AMERSFOORTSCH DAGBLAD PROCES OM DE GOUDCLAUSULE Zaterdag 1 December 1934 33e Jaargang No. 132 replieken in de zaak der bataafsche VIERDE BLAD HET ARNHEMSCHE RIJNSTRANDBAD Prof. Mr. Oppenheim pleit voor de Koninklijke Mrs. Asser, Van Regteren Altena en prol. mr. Molster repliceeren 's*Gra v cnhagc, 29 November. Heden morgen is voor dc civiele kanier van het gerechtshof de zaak voortgezet van de Ver eeniging voor den. Effectenhandel tegen de I Bataafschc petroleum-maatschappij betref fende de goudclausule in de Amerikaansche dollarleeningcn. Mr. Van Regteren Altena, voor de I Vereeniging v. d. Effectenhandel pleitende, repliceerde. Ilij zeide, dat de tegenpartij dc zaak niet juist stelt, als zij aanvoert, dat do overeenkomst is gemaakt in het belang der beide partijen en niet alleen van de aandeelhouders. Op zichzelf is dit juist, maar er staat duidelijk in, dat de bepalin gen zijn gemaakt in the protection and the benefit of the holders. Nadat de Bataaf edie geleend had, had 'zij geen rechten meer, maar alleen plichten. Zij had zich verbonden, goldcoin te betalen van zeker gehalte en gewicht. PI. baalde dc desbetreffende teksten aan. De Bataafsche is niet bevrijd, als-het ge storte niet is het object der verbintenis. Dit wordt genoemd in de overeenkomst absolute and unconditional. Niets anders dan goud Kan de Bataafsche bevrijden. Ook de wetten van den staat New-York kunnen haar niet bevrijden. Indien subsidiair waar is, dat de joint resolution behoort tot de wetten van den staat New-York, kan dus ook de joint resolution de Bataafsche niet bevrijden. Want de Bataafsche heeft in dc overeen komst verklaard, dat niets van wat in die wetten voorkomt, haar bevrijden kan. Als zij niet bevrijd is, moet zij prestoeren. Als zij te New-York niet prestoeren kan, moet zij het elders doen, n.l. op de natuur lijke bctaalplaats, welke het domicilie is. Bepaald is, dat de betaling "moet geschieden door den fiscal agent, maar dit is alleen bepaald in het belang van den fiscal agent, d.i. de bankier, die er provisie van krijgt. Als de betaling elders dan te New-York ge schiedt, behoort de Bataafsche overleg te plegen met den fiscal agent, die er even goed provisie van kan krijgen. Nergens is bepaald, dat te zijnen kantore de betaling moet plaats vinden. Vervolgens repliceerde mr. Asser, even eens voor do Vereeniging v. d. Effectenhan del pleitende. Hij zeide o.m., dat dc tegenpartij zich be roept op een absoluut uitvoerverbod van goud, dat in Amerika zou bestaan, maar dat er ginds niet zulk een absoluut verbod is. Men kan er een. license verkrijgen, ook voor gouduitvoer door particulieren, als het uitvoering betreft van overeenkomsten, vroeger gesloten. PI. bctwistto voorts niet, dut de Amerikaansche burge. onderworpen is aan het geheeïe Amerikaansche recht, ook het federale. Maar in dc overeenkomst staat, dat toepasselijk zijn the laws of the stale of New-York. Deze wetten bestrijken het gcheele privaatrecht. Er is dus niet, zoo als do tegenpartij meent; een unicum als men liet federale recht uitsluit. Volgens dc tegenpartij splitst pl. de over eenkomst in een essentieel en een niet es sentieel deel, maar dit is een misleidende voorstelling. Wij hebben hier te maken met promessen aan toonder, vallende onder de negotiable instruments act, en uitdrukke lijk is bepaald, dat de betalingsplaats niet essential is. Toen het onmogelijk was ge worden, te New-York in goud te presteeren, trad automatisch als betalingsplaats Den Haag in de plaats van New-York en ver viel de territoriale werking der joint reso