ün 9h&$&<scp fovotf£ oMschffo&i op mm FEUILLETON Dinsdag 23 October 1934 'AMERSFOORTSCH DAGBLAD 33 e Jaargang Na. C3 TWEEDE BLAD Bieoeelaed DE KON. MARECHAUSSEE 120 JAAR HET JULIANAHUIS TE PARIJS Wij geven (vandaag 'het woord aan: DE PLICHT DER NATIE 7>jES m", 5 peN LOMPENPAKHUIS UITGEBRAND ÜSfEILTAX Tel. E2.S4 Tel. 743 V er koop5 ogen Het Geheimzinnige Landhuis Een en ander uit de geschie de nis van dit wapen De luitenant-kolonel der koninklijke ma rechaussee, M. C. van Houten, te Doorn, schrijft liet volgende: „II sera établi un Corps de Maréchaussée, destiné a maintenir 1'ordrc, assurer l'exé- cution des lois, et b. veiller h la sürelé des frontières et grandes routes". Aldus luidde liet Koninklijk besluit van 20 October 1814, waarbij Koning Willem I de marechaussee oprichtte. Op 20 October a.s. zal het dus 120 jaar geleden zijn, dat dit wapen in het leven werd geroepen, en waar het 100- en 110-jarig bestaan door omstan digheden niet zijn herdacht, werd besloten thans dezen dag niet onopgemerkt voorbij te lal en gaan. Reeds bij besluit der Algemeene Commis sarissen der Hoogc Verbonden Mogendheden van den 27. Februari 1814 werd bepaald, dat maréchaussée moest worden gevormd, en is dientengevolge in België en in de provincie Limburg reeds zoogenaamde Provisioneele Maréchaussée werkzaam geweest. Definitief werd het wapen eerst 2G October door den Koning opgericht. Aanvankelijk vindt men de maréchaussée uitsluitend in België en in het zuiden van de provincie Limburg. Vier jaar later bij Koninklijk besluit van 3 April 1818 werd be sloten het korps te vermeerderen met één compagnie in de provincie Noord-Brabant. Een moeilijken tijd maakte het wapen na de afscheiding van België door. Uit den aard der zaak bestond de maréchaussé in hoofd zaak uit Belgen, zoodat slechts een klein gedeelte van liet personeel in Nederland was overgebleven. De compagnie in Noord-Bra bant bleef bestaan, en van het overige per soneel werd een veld-cscadron van 2 eom- pagniën geformeerd, ter beschikking van den opperbevelhebber, en voorts te Dor drecht een depot-compagnie. Een definitieve organisatie werd vastgesteld bij Kon. besluit van 5 Mei 1S40, waarbij het korps werd ver deeld in: één compagnie in de provincie Noord-Brabant, één compagnie in het her togdom Limburg, en een luitenant in Staats- Vlaanderen. In 18G3 werd de naam „Compagnie" ge wijzigd in „Divisie". In 1889 werd de 3e divisie (Groningen en Drente) opgericht, terwijl in 1013 te Apel doorn het depot in het leven werd geroepen. Sedert dien is het wapen nog geleidelijk uitgebreid met eenige brigades in de provin ciën Noord- en Zuid-Holland. De naam „maréchaussée" is van Fran- schen oorsprong en dateert reeds uit het be gin der 17e eeuw, toen de „Connétable" met de „Maréchaux de France" een belangrijke militaire rechtsbevoegdheid uitoefenden. In Frankrijk is de naam „maréchaussee" in 1791 gewijzigd in „Gendarmerie Nationale". In ons land vindt men het woord „maré chaussée" voor het eerst vermeld in een be sluit van het Staatsbewind der Bataafsche Republiek van 4 Februari 1803, waarbij werd besloten „ter meerdere beveiliging van per sonen en goederen tegen rooverijen, gewelde narijen en wat dies meer is, door vagabon- deerende personen in het Departement Bra bant een compagnie Marechaussee op te richten". Dit besluit is echter nimmer uit gevoerd. Wel werd in 1805 door een Staats- besluit een compagnie gendarmerie opge richt, hoofdzakelijk bestemd voor de beteu geling van den smokkelhandel en slechts voorzoover deze dienst toeliet, „op alle plaatsen waar dezelve zij zich zullen bevin den, de politie te maintineren, en alle ge weld en overlast, welke 's Lands ingezete nen mogten worden toegebragt, te verhin deren". Ook Koning