H. M. KOENE Jzn.
ROGISTERIJ „DE GAPER"
VACANT
VAN DEN HONDERDTONGIGEN ZANGER
Va iihei
BLAUWBORSTJES: GRATIE
VAN HET BROEKLAND
LETTERKUNDIGE KRONIEK
WONINGINRICHTING EN
KUNSTNIJVERHEIDSARTIKELEN
Waaronder ruime kcuze:
AARDEWERK
GLASWERK
SMEEDWERK
SOLAMASSIVE
BYOUTERIEËN
Kapstok, divan- en
tafelkleeden, Dros-
Handgeweven soir- en schoor-
steenloopers, Kus-
J sens.
TORENSTRAAT 1 hoek Plantsoen W
JULIANAPLEIN 3. Amersfoort.
EEN UITKOMST VOOR IEDERE
VROUW.
Oriënt Henna Shampooing.
Verft door gewoon wasschen elk haar
in elke gewcnschte tint.
Onschadelijk 1 0.60.
loROCBiK*
UIT DE NATUUR
Toen, met hoogc stem, terwijl hij mij krach
tig de hand drukt, met zijn kleine hand,
die meer wil dan zc kan, zegt hij me:
Eindelijk! Wat hebt u me lang laten wach
ten. Ik heb zooveel van u gehoord, dat ik
met een hart vol vriendschap rondloop.
Wilt Ti die nu in ontvangst nemen? En mag
ik Julie zeggen? Weg was het beeld van
den plechtigen geleerde, maar ik had een
vriend gevonden, die jong met mij wilde
zijn."
Is dit stukje in al zijn eenvoud en raak
heid van typeering niet meesterlijk?
En meesterlijk is dc volgende beschrij
ving van het algemeen sentiment dier da
gen, dat tot ons komt in een biecht van
Mme Dcffand aan Julic dc Lcspinassc.
„Kun jij je begrijpen, Julic, dat een
vrouw, die het leven vervelend vindt, angst
voor den dood heeft? Wat heb ik nog in
het leven te zoeken? Het is een grond, dien
ik doorvoeld heb. Toch ben ik daar straks
weer zoo bang geweest dat ik plotseling
zou sterven. We leven alleen om te ver
moeden, dat het tweede bedrijf nog bedroc-
yendcr zal zijn dan 't eerste. Iedere doode
is eigenlijk een schijndoodc, zie je."
Men krijgt door de hierboven weergege
ven citaten een indruk van beide kanten
van dit boek.
Het hupschc spiritueele, het snel cn raak
observccrcndc cn, aan den anderen kant
dc spleen, dc levenszatheid, dat is dc gees
telijke cn psychische wereld, waarin Julic
dc Lcspinassc leeft.
Haar karakter, zooals ons dat door Sieg
fried van Praag gcteckend wordt, brengt
deze heide zijden tot ontwikkeling. Dc op
erotiek gespitste lezer, die van den onder
titel van het boek: „een grootc minnares",
kennis neemt, zal zich cn wij verheugen
ons daarover lichtelijk teleurgesteld ge
voelen. Want de figuur van Julic is even
geestig en gevat als zij hartstochtelijk is,
het gecstcsspcl heeft, in dit hoek een even
grootc hctcekenis als liet liefdesspel.
Vooral wanneer dc schrijver komt tol ccn
kenschetsing van het liefdesleven van Julie
dc Lcspinassc, dc platonische geschiedenis
met den Spaanschcn markies Mora en de
zinnelijke met graaf dc Guibcrt, weet hij
dc diepe tragiek van dit vrouwenleven te
peilen.
Maar onder al dat ranke gespeel, gevoelen
wij, sterk levend een staag naar liefde hun
kerend vrouwenhart, een eindeloos naar
vervulling hunkerende tccdcrheid van cene
ziel, die liet evenwicht van toewijding cn
Ginger Hogers en Fred Astaire dansen
de „Continental" in „The gav divorcee"
hartstocht, dat zij begeert, niet vindt be
antwoord door haar tijd.