lution. Men wil het Amerikaansche recht ge bruiken om in Holland verkregen rechten >n Holland krachteloos te maken. Dit gaat niet. Dc pleitnota der tegenpartij is een mooi stuk, maar. zij wordt op enkele plaatsen ontsierd. Zoo staat er, dat pl.'s actie is een actie tot contractbreuk. Maar als. er een de- bitrice is, die heeft beloofd, in goud of in goudwaarde te betalen, en die zich dan van ouitenlandsch recht bedient om te trachten, van haar verplichtingen af te komen, is.het vrijmoedig om zoo iets te schrijven. Morgen zal het twintig jaar geleden zijn, dat spr. zich onder het gehoor bevond van een professor, die te Amsterdam zijn ambt aanvaardde met een rede over den invloed van den oorlog op het handelsrecht. I-Iij spoorde ten slotte de studenten aan om rechtvaardigheid te betrachten en niet. te trachten, zich op letters te beroepen. Deze woorden zijn pl.'s geachtcn confrère, die de tegenpartij vertegenwoordigt, niet geheel onbekend. (Vroolijkheid.) Horna dupliceerde, voor de Bataafsche pleitende, prof. mr. Molster. Hij handhaafde, dat het hier een contract betreft met een trustee, als gerechtigde uit een obligatieleening. Voorts moet dc over eenkomst niet slechts in het belang van één partij worden geïnterpreteerd. Dc tegenpar tij zeide, dat beslissend moeten zijn de op vattingen van 1927, toen de overeenkomst gesloten werd. Noem mij dan één local meaning, één surrounding circumstance van 1917, waarop zij u beroepen kunt. Wij hebben hiervan niets gehoord. Dc tegenpartij vat the laws of the state 7 New-York op als statelaw, maar het fc- tleralé recht en zelfs het Engëlschc recht van voor de onafhankelijkheidsverklaring vallen er ook onder. The laws of the state 7 New-York zijn al het in den staat. Ncvv- «ork binendc recht. Wij hebben niet be loofd gouden munten, maar wij hebben be- hoofd gouden munten, voor zoover het Amerikaansche recht de betaling daarvan toestaat. Ook het dwingend recht valt on der the laws of the state of New-York. Dit m antwoord aan mr. Van Regteren Al tena. Di antwoord aan mr. Asser merkte pl. op, ö&t in de overeenkomst is bepaald, dat de i wetten van den staat New-York toepasselijk zijn op de uitvoering der overeenkomst. Overigens, als pl. goed is ingelicht, is uit voer van goud te New-York toegestaan ter reguleering van den wisselkoers, maar niet voor een ander doel. Pl. begreep voorts niet, hoe de tegenpartij kan zeggen, dat dc federal law niet bindend is op grond van dc overeenkomst, maar wel in Amerika geldt. Wisselt de toepasselijkheid van recht, naarmate er een andere betaling* plaats is? Is dit een beginsel van het pri vaatrecht? Nu eens het eene, dan weer het andere recht? D,e Bataafsche is verplicht, te New-York gouden munten te betalen. Pl. handhaafde, dat deze verplichting niet gesplitst kan worden in een essentieel en een niet-essen- licel deel. Dc tegenpartij zei, dat, als er in een wissel geen bctalingsplaats opgenomen is, de woonplaats van den debiteur geldt maar in de overeenkomst hier in het spel, is een bctalingsplaats opgenomen: New York. In geen enkel recht, ook in het onze niet, staat, dat de woonplaats van den debiteur de natuurlijke betalingsplaats Wat is dit: de natuurlijke betalingsplaats? Zou verder de Nederlandsche rechter een overeenkomst als in strijd met de openbare orde beschouwen, als daarin stond, dut do joint resolution toepasselijk zou zijn? Welk economisch Nedciiandscli belang is.hierbij betrokken? Geen enkel! Als het systeem van de tegenpartij opging, moest in hel dictum van den rechter uitdrukkelijk staan, dat het. zou