AMERSFOORTSCH DAGBLAD
PROCES OM DE GOUDCLAUSULE
Zaterdag 1 December 1934
33e Jaargang No. 132
replieken in de zaak
der bataafsche
VIERDE BLAD
HET ARNHEMSCHE
RIJNSTRANDBAD
Prof. Mr. Oppenheim pleit voor
de Koninklijke
Mrs. Asser, Van Regteren
Altena en prol. mr. Molster
repliceeren
's*Gra v cnhagc, 29 November. Heden
morgen is voor dc civiele kanier van het
gerechtshof de zaak voortgezet van de Ver
eeniging voor den. Effectenhandel tegen de
I Bataafschc petroleum-maatschappij betref
fende de goudclausule in de Amerikaansche
dollarleeningcn.
Mr. Van Regteren Altena, voor de
I Vereeniging v. d. Effectenhandel pleitende,
repliceerde. Ilij zeide, dat de tegenpartij dc
zaak niet juist stelt, als zij aanvoert, dat
do overeenkomst is gemaakt in het belang
der beide partijen en niet alleen van de
aandeelhouders. Op zichzelf is dit juist,
maar er staat duidelijk in, dat de bepalin
gen zijn gemaakt in the protection and the
benefit of the holders. Nadat de Bataaf
edie geleend had, had 'zij geen rechten
meer, maar alleen plichten. Zij had zich
verbonden, goldcoin te betalen van zeker
gehalte en gewicht.
PI. baalde dc desbetreffende teksten aan.
De Bataafsche is niet bevrijd, als-het ge
storte niet is het object der verbintenis. Dit
wordt genoemd in de overeenkomst absolute
and unconditional. Niets anders dan goud
Kan de Bataafsche bevrijden. Ook de wetten
van den staat New-York kunnen haar niet
bevrijden. Indien subsidiair waar is, dat de
joint resolution behoort tot de wetten van
den staat New-York, kan dus ook de joint
resolution de Bataafsche niet bevrijden.
Want de Bataafsche heeft in dc overeen
komst verklaard, dat niets van wat in die
wetten voorkomt, haar bevrijden kan.
Als zij niet bevrijd is, moet zij prestoeren.
Als zij te New-York niet prestoeren kan,
moet zij het elders doen, n.l. op de natuur
lijke bctaalplaats, welke het domicilie is.
Bepaald is, dat de betaling "moet geschieden
door den fiscal agent, maar dit is alleen
bepaald in het belang van den fiscal agent,
d.i. de bankier, die er provisie van krijgt.
Als de betaling elders dan te New-York ge
schiedt, behoort de Bataafsche overleg te
plegen met den fiscal agent, die er even
goed provisie van kan krijgen. Nergens is
bepaald, dat te zijnen kantore de betaling
moet plaats vinden.
Vervolgens repliceerde mr. Asser, even
eens voor do Vereeniging v. d. Effectenhan
del pleitende.
Hij zeide o.m., dat dc tegenpartij zich be
roept op een absoluut uitvoerverbod van
goud, dat in Amerika zou bestaan, maar
dat er ginds niet zulk een absoluut verbod
is. Men kan er een. license verkrijgen, ook
voor gouduitvoer door particulieren, als het
uitvoering betreft van overeenkomsten,
vroeger gesloten. PI. bctwistto voorts niet,
dut de Amerikaansche burge. onderworpen
is aan het geheeïe Amerikaansche recht,
ook het federale. Maar in dc overeenkomst
staat, dat toepasselijk zijn the laws of the
stale of New-York. Deze wetten bestrijken
het gcheele privaatrecht. Er is dus niet, zoo
als do tegenpartij meent; een unicum als
men liet federale recht uitsluit.
Volgens dc tegenpartij splitst pl. de over
eenkomst in een essentieel en een niet es
sentieel deel, maar dit is een misleidende
voorstelling. Wij hebben hier te maken met
promessen aan toonder, vallende onder de
negotiable instruments act, en uitdrukke
lijk is bepaald, dat de betalingsplaats niet
essential is. Toen het onmogelijk was ge
worden, te New-York in goud te presteeren,
trad automatisch als betalingsplaats Den
Haag in de plaats van New-York en ver
viel de territoriale werking der joint reso
lution.
