FORTMANN HEHENKAMP
Hoe anderen over Berlage denken
|||||P«| j
MARKIEZEN
ZONSCHERMEN
PANTHEON DER
MENSCHHEID
HUMORHOEKJE
GROOTE COLLECTIE
NIEUWE DESSINS.
Vraagt prijsopgave.
LANGESTRAAT 63. TEL. 88
werp Gemeentemuseum in Den Haag in
1919. Zooals men weet nadert dit laatste
averk volgens een zeer vereenvoudigd
plan zijn voltooiing In 1922 maakte Berla
ge een indrukwekkend ontwerp voor het
Rotterdamsdie Hofplein, ,n 1921 is het uit
breidingsplan voor Utrecht gereed, en
maakt liij ook een nieuwen verkeersweg
langs de Govangenpoort in 's-Gravcnha-
ge. In 1925 het kantoorgebouw De Neder
landen van 1815 in Den Ilaag, in 1928
een kerk van Christian Science, even
eens in Den Haag, vervolgens liet
Mercatorplein met omliggende woning
blokken in A,m6terdam-West, en de mo
numentale Amstelbrug (nadat Berlagc in
1906 reeds een brug over den Amstel had
gemaakt). In aanbouw is nog in samen
werking met architect Ouèndag een ge
bouw van de Am&terdamsche Bank in Am
sterdam. Tusschen al die werken door
bouwde hij verschillende villa's en
landhuizen. In onze 6tad werkte hij mee
aan het bekende gebouw „De Nederlanden
van 1845" op het terrein van Tlvoli.
B er lage heeft, zooals reeds gezegd, de
eerste moderne meubels ontworpen en als
zoodanig ook deze toegepaste kunst een
stoot gegeven in de goede richting. Een
man als Penaat heeft ongetwijfeld veel aan
Berlage te danken.
Ruim een kwart eeuw geleden reeds
liet hij zioh in met de kunst van het glas.
In 1900 ontstond een drinkservie6, uitge
voerd door Baccarat en later Pontin (Pa
rijs). In 1923 wendde hij zich opnieuw tot
het glas, nu in Lc-crdam. Hij ontwierp
o.m. een volledig ontbijtservies, voorts-
twee jaarbekers, een drinkservies, op den
ei vorm gebouwd, voorts beeldhouwwerk in
glas, zoogenaamd# abstracties. Berlage
was het ook die de bouvvsteenen van glas
ontwierp, die hij o.a in de Ohristan Scien
ce-kerk te 's-Gravenhago heeft toegepast.
Bij zijn benoeming tot doctor honoris
causa door de Groningsche universiteit
(1911) werd zijn beteekenis aldus weerge
geven: „de zeer bekwame bouwmeester cn
uitnemende voorganger, die in de bouw
kunst zoowel zijn eigen aard als die van
zijn vaderland recht heeft laten wederva
ren".
In 1924 werd hem con eeredoctoraat ver
leend in Delft. In 1932 ontving hij de En-
gelschè Kon. gouden medaille voor archi
tectuur.
van Berlage is hiervan het monumentale
voorbeeld
Niet een menscheiijke illusie hecrscht
maar een redelijke rationaliteit, en wel met
een aangrijpende eerlijkheid. Nergens
iets opgeoflerd aan een schoone schijn.
Overal wordt de waarachtigheid van het
bouwen getoond".
De verassciiing van dr. Berlage.
Den Haag, 12 Aug. Naar wij verne
men zal het stoffelijk overschot van dr. II.
P. Berlage Donderdag a.s, op Westerveld
worden gecremeerd, na aankomst van den
trein van 11.41 uur.
Een greep uitspraken van bekende architecten en andere
kunstenaarsdie allen in Berlage den pionier zien van de
vernieuwde architect uur en ambachtskunsten
Wij laten hier uitspraken volgen van ver
schillende kunstenaars over Berlage, uit
spraken die uiteenloopen naar inhoud en
toon, maar die alle overeenstemmen in dit
éénc, dat. Berlage de groote pionier is ge
weest voor dc vernieuwing van onze bouw
kunst cn van de amhachtskunsten, die daar
mee samenhangen.