gelden alleen voor Nederland sche obligatiehouders. Maar het ware een verkeerd, systeem om wisselend recht toe te passen naar gelang van nationaliteit. Hier zijn wel de persoonlijke rechtsbelangen van Nederlanders in het spel, maar niet de Ne derlandsche openbare orde. Het laatste is wat anders dan liet belang van opkoopers van Amerikaansche waarden. Als obligatiehouders hebben beloofd, zich te. zullen gedragen naar bindende wetten, welke in New-York van kracht zijn, mag spr. hun vragen, dit te onthouden. Gedaag de heeft part noch deel aan het toebrengen van dc schade aan de houders door de Amerikaansche wetgeving! Dc zaak van de Koninklijke Hierna kwam aan de orde de zaak van de Koninklijke pctroleummaatschappij te gen de Vereeniging voor den Effectenhan del. Dc directeur van de Koninklijke, ir. J. F. E. de Kok gaf een toelichting tot dc balans der maatschappij over 1939. Hij betoogde, dat dit proces gaat over dc rente-betaling en niet over de hoofdsom, welke op de ha- lans voorkomt. De tegenpartij had betoogd, zoo vervolgde ir de Kok: Gij hebt toch voor een dollar 2.50 ontvangen en wanneer gij dit proces wint, hebt gij terug te betalen 1.47. Gij maakt dus een winst, welke u niet toekomt. Hiertegenover merkte de heer Kok op, dat de Kopinklijke .yqqi: g$eiji enkelen dol lar 2.50" heeft óiitvangerfy omdat er geen enkele, dollar der leening in guldens is ge noteerd. Dc bedoelde leening is in Amerika uitgegeven oni: de Amérikaansche dochter maatschappijen van geld te voorzien. Voorts bestreed spr. dat de Koninklijke voordeel van de devaluatie gehad zou hebben. Wij hebben geen 2.50 voor een dollar ontvangen, omdat er geen enkele gulden in dollars is omgezet. Een, gedeelte van de dollars is in Amerika gebleven en gebruikt voor den bouw van chemische fabrieken. Tiet grootste deel van de leening heeft echter gediend tot versterking van de fi nanciën der dochter-maatschappijen en aan gezien de internationale transacties prac- tisch uitsluitend in ponden plaats hebben, zijn deze dollars in ponden omgezet. Men kan in het jaarverslag over 1931 le zen, dat de Bataafsche op haar pondenbezit in dat jaar een verlies van -10.000.000 heeft geleden. Het grootste gedeelte van deze dollar-lee ningen, welke in ponden geconverteerd wa- •en, heeft tot dit verlies hijgedragen. Wat dc opmerking betreft over het terugbetalen der leening tegen dollars ad 1.47, merkte spr. op, dat men zich hier gaat begeven op het terrein der bespiegelingen, Welke niet doen tot de hoofdzaak. Want nogmaals, het gaat om dc rente-betaling en niet oni do hoofdsom. Trouwens, gelooft men dat wan neer wij eenmaal uit deze valuta-chaos zul len zijn geraakt, de verhouding tusschen dollar en gulden ongewijzigd zal zijn ge bleven? Het zal nog moeten blijken welke waarde voor den dollar terug betaald zal moeten worden. Spr. herbaalt echter nog eens, dat. dit.thans niet_ nader, besproken be hoeft te worden, omdat het de quintessence niet raakt. Pleidooi prol. Oppenheim Prof. mr. A. S. Oppenheim lichtte vervolgens de memorie van grieven der Ko- ninklijko toe. Prof. Oppenheim ving aan met eenige op merkingen te maken over uitlatingen van de tegenpartij. Mén hoort nu al een jaar lang in financieel© kringen dat wij, aldus pl., in strijd handelen met de eerste rege len van het fatsoen, dat de Koninklijke zich verschuilt achter chicanes en dat dit deze maatschappij niet lang meer zal gelukken. Dit is dus een betichting van kwade trouw, waartegen pl. met klem op kon\t. Uitvoerig, betoogde pl., dat wanneer men uitgaat van dc.stelling, dat het vonnis