St. Emilion 1929
f. A. Schot er man Zn.
DE STEUN AAN DEN LANDBOUW
FEUILLETON
DOOR DE REGEERING
GEMOTIVEERD
per flesch fl.45 per anker f 58.—
DE UNIVERSITEIT TE
GRONINGEN
HET CONFLICT IN DE
mijnindustrie
DE UITGEVERS EN DE
NIEUWE SPELLING
Dubbele wegenbelasting
voor Dissel-auto's?
OVERSTE SAXON
Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het
Landbouwcrisisfonds
Verschonen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag nopens het wets
ontwerp tot Vaststelling van de begrooting
van inkomsten en uitgaven van het Land
bouwcrisisfonds voor 1935.
Aan de algemecne beschouwingen bij deze
zeer uitvoerige memorie ontleenen wij:
Met betrekking tot de klacht, dat tenge
volge van het betrekkelijk vage karakter
der hegrooting en het groot aantal Memo.-ie
posten het budgetrecht der Volksvertegen
woordiging in belangrijke rnate zou bekort
worden merkt de Minister van Economische
Zaken op, dat de behundeling der begroo
ting de Volksvertegenwoordiging de gelegen-
hoid geeft voorat haar oordeel over het «>e-
leid van de regecring in landbouwcrisisaan
gelegenheden niet alleen over de grootc fij
nen, doch ook over de details van de maat
regelen uit te spreken.
De minister sluit zich aan hij de vrijwel
algemeen in de Kamer heerschende opvat
ting, dat sleunverlecning aan den landbouw
in den ruimstcn zin van het woord niet
noodzakelijk is en binnen afzienbaren tijd
ook nog niet zal kunnen worden gemist.
Voorts.zot de minister nogmaals hel stand
punt, dat de regeering inzake den landbouw
steun inneemt, uiteen, waarbij hij opmerkt,
dat bet doel der crisismaatregelen is: het in
standhouden van het landbouwbedrijf in het
belang der geheele Nederlandsche bevol
king. Bij iedere beoordeeling van de moge
lijkheid van verlaging van den landbouw
steun moet de minister zich dan ook steeds
met nauwgezetheid afvragen, of door deze
verlaging het doel van de Regeeringsmaat-
regelcn niet in gevaar wordt gebracht. Zou
dit wel het geval zijn, dan ware te vreezen,
dat later opnieuw andere, mogelijk verder
strekkende maatregelen noodzakelijk zou
den kunnen worden. Het behoeft geen be
toog.'dat de minister dit tegen iederen prijs
zal vermijden. Daarnaast moet hij ook reke
ning houden met de mogelijkheden welke
liet Land hou wcrisisfoiids hern bieden en
moet hij wel eens maatregelen nemen, welke
hij. bij een meer gunstigen stand van het
fonds, liever achterwege zou hebben gelaten.
Bij voortduring worden alle gebeurtenissen
in het oog gehouden, welke een verlaging
zouden kunnen wettigen en zoodra dit maar
eenigszins mogelijk is, gaat hij aanstonds
tot verlaging over.
Dat bij deze verlaging zeker niet in de
laatste plaats gedacht wordt aan de nood
zaak van verlaging van üe kosten van het
levensonderhoud en het voorkomen van een
verderen achteruitgang van ons geheele be
drijfsleven, spreekt welhaast vanzelf. Zeker
kan hij instemmen met dc opvatting van
hen, die een gezonden landbouw noodzake
lijk achten, echter met de restrictie, dat deze
alleen mogelijk is, indien de geheele maat
schappij zich aan de veranderde omstandig
heden heeft weten aan te passen. Zijnerzijds
tracht hij door teeltbeperking c.d. den land
bouw zich te doen aanpassen aan de nieuwe
omstandigheden, daarbij er echter voor wa
kende, dat de instandhouding van het land
bouwbedrijf niet in gevaar wordt gebracht.
