
baar zoo door dezo décors geïntimideerd,
dat zij niet nalaten kon liefkoozend met
haar vingertoppen langs do rnuren te strij
ken, daarbij in bewondering voor zich uit-
starende, steeds maar mompelende „nicht
möglich".
De ecne décorbouw of de andere, ik wist
het reeds en liep maar vooruit, wetende,
dat wanneer een van de 6cliapen zich los
maakt van de kudde, de anderen spoedig
zullen volgen. Inderdaad had ik juist ge
zien, in minder dan geen tijd stonden wij
voor het kleine Kulturfilmatelier, waar
woedend blaffend eenige wolfshonden aan
de lijn, on6 ontvingen. Door dit huilconcert,
kwam een heer uit den tuin aangeloopen,
die aan ons werd voorgesteld. Het was do
regisseur Hans Junghans, de schepper van
vele dier- en plantenfilms.
Wij volgden hem en typisch deed het aan
deze zonderlinge rust, zoo geheel iets an
ders dan de haastige- en mondaine at
mosfeer van de ateliers, waar de speelfilms
gedraaid worden.
Junghans vertelde ons, dat de Ufa, van
alle Duitsche filmondernemingen, de eenig-
6te is, die er een Kulturabteilung op na
houdt.
De regie van deze films is oneindig veel
moeilijker dan bij de speelfilms en stelt ook
veel grootere eischen. Immers, menschen
kunnen hooren en begrijpen, dieren en
planten niet. Onnoodig dus te zeggen, dat
de regisseur een eindeloos geduld moet be
zitten. Om één meter film te kunnen
draaien, is soms de arbeid van een week
noodig.
Junghans is een echte ontdekker en uit
vinder. Bij elke opname zijn er problemen
öp te lossen. Voor „Czardasfürstin" was het
noodig, dat. eenige muizen een dans uit
voerden. Junghans nam het op zich hier
voor te zorgen. Ruim 18 dagen duurde het
voor hij eenige muizen zoo gedressoerd
had, dat zo aan de wcnschen van George
Jacobi (regisseur van „Czardasfürstin") vol
deden. Junghans toonde ons het resultaat,
stak zijn hand in het glazen huisje, de twee
muisjes kropen op zijn hand, waarop zij
terstond een bevallig dansje uitvoerden,
tot groot vermaak van onze Hongaarsche
schoone. die wederom mompelde „nicht
möglich".
Een grooto kooi met diverse apen, had
natuurlijk de directe belangstelling der
dames.
Met mijn Amerikaansche collega volgde
ik Hans Junghans in zijn donkere kamer,
waar hij een interessante uitlegging over
de opname van eenige potten lelietjes-van
dalen gaf, die van knop tot bloem opgeno
men werden door een vernuftig uitgedachte
tijdcamcra. Hierdoor is het mogelijk ge
worden, dat om het halve uur het licht zich
zelf inschakelt cn de camera één enkel
beeldje opneemt. Na volbrachten dagtaak
gaan Junghans cn zijn medewerkers rustig
naar huis cn des morgens kunnen zij eenige
dozijnen beeldjes, die des nachts door de
tijdcamcra zijn opgenomen, ontwikkelen.
Waar de speelfilms opgenomen
worden.
Bij onzen terugkeer in het atelier vonden
wij dit reeds verlaten, de heer Panunzi met
de kudde stond reeds buiten op ons te
wachten. Men verlangde blijkbaar do men-
6chelijke „muisjes" te zien spelen voor de
film.
Bij dc deur van Atelier Halle B brandde
een rood licht, met een 6trcngen bewaker
erbij. Bij rood licht is de entrée tot het
studio verboden, hetgeen beteekent, dat de
opname aan den gang i6. Een groot bord
waarop „Ruhc-Tonfilm" bracht ons tot stil
zwijgen.
Eindelijk werd het licht vervangen door
een groen, en de schapen gingen naar bin
nen, nagestaard door den dikken bewaker,
die hoofdschuddend het persbezoek ver-
wenschte.
Blijkbaar voelde George Jacobi met den
bewaker mede, want midden in zijn werk,
keek bij verstoord naar ons. Ik begreep het
volkomen, nieuwsgierigen in het atelier is
voor ccn regisseur altijd een ware nacht
merrie.
