St. Emilion 1929 f. A. Schot er man Zn. DE STEUN AAN DEN LANDBOUW FEUILLETON DOOR DE REGEERING GEMOTIVEERD per flesch fl.45 per anker f 58.— DE UNIVERSITEIT TE GRONINGEN HET CONFLICT IN DE mijnindustrie DE UITGEVERS EN DE NIEUWE SPELLING Dubbele wegenbelasting voor Dissel-auto's? OVERSTE SAXON Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het Landbouwcrisisfonds Verschonen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag nopens het wets ontwerp tot Vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Land bouwcrisisfonds voor 1935. Aan de algemecne beschouwingen bij deze zeer uitvoerige memorie ontleenen wij: Met betrekking tot de klacht, dat tenge volge van het betrekkelijk vage karakter der hegrooting en het groot aantal Memo.-ie posten het budgetrecht der Volksvertegen woordiging in belangrijke rnate zou bekort worden merkt de Minister van Economische Zaken op, dat de behundeling der begroo ting de Volksvertegenwoordiging de gelegen- hoid geeft voorat haar oordeel over het «>e- leid van de regecring in landbouwcrisisaan gelegenheden niet alleen over de grootc fij nen, doch ook over de details van de maat regelen uit te spreken. De minister sluit zich aan hij de vrijwel algemeen in de Kamer heerschende opvat ting, dat sleunverlecning aan den landbouw in den ruimstcn zin van het woord niet noodzakelijk is en binnen afzienbaren tijd ook nog niet zal kunnen worden gemist. Voorts.zot de minister nogmaals hel stand punt, dat de regeering inzake den landbouw steun inneemt, uiteen, waarbij hij opmerkt, dat bet doel der crisismaatregelen is: het in standhouden van het landbouwbedrijf in het belang der geheele Nederlandsche bevol king. Bij iedere beoordeeling van de moge lijkheid van verlaging van den landbouw steun moet de minister zich dan ook steeds met nauwgezetheid afvragen, of door deze verlaging het doel van de Regeeringsmaat- regelcn niet in gevaar wordt gebracht. Zou dit wel het geval zijn, dan ware te vreezen, dat later opnieuw andere, mogelijk verder strekkende maatregelen noodzakelijk zou den kunnen worden. Het behoeft geen be toog.'dat de minister dit tegen iederen prijs zal vermijden. Daarnaast moet hij ook reke ning houden met de mogelijkheden welke liet Land hou wcrisisfoiids hern bieden en moet hij wel eens maatregelen nemen, welke hij. bij een meer gunstigen stand van het fonds, liever achterwege zou hebben gelaten. Bij voortduring worden alle gebeurtenissen in het oog gehouden, welke een verlaging zouden kunnen wettigen en zoodra dit maar eenigszins mogelijk is, gaat hij aanstonds tot verlaging over. Dat bij deze verlaging zeker niet in de laatste plaats gedacht wordt aan de nood zaak van verlaging van üe kosten van het levensonderhoud en het voorkomen van een verderen achteruitgang van ons geheele be drijfsleven, spreekt welhaast vanzelf. Zeker kan hij instemmen met dc opvatting van hen, die een gezonden landbouw noodzake lijk achten, echter met de restrictie, dat deze alleen mogelijk is, indien de geheele maat schappij zich aan de veranderde omstandig heden heeft weten aan te passen. Zijnerzijds tracht hij door teeltbeperking c.d. den land bouw zich te doen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden, daarbij er echter voor wa kende, dat de instandhouding van het land bouwbedrijf niet in gevaar wordt gebracht. Dat de cventucele verlaging van de richtlij nen geleidelijk en zonder al te grooto schok ken zal moeten geschieden, is ook de mee ning van den minister. Omtrent de vraag of dit ook systematisch zal kunnen geschieden, is het geven van een toezegging niet moge lijk, aangezien dit van tal van verschillende onzekere omstandigheden afhankelijk is. In grijpende verlaging zal intusschcn slechts mogelijk zijn, indien de productiekosten in den landbouw verlaagd kunnen worden. Of ruilverkaveling hiertoe veel zal kunnen bij dragen zal nader worden onderzocht. Voor vermindering der distributiekosten is in de eerste plaats de