Dat de cventucele verlaging van de richtlij
nen geleidelijk en zonder al te grooto schok
ken zal moeten geschieden, is ook de mee
ning van den minister. Omtrent de vraag of
dit ook systematisch zal kunnen geschieden,
is het geven van een toezegging niet moge
lijk, aangezien dit van tal van verschillende
onzekere omstandigheden afhankelijk is. In
grijpende verlaging zal intusschcn slechts
mogelijk zijn, indien de productiekosten in
den landbouw verlaagd kunnen worden. Of
ruilverkaveling hiertoe veel zal kunnen bij
dragen zal nader worden onderzocht. Voor
vermindering der distributiekosten is in de
eerste plaats de medewerking van de con
sumenten noodig; deze hebben een verla
ging grootendecls zelf in de hand. De Over
heid kan hiertoe slechts zijdelings medewer
ken.
Steunvermindering een
gevaar?
De minister kan de meening niet deelen,
van hen, die in het streven naar verminde- j
ring van den landbouwsteun een gevaar
rneenen te zien. Deze gaan er blijkbaar van
uit, dat onverschillig, welke resultaten In
andere takken van bedrijf worden bereikt
in ieder geval het landbouwbedrijf loonend
moet zijn. Juist deze uitingen zijn niet zon
der gevaar, omdat daardoor de mogelijkheid
van een stemming maken tegen den land
bouwsteun niet is uitgesloten. De gunstige
oogsten van de laatste twee jaren hebben
den toestand in den akkerbouw zeker bevre
digend doen zijn. Dat de veehouderij en
vooral de tuinbouw in uiterst moeilijke om
standigheden verkeeren, is ongetwijfeld
juist. In plaats van tot verlaging is de mi
nister dan ook tot verhooging van den tuin-
bouwsteun overgegaan, terwijl bij de komen
de uitvoeringsmaatregelen voor de veehou
derij neder zal worden overwogen, wat
met de beschikbare middelen ook voor de
veehouderij verder gedaan zal kunnen wor
den.
Dat intusschcn van bevoordecling van
den landbouw boven andere bedrijfstakken
gesproken zou kunnen worden, acht de mi
nister (ficnszins juis\
De nu lister erkent dat het vrs+gstuk van
de vaste lasten een fundamenteel onderdeel
\ormt dpr te voeren landbouwcrisispoliliek.
Het is echter niet alleen een vraagstuk van
den landbouwcrisis alleen, maar betreft
mede een vraag van algemeen JRegeerings-
beleid. Hoewel een definitieve beslissing
door de Regeering nog niet is gene men, kan
de minister mcdcdpelcn, dat gehoopt wordt,
dat binnenkort ter zake nadere mededceün-
gen kunnen worden gedaan. Degenen, die
van oordeel zijn, dat van den landbouw
steun geen cent ten goede zou mogen komen
aan de verpachters en hypotl 'ïeknemers
gaan in hun redeneering ongetwijfeld te ver.
Over het pachtvraagstuk als zoodanig is het
overleg tusschen de verschillende departe
menten nagenoeg geëindigd.
De meerdere evenredigheid in de prijzen
der onderscheidene gewassen zal naar de
minister hoopt, aanleiding kunnen zijn, met
tertijd de teelt van tarwe vrij te luten. Hij
meent, dat geen bijzondere maatregelen
moeten worden genomen ter bevordering
van het scheuren van grasland, maar dat
deze maatregel een gevolg moet zijn van de
mede onder den invloed der crisismaatrege
len te verwachten wijzigingen in de verhou
dingen in het landbouwbedrijf.
Salarieering van het per
soneel.
Wat de salarieering van het personeel be
treft, deelt de minister mede, dat het niet
juist is, dat buitensporige salarissen wor
den betaald en evenmin, dat bij het crisis-
personeel personen zijn aangesteld op sala
rissen, welke zeer ver uitgaan boven het
geen zij in hun vorige betrekkingen verdien
den cn dat cr voor pen zoodanige promotie
gecnerlei roden bestond. Het tegendeel komt
wel voor.