Men wil het Amerikaansche recht ge
bruiken om in Holland verkregen rechten
>n Holland krachteloos te maken. Dit gaat
niet.
Dc pleitnota der tegenpartij is een mooi
stuk, maar. zij wordt op enkele plaatsen
ontsierd. Zoo staat er, dat pl.'s actie is een
actie tot contractbreuk. Maar als. er een de-
bitrice is, die heeft beloofd, in goud of in
goudwaarde te betalen, en die zich dan van
ouitenlandsch recht bedient om te trachten,
van haar verplichtingen af te komen, is.het
vrijmoedig om zoo iets te schrijven.
Morgen zal het twintig jaar geleden zijn,
dat spr. zich onder het gehoor bevond van
een professor, die te Amsterdam zijn ambt
aanvaardde met een rede over den invloed
van den oorlog op het handelsrecht. I-Iij
spoorde ten slotte de studenten aan om
rechtvaardigheid te betrachten en niet. te
trachten, zich op letters te beroepen. Deze
woorden zijn pl.'s geachtcn confrère, die de
tegenpartij vertegenwoordigt, niet geheel
onbekend. (Vroolijkheid.)
Horna dupliceerde, voor de Bataafsche
pleitende, prof. mr. Molster.
Hij handhaafde, dat het hier een contract
betreft met een trustee, als gerechtigde uit
een obligatieleening. Voorts moet dc over
eenkomst niet slechts in het belang van één
partij worden geïnterpreteerd. Dc tegenpar
tij zeide, dat beslissend moeten zijn de op
vattingen van 1927, toen de overeenkomst
gesloten werd. Noem mij dan één local
meaning, één surrounding circumstance
van 1917, waarop zij u beroepen kunt. Wij
hebben hiervan niets gehoord.
Dc tegenpartij vat the laws of the state
7 New-York op als statelaw, maar het fc-
tleralé recht en zelfs het Engëlschc recht
van voor de onafhankelijkheidsverklaring
vallen er ook onder. The laws of the state
7 New-York zijn al het in den staat. Ncvv-
«ork binendc recht. Wij hebben niet be
loofd gouden munten, maar wij hebben be-
hoofd gouden munten, voor zoover het
Amerikaansche recht de betaling daarvan
toestaat. Ook het dwingend recht valt on
der the laws of the state of New-York. Dit
m antwoord aan mr. Van Regteren Al
tena.
Di antwoord aan mr. Asser merkte pl. op,
ö&t in de overeenkomst is bepaald, dat de
i wetten van den staat New-York toepasselijk
zijn op de uitvoering der overeenkomst.
Overigens, als pl. goed is ingelicht, is uit
voer van goud te New-York toegestaan ter
reguleering van den wisselkoers, maar niet
voor een ander doel. Pl. begreep voorts
niet, hoe de tegenpartij kan zeggen, dat dc
federal law niet bindend is op grond van
dc overeenkomst, maar wel in Amerika
geldt. Wisselt de toepasselijkheid van
recht, naarmate er een andere betaling*
plaats is? Is dit een beginsel van het pri
vaatrecht? Nu eens het eene, dan weer het
andere recht?
D,e Bataafsche is verplicht, te New-York
gouden munten te betalen. Pl. handhaafde,
dat deze verplichting niet gesplitst kan
worden in een essentieel en een niet-essen-
licel deel. Dc tegenpartij zei, dat, als er in
een wissel geen bctalingsplaats opgenomen
is, de woonplaats van den debiteur geldt
maar in de overeenkomst hier in het spel,
is een bctalingsplaats opgenomen: New
York. In geen enkel recht, ook in het onze
niet, staat, dat de woonplaats van den
debiteur de natuurlijke betalingsplaats
Wat is dit: de natuurlijke betalingsplaats?
Zou verder de Nederlandsche rechter een
overeenkomst als in strijd met de openbare
orde beschouwen, als daarin stond, dut do
joint resolution toepasselijk zou zijn? Welk
economisch Nedciiandscli belang is.hierbij
betrokken? Geen enkel! Als het systeem
van de tegenpartij opging, moest in hel
dictum van den rechter uitdrukkelijk staan,
dat het. zou gelden alleen voor Nederland
sche obligatiehouders. Maar het ware een
verkeerd, systeem om wisselend recht toe te
passen naar gelang van nationaliteit. Hier
zijn wel de persoonlijke rechtsbelangen van
Nederlanders in het spel, maar niet de Ne
derlandsche openbare orde. Het laatste is
wat anders dan liet belang van opkoopers
van Amerikaansche waarden.