Ir. .Jan Gratama in „Dr. Berlage als
bouwmeester" (Brusse)- „Er zijn vele ar
chitecten geweest, die misschien in hun
soort meer talent, ruimer fantasie, grooter
scheppingskracht hadden dan Berlage; ar
chitecten, wier werk inderdaad aangenaam,
sierlijk, geestig of verfijnd is; en die toch
niet zijn beteekenis hebben. Dit komt, om
dat zij individucele schoonheid hebben
voortgebracht; terwijl Berlage grooter werk
verrichtte, doordat hij do geheel© Neder
landsche architectuur verder bracht".
Arch. Jart Wils in „De Beweging" van
1919: „Het was in de allereerste plhats Berr
lage, die als bouwkunstenaar in woord en
daad zijn tijdgenooten wees op het zich-zelf
zijn in* de kunst. Hij stónd daarin niet al
leen, maar vond in een groep dichters, pro
zaschrijvers, schilders en beeldhouwers
menschen, die in geest geheel met hom
overeenstemden en een kunst voorlbrach
ten, onmiddellijk in verband staande met
de zich toen meer algemeen openbarende
economische stroomingen."
J. J. P. Oud in „Hollandische Architek-
tur" (Bauhausbüchèr):
Berlage hoeft, nadat hij als pionier den
stoot tot een omkeering van nog onbereken
bare beteekenis gegeven heeft, als kunste
naar werken geschapen, die tot het aller
beste behoorèn, wat do Ilollandsche bouw
kunst in vroeger of later tijd heeft voort
gebracht.
R. N. Roland Holst in het Gedenk
boek (1916): „In deze onvaste tijden, waar
in het tempo van de voortdurend wisselen
de meeningen, de snelheid van een in volle
vaart om zijn eigen as draaienden stoom-
mallemolen heeft bereikt, groeiden de ge
voelens voor de Beürs rustig uit van mis
kenning tot verwonderino cn wel kenschet
send is, wat een van do allerjongste kun
stenaars mij bekende, toen hij zei:
„Nooit loop ik voorbij de Beurs of
ik klop hem op zijn ruwe flanken en
zeg hem dank voor al wat hij ons
bracht".
Niet alleen de jonge kunstenaars, maar
zelfs do burgerij begint te doorzien, dat in
dit wellicht wat kinderlijk-grootsch gebouw
iets van een geloof leeft, waar zij van ver
vreemd zijn, een geloof waarin de diepe
schoonheid van voorbije tijden wordt er
kend, maar waarin tegelijk toch ook het
vertrouwen leeft in de grootheid der ko
mende tijden".
Jan J a n s in „Bouwkunst cn Cultuur"
(N.V. De Arbeiderspers 1934):
„Berlage was in dc Beurs niet eens in de
eerste plaats kunstenaar, maar allereerst
profeet".
„Dc oude eenheid van bouwen en sieren
stond licm voor oogen als 'n toekomstvi
sioen. Hij begreep ook zoo goed de bouw
kunst als drie-dimensionale kunst. Hij
wordt in zijn gebouwen niet moe ons in te
lichten omtrent hoogte, lengte en diepte.
Daarbij weet hij de belangrijkste onderdee-
len naar buiten uit le spreken. Zijn Beurs
is een boek in steen over architectuur en
over de grondslagen der bouwkunst. Ook in
dezen tijd is dit boek nog niet verouderd".
Arch. Aug. M. J. Sevonhuysen in
Nieuwe Bouwkunst in Nederland (uitgave
„De Waelburgh", Blaricum):
„Daar i s bij de Beurs van Berlage een
keerpunt. Hier is het bevrljdingsmomont
uit den sleur der slappe traditie van histo
rische vormen. Deze revolutie was, als iede
re revolutie, in wezen bizonder evolutionair
en reeds lang voorbereid cn zeker ook al
liicr en daar tot uiting gekomen. In ieder
geval gaf deze schepping den stoot tot
jyrijcr uiting en ruimere erkenning van die
nieuwe beweging. De stoere mannelijke een
voud van dit bouwwerk was als het ware
het symbool van zuivering. Op dit gegeven
kon zich een nieuwe bouworde vrij ontwik
kelen en ze is ook ontwikkeld.
