J&i\dagshla
Aniersfoortsch Dagblad/ E:
Na 10 jaar Amsterdam-Batavia
KEbTJES
H. M. KOENE Jzn.
Vair hei
3 x plaatsen
voer f 1."
Jitsluitend bij voor
uitbetaling.
De geweldige voor
uitgang
LETTERKUNDiGE KRONIEK
WONINGINRICHTING EH
KUNSTNIJVERHEIDSARTIKELEN
Waaronder ruime keuze:
AARDEWERK
GLASWERK
SMEEDWERK
SOLAMASSIVE
BYOUTERIEËN
f Kapstok, divan- en
tafelklcedcn. Dres-
a sclioor-
Kus-
Handg'eweven soir-
steenloopers,
TORENSTRAAT 1 hosk Plantsoen W.
rr
ï'WbtSWBïïJ
Jeanne van Schaik-Willing heeft er voor
zorg gedragen, het probleem der eenzaam
heid te stellen in zijn meest abstracte ge
daante. Zij berooft de hoofdpersoon van
haren roman, Sol'ie Blank, van alle ontmoe
tingen, van alle ervaringen, die dat gevoel
van eenzaamheid zouden kunnen wegne
men, of er den schijn van iets anders voor
in de plaats konden geven. Sofic Blank is
do kleindochter van den Directeur eener li
keurstokerij, „Het Gouden Haantje". Diens
zoon, Marius, in weelde opgevoed, is een
willoos en aan zijn droomen en liefhebbe
rijen overgeleverd individu. Marius trouwt
een meisje uit arbeiders-kringen, en onder
neemt met haar groote reizen. Maar juist
als zij hem, in Barcelona, een dochtertje ge
schonken heeft, krijgt Marius bericht, dat
zijn ouders door een spoorwegongeluk om
het leven gekomen zijn. Na zijn terugkomst
in Nederland, blijkt, dat de likeurstokerij in
verval is, en als Marius om desniettegen
staande aan zijn luxe-neigingen toe te ge
ven, een wissel vervalscht, moet hij bij de
naderende ontdekking, vluchten naar Zuid-
Amerika, en vrouw en kind in den steek la-
tem
Een tante van Sofie Blank, die zelve niet
meer zoo heel gefortuneerd is, bemoeit zich
met het geval; zij zet de moeder en de doch
ter in een boekwinkeltje, en nu komen de
troostelooze kinderjaren van Sofie Blank.
Troosteloos? Niet geheel. Dit kind heeft
het vermogen, weg te vluchten in haar fan
tasie, van haar fantasie een vesting te bou
Als Zeeland lacht
Vergelijking van den toestand
van thans met wat v. d. Hoop
10 jaar geleden adviseerde
Het is deze maand 10 jaar geleden, dat
het bekende driemanschap v. d. Hoop, van
"Weerden Poelman en v. d. Broeke hun
pioniers-vliegtocht naar Indiè ondernamen,
en op verschillende manieren is daaraan
in de afgeloopcn weken herinnerd. Naar
aanleiding van dat jubileum zaten wij
dezer dagen nog eens te bladeren in het
bock, dat van dor Hoop na de vlucht het
licht heeft doen zien, „Door de lucht naar
Indië", waarin de schrijver niet alleen op
vlotte en dikwijls ook amusarrte wijze hun
avonturen beschrijft, maar aan het einde
waarvan hij ook eenigc voorspellingen en
adviezen geeft ten aanzien van een gere-
gelden vlicgdicnst op Nedcrlandsch Indië.
Juist dat gedeelte had onze speciale be
langstelling, en het was inderdaad zeer
merkwaardig om nog eens kennis te nemen
van de mccning van een deskundigo van
10 jaar geleden over de mogelijkheden van
een luchtverbinding met Indiè.
Het is pas 10 jaar geleden, dat van der
IIoop die regelen neerschreef, en wo zijn
nu al eenigo jaren in het bezit van een
wekclijkschen vlicgdicnst op Batavia, dio
onze nationale trots is, omdat hij de lang
ste door één maatschappij geexploiteèrclo
luchtlijn ter wereld is. En als men dan de
laatste hoofdstukken van v. d. Hoop's hoek
nog eens naleest, kan men werkelijk een
glimlach niet onderdrukken omdat alles
zoo heel en heel anders is geloopcn.