Als obligatiehouders hebben beloofd, zich
te. zullen gedragen naar bindende wetten,
welke in New-York van kracht zijn, mag
spr. hun vragen, dit te onthouden. Gedaag
de heeft part noch deel aan het toebrengen
van dc schade aan de houders door de
Amerikaansche wetgeving!
Dc zaak van de Koninklijke
Hierna kwam aan de orde de zaak van
de Koninklijke pctroleummaatschappij te
gen de Vereeniging voor den Effectenhan
del.
Dc directeur van de Koninklijke, ir. J. F.
E. de Kok gaf een toelichting tot dc balans
der maatschappij over 1939. Hij betoogde,
dat dit proces gaat over dc rente-betaling
en niet over de hoofdsom, welke op de ha-
lans voorkomt.
De tegenpartij had betoogd, zoo vervolgde
ir de Kok: Gij hebt toch voor een dollar
2.50 ontvangen en wanneer gij dit proces
wint, hebt gij terug te betalen 1.47. Gij
maakt dus een winst, welke u niet toekomt.
Hiertegenover merkte de heer Kok op,
dat de Kopinklijke .yqqi: g$eiji enkelen dol
lar 2.50" heeft óiitvangerfy omdat er geen
enkele, dollar der leening in guldens is ge
noteerd. Dc bedoelde leening is in Amerika
uitgegeven oni: de Amérikaansche dochter
maatschappijen van geld te voorzien. Voorts
bestreed spr. dat de Koninklijke voordeel
van de devaluatie gehad zou hebben.
Wij hebben geen 2.50 voor een dollar
ontvangen, omdat er geen enkele gulden
in dollars is omgezet. Een, gedeelte van de
dollars is in Amerika gebleven en gebruikt
voor den bouw van chemische fabrieken.
Tiet grootste deel van de leening heeft
echter gediend tot versterking van de fi
nanciën der dochter-maatschappijen en aan
gezien de internationale transacties prac-
tisch uitsluitend in ponden plaats hebben,
zijn deze dollars in ponden omgezet.
Men kan in het jaarverslag over 1931 le
zen, dat de Bataafsche op haar pondenbezit
in dat jaar een verlies van -10.000.000 heeft
geleden.
Het grootste gedeelte van deze dollar-lee
ningen, welke in ponden geconverteerd wa-
•en, heeft tot dit verlies hijgedragen. Wat
dc opmerking betreft over het terugbetalen
der leening tegen dollars ad 1.47, merkte
spr. op, dat men zich hier gaat begeven op
het terrein der bespiegelingen, Welke niet
doen tot de hoofdzaak. Want nogmaals, het
gaat om dc rente-betaling en niet oni do
hoofdsom. Trouwens, gelooft men dat wan
neer wij eenmaal uit deze valuta-chaos zul
len zijn geraakt, de verhouding tusschen
dollar en gulden ongewijzigd zal zijn ge
bleven? Het zal nog moeten blijken welke
waarde voor den dollar terug betaald zal
moeten worden. Spr. herbaalt echter nog
eens, dat. dit.thans niet_ nader, besproken be
hoeft te worden, omdat het de quintessence
niet raakt.
Pleidooi prol. Oppenheim
Prof. mr. A. S. Oppenheim lichtte
vervolgens de memorie van grieven der Ko-
ninklijko toe.
Prof. Oppenheim ving aan met eenige op
merkingen te maken over uitlatingen van
de tegenpartij. Mén hoort nu al een jaar
lang in financieel© kringen dat wij, aldus
pl., in strijd handelen met de eerste rege
len van het fatsoen, dat de Koninklijke zich
verschuilt achter chicanes en dat dit deze
maatschappij niet lang meer zal gelukken.
Dit is dus een betichting van kwade
trouw, waartegen pl. met klem op kon\t.
Uitvoerig, betoogde pl., dat wanneer men
uitgaat van dc.stelling, dat het vonnis der
rechtbank ten aanzien van dc Bataafsche
juist is, liet vonnis ten aanzien van de Ko
ninklijke onjuist genoemd moet worden.
n de eerste plaats besprak: hij dc collec-
tion-bcvocgdhcid.