Just Havelaar in verband met Ber-
lago's Beursgebouw, dat het uitgangspunt
is geworden en gebleven van onze heden-
daagsche architectuur:
„Voor 't eerst weer, sedert eeuwen, werk
ten talrijke kunstenaars samen aan de
totstandkoming van een groot cultureel
monument. En dit monument zelf, in 't
hart der hoofdstad, dit monument, door
zijn strakken eenvoud, zijn heerlijke eer
lijkheid, zijn strengen gevel, markanten
toren cn plastische ingangspoorten, door
zijn nobele binnenruimten ook, dit zoo ver
eerde en beschimpte monument toonde al
de schoonheden der jeugd. Het toonde die
schoonheden tot zelfs in zijn karakterrijke
tekortkomingen! Berlage's Beurs kreeg
voor ons dc beteekenis van een symbool".
(Ned. Ambachts- en Nijverheidskunst 1925
1926. Bij Brusse).
Just Havelaar in „Het Moderne Meu
bel" (bij Brusse).
„Do bevrijdende daad, ook in do meubel
kunst, werd door Berlage volbrachtHet
versierende element is bij hem geheel on
dergeschikt gehouden aan het constructieve
beginsel. Ook van zijn meubels verwachte
men geen verfijnde bewerkingen.... Alle
overbodigheden en bijkomstigheden* alle
krullen en franjes, worden weggelaten; alle
uit zich zelf sproken doet cn dat schoon is
door waar te zijn. Het is op dezelfde wijze
schoon als het moderne bouwwerk, als de
Beurs van Amsterdam. Het meubel van
Berlage werkt als een program. Het is
haast didactisch in zijn leerstelligheid. Met
een ietwat pijnlijko nauwgezetheid wordt
soms de constructie plastisch opgedrongen
aan oog cn verstand.
Met angstvalligheid wordt niet slechts
het ornament, maar ook een meer verfijn
de houtbewerking geweerd. Het is naakt
van eerlijkheid; soms plomp van recht
schapenheid. De materie, het hout blijft
dikwijls te zeer materie: planken en bin
ten en balken".
Arch. J. Luthman (In Moderne Bouw
kunst in Nederland"): „Tusschen Cuypers
en Berlage is de afstand zeer groot. Met
Berlage wordt do beweging ingeluid die
met diepere bewustheid te werk gaat. Het
streven is hierbij gericht op het vinden van
uitdrukkingsvormen voor oen nieuw ont
waakt sociaal bewustzijn. Als iedere jonge
beweging grijpt ook deze terug naar ele
mentaire waarden. Het is dit elementaire
dat een voornaam bestanddeel vormt van
Berlage's werken. De betrekkingen tus
schen ruimte vorm en plastische vorm zijn
hier weer duidelijk geworden, de materia
len worden verwerkt naar hun aard en
functie. Wat in de 19e eeuw zoo deerlijk te
loor was gegaan: het zinrijk verband tus
schen bestemming en uitdrukking, wordt
opnieuw nagestreefd. Daarbij is Berlage's
werk sterk doortrokken van een nieuw cul-
tuur-idealismo. Steeds is zijn arbeid gedra-
door 't besef dat bouwkunst een uiting dient
te zijn van gemeenschapsleven in zijn hoog-
sten vorm cn een dienende factor in dit ge-
meenteschapsleven. Niet do persoon van
den kunstenaar is souverein, maar de idea
len, die in do gemeenschap leven, moeten
door hem hunne vertolking vinden".
Het dcor Berlage „gedroomde", maar in-
tusschen zeer gewetensvol en tot in bizon-
derheden uitgewerkt project van het „Pan
theon der menschhcid" men vindt hier
naast de afbeelding van een onderdeel
is uitgegeven in een afzonderlijk boekj'
met een gedicht van mevr. Roland Holst.