Lodewijk Napoleon richtte in 1800 een gendarmerie op, waarvan na 4 jaar van organisatie, reorganisatie en desorgani satie in 1810 na de inlijving bij Frankrijk het overblijfsel overging naar de Gendar merie Impériale. Bij het besluit van 1814 betreffende de op richting werd tevens de uniform vastgesteld. Deze bestond uit een rok niet blauwe opsla gen op borst en panden, witte pantalon en hoek. (Rok, witte pantalon en hoed vindt men thans nog bij de zuster wapens de „Carabinieri" in Italië, eveneens opgericht j in 18144, en de „Guardia Civil" in Spanje). In 1844 werd de rok eenigszins vereenvou digd en in plaats van den hoed werd de I „casque" (helm) ingevoerd. In 18G9 werd de uniform geheel gemoderniseerd; de toen in gevoerde uniform werd, behoudens de klei nigheden, zooals zij thans nog is. Bij de oprichting stond het wapen onder bevel van een kolonel, en na de afscheiding van België onder een luitenant-kolonel. In 1843 verdween de commandant van het wa pen uit de organisatie en werd het toezicht opgedragen aan den ispectcur der cavalerie (als zoodanig was van 18G1 tot 1877» de Prins van Oranje met het toezicht op het wapen belast). In 1909 kwam in dezen toe stand verandering en kreeg het wapen weder een eigen chef; de eerste inspecteur was de dit jaar overleden generaal-majoor Van Hacften. Daarmede trad een nieuw tijdperk in. Thans kon de hoogste chef van het wapen zich uitsluitend aan de belangen daarvan wijden, en kwam veel tot stand, wat vroeger achterwege was gebleven, in het bijzonder wat betreft de kazerneering en do vakopleiding (oprichting depót). Hiermede zij echter geen afbreuk gedaan aan de waarde van het wapen in vroegere dagen. Nu nog teren wij op de kostelijke erfenis, ons nagelaten door hen, die ons voorgingen. In het wezen der zaak is eigen lijk weinig veranderd. De grondslagen van den dienst zijn nog als bij de oprichting, alleen liet tempo is veranderd. Geschiedde vroeger alles te voet en te paard: de pa- tiouilles, het overbrengen van gevangenen en brieven; thans hebben spoorweg, rijwiel, telegraaf, telefoon, automobiel en radio hun stempel op den dienst gedrukt, terwijl het aantal te handhaven wetten eindeloos ver meerdert. Nog steeds is van kracht het Kon. besluit van 30 Januari 1815, waarbij werd vastge steld het Reglement op de Policie, de Disci pline en den Dienst der Maréchaussée, waarvan het bekende art. 11 de gewone dagclijkschc werkzaamheden regelt. Merk waardig is, dat dit artikel zelfs bijna een waardclijke vertaling is van art. 125 van de Wet van 28 germinal jaar VI. Nog steeds wordt dezelfde discipline ge handhaafd en ontleent het wapen daaraan zijn waarde. Nog steeds blijft gehandhaafd het goede oude gendarmerie-beginsel, dat elk dienst door twee hoofiten moet worden verricht. Moge don ook steeds van het wapen ge zegd worden, hetgeen de Colonel Ambert in zijn boek „Soldat" aan het slot van het hoofdstuk „Gendarme" zoo treffend zegt: „Nooit ga ik voorbij uwe woningon zonder op den voorgevel deze geheimzinnige, on zichtbare woorden, maar welke gij door ge heel uw leven daarin gegrift hebt, te lezen: „Zonder vrees en zonder blaam". Mr. D. FOCK Voorzitter von het Notionaai Comité, Oud-Gouv.