SE
ONS SUCCES IS
UW SUCCES
STOOMWASSCHERIJ
DE KOLK
MEER BETALEN
ZOU DWAASHEID ZIJN!
HULSKO
KOFFIE
ECHTE VRIENDINNEN
DECEMBER
JANTJE EN ZIJN VLIEGMACHINE
MACHINALE OPMAAKWASCH
KASTKLAAI?
KRAAK HELDER
GOEDKOOP
F. VAN HOFWEGEN
BLEEKERSTRAAT 37 - TEL. 16
De beste koffie. Hulsko'j
Seinkoffiekost ou 25 ct.
per poodHulsko heeft
één soorti het bestel la
gepatenteerde, luchtdichte
veip?kking. Vraagt Uw
Winkelierl
OE KOFFIE WAAR PIT IN ZITI
„Ems zat voor het raam en tuurde naar
buiten. Waar ze zoo naar keek, de bleek
neus? Wel, ze wachtte op haar vriendin
nen. Zoo dadelijk zou de school uitgaan
en dan kwamen Miep en Bep om iiaar
werk te brengen en om haar alle nieuwtjes
van de school over te vertellen.
Emmy was ziek geweest en nu aan hel
opknappen. Maar ze mocht nog niet naai
school. "Andere kinderen zouden het mis
schien prettig vinden eens zoo'n paar dagen
bij moeder thuis te blijven, één dagje in
bed, en dan zoo'n beetje verwend worden;
verder nog een paar daagjes in de kamer
blijven, spelen waar je zin in had en wal
aardige boeken lezen. Maar dat was met
Eins heclemaal niet zoo. Ze was dol op de
school, hield erg veel van leeren en vond
't al jammer, als ze maar een half dagjo
verzuimen moest. Helaas was Emmy niet
sterk. Ze mankeerde vaak wat en telkens
moest ze een poos de school verzuimen. De
onderwijzeres wist wel, dat haar leerlin-
getje het vreesehjk zou vinden achter te
komen. Als Ems dan weer wat doen mocht,
kwamen Miep en Bep, die geregeld naar 't
vriendinnetje gingen vragen, dat zeggen.
En dan mochten die 't werk voor Ems
meenemen.
Daar kwamen de eerste kinderen voorbij,
daar waren Bep en Miep al. Ze kwamen
voor 't raam staan en lachten blij. Moeder
deed de meisjes open. Wat hadden ze weer
veel te vertellen! Ze hadden een nieuw
versje geleerd en dat moesten ze Ems voor
zeggen. Ze legden haar de nieuwe sommen
uit en wezen, hoe ver ze waren in het lees-
en *t taalboekje. Ja, Bep en Miep waren
echte vriendinnen.
Toen werd Emmy nog erger ziek en na
dat ze opgeknapt was, raadde de dokter do
familie aan te verhuizen naar een boseh-
rijke streek. Hij wou van die sukkelaarsler
in eens een flinke, gezonde meid maken,
die overal tegen kon. Daarom mocht ze den
heelen zomer niet naar school en moest
leven in de buitenlucht, eten, drinken, spe
len, desnoods slapen. Ems vond 't vreese-
lijk, dat ze niet naar school mocht! Maar
daar was ze gauw overheen, toen ze met
vader, moeder en de kleine broertjes in 't
aardige boschhuisje woonde. Wat heerlijk
Was 't daar! Den heelen dag was ze buiten
en als 't regende, speelden de kinderen nog
onder de veranda. Ems werd een heel an
der kind met roode wangetjes enden
heelen zomer was ze niet één keertje ziek.
De dokter had er dan ook niets op tegen,
dat ze met September naar de dorpsschool
ging. Daar waren de kinderen met April
naar de nieuwe klas gegaan en dus bleek
Ems niets achter te wezen. Wat genoot ze!
't Was een mooie, ruime school, ook in het
bosch gelegen en niet zoo heel ver van
huis. En weldra had Ems nu ook nieuwo
vriendinnen. Suus en Bie heetten ze. Vaak
kwamen ze haar afhalen en soms brach
ten ze Ems naar huis. Ook onder het spe
len waren ze vaak samen. En wat zoo lieer*
lijk was: Ems ging dag aan dag naai
school, zonder dat ze ook maar één school
tijd hoefde te verzuimen.
