De Nederlandsche pioniers van het luchtruim. Bij het derde lustrum der K. L. M. Holland-IndTë DE K.L M. VIJFTIEN JAAR Wat energie en moed tot stand brachten De stuwkracht van Nederland's vliegwezen r Op Schiphol en Waalhaven komen en gaan de tnachines, de ^khrten". lederen dag. In de cockpit zitten de mannen, na zaten van het roemrijk geslacht der oude Indlë- vaarders, die met vaste hand hun verantwoorde lijke last duizenden kilometers de lucht invoeren, om hen ergens, ver weg, in Londen, Parijs, Berlijn of Batavia, veilig terug te geven aan den vasten grond. Zooals in vroeger eeuwen de zeevaarders de helden der natie waren, zoo zijn het thans onze piloten, de kerels, die de elementen trotseeren tot heil van ons volk, tot heil der menschen. Aan hen past bü het 15-jarig bestaan der K.L.M. een eere-saluut, Het zal den 7den October a.s. 15 jaar geleden zijn, dat de Koninklijke Lucht vaart Maatschappij werd opgericht. De geschiedenis omtrent den groei en de ver dere ontwikkeling dient feitelijk ieder rechtgeaard Nederlander bekend te zijn. Tot de oprichters en aandeelhouders van de K.L.M. behooren de Rotterdam- sche Bankvereeniging, de Twentsche Bank, de firma Lipmann, Rosenthal en Co., het Administratiekantoor „Unitas", de Bank- Associatie, de Holland-Amerika lijn, de Bataafsche Petroleum Maatschappij, de Nederlandsche Handel-Maatschappij, de Nederlandsch-Indische Handelsbank, de A. Plesman, Directeur der KXJVi, firma Wm. H. Müller en Co., de Maat schappij „Nederland", de Koninklijke Stoomboot Maatschappij en de Koninklijke Paketvaart Maatschappij. De luchtvaart-tentoonstelling, welke in 1919 te Amsterdam werd gehouden, en de eerste internationale luchtvaart-tentoon stelling, welke na den oorlog in ons land plaats vond, had allerwege de levendige belangstelling voor het luchtverkeer wak ker geroepen. De stichters van de Ko ninklijke Luchtvaart Maatschappij waren van oordeel, dat Nederland in het inter nationale luchtverkeer een eigen rol moest gaan spelen, overtuigd als zij waren, dat dit nieuwe verkeer een groote toekomst inhield. De overheid nam terstond de or ganisatie van vliegvelden, draadloozen dienst, weerberichtgeving enz. ter hand en verklaarde zich al dadelijk bereid om tot een zekere grens twee derden van de verliezen der maatschappij te dekken. Sedert 1927 is het Rijk zelf grootaan deelhouder in de maatschappij, terwijl in 1929 bij bijzondere wet de gelegenheid werd geschapen de exploitatie van de lijn Amsterdam—Batavia voor te bereiden. HET PRILLE BEGIN..., De eerste vliegdienst werd geopend op 18 Mei 1920, toen het eerst gecharterde toestel van Amsterdam naar Londen ver trok. Vervolgens werd de exploitatie uit gebreid tot de lijnen op Bremen, Ham burg, Kopenhagen, Brussel, Parijs, Malmö, Bazel, Zürich en Berlijn. Maar tusschen het oogenblik, dat het eerste vliegtuig van Schiphol los kwam e& koers zette over zee naar Londen en den dag, dat het Europeesche vliegnet de afmetingen had aangenomen als boven tusschen neus en lip voor u is uitgepend, lag een lange weg. Een weg van gestaag zofeken, experimenteeren, van vechten te gen allerlei en haast onoverwinnelijke moeilijkheden. En toch kwam dat alles, tóch en hoe kon het anders! is be reikt, wat koene jongens als hun ideaal hadden gesteld: het Nederlandsche vlieg tuig overal in de lucht, op elk srliftffter- reia in Europa. Het is steeds SEMPER CRESCENDO! gegaan, zoodat in den zomer van het jaar 1929 de volgende diensten met een regel maat van de kloken werden gevlogen: Het luchtnet van den zomer van 1929 gaf de volgende diensten: Amsterdam Londen v.v. vijf maal (één vrachtdienst); Amsterdam—BrusselParijs v.v. drie maal daags; AmsterdamBremenHamburg, v.v.; AmsterdamMalmö v.v.; Amsterdam —Berlijn v.v.; Amsterdam—Zürich v.v. ieder één maal daags, waarbij de doorver bindingen LondenBerlijn v.v., Londen Malmö en ParijsMalmö van het groot ste belang