der rechtbank ten aanzien van dc Bataafsche juist is, liet vonnis ten aanzien van de Ko ninklijke onjuist genoemd moet worden. n de eerste plaats besprak: hij dc collec- tion-bcvocgdhcid. De voorgeschiedenis van deze collection- bevoegdheid nagaande, mérkte pl. op. dat er in 1930 bij de Amerikaansche bankiers eenige vrees bestond of zij de -10 millioén dollar voor de Koninklijke Shell-groep wel geheel in Amerika zouden kunnen spuien. Daarom is een bepaling opgenomen dat obligatie-houders, .wannéér zij dit wenschen, ook in Europa uan hun geld kunnen komen. Echter staat hoven alles vast, dat de gc heele leening door Dillon Read is gekocht en dat hoofdsom en rente betaalbaar zullen zijn hij, Dillon Read als fiscal agent. Maar omdat Dillon Read voorzag, dat het Amerikaansche publiek do leening niet zoo willig zou opnemen, werd de bepaling ge maakt dat houders in Europa tegen dag- koers hun coupons zouden kunnen inwis selen. Nergens staat dat de Koninklijke zal be talen in New-York, Amsterdam, Londen, enz, maar steeds is.scherp onderscheiden, dat de, geheelc betaling zal plaats hebben in New- Work aan Dillon Read. En dat vindt mep ergens anders, dat Dillon Read zal zorgen voor een machinerie, voor arrangementen tengevolge.waarvan. de houder zijn coupon tegen dagkoers zou kunnen innen in Am sterdam, Londen, enz. Maar de betaling van de Koninklijke ge schiedt uitsluitend aan Dillon Read te New- York In de stukken ziet men dan ook steeds scherp uit elkaar gehouden de betaling in New York en de bevoegdheid om te „collect" Pl. besprak vervolgens dc inhoud van de coupon. Hier staat duidelijk, dat de schul denaar te betalen zal hebben in goud te New York. Wanneer de verplichting nu in meerdere plaatsen te betalen aanwezig was geweest, dan had dat toch zeker in do. cop pon vermeld moeten worden. Maar deze be talingsplicht in vijf .plaatsen, bestaat in dit geval niet. Het is niet vol te houden, dat payable en collectible het zelfde bêteekencn. Er staat payable or collectible en het woordje o r duidt heel duidelijk op onderscheid, zelfs op een tegenstelling. Is hét payable, dan gaal het tegen een vpstcn koers. Bij collectible cclitcr heeft be taling plaats tegen deii koers van den dag waarop dc coupon wordt aangeboden. Men had bij dc Koninklijke eigenlijk- ook in de coupon moeten vermelden, dat de cou pon payable was in New York en collecti ble in Europa. Maar men achtte blijkbaar de collectible-bevoègdheid van zoo weinig belang, dat rnèh deze niet op de' coupon heeft vermeld. Na een korte pauze zette 'prof. Oppenheim zijn pleidooi voor de Koninklijke voort. Uitvoerig schetste pl. het onderscheid tus schen „surrender" en „preventation" en be toogde, dat bij collection hef recht, uit dc coupon voortvloeiende, blijft bestaan, ook al is het bedrag veranderd. Eerst wanneer men dit in liet oog houdt, vormt hot systeem een gaaf en harmonisch :eheel. Al de bepalingen zijn niet te vereenigen met het stelsel, dat. er vijf onafhankelijke betaalplaatsen zijn. Betaald wordt er slechts in New York; doch geïnd kan er ook wor den in Amsterdam enz. Pl. herinnerde aan liet communiqué van de Vereeniging voor de Effectenhandel in zake de Bethlehem-Steel Corporation. Deze maatschappij had zich verbonden 1000 dol lars te betalen of 2490 gulden in Amster dam en dc Vereeniging voor den Effecten handel deelt nu mede, dat niettegenstaande deze verplichting de Bethlehem Steel Corpo ration beperkende bepalingen had gemaakt. De Vereen, voor den Effectéifhandel nam hiermede geen -genoegen. <De Bethlehem Steel kon zicli lr.i; niet