AMERSFOORTSCH DAGBLAD Kerstfeest in de WITTE BeldanopNo.42 FORTMANN HEKENKAMP Bethlehem's ster Maandag 24 December 1934 33e Jaargang No. 151 ZWEEDSCHE KERSTGEBRUIKEN Het Midwimterfeest Hebt U een Taxi of Auto noodig? Bijzonder hemelverschijnsel MARETAKKEN KERSTLIED UIT IIET HOOGE NOORDEN Hoe het vroeger was cn hoe het thans is Het loopt tegen tweeën cn buiten achter de fijne lijntjes van de looden ruitjes-ribben komt alweer de schemering van den grau wen snccuwloozcn winterdag. Maar in den «»pen haard knappen zware bcrkcnblokken in do loutering van hoog oplaaiende vlam men, die grootc schaduwen langs de plan ken zoldering en de balken wanden van de oude boeren-kamer laten dansen. In de warmte boven dc drie-armigc kaars, die in een ijzeren kandelaar op tafel staat, draait langzaam het fijntjes gesneden kerstvogel- tje met zijn spaander-wiekjes in de ronde cn al de mcnschen, die er met een voet op den haardrand bij het flakkerende vuur staan of dicht opeen op banken om de ta fel zitten, luisteren met glanzende oogen naar een oude vrouw, die in kleedij en spra ke haar herkomst uit Norrland verraadt en er in den Kersttijd met kaarsjes achter de vensters zoo heel moei en romantisch te gen de besneeuwde hellingen lagen, al die oude gewoonten nog in eere gehouden wer den, die duidelijk van den heidenschen oor sprong van het eerst in later eeuwen ten dcele gekerstende Midwinterfeest getuigden. En die grootestadsmenschen luisteren daar stil en aandachtig, knikken of glimlachen soms bij de herleving der herinnering aan dc Kerstfeesten van hun jeugd, aan de vreugdevolle drukte van dc twaalf dagen tusschen Sinte Lucia cn Kerstavond, aan den Kerstboom op het marktplein van hun kleine provinciestadje, aan den joyeusen reidans door zalen cn gangen van een oude liavezathe terwijl dc speellui almaar die gezellige Kerspolka's op hun fiedels streken, aan sledevaarten bij fakkclschijn in den Kerstnacht naar het kerkje waar gouden glans van kaarsen door dc ramen gloorde. Al die herinneringen komen weer boven terwijl ze daar luisteren naar het verhaal \an „Dclsbostintan" in een oudo hoeve op het onvolprezen Stockholmsche openlucht museum Skansen. En als dan buiten op het marktplein met zijn volle kramen de vuren knetterend op vlammen om licht en warmte te versprei den in dezen grauwen middag \an begin December, die een witte Kerstmis nog zoo heel ver af doet schijnen, is er plots in het portaaltje een wondere glans, klinkt er op eens een heel schoon en oud lied en men maakt ruimte om Lucia binnen te laten. Dan staat ze daar, onwezenlijk mooi in den schijn van flakkerende kaarsen, die ze in een kroon van vossebessengroen op 't lange goudblonde haar draagt, in de don kere deuropening en achter haar zijn haar „bruidsmeisjes", ook in een lang wit kleed met roode sjerp, ook met lang blond haar. ook met een groenen krans om dc lokken. Ze zingen dat oude lied van Sinte Lucia, dat duizenden Lucia's in duizenden Zweed- sché huizen zingen op den morgen van den dertienden December, wanneer zo met dampende koffie en gouden saffraanbollcn en versche peperkoeken de donkere slaap kamers binnentreden, ze zingen een heel oud Kerstlied en dan nog een ander wijsje, dat allen in Zweden zoo vertrouwd is als de stern van Moeder. En als ze heengaan, zingend de donkerte buiten ingaan, om weer in een ander hoeve hun licht tc brengen en hun liederen te laten hooren als een boodschap, dat nu dc Kersttijd toch werkelijk nadert, valt er even stilte, waarin je alleen het knapperen van het vuur in den haard hoort. Iemand veegt een traan weg, iemand zucht diep. En de nuchtere Hollander constateert voor dc zoo- veelste maal, dat de afstand tusschen den ouden tijd vol traditie en bijgeloof én den modernen tijd van Amerikanisme, snelver keer en iazz in Zweden wel heel klein is Terwijl ik dit bij "t open raam want het is zoowat tien graden boven nul, en dat in midden-Decembcr! zit te schrijven da veren overal