Ten aanzien van de salarieering zijn de
ambtenaren, behalve de regeeringscommis-
sarissen en enkele Rijksambtenaren in den
crisisdienst werkzaam, ingedeeld in ver
schillende groepen en wel:
Hoofdambtenaren, in welke groep slechts
een zeer gering percentage, is geplaatst. Sa
laris boven 4S00 tot 9600. Het aantal
crisisambtenaren, dat meer dan iSOO ont
vangt beperkt zich tot 28, terwijl slechts 9
een salaris van meer dan 6000 ontvangen'
van enkele dezer functionarissen is voorts
nog een onderzoek aanhangig naar de vraag
of verlaging niet mogelijk is.
De andere groepen hebben salarisgrenzcn
van 3200-IS00; van 2000 tot - 3600,
tot 2400, van 720—1200 en van 480 to'
f 900.
In zeer bijzondere gevallen is eon toelage
mogelijk, welke tot heden afgescheiden van
een toelage aan enkele Rijksambtenaren, die
in den crisis arbeidwerkzaam zijn, nog
Blechts in een geval is toegekend.
Op de salarissen van de ongehuwden bo
ven 1800 wordt een korting van 10 toe
gepast. Ook ten aanzien van de rechtspositie
van het personeel zijn bepaalde regelen ge
steld.
Waar mogelijk wordt een beroep op de
arbeldslieurs gedaan bij aanstelling van per
soneel, terwijl mede de belangen van de
wachtgelders niet uit het oog worden verlo
ren.
De Gewestelijke Tarwe Organistaties zul
len binnenkort worden ontbonden en crisis-
organisaties worden.
De inderdaad dure controle op de regeling
van den aardappclsteun is een van de oor
zaken geweest, waarom voor 1935 een geheel
ander systeem wordt ingevoerd, waarbij met
belangrijk minder personeel zal kunnen
worden volstaan.
Do minister is van meening, dat de instel
ling van den Centralen Crisis Controledienst
een groote verbe.ering op controlegel ied
heeft gebracht. De meening echter, dat dc
controle in hoofdzaak rnoct berusten bij de
Provinciale Landbouw Crisis Organisaties
waarvan de besturer aan dat personee ook
opdrachten kunnen geven Het toezicht ge
schiedt echter centraal van uit de leiding
van de Centrale Crisis-Controledienst, die
vanzelfsprekend ook rechtstreeks opdrach
ten aan de controleurs kan geven.
Eenige meerdere kosten zijn aan dezen
opzet niet verbonden.
Naar de mccning van den minister vol
doet de tuchtrechtstraak. De beslissingen
getuigen van den grooten ernst en objectivi
teit, waarmede de zaken behandeld worden.
De opmerking, dat door enkele organisa
ties te spoedig tot schorsing van een georga
niseerde wordt overgegaan, totdat een door
hem begaan feit bij tuchtrechtelijke uit
spraak onherroepelijk is beslist, is ook naar
de meening van den minister niet geheel
onjuist. Ook dc hoofdambtenaar voor de
tuchtrechtspraak deelt deze mccning en
heefj den minister in overweging gegeven
maatregelen hiertegen te nemen. Bij de ko
mende wijziging van hot Crisis-Organisatie-
besluit 1933 zal worden nagegaan, in hoe
verre wijziging van do op dit punt betrek
king hebbende voorschriften moet plaats
hebben.
De pluimveehouderij
In verband met het feit, dat dc pluimvee
houderij eer. grooter bedrag aan graanrech
ten ruoet opbrengen dan /.ij aan restitutic bij
den uitvoer \an eieren cn slaehtgevogelte
terugontvangt, zij opgemerkt, dat de restitu
ties oorzaak zijn van een prijsverhooging
der ejeren in hel binnenland. De voederkos-
ten van pluimvee worden door de invoer
rechten op voedergranen met 10 k 11 rnil-
lioen gulden verhoogd. De pluimveehouderij
als geheel krijgt hiervan hij de tegenwoor
dige regeling terug pl.m. 4 millioen gulden
in den vorm van restituties cn 6 ft 7 millioen
gulden van de binnenandsche consumenten
door den verhoogden priis. Slechts wanneer
er een zoodanige afsluiting van de verschil
lende landen zou komen, dat er feitelijk
geen vrije markt meer was, zou de bestaan
de regeling niet meer aan haar doel kunnen
beantwoorden. Er zou dan geen mogelijk
heid meer zijn om den oierprijs hier te lan
de op de bovengenoemde wijze 1c beïnvloe
den.
