RIJKSPRESIDENT VON HINDENBURG OVERLEDEN DE STERKE EIK GEVALLEN EEN LEVEN VAN TOEWIJDING Donderdag 2 Augustus 19341 Uitgave: VALKHOFF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a 33e Jaargang No. 28 HINDENBURG'S DOOD EEN WERELDRAMP DE HELD VAN TANNENBERG AMERSFOORTSCU DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden voor Amersfoort 2.10, per maand i 0.75, p« PRIJS OER ADVERTENTIEN .05 met inbegrip van een bewijsnummW wcek (met gratis verzekering tegen ongelukken) f 0.17Vr T3^ TA lL/TT A XTTAT^TTV elke regel meer f0.25. Llefdadlghelds-advertenüta voor d« Binnenland franco per post per 3 maanden f3.-» Afzonderlijke nummers f 0.05. I 1|^ P li I ./X II 1 1P #LA dcn Kleine Advertentlèn „KEITJES" bij vooruitbetaling 1—5 regels POSTREKENING 47910 TELEFOON 1NTERC 519 K cent dke reQel meef 10 drkaBtl olaQt3ea f lt_. Bewllcnummer «tra f 0.05 Neudeck, 2 Aug. (D.N. B.). Hedenochtend 6.30 uur* is een communiqué uitgege ven over den toestand van Von Hindenburg. Het commu niqué luidt als volgt: By toenemende algemeene zwakte is de rijkspresident in een diepe bewusteloosheid ge zonken. B e r 1 n, 2 Aug. (Reuter). Hedenochtend om vijf uur is de familie van Hindenburg aan zijn ziekbed geroepen. Hij heeft zijn verwanten evenwel niet herkend. B e r 1 ij n, 2 Aug. (Reuter). De Rijkspresident is hedenmor gen te negen uur overleden. risrae een crisis doormaakte, traden zijn In nerlijke standvastigheid en de terughou ding, die zijn optreden kenmerkten, wel sprekend aan den dag, b.v.: in den nacht voor zijn laatste verkiezing tot rijkspresi dent, toen hij zijn radiorede eindigde met de woorden: „Wie mij niet kiezen wil, late liet". Daarop begaf hij zich ter ruste. Dit vermogen, om temidden van oogen- blikkcn, dat de ernstigste beslissingen moesten worden getroffen, zijn geestelijk evenwicht te bewaren, een geordend rhyth- me van arbeid en rust in acht te nemen en politieke ontwikkelingen haar tijd te laten, maakte Hindenburg tot het stabiele en ste vige clement in den snellen stroom der vlug elkaar opvolgende gebeurtenissen. In het „testament", dat Hindenburg als twaalf jarige, voordat hij naar de kadettcnschool ging, beeft opgesteld, vindt men reeds bet interessanto naschrift: „Dringend verzoek ik voor immer: vrede en rust". En tijdens den oorlog maakte bij eens de opmerking: „Een generale staf raag geen zenuwen heb ben. Een nerveuse generale staf brengt on rust in het gehocle leger. Onder alle om standigheden kalmte bewaren!" Hindenburg is de opvattingen, die hij van zijn kadettentijd af heeft geuit, door niets en niemand ook maar nauwelijks beïnvloed, steeds trouw gebleven. Toen in de jaren 1930—1932 Hindenburg aan den noodtoe stand in Duitschland o.m. het hoofd tracht te to bieden door uitbreiding van zijn pre sidentieel© rechten, beschouwde hij dit als een noodzakelijk gevolg van den groei en de ontwikkeling der gebeurtenissen. Uit de zelfde overwegingen zag hij in 1933, bij de overwinning der nationaal-socialistisclie re volutie, ten gunste van den Führer, van een deel zijner ambtsbevoegdheden af. Dat liet heengaan van Hindenburg als een grootc ramp moet worden beschouwd, is vrijwel een wereldopinie. Zijn dood juist op dit oogenblik wekt te meer bezorgdheid, daar het niet kan worden ontkend, dat Hindenburg tijdens het nationaal-socialis- tisch régime, hetwelk door zijn vele buiten-» sporigheden Duitschland van zijn goeden naam in de wereld beroofde, waardoor deze staat een uiterst geïsoleerde positie is gaan innemen, meermalen als een rem heeft ge werkt, wanneer het Hitlcrisme op het punt stond al te excessief op te treden. Dat het buitenland aan Duitschland tenslotte nog niet het laatste restje vertrouwen onthield, was te danken aan het feit, dat Hindenburg algemeen werd beschouwd als een recht- (Zie vervolg op Pag. 2). Luitenant von Hindenburg. Een' jeugdportret van den president. tiek op het „dictaat' van Versailles en de „Kriegsschuldfrage". Zijn gezag en matigende invloed hiel den het nationaahsocialisme binnen bepaalde perken Einde April 1931 werden door het hoofd orgaan der Engelschc arbeiderspartij, de Daily Herald, nog al