Den schrijver van 10 jaar geleden mag
- en dit om misverstanden te voorkomen
geen enkel verwijt' gemaakt worden dat
hij toen schreef zooals hij schreef. Op dat
moment kon hij, met allo vooruitstrevend
beid die hem eigen was, niet anders. Hij
kon toch ook met geen mogelijkheid voor
zien, dat de luchtvaart en de aviatische
techniek zulk een geweldige ontwikkeling
zouden hebben als de nu afgeloopcn tien
jaar hebben gedemonstreerd. En als wij
hieronder eenige sprekende citaten geven
uit van der Hoop's werk, dan is dat alléén
en uitsluitend, om die geweldige vooruit
gang in 10 jaar tijds eens den lezer duide
lijk en klaar voor oogen te stellen.
Van der Iïoop schrijft dan allereerst:
„Dikwijls wordt de opmerking gemaakt,
dat do luchtweg naar Indië over zooveel
buitenlandscho luchthavens voert, dat wij
te zeer afhankelijk zouden zijn van vreem
de mogendheden, om dio luchtlijn te or-
ganiseeren. Dit moge ten deele waar zijn,
doch men vergetc niet, dat het volstrekt
niet noodig is, die luchtlijn uitsluitend
door ecne Ilollandsche maatschappij te la
ten cxploiteercn. Er is toch geen sprake
van, dat een zelfde vliegtuig van Amster
dam naar Batavia zou doorvliegen; een
vliegtuig heeft onderhoud noodig, even
goed als het personeel do noodige rust niet
kan ontberen, wil het behoorlijk „fit" blij'
ven voor zijn verantwoordelijke taak. Juist
om een snelle verbinding tc krijgen zal in
étappes moeten worden gewerkt, met af
lossing van personeel cn materieel. liet ls
zeer wel mogelijk, dat deze étappes worden
gevlogen door vliegtuigen van verschillen
de mogendheden, welke aansluiting op el
kander geven".
En na 10 jaar hebben wij een Indië-lijn
die klinkt als een klok, die van begin tol
eind door één Ilollandsche machine met
Ilollandsch personeel wordt gevlogen, zon
der tusschen komst van eenigo vreemd^
mogendheid. En het is geen zeldzaamheid,
dat de Indiëyaardcr in Batavia aankomi
met dezelfde bougies, die er op Schiphol
zijn ingestopt
Van der IIoop voorzag waarschijnlijk wel
een situatie zooals wij die thans kennen,
toen hij schreef, „dat het in principe vol
strekt niet onmogelijk is, steeds grootero
dcclon van dien luchtweg door Ilollandseho
toestellen tc laten afleggen, wellicht
later het pad, door de II.N A.C..C. geopend,
geheel op eigen hcenen te bewandelen".
Maar dat hot loopon op eigen hcenen zoo
snel zou gaan, zal hij zeker niet hebben
durven hopen.
Hij schrijft verder:
„Wanneer de luchtroute eenmaal behoor
lijk is georganiseerd, zoodat op de meest
gunstige plaatsen vliegvelden gelegen zijn,
en wanneer in étappes wordt gevlogen,
waarbij toestellen en personeel elkander af
lossen, kan gemakkelijk acht uur per dag
worden gevlogen. De F VII (v. de IIoop s
machine Red.) maakte een daggemid
dolde van ruim zes uur. Zoo zou dc heelo
reis in vijftien dagen kunnen worden ge
maakt, hetgeen voor de post de belang
rijke tijdsbesparing van 50?» heteckent.
Wanneer men snellere toestellen gebruikt
en ook een gedeelte van den nacht vliegt,
is het mogelijk, dc vlucht in ongeveer een
week te maken, en 75% tijdsbesparing tc
bereiken."
Op 't oogenblik doen wo cr ongeveer een
week over, zonder nachtvliegcn, met een
daggcmiddelde van 8 uur. En de brave.
Pelikaan, die. wel 's nachts doorvloog, deed
liet in i dagen
Maar het is niet eens noodig, zegt v. d.
IIoop verder, om den gcheelen nacht door
to vliegen, om de reis van Amsterdam
naar Batavia in een week tijds te maken.
„Wanneer men zestien uur per dng vliegt,
en dus eenige uren vóór zonsopgang ver
trekt om eenigo uren na zonsondergang
te landen, is men in zeven en een halven
dag over. Wij herhalen, dat voor dergelijke
snelle luchtreizen geregelde aflossing van
toestellen en vliegers noodig is."