-Generaal A^LE het Qiom01^ „iivt „d«et> k°s en ft"*'v0ei*aain' Met vertrouwen doet het Comité van Actie uit het Nationaal Comité voor den algehec- lcn afbouw van bet Nedcrlandsché geoouw in de Cité Universitaire te Parijs een be roep op de offervaardigheid van bet Ne'der- landsche volk. Wij gevoelen, dat in de moei lijke tijdsomstandigheden, welke wij nu be loven, tot het vragen van geldelijke bijdra gen niet lichtvaardig mag worden overge gaan; ja, dat er zeer ernstige motieven moeten zijn, die dat vragen noodzakelijk maken. Welnu, wij staan voor een zaak, waar mede de eer van Nederland gemoeid is, zoo dat het Nederlandsche volk verplicht is me de te werken. In de zoo uitgebreide Cité Universitaire te Parijs, welke een terrein beslaat \an onge veer 50 H.A., en waarin men belangrijke gebouwen vindt van verschillende landen, waaronder de meeste Europeesclic landen, Japan, China, de Verecnigde Stalen van Noonl-Am~rika, Canada en verder verschil lende Zuïd-Amerikaansche landen, staat ook een Nederlandsch gebouw, bestemd .oor Nederlandsche studenten te Parijs en voor Nederlandsche geleerden, die te Parijs bizonderc studiën wcnschcn te maken. Maar liet gebouw is niet klaar en bet moet worden afgewerkt, waarvoor nog 400,000 i oodig zijn. Nederland is verplicht dat gebouw af te werken, Nederland kan toch niet verklaren financieel niet bij niaente te zijn zijn ge bouw in de Cité Universitaire te voltooien. Het Nederlandsche volk zal echter, naar ik overtuigd ben, de middelen beschikbaar stellen, welke de algclteelc afwerking van bet gebouw mogelijk zullen tnuken. Du Ne derlandsche regeering beeft verklaard be reid le zijn te bevorderen; dat uit de staats kas ƒ200,000 beschikbaar zullen worden ge steld. mits van particuliere zijde de andere ƒ200,000 worden bijeengebracht. De regcc- ;ing is dus ook doordrongen van den Ncder- landschen plicht om te doen, wat nog ge- ilaan moet worden, maar terecht eischt de segeering ook de medewerking van de par- liculicren. Laat nu het volk in Nederland toonen, dat het wat over heeft voor de verwezen lijking van het goede doel, ten einde ons land zijn plaats ten volle te doen innemen in die schitterende internationale stichting, 'lie voor de wetenschap van zooveel belang Kan zijn. Komt dus op Nederlanders voor de eer cn voor het wetenschappelijk belang van uw land; draagt bij, voor zoover gij laartoc in slaat zijt. De wetenschappelijke kringen in ons land zijn in de plaatselijke comité's, die zijn op gericht, vertegenwoordigd en geven daar- loor bliik van hun volle instemming met deze actie. VEEHOUDERIJ-CENTRALE. Naar wij vernemen, beeft de dezer dagen gepubliceerde benoeming van prof. dr. H. C. L. E. Berger tot regeeringsadviseur der vee houderij Centrale alleen betrekking op vraagstukken van hygiënische strekking. Vuurzee in Den Haag 's-G r a v e n li a g e, 22 Oct. Hedenmiddag ruim één uur ontstond brand in bet per ceel aan de Vinkenstcynstraat 125—127, waarin een handel in lompen, metalen, oud papier enz. van C. Plattecl is gevestigd. Men was bezig de kachel op de eerste verdieping aan ie maken, waar diverse goe deren werden gesorteerd, toen, blijkens ver klaring van P. le vlammen plotseling: uit den schoorsteen terugsloegen. In den zeer brandbaren voorraad breidden deze vlam men zich in een minimum van tijd zooda nig uit, dat aan blussclien met emmers wa ter niet meer viel te donken. Terwijl P. de brandweer telefoneerde sloegen de vlam men reeds nair buiten! inmiddels tastten deze ook de tweede verdieping aan. Met do motorspuiten van de Arcliimcdcs- straat en de Van der Vcnncstraat was de brandweer weinig minuten na de melding in actie, doch inmiddels was de voorraad oud papier, lompen enz. één vuurzee, waar uit zich zware 'ookwoll-cn ontwikkelden. Een groot aantal stralen werd van verschil lende kanten op het brandende pakhuis ge richt en in een goed kwartier tijds was liet vuur volkomen bedwongen. De voorraad van het geheelc perceel is vrijwel uitge brand. De brandweer kon zich verder tot nablusschcn beperken. De lompen handelaar P. was niet voor brandschade verzekerd. is altijd voordeeliger, 100 veiliger en ruimste taxi te dezer stede. Naar buitenland, een telefoontje en wij staan gereed. Vraagt prijs bij ons voor trouw plechtigheden enz. Hoogeweg 49. De