waren. Van meet af aan heeft de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij nauwe samen werking gezocht met de buitenlandsche maatschappijen en zoo exploiteert zij de lijn MalmöAmsterdam tezamen met de Zweedsche maatschappijen ,A.B.A." en de luchtlijn AmsterdamZürich tezamen met de Zwitsersche „Balair". Wie herinnert zich nog den tijd, dat Ne derland slechts één luchthaven telde: Schiphol? Deze vlieghaven droeg toen nog een uit sluitend militair karakter. Aan de K.L.M. werd evenwel toestemming gegeven van dit vliegterrein gebruik te maken. In 1921 stichtte Rotterdam als eerste ge- emente hier in Nederland een eigen vlieg veld, en wel Waalhaven, thans even be langrijk als het vliegveld Schiphol. In 1927 nam de gemeente Amsterdam een gedeelte van het militaire vliegveld Schiphol over, en verbeterde de inrich ting daarvan aanzienlijk. Allengs en vooral de laatste jaren zijn over geheel Nederland luchthavens gebouwd, zooals bij Enschedé, Eindhoven, Haamstede en wederom zit een vliegveld in Limburg in de pen. DE EERSTE MACHINE. De KX.M. gaf aan de fokker-fabriek in 1920 opdracht verkeers-vliegtuigen te ont werpen en inderdaad kwam deze fabriek in het midden van het jaar voor den dag met type F H, een ééndekker met een ka juit voor vier passagiers, welk type de grondvorm is geworden voor de verdere verkeers-machines dezer maatschappij, welke terecht een wereldvermaardheid hebben gekregen. In 1924 werd het eer ste type F Vn in de vaart gebracht en het was met dit in onze oogen thans trage toe stel, dat Van der Hoop, Van Weerden Poelman en Van der Broeke de eerste vlucht AmsterdamBatavia uitvoerden. En het succes, hetwelk deze drie moedige mannen mochten boeken, maakte him naam en dien der K.L.M. beroemd in bin nen- en buitenland. Vanaf dien tijd dateert ook het geest driftig meeleven van het Nederlandsche volk met alles wat de K.L.M. betrof. Hoe hebben wij niet de „Zilvermeeuw" begroet en de „Postjager". Met hoeveel interesse belangstelling heeft een ieder de verrich tingen van de F XXXVI gadegeslagen. En de nieuwste aanwinst van de K.L.M.-vloot, de Douglas-machine, een wonder van snel heid, techniek en comfort heeft dermate de interesse van het publiek op zich ge vestigd, dat de prestatie, welke dit toestel in de Melbourne-race zal moeten leveren, en zoo zij slaagt, een geweldig enthou siasme zal ontketenen. Een gevolg van het beginsel om de luchtvloot zoo klein en toch tegelijkertijd zoo modern mogelijk te houden is de noodzaak om materiaal, waar mogelijk, te verkoopen aan kleinere buitenlandsche maatschappijen, welke het voor him doel einden nog goed kunnen gebruiken. Op deze wijze is de K.L.M. er in geslaagd een belangrijk aantal vliegtuigen van de hand te doen en met de opbrengst daarvan de vloot met nieuwere typen en zoo mogelijk van verbeterde constructie, aan te vullen. Nog geen twee jaar geleden werden er opnieuw een vijftal nieuwe Fokkers in gebruik gesteld op de route Amsterdam Batavia. Deze toestellen zijn van het type F-XVin en uitgerust met dezelfde Wasp- motoren als de Fokker XII's, waarmede men reeds eerder zeer goede resultaten bereikte. De toestellen F-XVIII hebben hetzelfde laadvermogen als de X3I, doch bezitten 15 a 20 km. hoogere kruissnelheid (totaal bijna 200 k.m.), waardoor het ook mogelijk werd met den dienst op Indië met nog grootere regelmatig1, 'd *ut te voeren. Mét de in gebruiknan van deze vijf Fokker-toestellen werden de F-VHb's uit den dienst genomen, zoodat er alleen nog toestellen overbleven met groote ca paciteit, terwijl het aantal te vervoeren passagiers ook grooter kon worden. NAAR DEN GORDEL VAN SMARAGD. Tot de belangrijkste feiten uit de laat ste jaren van K.L.M.'s 15-jarig bestaan behooren ongetwijfeld: het instellen van een geregelde verbinding van Nederland met zijn koloniën in Oost-Indië. Op 1 Oc tober 1924 startte Van der Hoop naar Ba tavia, met welke vlucht de