medewerking van de con sumenten noodig; deze hebben een verla ging grootendecls zelf in de hand. De Over heid kan hiertoe slechts zijdelings medewer ken. Steunvermindering een gevaar? De minister kan de meening niet deelen, van hen, die in het streven naar verminde- j ring van den landbouwsteun een gevaar rneenen te zien. Deze gaan er blijkbaar van uit, dat onverschillig, welke resultaten In andere takken van bedrijf worden bereikt in ieder geval het landbouwbedrijf loonend moet zijn. Juist deze uitingen zijn niet zon der gevaar, omdat daardoor de mogelijkheid van een stemming maken tegen den land bouwsteun niet is uitgesloten. De gunstige oogsten van de laatste twee jaren hebben den toestand in den akkerbouw zeker bevre digend doen zijn. Dat de veehouderij en vooral de tuinbouw in uiterst moeilijke om standigheden verkeeren, is ongetwijfeld juist. In plaats van tot verlaging is de mi nister dan ook tot verhooging van den tuin- bouwsteun overgegaan, terwijl bij de komen de uitvoeringsmaatregelen voor de veehou derij neder zal worden overwogen, wat met de beschikbare middelen ook voor de veehouderij verder gedaan zal kunnen wor den. Dat intusschcn van bevoordecling van den landbouw boven andere bedrijfstakken gesproken zou kunnen worden, acht de mi nister (ficnszins juis\ De nu lister erkent dat het vrs+gstuk van de vaste lasten een fundamenteel onderdeel \ormt dpr te voeren landbouwcrisispoliliek. Het is echter niet alleen een vraagstuk van den landbouwcrisis alleen, maar betreft mede een vraag van algemeen JRegeerings- beleid. Hoewel een definitieve beslissing door de Regeering nog niet is gene men, kan de minister mcdcdpelcn, dat gehoopt wordt, dat binnenkort ter zake nadere mededceün- gen kunnen worden gedaan. Degenen, die van oordeel zijn, dat van den landbouw steun geen cent ten goede zou mogen komen aan de verpachters en hypotl 'ïeknemers gaan in hun redeneering ongetwijfeld te ver. Over het pachtvraagstuk als zoodanig is het overleg tusschen de verschillende departe menten nagenoeg geëindigd. De meerdere evenredigheid in de prijzen der onderscheidene gewassen zal naar de minister hoopt, aanleiding kunnen zijn, met tertijd de teelt van tarwe vrij te luten. Hij meent, dat geen bijzondere maatregelen moeten worden genomen ter bevordering van het scheuren van grasland, maar dat deze maatregel een gevolg moet zijn van de mede onder den invloed der crisismaatrege len te verwachten wijzigingen in de verhou dingen in het landbouwbedrijf. Salarieering van het per soneel. Wat de salarieering van het personeel be treft, deelt de minister mede, dat het niet juist is, dat buitensporige salarissen wor den betaald en evenmin, dat bij het crisis- personeel personen zijn aangesteld op sala rissen, welke zeer ver uitgaan boven het geen zij in hun vorige betrekkingen verdien den cn dat cr voor pen zoodanige promotie gecnerlei roden bestond. Het tegendeel komt wel voor. Ten aanzien van de salarieering zijn de ambtenaren, behalve de regeeringscommis- sarissen en enkele Rijksambtenaren in den crisisdienst werkzaam, ingedeeld in ver schillende groepen en wel: Hoofdambtenaren, in welke groep slechts een zeer gering percentage, is geplaatst. Sa laris boven 4S00 tot 9600. Het aantal crisisambtenaren, dat meer dan iSOO ont vangt beperkt zich tot 28, terwijl slechts 9 een salaris van meer dan 6000 ontvangen' van enkele dezer functionarissen is voorts nog een onderzoek aanhangig naar de vraag of verlaging niet mogelijk is. De andere groepen hebben salarisgrenzcn van 3200-IS00; van 2000 tot - 3600, tot 2400, van 720—1200 en van 480 to' f 900. In zeer bijzondere gevallen is eon toelage mogelijk, welke tot heden afgescheiden van een toelage aan enkele Rijksambtenaren, die in den crisis arbeidwerkzaam zijn, nog Blechts in een geval is toegekend. Op de salarissen van de ongehuwden bo ven 1800 wordt een korting van 10 toe gepast. Ook ten aanzien van de rechtspositie van het personeel