beroepen op dc. joint resolution. Pl. achtte dit juist en méénde dat dc hou ding van dc Bethlehem Steel juridisch niet te verdedigen is. Maar het gaat hier om-de Koninklijke. JJn war.neer de Koninklijke, zich verbonden had om 1000 dollar in New York tc betalen of 2490 gulden in Amsterdam, dan zou pl. hier niet staan en zou er geen proces zijn. Want dan zou de Koninklijk^ 2490-guidcn betalen. Bij de Steel Corporation wordt echter ook niet van collection' gesproken, doch uitslui tend van payable. Uit een en ander meent pl. te mogen con- cludeeren dat de Vereen, voor den- Effec tenhandel niet zoo onkundig is inzake het verschil tusschen to pay en to collect, als zij wel willcri doen voorkomen. Pl. gaf een'overzicht van tie-arrangemen ten welke getroffen 'zijn tusschen Dillon Read en dc places of collection. Bij dc Nci derlandsche ITandel Maatschappij weigerde men elke medewerking, maar bij Rothschild in Londen was men minder stroef. Rothschild was.aangewezen als place of collection, maar vroeg aan Dillon Read geld in depot om de coupons, welke bij hem aan geboden werden, te betalen. Dillon Read antwoordde op 1 December 1930, dat dit niet mogelijk .was, omdat Londen place of col lection was'. Uit deze correspondentie blijkt, dat dc cou pon niet op de place of collection betaald kan vvorden. Wanneer dc obligatiehoudcr het geld ontvangen heeft, heeft hij niet meer tc claimen, doch dc rechten van deze cou pon zijn daarmede niet teniet gegaan. Daar om kan Rothschild dc coupons ook weer vcr- koopen aan derden, totdat, ze tenslotte „gc- sunenderd" worden hij Dillon Read. Dc coupon wordt niet in Amsterdam, Lon den óf'waar ook, betaald in dén strikt juri- dischen zin, waardoor de coupon te niet is gegaan. Dit geschiedt slechts in New York en dc Koninklijke krijgt dan ook van Dillon Read eenige malen per jaar-een cremation- certificalc. Pl. concludeerde, dat dc aanwijzing van places of collection voor den obligatie-hou der gemakkelijk en practisch is, maar dai daardoor niets veranderd is aan den onl ang van den betalingsplicht der Konink lijke. Pl. kwam vervolgens tot dc. woorden: gold coin. Dc rechtbank on do tegenpartij hebben hier een overmatig groot belang gehecht. Pl. wees er op dat deze woorden logisch bchoo- cn hij het systeem. Wanneer men in New York na de joint •esolution alle .verplichtingen, welke in goad luiden, met papieren dollars kan vol- loen, kan men aan de woorden in gold coin niet veel belang toekennen. Men moet in Amerika betalen in goud en dan spreekt het vanzelf, dat wanneer men het acquivalent in Amsterdam gaat innen met het bedrag berekent naar de wissel koers van het goud, vandaar de woorden goldcoin. Wanneer men zijn verplichtingen li goud mag voldoen in papier, dan kan iich het acquivalent toch niét gaan bereke nen naar een wisselkoers met goldcoin. De Koninklijke geeft de benooiligde gelden bp Dillon Read in depot. Wordt er een cou pon aangeboden, dan wordt aan den houder een stukje van dit depot overgereikt. En wanneer men in Amsterdam een cou pon aanbiedt, dan wordt berekend, hoeveel op dien dag het aequivalent van het Ameri kaansche depot in Amsterdam waard is. De Koninklijke wil niet de goudclausule uitsnijden, zooals gezegd is. Wij verwijzen de goudclausule niet naar de-,rommelkamer. Integendeel, maar zoolang als er wettelijke bepalingen in New York bestaan als thans het geval is, is dc gouclausulc verlamd. Gij hebt er niets aan, roept pl. uit. Niet wij snijden dc goudclaustilc uit, maar do wetge ver heeft dit door dc joint revolution ge daan. Rcsumecrcnde kwam