in de buurt, de roffels van d*» mattenkloppers cn dat is een onfeilbaar voorteeken, dat we over tien dagen Kerst avond hebben. Gisteravond stonden er in de meizerigen motregen een honderd-vijftig duizend hoofdstcdelingen langs de trottoirs hoofdstedelingen langs de trottoirs ge schaard om Ella Johansson, die uit ik weet niet hoeveel duizend meisjes tot Lucia 193 V gekozen is en het is een blonde, slanke, sportieve Zwccdsche schoonheid niet haar stoet van sterrezangers en kabouters en fakkeldragers en ruiters in de kleurige drachten van allerlei gewesten voorbij te zien trekken, hoog gezeten op een praalwa gen en omringd door negen bruidsmeisjes te paard, toen ze naar het ouderwetsche café Berns ging waar de schrijfster Marika Stiercnstedt haar een kostbaar sieraad om den hals hing en niemand minder dan Pi randello haar, de Noorsche personificatie van de Siciliaansche heilige, met een clic- valereskcn handkus zijn opwachting kwam maken. Den dag na Sinte Lucia begint overal in Zweden dc drukte van de voorbereidingen voor Kerstmis met do Kerst-schoonmaak, die ingeleid wordt met het kloppen van kussens en matrassen en kleeden en die zoo gauw mogelijk afgcloopen moet zijn, omdat er vóór half Januari haast tijd te weinig is om aan iets anders dan koken, bakken en braden, 't koopen van cadeautjes en het Vieren van het Midwinterfeest te den. Och, de moderne woningbouw heeft het velen onmogelijk gemaakt alles met Kerst mis te doen zooals men het een jaar of twintig, dertig geleden algemeen nog deed en velen zijn zoo verstandig-nuchtcr een heelehoel .beslommeringen aan slager, kok en bakker over to laten, maar het is zoo euk alles zelf te doen, alles zelf voor te bereiden en er zijn in de steden om van de plattelandsbevolking maar niet te spre ken nog tallooze huisvrouwen, die begin nen met een half varken en een baal meel en 6tapels zakken met suiker en eieren, zout en kruiden en wat al niet meer m te slaan, die zelf de worst en do hoofdkaas en de ham klaar maken, zelf al die soorten brood en koekjes bakken tot er genoeg schijnt te ziin voor de rest van den winter, al raakt alles omstreeks Driekoningen al aardig op. Trouwens vroeger op het platte land moest het tegen Kerstmis gebakken brood toereikend zijn lot Paschen, moest men het met hel, begin December uitgebeen de en gezouten cn gerookte vlecsch kunnen doen tot den zomer, moest dc met Kerstmis aangebrachte versiering blijven zitten tot met Midzomer berkentakken cn veldbloe men ervoor in dc plaats kwamen cn werd het Kerstvuur in tien haard aangemaakt met een garf rogge die van den vorigen Kerstmis af als een symbool van vrucht baarheid in een hoek van dc woonkamer had gehangen. Die oude gebruiken, die in het midden van dc vorige eeuw in grootc dcclen des lands uitgestorven raakten cn die nu slechts in enkele afgelegen streken ten dce- lo nog in zwang zijn, wijzen er op, hoe 't Midwinterfeest feitelijk het „sluitstuk" was in den kring van dc feesten van het jaar, hoe Midwinter dc eenc seizocnrecks aan de andere bond. De dames, die nu een fraai van stroo gemaakten bok met vervaarlijke horens en roode linten midden op den Iverstdisch zetten cn een kunstig van aan eengeregen strootjes gevormden kroon aan de lamp hangen, dc stadsmcnschen, die trouw aan de traditie een haverschoof voor de vogels aan het balconnetje van hun flat binden, cn de boeren, die een op bepaalde manier gevlochten strooien poppetje boven de schuurdeur hangen, ze weten over 't al gemeen niet, dat men voor het vervaardi gen van al deze dingen feitelijk dc laatste schoof, die bij den vorigen oogst gebonden en geborgen was, behoorde tc gebruiken teneinde vruchtbaarheid over de landen tc brengen en zich dus een goeden volgenden oogst te verzekeren. Zoo moest ook een van de tegen Kerstmis gebakken brooden be waard worden om er het vee wat van tc voeren wanneer het in den voorzomer voor de eerste maal naar dc weide ging, terwijl dan dc dieren