zijn bepaalde regelen ge steld. Waar mogelijk wordt een beroep op de arbeldslieurs gedaan bij aanstelling van per soneel, terwijl mede de belangen van de wachtgelders niet uit het oog worden verlo ren. De Gewestelijke Tarwe Organistaties zul len binnenkort worden ontbonden en crisis- organisaties worden. De inderdaad dure controle op de regeling van den aardappclsteun is een van de oor zaken geweest, waarom voor 1935 een geheel ander systeem wordt ingevoerd, waarbij met belangrijk minder personeel zal kunnen worden volstaan. Do minister is van meening, dat de instel ling van den Centralen Crisis Controledienst een groote verbe.ering op controlegel ied heeft gebracht. De meening echter, dat dc controle in hoofdzaak rnoct berusten bij de Provinciale Landbouw Crisis Organisaties waarvan de besturer aan dat personee ook opdrachten kunnen geven Het toezicht ge schiedt echter centraal van uit de leiding van de Centrale Crisis-Controledienst, die vanzelfsprekend ook rechtstreeks opdrach ten aan de controleurs kan geven. Eenige meerdere kosten zijn aan dezen opzet niet verbonden. Naar de mccning van den minister vol doet de tuchtrechtstraak. De beslissingen getuigen van den grooten ernst en objectivi teit, waarmede de zaken behandeld worden. De opmerking, dat door enkele organisa ties te spoedig tot schorsing van een georga niseerde wordt overgegaan, totdat een door hem begaan feit bij tuchtrechtelijke uit spraak onherroepelijk is beslist, is ook naar de meening van den minister niet geheel onjuist. Ook dc hoofdambtenaar voor de tuchtrechtspraak deelt deze mccning en heefj den minister in overweging gegeven maatregelen hiertegen te nemen. Bij de ko mende wijziging van hot Crisis-Organisatie- besluit 1933 zal worden nagegaan, in hoe verre wijziging van do op dit punt betrek king hebbende voorschriften moet plaats hebben. De pluimveehouderij In verband met het feit, dat dc pluimvee houderij eer. grooter bedrag aan graanrech ten ruoet opbrengen dan /.ij aan restitutic bij den uitvoer \an eieren cn slaehtgevogelte terugontvangt, zij opgemerkt, dat de restitu ties oorzaak zijn van een prijsverhooging der ejeren in hel binnenland. De voederkos- ten van pluimvee worden door de invoer rechten op voedergranen met 10 k 11 rnil- lioen gulden verhoogd. De pluimveehouderij als geheel krijgt hiervan hij de tegenwoor dige regeling terug pl.m. 4 millioen gulden in den vorm van restituties cn 6 ft 7 millioen gulden van de binnenandsche consumenten door den verhoogden priis. Slechts wanneer er een zoodanige afsluiting van de verschil lende landen zou komen, dat er feitelijk geen vrije markt meer was, zou de bestaan de regeling niet meer aan haar doel kunnen beantwoorden. Er zou dan geen mogelijk heid meer zijn om den oierprijs hier te lan de op de bovengenoemde wijze 1c beïnvloe den. Een regedling. waardoor de nluimveehou dorij speciaal zou worden ingekrompen in die streken, waar in bijzondere rnate gepro fiteerd wordt van de steunregelingen op an der gebied, is in onderzoek. STADHUISBOUW TE LEIDEN De eerste termijn van 300.000 door de gemeente gevoteerd LEIDEN, 25 Febr. De gemeenteraad van Leiden heeft vannacht aangenomen het voorstel van B. en W. om voor den houw van het nieuwe stadhuis voor het jaar 1935 een bedrag van 3QQ.000 beschikbaar te stellen. Tevens is een niéuwd verordening vastge steld, betreffende de salarisregeling van het personeel in gemeentedienst, waardoor een besparing van ongeveer 25.000 wordt ver kregen. X'ijnhanctel Utr. straat 77 Gevestiga 1878 Telefoon 14^ En het bezuinigingsplan der Regeering Op uitnoodiging van de Groningsche Journalisten Vereeniging zijn in De Har monie te Groningen afgevaardigden van verscheidene organisaties, alsmede verschei dene autoriteiten bijeengekomen, ter bespre king van de geruchten omtrent de bezuini gingsplannen van de Regeering op univer sitair gebied, waarbij ook de Groningsche universiteit zou zijn betrokken. Na een inleiding