De voorgeschiedenis van deze collection-
bevoegdheid nagaande, mérkte pl. op. dat
er in 1930 bij de Amerikaansche bankiers
eenige vrees bestond of zij de -10 millioén
dollar voor de Koninklijke Shell-groep wel
geheel in Amerika zouden kunnen spuien.
Daarom is een bepaling opgenomen dat
obligatie-houders, .wannéér zij dit wenschen,
ook in Europa uan hun geld kunnen komen.
Echter staat hoven alles vast, dat de gc
heele leening door Dillon Read is gekocht
en dat hoofdsom en rente betaalbaar zullen
zijn hij, Dillon Read als fiscal agent.
Maar omdat Dillon Read voorzag, dat het
Amerikaansche publiek do leening niet zoo
willig zou opnemen, werd de bepaling ge
maakt dat houders in Europa tegen dag-
koers hun coupons zouden kunnen inwis
selen.
Nergens staat dat de Koninklijke zal be
talen in New-York, Amsterdam, Londen, enz,
maar steeds is.scherp onderscheiden, dat de,
geheelc betaling zal plaats hebben in New-
Work aan Dillon Read. En dat vindt mep
ergens anders, dat Dillon Read zal zorgen
voor een machinerie, voor arrangementen
tengevolge.waarvan. de houder zijn coupon
tegen dagkoers zou kunnen innen in Am
sterdam, Londen, enz.
Maar de betaling van de Koninklijke ge
schiedt uitsluitend aan Dillon Read te New-
York
In de stukken ziet men dan ook steeds
scherp uit elkaar gehouden de betaling in
New York en de bevoegdheid om te „collect"
Pl. besprak vervolgens dc inhoud van de
coupon. Hier staat duidelijk, dat de schul
denaar te betalen zal hebben in goud te
New York. Wanneer de verplichting nu in
meerdere plaatsen te betalen aanwezig was
geweest, dan had dat toch zeker in do. cop
pon vermeld moeten worden. Maar deze be
talingsplicht in vijf .plaatsen, bestaat in dit
geval niet.
Het is niet vol te houden, dat payable en
collectible het zelfde bêteekencn. Er staat
payable or collectible en het woordje o r
duidt heel duidelijk op onderscheid, zelfs op
een tegenstelling.
Is hét payable, dan gaal het tegen een
vpstcn koers. Bij collectible cclitcr heeft be
taling plaats tegen deii koers van den dag
waarop dc coupon wordt aangeboden.
Men had bij dc Koninklijke eigenlijk- ook
in de coupon moeten vermelden, dat de cou
pon payable was in New York en collecti
ble in Europa. Maar men achtte blijkbaar
de collectible-bevoègdheid van zoo weinig
belang, dat rnèh deze niet op de' coupon
heeft vermeld.
Na een korte pauze zette 'prof. Oppenheim
zijn pleidooi voor de Koninklijke voort.
Uitvoerig schetste pl. het onderscheid tus
schen „surrender" en „preventation" en be
toogde, dat bij collection hef recht, uit dc
coupon voortvloeiende, blijft bestaan, ook al
is het bedrag veranderd.
Eerst wanneer men dit in liet oog houdt,
vormt hot systeem een gaaf en harmonisch
:eheel.
Al de bepalingen zijn niet te vereenigen
met het stelsel, dat. er vijf onafhankelijke
betaalplaatsen zijn. Betaald wordt er slechts
in New York; doch geïnd kan er ook wor
den in Amsterdam enz.
Pl. herinnerde aan liet communiqué van
de Vereeniging voor de Effectenhandel in
zake de Bethlehem-Steel Corporation. Deze
maatschappij had zich verbonden 1000 dol
lars te betalen of 2490 gulden in Amster
dam en dc Vereeniging voor den Effecten
handel deelt nu mede, dat niettegenstaande
deze verplichting de Bethlehem Steel Corpo
ration beperkende bepalingen had gemaakt.
De Vereen, voor den Effectéifhandel nam
hiermede geen -genoegen. <De Bethlehem
Steel kon zicli lr.i; niet beroepen op dc. joint
resolution.