Een regedling. waardoor de nluimveehou
dorij speciaal zou worden ingekrompen in
die streken, waar in bijzondere rnate gepro
fiteerd wordt van de steunregelingen op an
der gebied, is in onderzoek.
STADHUISBOUW TE
LEIDEN
De eerste termijn van 300.000
door de gemeente gevoteerd
LEIDEN, 25 Febr. De gemeenteraad
van Leiden heeft vannacht aangenomen het
voorstel van B. en W. om voor den houw
van het nieuwe stadhuis voor het jaar 1935
een bedrag van 3QQ.000 beschikbaar te
stellen.
Tevens is een niéuwd verordening vastge
steld, betreffende de salarisregeling van het
personeel in gemeentedienst, waardoor een
besparing van ongeveer 25.000 wordt ver
kregen.
X'ijnhanctel
Utr. straat 77 Gevestiga 1878 Telefoon 14^
En het bezuinigingsplan
der Regeering
Op uitnoodiging van de Groningsche
Journalisten Vereeniging zijn in De Har
monie te Groningen afgevaardigden van
verscheidene organisaties, alsmede verschei
dene autoriteiten bijeengekomen, ter bespre
king van de geruchten omtrent de bezuini
gingsplannen van de Regeering op univer
sitair gebied, waarbij ook de Groningsche
universiteit zou zijn betrokken.
Na een inleiding van den voorzitter der
G. J. V., den heer J. J. Lceninga, die den
stand van zaken nader uiteenzette en er
den nadruk op legde, dat. hoewel van de
plannen der Regecring officieel niets be
kend is, waakzaamheid geboden is, volgde
een gedachtenwisscling. Daarbij kwam uit
de vergadering een mededeeling, die als al
losz.ins betrouwbaar mocht worden bo
schouwd. dat dc Regecring in elk geval niet
overweegt de algeheelc opheffing van do
Groningsche universiteit, doch dat wel sa
menvoeging van faculteiten in het alge
meen wordt overwogen.
De vergadering was van oordeel, dat ook
in «lit stadium de vorming van een voodoo-
pig comité, dat nauwlettend don gang van
zaken zal volgen, aan te bevelen Is. Tot de
Vorming van dit comité verklaarden alle
aanwezigen zich in beginsel bereid. In een
binnenkort te houden vergadering zal hot
worden opgericht.
Aangekondigde loonsverlaging
voorloopig opgeschort
tot 1 April
HÈERLE.V, 25 Februari. Hedenmiddag
rerd ten gefiieentelluiZo van Heerlen de
ronferentie voortgezet tusschen den Rijkslie-
middclnar, prof. mr. dr. Aalhcrse, en de (II-
■ecties der particuliere mijnen en vertegen-
•voordlgers der vier mijnwerkersorganisa-
ties.
l)e bondsvertegemvoordigers werden drie
maal en de directies tweemaal gehoord.
Het resultaat van déze conferentie was,
dat op voorstel van den Hijksbemiddelanr.
de aangekondigde loonsverlaging voorloopig
lot t April a s. werd opgeschort, tn verhand
inet besprekingen, welke de Rijkshenlidde-
laar dezér dagen met de Regecring heeft
gehad, üe loon- en arbeidsovereenkomst blij
ven intusschcn door de particuliere mijnen
opgezegd.
Alvorens de Rijksliemiiidclaar, prof. dr.
tnr. Aulhcrse met de directies en de verte
genwoordigers der mijnwerkersbohden be
sprekingen voerde, had hij een onderhout!
met den burgemeester van Heerlen, don
lieer van Grunsvcn, dat een uur lang duur
de
BLIKSEM IN ESN HOTSTEDE
SLIFDRF.CHT. 25 Febr. Hedenmiddag te
half drie is tijdens een lievige onweersbui,
welke genaard ging met hagelslag, de blik
sem geslagen in de hofstede van Jap de
Kluyver te Bleskensgraaf hii Sliedrecht. Dc
brandweer van Bleskensgraaf en van Mole
naarsgraaf waren spoedig ter plaatse en zij
slaagden er in een groot gedeelte van de
hotstede te behouden. De schuur ging ver
loren, het vee kon worden gered.