besprenkeld behoorden te worden met een overschot van bet Kerst- bier, dat men zelf op de boerderij gebrouwen had van eigen gerst. Vroeger in dien spreekwoordelijk goeden ouden tijd, werkten dc huisvrouw en dc meiden in die laatste weken voor Kerstmis van 's morgens in dc vroegte tot een eind in den nacht door om alles op tijd gereed te krijgen. Eerst moesten dc weefsels klaar om nieuwe klecrcn te kunnen maken, dan volgde dc halfjaarlijkschc wasch, die uit den aard der zaak verscheidene dagen duurde ook thans doen dc boerenvrou wen veelal nog slechts tweemaal per jaar de wasch vervolgens kwam dc slacht, dan het kaarsenmaken \an het ovcrgcscho ten vet, het brouwen cn tenslotte het bak ken, waarbij per gezin niet zelden een 500 kilo meel verwerkt werd. Het gevolg daar van was, dat moedcr-de-vrouw en dc mei den den 42sten December afgetobd waren cn dien laatsten dag moest dan alles nog opgeredderd en klaargezet worden, moest men de beesten voeren voor twee dagen om dat op Eersten Kerstdag niets in schuur of stal gedaan mocht worden, en daarom zette men op Kerstavond al het eten en drinken maar op tafel klaar, genoot men staande van het Kerstmaal en ging men den volgen den dag voort met het verorberen van de meestal meer dan toereikende resten. Zoo ging het vroeger, en zoo gaat het te genwoordig veelal nog, in dc steden zoo goed als op het platteland, al wordt dc door dc praktijk voorgeschreven volgorde van de verschillende voorbereidselen niet meer zoo trouw gevolgd, nu men hot bier per vracht auto krijgt, de kaarsen bij duizenden tege lijk in fabrieken gemaakt worden en de chauffeur van dc autobus dc zakjes en pak jes wel van den kruidenier mee wil bren gen als men den winkel niet om zoo tc zeg gen naast de deur heeft. Maar het staande eten aan den grooten Iverstdisch is in zwang gebleven, het eten in de keuken, waar dc schalen en schotels en pannen met al die kostelijke gerechten tijdens de Kerstdagen voortdurend op tafel biijven staan. Een iïol- landschc huisvrouw mag daar misschien geen vrêe rnec hebben, maar: 's lands wijs 's lands eer, en practisch is het wel, omdat men dan de kamer feestelijk en fraai ver sieren kan met roode cn groene slingers en men er ruimte kan maken voor den vroo- lijken rondedans om den Kerstboom, die met vlaggetjes en glanzende siersels en lek kers en kaarsjes behangen en getooid is. En dan, bij piano of gramofoon of dc zich gewillig in dienst, van 't algemeene Jul-vip- ren stellende radio, danst men en zingt men dat Moolijkc lied van de Kerstmis, of liever dc Jul, „die heelemaal tot Paschen duurt". De onbekende dichter van dit lied herin nert er echter aan, dat dit niet juist is „om dat de Vasten er tusschen komt", maar zoo erg is het toch ook niet, want al laai een enkele den Kerstboom staan tot hij hem met kuikentjes en papieren narcissen voor 't Paaschfeest op kan tooien en al ziet men soms ver in 't nieuwe jaar hier en daar nog rosten van de Kerstversiering aan 't plafond hangen, op dertien Januari, „Tju- eondcda'g-Knut", danst men volgens een ander oud liedje „dc Jul uit." cn wordt de Kerstboom radicaal „geplunderd" om een dag of wat later door den vuilnisman mee genomen te worden als uitermate geschikte brandstof voor het Mcivuur. STOK HOLM, l i December. BERTIL J. Voetzakken i 4.50 en hooger. Waterstoven t 3.50 cn hooger. Tochlguinmi 13 ct. per Meter. Tochtvilt. Tochtdekenstof 75 ct. per Meter. Warmwaterkruiken 22 ct. LANGESTRAAT C3. TEL. 88 ,,Dc poëzie van het Kerstfeest is de uiting van een hartewensch" Want wij hebben gezien Zijne .ster in bet Oosten cn zijn gekomen om licm tc aanbidden. In het Zwilscrschc kanton Tcssino is ccn legende in omloop, die verband houdt met dc ster, waarover het Mattlicus-evangclie spreekt. Het is een lang verhaal, dat ook het wonder van het Edclwcisz, in liet Itali- aanscli Stella alpina genaamd, moet verkla ren. liicr moge iets er van naverteld wor den: de sier, aan welke in den nacht