OPRUIMING
Cognac Vieux XXX
A. Schoterman Zn
ONZE GROOTSCHE TAAK IN INDIE
FEUILLETON
EEN LEGERAVOND IN
DE RESIDENTIE
Vier sprekers voeren het woord
SIERKUNST N.V
IN ALLE
AFDEELINGEN
per flesch f 3.75
NIEUWE HARINGEN IN HET
AQUARIUM
Een „nachtlicht" noodig
MAANDAG OPENSTELLING
IJSSELBRUG?
Liefde en Politiek
r. y - v-v T/W
Koningin en Prinses, zoomede
tal van autoriteiten
aanwezig
's-G R A V E NIT AG E14 Jan. In do gehocl
bezette schouwburgzaal van het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen is de In
dische legeravond gehouden, welke was geor
ganiseerd door de afd. Den Haag van het Na
tionaal Jongeren Verbond. Nationale kleuren
sierden het podium en de balustrades.
Tal van autoriteiten waren aanwezig, o.w.
de minister van Defensie mr. dr. L. N. Dec:
kei-s, de oud-gouverneur-generaal van Xcd.-
Indië'mr. D. Fock, staatsraad Muller Massis,
oud commandant van het veldleger, oud-mi
nister Welter, luit.generaal jhr. W. Roèll, gou
verneur der Residentie"en commandant van
het veldleger, vice-admiraal De Graaf/, chef
van den Marinestaf, generaal II. N. A. Swart'
en tal van oudere'opper-, vlag- en hoofdoffi
cieren van het Nederlandsche en het Ned.
Jnd. leger. Joden van hooge colleges, van het
college van B. en W. der Residentie, vertegen
woordigers van bevriende organisaties, afdee
lingen van het N.J.V. uit tal van plaatsen des
lands, enz. Het orkest van den Ned. Toonkun-
stenaarsbond, bestaande uit werklooze mu
sici, onder leiding van Henri Zeldcnrust, ver
leende medewerking.
To acht uur kwamen II.M. de Koningin en
II.K.H. Prinses Juliana, binnen, terwijl het
muziekcorps liet Wilhelmus deed hooren.
Mh. Th. M. Bautz, voorzitter van de afd.
Den Haag van het N.J.V., begroette de aan
wezigen. Hij herdacht den dezer dagen over
leden luit-generaal Gerth van Wijk en zette
vervolgens met enkele woorden het doel van
dezen Indischen legeravond uiteen; hij deed
daarbij de groote heteckenis van onze ovcr-
zeesche gewesten uitkomen en eindigde met
de verzekering te geven dat het N.J.V. zich
geheel ten dienste stelt van God, Vaderland
en Volk.
Hierna werd wederom het Wilhelmus ge
speeld, gevolgd door een driewerf hoezee voor
'Kóningin en Prinses.
Namens de meisjesleden bood mcj. Stine
van den Gaag met enkele hartelijke woorden
een fraaien tamboer-majoorsstok aan de
N.J.V.-band aan, welke band dezen avond
voor het eerst optrad.
De in lichtgrijze sportieve tenues gc-
kleede band, bestaande met den leider uit
tien hoornblazers, tien trommelslagers en
een groote trom, gaf daarop een demonstra
tie van- haar kunnen.
Toespraak generaal Boorstra
Gcii.-majoor M. Boorstra., chef van den ge-
neralen staf van het Kon. Ncd.-Indische leger,
hield vervolgens, een rccje.
liet is, aldus spr., aan het koninklijk Ned'cr-
landscli-Indischc leger, dat het Nationaal
Jongeren Verbond dezen avond heeft willen
wijden. In zijn streven tot bevordering van de
eenheid van ons volk, van het nationaal den
ken, van het nationaal voelen, en van de weer
baarheid tegen geweld van binnen en van
buiten, heeft het terecht begrepen de deelen
van de dric-cenlieid. die onze weermacht
vormt, t. w. de Kon. Marine, de Kon. Land
macht en het Kon. Nederlandsch-Tndische le
ger, in gelijko mate in zijn belangstelling te
moeten betrekken.