De hulpregisseur verzocht de heeren van
de pers vooral, stil tc zijn en niet het pa
pier op den grond (stroo'ken papier, die de
ruimte aangeven, waartusschcn gewerkt
wordt) te willen betreden, daar het geritsel
hiervan nadeclig was voor de geluidsover
brenging. Als was-figuren bleven wij dus
6taan en zagen een kleine scène repeteeren
met Paul Kemp.
Op George Jacobi's „Ruhe" werd drie koe
ren een fluitsignaal gegeven, dat door den
toonmixer in de cabine opgevangen wordt
cn het sein is, dat er opgenomen wordt.
Roerloos 6tonden we toe te kijken, totdat
onder algemeen gelach van de in avond
toilet geklecdo jonge damesfiguratie, Paul
Kemp, de bekende melodie uit de „Czardas
fürstin", „Dass ist die Liebe, die dumme
Liebe", beëindigde.
De lichten doofden, de opname voor de
Duitsche versie behoorde tot het verleden,
Nu kwamen de Fransche artisten aan de
beurt, doch waar dit een herhaling was van
hetgeen wij reeds gezien hadden en ik erg
verlangde weg te komen uit deze broeikas,
sloop ik heimelijk de groene deur door naar
buiten, waar ik mij heerlijk op een bank in
het voorjaarszonnetje te koesteren zette,
toen ik plotseling dacht aan do cantine.
Een onweerstaanbare lust bekroop me om
daar liccn te gaan. Zoo gedacht, zoo ge
daan. Ik betrad dit paradijs voor hongeri-
gen en dorstigen. Oude herinneringen van
jaren geleden. Alles was nog precies zooals
vroeger, zelfs het schilderij waaronder ik
eens van mijn figuratiegeld „Gulasch mit
Bratkartoffeln" gegeten had, hiner nog
steeds op dezelfde plaats. Overal de tafel
tjes met de productievlaggen, waaraan
zwaargobaarde boeren, officieren en zelfs
eenige negers zaten. Verderop een collectie
van de mooiste meisjes die er in Berlijn te
vinden zijn, gekleed in snoezige avondtoi
letten. Gewirwar en geroezemoecs door
elkaar. Aarzelend bleef ik even staan, toen
een heer in ccn groen houtvestersuniform
op mij toetrad in vvicn ik terstond Mattheus
Wiemann herkende, waarmede ik indertijd
kennis gemaakt had. Hij begeleidde mij
naar een groote ronde tafel, waarop een
vlaggetje met „Pre66e" 6tond. Vlak daar
naast een geweldige schotel, waarop diverse
soorten taart en gebak. Men had dus op de
groote kudde gerekend.
(Wordt vervolgd).
De U. F. ®A.-terreinen te Neubabelsberg. Op den voorgrond de
décors van de film „Vluchtelingen", de grootste décorwerken
ooit voor, een Eutfopeesche rolprent gemaakt*
Een goed vriend der tooneeU
kunstenaars
De heer Louis de Vries schrijft ons:
Het plotseling heengaan van Prins
Hendrik heeft ook in tooneelkringen groote
ontroering verwekt, want de Prins was een
vriend van tooneel en tooneelspelers, en gaf
soms onverwachts op verrassende wijze van
deze genegenheid blijk. En terwijl wij het
verlies van dezen beschermheer betreuren,
doemen allerlei herinneringen op, die ge
tuigen van zijn meeleven met onze kunst
en kunstenaars en van zijn gemoedelijke,
eenvoudige wijze van optreden, waarmeo
hij zooveel harten won. Zelfs de dingen die
niet onder onzen Vaderlandschen hemel
voorvielen hadden zijn belangstelling; ik
herinner mij hoe de Prins kort na onze
tournée in Denemarken in "28 bij de ope
ning van de Nenijto ons zeer onverwachts
bij zich riep cn naar alle mogelijke bijzon
derheden informeerde, met zooveel belang
stelling alsof het iets was, wat hem per
soonlijk betrof.
