ün 9h&$&<scp
fovotf£ oMschffo&i op
mm
FEUILLETON
Dinsdag 23 October 1934
'AMERSFOORTSCH DAGBLAD
33 e Jaargang Na. C3
TWEEDE BLAD
Bieoeelaed
DE KON. MARECHAUSSEE
120 JAAR
HET JULIANAHUIS
TE PARIJS
Wij
geven
(vandaag
'het
woord
aan:
DE PLICHT DER NATIE
7>jES
m", 5
peN
LOMPENPAKHUIS
UITGEBRAND
ÜSfEILTAX
Tel. E2.S4
Tel. 743
V er koop5 ogen
Het Geheimzinnige Landhuis
Een en ander uit de geschie
de nis van dit wapen
De luitenant-kolonel der koninklijke ma
rechaussee, M. C. van Houten, te Doorn,
schrijft liet volgende:
„II sera établi un Corps de Maréchaussée,
destiné a maintenir 1'ordrc, assurer l'exé-
cution des lois, et b. veiller h la sürelé des
frontières et grandes routes".
Aldus luidde liet Koninklijk besluit van 20
October 1814, waarbij Koning Willem I de
marechaussee oprichtte. Op 20 October a.s.
zal het dus 120 jaar geleden zijn, dat dit
wapen in het leven werd geroepen, en waar
het 100- en 110-jarig bestaan door omstan
digheden niet zijn herdacht, werd besloten
thans dezen dag niet onopgemerkt voorbij te
lal en gaan.
Reeds bij besluit der Algemeene Commis
sarissen der Hoogc Verbonden Mogendheden
van den 27. Februari 1814 werd bepaald, dat
maréchaussée moest worden gevormd, en is
dientengevolge in België en in de provincie
Limburg reeds zoogenaamde Provisioneele
Maréchaussée werkzaam geweest. Definitief
werd het wapen eerst 2G October door den
Koning opgericht.
Aanvankelijk vindt men de maréchaussée
uitsluitend in België en in het zuiden van
de provincie Limburg. Vier jaar later bij
Koninklijk besluit van 3 April 1818 werd be
sloten het korps te vermeerderen met één
compagnie in de provincie Noord-Brabant.
Een moeilijken tijd maakte het wapen na
de afscheiding van België door. Uit den aard
der zaak bestond de maréchaussé in hoofd
zaak uit Belgen, zoodat slechts een klein
gedeelte van liet personeel in Nederland was
overgebleven. De compagnie in Noord-Bra
bant bleef bestaan, en van het overige per
soneel werd een veld-cscadron van 2 eom-
pagniën geformeerd, ter beschikking van
den opperbevelhebber, en voorts te Dor
drecht een depot-compagnie. Een definitieve
organisatie werd vastgesteld bij Kon. besluit
van 5 Mei 1S40, waarbij het korps werd ver
deeld in: één compagnie in de provincie
Noord-Brabant, één compagnie in het her
togdom Limburg, en een luitenant in Staats-
Vlaanderen.
In 18G3 werd de naam „Compagnie" ge
wijzigd in „Divisie".
In 1889 werd de 3e divisie (Groningen en
Drente) opgericht, terwijl in 1013 te Apel
doorn het depot in het leven werd geroepen.
Sedert dien is het wapen nog geleidelijk
uitgebreid met eenige brigades in de provin
ciën Noord- en Zuid-Holland.
De naam „maréchaussée" is van Fran-
schen oorsprong en dateert reeds uit het be
gin der 17e eeuw, toen de „Connétable" met
de „Maréchaux de France" een belangrijke
militaire rechtsbevoegdheid uitoefenden. In
Frankrijk is de naam „maréchaussee" in
1791 gewijzigd in „Gendarmerie Nationale".