sensationecle berich ten de wereld ingezonden, die hierop neer kwamen, dat de Duitsche staatspresident, Hindenburg, zeer ernstig ziek was cn wel dermate, dat niet alleen zijn naaste ver wanten waren ontboden, omdat de ouder- domsverzwakking bet ergste deed vreezen, maar tevens de knapste gcnceshecren reeds een consult hadden gehouden. Gelukkig bleek naderhand, dat de mededeelingen .van het Engelsche blad niet in overeen stemming waren met den feitclijkcn toe stand, want op 26 April van dit jaar her dacht de grijze gcneraal-veldmaarschalk, 'ondanks het feit, dat hij reeds ruim 86 jaar oud was, frisch van lijf cn frisch van ziel, 'den dag, waarop hij, negen jaren geleden 26 April 1923 derhalve door de meer derheid van het Duitsche volk werd geko zen tot rijkspresident. Thans,- nauwelijks drie maanden later, luidden de berichten over Duitschlands eersten staatsburger opnieuw zeer ongun stig; ditmaal echter heeft de verzwakking inderdaad geleid tot den dood van den „grand old man", die door nagenoeg eiken Duitscher werd beschouwd als een natio nale held, niet alleen, aangezien hij in den wereldoorlog, die in 1914 begon, zijn talen ten als veldheer op schitterende wijze' w ist te ontplooien, maar ook, omdat hij, genie tend van een welverdiende rust, desniette min bereid werd gevonden om, niettegen staande zijn hoogen ouderdom, zich aan het hoofd van het Duitsche volk te plaatsen, toen in 1925 de op hem geoefende aandrang steeds sterker werd. Hindenburg aldus de opvatting van millioenen Duitschers was de eenige, die hun land weer zou kun nen bevrijden uit do banden van schande, oneer en vernedering. De generaal-veldmaarschalk heeft bet vertrouwen, dat het volk in hem stelde, niet beschaamd; een verantwoordelijkheid tor ste hij op zijn schouders, die menig jon gere nauwelijks in staat zou zijn geweest te dragen, doch de bijna bovenmcnschelijkc kracht van Hindenburg, gevoed door de genegenheid en het vertrouwen van zijn volk, wras bij mach te tal van taken, die hij zich stelde, tot een goed einde te brengen. Het is buiten kijf, dat de tijd, gedurende welken Hindenburg 's lands eerste leider was, beschouwd kan worden als een der meest bewogen periodes die het Duitsche volk heeft beleefd. Op het gebied der buitenlandsche poli tiek speelden zich allerbelangrijkste ge beurtenissen af. Het was tijdens Hinden- bur's presidentschap, dat liet verdrag van Locarno werd gesloten (1 December 1925) en een jaar later werd Duitschland opgeno men in den Volkenbond. Op 18 Juli 1927. toen het Tanncnberg-gedenkteeken werd ingewijd, keerde Hindenburg zich zoo na drukkelijk mogelijk tegen de bewering, dat bet zijn landgenooten waren geweest, aan wie uitsluitend het uitbreken van den we reldoorlog moest worden geweten en toen voor den tienden keer het feit van de on- ■derteekening van het te. Versailles gesloten vredesverdrag werd herdacht, oefende hij op 28 Juni 1929 opnieuw scherpe kri- <Als cadet. Paul von Hindenburg 'als leerling van de cadettenschool In November 1929 was bet een grootc vreugde voor Hindenburg en zijn overige landgenooten, dat de tweede zone van liet Rijnland door de bezettingstroepen werd ontruimd.' Een in November 1929 op touw gezette volksstemming tegen liet plan- Young, dat dc politieke schuld van Duitsch land in ccn commcrcicele schuld w ilde, ver anderen, leed echter op 20 Dcc. 1927 schip breuk als gevolg van den tegenstand der toenmalige régceringen in Pruisen en bet rijk. Op 20 Juni 1931 zag Hindenburg zich genoodzaakt zich tot den president der Vcr- cenigde Staten, Hoover, te wenden in een brief, waarin hij laatstgenoemde verzocht ten allerspoedigste stappen te1 doen, opdat er een einde zou mogen komen aan den ge vaarlijken ecoriomischeri toestand, waarin zich de wereld bevond. Op het terrein der binnenlandsche poli tiek moest Hindenburg echter evenzeer de eene moeilijke beslissing na de andere tref fen. Zijn taak was vooral hierom zoo-zwaar, aangezien de economische toestand wan hopig slecht was, -de vete partijen in Duitschland voortdurend met elkaar over hoop lagen cn het parlementarisme zich van zijn miserabelste zijde liet