Met eerbied herdacht spr. generaal Van
Heutsz, en voorts huldigde hij den hier aan
wezigen generaal Swart als twee van de groot
sten, die als leiders van de weermacht in
Tndië het gezag hebben versterkt.
Spr. schetste tenslotte de noodzakelijkheid
van de handhaving van orde en rust en de
belangrijke taak, welke aan ons leger in In-
die is opgedragen.
Rede minister li. Colijn
De minister van Koloniën, minister-presi
dent H. Colijn, daarna het woord verkrijgend,
zeide, aan het verzoek om dezen avond enkele
woorden te spreken, onmiddellijk te hebben
voldaan. In de eerste plaats, omdat het doel
van dezen avond strekt tot versterking van
de nationale gedachte, de versterking van
den band, die Nederland bindt met zijn ge-
Ministcr Colijn
westen in Azië, Amerika en van een deel in
Australië.
De tweede reden is van nersoonlijken aard.
Spr. heeft van zijn 1G Indische jaren er 14 bij
het leger cn daarvan 11 te velde daar te
lande doorgebracht. En al waren wij arm als
luitenant, we streden met blijmoedigheid.
Voorts verheugde Dr. Colijn zich over den
goeden geest, die ten opzichte van Indië
heerscht, en waarvan ook de beste verwach
tingen voor dc lockomst mogen worden ge
koesterd.
Ten vierde is het een sympathieke gedachte
om dc belangstelling hier te lande voor het
Indische leger tc vergrooten.
Spr. bracht verschillende groote figuren uit
de historie van het Kon. Indische Leger in
herinnering cn noemde in het bijzonder ge
neraal Van Hcutz, die schitterde als legeraan
voerder en als staatsman, en aanwiens krach
tig beleid het te danken is, dat het geheele
Atjehgebied, ongeveer driemaal zoo groot als
Nederland, tot onderwerping werd gebracht,
om daarna als gouverneur-generaal de lei
ding van geheel Ned. Oost-In die' op zich te
nemen en op zoc voortreffelijke wijze het be
wind te dragen.
Koninklijk was het optreden van dien
staatsman, koninklijk was het werk van bet
Indische leger bij verscheiden gebeurtenis
sen, het optreden van zoovele militairen van
hoog tot laa^ die meer dan hun plicht deden,
vaak onder zeer moeilijke omstandigheden.
Wanneer er te velde soms geen voedsel was
voor den soldaat, dan was het er ook niet
voor den officier, die naast hem in de modder
lag. Toch werd geen enkele klacht van zoo-
■\elc helden vernomen.
Het Indische leger heeft in die dagen moe
ten vechten in een gebied dat zich uitstrekt
als van Ierland tot Pcrzic cn waar veelal geen
wegen waren, wanneer wij zo niet aanlegden.
Bovenal gold de leuze: „Ik dien."
En zij zal voor het Indische leger blijven
gelden en daarncven 't „je mairuiendrai", ik
zal handhaven. (Langdurig applaus).
Na de rede van minister Colijn volgde op
het tooneel een demonstratie van een groep
leden van dc koloniale reserve uit Nijmegen,
een stemmingsbeeld, voorstellende een In
disch bivak tijdens hot ochtendgloren. Indi
sche muziek begeleidde deze demonstratie,
waarvoor de heer Rants hartelijke woorden
van dank richtte tot den commandant der ko
loniale reserve en tot dc deel nemend en mili
tairen. die a.s. Woensdag met dc „Dctnpo"
naar Indië zullen vertrekken.
Rede voorzitter N.J.V.
De algemeene voorzitter van het N. J. V.
mr. W. de Vries hield na de pauze een rede,
waarin hij doel en streven van het Verbond
uiteen zette.
Het Nederlandsche volk. aldus spr., is
meer dan welk ander volk geroepen om een
taak tc vervullen voor dc internationale
samenleving. Reeds binnen zijn eigen go
bied heeft Nederland verschillende volken
onder zijn gezag.
Het zijn vooral de ten deele nog weinig
ontwikkelde inlanders, die Nederland's lei
ding behoeven. Verwerpelijk is het streven
in een enkele politieke groep, die de leuze
Indië los van Holland schreeuwen, niet
Indié los van Holland, maar Nederland en
Indië nauw verbonden in onderlinge samen
werking is onze leus (applaus).