Prof. Oppenheim lol. de conclusie, dat do goudclausule een gou den muntclausulc is, gelijk bij de Bataaf sche ten aanzien van precies dezelfde clau sule, door beide partijen is erkend. De Ko ninklijke moest dus 'aanvankelijk in gou den munt betalen. De Koninklijke is dan ook thans, wal de betaling in New York betreft,, bevrijd door het nominaal bedrag der door haar ver schuldigde gelden in papieren dollars te betalen, op dezelfde gronden' als do Bataaf sche dit is. De cöllëctïon-mogelijkh'cid voor den cou pon-houder b.v. te Amsterdam heelt geen andere beteekenis dan dat dccouponhouder er vecht op heeft, dat de in die hootdstail aangewezen banken zijn coupons van hom overnemen zonder berekening van provisie legen een bedrag, dat op dén dag van aan bieding, het aequivelcnt vormt van liet be drag in dollars dat hem in New York zou zijn betaald, zoo lui daar bij Dillon Read definitief van zijn coupons afstand had ge daan. Tenslotte: Een wisselkoers van zichtwis- sels betaalbaar te New York in gouden munt is verklaarbaar hij een leening, die in New York in gouden munt betaalbaar is en in Europeesche valuta moet worden h e rl c i d, zoo de houder zich in Europa aanmeldt. Van het oogenblik af echter, dat betalingen in gouden munt tc New York in paxiiercn munt tot hetzelfde nominaal bedrag geschieden, kan de wisselkoers van zichtvvissels, betaalbaar te New York in ouden munt, voor de verleiding in Europa geen ander resultaat opleveren dan dc wisselkoers van zichtvvissels. betaalbaar te New York, waarin van gouden munt niet wordt gesproken. Pl. kwam vervolgens tot zijn slotwoord. iiiOp jaar lang heeft de buitenwereld de maatschappij bestreden, wij hebben het niet oorbaar geacht tc spreken zoolang de zaak nog sub judicc was. Maar nu wil pl. e.r toch iets van zeggen: Wat verwijt men ons? Men verwijt ons, dat de Koninklijke er indertijd niet in zou geslaagd zijn een leening te plaatsen zonder goudclausule. Daarom zouden wij deze opgenomen hebben doch later, toen wij een kans kregen, haar weer verloochend lïehh'cn. Zoo is dc zaak niet gegaan. Toen de Bataafsche en de Koninklijke, die op dc Amerikaansche markt wénsélï- tcn tc leenqn bij Dillon Read kw'amen, zeide *ht~lutis: Er moet' een goudclaiisulc in staan. De maatschappij heelt zich toen beraden of zij deze verplichting op zich kon nemen. Toen bleek, dat in Amerika zoo goed als elke gocd-gclcidc maatschappij en ook het gouvernement een goudclausule in haar contracten had opgenomen. Wij begrepen, dat Dillon Read niets bijzonders had'gevraagd en aanvaardden de goudclau sule omdat daardoor geen meerdere of grootere verplichtingen op ons gelegd werden dan op elke andere maatschapnii Toen door 'wettelijke bepalingen dc toe stand veranderde, heeft dc Koninklijke zich op het standpunt gesteld, dat hare verplich tingen nooit meer konden zijn dan die van de Amerikaansche maatschappijen. Dc beste advocaten en bankiers in New York en Lon den hebben mij hierover geraadpleegd en al gemeen kon men ons standpunt als juist en billijk zien. Waarom zouden wij in Amster dam aan zwaardere eischen moeten voldoen dan in New York, tengevolge waarvan Ame rikaansche obligatiehouders hun coupons zouden kunnen opzenden naar Amsterdam én er daar een grootcr aantal guldens voor zouden ontvangen? Dc tegenpartij heeft een lijstje overgelegd van de maatschappijen die, zooals zij het uit drukte, nog financieel fatsoen hebben. Het zou pl. weinig moeite kosten een veel langere lijst te geven van lichamen, die dan ls financieel onfatsoenlijk gcqualificeerd zouden moeten