Voor nog een ander punt vraagt v. d.
Hoop dc aandacht, namelijk voor het feit,
dat een deel van de route bevlogen zal
moeten worden met watervliegtuigen, en
wel: van Basra tot Karachi, en het traject
wo ons rekenschap te geven van do voort
durend hij do schrijfster aanwezige bedoe
ling, de daden van haar hoofdfiguur uit die
levenshunkering tc verklaren. Er is nog een
ander motief, dat dc wanstaltige gebeurte
nis verklaart. Maar daarover zoo aanstonds.
Eerst vragen wij: welke is dc gebeurtenis?
Dat Sofic op een heilloozen avond mee
gaat met een provincialen meneer van mid
delbaren leeftijd, en zijn kortstondige min
nares wordt. Wij lezen dit feit met tegenzin.
Maar wij verklaren dc mogelijkheid van dit
geschieden uit het befaamd vadcr-complcx,
dat in het bock van Mevrouw Willink tel
kens wordt geaccentueerd.
Het is maar een éóndagsliefdc. Later
komt een verhoudinig met een bestendiger
karakter in Sofie's leven, wanneer zij een
liaison aangaat met den zoon van haar ge
storven patrones, een doordraaier en een
dichter, een jonge man met droomerige ver
langens, maar zonder het geringsto levens
fond. Ook deze affaire levert voor Sofio
niets anders dan smart. Als zij moedor moot
worden, dringt hij er hij haar op aan, dat
zij dat moederschap verstoort, op hetzelfde
oogenblik, waarin hij gebogen is over een
gedicht: „Ode aan het Moederschap".
na Calcutta, vanwege de gevaarlijke ter-
reinsgestcldheid eenerzijds, en de aanwe
zigheid van tallooze havens, baaien cn ri
viermonden anderzijds.
Op het oogenblik vliegen wc alleen en
uitsluitend met landvliegluigen, en daar
bij nog \cel grootere trajecten over water,
dan v. (1. Hoop ooit. zal hebben durven
.droomen. Neem bijvoorbeeld eens het stuk
Athcne-Mersa Matruh, dwars over dc Mid
del landscho zee!
Zijn we in 10 jaar vooruit gegaan
Sofie Blank, Roman doör Jeanne
van Schaik—Willing. Em. Quéri-
do's Uitgevers-Mij.).
Sedert liet sterven van Carry van Brug
gen is er in het. Nedcrlandsch geen boek
verschenen, waarin een vrouwenziel zoo
zeer tot in haar vezelen begrepen is, als in
het boek van Mevrouw van Schaik-Willing,
waarvan dc titel hierboven staat.
Dit boek vormt een tegenstelling tot dc
gangbare literatuur. Want de gangbare li
teratuur van tegenwoordig zoekt eerder
haar kracht in dc spannende gebeurtenis,
het romantisch effect, dc beïnvloeding dei-
huidige menschen door maatschappelijke
omstandigheden, dan in de belangstelling
voor het psychisch leven van den enkeling.
Ik hoop, dat sommige werkelijke vrien
den der literatuur door het lezen van Me
vrouw van Schaik's hoek, zullen genezen
van het misverstand, dat op den bodem van
een willekeurig menschelijk zieleleven, in
dien het talent van eon schrijver dat ziele
leven maar weet te doorgronden, iets anders
zou liggen dan het algemeen menschelijk
probleem.
Dat probleem is in één woord te formuloe-
ren. Eenzaamheid. Alle baatzucht, alle pijn,
die wij van anderen ondervinden en die
wij anderen aandoen, is er ten slotte toe te
rug te voeren, dat wij eenzaam zijn of, om
het anders te zeggen, dat wij na tweedui
zend jaren Christendom het werkelijke sa
menleven nog niet hebben geleerd.
wen, die haar van de werkelijkheid afsluit.
Maar als bij dezulken dc werkelijkheid aan
de deur klopt, dan storten de muren van
dc vesting terstond ineen. Haar allereerste
contact met do buitenwereld berokkent haar
reeds onduldbare smart. Zij wordt te spelen
gestuurd, met kinderen uit haar straat. En
bet spel van die kinderen is do foltering
van een muis. 1-Iier wordt bet zieleleven van
het fantastische, wereldverslorven kind in
gespoten met een wreedaardig, venijnig gif,
dat haar gedurende dc gehcele geschiedenis
die ons in het hoek beschreven wordt niet
zal verlaten. Het schijnt of het leven voor
deze vrouw zijn geraffineerde martclzuclit
'opzettelijk heeft bewaard.