Ondernemer, G. LEN33N/*. CHAUFFEUR VERLIEST DE MACHT OVER ZIJN STUUR. En wordt ernstig gewond. O 1 d c li z a a 1, 22 Oct. De chauffeur Ter Beek, die voor den vrachtrijder S. uil Oklen zaal hedenmiddag een lading hout naar den bouw van ecu nieuwe brug over bet kanaal AlmeloNordborn, nabij Denekamp, bracht, moest, vlak voor do brug, aan bet Noord- ilollandsch kanaal, een scherpe bocht ma ken. Bij bet maken van deze bocht begon de lading te schuiven, waardoor Ter B. do macht over zijn stuur verloor. IIij reed te gen ile brug, waarvan de leuning in het water stortte. Zwaar beschadigd kwam de auto tot stil stand. De chauffeur bekwam een zware hersen schudding en is naar het R.K. Ziekenhuis te Denekamp overgebracht. Zijn toestand is ernstig. DE BRANDSTICHTING TE KAATSHEUVEL. Het gerechtshof te Den Bosch wees heden urrest in de strafzaak betreffende den brand te Kaatsheuvel. De schoenfabrikant J. M. S. was wegens bedriegelijke bankbreuk door ue Bossche rechtbank tot twee jaar gevan genisstraf veroordeeld. In hoogcr beroep had de advocaat-gene raal 3 jaar en G maanden geöisclit. Tegen den zoon, de 20-|arigc S., dio wegens brandstichting tot 2 jaar en G maan- len was veroordeeld, eisclitc bei openbaar ministerie bevestiging van 'iet vonnis. Beiden werden door liet hof tot 2 jaar en G maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest veroordeeld. A M E It S F O O R T 23 October, „liet Boompje." Verknoping un de percce!cn Muurhuizen no I i, Rorger- Iaan9 cn Coornhertlaan 11, 13, 15 cn i? en Arnhemschewcg 104, 1GG en 108 en ren Wei en Hooiland onder Stoutcnburg gelegen aan de Scbamnieistceg. Om 8 uur n.m. 24 October. Koekoek weg B 35 te. Hoog land nabij „do Brand." Verkooping van een inboedel. Om 10 uur v.rn. 24 October. Amicitia. Verkooping van een collectie meubilair. Om 10.30 uur v.m. 25 October. Koffiehuis van Van Laar. cr- kooping perceel aan den Haarweg B GS te Maarsbcrgcn cn boomgaard aan den Molen weg te Woudenberg. Om 11.30 uur. 25' October, 't Boompje. Verkooping per ceel Arnbemschestraat 29. 8 uur 11.111. 30 October. „De Fokkamp" aan don liun- sclioter straatweg E 23. Verkooping boer derij-inventaris, Have cn Vee. Om 10 uur v.m. 31 October. Hofstede „Veclust" aan den Iloogcweg 2il. Verkooping van den gehco- Ien boerderij-inventaris, om 10 uur v.m. 2 November. Wagenwerkplaats. Spoor- lioulvciling. Om 10 uur v.m. 7 November. Het Boompje. Verkooping van huis mot schuur en tuin aan den Pun- lenhurgerlaan 57. Om 7 uur n.m. B A A R N. 23 October. Verkoop van inboedel aan hot perceel d'Aulnis de Bouriouillaan 53 m. 10 uur v.m. 15 November. Verkooping villa „Silvana" aan de Amalialaan 1. Om 8 uur n.m. in llótcl „de la Promenade." •N BUITENKANSJE VOOR DE ERVEN. Den erfgenamen van een te Ilitzum (Fr.) overleden bejaarden veehouder viel dezer dagen, naar de Telegraaf" meldt, een zeer mooi buitenkansje ten deel. Men was in fa milieraad bijeen gekomen om den inboedel en andere eigendommen te verdoelen. Do verwachtingen waren niet boog gesponnen, daar tie oude baas bij zijn leven altijd zeer sober bad geleefd en nooit iets van welstand had doen bemerken. Toen echter de turf uit liet bok werd ge haald, kwam daaruit een kistje te voor schijn, waarin tot hun groote verbazing een bedrag van ongeveer 30.000 was geborgen. Inmiddels was bet een extra buitenkansjo voor de erfgenamen, die (gelukkig) niet groot in aantal waren. /\«n. VM. FÖdRT. GRATIS. «W PRACTi: ESCMtH* XV' Niets doen leidt tot kwaad doen. Uit het Engelsch van HUGH WALPOLE en J. B. PRIESTLEY, door II. A. C. S. Maar eerst moet ik je wat meer vertellen van mijn vriendschap met Rossett; deze is snel aan het groeien, 't Is niet zoo, dat hij aan mij behoefte heeft, maar meer zoo, dat hij behoefte heeft aan een soort van