FILM PUBPIEK LETTERKUNDIGE KRONIEK Concertgebouw „DE VALK" ZALEN TE HUUR voor alle doeleinden Van glimwormen en vuurvliegjes DROGISTERIJ „DEGAPER" Bezoek aan het filmcentrum Neubabelsberg Appeltaart en groote sterren, die de Hol- landsche bollenvelden willen zien Ik zette mij met Wie- mann aan de tafel, bestel de mijn koffie, doch juist toen hij mij een en ander zou vertellen, klonk een geweldige stem door den luidspreker, die hern tot de opname terugriep. Ik had pech, want nog steeds was het mij niet gelukt een der groote sterren voor eon interview te win nen. In mijn eentje zat ik nu acher twee kannetjes koffie te soezen, wat ik nu eigenlijk aan onze lezers (essen) over dit bezoek aan filmland zou kunnen ver tellen, toen ik plotseling bij den ingang den karak teristieken grijzen kop van den heer Panunzi ontdok- te, die met een veldheers blik de cantineruimte af zocht, mij alleen aan de groote tafel zag zitten, be gon te lachen en gearmd met een zwartoogigc jonge dame naar mij toekwam, op den voet gevolgd door een charmanten jongen man in smoking. „Ik dacht wel, dat ik u hier zou vinden cn daar om heb ik deze twee slachtoffers maar voor u meegebracht. Mag ik u even voorstellen, Ka the von Nagy en Willy Fritseh." Ik was den heer Panunzi zeer dank baar, dat hij deze twee be roemde Ufa-sterren mee getroond had, die van een kleine opname^pauze ge bruik wijden maken, om den inwendigen mensch te versterken. In minder dan geen tijd stonden cr nog eenigc kannetjes koffio meer op do tafel en de groote schotel met gebak begon al aardig te minderen, toen ik met een interview met. Ka the von Nagy zou beginnen. Het noodlot achtervolgde mij, want juist zou Kuthc von Nagy iets over zichzelf vertellen, toen die helsche luidsprc ker ook haar weer tot den arbeid terugriep. Uit vrees dat het met Willy Fritseh net zoo zou gaan. begon ilc maar gauw met het vraag- au antwoord-spellctjo, „Hoelang filmt u eigenlijk reeds?" Willy Fritseh neemt een geweldige hap van zijn appeltaart (hij was toch gekomen om den inwendigen mensch te versterken en dit laat hij zich niet. door een intervie wer ontnemen). Hij glimlacht cn antwoordt: „Hoelang ik reeds film? Zoo ongeveer twaalf jaar. Woonachtig in Kalowitz, zou ik de Technische Iloogeschool te Berlijn bezoe ken. In plaats van mijn avonden nuttig te besteden met de studie van meetkunde etc. werd ik figurant aan het Grosse Schauspicl haus te Berliin, daar het theater mij steeds zeer aangetrokken had. Toen mij een vast engagement voor het spelen van kleinere rollen aan het Doutsehes Theater aangebo den werd, accepteerde ik dit en liet mijn studie aan de Technische Iloogeschool daar voor in den steek, tot groot ongenoegen van mijn goeden vader. Hij is er nu overheen. Op een avond na een voorstelling werd ik voorgesteld aan den productieleider Erich Pommcr, dio mij in een nieuwe film een aardige rol aanbood. Filmspelen was iets ge heel nieuws voor mij, natuurlijk wilde ik ook dit meemaken. Toevallig werd deze film een succes voor mij, waarop de Dccla-Film A.G., die later door de Ufa overgenomen werd, mij de hoofdrol te vertolken gaf in „Meine Frau, die Unbekannte". Hierop volg de een vaste verbintenis bij de Ufa, waar aan ik nu reeds ruim elf jaar verbonden ben cn waar ik nog vele jaren hoop te blij ven. Ik heb pas een tournée gemaakt door Denemarken, ter gelegenheid van mijn film „Er was eens een prins". liet beviel mij daar zoo goed, dat ik graag nog wat langer had willen blijven, doch ik moest terug voor de opnamen van de nieuwe film „Töchter Ilirer Excllenz", waarin ik met mijn Hongaarsche collega Kathc von Nagy, onder regie van Roinhold Schiinzcl, de hoofdrol vervul." „Is het waar, dat u binnenkort naar Hol land gaat?" „Ja, want ik zal in Holland een avond voor de AVRO optreden Ik schaam mij eigenlijk om het u to