Pl. achtte dit juist en méénde dat dc hou
ding van dc Bethlehem Steel juridisch niet
te verdedigen is.
Maar het gaat hier om-de Koninklijke. JJn
war.neer de Koninklijke, zich verbonden had
om 1000 dollar in New York tc betalen of
2490 gulden in Amsterdam, dan zou pl. hier
niet staan en zou er geen proces zijn. Want
dan zou de Koninklijk^ 2490-guidcn betalen.
Bij de Steel Corporation wordt echter ook
niet van collection' gesproken, doch uitslui
tend van payable.
Uit een en ander meent pl. te mogen con-
cludeeren dat de Vereen, voor den- Effec
tenhandel niet zoo onkundig is inzake het
verschil tusschen to pay en to collect, als
zij wel willcri doen voorkomen.
Pl. gaf een'overzicht van tie-arrangemen
ten welke getroffen 'zijn tusschen Dillon
Read en dc places of collection. Bij dc Nci
derlandsche ITandel Maatschappij weigerde
men elke medewerking, maar bij Rothschild
in Londen was men minder stroef.
Rothschild was.aangewezen als place of
collection, maar vroeg aan Dillon Read geld
in depot om de coupons, welke bij hem aan
geboden werden, te betalen. Dillon Read
antwoordde op 1 December 1930, dat dit niet
mogelijk .was, omdat Londen place of col
lection was'.
Uit deze correspondentie blijkt, dat dc cou
pon niet op de place of collection betaald
kan vvorden. Wanneer dc obligatiehoudcr
het geld ontvangen heeft, heeft hij niet meer
tc claimen, doch dc rechten van deze cou
pon zijn daarmede niet teniet gegaan. Daar
om kan Rothschild dc coupons ook weer vcr-
koopen aan derden, totdat, ze tenslotte „gc-
sunenderd" worden hij Dillon Read.
Dc coupon wordt niet in Amsterdam, Lon
den óf'waar ook, betaald in dén strikt juri-
dischen zin, waardoor de coupon te niet is
gegaan. Dit geschiedt slechts in New York
en dc Koninklijke krijgt dan ook van Dillon
Read eenige malen per jaar-een cremation-
certificalc.
Pl. concludeerde, dat dc aanwijzing van
places of collection voor den obligatie-hou
der gemakkelijk en practisch is, maar dai
daardoor niets veranderd is aan den onl
ang van den betalingsplicht der Konink
lijke.
Pl. kwam vervolgens tot dc. woorden: gold
coin.
Dc rechtbank on do tegenpartij hebben
hier een overmatig groot belang gehecht. Pl.
wees er op dat deze woorden logisch bchoo-
cn hij het systeem.
Wanneer men in New York na de joint
•esolution alle .verplichtingen, welke in
goad luiden, met papieren dollars kan vol-
loen, kan men aan de woorden in gold coin
niet veel belang toekennen.
Men moet in Amerika betalen in goud en
dan spreekt het vanzelf, dat wanneer men
het acquivalent in Amsterdam gaat innen
met het bedrag berekent naar de wissel
koers van het goud, vandaar de woorden
goldcoin. Wanneer men zijn verplichtingen
li goud mag voldoen in papier, dan kan
iich het acquivalent toch niét gaan bereke
nen naar een wisselkoers met goldcoin.
De Koninklijke geeft de benooiligde gelden
bp Dillon Read in depot. Wordt er een cou
pon aangeboden, dan wordt aan den houder
een stukje van dit depot overgereikt.
En wanneer men in Amsterdam een cou
pon aanbiedt, dan wordt berekend, hoeveel
op dien dag het aequivalent van het Ameri
kaansche depot in Amsterdam waard is.
De Koninklijke wil niet de goudclausule
uitsnijden, zooals gezegd is. Wij verwijzen
de goudclausule niet naar de-,rommelkamer.
Integendeel, maar zoolang als er wettelijke
bepalingen in New York bestaan als thans
het geval is, is dc gouclausulc verlamd. Gij
hebt er niets aan, roept pl. uit. Niet wij
snijden dc goudclaustilc uit, maar do wetge
ver heeft dit door dc joint revolution ge
daan.