IIet streven onzer eenheid is steeds gc-
riclit op Oranje en op de samenwerking van
het rijk in Europa met de overzeesclic ge
westen, de samenwerking van leger en
vloot. (Applaus).
Toespraak kap. Stuyvenberg
Kapitein A. Stuyvcnberg van de Generale
Staf van het Kon. Ned.-Ind. leger, die als
laatste spreker optrad, gewaagde met
vreugde van de toenemende belangstelling
hier te lande voor volk en weermacht in
Indië.
Het Indische- leger vindt de hoofdreden
van zijn beslaan juist niet in oorlogstaak,
maar het heeft zijn voornaamste functie
in vredestijd 1e vervullen: het verzekeren
van dc ongestoorde ontwikkeling van het
koloniaal gebied door de handhaving van
orde cn rust door met kracht op te treden
tegen elke binncnlandsche aanslag op het
gezag.
Het verschil tusscjien de inwendige ver
houdingen in het moederland en in Ned.-
Indiö zijn oorzaak, dat het leger in Indië
een ganseh andere rol speelt bij dc orde en
rust handhaving dan hier te lande. Die taak
is te splitsen in een preventieve cn een be
straffende.
Het zou onvoorzichtig zijn tc veel op de
bestaande rust te vertrouwen cn onze troe
pen uit verschillende gcbiedsdeelcn weg te
halen. Ook thans l»li|ft waakzaamheid ge
boden. Het is de laatste 20 A 25 jaar rustig
omdat het gezag over een behoorlijke leger
macht beschikt.
Spr. wijst verder op het „Aziatische re
veil". een conflict in het gebied rond den
Pacific schijnt in een waarschijnlijk niet al
te verre toekomst onvermijdelijk.
Wanneer eenmaal in Oost-Azië een oor
log zou zijn uitgebroken, laat ons zeggen
om de hegemonie van China bijv. en het
bezit van onze koloniën of althans van
deelen ervan zou voor een of meer van dc
oorlogvoerenden in strategisch opzicht van
groote waarde zijn. dan is de kans zeer
groot, dat onze neutraliteit niet wordt ge
ëerbiedigd en dat wij dientengevolge in den
oorlog worden betrokken.
In dit verband wees spr. op het feit, dat
Indië begeerlijke pctroleumgebieden heeft
op Java, Borneo, Sumatra en Ceram, en op
het feit dat door onzen Archipel alle zee
wegen voeren, die Oost-Azië met liet Wes
ten verbinden.
Spr. schetste verder dc rol, welke het
leger in ons defensie-schema vervult, en
besloot aldus:
Ieder, die ons prachtig Insulinde uit
eigen aanschouwing kent, beseft, dat dit
pronkjuweel het kostbaarste van de Poe-
saka-stukken is, die wij van onze vaderen
geërfd hebben en dat geen prijs te hoog
kan zijn om het voor onze kinderen cn
kindskinderen te bewaren.
Aan het eind van den avond gaf het de
tachement van dc Koloniale Reserve een
oefening colonne geweer.
MUTATIES BIJ DE MARINE
DEN IIAAG, 14 Jan. Bij beschikking
van den Minister van Defensie zijn de vol
gende plaatsingen gelast:
met lfi Januari 1935:
de luitenant ter zee 3e klasse marine*
reserve J. L. Niéuwen huis bij de marine
kazerne te Amsterdam;
met 17 Januari 1935:
do luitenant, ter zee der Ie kl. N.
Schrakamp bij het Departement van De
fensie;
met 21 Januari 1935:
dc luitenant ter zee 2c klasse M. J. Ar-
noldus op II. M. wachtschip te Wissingen;
met 1 Februari 1935:
de luitenant ter zee der 2e klasse C. C. J.
Schalkwijk ter beschikking gesteld;
met 7 Februari 1935*
de luitenant ter zee der 2e klasse A. P.
Ferwenla a.b. II. M. Wachtschip te Wil
lemsoord.