zeggen, dat ik nog no*it in Holland geweest ben, hoewel wij toch om zoo te zeggen huren zijn. Mijn col lega's, die reeds in uw land geweest zijn, hebben niets dan lof daarover verkon digd, zoodat ik rnij zeer op dit bezoek aan Holland vorheug. Ook zal ik het prettig vin don al mijn Hollandsche vrienden, die ik slechts uit hun brieven ken, persoonlijk te ontmoeten. Velo hebben mij reeds gevraagd wanneer ik eens korn." Wederom klinkt een zware stem door den luidspreker en roept „Willy Fritseh". „Het spijt me, maar u hoort het, ik word in de studio verwacht. Ik hoop u echtor spoedig in uw „Heimat" weer te ontmoeten en dit gesprek voort te zetten." De laatste hap appeltaart wordt nog vlug naar binnengewerkt, een „,Auf Wiedcrsehn" een krachtigcn handdruk en Willy Fritseh verlaat de cantine. Ik kijk hem na, dezen Willy Fritseh met Kathe von Nagy in „Do dochters van Hare Excellentie". jongen sympatliicken" boy, waarin ik geen spoor van gemaaktheid of pose kon ontdek ken, in tegendeel. Eenvoudig cn natuurlijk heeft hij mij alles verteld. Het succes en de naam „Willy Fritseh" hebben dezen jon gen man niet veranderd, hij wil voor alles een mensch zijn, niet anders dan die mil liocnen anderen, die hij door zijn spel voor zich gewonnen heeft en die hem beroemd gemaakt hebben. De heer Panunzi keert tot mijn tafel te rug. Na een korte gedachten wisseling over diverse films van de Ufa, is het ook mijn lijd om op te stappen. Begeleid door den heer Panunzi komen wij aan het wagen park. waar de auto wacht, die mij naar Berlijn terug zal brengen. Juist als ik in den wagen zal stappen, komt met volle vaart een mooie two-seater aangereden. En kel© meters van ons af stopt dit elegante wagentje, terwijl een bevallig bandje ons toe wuift. Een figuurtje verlaat den wagen en komt ons tegemoet. „Nu hebt u toch nog succes," zegt de heer Panunzi, „want daar komt onze kleine Martha aan." Inderdaad het Is Martha Eggerth, die mij inmiddels ook herkend heeft. Na de be groeting had ik even gelegenheid tot een kort praatje. „Ik verheug er mij nu reeds op, Holland terug te zien, want ik heb tijdens mijn kort verblijf in uw land, veel gezien, doch lang niet alles. De interessante kaasmarkt in Alkmaar wil ik ook nog eens zien." „Aan welke film werkt u momenteel?" „Ik hen nu bezig aan „Czardasfurstin". De sterke wind dreigt alle krulletjes van Martha's haar in de war to gooien, die zij met een grappig gebaar vnn haar hand daartegen tracht tc beschermen. ,0, dat mag niet, want ik kom zoo juist van den kapper, vervolgt zij, ..ik heb van daag van 10 tót i uur met Jan Kiepuravoor de plaat gezongen en dat is erg vermoei end". „Hoe laat begint u met filmen?" „Direct. Om half zeven moet ik gereed zijn. liet zal wel laat worden vanavond." „Minstens 1 uur vannacht," zegt de heer Panunzi", daar is op gerekend met de can tine", voegt hij cr lachend aan toe. We mochten Martha echter niet te lang ophouden, daarom nam ik maar afscheid van haar. „Groet Holland van mij," riep zo me nog toe en weg was ze. Na den lieer Panunzi nog hartelijk be dankt tc hebben, die zoo bereidwillig was geweest mij alles te laten zien, wat cr al zoo te beleven viel in dit gastvrije sprook jesland, dat zich Neubabelsberg noemt, liet ik mij met een laatst „Auf Wiedcrsehen" in de auto zakken. Terwijl ik naar Berlijn terug tufte, wer den mijn gedachten onwillekeurig als met magische kracht teruggetrokken naar de atoliers, naar de rciodo en groene lampen, naar do witte muizen cn de apen en... naar de cantine. En in mijn ooren klonk nog steeds na „Achtung!.. Achtung!.., Ruhe... Auf- nahme..." Brrrr. Het leven begint met veertig, door Walter B. Pitkin. Geautoriseerde vertaling door J. Tersteeg (Amsterdam, L. Veens U. M., 1934). liet hoek dat ik heden ga bespreken be hoort tot de grensgebieden der literatuur. Maar ik