van Christus' geboorte zulk een onvergelijkelijke glans zou worden verleend, straalde met dc andere sterren aan liet heldere firmament. Eensklaps voelde zij naast zich machtige vleugels cn aanstonds herkende zij den ho ven alle anderen prachtigen Aartsengel Gabriel, den bode Gods. Zijn stem, klaar, welluidend, sprak de woorden: „Verheug u, gij gelukkige onder dc ster ren, want God roept u voor zijn aange zicht!" De ster volgde den Aartsengel, gelukzalig en stralender dan ooit, in snelle vlucht door de hcmelschc ruimten, dwars tusschen de scharen der andere sterren door, die haar met duizenden zilveren oogen eerbiedig aau- staarden. Toen zij voor den Heer verscheen, kwam het haar voor, als ging zij, als een druppel onder in dezen oceaan van licht. Doch toen vernam zij de groote, goddelijke stem, liefe lijk en warm als een zonnige Meidag, cn deze stem zeide: „Heden is het dc nacht, voor tijd en eeu wigheid gedenkwaardig, waarin de wijzen der aarde zullen komen om mijn zoon te aanbidden, die arm cn als een klein kind, onder de mcnschen wilde geboren worden. Maar in het duister, dat in de arme wereld daar beneden zeer dicht is, hebben zij moei te met liet vinden van den weg. Daarom, daal neder, gij, zilverster, aan welke ik een hart schonk, dat verwant is aan dat der mcnschen; daal neder naar dc aarde, zweef voor hen uit in den nacht en sta stil boven den stal, waarin mijn zoon ligt en breid over allen en alles een hcmelsch licht uit." Bij dit goddelijk woord ontbrandde dc ster in steeds klaarder, steeds fonkclcnder glans, als stroomde in golf na golf het licht uit dien oceaan in haar diepste binnenste. Toen Gods stem zweeg, ijlde de ster blij de weg, naar de aarde; baar baan, getcc- kend door zeldzamen glans cn gloed, ging midden door het sterrenheir, dat haar met bewondering cn eerbied aanstaarde. Gevolgd door cene schare zingende cn jubclendo en gelen daalde zij steeds meer naar dc aarde af, die ternauwernood zichtbaar was van dc hcmclsche hoogten. Dc maan, armzalig in haar laatste kwartier, werd verblind door het licht, dat den bode Gods ontstraalde. Eensklaps ontdekte de ster de Heilige Drie Koningen, die in liet donker en tastend zich met moeite een weg baanden door de woestijn. Vervuld met een medelijden, dat zij aan het uitspansel nimmer gekend had, en blijde, dat zij Gods gebod kon vervullen, liet zij zich, zoo zacht als hcmelschc we zens dat kunnen, naar beneden glijden, cn dan, bij de drie wandelaars gekomen, be gon zij, vriendelijk lichtend, voor hen uit te zweven." Nooit is op aarde zulk een stoet gezien als die van dc Heilige Drie Koningen, aan wie God de Vader het bevel had gegeven den weg tc wijzen naar dc kribbe van Zij nen Zoon." De overlevering Ziedaar in een vrome volkslegende de woorden van het Mattheüs-e vangel ie, om kleed niet. rijke, poëtische fantasie. De over levering van den Kerstnacht is trouwens vol van poëzie: dat licht in den nacht boven dc velden van Bethlehem; die ongel, aan kondigende de groote blijdschap, die al den volkc wezen zal; die hemclsche hcirscha- ren, God eer en prijs brengend, cn die her- dors, zich opmakend naar den stal van liet Kindekc, dat als een Verlosser, een Hei land, wordt aangekondigd, dat alles is van een vcrwondcrlijk-groolschc, verwarmende, verheugende en verloederende poëzie. De overlevering der aankondiging van wat de wereld de eeuwen door weuschte tc zien vervuld: de blijde boodschap van een licht in den nacht, van ccn verlossing uit knel lende banden, van een zon der gerechtig heid, oprijzend boven een wereld in duis ternis, die overlevering is naar het hart der mcnschen, die uitzien, altijd door verlan gend uitzien, naar hetere toestanden; die hij elke nadering van het Kerstfeest de. illusie voeden, dat er „iets" zal veranderen, dat „het" komen zal, cn daardoor medewerken aan dc bestendiging en de versterking van de kracht, die alleen in staat is om dat „het", dat „iets", tc brengen. Het