UTR WEG 90a h. ST V. D. HAGENLAAN
Utr straat 77
Wijnhandel
Gevestigd 1S78
Telefoon Ua
Met hoeveel beleid ze eerst
moeten worden
gevangen
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Eenigen tijd geleden ontving het aqua
rium van Artis weer eens een zending van
ongeveer 150 levende haringen van uit den
Helder.
Vaak komt een dergelijk transport niet
voor. Want bij de huidige voedingswijze
blij\en de haringen in Artis jarenlang in
leven.
Dit is des tc meer een verblijdend ver
schijnsel, waar de haringen in allerlei op
zichten „teere" visschen zijn, die met veel
zorg behandeld en gevoerd moeten worden.
Reeds het vangen en naar het aquarium
overbrengen moet onder allerlei voorzorgen
geschieden, willen de dieren in goeden toe
stand in het aquarium arriveeren.
Vandaar dan ook dat men, voor zoover
schrijver dezes bekend is, levende haringen,
behalve in het aquarium van Artis, alleen
nog maar in dat to Plymouth aantreft.
Wanneer do leverancier in Den Helder
haringen voor het aquarium wil bemachti
gen, gaat hij met zijn vlet, waarop dc ha-
ringkuipen van Artis geladen zijn, naar de
z.g. kamers of kommen, waarin de haring
door de visschers gevangen wordt en brengt
daaruit de levende haring, niet met een
net, dat den haring van een deel zijner
schubben zou berooven en do teere huid
van het dier zou beschadigen, maar niet be
hulp van een emmer over in de haringkui-
pen.
Daarna worden dc kuipen per snelste ge
legenheid naar Artis vervoerd, waar de ha
ringen met behulp van een geschikt bakje,
dus ook weer zonder dat van oen net gebruik
gemaakt wordt, in het haringbassin worden
overgebracht.
Het voedsel
Als voedsel krijgen de haringen in Artis
afwisselend met schaal en al fijngehakte
rauwe garnalen en fijngewreven gekookte
mosselen. Daarbij worden de dieren niet
eenmaal per dag gevoerd, doch wordt den
geheclen dag door telkens (wel 12 maal per
dag) iets van dit vedsel over de oppervlakte
van het water in het haringbassin uitge
strooid.
Een verdere intressante bijzonderheid in
zake de verzorging der haringen is, dat hot
bassin van deze visschen, willen zij daarin
langen tijd in leven blijven, nooit geheel
donker mag zijn. Boven die bassin is dan
ook een nachtlicht aangebracht. De haring
is n.l. een viseh, die, thuis behoorend in het
vrije, ruime water, op plotselinge geluiden,
of een plotseling kortstondig lichtverschijn
sel in het donker, reageert met een snelle
vlucht.
Is het nu volkomen donker in het bassin,
dan stooten de dieren bij een dergelijke
vlucht beweging licht hun kop te pletter te
gen de wanden of tegen de spiegelruit van
liet bassin. Is het bassin maar even verlicht,
dan ontwijken zij deze hindernissen.
In verband met deze „schrikachtigheid"
der haringen moet ook de wacht, die des
nachts dc rondo doet, steeds oppassen niet
met zware voetstappen, die dc nachtelijke
stilte plotseling verstoren, het haringbassin
te naderen, terwijl hij ook zorg moet dragen
niet plotseling hef licht van zijn lantaarn
in het haringbassin te laten vallen.
Buitengewoon fraai is de aanblik der
school zwemmende haringen wanneer de
bassins kunstmatig verlicht zijn, zooals
thans des middags cn des avonds het geval
Het voorbijglijden der in het kunstlicht
als blank zilver opglanzcnde en dau wee
vcrbleekende talrijke slanke haringlichamei 4
is een feest voor het oog van den toeschoof
wer.
Hierbij moge er nog even aan herinnert
worden, dat het tijdperk der winterverlicb
ting van het aquarium, waarbij dit ook dei
avonds voor het publiek geopend is, alwee:
teneinde spoedt, zoodat zij, die dezen win
ter het verlichte aquarium nog eens willet
bezoeken, daarmede niet al te lang mee:
moeten wachten.