Dit boekje verscheen in 191G, dus midden
in de oorlogsjaren, cn moet beschouwd
worden als een uiting van heimwee naar
den Eeuwigen Vrede. Berlage schreef ter
inleiding het volgende:
„Ik heb mij dit Pantheon voorgesteld na
den oorlog gebouwd in liet midden van
Europa op een hoogen heuvel in de vlakte.
Acht hcirwegen voeren van alle hemel
streken naar de ingangen. Deze gelegen
tusschen de torens van liefde én moed, van
bezieling en bezonnenheid, van kennis en
macht en van vrijheid én vrede, die als
wachters rond de groote hal staan en
's nachts hun licht ver uitstralen, geven
toegang tot het pantheon. Ter weerszijden
liggen de hoven der overpeinzing, ingeslo
ten door de galerijen ter herdenking der
gevallenen van de oorlogvoerende staten.
Langs de galerijen der tegemoetkoming
wordt de groote ruimte betreden. Daar
staat ingesloten door de galerij der ge
dachtenis, alleen door het zenithlicht van
uit den koepel bestraald, het monument
der menschen-eenhcid. IToogerop worden
de galerijen der erkenning, der verheffing
cn der alomvatting bereikt, terwijl de
ruimte door den koepel der volkeren-ge
meenschap wordt afgesloten".
Uit het gedicht van Henriet te Ro
land Holst citeerén wij ter kenschet
sing één enkele strofe:
Aan hen die leden ch stierven om
De paden te effenen der Liefde,
De Ziel te bevrijde' uit de macht
van t goud;
Aan hen die bloedden en hongerden
Om menschheid te:- maken één
Gemeenschap,
Om de vrijherdsvlag te planten
op aard.
Ir. Jan Gratama
kunst in Nederland"):
(„Moderne Bouw-
Was in ons land dr. Cuypers de talent
volle romanticus, Berlage is de Nederland-
sche figuur van het realisme... De waar
de van Berlage's Beurs zit niet in het eer
lijk toonen van de constructies, maar in het
aanvoelen van het mystieke wezen der con
structies. Want alle constructies zijn span
ningen, dus uitingen van God of Natuur.
Het realisme heeft het ééne deel van het
eeuwige wezen der bouwkunst: doelmatig
heid, sterk en eenzijdig beleden- De Beurs
OVER DE GRENS GELOKT?
Reeds negen maanden in
voorarrest
Een wraakneming?
>- 0,AL .-li s'
Si
Geheel Nederland tot in alle lagen van
zijn bevolking heeft onlangs met groote
verontwaardiging uit de Nederlandsche
dagbladpers kennis genomen van het ge
val Spansicr, den socialist uit Nijmegen,
die thans te Berlijn tot een gevangenisstraf
van tweo jaren is veroördeeld.
Een niet minder schokkend feit aldus
lezen wij in Do Tijd is ons thans ter oore
gekomen door middel van het Nederland
sche Consulaat te Essen en mr. Ernst Daub,
advocaat en procureur te Venlo.
Ons is gebleken, dat in de gevangenis
te Essen reeds sedert December 1933 een
Hollander gedwóngen verblijf houdt, die tot
op den huidigen dag nog niet nauwkeurig
weet, voor welk feit hij gevangen gehou
den wordt.
De man heet Gerrit Jan Zwiers, werd te
Zutfen geboren en stamt uit een gegoede
familie. De laatste jaren woonde hij te Ven-
ol in behoeftigo omstandigheden. Begin De
cember verdween hij plotseling. Sedert dien
werd te Venlo niets meer van hem gehoord.
Allerlei geruchten deden evenwel de ronde.
Wellicht had men nooit meer iets van
den man vernomen. De toestand, waarin
hij voor enkele Wekén werd aangetroffen,
is althans van dien aard, dat indien niet
spoedig ingegrepen wordt, do man psy
chisch cn physiek ten gronde gaat.
