De Reis van Rollebol
VACANT
MEER BETALEN
/ZOU DWAASHEID ZIJN!
DE KLEINTJES
Nergens was liet zoo
goed als bij
Hansje
ZOEKPLAATJE
RAPPORTEN
p stelten zetten
De beste koffie. Hulsko's
Scinkoffiekost nu 25 ct.
per pond I Hulsko heeft
één soort i het bestel In
gepatenteerde, luchtdichte
veip?kklng. - Vraagt Uvr
Winkelier I
HUP! Met een vaartje sprong de bal,
dien Hansje in dc handen had, weg
en liet heuveltje af. Teleurgesteld keek zijn
haasje hem na, want als Rollebol, zooals
Hansje zijn ba! altijd noemde, zóó hard
wegliep, zou hij 'm natuurlijk niet kunnen
inhalen.
Rollebol was in een ondeugende bui.
Waarom hij zoo'n haast had? Wel, hij vond
het zóó kinderachtig en eentonig, altijd bij
zijn baasje te blijven en niet meer van de
wereld te zien, dan den weg, dien Tlansje
liep, dal... hij besloot op zijn centje oen
voetreis 1c maken. Waarheen, kwam er
r.iet op aan, als hel maar ver, heel ver weg
was!
Toch was Hansje een goede baas voor
Rollebol geweest. Dat Moortje, de poes,
l.em een paar dagen geleden achterna ge-
loopcn en daarbij leelijk gekrabd had, kon
Hansje niet helpen, liet haasje was er zelfs
boos om geworden en had op Moortje ge
bromd.
Maar Rollebol wilde eens op zijn centje
op reis gaan:'lieclemnal zonder baasje. Zijn
eigen baas Je zijn, dut leek hem het groot
ste geluk, dal cv voor een bal was wegge
legd.
Hansje wist niet, dat Rollebol op een ge
legenheid wachtte om te ontsnappen. An
ders zou hij 'm wel stevig vast gehouden
hebben, vooral op het heuveltje!
Maar (Je ondeugende hal had gedacht:
?,Nu of nooit!"
Tijd om naar Hansje om te kijken, gunde
hij zich niet. A 1 s hij het gedaan en het
bedroefde gezichtje van zijn baasje gezien
bad, zou hij misschien nog spijt gekregen
on zijn vaart ingehouden hebben!
De grove schoen
Zelfs onder aan het heuveltje gekomen,
spande hij al zijn krachten in om vlug weg
te rollen. Op den weg ging 't veel moeilij
ker dan op dc helling, maarwat voel
de hij daar?..,. Kon schop van een groven
schoen. Hansje zou hem uit angst,
zijn heldere kleuren on mooie teckeningen
1e beschadigen zeker nooit zoo ruw be
handeld hebben. Maar aan den anderen
kant was hij blij, dat bij nu weer zoo'n
.vaart kreeg en een heel eind verder rolde.
Hup! daar was dc schoen weer! En op
eens moest Rollebol denken aan iets, wat
Hansjes Moeder gisteren aan Rietje, zijn
zusje,gezegd had: „Wie mooi wil zijn, moet
pijn lijden! II ij dacht: „Wie verre reizen
maken wil, moet pijn lijden!" IIet was een
troost en hij moest die pijn dus maar ver
dragen. Maar.... prettig was 't niet. Want
al heel gauw deed zijn hccle lichaam hem
pijn.
Au! zoon harden schop Jiad hij nog niet
gehad en hij vloog met een duizeling-wek
kende vaart die zelfs onzen Rollebol tc
kras was! voort. Eindelijk bleef hij uit
geput liggen.
Toen hij langzamerhand wat op adem
kwam en tot zijn verwondering "iet meer
voortgètrapt werd (dc jongen met de pro
ve schoenen was een anderen kant uitge
gaan) zag hij, dat hij aan den rand van een
grooien plas lag. En wat ontdekte hij
toen? Zijn eigen beeltenis! Rollebol had in
het huis van Hansje's Vader en Moeder
zichzelf meermalen in een spiegel gezien en
was dan niet weinig ijdól op zijn mooie
kleuren en teckeningen geweest, maar
nu
Nee maar, wat zag luj er uit! Vol modder
en zóu geschaafd door den inwon schoen
en dc harde strautstccnon, dat hij zichzelf
nauwelijks herkent Wat een hal toch
gauw veranderen kan!
Er kwam een bedroefde trok op zijn
rond gezichtje en op eens was liet donk
beeld: alleen op reis te gaan. niet meer
zóó aanlokkelijk, als 'i hem eerst gesche
nen had
Maar toen de hal wat uitgerust en mis
schien ook aan zijn nieuw spiegelbeeld ge-
wend was, dacht hij toch: „t Beste zal zijn
mijn reis maar Id vervolgen. Welke ont-
dckkingsrcizigei hoeft zich ooit door dc
eerste dc hoste moeilijkheid van zijn plan
non laten afbrengen?"