In ons land vindt men het woord „maré
chaussée" voor het eerst vermeld in een be
sluit van het Staatsbewind der Bataafsche
Republiek van 4 Februari 1803, waarbij werd
besloten „ter meerdere beveiliging van per
sonen en goederen tegen rooverijen, gewelde
narijen en wat dies meer is, door vagabon-
deerende personen in het Departement Bra
bant een compagnie Marechaussee op te
richten". Dit besluit is echter nimmer uit
gevoerd. Wel werd in 1805 door een Staats-
besluit een compagnie gendarmerie opge
richt, hoofdzakelijk bestemd voor de beteu
geling van den smokkelhandel en slechts
voorzoover deze dienst toeliet, „op alle
plaatsen waar dezelve zij zich zullen bevin
den, de politie te maintineren, en alle ge
weld en overlast, welke 's Lands ingezete
nen mogten worden toegebragt, te verhin
deren".
Ook Koning Lodewijk Napoleon richtte in
1800 een gendarmerie op, waarvan na 4 jaar
van organisatie, reorganisatie en desorgani
satie in 1810 na de inlijving bij Frankrijk
het overblijfsel overging naar de Gendar
merie Impériale.
Bij het besluit van 1814 betreffende de op
richting werd tevens de uniform vastgesteld.
Deze bestond uit een rok niet blauwe opsla
gen op borst en panden, witte pantalon en
hoek. (Rok, witte pantalon en hoed vindt
men thans nog bij de zuster wapens de
„Carabinieri" in Italië, eveneens opgericht j
in 18144, en de „Guardia Civil" in Spanje).
In 1844 werd de rok eenigszins vereenvou
digd en in plaats van den hoed werd de I
„casque" (helm) ingevoerd. In 18G9 werd de
uniform geheel gemoderniseerd; de toen in
gevoerde uniform werd, behoudens de klei
nigheden, zooals zij thans nog is.
Bij de oprichting stond het wapen onder
bevel van een kolonel, en na de afscheiding
van België onder een luitenant-kolonel. In
1843 verdween de commandant van het wa
pen uit de organisatie en werd het toezicht
opgedragen aan den ispectcur der cavalerie
(als zoodanig was van 18G1 tot 1877» de
Prins van Oranje met het toezicht op het
wapen belast). In 1909 kwam in dezen toe
stand verandering en kreeg het wapen
weder een eigen chef; de eerste inspecteur
was de dit jaar overleden generaal-majoor
Van Hacften. Daarmede trad een nieuw
tijdperk in. Thans kon de hoogste chef van
het wapen zich uitsluitend aan de belangen
daarvan wijden, en kwam veel tot stand,
wat vroeger achterwege was gebleven, in
het bijzonder wat betreft de kazerneering
en do vakopleiding (oprichting depót).
Hiermede zij echter geen afbreuk gedaan
aan de waarde van het wapen in vroegere
dagen. Nu nog teren wij op de kostelijke
erfenis, ons nagelaten door hen, die ons
voorgingen. In het wezen der zaak is eigen
lijk weinig veranderd. De grondslagen van
den dienst zijn nog als bij de oprichting,
alleen liet tempo is veranderd. Geschiedde
vroeger alles te voet en te paard: de pa-
tiouilles, het overbrengen van gevangenen
en brieven; thans hebben spoorweg, rijwiel,
telegraaf, telefoon, automobiel en radio hun
stempel op den dienst gedrukt, terwijl het
aantal te handhaven wetten eindeloos ver
meerdert.
Nog steeds is van kracht het Kon. besluit
van 30 Januari 1815, waarbij werd vastge
steld het Reglement op de Policie, de Disci
pline en den Dienst der Maréchaussée,
waarvan het bekende art. 11 de gewone
dagclijkschc werkzaamheden regelt. Merk
waardig is, dat dit artikel zelfs bijna een
waardclijke vertaling is van art. 125 van de
Wet van 28 germinal jaar VI.
Nog steeds wordt dezelfde discipline ge
handhaafd en ontleent het wapen daaraan
zijn waarde.
Nog steeds blijft gehandhaafd het goede
oude gendarmerie-beginsel, dat elk dienst
door twee hoofiten moet worden verricht.