luchtpostdienst werd ingeluid, want de F VII vervoerde de eerste luchtpost van Nederland voor Oost-Indië. In November van 1928 ving de Indische Maatschappij haar enkeldaag- schen dienst BataviaBandoeng v.v. en haar dagelijkschen dienst BataviaSema- rang v.v. aan. Binnen anderhalf jaar heeft dit bedrijf zich tot vijf vertakkingen uit gebreid, hetgeen pleit voor de vooruit strevendheid van onze koloniën. Werden in de jaren, welke na de eerste succes volle tocht van Van der Hoop volgde, slechts enkele vluchten naar ons Indië on dernomen, op 25 September 1930 begon de regelmatige veertien-daagsche dienst, welke zulke mooie resultaten opleverde, dat hij op 1 October 1931. dus precies ze ven jaar, nadat Van der Hoop zijn Indië- reis begon, omgezet in een wekelijkschen, hetgeen hij tot nu toe is gebleven, al heb ben de stoere K.L.M. piloten in December van het vorig jaar wel bewezen, dat een reis begon,om gezet werd in 'n wekelijkschen langer behoeft te duren dan 4 y2 dag! De Indië-vluchten hoe gewóón zijn zij nu geworden zijn een voortdurende manifestatie geworden van Nederland's kunnen en Nederland's moed. Dit zijn geen individueele prestaties: de nationale volkskracht is erin tot uiting gekomen. De Nederlandsche ondernemingsgeest, zoo als deze bestond in de Gouden Eeuw, toen cnze zeevaarders den weg zochten naar Indië, heeft zich gekristalliseerd in DE KERELS IN DE COCKPIT. Zij vooral zijn het, die bij dit 15-jarig jubileum een eere-saluut in ontvangst turaliseerd, ook als Nederlander beschou wen willen, zijn thans alle gezagvoerders der verkeers-vliegtuigen van de Koninklij ke Luchtvaartmij. van Nederlandsche na tionaliteit. CIJFERS, DIE SPREKEN. De afgeloopen jaren zijn voor de Ko ninklijke Luchtvaart Maatschappij rijk aan ervaring geweest, hetgeen begrijpelijk is, daar de K.L.M. de eerste en eenigste luchtvaart-mataschappij is in Nederland en dus met moeilijkheden te kampen kreeg, welke nog nimmer waren overwon nen. Menigmaal moest een ernstige crisis worden doorgemaakt, doch steeds heeft de K.L.M. het hoofd weten te bieden aan de mededinging van andere buitenlandsche maatschappijen, welke het oog hadden ge richt op ons klein welvarend landje. Hoe het luchtverkeer in ons land zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld, moge duidelijk blijken uit de onderstaande cij fers: Gevlogen K.M. 1920: 82.000; in 1929 tot October 1644.8C0; vervoerde passagiers 1920: 345; 1929 tot October 18.258; in 1920 werden 22.000 K.G. goederen vertranspor- teerd; in 1929 tot October 706.905! In 1920 bedroeg het aantal kilogrammen der lucht post 2900; in 1929 tot October was dit aan tal 57.856. Het aantal kilogrammen der pakketpost in 1922 bedroeg 27.000 en in 1929 tot October 32.061. Het aantal pleizier- vliegers was in 1921 150 en in 1929 tot Oc tober 9250. En nu tot besluit vergelijkende cijfers over het eerste half jaar 1933 met die van 1934: Gedurende de eerste 6 maanden van 1933 werden 13.978 passagiers vervoerd te gen 33.101 in dit jaar, hetgeen neerkomt op een vooruitgang van 137 pet. De post vermeerderde van 85.847 in 1933 tot 107.490 K.G. over het eerste half jaar van 1934, een stijging van 25 pet. Het goederenvervoer leed ook dit jaar onder den algemeenen toestand en ver- As jeblief, steeds nieuwe vluchten Onversaagd en onbeducht, Sneller dan de snelste vogel Is de K.L.M.