Juist op dit oogenhlik kwam er een jon
gen met oen stok. I)e jongen gaf hem een
zacht duwtje en riep verheugd tegen de
dame:
„O, Moeder! Kijk eens, wat 'n groote
bal!"
Rollebol dacht: „Wat een groote hal!
De eerste de béste ziet, dat ik niet mooi
meer ben! Maar ik moet mijn ijdclheid
overwinnen. Misschien is groot wel heter
dan mooi!"
Hij kreeg een zetje en liep nu een klein
eindje voort. Toen bleef hij weer liggen. En
ltij had nu juist zijn reis willen vervol
gen! Dat was een tegenvaller! Maarals
hij heelcmaal uitgerust was, zou hij zeker
In staat zijn verder tc reizen.
Xa een tijdje was hij werkelijk zóó ver,
dat hij er naar snakte zijn reis tc kunnen
Waai; is de boer?
(Nadruk verboden)'
vervolgen, maar dat viel tegen! Hij was
niet in staat, ook maar nog zoo'n klein
eindje verder tc rollen.
En in eens drong het tot hem door, dat
hij, die op zijn centje een groote reis op den
vlakken weg had willen maken, niet voor
uit kon konion, alsniemand hom hielp
en dat hij dus niet zonder baasje kon.
Toen Rollebol dat inzag, begon hij op
eens vrccsclijk naar Hansje je verlangen,
die toch zoo'n goed haasje voor hem ge
weest was. Waarwaar zou hij zijn?
Rollebol wist natuurlijk niet, dat Hansje
veischrikt naar huis was gcloopcn, bij zijn
Moeder zijn nood geklaagd had en dat, toen
zij samen het heuveltje hadden afgcloopcn
om hem to zoeken, li ij zijn reis al begon
nen was enzij hem aan den verkeer
den kant zochten! Rollebol wist ook niet,
dat Hansje's Moeder naar het politiebu
reau was gegaan om aan tc geven, dat do
bul verdwenen was. Ilij had het immers
veel tc druk met zichzelf gehad!
Hoe Rollebol ook naar zijn baasje ver
langde, hij was veel te ,vcr weggerold om
door Hansje gevonden tc worden.
Na een tijdje voelde Rollebol, dat hij op
gepakt werd. Even flitste de gedachte door
zijn ronden hol: „Daar is ie!' Maar in het
volgend oogenhlik wist hij reeds, dat hij
zieb vergist had, want een meisjesstem
riep:
„Ktnmy, kijk eens, wat ik gevonden heb!"
„Je mag 'in niet houden!" zei hot andere
meisje. „Laat 'm maar stil liggen, dan
vindt liet jongetje of meisje, van wie hij is,
hem misschien wel terug.'
En Rollebol, die dacht naar zijn baasje
teruggebracht te worden, voelde zich weer
voorzichtig op den grond leggen.
Mij had nu licelcmual geen lust meer tc
reizen en zou zijn mooiste tcobening er
voor gegeven hebben, als luj maar xustig
hij Hansje gebleven was. 't Was dwaas van
hem geweest, aan die domme ingeving ge
hoor te geven en weg te loipen.
Maar.... het berouw kwam wel wat
laat!
Weer bleef hij een tijdje liggen. Er kwa
men meer kinderen voorhij, al was het
eigenlijk een heel stil plekje, waar hif lag.
Naar het politiebureau
Een jongen had hem al een heel eind
meegenomen, maar 'in plotseling weer
laten vallen, toen er con agent aankwam.
Een voorbijganger had gezegd: „Ze moesten
hem eigenlijk naar het politiebureau bren
gen!" Maar het was hij woorden gebleven.
Over het politie-hureau hoorde hij gelukkig
niet meer praten. Daar had hij verhalen
over gehoord van een voetbal, die er drie
volle maanden gelogeerd had en toen pas
door zijn haas mocht opgehaald worden.
Nee, dan was 't nog heter in de open lucht,
isschionmisschien zou Iiansjc hem
toch eindelijk wel ontdekken. Want dat
zijn baasje hem zocht, was iets, waarvan
Rollebol zeker was.
Juist wilde de hal zijn uiterste krachten
inspannen om tegen de boenen van een
voorbijganger te rollen.cn hem te beduiden,
dat hij 'm „thuis" moest brengen, toen
hij opnieuw opgebeurd en een heel eind
gedragen werd.
Hij begreep, dat hij meegenomen werd.
Maar waarheen? Als het maar naar Hansje
was! Wat zou hij gelukkig zijn, weer bij
zijn haasje terug tc koeren! En Hansje?
Een klein beetje blij zou hij toch zeker
ook wel zijn. ofzou zijn baasje mis
schien erg hoos zijn? erdiend was
het maar
Daar gingen ze een huis binnen! "Ver
schrikt merkte Rollebol, dat hot niet het
liuis van Hansje's Vader was. Maar
waarwaai werd hij dun naar toe ge
bracht? tochtoch niet naar het politie
bureau?! En hij werd plotseling ijskoud
van schrik.