vat, waarin hij een stroom van dronken, zelf voldaan, hevig egoïsme kan laten afvloeien. Ik heb nooit van zijn leven zoo'n onver- draaglijken egoïst lecren kennen. Ieder, die eenig karakter heeft, is natuurlijk een egoïst, en wanneer het karakter wat betee- kent, kan je dat egoïsme vergeven, en ie er zelfs over verheugen, maar het afschu welijkste, dat er in de wereld is, is een egoïsme zonder karakter. Rossett is geen persoonlijkheid; hij is alleen maar een ge weldige overloopende massa van hartstoch ten en wreedheden en domheden, maar be halve deze heeft hij het pathos van een dier, dat in een strik gevangen is. Zijn be wegingen zijn als van iemand, die hevige verborgen pijn lijdt, maar hij weet niet waarom, hij weet inderdaad niets. Hij ge looft, dat hij een prachtig creatuur is, een soort van Gevangen Prometheus en. als hij Eich maar kan bevrijden, zal hij de won derbaarlijkste dingen doen. Hij heeft een verachting voor ieder en alles; zijn woor denvloed is vol van verhalen, hoe hij beter in dan die of die. Zijn eenige groote quali- leit is zijn liefde voor dezen grond, die hem iets van een mysterie verleent, alsof hij een boom was, die voortdurend in den storm staat, of een huis, dat op 't punt is van in elkaar te vallen, of een rivier die tot een brullenden stroom is geworden en zijn kracht voelt, maar niet weet. wat er mee aan te vangen. Ik geloof, dat hij, hoe langer hoe wanhopender wordt, ten deele omdat bij van drank is doortrokken, ten deele omdat hij allerlei soort van finan- cieele moeilijkheden beeft en geen uitweg ziet, ten deele omdat hij zich werkelijk verlaten gevoelt, op dezelfde manier als een dier in den dierentuin. Ik heb een afkeer van hem en zou van hem weg willen vluch ten naar den versten uithoek der wereld, ware Jean er niet, maar ik weet, dat zij in een steeds toenemend gevaar is, tenge volge van zijn buien cn wildheid. Ik heb het gevoel, dat 't niet te laat is wanneer er maar iemand was die de zorg over hem op zich zou nemen; had hij geld genoeg cn een hem overdonderende geweldige vrouw, die hem ordelijk en sober zou maken, dan zou hij, geloof ik, veranderen in een van die er nog al goed uitziende, domme cn pe dante oude heeren, die, voldoend afgerost door een hardvochtige vrouw, zóó getemd zijn, dat zij een zeker soort maatschappe lijk fatsoen hebben bereikt. Kon ik maar zoo'n vrouw vinden, dan zou Jean vrij zijn! En nu het groote feit van mijn leven. Eergisteravond, tusschen vijf en zes,, op den weg tusschen hier en Farthing Hall, praatte ik met Jean! Tk liep opeens tegen haar aan, men schijnt in dit geheimzinnige dal opeens tegen elkaar aan te loopen; zij liep vlug en rende bijna tegen rnii aan. Zoodra ik mij bewust werd, dat zij 't was, en merkte, dat zij het plan had mij voor bij te loopen, met een nogal stijf buiginkje, en zonder 'n woord, bleef ik vóór baar staan, en dwong haar stil te staan. Ik ver telde haar, dat ik dagen er op gewacht had met haar te spreken en dat ik met haar wou spreken cn toen ontdekte ik, dat, zij 't ook mocht verbergen, zij blij was mij te zien. En toen ik dat wist, was ik zóó gelukkig, dat de wegen, bet riviertje en de beschaduwde heuvels omgetooverd werden in ie'.s wonderbaars. Ik verloor mijn hoofd niet, ik zei geen van de dingen, waarop ik mij dagen lang had voorbereid, om ze haar te zeggen; ai leen, daar en toen, zonder veel woorden, vertel de ik haar, dat ik haar, van 't eerste oo- genblik af, dat ik haar in den schouwburg zag, had liefgehad, dat ik haar rnet opzet gevolgd was, dat ik mij er niet over schaamde het te doen en dat zoo lang ik voelde, dat ik van ecnig nut voor baar kon zijn, ik in haar nabijheid zou blijven, of zij 't prettig vond of niet, dat ik haar niet hinderen of verontrusten