Rcsumecrcnde kwam Prof. Oppenheim lol.
de conclusie, dat do goudclausule een gou
den muntclausulc is, gelijk bij de Bataaf
sche ten aanzien van precies dezelfde clau
sule, door beide partijen is erkend. De Ko
ninklijke moest dus 'aanvankelijk in gou
den munt betalen.
De Koninklijke is dan ook thans, wal de
betaling in New York betreft,, bevrijd door
het nominaal bedrag der door haar ver
schuldigde gelden in papieren dollars te
betalen, op dezelfde gronden' als do Bataaf
sche dit is.
De cöllëctïon-mogelijkh'cid voor den cou
pon-houder b.v. te Amsterdam heelt geen
andere beteekenis dan dat dccouponhouder
er vecht op heeft, dat de in die hootdstail
aangewezen banken zijn coupons van hom
overnemen zonder berekening van provisie
legen een bedrag, dat op dén dag van aan
bieding, het aequivelcnt vormt van liet be
drag in dollars dat hem in New York zou
zijn betaald, zoo lui daar bij Dillon Read
definitief van zijn coupons afstand had ge
daan.
Tenslotte: Een wisselkoers van zichtwis-
sels betaalbaar te New York in gouden
munt is verklaarbaar hij een leening, die
in New York in gouden munt betaalbaar
is en in Europeesche valuta moet worden
h e rl c i d, zoo de houder zich in Europa
aanmeldt. Van het oogenblik af echter, dat
betalingen in gouden munt tc New York
in paxiiercn munt tot hetzelfde nominaal
bedrag geschieden, kan de wisselkoers van
zichtvvissels, betaalbaar te New York in
ouden munt, voor de verleiding in Europa
geen ander resultaat opleveren dan dc
wisselkoers van zichtvvissels. betaalbaar
te New York, waarin van gouden munt
niet wordt gesproken.
Pl. kwam vervolgens tot zijn slotwoord.
iiiOp jaar lang heeft de buitenwereld de
maatschappij bestreden, wij hebben het
niet oorbaar geacht tc spreken zoolang de
zaak nog sub judicc was. Maar nu wil pl.
e.r toch iets van zeggen: Wat verwijt men
ons? Men verwijt ons, dat de Koninklijke
er indertijd niet in zou geslaagd zijn een
leening te plaatsen zonder goudclausule.
Daarom zouden wij deze opgenomen hebben
doch later, toen wij een kans kregen, haar
weer verloochend lïehh'cn.
Zoo is dc zaak niet gegaan.
Toen de Bataafsche en de Koninklijke,
die op dc Amerikaansche markt wénsélï-
tcn tc leenqn bij Dillon Read kw'amen,
zeide *ht~lutis: Er moet' een goudclaiisulc
in staan. De maatschappij heelt zich toen
beraden of zij deze verplichting op zich kon
nemen. Toen bleek, dat in Amerika zoo
goed als elke gocd-gclcidc maatschappij en
ook het gouvernement een goudclausule
in haar contracten had opgenomen. Wij
begrepen, dat Dillon Read niets bijzonders
had'gevraagd en aanvaardden de goudclau
sule omdat daardoor geen meerdere of
grootere verplichtingen op ons gelegd
werden dan op elke andere maatschapnii
Toen door 'wettelijke bepalingen dc toe
stand veranderde, heeft dc Koninklijke zich
op het standpunt gesteld, dat hare verplich
tingen nooit meer konden zijn dan die van
de Amerikaansche maatschappijen. Dc beste
advocaten en bankiers in New York en Lon
den hebben mij hierover geraadpleegd en al
gemeen kon men ons standpunt als juist en
billijk zien. Waarom zouden wij in Amster
dam aan zwaardere eischen moeten voldoen
dan in New York, tengevolge waarvan Ame
rikaansche obligatiehouders hun coupons
zouden kunnen opzenden naar Amsterdam
én er daar een grootcr aantal guldens voor
zouden ontvangen?
Dc tegenpartij heeft een lijstje overgelegd
van de maatschappijen die, zooals zij het uit
drukte, nog financieel fatsoen hebben.
Het zou pl. weinig moeite kosten een veel
langere lijst te geven van lichamen, die dan
ls financieel onfatsoenlijk gcqualificeerd
zouden moeten worden. Wanneer men deze
lijsten naast elkaar legt, valt één bijzonder
heid dadelijk in het oog.