Ongeveer twee maanden geleden bracht
de Hollandschc consul te Essen een be
zoek aan het Huis van Bewaring aldaar
ten gerieve van een Hollander, die preven
tief zat. Nadat de consul zijn zaak afge
wikkeld had, werd hem door een dor be
wakers verteld, dat nóg een Nederlander in
preventieve hechtenis gehouden vverd, reeds
sedert December 1933.
De Nederlandsche consul trof G. J. Zwiers
in deerniswekkende» toestand aan. Do man
5 totaal uitgeput. Dc gevangene was
buiten zich zelve van vreugde voor het
eerst sedert langen tijd weer Nederlandse]»
te hooren. Hij vroeg den consul of deze
zijn brieven ontvangen had. De consul wist
an geen enkelen brief. Drie had Zwiers
er geschreven. Geen enkelen had de consul
ontvangen. Ook aan vele andere personen
had de gevangene brieven gericht Dat hij
van niemand antwoord had ontvangen,
werd hem nu duidelijk. De brieven had
den geen van alle hun bestemming be
reikt.
In zijn brieven had Zwiers zijn toestand
uiteengezet. Aan den Nederlandschen con
sul had hij geschreven, dat hij op Zondag
morgen 3 December door enkele Duitschers,
vermoedelijk S.A.-menschen op Neder-
landsch grondgebied,! n.L 't Berkenlaantje
op dc Groote Heide te Venlo, was overvallen
en mishandeld. Vervolgens hebben deze
menschen hem daarna over de grens ge
sleept en in een gereedstaande auto naar
Krefeld gebracht, vanwaar hij nog dezelfde
maand naar Essen werd overgebracht.
Op verzoek van Zwiers stelde de consul
alsnog een onderzoek in.
Dat dit onderzoek, dat zeer gebrekkig
verliep, geen resultaat ten gunste van
Zwiers heeft opgeleverd, was to verwachten.
Sporen van den overval cn worsteling op
Nederlandsch grondgebied, waarnaar ge
zocht werd, waren natuurlijk niet meer te
ontdekken.
Een vrouwelijke getuige,
grondgebied stond een auto gereed. Zwiera
werd onmiddellijk naar de gevangenis to
Krefeld gereden. Na enkele weken vervoer*
de men hem naar Essen.
De Duitschers, die Zwiers gearresteerd
hadden, werden over het voorval niet ge
hoord. De rechter van instructie volstond
met een enkele vraag of zij Zwiers op Hol-
landschen bodem gearresteerd hadden. Dit
ontkenden zij.
A. S. werden enkele suggestieve vragen
gesteld in dien geest, dat het antwoord
reeds in de vraag lag opgesloten. Zij ver
klaarde een overval niet gezien te hebben.
Ook had zij niets gehoord. Toen Zwiers
tegen deze verklaring protesteerde en haar
wees op enkele typische uitlatingen en ge
dragingen tijdens den overval, werd hem
het woord ontnomen.
Daarna werd hij naar de gevangenis
teruggevoerd. De Nederlandsche consul te
Essen wendde zich schriftelijk tot advocaat
mr. Ernst Daub te Venlo, die kort voor zijn
arrestatie Zwiers in een proces terzijde ge
staan had. Eerst thans door middel van
den consul vernam deze na langen tijd weer
iets van Zwiers. Onmiddellijk heeft mr.
Daub zich daarop naar Essen begeven. Het
mocht hem gelukken tot den gevangene
toegang te krijgen.
Ook hem had Zwiers brieven geschreven,
doch ook deze zijn nimmer gearriveerd. Bij
het onderzoek, dat mr. Daub bij de Duitsche
justitie instelde, kwam hij na veel moeite
de dagvaarding op het spoor.
De aanklacht.
Oorspronkelijk was een tweevoudige aan*
klacht tegen Zwiers gerichthet smokkelen
van revolvers van België naar Duitsch-
land en het verraden van militaire gehei
men. Na eenige maanden van vooronder
zoek heeft men de aanklacht, het smokkelen
van revolvers, laten vallen.