ZWOLLE, 14 Jan. Van deskundige zijde
verneemt het Hbld. dat de diverse proever
op dc nieuwe IJssclspoorbrug bij Zwolle to;
een bevredigend resultaat hebben geleid en
de berekeningen volkomen in het gelijk hel)
ben gesteld.
Thans is men bezig de laatste werkzaam
heden af te maken en, naar men verzeker
de, zal a.s. Maandag, als de vorst altham
niet als spelbreekstcr optreedt, de bruj
officieel in dienst kunnen worden gesteld.
ONZE TROEPEN IN HET SAARGEBIED
's GRAVENIIAGE, U Jan. Generaal-
majoor J. J. G. baron van Voorst tot VoorS
heeft zich heden naar Genève begeven, tem
einde deel te nemen aan de besprekingen oj
Dinsdagmorgen van het comité, dat dooi
den Volkenbondsraad op 8 Dec. is ingesteld
met betrekking tot do organisatie en werk
wijze van de internationale troepenmacht in
het Saargebied. Deze besprekingen zullec
met name betreffen de vaststelling van ót
dagelijksche vergoedingen voor de contin-
genten der deelnemende staten. Van Genèvt
zal baron Van Voorst tot. Voorst zich naar
Saarbrücken begeven.
ALS VLUCHTELINGEN KOMEN VAN DE
SAAR
's-GRAVENIIAGE, 14 Januari. Wegenj
de mogelijkheid, dat naar aanleiding van
den uitslag van de volksstemming in het M
Saargebied via de Belgische grens vlucht*: rj
lingen uit liet Saargebied Nederland zou-
den willen binnenkomen, is opdracht ge?* - 1
ven, dezen te weren, tenzij zij niet a's om
gewenschtc vreemdelingen kunnen worden
beschouwd.
AFSLUITING KORTENHOEFSCHEN DIJK
KORTENHOEF. Dc afdccling Wegen
en Verkeer van den B.B.N. deelt mede, dal
de Kortenlioefschc dijk ten Noorden van dt
Kortehoefschc Zuwe onder Kortenhoef in
verband met het maken van een hulpbrug,
van 15 Januari tc 19 uur tot IS Januari te
IS uur zal zijn gesloten.
Het verkeer van voetgangers en rijwielen
zal kosteloos per roeiboot worden onder
houden.
DR. COLIJN MINISTER VAN WATER
STAAT AD INTERIM?
Naar het Hbld. uit gewoonlijk wel*ins*
lichte bron verneemt, bestaat er kans, uat
het beheer van het Departement van Wa
terstaat ad interim zal worden waargeno
men door dr. Colijn.
VAN DE TRAP GEVALLEN
BEEK (L.), 14 Jan. Gistermorgen i«
mcj. If. Erckens, uit Schinnen, toen zij uit
dc kerk terugkeerde, van do trap van haar
woning gevallen. De bewoners van het
benedenhuis vonden mej. Erckens bewuste
loos onder aan dc trap liggen.
Dr. Hermans constateerde een ernstige
hersenschudding. Het slachtoffer werd over
gebracht naar het ziekenhuis te Heerleg
waar zij hedenmorgen is overlédèn.
Iedereen is óf een waarschuwing voor een
ander óf een voorbeeld.
door
WILLIAM LE QUEUX.
"ertaling W. H. C. B.
Na eenige oogenblikken gaf Ren val 1 den
brief aan hem. De inhouw was kort.
„Waarde Garvor indien ik binnen de
drie eerstvolgende dagen dit trommeltje
niet kon halen, zendt het dan aan den heer
Gerald Danccourt Brown's Hotel, Dover
Street indien hij vertrokken mocht zijn,
zendt het dan aan den heer Hugh Grato-
rcx, De partcment van Buitenlandsche
Zaken."
De doctor zei met eenige waardigheid:
„De papieren zijn van u, mijnheer, Vol
gens opdracht van mijn waarden, vermoor
den vriend."
Gerald keek ze haastig in cn terwijl hij
dat deed, schitterden zijn oogen, zijn
ademhaling ging haastig.
„Heeft u telefoon, doctor?" Zeer tot zijn
verwondering was het antwoord bevesti
gend: Hij had niet verwacht, dat de droo-
merige leeraar in talen zich van zulk een
modern instrument zou bedienen.