De fatsoenlijke instellingen zijn alle pu
bliekrechtelijke of semi-publiekrechtelijke
lichamen. Bij dc onfatsoenlijke komt ook een
enkele publiekrechtelijke instelling voor,
doch zijn het in hoofdzaak naamloozc ven
nootschappen. Dit onderscheid is ook wel tc
begrijpen. Men moet n.l. in liet oog houden,
lat publiek- en semi-publiekrechtelijke in
stellingen geen 'verlies lijden, doch naamloo
zc vennootschappen wel. Zij hebben rekening
te houden met dc aandeelhouders. En de di
rectie der Koninklijke heeft gemeend, dat zij
zich niet. de beau geste tegenover haar aan
deelhouders kan veroorloven door met een
grootsch gebaar aan obligatiehouders moer te
geven dan deze kunnen vorderen.
Dit standpunt heeft dc Koninklijke tegen
over dc Vereeniging voor den Effectenhan
del uiteengezet en daarbij gezegd, dat wan
neer men het met deze opvatting niet eens
de rechter in deze zaak zal moeten beslis
sen.
Js hier iets in, dat niet eerlijk, niet liono-
abel is? En waaraan ontleencn dc finan-
'ieelc overzichtschrijvers der dagbladen het
echt om hangende dit proces ons uit te ma
ken voor alles wat lcclijk is?
Nergens, in geen ander land, hebben wij
dergelijke moeilijkheden gehad. Alleen in Ne
derland, waar dc Koninklijke populairder
moest zijn dan overal elders!
Er is echter voor pl. één troost in dit alles
n wel deze, dat men met. smaden en sneeren
nog nooit in ons land een proces heeft, ge
wonnen.
Pl. verzoekt het Hof hem deze cri dc cocur
ten goede te houden. Zij ontlast zijn gemoed.
Wegens het vergevorderd uur werd beslo
ten de zitting te schorsen.
Dc president deelde mede, dat de behan
deling Zaterdagochtend 10 uur zal worden
oortgezet.
Dan is liet woord aan de tegenpartij. I
Secretaris penningmeester
in hooger beroep
Het Arnhemschc gerechtshof behandelde
gisteren naar het Hbld. meldt de zaak
legen een lid der Tweede Kamer en gewezen
secretaris-penningmeester van de voormalige
stichting Rijn-strandbad tc Arnhem, die te
recht heeft, gestaan wegens verduistering in
die qualiteit. Iemand, die als buffelchef bij
het bad was aangesteld, .noest als waarborg
voor de goede nakoming van zijn verplichtin
gen ƒ500.storten. Dit bedrag was na het
faillissement van de stichting verdwenen.
Door Roomsch-Katholieke scholen en andere
instellingen waren abonnementsgelden tot
een bedrag van 195.gestort op do privé-
rekening van den secretaris-penningmeester.
Deze had dit geld niet aan dc stichting dooi-
gegeven, maar omdat hij gelden luid voorge
schoten het, bedrag ter gedeeltelijke delging
van die voorschotten aangewend. Voorts was
door een ingezetene van Arnhem 100.— op
dc privó-rekening van den secr.-pcnning-
meester gestort, om een obligatie tc verkrij
gen van een door de slichting uitgeschreven
leening. Deze leening werd nooit voKeekcnd
en dc obligatie is niot geleverd. Toen eenige
maanden later namens den ingezetene het
geld werd teruggevorderd, is dit terugbe
taald.
Uit het dossier verdwenen
Bij de behandeling voor het gerechtshof
deelde de procureur-generaal mr. Cnopius,
mede, dat dc directeur van het voormalige
Rijnstrandbad, ziek was en dat een stuk be
treffende een overeenkomst inzake het Rijn-
strandbad spoorloos uit het dossier was ver
dwenen. Spr. kon evenwel het bestaan daar
van aantoonen, door den rcchler-commissaris
en den officier van justitie als getuige te dag
vaarden, indien het Ilof dit wenscht.
Als getuige werd gehoord dc curator in het
faillissement, mr. Elink Visser, die mededeel
de, dat de groolc vorderingen reeds heston
den op 15 Juni. In elk geval bestond op 15
Juni dc insolventie. De oprichtcrskostcn kon
den niet worden betaald.