Ja, daar had je het al! Een agent sprak
met den man, die hem droeg. De agent nam
hem aan, legde hem op een soort tafel en
Rollebol zag zich plotseling omringd door
huissleutels, een beurs, verscheiden hand
schoenen, een fluitje, een paar boeken en
nog veel meer voorwerpen.
Zouden die ook allemaal zonder hun
bnasj'e of hun vrouwtje op reis hebben wil
len gaan?. En waren die ook' eenzaam blij-
Het zijn twee kleine rakkers,
Mimi'ije en Minet.
Zc zitten steeds vol ondeugd.
Ze zitten steeds vol prei!
Mei felle. Tonde oogjes
Zien zij ilc wereld in.
In spelen en ravotten
Heeft 't tweetal altijd zin.
(Nadi uk verboden)
Zc builden en zc rollen
Tcsaam over den grond.
Ze trekken aan hun staartjes
En springen Tn liet rond.
Ik móet steeds om hen lachen,
Wanneer ik naar hen zie:
Het zijn txvco Schattebouten;
Minclje en Mimi!
Tl XE RRIX'KGREVE WICIIERINK
ven liggen, opgeraapt en hierheen ge
bracht?
Lang tijd om hierover na te denken, luid
Rollebol niet. De agent vroeg iets aan een
ander. Deze keek wat in een bock na en
zei:
„Dat zou 'm wel kunnen zijn! Bel me-
mouw Peters maar even op!"
„Mevrouw Peters?" dacht Rollebol. „Zoo
heet dc Moeder van Hansje! Zouden w ij el
kaar dan toch nog weerzien
En iets opgevroolijkt door deze blijde mo
gelijkheid, hield hij zijn Mik onafgebroken
op de deur gericht, want a 1 s zc kwamen
om hem tc halen, móesten zc daardoor
verschijnen.
O, wat duurde dat wachten vrccsclijk
lang!
Maar eindelijk, eindelijk, daar kwamen
mevrouw Peters en Hansje toch!
Rollebol deed bijna een luchtsprongetjo
van plezier.
En Hansje? Die riep blij uit:
„Kijk, Moeder, daar is hij!"
Het duurde nu niet lang meer, of Iiansjc
liep, met Rollebol in zijn handen, naast
Moeder naar liuis.
Voortaan zou luj wel beter op zijn bal
passen! En Rollebol nam zich voor, nooit,
nooit meer weg tc loopen, want nergens In
de hcele wereld was het zoo goed als bij
Hansje.
C. E. DE LILLE HOGER WAARD
(Xvadruk verboden).
Morgen krijgen wc rapporten!
'k Vrees voor onvoldoende. Fransch;
'k Wou, dat ik zoo goed kon .lccren
Als mijn oudste broertje Hans!
Hij heeft altijd mooie cijfers
En een schitterend rapport;
't Mijne leg 'k piot. angst en beven
Stilletjes naast Vaders .bord.
Vader zegt: „Als jc je best doet,
Kijk ik hcusch jc niet zwart aan,
Al zag 'k liever op je lijstje
Niels dan mooie cijfers slaan.
Hans leert vlot en jij met moeite,
Maar span je jo heiden in,
Dan gaat het met mijn twee jongens
Tóch naar wcnscli en naar mijn zin."
1IERMANNA
(Nadruk' verboden)
door
C. E. DE l.ILLE HOGER WAARD
1
Pas uit Indic gekomen
En logeorend bij Oom Staal,
Maakt liet drietal: Jan, Piet, Willem,
Soms oen vrecsclijk kabaal!
Tante zegt: Och, och, die jongens
Zetten 't huis op stelten, foei!
't Is een oorverdoovend schreeuwen,
Een lawaai en een gestoei'
'k Had het met mijn kleine Hansje
Rustiger, dat weet ik wol!
Nooit kan ik liet drietal zetten
Om de tafel met een spel!
A
Iiansjc hoort zijn moeder prate
Ook al bouwt hij rustig door.
Moeder heeft liet over 't leven.
Maar 't zijn leuke jongens, hoor!
Hans kun 't wat goed mot hen v-inden.
't Drietal hoeft plezier in hem!
't Is dan ook een schattig baasje
Met zijn hoogc kinderstem.
's Middags neemt Moes kleinen Ilans mee
Op een wand'ling door dc stad.
Amsterdam is 't, waar ze wonen
Plots vraagt Hans: Moes, wat is
dat?
Palen ziet hij in den grond slaan.
Moeder zegt: Eon huis komt danrl
Kleine I-Ians kijkt heel verwonderd,
Vindt het toch een beetje raar!
Maar dan roept hij: O, 'k begijp al,
Waarvoor al die palen zijn!
Stellig komen daar veel jongens.
't Wordt een huis op stelten, lijn!
(Nadruk verboden)