Moge don ook steeds van het wapen ge
zegd worden, hetgeen de Colonel Ambert in
zijn boek „Soldat" aan het slot van het
hoofdstuk „Gendarme" zoo treffend zegt:
„Nooit ga ik voorbij uwe woningon zonder
op den voorgevel deze geheimzinnige, on
zichtbare woorden, maar welke gij door ge
heel uw leven daarin gegrift hebt, te lezen:
„Zonder vrees en zonder blaam".
Mr. D. FOCK
Voorzitter von het Notionaai
Comité, Oud-Gouv.-Generaal
A^LE het
Qiom01^ „iivt
„d«et>
k°s
en
ft"*'v0ei*aain'
Met vertrouwen doet het Comité van Actie
uit het Nationaal Comité voor den algehec-
lcn afbouw van bet Nedcrlandsché geoouw
in de Cité Universitaire te Parijs een be
roep op de offervaardigheid van bet Ne'der-
landsche volk. Wij gevoelen, dat in de moei
lijke tijdsomstandigheden, welke wij nu be
loven, tot het vragen van geldelijke bijdra
gen niet lichtvaardig mag worden overge
gaan; ja, dat er zeer ernstige motieven
moeten zijn, die dat vragen noodzakelijk
maken.
Welnu, wij staan voor een zaak, waar
mede de eer van Nederland gemoeid is, zoo
dat het Nederlandsche volk verplicht is me
de te werken.
In de zoo uitgebreide Cité Universitaire te
Parijs, welke een terrein beslaat \an onge
veer 50 H.A., en waarin men belangrijke
gebouwen vindt van verschillende landen,
waaronder de meeste Europeesclic landen,
Japan, China, de Verecnigde Stalen van
Noonl-Am~rika, Canada en verder verschil
lende Zuïd-Amerikaansche landen, staat
ook een Nederlandsch gebouw, bestemd
.oor Nederlandsche studenten te Parijs en
voor Nederlandsche geleerden, die te Parijs
bizonderc studiën wcnschcn te maken.
Maar liet gebouw is niet klaar en bet moet
worden afgewerkt, waarvoor nog 400,000
i oodig zijn.
Nederland is verplicht dat gebouw af te
werken, Nederland kan toch niet verklaren
financieel niet bij niaente te zijn zijn ge
bouw in de Cité Universitaire te voltooien.
Het Nederlandsche volk zal echter, naar
ik overtuigd ben, de middelen beschikbaar
stellen, welke de algclteelc afwerking van
bet gebouw mogelijk zullen tnuken. Du Ne
derlandsche regeering beeft verklaard be
reid le zijn te bevorderen; dat uit de staats
kas ƒ200,000 beschikbaar zullen worden ge
steld. mits van particuliere zijde de andere
ƒ200,000 worden bijeengebracht. De regcc-
;ing is dus ook doordrongen van den Ncder-
landschen plicht om te doen, wat nog ge-
ilaan moet worden, maar terecht eischt de
segeering ook de medewerking van de par-
liculicren.
Laat nu het volk in Nederland toonen,
dat het wat over heeft voor de verwezen
lijking van het goede doel, ten einde ons
land zijn plaats ten volle te doen innemen
in die schitterende internationale stichting,
'lie voor de wetenschap van zooveel belang
Kan zijn. Komt dus op Nederlanders voor
de eer cn voor het wetenschappelijk belang
van uw land; draagt bij, voor zoover gij
laartoc in slaat zijt.
De wetenschappelijke kringen in ons land
zijn in de plaatselijke comité's, die zijn op
gericht, vertegenwoordigd en geven daar-
loor bliik van hun volle instemming met
deze actie.
VEEHOUDERIJ-CENTRALE.
Naar wij vernemen, beeft de dezer dagen
gepubliceerde benoeming van prof. dr. H. C.
L. E. Berger tot regeeringsadviseur der vee
houderij Centrale alleen betrekking op
vraagstukken van hygiënische strekking.