Siegfried van Praag deed goed, deze ro
mantische levensvorm van smachtend en
nooit geheel te bevredigen verlangen zoo
scherp uit te beelden als hij deed. Aan de
tegenstelling tot een Julic dc Le9pinasse
kunnen wij onzen eigen tijd begrijpen, die
zooveel strakker en receler schijnt in zijn
erotische verhoudingen, maar die niet min
der door dc onbevredigde hunkering gedre
ven wordt, die wij terugvinden in Siegfried
van Praag's romanheldin.
P. II. RITTER Jr.
Dwangarbeiders, .van J. Franken Pza.
Een erwtgroote blanke vlek
temidden van een fijn veldje
puur azuur
HET is een aantal jaren geleden, dat
wij logeerden bij Bernink, den direc
teur van het museum „Natura Docet"
in het onvergetelijke Denekamp. Toen wij
op een avond binnenshuis bij het open raam
stonden te kijken, zei dc gastheer: „Hoor,
daar licb je hem!"
Er begon ergens in de struiken een vogel
een fijn liedje te prevelen, dat eerst een
beetje aarzelend klonk, maar dra aanzwol
tot een bekoorlijk en rijk-wisselend gefluit.
Neen: het was niet zoo technisch volmaakt
als dat van den virtuoos, die nachtegaal
heet cn aan wicn de producent, een
blauwborstjo, zeer nauw geparenteerd is,
maar wat bevatte het toch beminnelijke
elementen. Klaar druppelden dc klankjes
in de stilte van den avond, toen de meeste
vogels al zwegen en van dat oogenblik af
ben ik van het bevallig, bescheiden en on
gekunsteld lied der sierlijke blauwborstjcs
blijven houden als van iets licel ontroerends
pn merkwaardigs.
Het lijdt geen twijfel, of dit zal iederen
ontvankelijke zoo gaan, wanneer hij eens
de pure, hooge, glasheldere klankjes heeft
beluisterd, met de zonderlinge hijgeluiden.
Het is namelijk nauwelijks overdreven van
liet blauwborstje te zeggen, dat het hij tijd
en wijle een tweestemmig liedje aanheft.
Dat liet soms lijkt, alsof er twee verschil
lende vogels tegelijk zingen, hetgeen men
ook zoo nu cn clan heel mooi hij spotvogels
kan vaststellen, .komt, doordat, het blauw
borstje den lieven eenvoud van zijn heldere
strofen als hot ware vergezeld laat gaan
van een lagere, doffere tonenreeks, waar
van men het geluid wel heeft vergeleken
rnct liet gesnor van een weefstoel. Heel die
rappe opeenvolging cn vreemde vermen
ging van gekwinkeleer cn gekweel, gefluit
en gesnor, dat niet zelden ons mcnschen
een weinig weemoedig aandoet, vooral wan
neer bepaalde tonen verscheidene keeren
achter elkaar worden herhaald, lijkt op het
jcapricieuse van een klaterend bergbeekje.
Bovendien hebben de blauwborstjcs, net
als rictzangers, spreeuwen en de reeds ge
noemde spotvogels, dikwijls de leuke ge
woonte leentjebuur te spelen; onvermoeid
lasschcn zij tusschen hun eigen heerlijke
strofen lied fragmentjes in van andere
vogels, nu eens deze getrouw en meester
lijk nabootsend, dan weer dezen een teer
der schakecring gevend. Den ccncn keer
zijn het tjiftjaffen, koolmeezen en vinken,
een ander maal weer rietzangers, grasmus-
schen of andere vogels, die voortreffelijk
worden geïmiteerd. Ook worden ,zoo voor
en na wel geluiden van andere dieren, tot
kikvorschen en krekels toe, in het lied der
'blauwborstjcs, dat ook wel 's nachts geest
driftig wordt oorgedragen, gevlochten, Ier-
wijl somtijds daarin ook wel minder wel
luidende klanken worden opgenomen. Van
het geheel gaat echter steeds een wondere
bekoring uit, vooral ook, wanneer nachte
gaalmotieven in het lied der blauwborstjes
te herkennen vallen.