Een korte, kleurige episode onderbreekt
de levens-eentonigheid van Sofie, wanneer
zij met haar moeder woont in de vale ach
terstraat. De episode, waarin een Spaanscli-
Amerikaansche meneer, djo voor zaken toe
vallig in Europa moet zijn, haar komt be
zoeken, om haar dc groeten en een
prachtige sjaal van den verweg leven
den, maar in haar droomen begeerden va
der te brengen. Ilij heeft allerlei verhalen
over het sprookjesland aan den anderen
oever van den Oceaan en over dc Inca-slad,
waar de klokken zingen met een bovcn-
aardsch geluid.
Na zijn bezoek valt het leven van Sofie in
den ouden sleur terug. IIoo langer hoe meer
begint zij te beseffen, dat liet leven met haar
moeder ondragelijk is, en als haar moedor
een tweede huwelijk aangaat met een eer-
zamen schiklersbaas, die haar de bevredi
ging geeft, tot haar eigen maatschappelijke
klasse te behooren, ontvlucht Sofie- het huis,
en gaat als winkeljuffrouw dienst nemen in
een kantwinkel.
Dat wordt dan een nieuwe fase in haar
leven, haar leven, thans, van jonge vrouw.
De hunkering naar geluk, naar gemeenschap
met andere zielen, ontplooit zich sterker nog
dan in haar kinderjaren. En als wij dc
wanstaltige geschiedenis, die zich nu gaat
voordoen niet willen gcloovcn, dan dienen
Van alles en allen verlaten, vol bijtende
pijn, omdat zij het leven in zichzelf heelt ver
stoord, vinden wij Sofic Blank aan het ein
de van het verhaal. Wij verwachten, dat do
rampzalige haar droevig leven zal eindigen
in den schoot van een stille gracht. Maar
voor dit einde had de schrijfster te weinig
of... te veel moed. Een stille, rustig bezon
ken vriend wacht haar, die ons het ver
moeden geeft, dat het vervolg van dezen
roman een opgang zal zijn.
Ik kom terug tot mijne opmerking, dat
Jeanne van Schaik alles gedaan hooft om
haar hoofdfiguur van het kloppende leven,
van het barmhartige leven, tc scheiden. Zij
is door haar vader, die aan het eind van
het boek als een armzalig zwerveling lot
haar terugkeert, met liefdelooze dndcloos-
hcid erfelijk belast. Haar moeder heeft
maar één verlangen, aan de maatschappe
lijke onzuiverheid waarin haar huwelijk
haar gebracht heeft, tc ontvluchten. Haar
minnaar is een egoïst, oppervlakkige
acsthect. Sofic is dus zonder cenig houvast
in het leven. Om de spanning nog grooter
te maken legde do schrijfster een stork-
sprekend schoonheidsverlangen in haai- ziel.
Maar de schrijfster heeft liet. goed begrepen:
dit aesthetisch verwijlen in de beschouwing
maakt het leven nimmer levenswaard. Sofic
Blank is als een fantoom, een figuur die
volkomen onwezenlijk staat ten opzichte
van zichzelf. En de allereerste hartsvcrlan-
gens, die in haar ontkiemen, worden ter
stond verpletterd. Uit dit, als met het pin
cet uit het leven geknepen- hoek, dal vol
is van ongemeene symbolische vondsten
(het E'lora-heeld in den tuin grenzend aan
dc kamer, waar Sofie's minnaar haar voor
het eerst in zijn armen neemt) blijkt een
uitermate subtiele bewustwording van de
wreedheden des levens. Wandelen in dit
hoek is wandelen in een „jardin des suppli-
ces". Het mededoogen is met angstvallig
heid teruggehouden. Omdat de schrijfster
het heeft bewaard voor haar ééncn, laat-
sten volzin, waar de vriend voor het leven
tot de vernietigde jonge vrouw, die bij hem
haar troost zoekt, zegt: „Ik wist, dat je ko
men zou."
P. II. RITTEPi Jr.