Het tooneel speelde ook een grootcn fac
tor in de vriendschap, welke Z. K. H. met
wijlen jhr. A. W. G. van Riemsdijk ver
bond; ontelbaar zijn de malen, dat jhr. Van
Riemsdijk de opdracht kreeg kunstenaars
aan Z. K. H. voor te stellen of hun Zijn
hooge complimenten over te brengen. Ook
vend do Prins er een buitengewoon genoe
gen in, tijdens de voorstellingen de kunste
naars in hun kleedkamers te bezoeken en
ik herinner mij nog hoe Z. K. H. eenige
jaren geleden, bij een herdenkingsvoorstel
ling ter eere van jhr. Van Riemdljk's nage
dachtenis te 'sGravenhage de geheele pauze
achter het tooneel kwam doorbrengen
en zelfs een sigaret rookte, wat eigenlijk
verboden was. Dr. Meihuizen maakte
Z. K. H. bescheiden hierop attent, waarop
Z. K. H. onmiddellijk zijn sigaret doofde,
ofschoon ik de opmerking maakte, dat men
den Prins toch wel niet beboeten zou.
De belangstelling van Prins Hendrik was
verre van oppervlakkig en zijn herinnering
bleek meermalen buitengewoon scherp te
zijn. Wij stonden eens op het perron te
Amersfoort op den trein naar Groningen te
wachten; een eind verder stond de Prins,
blijkbaar op doorreis naar het Loo. Met ver
onachtzaming van alle decorum kwam hij
op ons toe, vroeg hoe wij het maakten en
herkende een actrice, die hij jaren te voren
als gymnasiaste „Lioba" had zien spelen
op het buiten „Duin en Kruisberg", ter
stond, zoodat onze kunstzuster bloosde van
verlegenheid. Zelden gingen er jubilea
voorbij dat de Prins niet van Zijn hooge be
langstelling blijk gaf, maar ook buiten den
schouwburg bleef hij een vriend der too
neelkunstenaars. Het zij mij vergund daar
van een kleine persoonlijke ervaring op te
halen.
In 1933, bij het Congres der Société Uni
verselle du Théê.tre te Zürich maakte R
kennis met dr. S., een goed vriend van den
Prins. Deze verzocht mij de groeten te willen
overbrengen aan Z. K. H., blijkbaar in de
meening, dat dit geen moeilijkheden op
leveren zou. Do gelegenheid daartoe deed
zich echter niet voor tot de Koninklijke
Familie in het najaar Haar jaarlijksch be
zoek aan Amsterdam bracht en o.a. de ten
toonstelling van de schilders Doyewaard
cn Mastenbroek in het Stedelijk Museum
bezocht. Ik stond met vele anderen in de
hal toen de Prins plotseling op mij toe trad
met de woorden: „Ik moet u de groeten
overbrengen van onzen vriend uit Zürich"
Ik was zoo onthutst, dat ik mij den naam
van dien bewusten heer niet te binnen kon
brengen. Bij het verlaten van het museum
kwam de Prins, die mijn verwarring blijk
baar had opgemerkt, nogmaals op mij toe
en zei: „Ik bedoel dr. S. Schrijft u hem dc
groeten terug en zegt u hem, dat ik mij
van mijn taak heb gekweten".
Hij had altijd een passend woord voor de
situatie, zooals toen ik hem bij Zijn zilveren
jubileum in het Roode Kruis mocht bezoe
ken. „Nu komt u eens bij mij, anders moet
ik altijd bij u komen", zei hij lachend en
met een ongedwongenheid die iedereen da
delijk op zijn gemak bracht.
Wij hebben een goed vriend in den Prins
verloren* _tooneelkunst en tooneelkunste-
axaar*
VETERMANS TOONEELSTUDIO
Opvoering van „Oedlpus"
Naar wij vernemen kan eind September
de eerste opvoering worden verwacht van
Sophocles' „Oedipus" door de Tooncelstudio
onder leiding van Eduard Veterman en
Louis de Vries.
JEAN HERVÊ EN HET THÉATRE
D'ORANGE.
Naar Comoedia mededeelt heeft het ge
meentebestuur van Orange Jean Hervé,
sociétairo van de Comédie-Frangaise, uit-
genoodigd om dit jaar de voorstellingen in
het beroemde Théatre te leiden.
De Comédie Francaise zal dit jaar to
Orange een opvoering geven van „Ocdipus".
telefoon 281
EEN UITKOMST VOOR IEDERE
VROUW.
Orient Henna Shampooing
Verft door gewoon wasschen elk haar
In elke gewenschte tint
Onschadelijk f 0.60.