Vuurzee in Den Haag
's-G r a v e n li a g e, 22 Oct. Hedenmiddag
ruim één uur ontstond brand in bet per
ceel aan de Vinkenstcynstraat 125—127,
waarin een handel in lompen, metalen, oud
papier enz. van C. Plattecl is gevestigd.
Men was bezig de kachel op de eerste
verdieping aan ie maken, waar diverse goe
deren werden gesorteerd, toen, blijkens ver
klaring van P. le vlammen plotseling: uit
den schoorsteen terugsloegen. In den zeer
brandbaren voorraad breidden deze vlam
men zich in een minimum van tijd zooda
nig uit, dat aan blussclien met emmers wa
ter niet meer viel te donken. Terwijl P. de
brandweer telefoneerde sloegen de vlam
men reeds nair buiten! inmiddels tastten
deze ook de tweede verdieping aan.
Met do motorspuiten van de Arcliimcdcs-
straat en de Van der Vcnncstraat was de
brandweer weinig minuten na de melding
in actie, doch inmiddels was de voorraad
oud papier, lompen enz. één vuurzee, waar
uit zich zware 'ookwoll-cn ontwikkelden.
Een groot aantal stralen werd van verschil
lende kanten op het brandende pakhuis ge
richt en in een goed kwartier tijds was liet
vuur volkomen bedwongen. De voorraad
van het geheelc perceel is vrijwel uitge
brand. De brandweer kon zich verder tot
nablusschcn beperken.
De lompen handelaar P. was niet voor
brandschade verzekerd.
is altijd voordeeliger, 100 veiliger
en ruimste taxi te dezer stede.
Naar buitenland, een telefoontje
en wij staan gereed.
Vraagt prijs bij ons voor trouw
plechtigheden enz.
Hoogeweg 49.
De Ondernemer,
G. LEN33N/*.
CHAUFFEUR VERLIEST DE MACHT
OVER ZIJN STUUR.
En wordt ernstig gewond.
O 1 d c li z a a 1, 22 Oct. De chauffeur Ter
Beek, die voor den vrachtrijder S. uil Oklen
zaal hedenmiddag een lading hout naar den
bouw van ecu nieuwe brug over bet kanaal
AlmeloNordborn, nabij Denekamp, bracht,
moest, vlak voor do brug, aan bet Noord-
ilollandsch kanaal, een scherpe bocht ma
ken. Bij bet maken van deze bocht begon
de lading te schuiven, waardoor Ter B. do
macht over zijn stuur verloor. IIij reed te
gen ile brug, waarvan de leuning in het
water stortte.
Zwaar beschadigd kwam de auto tot stil
stand.
De chauffeur bekwam een zware hersen
schudding en is naar het R.K. Ziekenhuis te
Denekamp overgebracht. Zijn toestand is
ernstig.
DE BRANDSTICHTING TE
KAATSHEUVEL.
Het gerechtshof te Den Bosch wees heden
urrest in de strafzaak betreffende den brand
te Kaatsheuvel. De schoenfabrikant J. M. S.
was wegens bedriegelijke bankbreuk door
ue Bossche rechtbank tot twee jaar gevan
genisstraf veroordeeld.
In hoogcr beroep had de advocaat-gene
raal 3 jaar en G maanden geöisclit.
Tegen den zoon, de 20-|arigc S., dio
wegens brandstichting tot 2 jaar en G maan-
len was veroordeeld, eisclitc bei openbaar
ministerie bevestiging van 'iet vonnis.
Beiden werden door liet hof tot 2 jaar en
G maanden gevangenisstraf met aftrek van
voorarrest veroordeeld.
A M E It S F O O R T
23 October, „liet Boompje." Verknoping
un de percce!cn Muurhuizen no I i, Rorger-
Iaan9 cn Coornhertlaan 11, 13, 15 cn i? en
Arnhemschewcg 104, 1GG en 108 en ren Wei
en Hooiland onder Stoutcnburg gelegen aan
de Scbamnieistceg. Om 8 uur n.m.