kennm, waardoor dc cene kabinetscrisis-op de an dere volgde, zoodat telkens opnieuw ver kiezingen moesten worden gehouden, die den ouden toestand echter steeds besten digden. Zwaar was dan ook de tijd, toen rijks kanselier Bruning zich genoopt zag tc rc- geeren met behulp van noodverordeningen. Menigeen zou voor deze ongelooflijke grootc moeilijkheden op de vlucht zijn geslagen, doch Hindenburg bleef manmoedig op zijn post. In Maart 1932, toen zijn ambtsperiode ten einde was, werd hij dan ook bereid ge vonden zich opnieuw voor het rijkspresi dentschap candidaat te laten stellen. On middellijk bij den aanvang van zijn tweede ambtsperiode werden weer verkiezingen voor den rijksdag gehouden, waarvan de uitslag den enormen groei weerspiegelde van de nationaal-socialistisclie beweging, die, inzonderheid bij monde van haar lei der, Adolf Hitler, een buitengew-oon ijverige propaganda had gevoerd ten gunste eener „vernieuwing" van het rijk. Op 30 Jan. 1933 werd Hitler door den rijkspresident het kanselierschap opgedragen; het aanzijn werd toen gegeven aan het z.g. kabinet „der nationalen Erhebung". Op den avond van dezen dag brachten honderdduizenden den Hindenburg, rijkspresident van Duitschland; grijzen rijkspresident en den leider van liet nieuwe Duitschland hun hulde in dén vorm van een grootscli opgezettcn fakkeloptocht. Op 21 Maart 1933 wérd in de garnizoens kerk te Potsdam bij het graf van Frederik den Groote de nieuwe rijksdag geopend met toespraken van Hitier cn Hindenburg. Het „derde rijk" was geboren. Paul \on Beneckcndorff cn Hindenburg is, gelijk een Duitsch publicist indertijd van licm heeft getuigd, er nooit op uit geweest zich zelf tot een middelpunt te maken; maar niettemin werd hij bij bet centrum van 't gebeuren steeds betrokken. Nadat liij als militair in 1911 reeds van het tooncel was verdwenen, kwam hij in 1918 met de stellig oprecht gemeende woorden uit den wereldoorlog terug: „Ik houd er niet van mij te laten vieren. De paar jaren, die ik nog heb te leven, wil ik rustig doorbren gen. Cincinnatus, die tot zijn ploeg terug keert, is een mooie figuur De beslissingen van Hindenburg zijn door bet Duitsche volk als geheel steeds als ron de, eerlijke uitingen van zijn overtuiging opgevat en zoo bleef zijn persoon zelf steeds buiten dc politieke discussies. De eenvoud van zijn karakter, het karig zijn mot woor den, hebben in belangrijke mate ertoe bij gedragen, dat zelfs de politiek andersden konden grooten eerbied voor hem koester den. Juist, toen bet Duitsche parlementa- Eenvoudwaardigheid en tro' waren zijn belangrijkste wezenstrekken Op 2 October 1847 heeft Paul Ludwig I-Ians von Beneckendorf und von Hinden burg, als zoon van ccn Pruisisch officier, het levenslicht in Posen aanschouwd. In 1S58 werd hij toegelaten tot de cadetten school te Wahlstatt in Silezie, waarna hij zijn verdere opleiding aan de hoofdcadet- tcnscliool in Berlijn kreeg. Op 18-jarigen leeftijd trad hij als tweede luitenant in ac- tieven dienst en spoedig daarop ontving hij den vuurdoop. In den veldslag van Königs- ratz bestormde hij met zijn eseadron een Oostenrijksche batterij, die onder zwaar vuur stond. Als bataljons-adjudant nam hij deel aan den oorlog van 1870 tot '71. Na den Duitsch-Franschen oorlog volgde Hin denburg drie jaar het stafcollege der krijgs school in Berlijn, werd in 1877 benoemd bij den gencralen staf en zag zich spoedig be vorderd tot den rang van kapitein. In dc daaropvolgende jaren bekleedde hij succes sievelijk de rangen van compagniescom mandant, bataljonschef en verschillende andere posten bij den generalen staf. In 1883 werd hij instructeur bij de hoogere krijgsschool in Berlijn. Later was hij bij den generalen staf onder graaf Schlieffcn de geestelijke leerling en helper van dezen strateeg. Tevens werkte hij eenige jaren bij het •Pruisische departement van oorlog, waar zijn talent voor organisatie tot ontwikke ling kwam. Van 1893 tot 1896 was hij com mandant van het 19ste regiment infanterie (Oldenburg), werd vervolgens bevorderd tot gencraal-majoor en diende vier jaar als chef van den generalen staf van het acht ste legercorps