Ned. Uitgeversbond adresseert
aan de Eerste Kamer
AMSTERDAM, 25 Febr. De Nederland
sche Uitgevers Bond heeft een brief gezon
den aan de leden van de Eerste Kamer der
Slaten-Generaal inzake de kwestie van de
vereenvoudigde schrijfwijze.
De zinsnede: „üe uitgevers hebben berust
cn dagelijks komen nieuwe studieboeken in
de vereenvoudigde schrijfwijze van do
pers", voorkomende in dc dezer dagen ver
schenen memorie van antwoord inzake hot
ontwerp van wet tot vaststelling van hoofd
stuk VI (Departement van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen) der Rijksbegroo-
ting 1935 heeft de aandacht van den hond
getrokken, omdat zij in geenen deele beant
woordt aan de daaromtrent heerschende ge
voelens van de leden van den Bond. in het
bijzonder van hen, die schoolboeken en kin
derboeken uitgeven.
In het adres wordt uiteengezet, dat de
uitgevers slechts hebben berust, toen een
andere mogelijkheid uitgesloten scln.en.
Maar voordien hebben zij door besprekin
gen met den Minister, door adressen aan
den Ministerraad en aan de Tweede Kanier
alle pogingen aangewend, om te voorko
men. dat de uitgevers tengevolge van dc
plotselinge invoering van een nieuwe
schrijfwijze geweldige verliezen zouden lij
den. Zij hebben aan den Minister en daarna
aan den Ministerraad aangeboden met cij
fers. door Rijksaccountants te bevestigen, te
bewijzen, dat die verliezen inderdaad on
rustbarend groot zouden zijn. Op dit aanbod
mochten zij nimmer een antwoord ontvan
gen. Dat zij niet berustten dan toen dit niet
anders meer mogelijk was moge oók hieruit
blijken, dat zii doende zijn- naar de door de
leden van den Bond tengevolge van do in
voering der nieuwe schrijfwijze goleden
schade een onderzoek in te stellen. Tenslot
te herinnert het adres aan de rede, waar
mede de hoer Jan Tadcma, voorzitter van
den Nederlandschen Uitgevershond op Vrij
dag 28 September van het vorige jaar de al-
gemeene vergadering opende en waarin hij
een aantal opmerkingen in verband niet hét
spellingvraagstuk maakte..
Op Waterstaat cn Financiën
is niets hiervan bekend
AMSTERDAM. De „Autokampioen" bracht
op een in liet oot? vallende plaats liet pc-
ruclit, dal er een wetsontwerp gereed zou
liggen, waarbij voorgesteld wordt do we
genbelasting voor auto's, voorzien van een
Dieselmotor te verdubbelen. Het is wel ten
zeerste te liopon, toekende bet blad er bij
aan, dat dit gorucht „van allo grond ont
bloot" is
Het Volk heeft in Den Haag nadere in
lichtingen trachten in te winnen en als
resultaat daarvan kan het blad medcdeelen,
dat oo de departementen van Waterstaat en
van Finahcien niets van dit voornemen be
kend is.
BELEEDIGING VAN HITLER
MAASTRICHT, 25 Febr. De rechtbank
Maastricht heett heden uitspraak gedaan
In de zaak tegen W. de R„ verdacht van be-
leediging van den Duitschen rijkskanselier
Hitler. Verd. werd veroordeeld tot veertien
dagen gevangenisstraf.
Niet de vroegtijdige rust zal u den vrede
brengen, maar de noeste arbeid, die is in
harmonie met uwen aanleg.
door G. P. DARKER
23
„Ta, dit is de plek. Het kan niet anders.
Hier moet alles begraven liggen."
Zij wees op een vlakken rand modder,
waarin een groote steen lag, een paar voe
ten lager dan het pad. Daar, lager, nog een.