JUUANAPLEIN 3,
Amersfoort
BEVORDERT HET HAARKNIPPEN
DEN HAARGROEI?
Leeken zoowel als haarkunslenaars bewe
ren steeds, dat het knippen den haargroei
bevordert. Onwillekeurig vergelijkt men het
haar dan met een plant. Men denkt, dat
kortgeknipt haar evenals gemaaid gras op
nieuw begint te groeien en zelfs dichter
wordt. Deze vergelijking is echter verkeerd.
Een haar is niets anders dan een hoorn
massa, die door den haarwortel gevormd en
vastgehouden wordt. Het vertoont slechts
in zooverre eenige afhankelijkheid van den
wortel, dat herhaald afknippen de haar-
papil steeds tot nieuwe productie prikkelt,
waardoor deze spoedig uitgeput raakt. In
de hoornmassa circuleeren evenmin sap
pen als in de nagels van vingers en teenen.
De hoomlaag kan nooit krachtiger worden,
daar geen enkele voedingsstof in haar kan
doordringen. In een grashalm is het verloop
echter geheel anders. Hierin is een net van
fijne buisjes, waardoor steeds sappen circu
leeren, die door den wortel geproduceerd
worden. In vergelijking met het haar kan
men den grashalm dus een levend wezen
noemen, dat in het nauwste verband staat
met zijn wortel en verdort, wanneer hij
hiervan wordt gescheiden. Is de haarwortel
verdroogd, dan kan het haar nog duizen
den jaren blijven bestaan; dit blijkt uit de
haren der mummies. De haarwortel kan,
zoolang hij in leven blijft, wanneer het oude
haar is uitgevallen, steeds weer een nieuw
voortbrengen. De wortels van vele planten
kunnen daartegen slechts aan één uitspruit
sel het leven schenken, waarmede zij nader
hand ook sterven. Hoe meer het haar door
het afknippen der punten in zijn natuur
lijken groei gestoord wordt, des te weiniger
komt do haarpapil, de eigenlijke voort
brengster, tot rust. Zij wordt steeds meer
tot productie geprikkeld, zoodat haar wer
king spoedig ophoudt. Zij kwijnt weg en
sterft. Men ziet dan ook bijna nooit vrou
wen met een kaal hoofd; het vrouwenhaar
wordt n.l. niet gestoord in zijn natuurlij
ken, langzamen groei. Elk haar bereikt een
zekere lengte en valt na eenige jaren van
zelf uit. Wanneer do haarpapil tijd heeft
gehad om uit te rusten cn zich op een
nieuw ontwikkelingsproces voor te berei
den, vormt zij ccn nieuw haar. Het knippen
der haren schijnt dus eer schadelijk dan
nuttig te zijn.
MODERNE KINDEROPVOERING IN
ZWITSERLAND.
Martin Zehden schrijft in „Natuur cn
Techniek":
Moderne opvoedingsmethoden, gebaseerd
op individualiteit zijn voor de tegenwoor
dige opvoeding van onze kindoren absoluut
noodzakelijk, teneinde zo voor verouderde of
schadelijke invloeden te vrijwaren. Daarom
is het voor de ouders geboden de inrichtin
gen voor onderwijs nauwkeurig te schifton
want het karakter van het kind wordt in
deze inrichtingen gevormd, voor zijn levens
loop worden hier reeds de grondslagen ge
legd.
Als wij in aanmerking nemen, dat in
Zwitserland en Duitschland alleen moer
dan 3000 van dergelijke inrichtingen be
staan, dan kunnen wij begrijpen welke
enorme verantwoording ouders op zich ne
men als zij hun kind naar het een of andere
pensionaat sturen alleen omdat het hun
door „iemand" aanbevolen werd.
Het is dan ook de plicht der ouders zelf
een onderzoek in te stellen of ten minste
bij het hoofd der school in hun vaderland
grondige inlichtingen omtrent dat buiten
landsche instituut in te winnen.
Van groot belang zijn frissche en zonnige
school- en slaapvertrekken, heldere leermid
delen en niet te groote klassen.
In liet leger van inrichtingen van onder
wijs blinkt voor jongens bovenal de inrich
ting van dr. Schmidt te St. Gallon uit, onder
directie van den voortreffelijken paedagoog
dr. Lusser.