te Coblenz, waarna hij nog gedurende drie jaren het commando voer de over de 28ste divisie te Karlsruhe. In 1903 werd hij generaal met het commando over het 4e legercorps te Maagdenburg. In 1911 werd hij op zijn verzoek gepen- sionneerd. Toeri de wereldoorlog uitbrak, leidde von Hindenburg een teruggetrokken leven in Hannover. In verband met de dreigende ontwikkeling van de campagne in het Oos ten tegen de Russen wercl hij op 22 Augus tus 1914 weer voor den actieven dienst op geroepen als commandant van liet 8c leger corps met als chef van den staf naast zich gencraal-majoor Ludendorff. In zijn ge denkschriften heeft Hindenburg uitvoerig de samenwerking met dezen generaal be sproken. De grootc roem \an Hindenburg als krijgsman zal wel altijd de veldslag van Tannenbcrg, die van 26 tot 31 Augustus 1914 duurde, blijven. Hindenburg slaagde er bier in in een zeer moeilijke positie, die eerst slechts gelegenheid scheen te bieden tot een hardnekkige verdediging, om te zetten in een overwinning, waarbij het Russische leger onder commando van Sam- sonof vrijwel totaal vernietigd werd. Hier door werd de weg gebaand voor een reeks buitengewone successen. Hindenburg werd totmaarschalk benoemd cn verwierf zich in Februari 1915 nieuwen roem bij dc campagne in Masuric tegen den noordelij ken vleugel van bet Russische leger, waar bij tenslotte het 10c Russische legercorps \ernietigd werd. In Augustus 1915 werd Hindenburg benoemd tot chef van den gencralen staf inplaats van Falkenlieim, terwijl Ludendorff als kwartiermeester-ge neraal naast hem bleef werken. Er volg den moeilijke tijden, doch eind 1917 had het er den schijn van, dat Duitschland aan de winnende hand was gekomen, temeer daar de duikbootoorlog zijn uitwerking deed gevoelen. In liet voorjaar van 1918 wilde Hindenburg den beslissendcn slag slaan. Met een groot offensief aan beide kanten van St. Quèntin wilde hij door het vijandelijk front heenbreken, bet noord waarts oprollen en naar de kust drijven. Het verwachte succes bleef echter uit. Hier door werd door de geallieerden tijd ge wonnen, hetgeen, toen Amerika Duitsch land den oorlog verklaarde, tot de defini tieve nederlaag leidde der centralen. Als verslagen veldheer moest veldmaarschalk Hindenburg huiswaarts trekken. Na den oorlog leefde Hindenburg weer teruggetrokken, zonder deel te nemen aan het politieke leven, totdat na den dood van president Ebert presidensverkiezingen moesten worden gehouden. Dc anti-socialis tische partijen in Duitschland vormden een coalitie cn wisten Hindenburg over te ba len zich candidaat te stellen voor het pre sidentschap; 26 April 1923 werd hij als zoo danig gekozen. Als president heeft Hin denburg zich met volstrekte loyaliteit aan de grondwet gehouden. Persoonlijk heeft hij aan weinig politiekcn strijd deelgeno men. De eenvoud, waardigheid en trouw, waarmede hij zijn presidentieclo functie vervulde, deden hem de achting van liet geheeie land verwerven. Toen dan ook in 1932 de nat ionaal-socialisten Hitier candi daat gesteld hadden voor het president schap cn de eerste verkiezingsronde, dank zij de enorme nationaal-socialistische pro paganda, een te geringe meerderheid voor Hindenburg bracht, behaalde hij toch bij de tweede verkiezing een voldoende meer derheid op Hitl'cr om wederom tot presi dent van Duitschland te worden benoemd. Het is bekend, dat Hindenburg van den aanvang af tegenstander geweest is van het nationaal-socialisme. Hoe hij deson danks in liet begin van het vorige jaar er toe gekomen is het kabinet-Von Schleicher ten val tc brengen en Hitier tot rijkskanse lier te benoemen, zal door latere historici moeten worden uitgemaakt. Zijn overlij den in deze voor Duitschland wel zeer don kere tijden is wel een buitengewoon ern stig feit, dat nog groote gevolgen met zich kan brengen, zoodat in waarheid getuigd kan worden, dat Hindenburg een groot man is geweest, wiens leven in vele op zichten voor Duitschland van beslissende waarde is geweest en wiens dood nog on bekende, doch wellicht even beslissende consequenties te voorschijn kan roepen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 1