Verder werd gehoord dc directeur van het
voormalige Rijnsirandbad. Dc president wees
hem op het prospectus van de obligatielee
ning, waarin staat: do Losten bedragen
LS.000, waarvan aanwezig 4000. Waren die
f 4000 in geld aanwezig?
Getuige antwoordde ontkennend. Dat geld
was voor zijn werk. Als men menschen had
moeten aannemen, zou dat ƒ4000 hebben ge
kost.
Dc president merkte op, dat men, dit pros
pectus lezende, daaruit opmaakt dat dc 4000
in geld aanwezig waren.
Getuige is het daar niet mee eens.
ï>e president zegt, dat toen het eerste plan
w as mislukt, een bespreking is gehouden met
verdachte en besloten om een nieuwe kleine
ren opzet tc maken, waarmede 4000 of ƒ5000
zou gemoeid zijn. De getuige zegt dat de
sêcr.-penningmeester dat goed vond.
Presidenir Ofschoon er geen cent was,
Getuige: Wc wachtten op dc obligatielee
ning.
Pres.: Die was (oen al mislukt.
Get.: Nog niet met het tweede prospectus.
De penningmeester heeft mij toen privé een
voorschot van ƒ550 geereven op voorwaarde,
dat hij het uit de obligatieleening zou terug
krijgen.
Pres.: Is bij het storten van de ƒ500 het
woord waarborgsom gebruikt?
Getuige weet dat niet meer.
Pres.: Dus u heeft van dat geld geleefd.
Getuige antwoordt bevestigend.
Pres.: Had u daar recht toe?
Getuige: Ik werkte den hcclcn dag van
's morgens tot 's avonds.
De verdediger stelt de vraag of getuige den
penningmeester gezegd heeft, dat hij niets
meebracht en dat dc 4000 waarvan in het
eerste prospectus sprake was, arbeidsloon
was.
Getuige verklaart, dat hij dit uitdrukkelijk
heeft medegedeeld.
De verdachte stelt, de vraag, of het niet
juist is, dat hij maar driemaal op het terrein
van liet strandbad is geweest, n.l. bij de ope
ning, den Zondag daarop volgende en op 15
Juni.
Getuige zegt dat vóór dc opening verdachte
er ook is geweest. Toen heb ik juist geld van
hem gekregen, zegt hij.'
De verdachte merkt op, dat hij aan getuige
het geld heeft gegeven gedeeltelijk op de
bank en een tweeden keer bij hém aan huis,
niet op het Rijnstrandbad.
Requisitoir.
Daarna neemt de procureursgeneraal mr.
Cnopius requisitoir. Hij wijst er op, dat men
bier niet tc beoordeelcn heeft naar maatsta
ven van moraliteit, maar dat het alleen geldt
dc vraag of een d$ad buiten i straflijn ligt
of niet. Spr. wijst er op, dat deze lijn hier
twee keer is overschreden.
Spr. eischtc tenslotte ƒ2000 boete of dertig
dagen hechtenis.
VALSCHE KWARTJES
De maker aangehouden
'sGravcnhagc, 30 Nov. Aangehouden
is door de politic dc 56-jar. W. IT. S., die
Donderdagmiddag op hcctcrdaad betrapt
werd hij bet uitgeven van valschc kwar
tjes in diverse winkels op dc IToefkade.
Bij een floor de politie in zijn woning ge
houden huiszoeking kon een partij van 300
stuks valsche kwartjes in beslag worden
genomen, henevens oen hoeveelheid hij dc
vervaardiging dienst doend materiaal. Ook
werd aangehouden de hij hem inwonende
50-jarige P. A. V., die verdacht wordt hij
de vervaardiging van dc valsche geldstuk
jes tc hebben geholpen.
COLLECTIEF CONTRACT OPGEZEGD
Gemeld wordt, dat vari werkgeverszijde
de collectieve arbeidsovereenkomst in liet
meubilcëringsbedrijf, welke is aangegaan
tot 2 Maart 1935, met inachtneming van
den contractueclcn opzegtermijn van drie
maanden is opgezegd.
NIEUWE ERAZILIAANSCHE GEZANT
Tot gezant van Brazilië bij ons Hof is
benoemd de heer Pedro de Moracs Barros,
laatstelijk gezant tc Boedapest.