En daar
Het was een soort ruwe trap, als voor
reuzen gemaakt. Hier kon een man afdalen.
Saxon boog zich voorover, de lantaren in
dc uitgestrekte hand. Hij leunde met het
lichaam zoo ver mogelijk naar voren.
Plots voelde hij een krachtigen stoot. Hij
verloor zijn evenwicht, viel, ccn plons.
F.on heldere lach klonk in zijn ooren.
Het slijkerlge water sloot zich boven zijn
hoofd.
HOOFDSTUK XVII.
Een twaalftal keizerlijke musketiers in
volle waponrusting, borst- en rugpantser,
gele lecren broek met stalen heenhcscl.er-
mers. hoogc geel-lceren laarzen, de morions
op het hoofd, stonden in dc ruime kamer
naor een man te kijken, die aan honden
en voelen gebonden, bewusteloos op dch
grond lag.
Dc wachtmeester, een oude krijgsman met
langen grijzen snor, beval: „Onderzoek
hern."
Een paar kurassiers knielden bij den ge
vangene neer, gingen met groote handig
heid. die bewees dat dit werk hun niet
vreemd was, met hun handen over zijn
lichaam, doorzochten de zakken, vonden
niets.
„Een sterke forschc kerel, volkomen uit
geschud."
„Bandieten. Broeders van Mércdc mis
schien'?'
„Dood?"
„Neen."
„Gewond
„Niet dat ik zien kan".
Een dci'tikurassicrs gaf den bcwustclooze
een harden trap.
Even bewoog hij, toen lag hij weer stil,
„Schoppen geeft niets", meende de wacht
meester. Ben je gek. Misschien zou je 't
niet eens durven als hij op zijn boenen
stond. Haal water".
Een der mannen verliet het vertrek,
kwam dadelijk terug met èon groote ehi-
mer slootwater.
„Gooi hem dat over 't hoofd".
De soldaat zwaaide de emmer en wierp
het den gevangene vlak in het gelaat.
Allen keken vol belangstelling.
„Zie je. dat helpt", zei de wachtmeester.
„Hij schudt het hoofd, komt bij."
„Waarachtig".
„Touwen doorsnijden?"
„Neen, nog niet. Beter eerst even wach
ten. Dan is in elk geval het verhoor ge
makkelijker".
Hij kwam tot bewustzijn, maar de oogen
bleven nog gesloten.
„Wie ben je?" vroeg de wachtmeester.
Er kwam geen antwoord. De man was
schijnbaar bezig zijn gedachten te verzame
len.
„Wie ben je en hoe kom je hier?" her
haalde de wachtmeester.
De ander gaf nog geen antwoord. Hij
dacht zeker: „Eerst denken, dan spreken".
Hij keek terluiks door de oogharen, her
kende het vertrek, zag de kurassiers, opende
dan de oogen en vroeg met zwakke stem:
„Waar ben ik?"
„We vonden je hier. goed verzekerd en
volkomen leeggeschud. Geef hem ccn glas
brandemoris".
Een kurassier haalde een platte flesch uit
zijn binnenzak, goot den gevangene ccn
slok in den mond.
„Hij slikt goed. Als je dat kunt drinken,
ben je op den goeden weglachte de Sa
maritaan
„Verte! nu eens wie je bent?" herhaalde
de wachtmeester en ging op een stoel bij
hem zitten.
Dc man sloeg dc oogen op, staarde ver
baasd in hot rond cn antwoordde eindelijk:
„Een Hollandsche schipper, Edele lieer".
„Wachtmeester", verbeterde de Krijgs
man.
„Wachtmeester", herhaalde de schipper.
„Hoe kom je hier?"
„We hadden graan in voor het garni
zoen".
„Dan zal je niet open armen ontvangen
wezen".
Maar hoe kom je hier verzeild? Dit is
geen schip."
„Dat kan ik ine niet herinneren. Ik weet
niet oat ik ooit in deze kamer geweest
ben".
Hij keek bet vertrek rond, maar zag geen
vrouw.
„Span je domme hersens eens goed in".
„Je kwarn van liet schip?"