-sche vlucht. Korter moet de afstand worden, En zoo hechter steeds de band Tusschen 't groote Insulind# En het kleine Moederland. En door eindelooze luchten Vliegt die vogel daar alleen In steeds razend-vlugger tempo Naar ons Insulinde heen. Wat al groote mog'lijkheden Oop'nen zich op dit gebied, Wat een nauwe samenwerking Ligt er thans in het verschiet. Wat een vreugd' nu Insulinde Door het groote luchtdomein Met haar goede Moeder Holland Altijd mag verbonden zijn. Spoedig zal het snel genoeg gaan, En dan gaan ook wij te gast Even met een vliegmachine In Mama's provisiekast. Wat zal er dan wel gebeuren? Dan weerklinkt van allen kant Onze naam als een triomfkreet: Da's de naam Groot-Nederland. Vijftien jaar lang lucht veroverd! Dreunend bromt de motorsteel Nederland en Insulinde Eén land, door de K.L.M. TROUBADOUR. minderde van 067.896 K.G. gedurende de eerste 6 maanden van 1933 tot 531.251 K.G in 1934. Het totaal aantal passagiers over 1933 bedroeg 41701; reeds in de 3e week van Juli 1934 is dit aantal overtroffen en werd de 41702de passagier geboekt. De maand Juli bracht tevens de 200.000e passagier der K.L.M sinds den 17den Mei 1920, toen de eerste vlucht gemaakt werd. Ook op de Indië-lijn vertoonde het ver voer een stijging over de geheele linie. In Juli van dit jaar heeft de K.L.M. de 50.000e passagier geboekt. Het zijn prachtige resultaten. Vooruit K.L.M.! Semper crescendo in de toekomst. De heer A. Plesman De K.L.M. zonder Plesman? Neen, dat is niet mogelijk. Wie zegt: K.L.M. of het denkt, zegt: Plesman en denkt aan hem. „Plesman!" Hoe heeft deze naam een klank gekregen in het internationaal luchtver keer. 7 October a.s. heeft hij 15 jaar het roer in handen beter gezegd: het hoogteroer. Want zijn vaste hand heeft onze Neder landsche civiele luchtvaart opgevoerd tot een hoogte, zoowel technisch als organisa- knap en niet by zonder dom middel matig. Plesman wilde soldaat worden en als 20-jarige jongeling kreeg hy de luitenants ster op zyn kraag. In den wereldoorloog maakte hij voor goed kennis met het vliegen, eerst als of ficier-waarnemer, later ook als officier- vlieger. Na den oorlog rypten grootsche plannen in Plesman's brein: de stichting van een luchtvaartmaatschappij. Aanvankelijk had hy weinig succes en veel tegenstand. Maar Hollandsche vruchten voor Indië! Het vervoer van aardbeien per vliegtug. hebben te nemen. Het moge waar zijn, dat de moderne techniek, vooral op het ge bied der radio, de gevaren van de lucht tot een minimum heeft verkleind: het vlie gen, zoowel op de Europeescne als op de Indische lijnen, blijft een moed vergen, die den alouden naam van het pioniers- volk aan de Noordzee eer aan doet. In 1920 had de maatschappij vliegtuigen met bemanning gecharterd van buiten landsche maatschappijen. Toen zy in 1921 met haar eigen vloot begon te werken, was zij wat bemanning betreft, nog op het buitenland aangewezen, aangezien men in ons land slechts weinig piloten telt, al thans in die jaren. Gaandeweg is evenwel het aantal Ne derlandsche vliegeniers toegenomen en In dien wy Smirnoff, die intusschen is gena torisch, dat zij haar weerga niet vindt in Europa en zelfs op de geheele wereld. Van groote mannen gaan verhalen, hoe men, volgens hun inzicht, in de wereld carrière kan maken. Plesman is iemand, die aan menig jongeling van vandaag te voorbeeld kan worden gesteld. De heer Plesman heeft inderdaad veel bereikt. Dat heeft hy te danken aan zijn voornaamste karaktertrek: doorzetten. Kost wat kost, met op zij schuiven van veel bezwaren en veel enge persoonlijke belangen ten uit voer brengen, v/at eenmaal in zijn hoofd is komen vast te staan. En als die plan nen hun beslag hebben gekregen weer iets anders! Plesman was vroeger een doodgewone jongen. Hij ging naar school zooals wy alle gedaan hebben, was niet bijzonder toen hij de eerste Iüchfvaart-tenfoonstel- ling te Amsterdam had georganiseerd, sloeg het enthousiasme los. De noodige fondsen werden bijeengebracht en de K.L. M. gesticht. De nauwelijks 30-jarige Plesman werd benoemd tot directeur. Dat was het begin. Plesman had een zware taak, maar hij heeft deze tot een schitterend einde gebracht. De K.L.M. heeft zich een wereldnaam verworven. Plesman's energie en ondernemingsgeest heeft de luchtvaart-maatschappij groot en krachtig gemaakt. Dat de heer Plesman en de K.L.M. nog lang aan elkaar verbonden mogen zijn. H. P, B.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 10