van den voorzitter der G. J. V., den heer J. J. Lceninga, die den stand van zaken nader uiteenzette en er den nadruk op legde, dat. hoewel van de plannen der Regecring officieel niets be kend is, waakzaamheid geboden is, volgde een gedachtenwisscling. Daarbij kwam uit de vergadering een mededeeling, die als al losz.ins betrouwbaar mocht worden bo schouwd. dat dc Regecring in elk geval niet overweegt de algeheelc opheffing van do Groningsche universiteit, doch dat wel sa menvoeging van faculteiten in het alge meen wordt overwogen. De vergadering was van oordeel, dat ook in «lit stadium de vorming van een voodoo- pig comité, dat nauwlettend don gang van zaken zal volgen, aan te bevelen Is. Tot de Vorming van dit comité verklaarden alle aanwezigen zich in beginsel bereid. In een binnenkort te houden vergadering zal hot worden opgericht. Aangekondigde loonsverlaging voorloopig opgeschort tot 1 April HÈERLE.V, 25 Februari. Hedenmiddag rerd ten gefiieentelluiZo van Heerlen de ronferentie voortgezet tusschen den Rijkslie- middclnar, prof. mr. dr. Aalhcrse, en de (II- ■ecties der particuliere mijnen en vertegen- •voordlgers der vier mijnwerkersorganisa- ties. l)e bondsvertegemvoordigers werden drie maal en de directies tweemaal gehoord. Het resultaat van déze conferentie was, dat op voorstel van den Hijksbemiddelanr. de aangekondigde loonsverlaging voorloopig lot t April a s. werd opgeschort, tn verhand inet besprekingen, welke de Rijkshenlidde- laar dezér dagen met de Regecring heeft gehad, üe loon- en arbeidsovereenkomst blij ven intusschcn door de particuliere mijnen opgezegd. Alvorens de Rijksliemiiidclaar, prof. dr. tnr. Aulhcrse met de directies en de verte genwoordigers der mijnwerkersbohden be sprekingen voerde, had hij een onderhout! met den burgemeester van Heerlen, don lieer van Grunsvcn, dat een uur lang duur de BLIKSEM IN ESN HOTSTEDE SLIFDRF.CHT. 25 Febr. Hedenmiddag te half drie is tijdens een lievige onweersbui, welke genaard ging met hagelslag, de blik sem geslagen in de hofstede van Jap de Kluyver te Bleskensgraaf hii Sliedrecht. Dc brandweer van Bleskensgraaf en van Mole naarsgraaf waren spoedig ter plaatse en zij slaagden er in een groot gedeelte van de hotstede te behouden. De schuur ging ver loren, het vee kon worden gered. Ned. Uitgeversbond adresseert aan de Eerste Kamer AMSTERDAM, 25 Febr. De Nederland sche Uitgevers Bond heeft een brief gezon den aan de leden van de Eerste Kamer der Slaten-Generaal inzake de kwestie van de vereenvoudigde schrijfwijze. De zinsnede: „üe uitgevers hebben berust cn dagelijks komen nieuwe studieboeken in de vereenvoudigde schrijfwijze van do pers", voorkomende in dc dezer dagen ver schenen memorie van antwoord inzake hot ontwerp van wet tot vaststelling van hoofd stuk VI (Departement van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen) der Rijksbegroo- ting 1935 heeft de aandacht van den hond getrokken, omdat zij in geenen deele beant woordt aan de daaromtrent heerschende ge voelens van de leden van den Bond. in het bijzonder van hen, die schoolboeken en kin derboeken uitgeven. In het adres wordt uiteengezet, dat de uitgevers slechts hebben berust, toen een andere mogelijkheid uitgesloten scln.en. Maar voordien hebben zij door besprekin gen met den Minister, door adressen aan den Ministerraad en aan de Tweede Kanier alle pogingen aangewend, om te voorko men. dat de uitgevers tengevolge van dc plotselinge invoering van een nieuwe schrijfwijze geweldige verliezen zouden lij den. Zij hebben aan den Minister en daarna aan den Ministerraad aangeboden met cij fers. door Rijksaccountants te bevestigen, te bewijzen, dat die verliezen inderdaad on rustbarend groot zouden zijn. Op dit aanbod mochten zij nimmer een antwoord ontvan gen. Dat zij niet berustten dan toen dit niet anders meer mogelijk was moge oók hieruit blijken, dat zii doende zijn- naar de door de leden van den Bond tengevolge van do in voering der