„Ja, we gingen aan boord, de zoon van
den schipper en ik. We roeiden wat op de
F.lbe voor tijdverdrijf, vischten een beetje.
Tk ging uit dc boot. zei tegen mijn maat:
,.Tk wandel terug, laat iii je maar de Flbe
afdrijven". We, wandelden altijd vrij in en
bij de stad. De schildwachten kenden ons
allemaal. Niemand viel ons ooit lastig. Ik
liep op den weg en voelde plolseüng, dat
ik van achteren aangegrepen werd."
„En verder?"
„Ik wilde me omdrauicn, niaar kreeg
eensklaps een slag op mijn hoofd".
„Verder niets?"
„Ik weet niets meer, tot u mij tot be
wustzijn bracht".
„Een vrouw in 't spel?" Hij kcok Saxon
strak aan.
„Zeker niet".
„Gelukkig, dat we je vonden. Je hadt
hier knnnen crepeereii, gebonden als je
bent Te hebt geluk gehad. We kwamen
van Maagdenburg rijden. Ech vrouwtje
riep ijs toe; „Kijk daar eens in die hof
stede". Toen verdween ze in 't struikge
was".
,,'t Kan waar zijn", dacht Saxon. „Mijn
verhaal kon ook waar zijn".
„Maakt u me nu los, wachtmeester".
„Ja, Snijdt dc touwen niaar door".
Saxon stond op, onzeker, zwaaide nog
even op de heenen, greep de tafel, herwon
zijn evenwicht.
Toen zei hij:
„Dank u zocr voor uw hulp". Hii voelde
in zijn zakken, maar hij vond niets.
Een bijna onmerkbaar glimlachje trok
tangs zijn mond.
„Ik wilde ti iets aanbieden".
De wïüchtmcestcr antwoordde zeer be
leefd:
„Ik heb u toch gezegd, dat u volkomen
uitgeplunderd was, toen we u vonden".
„Dan blijft mij niets over dan u te be
danken", sprak de schipper. „Waar kan ik
u bereiken? Een Hollander is nooit on
dankbaar".
„Ja, maar dat gaat zoo niet, vriend. U
is onze gevangene en we hebben mannetjes
noorlig. Kunt u rijden?"
„Ik ben bij den boer opgevoed", klonk
het bescheiden antwoord. „Ik heb vroeger
wel op een paard gezeten".
„Des te beter. Niet dat het ccn bezwaar
zou zijn, Dat leer ic spoedig. Niet. mannen?
We leeren liet iemand heel vlug".
„Afsmijt en opkllmsisteem'. dacht Saxon.
Hij kon een glimlach niet weerhouden. Hij
kon dat spoedig loeren.
„Dus wordt je keizerlijk kurassier. Een
bof. dat je niet in handen gevallen bont
van kerels, die moeten loopen, zoo 11 heeleii
dag loopen".
„Ik ben Hollander".
„Ja, maar je spreekt behoorlijk Duitsch.
Niet dat het er veel toe doot.
„Je schip is weu. Er ligt geen enkel yuür-
tuig aan de kade. Ga hier eens staan De
wachtmeester betastte als een kenner arm
en heenspieren.
„Jo hebt zware dijsnieren. alsof je een
ruiter waart". Hii keek Saxon aan. Komt
zeker van '1 roeien".
„En van 't boonien", vulde Saxon aan,
„En de armen. Kerel, je hebt spieren als
kabeltouwen".
„Hoe heet Jö?"
Willem".
„Fn verder?"
,Zè noemen mij: De Schipper".
„Hm, geen ander van?"
„Niet dat ik weet".
Twee mannen verschenen in de deur. De
een rapporteerde:
„Deze kamer is de eenige, die bewoon
baar is. de andere vertrekken zijn haveloos
en liggen gedeeltelijk In puin. De kelders
zijn leeg Do hofstede is geheel door een
gracht omringd. Achter de gehouwen Hgt
een groo'c geheel verwilderde tuin. Een
houten hrneectje leidt nanr een pad. dat
door de velden loont en on een zandweg
uitkomt, die naar het noorden lóópt".
i (Wordt vervolgd).