24 October. Koekoek weg B 35 te. Hoog
land nabij „do Brand." Verkooping van een
inboedel. Om 10 uur v.rn.
24 October. Amicitia. Verkooping van een
collectie meubilair. Om 10.30 uur v.m.
25 October. Koffiehuis van Van Laar. cr-
kooping perceel aan den Haarweg B GS te
Maarsbcrgcn cn boomgaard aan den Molen
weg te Woudenberg. Om 11.30 uur.
25' October, 't Boompje. Verkooping per
ceel Arnbemschestraat 29. 8 uur 11.111.
30 October. „De Fokkamp" aan don liun-
sclioter straatweg E 23. Verkooping boer
derij-inventaris, Have cn Vee. Om 10 uur
v.m.
31 October. Hofstede „Veclust" aan den
Iloogcweg 2il. Verkooping van den gehco-
Ien boerderij-inventaris, om 10 uur v.m.
2 November. Wagenwerkplaats. Spoor-
lioulvciling. Om 10 uur v.m.
7 November. Het Boompje. Verkooping
van huis mot schuur en tuin aan den Pun-
lenhurgerlaan 57. Om 7 uur n.m.
B A A R N.
23 October. Verkoop van inboedel aan hot
perceel d'Aulnis de Bouriouillaan 53 m.
10 uur v.m.
15 November. Verkooping villa „Silvana"
aan de Amalialaan 1. Om 8 uur n.m. in
llótcl „de la Promenade."
•N BUITENKANSJE VOOR DE ERVEN.
Den erfgenamen van een te Ilitzum (Fr.)
overleden bejaarden veehouder viel dezer
dagen, naar de Telegraaf" meldt, een zeer
mooi buitenkansje ten deel. Men was in fa
milieraad bijeen gekomen om den inboedel
en andere eigendommen te verdoelen. Do
verwachtingen waren niet boog gesponnen,
daar tie oude baas bij zijn leven altijd zeer
sober bad geleefd en nooit iets van welstand
had doen bemerken.
Toen echter de turf uit liet bok werd ge
haald, kwam daaruit een kistje te voor
schijn, waarin tot hun groote verbazing een
bedrag van ongeveer 30.000 was geborgen.
Inmiddels was bet een extra buitenkansjo
voor de erfgenamen, die (gelukkig) niet
groot in aantal waren.
/\«n. VM.
FÖdRT. GRATIS. «W PRACTi:
ESCMtH* XV'
Niets doen leidt tot kwaad doen.
Uit het Engelsch van
HUGH WALPOLE en J. B. PRIESTLEY,
door II. A. C. S.
Maar eerst moet ik je wat meer vertellen
van mijn vriendschap met Rossett; deze is
snel aan het groeien, 't Is niet zoo, dat hij
aan mij behoefte heeft, maar meer zoo, dat
hij behoefte heeft aan een soort van vat,
waarin hij een stroom van dronken, zelf
voldaan, hevig egoïsme kan laten afvloeien.