nieuwe schrijfwijze goleden schade een onderzoek in te stellen. Tenslot te herinnert het adres aan de rede, waar mede de hoer Jan Tadcma, voorzitter van den Nederlandschen Uitgevershond op Vrij dag 28 September van het vorige jaar de al- gemeene vergadering opende en waarin hij een aantal opmerkingen in verband niet hét spellingvraagstuk maakte.. Op Waterstaat cn Financiën is niets hiervan bekend AMSTERDAM. De „Autokampioen" bracht op een in liet oot? vallende plaats liet pc- ruclit, dal er een wetsontwerp gereed zou liggen, waarbij voorgesteld wordt do we genbelasting voor auto's, voorzien van een Dieselmotor te verdubbelen. Het is wel ten zeerste te liopon, toekende bet blad er bij aan, dat dit gorucht „van allo grond ont bloot" is Het Volk heeft in Den Haag nadere in lichtingen trachten in te winnen en als resultaat daarvan kan het blad medcdeelen, dat oo de departementen van Waterstaat en van Finahcien niets van dit voornemen be kend is. BELEEDIGING VAN HITLER MAASTRICHT, 25 Febr. De rechtbank Maastricht heett heden uitspraak gedaan In de zaak tegen W. de R„ verdacht van be- leediging van den Duitschen rijkskanselier Hitler. Verd. werd veroordeeld tot veertien dagen gevangenisstraf. Niet de vroegtijdige rust zal u den vrede brengen, maar de noeste arbeid, die is in harmonie met uwen aanleg. door G. P. DARKER 23 „Ta, dit is de plek. Het kan niet anders. Hier moet alles begraven liggen." Zij wees op een vlakken rand modder, waarin een groote steen lag, een paar voe ten lager dan het pad. Daar, lager, nog een. En daar Het was een soort ruwe trap, als voor reuzen gemaakt. Hier kon een man afdalen. Saxon boog zich voorover, de lantaren in dc uitgestrekte hand. Hij leunde met het lichaam zoo ver mogelijk naar voren. Plots voelde hij een krachtigen stoot. Hij verloor zijn evenwicht, viel, ccn plons. F.on heldere lach klonk in zijn ooren. Het slijkerlge water sloot zich boven zijn hoofd. HOOFDSTUK XVII. Een twaalftal keizerlijke musketiers in volle waponrusting, borst- en rugpantser, gele lecren broek met stalen heenhcscl.er- mers. hoogc geel-lceren laarzen, de morions op het hoofd, stonden in dc ruime kamer naor een man te kijken, die aan honden en voelen gebonden, bewusteloos op dch grond lag. Dc wachtmeester, een oude krijgsman met langen grijzen snor, beval: „Onderzoek hern." Een paar kurassiers knielden bij den ge vangene neer, gingen met groote handig heid. die bewees dat dit werk hun niet vreemd was, met hun handen over zijn lichaam, doorzochten de zakken, vonden niets. „Een sterke forschc kerel, volkomen uit geschud." „Bandieten. Broeders van Mércdc mis schien'?' „Dood?" „Neen." „Gewond „Niet dat ik zien kan". Een dci'tikurassicrs gaf den bcwustclooze een harden trap. Even bewoog hij, toen lag hij weer stil, „Schoppen geeft niets", meende de wacht meester. Ben je gek. Misschien zou je 't niet eens durven als hij op zijn boenen stond. Haal water". Een der mannen verliet het vertrek, kwam dadelijk terug met èon groote ehi- mer slootwater. „Gooi hem dat over 't hoofd". De soldaat zwaaide de emmer en wierp het den gevangene vlak in het gelaat. Allen keken vol belangstelling. „Zie je. dat helpt", zei de wachtmeester. „Hij schudt het hoofd, komt bij." „Waarachtig". „Touwen doorsnijden?" „Neen, nog niet. Beter eerst even wach ten. Dan is in elk geval het verhoor ge makkelijker". Hij kwam tot bewustzijn, maar de oogen bleven nog gesloten. „Wie ben je?" vroeg de wachtmeester. Er kwam geen antwoord. De man was schijnbaar bezig zijn gedachten te verzame len. „Wie ben je en hoe kom je hier?" her haalde de wachtmeester. De ander gaf nog geen antwoord. Hij dacht zeker: „Eerst denken, dan spreken". Hij keek terluiks door de oogharen, her kende het vertrek, zag de kurassiers, opende dan de oogen en vroeg met zwakke stem: „Waar ben ik?" „We vonden je hier. goed verzekerd en volkomen leeggeschud. Geef hem ccn glas brandemoris". Een kurassier haalde een platte flesch uit