Zóó werd het eind November en naderde
Sinterklaas. Er werden Sint-Nicolaasvcrsjes
geleerd en alle kinderen waren vol ver
wachting. Op een morgen was het schrift
van Kees, die zoo vreeselijk slordig schreef
en zoo veel taalfouten maakte, uit Jufs les
senaar verdwenen. Wie dat gedaan zou
hebben? Sommigen opperden de mogelijk
heid, dat zwarte Piet er de hand in had
En toen op een anderen morgen de roode
muts met de witte veer van Sints knechtjo
in de gang gevonden werd, waren allen ei
zeker van, dat het zwarte knechtje den I. -el
inspecteerde, als do kinderen naar huis
waren. Dus werd er prachtig geschreven en
heel ernstig gewerkt Ook heel mooi gezon
gen. Want Ems had hooren fluisteren, dat
de hooge lieer in hoogst eigen persoon op
school zou komen. Dat zou 111e een feest
worden!
Emmy leerde alle Sinterklaasliedjes aan
Jaapje en Fritsje, haar kleine broertjes. En
vooral 's avonds werden die druk gezongen.
En toen gebeurde er iets heel naars: een
paar dagen vóór Sinterklaas werd Ems
weer ziek. Ze had koorts, hoestte erg, had
keelpijn en de dokter moest komen. Ze had
een hevige kou gevat en moest een paai
dagen in bed blijven. Wat huilde die Emsl
Want je kunt begrijpen, dat er nu van het
Sint-Nicolaasfecst op school niets komen
zou. Ennu ruiste ze haar vriendinnetjes
uit de stad, die haar dadelijk kwamen op
zoeken. Het was al de vierde December en
nóg waren Bic en Suus niet bij haar ge
weest; zc had ze zelfs niet eens door de
laan zien loopen. Moeder had 't bedje be
neden gezet, zoodat Emmy in de laan kon
kijken.
„Neen, hoor, Bie en Suus zijn geen èchto
vriendinnen," zei Ems legen moeder en ze
trok minachtend haar neus op.
„Misschien zijn ze ook ziek," verdedigde
moeder de meisjes.
's Middags kwam de dokter nog en die
zei, dat het patiëntje den volgenden dag uit
bed mocht. Maarnog niet naar school
vooreerst.
Nu, rondloopcn in de kamer was al ple
zieriger dan in je bed liggen, 't Ledikantjo
werd weer naar boven gebracht en even
later was 't zusje met Jaap en Fritsje bezig
prentenboeken te kijken.
„Daar ging Sinterklaas in zijn auto," riep
Jaap, die naar buiten had zitten turen, op
eens.
„Je droomt," wou Ems zeggen. Maar zo
bedacht zich en hernam: „Dat zou best
kunnen. Hij gaat naar onze school."
Eins zuchtte diep en zc had geen zin
meer 0111 den jongens voor te lezen. Frits
ging trouwens ook naar buiten zitten kij
ken, want straks zou de goede man wel
weer langs komen, als hij op school klaar
was.
Emmy's gedachten trokken naar het
schoollokaal. Daar zou Sint nu zitten met
Piet naast zich. De kinderen zouden zingen
en Piet ging vast strooien. En Kees? Zou
die een standje krijgen? En wie weet, mis
schien deelde de milde bisschop cadeautjes
uit. Weer zuchtte Ems! Och, dat ze nu toch
juist weer ziek moest worden!
Wel een uur ging er voorbij. De jongens
gingen maar weer spelen, doch als ze een
auto hoorden toeteren, liepen zc vlug naar
't raam. Als do auto met Sinterklaas voorbij
kwam, wilden zc wuiven. Telkens was 't
een vrachtauto of een personenwagen zon
der Sint.
Weer: „Toet! Toet! Toet!"
Ems, Frits en Jaap holden naar 't raam.
„Ja, ja, hij is 't!" riep Jaap verrukt en
begon heftig te wuiven. Frits zong zoo hard
hij kon een Sinterklaasvers.
De auto reed langzaam envlak voor
hun huis stond hij stil. De chauffeur stap
te uit en maakto het portier open. En
toenoEms voeldo zich beurtelings
warm en koud worden daar stapte Zwar
te Piet uit. en hielp toen zijn heer en
meester voorzichtig uit liet voertuig. Sa
men wandelden die twee naar de voordeur.