In elk geval behoeft het niet te verbazen,
dat de bewoners van Lapland, waar het
\an blauwborstje wemelt, den vogel ccn
dichterlijken naam hebben gegeven, die met
„honderdtongigc zanger" vertaald kan wor
den. Het verrassende nabootsingsvermp'gen
kan bezwaarlijk treffender worden aange
duid. Dc lokroep der blauwborstjes daaren
tegen. trekt niet bizonder de aandacht. Hun
t a k-t ak .cn f i e d-f i e cl, dat men bijvoor
beeld ook van fitisscn kan hooien, zijn na
tuurgeluiden, die men ook hij andere vogels
meermalen kan beluisteren.
Hun liofdevluchten, vergezeld gaande
van liefdezang, zijn échter weer iets zeer
bijzonders. Wonderlijk opgewonden kunnen
dc vogels in liet lentegetijde zijn: hun lied
is dan vol temperament; op den bodem
dwaas heen cn weer hollend, of op lage
twijgen zittend, wippen zij voortdurend met
hun staart en waaieren dien ook wel wijd
open, waaraan zij, dunkt ons, den plaatse-
lijken naam pauwstaartjes hebben te dan
ken. Hoogvliegers zijn dc blauwborstjes
nooit, maar wanneer in 't voorjaar het
bloed feller schijnt te stroomen, werpen zij
zich wel eens een eindje in de lucht en hun
uitbundig gefluit vertolkt clan mede lioc
lievig hun gemoed is bewogen.
Overigens zijn de blauwborstjcs niet al
leen boeiende zangers, maar ook hun uiter
lijke verschijning weet dadelijk te treffen.
Zooals hun naam reeds aanduidt, is hun
bovenborst maar dit geldt eveneens voor
den keel versierd met een blauw, dat
aan een lcntelijken hemel doet denken. En
in 't midden van dit fijne veldje puur
azuur blinkt bovendien een blanke vlek op
ter grootte van een erwt: een ongeveer
hoefijzervormig „sterretje", glinsterend als
een brokje firmament, dat de vogel van. liet
wijde, blijde uitspansel moet hebben ge
leend. Wanneer de oogen dit onvcrgetelijk-
mooie blauw waarnemen, beloven zij waar
lijk een feest; zij zullen dan tevens zien, dat
dit blauw, naar beneden toe, is omzoomd
door ccn donkeren boograncl, terwijl op
haar beurt een smalle witte streep deze
zwarte omboording scheidt van een breeden
roestklenrigen band; de buik daarentegen
is troebel wit.
Al deze kleuren spreken waarlijk tot de
verbeelding en zijn stellig in staat de aan
dacht op dc vogels te vestigen, die echter,
wanneer zij van u afgewend staan, niets
bijzonders vertoonen: vleugcis,Tug en kop
zijn nog al „gewoon", daar deze verschil
lende schakecringcn van bruin, vooral dc
olijfkleur en bronstinten, te aanschouwen
geven, terwijl aan den staart vooral rood
cn donkerbruin valt op te merken. Karak
teristiek is echter tevens de zeer markante
wenkbrauwstreep, die wel niet zuiver wit
is, maar toch door haar zeer lichte kleur
zoodoende duidelijk afsteekt tegen de be
grenzende dcclcn van den kop. Datzelfde
haaltje hebben ook de wijfjes boven haar
oog, doch deze moeten het stellen zonder
het sprekende blauwe schild op keel en
borst en ook zonder dc roest- of kaneel
kleurige strook. Haar onderdeden zijn dan
ook meer aan den grijs-gelen kant. Hoog
stens kan men hier en daar uiterst vaag
bij de zwakke sekse een ietsje waarnemen
vam^ict pralend blauw, dat de mannetjes
stempelt tot zulke schoone creaturen, voor
al in het voorjaar, omdat clan de blanke
zoompjes aan dc blauwe veeren, die in den
herfst ontstaan, door „slijtage" weer zijn
verdwenen.