Ik heb nooit van zijn leven zoo'n onver-
draaglijken egoïst lecren kennen. Ieder,
die eenig karakter heeft, is natuurlijk een
egoïst, en wanneer het karakter wat betee-
kent, kan je dat egoïsme vergeven, en ie
er zelfs over verheugen, maar het afschu
welijkste, dat er in de wereld is, is een
egoïsme zonder karakter. Rossett is geen
persoonlijkheid; hij is alleen maar een ge
weldige overloopende massa van hartstoch
ten en wreedheden en domheden, maar be
halve deze heeft hij het pathos van een
dier, dat in een strik gevangen is. Zijn be
wegingen zijn als van iemand, die hevige
verborgen pijn lijdt, maar hij weet niet
waarom, hij weet inderdaad niets. Hij ge
looft, dat hij een prachtig creatuur is, een
soort van Gevangen Prometheus en. als hij
Eich maar kan bevrijden, zal hij de won
derbaarlijkste dingen doen. Hij heeft een
verachting voor ieder en alles; zijn woor
denvloed is vol van verhalen, hoe hij beter
in dan die of die. Zijn eenige groote quali-
leit is zijn liefde voor dezen grond, die hem
iets van een mysterie verleent, alsof hij
een boom was, die voortdurend in den
storm staat, of een huis, dat op 't punt is
van in elkaar te vallen, of een rivier die
tot een brullenden stroom is geworden en
zijn kracht voelt, maar niet weet. wat er
mee aan te vangen. Ik geloof, dat hij, hoe
langer hoe wanhopender wordt, ten deele
omdat bij van drank is doortrokken, ten
deele omdat hij allerlei soort van finan-
cieele moeilijkheden beeft en geen uitweg
ziet, ten deele omdat hij zich werkelijk
verlaten gevoelt, op dezelfde manier als een
dier in den dierentuin. Ik heb een afkeer
van hem en zou van hem weg willen vluch
ten naar den versten uithoek der wereld,
ware Jean er niet, maar ik weet, dat zij
in een steeds toenemend gevaar is, tenge
volge van zijn buien cn wildheid. Ik heb
het gevoel, dat 't niet te laat is wanneer er
maar iemand was die de zorg over hem
op zich zou nemen; had hij geld genoeg cn
een hem overdonderende geweldige vrouw,
die hem ordelijk en sober zou maken, dan
zou hij, geloof ik, veranderen in een van
die er nog al goed uitziende, domme cn pe
dante oude heeren, die, voldoend afgerost
door een hardvochtige vrouw, zóó getemd
zijn, dat zij een zeker soort maatschappe
lijk fatsoen hebben bereikt. Kon ik maar
zoo'n vrouw vinden, dan zou Jean vrij zijn!
En nu het groote feit van mijn leven.
Eergisteravond, tusschen vijf en zes,, op
den weg tusschen hier en Farthing Hall,
praatte ik met Jean! Tk liep opeens tegen
haar aan, men schijnt in dit geheimzinnige
dal opeens tegen elkaar aan te loopen; zij
liep vlug en rende bijna tegen rnii aan.
Zoodra ik mij bewust werd, dat zij 't was,
en merkte, dat zij het plan had mij voor
bij te loopen, met een nogal stijf buiginkje,
en zonder 'n woord, bleef ik vóór baar
staan, en dwong haar stil te staan. Ik ver
telde haar, dat ik dagen er op gewacht
had met haar te spreken en dat ik met
haar wou spreken cn toen ontdekte ik,
dat, zij 't ook mocht verbergen, zij blij
was mij te zien. En toen ik dat wist,
was ik zóó gelukkig, dat de wegen,
bet riviertje en de beschaduwde heuvels
omgetooverd werden in ie'.s wonderbaars.
Ik verloor mijn hoofd niet, ik zei geen van
de dingen, waarop ik mij dagen lang had
voorbereid, om ze haar te zeggen; ai leen,
daar en toen, zonder veel woorden, vertel
de ik haar, dat ik haar, van 't eerste oo-
genblik af, dat ik haar in den schouwburg
zag, had liefgehad, dat ik haar rnet opzet
gevolgd was, dat ik mij er niet over
schaamde het te doen en dat zoo lang ik
voelde, dat ik van ecnig nut voor baar kon
zijn, ik in haar nabijheid zou blijven, of
zij 't prettig vond of niet, dat ik haar niet
hinderen of verontrusten wou, maar dat ik
er was cn er wilde blijven.
Zij zei geen onnoodige dingen, geen onzin,
datik bijvoorbeeld brutaal was, dat zij het
aan haar vader zou vertellen, dat ik een
schurk en een bandiet was, niets van dien
aard. Zij zei eenvoudig, dat ik mijn tijd ver
knoeide, dat zij, zooals ik wist, geëngageerd
was, dat zij van niemand hulp noodig had,
dat 'thaar speet, dat ze laat was en gaan
moest. Ik vroeg haar toen of zij zooveel
vrienden had, dat zij het zich veroorloven
kon een goeden te verliezen. Zij antwoord
de, terwijl ze erg vlug sprak, maar mij
aankeek rnet een wonderlijk soort vriende
lijkheid, alsof ze blij was, ondanks haar
zelf, dat ik gezegd had wat ik zei, dat liet
leven haar geen gelegenheid gaf om vrien
den te maken, dat zij mij erg bedankte en
hoopte, dat ik niet in zoo'n stille plaat6,
zonder dat het nut had, zou blijven. Ik ant
woordde, dat het niet zonder nut was, en
dat, zoolang zij daar was, ik er ook zou.