Hij belde Greatorex op in zijn vrijgezel*
leilwoning in Charles St eet.
„Ik heb do papieren en ze zijn van zeer
groot belang. Wanneer kan ik hij. u ko
men?"
En de kalme, onverstoorbare stem van
Grealorex antwoordde: „Geluk gcwenscht,
mijn beste jongen. Het schik1 mij nu uit
stekend. Als je iets vroeger had getelefo
neerd, dan had ik je ten eten gevraagd.
Maar dat is nu te laat. Kom maar dade
lijk".
En Gerald Danccourt nam een taxi naar
Charles Street.
HOOFDSTUK XXI
Het huis in Charles Street, hoewel niet
groot, was geriefelijk cn gezellig. Greatorex
was een vrijgezel, daarom ontving hij al
leen zijn intieme vrienden. Hij had geen
groote woning noodig en dus ook geen le
ger van bedienden. Daarenboven was zijn
inkomen niet groot. Maar hij hield van
lekker eten en had daarom een Franschen
kok. Hij was hijzonder gesteld op een glas
goeden wijn cn op fijne sigaren. Hij was
ook een verzamelaar van zeldzame prenten
en oud-Chineesch porselein, stokpaardjes,
die hem veel geld kosttm.
Hij had juist zijn tweede sigaar aange
stoken, toen Danccourt binnen kwam. He
denavond had hij alleen gegeten, hetgeen
zelden gebeurde.
Wellicht had het goede diner en de fijne
sigaar zijn koude natuur iets warmer ge
maakt. Misschien gevoelde hij, dat hij zijn
jongen vriend bij het laatste onderhoud
een te koud bad had gegeve-». In ieder ge
val werd Danecourt zeer hartelijk verwel
komd.
„Wel, mijn beste Gerald, je voorgevoelens
waren toch niet slecht. Drink eerst eens
iets. Ga zitten en vertel mij dan alles".
Dc jonge man gehoorza-imde. Hij was
inwendig opgewonden. Maar hij wilde dat
niet toonen. Hij vertelde van zijn bezoek
bij doctor Garvor Renvall.
Greatorex lachte goedgehumeurd.
„Wet zijn dat zonderlingen, die kerels!
Als hij zijn hersenen had gebruikt, zou hij
die papieren na eenigen tijd toch hebben
ingekeken, het belang daarvan hebben in
gezien en ons daarvoor een belooning heb
ben gevraagd. Als hij heel slim was ge
weest, had hij ze zoowel aan ons als aan
Oostenrijk hebben kunnen aanbieden om te
hooren wio het meeste bood".
Danccourt glimlachte Greatorex was zeer
slim, maar zeer bekrompen. Het was on
mogelijk voor hem om iemand met Ren-
vall's gevoelige en ingewikkelde natuur te
begrijpen. Evenmin kan men verwachten,
dat een gierigaard een verkwister begrijpt.
„Ik heb meer menschen van dat type
ontmoet. Het zijn droomers, die in hun
eigen wereld leven".
Greatorex haalde zijn scouders op; hij
gevoelde niet veel voor dat soort menschen
„Wij zullen het daarbij laten. Nu dc papie
ren: jij hebt ze zeker ingekeken. Ze zijn
van belang, hé?
Daneeourt gaf hern het pakket over. „Ik
heb ze ingezien, maar ik geef er dc voor
keur aan dat u daarover zelf een oordeel
vormt. Ik heb het meest belangrijke docu
ment met blauw potlood gemerkt".
Greatorex zette zijn lorgnet op en keek
de stukken in, terwijl hij of en toe opmer
kingen maakte bij het omslaan der vellen.
„Hum, verdacht, beslist misdadig. Zc zijn
van veel belang".
Toen kwam hij aau het stuk dat door
den jongen diplomaat mot ccq blauw kruis
was gemerkt. Ziju voorhoofd fronste, zijn
stem werd scherp.*
„Een verklaring, geteokend door graaf
Cronherg, de grootmeester van het hof van
aartshertog Karei die intusschen is over
leden dat hij tegenwoordig was bij een
bespreking tussclien den keizer en zijn mi
nister-president, waarbij de eerste de an
nexatie van Slavonic door vreedzame of
vijandige middelen ter sprake bracht Het
is ongetwijfeld de hnndteekeninc van Cron-
berg, die ken ik. Wij hebben verschillende
brieven van hem in ons archief".