worden. Wanneer men deze lijsten naast elkaar legt, valt één bijzonder heid dadelijk in het oog. De fatsoenlijke instellingen zijn alle pu bliekrechtelijke of semi-publiekrechtelijke lichamen. Bij dc onfatsoenlijke komt ook een enkele publiekrechtelijke instelling voor, doch zijn het in hoofdzaak naamloozc ven nootschappen. Dit onderscheid is ook wel tc begrijpen. Men moet n.l. in liet oog houden, lat publiek- en semi-publiekrechtelijke in stellingen geen 'verlies lijden, doch naamloo zc vennootschappen wel. Zij hebben rekening te houden met dc aandeelhouders. En de di rectie der Koninklijke heeft gemeend, dat zij zich niet. de beau geste tegenover haar aan deelhouders kan veroorloven door met een grootsch gebaar aan obligatiehouders moer te geven dan deze kunnen vorderen. Dit standpunt heeft dc Koninklijke tegen over dc Vereeniging voor den Effectenhan del uiteengezet en daarbij gezegd, dat wan neer men het met deze opvatting niet eens de rechter in deze zaak zal moeten beslis sen. Js hier iets in, dat niet eerlijk, niet liono- abel is? En waaraan ontleencn dc finan- 'ieelc overzichtschrijvers der dagbladen het echt om hangende dit proces ons uit te ma ken voor alles wat lcclijk is? Nergens, in geen ander land, hebben wij dergelijke moeilijkheden gehad. Alleen in Ne derland, waar dc Koninklijke populairder moest zijn dan overal elders! Er is echter voor pl. één troost in dit alles n wel deze, dat men met. smaden en sneeren nog nooit in ons land een proces heeft, ge wonnen. Pl. verzoekt het Hof hem deze cri dc cocur ten goede te houden. Zij ontlast zijn gemoed. Wegens het vergevorderd uur werd beslo ten de zitting te schorsen. Dc president deelde mede, dat de behan deling Zaterdagochtend 10 uur zal worden oortgezet. Dan is liet woord aan de tegenpartij. I Secretaris penningmeester in hooger beroep Het Arnhemschc gerechtshof behandelde gisteren naar het Hbld. meldt de zaak legen een lid der Tweede Kamer en gewezen secretaris-penningmeester van de voormalige stichting Rijn-strandbad tc Arnhem, die te recht heeft, gestaan wegens verduistering in die qualiteit. Iemand, die als buffelchef bij het bad was aangesteld, .noest als waarborg voor de goede nakoming van zijn verplichtin gen ƒ500.storten. Dit bedrag was na het faillissement van de stichting verdwenen. Door Roomsch-Katholieke scholen en andere instellingen waren abonnementsgelden tot een bedrag van 195.gestort op do privé- rekening van den secretaris-penningmeester. Deze had dit geld niet aan dc stichting dooi- gegeven, maar omdat hij gelden luid voorge schoten het, bedrag ter gedeeltelijke delging van die voorschotten aangewend. Voorts was door een ingezetene van Arnhem 100.— op dc privó-rekening van den secr.-pcnning- meester gestort, om een obligatie tc verkrij gen van een door de slichting uitgeschreven leening. Deze leening werd nooit voKeekcnd en dc obligatie is niot geleverd. Toen eenige maanden later namens den ingezetene het geld werd teruggevorderd, is dit terugbe taald. Uit het dossier verdwenen Bij de behandeling voor het gerechtshof deelde de procureur-generaal mr. Cnopius, mede, dat dc directeur van het voormalige Rijnstrandbad, ziek was en dat een stuk be treffende een overeenkomst inzake het Rijn- strandbad spoorloos uit het dossier was ver dwenen. Spr. kon evenwel het bestaan daar van aantoonen, door den rcchler-commissaris en den officier van justitie als getuige te dag vaarden, indien het Ilof dit wenscht. Als getuige werd gehoord dc curator in het faillissement, mr. Elink Visser, die mededeel de, dat de groolc vorderingen