zijn binnenzak, goot den gevangene ccn slok in den mond. „Hij slikt goed. Als je dat kunt drinken, ben je op den goeden weglachte de Sa maritaan „Verte! nu eens wie je bent?" herhaalde de wachtmeester en ging op een stoel bij hem zitten. Dc man sloeg dc oogen op, staarde ver baasd in hot rond cn antwoordde eindelijk: „Een Hollandsche schipper, Edele lieer". „Wachtmeester", verbeterde de Krijgs man. „Wachtmeester", herhaalde de schipper. „Hoe kom je hier?" „We hadden graan in voor het garni zoen". „Dan zal je niet open armen ontvangen wezen". Maar hoe kom je hier verzeild? Dit is geen schip." „Dat kan ik ine niet herinneren. Ik weet niet oat ik ooit in deze kamer geweest ben". Hij keek bet vertrek rond, maar zag geen vrouw. „Span je domme hersens eens goed in". „Je kwarn van liet schip?" „Ja, we gingen aan boord, de zoon van den schipper en ik. We roeiden wat op de F.lbe voor tijdverdrijf, vischten een beetje. Tk ging uit dc boot. zei tegen mijn maat: ,.Tk wandel terug, laat iii je maar de Flbe afdrijven". We, wandelden altijd vrij in en bij de stad. De schildwachten kenden ons allemaal. Niemand viel ons ooit lastig. Ik liep op den weg en voelde plolseüng, dat ik van achteren aangegrepen werd." „En verder?" „Ik wilde me omdrauicn, niaar kreeg eensklaps een slag op mijn hoofd". „Verder niets?" „Ik weet niets meer, tot u mij tot be wustzijn bracht". „Een vrouw in 't spel?" Hij kcok Saxon strak aan. „Zeker niet". „Gelukkig, dat we je vonden. Je hadt hier knnnen crepeereii, gebonden als je bent Te hebt geluk gehad. We kwamen van Maagdenburg rijden. Ech vrouwtje riep ijs toe; „Kijk daar eens in die hof stede". Toen verdween ze in 't struikge was". ,,'t Kan waar zijn", dacht Saxon. „Mijn verhaal kon ook waar zijn". „Maakt u me nu los, wachtmeester". „Ja, Snijdt dc touwen niaar door". Saxon stond op, onzeker, zwaaide nog even op de heenen, greep de tafel, herwon zijn evenwicht. Toen zei hij: „Dank u zocr voor uw hulp". Hii voelde in zijn zakken, maar hij vond niets. Een bijna onmerkbaar glimlachje trok tangs zijn mond. „Ik wilde ti iets aanbieden". De wïüchtmcestcr antwoordde zeer be leefd: „Ik heb u toch gezegd, dat u volkomen uitgeplunderd was, toen we u vonden". „Dan blijft mij niets over dan u te be danken", sprak de schipper. „Waar kan ik u bereiken? Een Hollander is nooit on dankbaar". „Ja, maar dat gaat zoo niet, vriend. U is onze gevangene en we hebben mannetjes noorlig. Kunt u rijden?" „Ik ben bij den boer opgevoed", klonk het bescheiden antwoord. „Ik heb vroeger wel op een paard gezeten". „Des te beter. Niet dat het ccn bezwaar zou zijn, Dat leer ic spoedig. Niet. mannen? We leeren liet iemand heel vlug". „Afsmijt en opkllmsisteem'. dacht Saxon. Hij kon een glimlach niet weerhouden. Hij kon dat spoedig loeren. „Dus wordt je keizerlijk kurassier. Een bof. dat je niet in handen gevallen bont van kerels, die moeten loopen, zoo 11 heeleii dag loopen". „Ik ben Hollander". „Ja, maar je spreekt behoorlijk Duitsch. Niet dat het er veel toe doot. „Je schip is weu. Er ligt geen enkel yuür- tuig aan de kade. Ga hier eens staan De wachtmeester betastte als een kenner arm en heenspieren. „Jo hebt zware dijsnieren. alsof je een ruiter waart". Hii keek Saxon aan. Komt zeker van '1 roeien". „En van 't boonien", vulde Saxon aan, „En de armen. Kerel, je hebt spieren als kabeltouwen". „Hoe heet Jö?" Willem". „Fn verder?" ,Zè noemen mij: De Schipper". „Hm, geen ander van?" „Niet dat ik weet". Twee mannen verschenen in de deur. De een rapporteerde: „Deze kamer is de eenige, die bewoon baar is. de andere vertrekken zijn haveloos en liggen gedeeltelijk In puin. De kelders zijn leeg Do hofstede is geheel door een gracht omringd. Achter de gehouwen Hgt een groo'c geheel verwilderde tuin. Een houten hrneectje leidt nanr een pad. dat door de velden loont en on een zandweg uitkomt, die naar het noorden lóópt". i (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1935 | | pagina 4