WAT MENIGEEN NIET WEET
De telescopen van vier sterrewachten
richten de lichtstralen van do ster Arctu-
rus op den ingang der wereldtentoonstel
ling te Chicago. Dit sterrelicht heeft een
reis van veertig jaar achter zich.
Het eerste patent voor een luchtbaan
voor voertuigen werd reeds in het jaar
1845 aan den Engclschcn ingenieur Thomp
son verleend.
In Duitschland zijn 760.380 motorrijwie
len in gebruik, in Engeland 640.152, in
Frankrijk 469.100 en Italië 95.518.
Geluiden, tonen, klanken, die een hoo-
ger trillingsgetal dan 20.000 hebben, wor
den door ons niet meer gehoord.
Toen de wals in 1787 in de mode kwam
gaf deze dans den burgers grooten aan
stoot en toen koningin Louise aan het
Pruisische hof wilde walsen, werd zulks
heftig afgekeurd.
In Turkmenistan (Russisch Centraal-
Azië) heeft men reusachtige vindplaatsen
van zwavel ontdekt. Zij liggen in de ra
vijnen van het Gaurdakgebergte.
LAHGESTRAAT 87 TELEFOON 50
Bizonderheden meegedeeld
van Russische zijde
Over de ontdekking van de oude hoofd
stad der Parthen wordt nog het volgende
uit Moskou medegedeeld:
Aan de hand van verschillende documen
ten en aanteekeningen waren vooraan
staande geleerden tot de conclusie geko-
mon, dat deze stad Nessa gelegen moest
zijn aan de grens van de Turkmenische
sovjetrepubliek en Perzië. In het jaar 1931
vestigde de archaeoloog Jersjof van het
Turkmenische instituut voor wetenschap
pelijk onderzoek de aandacht op merkwaar
dige reusachtige heuvels aan den voet van
het gebergte KopetrDaga in de nabijheid
van het dorp Bagir. Onder leiding van den
bekenden archaeoloog Basjkirof zijn op die
plaats de eerste opgravingen geschied. Al
lereerst werd een oude Parthische tempel
ontdekt. Op het oogenblik zijn reeds de
machtige zuilen en het voorhof van den
tempel blootgelegd, waarbij een Hercules-:
scepter, die gebruikt werd door de priest
ters en andere voorwerpen gevonden zijn.
Ook een deel van de vertrekken binnen in
den tempel en een gang, die leidde naar
het koninklijk paleis, het grootste gebouw
van de stad, konden worden blootgelegd.
Bovendien zijn verschillende huizen gedeel
telijk opgegraven, terwijl het waterbassin
en het plein midden in de stad zijn onder
zocht en dc loop der oude straten is vast
gesteld.
Uit deze resultaten blijkt duidelijk, dat
de oude stad Nessa, die den archaeologen
tot dusverre ondanks hun ijverige naspo
ringen verborgen is gebleven, thans inder
daad gevonden is. Er zijn muren ontdekt,
die uitsteken boven de aardlagen, die zich
in den loop der eouwen hebben vastgezet
Rondom die muren zijn grafheuvels gele
gen. De straten loopen uit vier richtingen
naar het centrum der stad, dat veel lager
ligt en waar zich het hoofdplein en het
waterbassin bevinden. Onder de muren
kan men de sporen waarnemen der onder-
oardsche bevlociingskanalen, die naar de
bergen van den Kopet-Daga leiden.
GEMESTE EZELS.
In het nieuwe statistische jaarboek der
6tad Boedapest, schrijft de Pester Lloyd,
is het merkwaardige feit opgeteekend, dat
het getal der ezels in Boedapest van 124
op 39 is verminderd. Sedert dien echter Is
de toestand sterk veranderd. Een spits
vondige slager, wien de sterke achteruit
gang in het verbruik van paardenvleesch
opgevallen was, heeft n.l. bij wijze van
ploeg een jongen ezel laten slachten en
het vleescb tegen 70 filler aangeboden. Het
resultaat was, dat er zulk een vraag ont
stond, dat een varkensmesterij in UUö bij
Boedapest besloten heeft, In plaats van
varkens, voortaan ezelö te mesten, terwijl
verder uit de buurt van Debreczen groots
hoevaelheden ezels naar Boedapest zullen
worden gevoerd, om de navraag naar ezele-
vleesoh te kunnen bevredigen.