verlangen naar het betere brengt, het betere dichterbij. Dc poëzie van hot Kerstfeest, de poëzie, waarin wij, mcnschen, het Kerstfeest hul len, is de uiting van een diepen wenscli des harten. In dien wensch zit de kiem voor de vervulling van de blijde boodschap, door het Kerstfeest verkondigd. De consequentie van wat het Bijbelsch verhaal omtrent Jezus' geboorte meldt, is, dat de herders zich opmaken om tc aanbidden. Uit de wereld-poczie o\cr den Kerstnacht neem ik de vier strofen van Peter Cornelius: Hirten wachen im Feld, Nacht ist rings auf der Welt, Wach sind dit Hirten allcinc lm Ilaiiic. Engel singen umher: „Gotl im Himmel sci Elu! Und den Mcnschen hienicden Sci Friedcn!" Und ein Engel, so licht, Grüsset die Hirten und sprichl: „Christ, das Heil aller Frommcn 1st kommen!" Eilen die Hirten fort Eilen zum heiligen Ort, Beten an in den Windlein Das Kindlein. Dat is, heel kort, het Kerstverhaal, met zijn opdracht en zijn gevolg. Er is over „de ster van Bethlehem" .veel ZOO ALS WE KERSTMIS WENSCHEN 99 De alom bekend KERSTDINERS zijn dit iaar gesteld op f 3.— en f 4.50 I.Ienu's worden gaarne op aanvrage toegezonden Reserveeren is strikt noodzakelijk Telefoon 22 Over deze planten zweeft de sfeer van oude legenden en wondere verhalen Bjj de-nadering van Kerstmis, als het feest gevierd wordt van het licht der lich ten, dat uit 's werelds duistere wolken is opgegaan, gaan dc gedachten uit naar vele dingen. Ook naar dc tooi van blijvend groen, die dan de huizen sieren zal. Do Kerstboom met zijn groene sparrcloóf, dc hulst met zijn stevige, donkere blad cn zijn helroodc bessen zullen dan weer als ccn symbool van het leven, dat den door over wint, van bet nieuwe leven dat in dor schij nende winterdagen opgaat, over dc aarde, hun zinnebeeldige taal spreken. Minder bekend is over het algemeen in ons land dc plant wier naam hierboven staat, dc maretak of mistletoe. Toch komt niet alleen in het buitenland dit merkwaar dige gewas voor. Ook binnen onze grenzen in Zuid-Limburg zal, wie iu den winter door dit mooie deel van Nederland reist, tus schen dc kale takken van appelboomen cn ratelpopulicrcn vooral, af cn toe dc toeven groen opmerken van de maretakken. Wat doen cn hoe komen die groenblijvcnde plan ten daar hoog in de boomen van het Lim- burgsche heuvelland? liet zijn parasieten, die, voor een deel tenminste, leven ten koste van de boomen waarop zij door dc vogels zijn uitgezaaid. Allerlei boomsoorten kunnen als huisvesting van deze woeker planten dienen, loof- zoowel als naaldhout komt in aanmerking, alleen op eiken cn beuken worden de mistletoes zelden gevon den. In ons land zijn ze alleen in Limburg aan te treffen, maar in Noord-Frankrijk bijvoorbeeld komen ze heel veel voor en tegen Kerstmis worden ze uil Bretagnc cn Normandie in grootc hoeveelheden naar En geland, waar ze zeer geliefd zijn, vervoerd. Dc wortels van dc maretakken dringen zich in het. hout van den gastheer-boom en maken dat de plant zich al steviger be vestigt. Dit is een vrij langzaam proces, van hot oogenblik af, dat dc kleverige bosvrucht aan ccn jong takje wordt, vastgelijmd totdat eij jaar of zes, zeven later bij voortgaande ontwikkeling dc plant pas begint tc bloeien om straks zelf weer vrucht tc Aittcn. Om het gewas te verdrijven en om maretakken to verhandelen worden ze veel afgesneden, maar ze zijn taai: de wortels, die voedende kiacht verzamelen uit het hout van den boom, waarin zij binnengedrongen zijn, vor men na do afsnijding der takken nieuwe knoppen, waaruit zich weer nieuwe planten ontwikkelen. Het is niet zoo. dat de maretak allo voed sel. dat zij noodig heeft, aan den voeden den hoorn, die haar draagt onttrekt. Wel kan zij aan vruchtboomcn vooral schade nagedacht. Wetenschappelijk is de vraag gedaan, bestudeerd en beantwoord, wat de Wijzen uit het Oosten, of de Drie Koningen, dan toch voor ster hebben gezien, die zij noemden „Zijne" ster, d.w.z. die van den pas geboren „Koning der Joden Astrono men hebben zich er mede bemoeid. Hun na- vorschingen hebben dc waarheid erkend van een bizonder hemelverschijnsel, onge veer ten tijde van Christus' geboorte. Daar echter noch het jaar, noch het jaargetijde van deze geboorte, volkomen zeker zijn, de viering van ons Kerstfeest zich heeft geënt op die van oudere Godsvcrecring, eu wij derhalve ook hier het woord „ongeveer" moeten toepassen, mogen wc wel aanne men, dat het Bijbelsch verhaal, wat betreft de bizondcre ster, die dc Wijzen of dc Koningin hadden gezien, door die navor- schingen bevestiging vindt. Intusschen, meer dan de overeenstem ming van jaar cn jaargetijde, doet de stem ming er toe, waarin de menschen Kerstfeest naderen. Wie in deze tijden van druk en beproeving nog kunnen erkennen, dat er een hoogere macht is dan die van het egoïs me, en dat, ten laatste, aan deze de over winning zal zijn, voor die zal de Ster van Bethlehern stralen en voor hen kan ook Kerstmis 1934 worden een feest van licht en van vrede. A. J. B. B. doen cn wanneer deze sterk aangetast lijden dc eigen vruchten er onder. Maar ccn volslagen parasiet, zooals dc bremraap, de mooio cn merkwaardige plant uit onze duinen, is de mistletoe niet.. Die bremraap, geelbruin van kleur mist bet bladgroen, dat. dc maretak wc bezit cn waaraan zo juist haar waarde met Kerstmis ontleent. Met haar groene blad kan deze zelf kool zuur uit do lucht opnemen en verwerken cn daardoor voor een deel zelf haar leven in stand houden. Het is een half-parasiet, als zoodanig tc vergelijken met dc. ratelaar en liet katelblad, dc gele cn roode bloemen van de lage weilandcm, die door middel van zuignapjes \ocdscl itit do wortels van an dere planten halen. Iu dc folklore speelt, de mistletoe van oudshor een belangrijke rol. Zooals verschil lende gebruiken door cte oude Christcnprc- dikers uit dc rcligicuse gewoonten van dc Germanen zijn overgenomen zoo wordt ook wel verondersteld, dat het gebruik van dc maretakken op Kerstmis zijn oorsprong aan de natuurreligi'e van het voorgeslacht zou ontlccncn. Dc oude Druïden, de Kelti sche priesters, vertelt Plinius in zijn Na- turalis Historia, sneden dc heilige cn ge neeskrachtige maretakken af, gehuld in witte gewaden cn gewapend met een gou den sikkel, bij het feest van do Zonne wende in dc dagen als de kortste dag voor bij was cn de tijd weer was aangebroken van het. winnende licht. Zoo zweeft over deze merkwaardige plan ten dc sfeer van oude legenden cn won dere verhalen. Zoo mogen zij met hun win- tersch groen ook ons bij de nadering van Kerstmis getuigen van bet leven zijn en hoden van het goddelijke licht, dat de ban den lan dood en duisternis overwint. A. L. B 'iO Coridon, siet hier den stal dacr Lcleijne kintien liggen sal:'* SpreccktTie tere, dc moeder acn cn vraecht hacr eens oft wij te samen mogen binnen gacn?" „Coml, herderkens, macr sijt toch stil, my dunct, dat t'kindeken wat slacpcn wil.*' „O lieve moederwccst gegroeti sijt wille com, o kintieii soct, den hemel is om u verblijt en d'cngclcn die singen dat gy ons vcrlostcr sijt." Knieltherderkens, knielt voor hem neer, dit clcync kindeken is uwen Heer:' „O kintien soct, hoc light gij hie. int cribbcken en sondcr vier? Heeft Belhlccm, die nacstc stadt, licff kindeken, niet ccn cleijn carricrken voor u gchadt?" „O herderkens, gelijck gij sict, het volk van Israël cn kent hem niet:' „Loopt, cngcltjens, lact oock u stem eens hooren over Bcthlecm die poorten sullen open gacn cn alle huysen sullen voor Messias open stacn „Neen, herderkens, al sijncn wensch is macr een vicrich hcrlc vanden mcnsch." „O liefste Lint, o 'jesu soct, wy schcnckcn u ons hert cn bloei macr geeft een vonexken van u brant, wy sullen tot u Ireckcn cn ontsteken heel het lant." „Gact, herderkens, gact overal, roept u gebuerkens oock tot desen stal." Uit: F. v. Duysc, Het oude Ncdcrlandschc lied.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1934 | | pagina 13