reeds heston den op 15 Juni. In elk geval bestond op 15 Juni dc insolventie. De oprichtcrskostcn kon den niet worden betaald. Verder werd gehoord dc directeur van het voormalige Rijnsirandbad. Dc president wees hem op het prospectus van de obligatielee ning, waarin staat: do Losten bedragen LS.000, waarvan aanwezig 4000. Waren die f 4000 in geld aanwezig? Getuige antwoordde ontkennend. Dat geld was voor zijn werk. Als men menschen had moeten aannemen, zou dat ƒ4000 hebben ge kost. Dc president merkte op, dat men, dit pros pectus lezende, daaruit opmaakt dat dc 4000 in geld aanwezig waren. Getuige is het daar niet mee eens. ï>e president zegt, dat toen het eerste plan w as mislukt, een bespreking is gehouden met verdachte en besloten om een nieuwe kleine ren opzet tc maken, waarmede 4000 of ƒ5000 zou gemoeid zijn. De getuige zegt dat de sêcr.-penningmeester dat goed vond. Presidenir Ofschoon er geen cent was, Getuige: Wc wachtten op dc obligatielee ning. Pres.: Die was (oen al mislukt. Get.: Nog niet met het tweede prospectus. De penningmeester heeft mij toen privé een voorschot van ƒ550 geereven op voorwaarde, dat hij het uit de obligatieleening zou terug krijgen. Pres.: Is bij het storten van de ƒ500 het woord waarborgsom gebruikt? Getuige weet dat niet meer. Pres.: Dus u heeft van dat geld geleefd. Getuige antwoordt bevestigend. Pres.: Had u daar recht toe? Getuige: Ik werkte den hcclcn dag van 's morgens tot 's avonds. De verdediger stelt de vraag of getuige den penningmeester gezegd heeft, dat hij niets meebracht en dat dc 4000 waarvan in het eerste prospectus sprake was, arbeidsloon was. Getuige verklaart, dat hij dit uitdrukkelijk heeft medegedeeld. De verdachte stelt, de vraag, of het niet juist is, dat hij maar driemaal op het terrein van liet strandbad is geweest, n.l. bij de ope ning, den Zondag daarop volgende en op 15 Juni. Getuige zegt dat vóór dc opening verdachte er ook is geweest. Toen heb ik juist geld van hem gekregen, zegt hij.' De verdachte merkt op, dat hij aan getuige het geld heeft gegeven gedeeltelijk op de bank en een tweeden keer bij hém aan huis, niet op het Rijnstrandbad. Requisitoir. Daarna neemt de procureursgeneraal mr. Cnopius requisitoir. Hij wijst er op, dat men bier niet tc beoordeelcn heeft naar maatsta ven van moraliteit, maar dat het alleen geldt dc vraag of een d$ad buiten i straflijn ligt of niet. Spr. wijst er op, dat deze lijn hier twee keer is overschreden. Spr. eischtc tenslotte ƒ2000 boete of dertig dagen hechtenis. VALSCHE KWARTJES De maker aangehouden 'sGravcnhagc, 30 Nov. Aangehouden is door de politic dc 56-jar. W. IT. S., die Donderdagmiddag op hcctcrdaad betrapt werd hij bet uitgeven van valschc kwar tjes in diverse winkels op dc IToefkade. Bij een floor de politie in zijn woning ge houden huiszoeking kon een partij van 300 stuks valsche kwartjes in beslag worden genomen, henevens oen hoeveelheid hij dc vervaardiging dienst doend materiaal. Ook werd aangehouden de hij hem inwonende 50-jarige P. A. V., die verdacht wordt hij de vervaardiging van dc valsche geldstuk jes tc hebben geholpen. COLLECTIEF CONTRACT OPGEZEGD Gemeld wordt, dat vari werkgeverszijde de collectieve arbeidsovereenkomst in liet meubilcëringsbedrijf, welke is aangegaan tot 2 Maart 1935, met inachtneming van den contractueclcn opzegtermijn van drie maanden is opgezegd. NIEUWE ERAZILIAANSCHE GEZANT Tot gezant van Brazilië bij ons Hof is benoemd de heer Pedro de Moracs Barros, laatstelijk gezant tc Boedapest.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 11