Waarin bestaat dit verraden van militaire
geheimen.
Deze aanklacht grondt zich uitsluitend
hierop, dat Zwiers eens ruim één jaar
voor zijn arrestatie gezeten in een auto
op den weg tusschen Venlo en Nijmegen,
aan de hiervoor aangeduide Duitsche vrouw
gevraagd heeft of zij geen militaire gehei
men wist los te krijgen
Dit is de aanklacht, waarvoor hij sedert
December 1933 in voorarrest zit
Zwiers zelf gaf mr. Daub den volgenden
uitleg van het bewuste autoritje. Hij zou
aan vrouw S. gevraagd hebben of zij iets
voor hem tc verdienen wist.
Van de Duitsche justitie vernemen we,
dat het vooronderzoek in deze zaak gesïoM
ten is. Het dossier is inmiddels reeds naar
Leipzig doorgezonden. Nadat liier het
Reichsgericht over een al dan niet vervol
ging beslist heeft, zal een evcntuêle berech
ting te Berlijn moeten geschieden.
Een toegewezen Duitsche advocaat heeft
zich met de zaak bemoeid. Nadat deze
echter eenmaal aan Zwiers een bezoek
bracht, heeft hij nimmer meer iets van
Zich laten hoorèn
Een door den Hollandschen advocaat in
gesteld onderzoek heeft aan het, licht ge
bracht, dat de Duitsche vrouw in verbin
ding stond met personen, waartegen de ge
vangen Zwiers kort te voren een procos
gevoerd had. Dit proces had Zwiers ge
wonnen. In tegenwoordigheid van getui
gen heeft daarop ccn dér personen van de
tegenpartij een bedreiging geuit, die met
Zwiers' arrestatie werkelijkheid werd.
Een schets van den ingang van het door
Berlage „gedroomde" Pantheon der mensch-
heid
IN ZEE VERDRONKEN.
Z a n d v o or t, 12 Augustus. Hedenmiddag
om kwart over vijf werd. ten Zuiden van het
tentenkamp tusschen dc palen 68 cn 69 door
kampeerders het lijk gevonden van oen on
geveer 70-jarigen geheel gokleedcn man.
Dr. C. A. v. Fraasscn, dio de lijkschouwing
verrichtte, constateerde dat het lijk ongeveer
tweo uren in het water heeft gelegen. Ver
moedelijk liep de man langs het strand te
wandelen, toen hij door een beroerte werd
getroffen. Bij vlood is de man toen vermoe
delijk in zee terecht gekomen en afgedreven
en later aangespoeld. De identiteit van het
slachtoffer kon nog niet worden vastgesteld.
DOODELIJK ONGELUK TE ROTTERDAM.
Rotterdam, 11 Aug. Hedenmorgen te
10 uur is in de Rubroekstraat te Rotterdam
een ernstig ongeluk gebeurd.
De groentenbandelaar Schurink had voor
zijn pand zijn handwagen gelost. Het vier
jarig dochtertje A. Schurink was daarna in
de nabijheid van de wagen gaan spelen. Het
kind is aan de kar gaan hangen, waardoor
deze kipte en do kleine tusAchen de hand
wagen en dc straat bekneld raakte. Met ern
stige inwendige kneuzingen is zij naar het
ziekenhuis aan den Bergweg gebracht, waai
zij is overleden.
De Nederlandsche consul te Essen wist
van do Duitscho justitie gedaan te krijgen
dat hot onderzoek omtrent den overval
werd voortgezet. Zwiers had den consul
meegedeeld, dat een vrouw, zekere A. S.„
die vroeger bij Zwiers als huishoudster te
Venlo gewoond had, getuige van den over
val was geweest. De consul speelde het
klaar, dat deze vrouw in tegenwoordigheid
van Zwiers te Essen een getuigenis om
trent het voorgevallene moest afleggen.
Ook de Duitschers, die hem gearresteerd
hadden, waren hierbij tegenwoordig.