geloof, dat het geen misdrijf noemd kan worden, wanneer men voor een pittig geschreven verhandeling van een oorspronkelijke buitcnlandsche auteur, aan dacht vraagt in do letterkundige rubriek Walter B. Pitkin is een Yankee. Hij professor in de journalistiek aan cle Colurn bia-Universitcit, en hij wil niet alleen aan de verslaggevers, die zich om zijn Katheder verdringen, zijn evangelie vorkondigen, dat de rijpere leeftijd in onze dagen zijn kan sen heeft, maar hij wil het ook kenbaar maken aan de heelc wereld. Verricht hij daar een good werk mee Inderdaad: de t'tel van het boek reikt reeds een troost aan do meer dan veertig-jarigen, die het in handen krijgen. Een nieuw le vcnsverschiet doemt op; de oude lieden con slateeren, met een glimlach in hunne baa don, dat nu wij de eeuw van het kind heb ben gehad en daarna de eeuw der jeugdbe wegingen, op zijn beurt do ouderdom weer een kans krijgt. En die kans wordt hem bereid door eon^-ertegenwoordiger van het jongste land vair de wereld, door een Ame kaan Het loont de moeite, om eens te onder zoeken, hoe Walter Pitkin tot zijn inzicht geraakt. Bij het lezen van zijn geschrift worden w ij door één opmerkelijk verschijn sel getroffen. Pitkin kiest niet partij voor den ouderdom en tegen de jeugd, neen, zijn bock is veeleer een pleidooi voor een even wichtiger vcrdecling van functies tusschen beide leeftijden dan de wereld tot nu le aan schouwen geeft. Het is onjuist, aldus Pil kin dat de ontstuimige jeugd, die voort durend in wording is, do leiding geeft in Staat en maatschappij, en dut de mcnschen na veertig buiten het daadwerkelijk loven worden geplaatst. Om tot een ideale samen leving te komen, moeten wij tot eene andere verdeeling van functies overgaan. Wil de middelbare leeftijd tot zijn recht komen dan zullen de ouderen de plannen moeten ontwerpen, terwijl de jeugd ze uitvoer In de uitvoering kan de jeugd haar groote physieke krachten verwezenlijken, in het construeeren dor plannen verwerft de oudere leeftijd die voortgezette activiteit, welke voorwaarde is tot zijn leven en zijn geluk. Een ander gezichtspunt van Pitkin is dit, dat alleen dan het leven met veertig beginnen kan, indien de kiem van dat begin voor de veertig is gelegd. Menschep van veertig zouden zich niet moe gevoelen en afgeleofd, indien zo als jongens do levenskunst hadden geleerd. Maar mot de vooropvoeding is het tegenwoordig slecht gesteld. Niet alleen is het onderwijs, dat dorre abstracties aan de jeugd inprent, die van weinig beteckenjs zijn voor het wer kelijke leven daarvan de oorzaak, maar de jeugd verspilt haar tijd aan nutteloos heden. Eerst indien dat ophoudt, zal do jeugd erin geoefend worden, rieëele erva ring op te doon. Die rieëele ervaring is dan de reserve, waaruit de mensch van de veertig put, Ilij is in do gelegenheid, het leven anders te zien, objectiever en met moer begrip van het algemeen verband der dingen Zijn levenskennis &telt hem in staat ver bindingen te ontwaren cn vergelijkingen te maken, die de jeugd niet ziet cn waartoe zij niet bij machte is. Pitkin is er niet beducht voor, dat wij door aan den ouderen leeftijd bewustzijn te geven van zijn potentieoio kracht, een oude wereld" zullen krijgen. Hij ziet dc komende situatie eerder aldus: tengevolge van dc ontwikeling dor techniek zal het voldoen aan cle noodzakelijke levensbe hoeften goedkoop en gemakkelijk worden, die wijze zal er veel meer gelegenheid vrijkomen dan tot dusver veer creatief werk, dat door de ouderen op de basis van hun levenservaring zal worden verricht. Het bovenstaande geeft cenige kernen weer, van de gedachten, die in het boek van Pitkin zijn te vinden. Wij kunnen dc diagnose van den auteur voor Europa niet geheel aanvaarden. En het boek van Pitkin is wel een beetje al te Amerikaanseh ge schreven, met cijfers en statistieken