Prettig is het ondcrlusschen, dat die
blauwborstjes, al zijn zij niet zoo talrijk als
bijvoorbeeld musschen, meezeil cn vinken,
geenszins uiterst zeldzaam zijn. Er zijn
eigenlijk maar weinig provincies, waar men
hen niet van April tot September kan
tegen komen. Enkele tientallen jaren ge
leden dacht men, dat zij haast niet bij ons
voorkwamen, maar in de laatste decennia
is de liefde voor de natuur cn dc belang
stelling voor de vogels in 't bizonder veel
innigergeworden, zoodat ccn uitgebreide
schare van pientere speurders zoo voor en
na kon vaststellen, dat wij waarlijk heel
aardig in dc blauwborstjes zitten. Men
meent, dat zij jaarlijks toenemen, doch het
kan ook wel zijn, dat men, door heter op
hen te letten, pas langzamerhand zich een
juist denkbeeld kan vormen van hun be
trekkelijke talrijkheid. Dc blauwborstjes lei
den nogal een heimelijk en verdoken leven
cn daarom ontgingen en ontgaan die
waternachtegalcn dikwijls aan de blikken
van velen.
Met opzet noemen wij dien plaatsclijken
naam, omdat deze niet alleen dc verwant
Zwanen in het winterscjic park.
AVONDSTEMMING.
schap tusschen blauwborstjcs cu dc „ko
ningen der zangers" aangeeft en mis
schien ook wel tusschen den zang van bei
de soorten, al verschilt die nogal maar
tevens wegwijs maakt, wat de plaats, be
treft, waar onze vogeltjes zich ophouden.
Inderdaad: de aanwezigheid van water
in een streek is onontbeerlijk voor hun ves
tiging. Maar bovendien nioet in de buurt
daarvan een overvloed van laag hout staan:
elzen, wilgen of wat voor kruipend boom-
gedoe ook. Een klein wildcrnisjc. waar
allerhande grassen cn andere planten war
rig dooreen groeien, waar rietstengels op-
ranken cn verdere moeras- cn brockvegc-
tulic voorwaarden voor hun veiligheid
schept, is terrein, waar dc schuwe wezentjes
kunnen aarden. Zij leven gaarne ccn beetje
aan den zelfkant der samenleving, op voch
tige, drasse en verhulde plekken, aan weel
derig begroeide oevers van plassen, poelen,
incren enz., waar liet storend gerucht en de
onbescheiden blik niet al te zeer door
dringt, liet wemelt van veilige, donkere
schuilhoeken cn dc mensch, op wicn zij het
blijkbaar niet hebben staan, zoo weinig
mogelijk komt.
RINKE TOLMAN.
Julic dc Lcspinassc,
door Siegfried van Praag
HET nieuwe bock van Siegfried van
Praag is ccn belangrijk bock. Hel ge
tuigt van een diepgaande studie cn
een bizonder stijl vermogen, dat zich volko
men weet te vereenzelvigen met dc materie
die het te kneden heeft.
Welke is die materie?
Het heeft mij verwonderd, dat nü eerst
een Nederlandsch kunstenaar dien melk
weg van letterkundige motieven lieeft ont
dekt, dien wij ontwaren in de Franschc sa
lons der 18e eeuw. Voor een romantisch
hart liggen daar de gegevens voor het grij
pen, cn vooral dat ééne hoofdmotief, dat
allo vrouwenlevens en vrouwenliefdes door
adert, het motief van onbevredigd ver
langen, ondanks dc intellectucclc verfijning
cn dc ongekendo welvaart en cultuur,
waarop de beroemde serie van Fransche
salons gedijden, die ook dc schrijver van
dit bock ons laat binnentreden.