Jaap was naar de keuken gehold om het
bezoek aan te kondigen en 't duurde dan
ook niet lang, of de hooge gast trad bin
nen. Moeder gaf hem direct een stoel. Even
moest de oude man op adem komen. Hij
kuchte. Stellig was hij ook een beetje ver
kouden. Toen stak hij Ems z'n hand toe.
Het meisje kwam hem begroeten.
„Dag meneer Sinterklaas," zei zc. Frits
en Jaap volgden haar voorbeeld. Voor Sint
waren zc heel niet bang, maar ze vonden
het wel een beetje griezelig om hun kleine
hand in Piefs zwarten knuist te leggen.
Maar toen Piet zc een handje pepernoten
toestak, durfden zc \ycl.
„Ja, ja, Emmy," begon Sint, „ik hoorde
op school, dat je -ziek was, uchche,
uchche... en toen zijn... je vriendinnen..:
uchche, uchcheop ine loegestapthoe
heeten ze ook weer?"
„Bic en Suus?"
„Juist, Bie en Suusen die hebben me
gevraagdof ik j'e op wou zoekenen
dat heb ik maar gedaan."
„Daar ben ik erg blij om, meneer Sinter
klaas," zei Ems. Sint had nog veel to vra
gen en de kinderen moesten voor hem zin
gen. Toen strooide Piet pepernoten cn ten
slotte kreeg Ems een mooi bock, vol platen
uil verhalen. De broertjes werden blij ge
maakt met wat lekkers.
Eindelijk vertrok de goede man weer.
Hij had nog veel tc doen. Het drietal zag
hem wegrijden cn wuifde druk.
„Dat was mo een verrassing!" zei moe
der.
„Ja. En Suus en Bie zijn toch wel échte
vriendinnen, hè, moes," vond Ems.
„Zeker," moest moeder toegeven.
Dat bleek nog meer, toen de meisjes
's middags kwamen.
,,'t Was reuze," zei Suus.
„Hij is hier ook geweest," riep Ems
lachend.
„Hcusch? Dus heeft hij 't toch gedaan?
Wij hebben 't gevraagd," vertelde Bic.
„Dat weet ik." En Ems legde uit, hoe al
les gegaan was. Toen deden de vriendin
nen verslag van 't feest op school. Ze had
den allemaal een boek gekregen.
„En Kees?" vroeg Ems.
„Die heeft een schrijfboek om mooi te
leeren schrijven," zei Suus lachend.
Ems was gelukkig gauw weer beter en
ze hoopt nu maar, dat zc het volgend jaar
met het Sint Nicolaasfeest niet weer ziek
is!
J. II. BRINKGREVE—ENTROP.
(Nadruk verboden).
door
C. E. DE LILLE IIOGERWAARD.
We hebben weer December,
De maand van 't huis'lijk feest,
Die met veel donk're dagen!
Steeds welkom is geweest.
Wat geven wij om 't duister,
Nu 't binnen vroolijk is?
Wc wachten Sinterklaas weer.
Hij komt, dat is nooit mis!
Geeft hij dit jaar wat minder,
Iets brengt hij toch wel mcc!
En met do kleinste gave
Zijn w' immers al tevree!
Dan nadert weer het Kerstfeest.
Blij zingen wij ons lied,
Kerstvreugde kan er wezen,
Al is de boom er niet!
Op Oud'jaarsavond zeggen
Wij: *t Jaar was töcli nog goed
En wij beginnen 't Nieuwe
Met blijheid cn... met moed!
(Nadruk verboden).
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Jantje schrijft aan Sinterklaas,
Vraagt een vliegmachicn.
Moor heeft, wat het baasje schrijft.
Op den kop gezien.
Plots ziet Moor een vliegraachien,
Kijkt haar oogen uit,
En daar krijgt zij een idéé!
(Moortje is een guit!)
Zwarte Piet is aan het werk
In den donk'ren nacht
Door den schoorsteen zakt er iets
Langzaam en heel zacht!
Zij stapt in en vliegt weldra
Boven Jantje's bed.
Nooit heeft Jan nog in zijn droom
Zóó'n keel opgezet'
(Nadruk verboden).