en met een ongebreideld geloof van den schrijver aan de vervulling zijner verwach tingen, om ons zoo sterk to kunnen im poneeren, dat wij het als een uitkomst ien. De diagnose is onjuist ten opzichte van Europa, omdat tot dusver in ons wereld deel do ouderdom veel grooter kansen gc noot clan in de nieuwe wereld. Maar het hoek dat wij bespreken is toch veel minder oppervlakkig clan men aanvankelijk zou denken, en het openbaart algemeene waar heden, die voor de gchcele wereld van belang zijn. Do grondslelling van Pitkin's hoek is door en door zuiver cn gezond. Al wat leeft be hoort aan het leven deel te hebben. De op lossing van het maatschappelijk vraagstuk kan nimmer bereikt worden door een strijd der generaties, maar door hun samenwer king. Geen mcnsohongeneralie is waarde loos, cn mem mag in een ontstuimigen tijd als de onze, die een hevige drang naar op lossing vertoont, de oudere generatie niet cgwerpcn als eon nutteloos orgaan der le- ensgcmeenschap. Hetgeen Pitkin ons dui delijk maakt is, dat de oudcro generatic an dere, anderswerkende bekwaamheden heeft clan cle jeugd, en dat wij na de veertig on zen levensmoed niet moeten prijsgeven, maar onze deelneming aan de sociale onU ikkeling op andere wijze moen-n yichten. En zoo zou dit boek van Pitkin eigenlijk kunen genoemd worden een bijdrage tot de zelfkennis der ouderen. Aan het denken in olstrektheden, dat zoo menige levensbe schouwing van tegenwoordig kenmerkt heeft onze auteur zich volkomen ontwor steld. Men zou zijn boek kunnen noemen een sociale relativiteitsleer. Het leven en wer ken van de samonlcving behoort to zijn hpt in beweging brengen van een samenstel van relaties. Elke dogmatische opvating leidt tot verkeerdheden en ondergang. Tenslotte is Pitkin's boek, het eerste Ame- rikaanschc boek dat zij kennen, waarin de rikaanscho efficienticleer wordt aangewend in dienst niet van productieve bedoelingen, maar van levensgeluk. Wij zullen spaar zaam moeten zijn, ook met onze ledige uren, niet om meer tc verdienen, maar om ge lukkiger te zijn cn een gelukkiger samen leving mogelijk te maken. l)c auteur gaat zoover, dat hij aan hot einde van zijn hoek een Ideaal-Staat schildert, waarin het door hom verkondigde levensbeginsel heeft ge zegevierd. Dit bock is niet alleen belangwekkend om dat het aan de ouderen onder ons toont, hoe wij een maximum van zedelijke waarde en van gclukswaarde in ons leven kunnen brongen, cn hoe wij als de avond daalt, niet behoeven tc versagen, maar het is ook bui tengemcen interessant, omdat het ons een blik geeft op de kentering, dio zich op hot oogenblik in cle Amerikaansche ziel bezig is te voltrekken, en die ons hoopvol stemt ten aanzien van de toekomst cler Ameri kaansche cultuur. P. II. RITTER Jr Telefoon 281 Wij waren in de Maasvallei t-usschen Na men en Dinant en bewonderden er iedcren avond, nadat op den dag velerlei schoon heid ons getroffen had, het licht van de in het gras verscholen cn door cle lucht, in de tuinen en over het water van cle rivier rondvliegende merkwaardige insecten, die met allerlei namen genoemd worden, waar van er twee hierboven staan. Lichtkevcrtjes heeten ze ook wel, Lampyrinae met den we- tenschappclijken naam. Splcndidula de schitterende, Noctiluca de lichtende in den nacht zijn do Latijnsche tweede namen, die respectievelijk de kleine en de groote licht- kevcr dragen, poëtische namen die typee rend zijn voor deze kleine, mysterieuse, lichtgevende verschijningen in het donker. Ze komen in ons land ook hier en daar voor, maar zooveel als daar aan de Maas heb ik ze nooit gezien. Johanneswormpjes hectcn ze in Duitsch- land ook wel; het is speciaal den tijd rond om Sint Jan, 24 Juni, dat zo zich veelvuldig vertoonen. In het rijk geschakcerdo insectenleven, dat zulk een wonderbare verscheidenheid van veel onopvallende, maar ook van de prachtigste gestalten kent, nemen deze glimwormen een merkwaardige plaats in. En een eereplaats, mag ik wel zeggen, als kleine lampionnen in den donkeren avopd, felle, fonkelende stukjes licht in het dalend schemeruur. Wat velen waarschijnlijk niet weten zul len is dit, dat dc glimwormen, die ih het gras verscholen zitten en die niet kunnen vliegen en de vuurvliegjes, die door de avondlanden zweven, dezelfde dieren zijn, iii zoo verre dat de ongevleugelde kevertjes de wijfjes, do rondvliegende insecten de mannetjes ?