zijn. Zij zei toen iets, dat voor mij zoo
prachtig was om te hooren, dat ik het.
sindsdien, steeds bij mijzelf herhaald heb.
Haar woorden waren ongeveer zoo: ,,'t is
voor ons hopeloos om vrienden te zijn; ik
had soms behoefte er een te hebben, maar
lang geleden realiseerde ik mij, dat ik, wat
ik te doen heb, alleen kon doen onder ze
kere voorwaarden U weet niets van mij af,
U zoudt mij heelemaal niet belangrijk vin
den, indien u mij beter kende en u moet
mij niet beter leeren kennen. Maar ik zou
graag willen zeggen ik heb sinds gister
avond steeds gewenscht bet te zeggen dat
't heerlijk was dat iemand tegen mij sprak,
zooals u het deeclt. Ik zal het nooit verge
ten, en zal u altijd dankbaar zijn, maar, als
u het voelt, zooals u zegt, als u werkelijk
mij vvenscht te helpen, laten we elkaar dan,
als 't u blieft, niet meer zien Als u mij
vvenscht te helpen, ga dan morgen weg en
vergeet mij. er is heelemaal geen hoop op
iets naders".
Toen keek ze mij aan, alsof zij me wer
kelijk voor het eerst zag en behoefte bad
zich rnij in haar geheugen te prenten. Het
was donker, en we konden elkaar slechts
met moeite zien. Ik zei alleen: „wat u mij
vraagt is onmogelijk, maar ik zal u niet
hinderen, ik zal alleen wachten tot u mij
noodig zult hebben". Daarna gingen wij uit
elkaar. Begrijp je nu, waarom ik gelukkig
ben?
Je toegenegen MARK.
The Heretics,
Regency Street W. I.
Beste Mark.
Je laatste brief is zóó opgewonden (zooala
hij wel rnoest zijn), dat hij een paar minu
ten geleden nog in mijn hand trilde. Ik
vraag mij nu verwonderd af, na hem drie
keer te hebben doorgelezen, of hij mij veel,
of niets vertelt. Neem bijvoorbeeld wat jij
noemt: „je stukje- practisch nieuws Nu
bad ik zelf al nagedacht over die Masham
cn Dons en ik. die nog steeds bot gevan
gen hebben hier, hadden ons suf gedacht,
om uit te vinden, waar zij is beter gezegd:
wij hadden vastgesteld, dat Doris uit zou
vinden, waar zij is. Ik heb nog geen bericht
gekregen. En nu kom jij niet je „practisch
nieuws'. Maar is jouw mrs Masham die
nogal verstandig doet door een huis in
Lambdale te nemen de Masham? Als je
haar zelf gezien hadt of haar slem ha lt
hooren dreunen door een van de dalen, dan
zou ik het opeens weten, dat wil zeggen: jij
zou 't weten en het mij vertellen. Maar,
voorzoover ik begrijpen kan, heb jij alleen
van deze rnrs Masham geboord, cn do naam
is nogal algemeen Ik kan mijn Masham
niet tu.sschen die heuvels voorstellen, zij
zouden 't niet uithouden Ik ben sceptisch,
zooals je merkt. Ga spionneeren, loer in
Lambdale, of, als je niet uit de buurt van
Farthing Hall weg kunl, vaag dan je zon
derlingen vriend Rossett of je Jean, wat
voor 'n menseh deze mrs. Masham is. Dan
zal een enkel woord aan mijn twijfel een
einde maken.
'Wordt vervolgd).