Er is verwantschap tusschen dien tijd en
d<-n onzen. Hol is een tijd, die alle hoofd
lij. i verforen had, die bchccrscht werd door
de verbizondcrcndc figuren eener vorintel-
lectualisecrdc beschaving. Rouscau, de
mcrisch die terugriep tot de Nutuur, scheen
toen de verlosser, die het einde der periode
markeert; thans kienden wij ons verlangen
naar eenvoudiger levenswijze in de vormen
van nieuwe zakelijkheid cn dictatoren-
begeerte.
Siegfried van Praag beeft in zijn bock liet
kader van den tijd, waarin Julic de Lesjii-
nasse leefde, ooï'lreffolijk begrepen cn dc
figuur van zijn hoofdpersoon niet voel ta
lent voor zijn lezers waarschijnlijk ge
maakt. Maar eer wij ons tezamen reken
schap geven \an zijne verdiensten cn een
blik werpen op dc gestalte der merkwaar
dige vrouw, die van Praag's aandacht vero
verde, moet mij een opmerking \an het
hart over van Praag's algemeone methode.
Hij noemt zijn boek een „roman". Dat woord
roman lokt nog altijd koopers. Maar van
Praag is zoo \erstandig geweest, toen hij
zijn aangekondigden „roman" begon, zich
voor te nemen dicht bij dc historiebeschrij
ving te blijven. Hij kon niet anders, want
in dc periode, die stof gaf voor dit bock,
wordt de geschiedenis van zelf roman. Er
hoeft maar heel weinig schrijversverbeel
ding hij. Wat deze, in wezen romantische
slof noodig heeft, is ccii nauwkeurig op
merker en een uiterst consciëntieus histo
rie-beoefenaar. Ilct is dc nauwkeurigheid,
waarmee dc schrijver gewerkt heeft, die.
hom in staat stelde dc prachtige porcelei-
nen vaas te scheppen, die in zijn roman
voor ons staat. En die nauwkeurigheid ver
leende ook de zoete bekoring aan dit proza.
De schrijver heeft zich geheel passief ge
houden ten aanzien van het Voorwerp zij
ner bewondering, heeft het wezen van den
tijd dien hij beschreef laten doordringen in
al zijn ezelen, en is daarna pas begonnen
niet zijn reconstructie.
Belangrijk is dit bock dus om twee rede
nen, om de verschijning van historische fi
guren en situaties, om etc weergave der
ideeënwereld van dc 18e eeuw, maar ook
om dc psychologie Aan de iu die periode
wortelende hoofdpersoon. Madame du Dcf
fand, Madame Geoffrin cn andere beroemde
sajónniéres verschijnen in van Praag's ge-
schritt ten tooneele, terwijl wij ook niet dc
grootste geesten uit dien lijd, met d'Alcni-
bert, met Hume in aanraking komen.
d'Alcmbcrt ontmette zij, toen dc zitka
mer van dc beroemde vrouw, aan
wier geschiedenis dit bock is gewijd, als
een splitsing verscheen van dc oudere sa
lon van Madame du Dcffand, waar men
hei op den duur iets vervelend vond.
„d'Alembert", zoo laat dc schrijver Avetcn,
„was de grootc man van Marie's salon, liet
middelpunt, waar de gasten om dansten,
waar de conversatie om draaide. „Onmid
dellijk", (flat laat hij Julic zelve zeggen)
had hij mijn hart gestolen. Is 't niet begrij
pelijk? Ik had verwacht een ernstig, plech
tig geleerde 1c ontmoeten. Do Koning van
Europa's mathematici, do secretaire perpé-
tucl \an dc académie franeai.se, dc roem
van de academie der sciences. En reeds
den eersten avond, dien ik meemaakte, on
der den luchter van liet glorieuze salon,
terwijl ik nog voelde hoe mijn hoofd gloeide
van schaamte en pret, staat cr plotseling
een klein manneke voor mc, in groen
jacquet met crème broek, en wiens jabot ge
vaarlijk al den Avcg van het aardsche op
ging. Zijn linkerwang is bepoederd, en
zijn rechter baardig. Ilij heeft een breeden
cn hartehjken mond als vele gulle en goed-
lachscho menschen. En de oogen van een
jongen. Blijde, verraste, joviale oogen".