Gerald's gelaat glom van triomf. „Zij
waren mijn reis naar Londen zeker waard,
mijnheer Greatorex".
„Ongetwijfeld", antwoordde de groote
man. „Natuurlijk koesterden wij achter
docht; dank zij je bemiddeling is die ach
terdocht bevestigd. Deze stukken stellen ons
in staat om Oostenrijk in een onaange
naam daglicht te stellen bij de verschil
lende gezantschappen, die met ons samen
werken".
Er was een korte pauze en daarna nam
Greatorex weer het woord.
„Mijn waarde Gerald, dat is een groote
triomf voor jou. Je bevordering is verze
kerd; ik zal daarvan spoedig werk ma
ken".
„Ik geloof, dat de gravin von Salzburg
onzen lof en dank verdient", zei Gerald
bescheiden. „Ik wilde u nog mcdedeelen,
dat ik zoo vrij ben geweest om Aan Renvall
te zeggen, dat ik u zou voorstellen hem een
belooning te geven. Hij is een eerlijke, bra
ve man, maar ik ben er van overtuigd, dat
hij arm is".
„Natuurlijk, natuurlijk", antwoordde Gre
atorex. „Tk zal cr voor zorgen dat hij goed
wordt beloond". Hij glimlachte ondeugend.
«Wij gaan iets zeer bijzonders doen Wij
zullen hem beloonen voor zijn onbekwaam
heid om zijn eigen belangen te beharti
gen in het kort, voor zijn domheid".
„Zeg liever, mijnheer Greatorex, voor zijn
trouw jegens zijn overleden vriend", viel
Gerald in de rede.
„Ja, ik geef toe, dat het op die wijze
aangenamer en juister is uitgedrukt. Ik
geloof, dat die gladde Salcedo dio docu
menten heeft laten stellen door een van
zijn ondergeschikten".
Danecourt gaf dat toe.
„Tk vrees dat. deze stukken te laat rijn
gekomen om een revolutie te beletten; on'
getwijfeld zijn zij bezig die voor to berci'
den", zei Greatorex thans. .Eenige maan'
den geleden hadden wij hon aan de kaak
kunnen stellen en hadden zij hun plannen
opgegeven .En nu is het je voornemen oro
naar Vanina tc gaan met Paul Loven en
mademoiselle Victoria, als haar chefs haaf
tenminste kunnen missen ik zal een
brief daarover schrijven en de pogingen
van Loukcff, Stephanie Ghika en Co. ver*
ijdelen".
„Dat is ook mijn bedoeling, die u reeds
heeft goedgekeurd" antwoordde Gerald. „Ik
ga een paar dagen naar huis, dan naaf
Parijs om tc trachten alles met mademoi'
sellc Victoria in orde te maken. Paul Lo*
ven zal ik voor mijn vertrek bezoeken".
„Prachtig, ik zal dien brief morgen ver*
zenden. Frankrijk heeft dezelfde belangen
als wij, van die zijde verwacht ik dus geen
bezwaren. Ik Wensch jullie allen veel sue-
ces".
Daarna nam Gerald afscheid. Greatorex
had niet veel gezegd, doch Gerald begreep,
dat hij thans hoog hij hem stond aange
schreven.
Hij bracht een paar dagen thuis door,
doch vertelde in den familiekring weinig
van zijn plannen. Lord Danecourt was nooit
bescheiden geweest, en nu hij ouder werd,
werd hij praatziek. Wat hij wist of ven
moedde, deelde hij gaarne in strikt van
trouwen aan zijn boezemvrienden mede.
Daarom zou alles wat hij zijn vader me'
"dedeelde, binnen een week wórden behan-
dcld op alle clubs. Dus hield Gerald wijse
lijk zijn mond, alleen vertelde hij dat bij
gedurende een korten tijd met een geheime
zending naar Vanina ging.
(Wordt yervolgd),\