wou, maar dat ik er was cn er wilde blijven. Zij zei geen onnoodige dingen, geen onzin, datik bijvoorbeeld brutaal was, dat zij het aan haar vader zou vertellen, dat ik een schurk en een bandiet was, niets van dien aard. Zij zei eenvoudig, dat ik mijn tijd ver knoeide, dat zij, zooals ik wist, geëngageerd was, dat zij van niemand hulp noodig had, dat 'thaar speet, dat ze laat was en gaan moest. Ik vroeg haar toen of zij zooveel vrienden had, dat zij het zich veroorloven kon een goeden te verliezen. Zij antwoord de, terwijl ze erg vlug sprak, maar mij aankeek rnet een wonderlijk soort vriende lijkheid, alsof ze blij was, ondanks haar zelf, dat ik gezegd had wat ik zei, dat liet leven haar geen gelegenheid gaf om vrien den te maken, dat zij mij erg bedankte en hoopte, dat ik niet in zoo'n stille plaat6, zonder dat het nut had, zou blijven. Ik ant woordde, dat het niet zonder nut was, en dat, zoolang zij daar was, ik er ook zou. zijn. Zij zei toen iets, dat voor mij zoo prachtig was om te hooren, dat ik het. sindsdien, steeds bij mijzelf herhaald heb. Haar woorden waren ongeveer zoo: ,,'t is voor ons hopeloos om vrienden te zijn; ik had soms behoefte er een te hebben, maar lang geleden realiseerde ik mij, dat ik, wat ik te doen heb, alleen kon doen onder ze kere voorwaarden U weet niets van mij af, U zoudt mij heelemaal niet belangrijk vin den, indien u mij beter kende en u moet mij niet beter leeren kennen. Maar ik zou graag willen zeggen ik heb sinds gister avond steeds gewenscht bet te zeggen dat 't heerlijk was dat iemand tegen mij sprak, zooals u het deeclt. Ik zal het nooit verge ten, en zal u altijd dankbaar zijn, maar, als u het voelt, zooals u zegt, als u werkelijk mij vvenscht te helpen, laten we elkaar dan, als 't u blieft, niet meer zien Als u mij vvenscht te helpen, ga dan morgen weg en vergeet mij. er is heelemaal geen hoop op iets naders". Toen keek ze mij aan, alsof zij me wer kelijk voor het eerst zag en behoefte bad zich rnij in haar geheugen te prenten. Het was donker, en we konden elkaar slechts met moeite zien. Ik zei alleen: „wat u mij vraagt is onmogelijk, maar ik zal u niet hinderen, ik zal alleen wachten tot u mij noodig zult hebben". Daarna gingen wij uit elkaar. Begrijp je nu, waarom ik gelukkig ben? Je toegenegen MARK. The Heretics, Regency Street W. I. Beste Mark. Je laatste brief is zóó opgewonden (zooala hij wel rnoest zijn), dat hij een paar minu ten geleden nog in mijn hand trilde. Ik vraag mij nu verwonderd af, na hem drie keer te hebben doorgelezen, of hij mij veel, of niets vertelt. Neem bijvoorbeeld wat jij noemt: „je stukje- practisch nieuws Nu bad ik zelf al nagedacht over die Masham cn Dons en ik. die nog steeds bot gevan gen hebben hier, hadden ons suf gedacht, om uit te vinden, waar zij is beter gezegd: wij hadden vastgesteld, dat Doris uit zou vinden, waar zij is. Ik heb nog geen bericht gekregen. En nu kom jij niet je „practisch nieuws'. Maar is jouw mrs Masham die nogal verstandig doet door een huis in Lambdale te nemen de Masham? Als je haar zelf gezien hadt of haar slem ha lt hooren dreunen door een van de dalen, dan zou ik het opeens weten, dat wil zeggen: jij zou 't weten en het mij vertellen. Maar, voorzoover ik begrijpen kan, heb jij alleen van deze rnrs Masham geboord, cn do naam is nogal algemeen Ik kan mijn Masham niet tu.sschen die heuvels voorstellen, zij zouden 't niet uithouden Ik ben sceptisch, zooals je merkt. Ga spionneeren, loer in Lambdale, of, als je niet uit de buurt van Farthing Hall weg kunl, vaag dan je zon derlingen vriend Rossett of je Jean, wat voor 'n menseh deze mrs. Masham is. Dan zal een enkel woord aan mijn twijfel een einde maken. 'Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 5