Zwiers deed zijn verhaal.
Eind November van verleden jaar had
Zwiers van vrouw S. een brief ontvangen,
waarin zij hem meedeelde, dat zij iets voor
hem te verdienen Wist. Aangezien de
vrouw wegens een proces te Amsterdam als
ongewenschtc vreemdelinge zonder midde
len van bestaan ons land was uitgezet, ver
zocht zij Zwiers naar Duitschland tc komen.
Schriftelijk deelde Zwiers haar mede, dat
hij voor een verdienste wel te vinden was.
Op Duitsch grondgebied wenschte hij ech
ter niet te komen. Na nog enkele brieven
gewisseld te hebben deze corresponden
tie bestaat nog kwamen beiden overeen,
dat zij elkaar op Zondagmorgen op de
Groote Heide te Venlo, in het Berkenlaan
tje, dat nog Hollandsch is, zouden ont
moeten.
Na zijn kostbaas meegedeeld te hebben,
dat hij direct na zijn bezoek aan de Groote
Heide naar huis zou terugkeeren, vertrok
Zwiers. Op de Groote Heide in het Berken
laantje aangekomen, zag hij in de verte
vrouw S. naderen. Plotseling viel de
vrouw en stiet een gil uit. Zwiers, die een
ongeluk vermoedde, spoedde zich snol naar
de plaats, waar de vrouw gevallen was.
Toen hij de vrouw tot °P tien meter af
stand genaderd was, werd hij plotseling
van achteren aangevallen. Zes of zeven
Duitschers in burgerkleeding waren op hem
tocgestormd, hadden hem vastgegrepen en
wilden hem meeslcopen. Zwiers verzette
zich met bovenmenscholijke krachtsinspan
ning. Hij ontving enkele zware slagen met
een hard voorwerp op hoofd en schouders.
Tenslotte moest hij allen tegenstand op
geven. De vrouw was intusschen weer op
gestaan. Toen zij zijn met veel bloed be
smeurd gezicht zag, stiet zij een hevigen gil
uit. Men had Zwiers drie tanden vóór uit
den mond geslagen
Direct werd Zwiers daarop in de richting
van de Duitscho grens gevoerd. Op Duitsch
BOTSING TUSSCHEN AUTOBUS
EN TRAMWAGEN.
Ernstig verksersongeval te Am*
sterdam.
Amsterdam, 12 Aug. Op de gevaar
lijke kruising Andreas BcnnstraatCam
perstraat heeft vanmorgen tegen half
twaalf een ernstige aanrijding plaats ge
had tusschen een Gemeenlebus van lijn E
en één tramwagen van lijn 6. De tram had
even stil gestaan en de bestuurder bracht
haar juist in beweging, toen de chauffeur
van de bus vóórlaligs wilde passeeren. Met
een hevigen slag raakte dc tram de linker*
zijwand van de bus, die zwaar werd be
schadigd, terwijl ook enkele ruiten braken
cn een gat in den benzinetank ontstond.
Van de tram werd het voorbalcon inge
drukt en braken eveneens eenige ruiten. De
passagiers die door de beide wagens wer*
den vervoerd waren uiteraard hevig go-
schrokken. Twee inzittenden van de bus,
een vrouw cn een inwoner van Hilversum,
liepen snijvvonden op. Na in het O.L. Vrou-
wepgasthüis verbonden te zijn, konden zij
zich naar hun woningen begeven. De poli
tie stelt een onderzoek in naar do schuld
vraag.
wOURNALISTIEK.
In dc plaats van den heer F. Th. Hols-
bocr, die met ingang van 1 September, op
zijn verzoek, eervol is ontslagen als hoofd
redacteur, is thans tot leider der redactie
van het Deventer Dagblad benoemd, de heer
W. A. H. van Liefland.
r.
„Ik geloof, dat er iemand voor u aan de
telefoon is, meneer."
„Gelooven U hoort zeker te weten."
„Nou, iemand riepben jij daar ouwé
idioot?" (Varfc Hem)-