Ün- baar langgestrekte ach terlijf en haar gebondenheid aan de aarde heeft het wijfje inderdaad heel wat van een worm, al is dc naam eigenlijk onjuist. Een paar ringen van dat achterlijf geven een roengeel licht af. Hoe dat licht precies ge vormd wordt en wat het voor zin heeft, is nog niet geheel ontsluierd. Zooveel staat echter vast, schrijft de laatste druk van Brehm's Tierleben, dat bij het lichten een sterke ontbinding van stofdeeltjes plaats heeft, zonder dat het daarbij lot een waar neembare warmteontwikkeling komt. Wat het doel van dit lichten betreft is wel ge dacht, dat bet een afweermiddel om vijan den te verschrikken zou zijn, terwijl het EEN UITKOMST VOOR IEDERE VROUW. Orient Henna Shampooing Verft door gewoon wasschen elk haar in elke gewenschte tint. Onschadelijk f 0.60. JULÏANAPLEIN 3. Amersfoort- ook als lokmiddel voor de andere sexo zou kunnen dienon. Is het lichten van deze dieren al van een subtiele en wonder boeiende schoonheid in onze landen, waar in de tuinen, door do struiken en over het water deze levende lichtjes glanzen als wezens uit een sprookje, van wel zeer bizondere bekoring moet dit liehtcn zijn in tropische landen. Zeer eigen aardig is, vertelt een reiziger, het tafereel, wanneer in Brazilië deze kleine lichtkun stenaars, die van October af verschijnen cn 's nachts gedurende den geheelen regentijd de luclit met hun tooverachtige glans ver vullen, zich vertoonen, wanneer in het don ker van den nacht de rivieroevers en berg hellingen als op een geheimzinnige impuls of door een onzichtbaar signaal gewekt, op eens in duizenden glanzende lichtjes stra len, die, merkwaardig genoeg, even plotse ling als ze opvlamden alle tegelijk weer verdwijnen, om rnet meer of minder regel matige tusschenpoozen terug te keeren, een verschijnsel, dat zich vaak urenlang her haalt. Een periodiek plotseling oplichten is voor verschillende van deze tropische lichtkevers karakteristiek. Zoo overweldigend was het lichton langs de Maasoevers niet. Maar van een fijne be koring was het wel op den avond van Sint Jan, en in de schemeruren van lange, zon nige dagen daar rondom in den tuin van het pension in het prachtig gelegen dorp, en in de bloeiende hoven van rijk bebloeim de oevers alom langs do Maas tusschen de rotsen. A. L. B. Het Vliegveld. „Het Vliegveld" van Juli opent met een beschouwing over den Lonclen-Melboume race. De schrijver meent, dat de deelne mers, die niet bang zijn groote risi co's tc nemen, door het volgen van de ^groolcirkejroute" een belangrijken voor^ sprong zullen hebben. Want die „grootcir- keiroute" is tot Port Darwin 2000 km kor ter dan de bestaande luohtroute tot Port Darwin. John Rozendaal verslaat de rond vlucht door Duitschland, tenvijl door U^n- ri llegener verslag wordt uitgebracht van het vliegfeest- op Hendon. In een goed ge ïllustreerd artikel wordt de eerste vlucht boven Nederland herdacht, die een kwart eeuw geleden plaats had, welk artikel ge volgd wordt door een beschrijving van de Leopard Moth, het type vliegtuig waarmede de heer J. J. van der Leeuw naar Kaap stad vloog. Het Vliegveld is een uitgave van A. J. G* Strengholt's Uitgevers- Maatschappij to Am sterdam. Martha Eggerth in „Die Czardasltistiou"

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 14